Alleen van de schroef kun je
al een heel leuke auto kopen
Maria 15 weken aan de kant voor totale vernieuwing
Nog 18 TH's
Donderdag 24 augustus 2000
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
13
£r is geen enkel bedrijf waarvoor het prettig is
om bijna vier maanden stil te liggen. Het ge
beurt normaal gesproken dan ook nooit, tenzij
er iets als een brand heeft plaatsgevonden. Maar in de
visserij (en ook in de overige scheepvaart) komt het wel
voor. Als een schip grondig vernieuwd moet worden,
vraagt dat veel tijd. Zoals momenteel het geval is met
Tholens grootste viskotter: de TH 43, ofwel de Maria
van M.M. Bijl uit Tholen. Het schip ligt al vijftien we
ken voor anker in Stellendam. Wat begon als een ver
vanging van de motor, werd een grondige vernieuwing
van het schip.
Grote jongen
Snel
Modernisering
Veiligheid
Magere vangst
Schommelingen
9
Het binnenhalen van de netten vergt de nodige tijd en vooral ook
voorzichtigheid.
Het is een triestig dagje met bewol
king en een aardig briesje. Koud is
het echter niet, ondanks het feit dat
het nog maar half zeven in de och
tend is. Vandaag staat er een proef
vaart op het programma om de
nieuwe motor van de TH 43 te tes
ten. Het 39 meter lange schip is te
groot om in de haven van Tholen te
kunnen komen. Bovendien zouden
dergelijke werkzaamheden cr niet
uitgevoerd kunnen worden. De
thuishaven is weliswaar Tholen.
maar als hel schip aan wal ligt, is
dat in Scheveningen. Voor repara
ties is dat Stellendam. In deze
plaats ligt tevens het dok van
scheepswerf Padmos. Daarin is
<K>k de Maria al geweest. Je vaart
erin, dc bakken worden omhoog
geheven en het water weggepompt.
En voila, je schip ligt droog. „Het
begon eigenlijk met de vervanging
van de motor en cén hulpmotor.
Maar gaandeweg is daar steeds
meer bijgekomen. Nu is de andere
hulpmotor ook vervangen en ook
de brug is helemaal vernieuwd",
zegt schipper Chiel Bijl „Daar
naast is er nog meer onderhouds
werk uitgevoerd aan bijvoorbeeld
dc schroef, vloeren en de verflaag
van het schip."
Dc Maria ligt er indrukwekkend
bij. Een groot schip, net als overi
gens enkele collega's. Zoals bij
voorbeeld de GO 31 (Goeree). Ty
perend voor de vissersschepen is
niet alleen de letter- en cijfercom
binatie, maar ook het wapen dat de
meeste schepen op de punt van de
boeg hebben geschilderd. In het
geval van de Maria is dat vanzelf
sprekend het Thoolse. De loop
plank ligt nog niet uit, dus dan
maar gewoon met een sprongetje
over de reling. De wereld van de
zintuigen verandert als je van wal
aan boord stapt. Het zicht is an
ders. Kabels, kettingen, netten en
touwen. Het geluid is anders. De
doffe dreun van de motor, diep uit
de machinekamer, het geluid van
metaal op metaal en onbestemde
geluiden van de werkzaamheden
op het schip, verdringen het gek
lots van het water in de haven. Het
gevoel is anders. Het dikke, harde
staal en het evenwicht op de smalle
en vooral steile trappen. En je ruikt
de mengeling van smeervet, olie en
zee.
Er zijn heel wat meer mensen aan
boord vandaag dan de standaard
bemanning van de TH 43. Normaal
gesproken varen er zes mensen
(plus een stagiaire) mee, inclusief
Bijl. Behalve de schipper komt al
leen Rinus Moerland uit Tholen.
De overige bemanningsleden ko
men elders uit het land. Onlangs is
de oude motor uit de machineka
mer verwijderd en de nieuwe
MAK die een hoogte van zo'n
twee meter en een lengte van onge
veer vier meter heeft, is ervoor in
de plaats gekomen. Dat gaat overi
gens heel wat minder gemakkelijk
dan bij een auto. „Die motor zit he
lemaal ingebouwd. Als je een nieu
we wilt installeren, kan die niet
door de deur. We hebben er een gat
van een paar meter voor in het
schip moeten branden", zegt Bijl.
Van die bres is inmiddels niets
meer te zien cn de stoere motor ligt
ai geheel aangesloten op zijn
plaats. Geen kleine jongen overi
gens, maar dat kun je uit de afme
tingen al begrijpen. „Als we de
netten uitgezet hebben, levert de
motor 2700 pk", zegt Bijl. Voor
wie dat niets zegt: een redelijk
vlotte auto doet het met 100 pk.
Een ander verschil met een auto
motor is dat die gemakkelijk door
de 2000 toeren draait. Het hart van
Maria pompt met maximaal 750
toeren per minuut. Dat betekent
overigens niet dat het een stille
kracht is. Hoewel de motor aan
Schipper Chiel Bijl op de brug die volgepakt is met moderne computers, meters, handels en knoppen. Via deze apparatuur is het hele schip te
bedienen. En mocht de elektronica falen, dan is er altijd nog een ouderwetse telegraaf om de orders naar de machinekamer door te geven.
zienlijk minder geluid produceert
dan de vorige, is een paar minuten
in de machinekamer terwijl de 8
cylinders met elk vier kleppen hun
werk doen, genoeg om een tijdje
met piepende oren rond te lopen.
Gehoorbeschermers zijn dan ook
geen overbodige luxe. En mocht u
zich afvragen of hij zuinig is: de
nieuwe motor verbruikt bij het op-
stomen 350 liter dieselolie per uur.
Om een weekje te kunnen vissen,
neemt de Maria dan ook 70.000 li
ter brandstof mee.
Met een aantal monteurs aan boord
zal de motor vandaag een belang
rijke test krijgen, waarbij hij afge
steld zal worden. Dc Maria is nu
15 jaar oud en dan is het normaal
gesproken ook wel tijd om de mo
tor te vervangen. Direct bij het
wegvaren wordt er al een probleem
geconstateerd. „Geen trawling",
zegt Bijl tegen een bemanningslid.
Voor de leek logt hij uit: „Trawling
is eigenlijk de slipkoppeling. Net
als bij een auto kun je met slippen
de koppeling wegrijden. Dan trek
je geleidelijk op, in plaats van met
een ruk vooruit. Bij het schip merk
je dat ook." Toch verloopt de start
niet slecht. En via de monding van
de binnenhaven van Stellendam,
wordt koers gezet naar het Haring
vliet.
Even naar de brug. Opgepast, want
op het achterschip ligt een luik
open waaronder dc roerbediening
zichtbaar is. Twee monteurs staan
erover gebogen. Op het bovendek
is het rustig. De gassen uit de flin
ke uitlaat boven op het dak van de
brug laten de afsluitklep niet meer
neerdalen op de pijp. Het gas gaat
erop. Het is enorm om te zien wat
een waterverplaatsing het schip te
weeg brengt als de nieuwe motor
het vaartuig tot de maximumsnel
heid opjaagt. Op land is 26 km per
uur niet zo hard. Een beetje fietser
houdt dat wel bij. Maar met een
schip met een inhoud van 381 ton,
39 meter lang en 8,5 meter breed,
is die snelheid op het water niet zo
vanzelfsprekend. Bovendien lijkt
de snelheid op het water ook veel
hoger. De TH 43 veroorzaakt grote
golven die toevallig passerende
zeilscheepjes doen dansen. Achter
het schip kolkt het water als in een
supergroot bubbelbad. Maar wie
erin terecht zou komen, heeft geen
leuke dag. De schroef die dit ge
weld veroorzaakt, is dan ook be
paald geen kleine jongen. Ook
daaraan is onderhoud gepleegd.
Overigens is het geen roestvrij
staal waarvan het drie meter hoge
gevaarte is gemaakt. „Het is een
speciale legering 'bronicad'; brons,
nikkei, cadmium. Nee, goedkoop is
ie niet. Daar kun je een heel aardi
ge auto voor kopen", zegt Bijl.
Op de brug staat de schipper ach
ter het roer. Hoewel de complete
besturing van het schip zo geauto
matiseerd is, dat een klein joy-
stickje genoeg is om op te varen,
zijn er ook nog diverse handels en
zelfs nog een nostalgisch stuurrad.
Wie eraan draait, merkt echter dat
het slechts een paar centimeter
naar links en rechts kan. Het is
dus in feite ook een soort joystick
geworden. De brug staat bol van
de elektronica. Bijt senior (sinds
een jaar of vijf gestopt met varen)
kijkt er wat meewarig naar. „Al
die computers... Niets voor mij",
zegt de Tholenaar die het jaren
lang met veel minder geavanceer
de apparatuur moest doen. Toch
moet hij toegeven dat er zeer nut
tige apparaten bijgekomen zijn.
Zoals een trekkrachtmeter. „Bij
het vissen komt er op elke boom
(arm waaraan de netten neergela
ten worden - red.) een kracht van
ongeveer 11 ton te staan. Als je er
gens achter blijft haken, kun je je
netten lelijk beschadigen. Vroeger
verloren we elke week toch wel
een staart. Als er nu teveel belas
ting op de armen komt te staan,
dan gooit het computersysteem
meteen dc motor stil", zegt Bijl sr.
Radarschermen, drukmeters, trek
krachtsysteem, elektronisch kom
pas, computerschermen voor het
plaatsbepalingssysteem en de au
tomatische piloot, handels, joy
sticks, dieptemeters, vermogens
regelaars en heel veel knopjes en
metertjes. De brug lijkt meer op
een computercentrum, dan op de
plaats vanwaaruit een schip wordt
bestuurd. Hoewel dè zeekaarten
inmiddels ook al lang gedigitali
seerd zijn, staat er nog steeds een
tafel met daarop een' 'ouderwetse'
kaart en een speciale lineaal. Het
raidden van de ruimte wordt gedo
mineerd door een speciale stuur
stoel. In allerlei standen verstel
baar en ook voor- en achteruit te
schuiven. Daar komt overigens
ook een nieuw exemplaar van.
Daarmee is vrijwel de hele brug
vernieuwd van binnen. Het met
skai beklede 'dashboard' van de
brug heeft opstaande randen.
Geen overbodige luxe, want alles
wat erop gelegd wordt, gaat aan
de wandel en zou zonder dat rand
je op het instrumentenpaneel val
len. Dat soort praktische aanpas
singen is overal te vinden. Na
tuurlijk worden er geen materialen
gebruikt die niet tegen zout kun
nen. De koelkasten hebben een
slot om tc voorkomen dat ze open
zwaaien onder hel varen, de kan
staat vastgeklemd in de koffiezet
ter cn de kopjes worden in een
rekje gezet om te voorkomen dat
ze de hele tafel over gaan.
Veiligheid is alles op zo'n boot.
Deze dag is het heel rustig op het
Haringvliet. Een vrijwel gladde
zee, weinig wind. Maar op de
Noordzee is dat wel eens anders.
Nu al moet schipper Bijl roepend
communiceren met zijn beman
ning door het raam van de stuur
hut. Op volle zee en met ruige om
standigheden wordt er niet al teveel
met woorden gezegd. Routine is
dan belangrijk. Iedereen weet wat
er moet gebeuren en op welk mo
ment. Maar ondanks die routine
mag de aandacht voor veiligheid
niet verslappen. Dat blijkt ook tij
dens de proefvaart als één van de
bemanningsleden nog net zijn
been uit een lus kan halen, voordat
het touw waar de netten aan vast
zitten overboord verdwijnt. „Je
moet continue opletten, want het is
gevaarlijk", zegt Bijl. „Je kunt ge
makkelijk overboord slaan of een
arm of been afknellen."
Tussen de bedrijven door gaan ook
de opruimktussen gewoon door.
Met een bezem en hogedrukreini-
ger het schip schrobben hoort ook
bij de taken van de bemanning. In
tussen gaan de monteurs heen en
weer tussen de motor, het koelwa
tersysteem en de andere onderde
len van de machines. Een beetje
druk minder hier, een flensje aan
brengen. een klepje openzetten. En
tussendoor overleg met de brug
waar nog steeds een aantal alarm-
lampjes branden. Gaandeweg wor
den het er steeds minder en schip
per Bijl lijkt zich er dan ook niet
erg druk over te maken. Hij de
monstreert tijdens het varen het
computerprogramma dat gekop
peld zit aan de radar. De Maria
zelf is te zien, maar ook andere
schepen in de buurt. Op z'n sterkst
kan de radar ruim 20 mijl vooruit
zien, maar op het Haringvliet is
dat niet werkbaar. Er is teveel land
in de buurt. Bijl demonstreert nog
hoe hij via de radar een ander
schip kan volgen en bepalen waar
het naartoe gaal en hoe hard het
vaart. De computer tekent het
vaarpairoon in. „Als het een colle
ga is. en hij vaart steeds heen en
weer, dan weet je dat daar vis zit.
Dan, zou je het daar ook eens kun
nen proberen", zegt de Tholenaar
lachend. De concurrentie onder
vissers is groot, maar de collegiali
teit toch ook. „Er wil wel eens ie
mand niét opzij, als hij voor je
vaart. Maar bijvoorbeeld bij wrak
ken, werken we wel goed samen.
Als iemand een wrak ontdekt,
markeert hij die plaats in de com
puter en geeft dat door aan de an
dere vissers. Want een wrak wil je
liever niet tegenkomen. Je netten
gaan eraan. En behalve als je sonar
hebt (die kijkt vooruit) ontdek je
zo'n wrak te laat. Dan zit je er al
boven. Het enige dat je dan nog
kunt doen, is alles uitgooien en ho
pen dat je netten het houden."
Het proefvissen is afgelopen. De
TH 43 vist normaal gesproken op
de Nóordzee tot boven Engeland.
Platvis (tong met name) is de
hoofdmoot. De netten zitten elk
met vier dikke kettingen aan een
dikke stalen staaf vast en worden
over de grond gesleept. De platvis
zwemt op, komt in het net terecht
en zwemt de fuik in, verder naar
achteren. Om de bomen met de
kornetten te laten zakken, is een
zogenaamde 'winch' nodig. Op
deze gigantische klos zit in totaal
1100 meter staalkabel met een
dikte van twee duimen. Het schip
heeft tijdens het vissen alle ver
mogen van de motor nodig om
nog goed vooruit te komen. Na
een uur of twee haalt de beman
ning de staart van het net omhoog
en leegt die in opklapbare, stalen
bakken aan dek. Via een transport
band gaat de vis naar een overdek
te ruimte op het voorschip waar de
vis wordt gesorteerd, schoonge
maakt en naar de opslagruimte in
het ruim wordt gesluisd. Daar
wordt de vis in kratten van de vis-
afslag gedaan met een laag ijs dat
aan boord wordt geproduceerd.
Intussen gaat het net opnieuw uit.
Als de vis schoongemaakt is. is er
even tijd voor eten of slapen. Het
is een volcontinue bedrijf in de
dagen dat de kotter op zee is. Zon
dagnacht weg en vrijdag weer te
rug.
De vis gaat rechtstreeks naar de
afslag waar ze gekeurd en ver
kocht wordt. Overigens wordt in
Nederland het meest diepzeevis
aangevoerd door de vissers (60
procent). Daarna volgen platvis
sen met 15 procent en schelpdie
ren met 12 procent van het totaal.
Bij het proefvissen komen van
daag de netten echter slechts on
geveer een meter onder water,
want er mag in het Haringvliet
niet gesleept worden. De vangst is
dan ook vrijwel nul. Twee ver
dwaalde snoekbaarzen zijn blijven
zitten in de netten. Met de haven
weer in zicht, komt de hoofdmon
teur naar boven om de zaak te eva
lueren.
De proef is niet helemaal ge
slaagd. „De koelwatertemperatuur
schommelt teveel", zegt Bijl na
dat hij de Maria weer gladjes ge
parkeerd heeft naast de Goeree 31
„Nu zullen we het volgende week
nóg een keer moeten proberen."
Hij kijkt er niet blij bij. „We lig
gen nu al vijftien weken stil",
licht hij toe. En voor een visser
betekent stilliggen, geen brood op
de plank. Bijl kijkt dan ook uit
naar de dag dat hij weer de zee op
kan. „Dan zuilen we even flink
door moeten halen." In elk geval
heeft Maria haar facelift er dan
weer voor een paar jaar opzitten.
Tholen telt momenteel nog 18 actieve vissersvaartuigen (met het ken
teken TH). De Maria is daarvan de grootste. Een ander groot schip is
het nieuwste van de vloot, de TH 48 de Vier Gebroeders. Dat is tevens
het modernste in Nederland. Daarnaast zijn er nog een vijftal Eurokot
ters en diverse andere vaartuigen voor onder meer het vissen met fui
ken. Bij het ministerie van landbouw, natuurbeheer en visserij staan
echter nog 39 TH-schepen geregistreerd. Maar de meeste daarvan zijn
niet meer actief. Soms zelfs kleine bootjes die achter een schuur lig
gen, maar waar nog wel visrechten bij horen. In de visserij zijn voor
schepen een aantal maxima van belang. Binnen de 12-mijlszone (van
af de kust) mag alleen met schepen van maximaal 24 meter lang en
met een motor van 300 pk worden gevist (bij de boomkorvisserij).
Buiten die zone geldt een maximum van 2000 pk. Dat hangt echter
wel af van de rechten die men heeft. Want behalve quotum (visrech
ten). moet een visser ook rechten kopen op het motorvermogen en op
de inhoud. Wie een groter schip wil, zat daarvoor van bijvoorbeeld een
collega die stopt, rechten bij moeten kopen, yolgens Europese regelge
ving betekent meer pk's, dat een schip minder lang hoeft te 'stomen'
voordat het thuis is en dus kan er langer doorgevist worden. Meer pk's
zou dus meer vis betekenen. Maar de vissers verzetten zich tegen die
gedachte, met verwijzing naar het quotum waar men aan gebonden is.
Net als thuis behoort ook schoonmaken tot de karweitjes die moeten gebeuren aan boord van een vissersschip als de Maria. Al zijn spons
en zeem hier vervangen door borstels en hogedrukreinigers.
De TH 43 maakt flink vaart als de nieuwe motor op volle toeren
draait.
Samenwerking is belangrijk op zo'n schip. Er wordt gewerkt met zware materialen en als er iets fout gaat, kan dat ernstige gevolgen
hebben.