Thoolse waterbouwkundige maakt
vruchtbare akkers van moerassen
Donderdag 10 augustus 2000
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
9
Hier op de markt in March, een klein stadje in het mid
den van het Fen-district, is te zien waar het gebied in uit
blinkt: de nieuwe aardappelen liggen kloek naast de ver
se groene erwten, de goudgele uien strijden om de
aandacht met de bossen wortelen, de bloemkolen en
broccoli. Een Tholenaar zou daar zijn vingers bij aflik
ken. Het vruchtbare veenland laat op deze eenvoudige
markt op een doordeweekse dag een keur aan verse pro
ducten zien die in heel Engeland zijn weerga niet kent.
Dit is het land dat in de zeventiende eeuw onder leiding
van Cornelis Vermuyden uit Sint-Maartensdijk is droog
gelegd. Hij veranderde het stukje Engeland, grofweg tus
sen Cambridge en Washbaai aan de Noordzee, van een
veengebied met rivieren, moerassen en kreken in een
land met kanalen en sloten, dijken en sluizen. Het lijkt in
vele opzichten op Zeeland.
Zeeuwse Eilanden
door Arie de Viet
Paling
Cornelis Vermuyden uit Sint-Maartensdijk beter bekend in Engeland
Inpolderen
Inundatie Halsteren
Een Fen ballade
Veehouders
11.000 arbeiders
Sluizen in brand
De Bijenkorf
In Malland
Dertien kinderen
Man van aanzien
Bronnen
flu urnm*
eiland. Vanuit het laaggelegen ak
kerland bekeken, rijst de machtige
kathedraal statig op uit het land
schap. Het wordt hier wel het 'ste
nen schip van de Fens' genoemd. Er
liggen ook enkele kleine oude ne
derzettingen in de buurt wat hoger.
Zoals Coveney, een slaperig groepje
boerderijen en huizen op een steen
worp afstand van Ely. En waar hij
ook komt, elke keer wordt de be
zoeker geconfronteerd met de in
greep die Vermuyden hier liet ple
gen. In Coveney bijvoorbeeld, is op
een muurplaat te lezen dat de bewo
ners niet zaten te wachten op het
droogleggen van hun viswater en
jachtgronden. Er waren in 1638
zelfs kleine opstandjes tegen de po
gingen van Vermuyden om het wa
ter om te zetten in landbouwgrond.
Vanaf hier is ook al de dijk te zien
langs het Nieuwe Bedfordkanaal.
Het kanaal, of Honderd Voetsrivier,
dat Vermuyden in 1651 parallel liet
graven aan het Oude Bedfordkanaal
uit 1631, om het water van de Grote
Ouse sneller af te kunnen voeren.
Bij Earith groeven duizenden arbei
ders een aftakking van de rivier
over een lengte van maar liefst 39
kilometer naar het noorden, om
weer aan te sluiten op dezelfde Gro
te Ouse in de buurt van Denver.
Hier is in een notendop te zien hoe
Vermuyden zijn theorie over droog
making en ontwatering in de prak-
Het veenland is vlak en net als op
Tholen: je kan er heel ver zien.
Overal is het uitzicht weids. Met
veel lucht; stralend blauw of met
zware wolken. Geen heuvels en da
len zoals in de rest van Groot-Brit-
tannië, maar dijken om het land te
beschermen tegen overstromingen.
Tussen de dijken en onder die luch
ten liggen de vruchtbare akkers met
gewassen die ons bekend voorko
men: aardappelen, uien en suiker
bieten. De vertrouwde rotatie van
de Thoolse akkerbouwer wordt hier
ook al jaren toegepast. Maar ook de
teelt van groenten en bloemen
wordt met succes ter hand geno
men. Negentig procent van dit ge
bied is landbouwgrond en vormt de
voornaamste bron van inkomsten.
Rond Ely, een half uurtje treinen
vanaf de universiteitsstad Cam
bridge, staan de pijpen van een per
ceel uien prachtig blauw te wezen.
Ze staan er ondanks de hitte fris en
fier bij. Verwonderlijk is dat niet:
overal in de polders worden de ak
kers beregend. De motoren voor de
pompen ronken in de berm langs de
sloot om het water via (honderden
meters) lange buizen de akkers op
te brengen naar de sproei-installa-
ties. Het basisplan voor het aanwen
den van zoet water werd hier drie
eeuwen geleden al gelegd, de verfij
ning kwam met de komst van de
pompen en de motoren.
Naast deze teelten wordt het gebied
•V i. O'M/lt t if
v '1 v
S„JA" A I -'
ïi éèj: -\ W<i
.'fii.'JW.'WwiCC r>'! \iiih .*><1
n 4rij,
,t .„D
I:"i o*. ii.11. 1rtnA,.ï,V.tóssiv.'
Het register met de datum van Vermuydens begrafenis.
ook geroemd om zijn knolselderij.
„Die wordt bijna het hele jaar door
geoogst," zegt miss Clovel, de gast
vrouw van de kamer met ontbijt
(bed and breakfast) in Ely. Ze komt
van een klein boerenbedrijf. „Vroe
ger oogstten we alleen in het najaar.
Als de eerste vorst eroverheen was
geweest. Dat was beter zeiden ze.
Nu met die regeninstallaties houden
ze daar geen rekening meer mee."
Ze heeft de akkerbouw in nog geen
halve eeuw sterk zien veranderen.
Van handwerk naar machinewerk.
Ze herinnert zich nog (ze is rond de
zestig) dat ze met de hand aardap
pelen heeft gepoot. Voet voor voet,
zegt ze. Ze demonstreert naast de
ontbijttafel hoe ze de pootaardappe-
len in de aarde wierp, om de dertig
centimeter een pieper.
Het oppompen van het water is on
geveer het enige geluid dat in de
uitgestrektheid van dit gebied te ho
ren is. Op de smalle geasfalteerde
wegen rijdt bijna alleen maar be
stemmingsverkeer. Het is er zo rus
tig als op een zondagmiddag tussen
Scherpenisse en Oud-Vossemeer.
Toeristen blijven in Ely om de im
posante kathedraal uit de elfde
eeuw te bezoeken. Of om zich te
verpozen aan of op de Grote Ouse,
het riviertje dat bekend was en is
om haar paling (eal). Er wordt veel
op gevaren met plezierjachten en
Engelse barges.
Het gezang van de leeuwerik hoog
in de lucht wordt zo nu en dan on
derbroken door een tractor die over
de weg dendert met een rooimachi-
ne of een stropers. De werktuigen
worden ook hier steeds groter en
groter. De bestuurder van de tractor
zit als een klein speelgoedpoppetje
in de cabine hoog boven de wielen
en het landschap dat volgens het
plan van Vermuyden eeuwen gele
den met behulp van duizenden ar
beiders is gevormd.
De aarde is hier net zo zwart als de
aarde in de Weihoek tussen Poort
vliet en Sint-Annaland. Nee, veel
zwarter nog. Het is puur veen dat
aan de oppervlakte ligt. Dit veen of
peat maakte deel uit van de moeras
sen en het veen dat onder water liep.
Ely vormde een wat hoger gelegen
tijk omzette. Hij wilde het water uit
het bovenland (de hoge graafschap
pen) scheiden van het water in het
droog te leggen veengebied. Het
water kon volgens Vermuyden het
beste afgevoerd worden via een om
leidingskanaal langs het gebied naar
zee, of naar een grote rivier buiten
het gebied. Was het niet mogelijk
om het water om te leiden, dan
moest het maar via een doorvoerka
naal dwars door het veengebied
naar zee. Dat is hier gebeurd. De
kanalen moesten bovendien voor
zien worden van dijken. Op zodani
ge afstand dat ertussen een brede
boezem werd gevormd met vol
doende bergings- en afvoercapaci-
teit. Bij pieken in de afvoer hoefde
het water niet over de dijken het
veengebied in te stromen. Deze op
lossing voor de opvang bij extreme
wateroverlast klinkt verrassend ac
tueel. Het waterschap Zeeuwse Ei
landen overweegt ook de aanleg van
spaarbekkens in laaggelegen wei
landen. De situatie is niet helemaal
vergelijkbaar. Het zoeken naar op
lossingen tegen overstromingen en
wateroverlast wel. Bij Vermuyden
liep het als een rode draad door zijn
leven.
Voor het veengebied zelf moest vol
gens de waterbouwkundige een af
zonderlijk stelsel van afvoerleidin-
gen worden gemaakt. Deze sloten
en 'drains' liggen als een 'Dutch pa-
tern' (een Hollands patroon) in het
landschap van de Fens. Een van de
waterlopen heet ook naar Vermuy
den: Forty Foot Drain or Vermuy-
den's Drain.
Bij het dorpje Mepal loopt de weg
dood. De brug over het Oude Bed
fordkanaal eindigt in de 'uiterwaar-
de' tussen de beide kunstmatige wa
terwegen die als rechte strepen naar
het noorden lopen. De strook land
wordt The Wash genoemd en heeft
dezelfde naam als het water in de
Noordzee waar de Grote Ouse, de
Nene en Cam in uitmonden. Hier,
vlakbij de uitspanning De Drie
Snoeken, stroomt het bruine water
gestaag onder de betonnen brug
door. De overspanning is pas in
1930 aangelegd. Voorheen staken
de bewoners de rivier over met een
bootje. Zo moet het eeuwenlang op
vele plaatsen in dit waterrijke ge
bied zijn gebeurd. Het verkeer raast
De ligging van de Fens in het zuidoosten van Engeland.
nu over een nieuwe brug (van Sut
ton naar Chatteris), een kilometer
naar het zuiden.
In het hartje van deze zomer (1999)
zijn de kanalen die het water afvoe
ren van het hoger gelegen boven
land maar smal. De oevers zijn uit
bundig begroeid met riet, wilgen
struiken, distels, gele lis en zuring.
Zwaluwen vliegen af en aan met in
secten voor hun jongen in de klei
nesten onder de brug. Een aalschol
ver stijgt op uit het water. Het dier
volgt de richting van de stroom, op
zoek naar (nog) meer paling.
In de winter loopt deze lieflijke ui-
terwaarde echter geheel onder. Tus
sen de beide kanalen zwelt het wa
ter aan tot een grote plas, precies
zoals Vermuyden bedoeld had. Een
winterboezem. Dat er ganzen neer
strijken uit Siberië was misschien
toen ook al het geval. De plas be
vriest in strenge winters. De lokale
VVV's prijzen het nu aan als een
bijzonder natuurgebied. Nu grazen
er paarden die voortdurend met hun
staarten zwiepen om lastige vliegen
weg te jagen. Op het pad over de
dijk loopt heel in de verte een wan
delaar. Behalve het geraas van het
autoverkeer in de verte, is het stil.
Rond het middaguur komen echter
de eerste gasten het terrein van De
Drie Snoeken oprijden voor de
lunch.
Vermuyden heet hier Vermooden.
De Engelsen hebben moeite met de
ui-klank. Die wordt al gauw uitge
sproken als oe, en geschreven als
oo. Maar waar je ook komt, Ver
mooden is bekend. Zonder zijn in
grepen zou het land er niet zo uit
hebben gezien. In zijn geboorte
plaats Sint-Maartensdijk is het klei
ne straatje tussen de Jacoba van
Beierenstraat en de Oosterschelde-
straat naar hem genoemd. In de
Nieuw-Strijenpolder van Poortvliet
heet de verbinding tussen de Zuid-
dijk en de Kettingdijk de Vermuy-
denweg en aan de Kettingdijk in de
Schakerloopolder in Tholen ligt het
monumentale Huis Vermuyden of
Kettinghoeve. Ze hebben allemaal
met elkaar te maken. Maar echt be
kend is Cornelis Vermuyden op
Tholen niet. Zijn sporen liet hij im
mers na aan de overkant van de
Noordzee.
Cornelis werd in 1590 in de smal-
stad geboren. Zijn vader was Gilles
van der Muyden, schepen van Sint-
Maartensdijk. En zijn moeder Sara
Werckendet, dochter van Lieven
Werckendet die burgemeester was
van Zierikzee. Als magistraat had
Werckendet zich op Schouwen met
indijkingen beziggehouden. De in
teresse van Cornelis voor inpolde
ren en bedijken kwam dus niet uit
de lucht vallen.
Via zijn zus Cornelia kwam Corne
lis in Engeland terecht. Cornelia
was getrouwd met de burgemeester
van Tholen, Joachim Liens, die in
1618 op een diplomatieke zending
werd gestuurd naar Engeland om er
te onderhandelen over de Verenigde
Oostindische Compagnie en de ha
ringvangst op de Noordzee. Het
werd een succesvolle missie, want
Liens en zijn twee Hollandse met
gezellen werden later door koning
Jacobus I tot ridder geslagen.
De waterbouwkundige Cornelis
werd door Liens geïntroduceerd bij
de Engelse koning en Vermuyden
verruilde in 1621 Tholen voor
Engeland om een doorgebroken
Theemsdijk bij Dagenham te dich
ten. Hij kreeg er de leiding over het
herstel. Het was maar een kleine op
dracht.
Daarna bouwde hij, in 1622, de
Dutch Wall die het Canvey Island,
een schorreneiland in de monding
van de Theems, tegen overstroming
moest beschermen. Dat gebeurde
toen met Nederlands kapitaal en ar
beiders die vanuit de Noordelijke en
Zuidelijke Nederlanden de over
tocht waagden en er zelfs een kolo
nie vestigden die een eeuw stand
hield. Onder hen was een aantal
Tholenaren (omstreeks 1620 woon
den er zo'n 200 'strangers' (vreem
delingen)). Ze stichtten er een kerk.
De diensten werden in het Neder
lands gehouden. Een van de predi
kanten was Cornelis Jacobsz., die
een broer en een zuster had in Sint-
Maartensdijk.
Vóór zijn vertrek naar Groot-Brit-
tannië werkte Vermuyden als land
meter. Korte tijd heeft hij in deze
functie in het deltagebied gewerkt.
Tussen 1612 en 1614 aan de herbe
dijking van de polders Den Doel,
Sint Anna en Ketenisse aan de
Schelde bij Antwerpen. Het jaar
daarna, in 1615, maakte Vermuyden
een kaart van de ondergelopen pol
ders bij Halsteren. Hij tekende er de
aan te leggen dijken op. Waarschijn
lijk vanwege het feit dat het werk
hier over zijn hoogtepunt was, zocht
Vermuyden zijn heil in Engeland.
'Laat anderen zingen van het
waters vriendelijke gelaat
van twinkelende beekjes en ge-
kabbel zoet
de Fenman heeft altijd de an
dere kant gekend
de donkere en geheime kracht
van eb en vloed.'
Met koning Karei I (de zoon van Ja
cobus) sloot hij in 1626 een contract
om de Hatfield Chase droog te leg
gen, een groot veengebied van
30.000 hectare ten zuidwesten van
Hull. In anderhalf jaar tijd werd het
werk uitgevoerd. Vermuyden zocht
in Nederland geldschieters voor het
project en wierf arbeiders in de
Noordelijke en Zuidelijke Neder
landen en Frankrijk. De plaatselijke
bevolking (de het land huurde of in
communaal verband verbouwde)
werd niet betrokken bij de droog
legging. De compensatie was ma
ger: ze kregen na de voltooiing min
der land terug. Bovendien waren het
van oudsher veehouders en hadden
ze moeite met het omschakelen naar
akkerbouw. Ze namen geen genoe
gen met de verdeling en voerden tot
1719 (negentig jaar) processen te
gen de participanten die bestonden
uit Hollandse kooplieden en regen
ten.
De prestatie van Vermuyden om het
gebied om te zetten in bouwland,
trok zo de aandacht dat de koning
hem op 6 januari in 1629 in de adel
stand verhief. Vanaf die tijd ging
Keesje als Sir door het leven.
Vermuyden werd in 1630 benoemd
tot directeur van de droogmakerij
van de Great Level, een nog groter
veengebied van 120.000 ha in het
Fen-district van North Cambridge
shire. Ongeveer 8000 ha was eigen
dom van Francis, de graaf van Bed
ford die samen met dertien andere
participanten de boeken zou ingaan
als de avonturiers (vanwege hun
plan om het gebied droog te leg
gen). Binnen zes jaar moest het
werk geklaard zijn en zodanig van
drainage zijn voorzien dat de gron
den tijdens de zomer geschikt wer
den voor weide- en akkerbouw. Tij
dens zware regenval mocht het land
echter wel onder water komen te
staan. Dat was allemaal keurig op
schrift afgesproken.
Het grootste werk was het aanleg
gen van het Bedfordkanaal van
Earith (Huntingdonshire) naar
Denver (Norfolk) dat het water op
nam dat de Ouse uit het bovenland
aanvoerde en naar de benedenloop
bracht. Voor die tijd een mammoet
operatie. Na zeven jaar graven en
dijken maken, was het werk klaar,
maar de grondeigenaren mokten.
Ze vonden dat het land ook 's win
ters vrij van water moest zijn. Ka-
rel I besloot om de drainage te ver
beteren, maar jarenlang werd er
niet aan het gebied gewerkt. De
burgerloorlog was uitgebroken. Pas
in 1647 kwam er weer schot in de
zaak. En in 1650 werd weer met
het werk begonnen. Het bestaande
kanaal kon de piekafvoeren van de
Ouse niet aan. Vermuyden besloot
een tweede kanaal aan te leggen,
een halve mijl oostelijk van het be
staande, zodat de gehele afvoer van
de Ouse hier doorheen geleid kon
worden. De dijken langs het oude
kanaal werden verhoogd. De bin
nendijken tussen de twee kanalen
liet Vermuyden lager dan de bui
tendijken, zodat het gebied vol kon
stromen bij extreme omstandighe
den. Een veiligheidsklep met een
capaciteit van 2000 ha. Voor het
werk waren niet minder dan 11.000
arbeiders aan de slag. Overal wer
den sluizen aangelegd om het wa
terpeil te kunnen regelen. Ten
noorden van Denver werd het wa
ter bij laag water in de getijderivier
Ouse geloosd. Begin 1652 werd er
in de kathedraal van Ely een dank
dienst gehouden in verband met de
voorspoedige afloop van het werk.
Het eerste koolzaad en het graan
groeit dan al. Schapen en koeien
doen zich te goed aan het malse
gras. Het land wordt bebouwd met
vlas, haver en hennep. De welvaart
breekt aan. Wekelijks gaan er scha
pen en ossen naar de markt in Lon
den.
De kanalen voldeden aan de ver
wachtingen en zijn nog steeds in ge
bruik, maar het werk was toen lang
niet af. Bovendien was er verzet te
gen het werk. Tegenover de avontu
riers stonden de Fen-tijgers, groe
pen uit de lokale bevolking (vissers
en jagers) die verzet pleegden om
dat ze zagen dat hun vis- en jacht
gronden gingen verdwijnen. Ze
weigerden om mee te werken aan
de drooglegging. Staken sluizen in
brand en dijken door, waardoor
soms hun eigen huizen onder water
liepen en mensen verdronken.
Wat Vermuyden niet kon voorzien,
was dat het veenland inklonk. Het
veen, ook wel het zwarte goud van
Cambridgeshire genoemd, zakt jaar
lijks zo'n 2,5 centimeter door mine
ralisatie. Dat proces is al eeuwen aan
de gang. Pal aan zee zakten de noor
delijke veengronden minder snel.
Afwateren werd in het begin van de
achttiende eeuw bijna onmogelijk.
Het verzakken van de bodem veroor
zaakte grote problemen aan huizen
en gebouwen. Ze kwamen steeds ho
ger te staan. Er moest een woud van
windmolens aan te pas komen om
het gebied te bemalen en droog te
houden. In 1821 werd de eerste
stoommachine gebruikt. In 1850
stonden er al vijftien. Nu worden de
gemalen elektrisch aangedreven.
Ook hier dringt zich de vergelijking
op met Tholen. Niet alleen vanwege
de molens en de gemalen. Ook op
Tholen klinkt het veen in. Vooral in
de Weihoek, al gaat het minder snel
dan in de Fens. Hoe lager het water
peil in de polders, hoe groter de
kans op inklinking.
Bovendien waait er in Oost-Enge-
land tijdens het voorjaar een harde
wind die de droge toplaag van de
akkers blaast, soms met zaad en al.
De zwarte mist trekt over het land,
daalt neer in sloten, blokkeert de
waterlopen en bedreigt de vruchtba
re akkers. De toekomst van de land
bouw is onzeker. De regering denkt
erover, stukken in het gebied om te
zetten in natuur. Volgens de boeren
zal dat niet met de kostbare vrucht
bare veenakkers gebeuren, maar
met gronden die nu al slecht afwate
ren en minder geschikt zijn voor ak
kerbouw.
De bedreiging voor de landbouw
(inklinking) komt uit het gebied
zelf, maar ook aan de rand van de
Fens is een vijand van de inpolde-
raars actief. Daar stijgt onder in
vloed van het broeikaseffect we
reldwijd de zeespiegel.
Door allerlei problemen kon Ver
muyden de drooglegging van heel
het gebied in de zestiende eeuw niet
voltooien. Opdrachtgevers nood
zaakten hem een aantal werken niet
uit te voeren om kosten te besparen.
Pas in de jaren zestig van de vorige
eeuw werden de ontwateringskana
len alsnog gegraven, bijna geheel
volgens het plan van de oude mees
ter.
Volgens de werkgroep Blasijntje
Danckaerts uit Zuid-Beveland, die
onderzoek deed naar de genealogie
(stamboom) van Vermue (1996,
deel 10), heeft de familienaam Ver
muyden te maken met de Muyepol-
der bij Sint-Maartensdijk, in de
monding van de Pluimpot:
'In de Tauxatie van de eigendom
men ten behoeve van de 10de pen
ning voor 1453 voor de parochie
Sint Maartensdijk wordt de weduwe
van Marinus Vermuyden vermeld
met een huis en 20 gemeten land in
deze polder. Of dit huis ook in de
Muyepolder stond is niet duidelijk,
maar gezien zijn naam moet hij een
van de eerste bewoners/gebruikers
van dit rond 1512 bedijkte poldertje
(plusminus 180 gemet) zijn geweest.
Naar gewoonte van die dagen krijgt
hij ter onderscheid van andere Ma-
rinussen of de naam van de vader
(patroniem) toegevoegd, of een an
dere toenaam die vaak verwijst
naar een woonplaats toponiemof
beroep. Meestal worden beide ge
bruikt, alleen bij Marinus niet. Dit
zou erop kunnen wijzen dat zijn va-
dersnaam bij de registrerende in
stanties niet bekend was. Dit is on
geveer alles wat over hem bekend
is. Hij moet rond 1490/1500 zijn ge
boren. Marinus Vermuyden had
voor zover wij weten, twee zoons en
een dochter, Bartel en Marinus, en
een onbekende dodhter die met de
grootvader van Janneken Marinus-
se Souckwegh was getrouwd.
In de oudste archieven wordt hun
naam niet eensluidend geschreven.
Zo kennen we Vermuye, Vermuyen,
van der Muye(n)/Mue (n), Vermuy
den. Zelf schrijft Bartel consequent
Nico Vermue, een verre nazaaat van Cornelis, woont nu op De Bijenkorf in Malland waar ooit een
Vermuyden woonde.
zijn handtekening zoals we hem te
genwoordig schrijven: Bartel VER
MUE zonder puntjes).
In een Schepenzegel onder een stuk
uit 1572 staat in het hart een zand
lopertje of is het een gespiegelde V
Naast zijn handtekening heeft hij
dit als handmerk gebruikt. Hetzelf
de handmerk is gebeiteld op zijn
grafsteen in de kerk van Sint-Maar
tensdijk. Met deze grafsteen is nog
iets merkwaardigs aan de hand. In
de vier hoeken en in het midden zijn
kruisen uitgebeiteld. Dit duidt erop
dat deze steen eerder als altaar
steen is gebruikt. Het ligt voor de
hand dat het een van de altaarste
nen van voor de Reformatie uit de
kerk van Sint-Maartensdijk is
'Uit de schaarse bronnen krijgen
we van Bartel toch een aardig
beeld. Hij was ongetwijfeld land
bouwer. Daarnaast beoefende hij
vele openbare functies zoals dijk
graaf en gezworene van het water
schap, schepen, kerkmeester en bur
gemeester van Sint-Maartensdijk.
Hij was betrokken bij de inpolde
ring van de Oude Noordbeveland-
polder in 1598 en bezat in deze pol
der een hofstede.
De Muyepolder is een bedreigde
polder. Van de oorspronkelijke 180
gemeten is nu nog niet de helft over.
Op 14 februari 1566 loopt na een
'grooten stormhet water de polder
in. De overheid heeft voor herstel
een deel van B arte Is land nodig.
Bartel heeft daar op 21 februari te
gen geprotesteerd. In datzelfde jaar
is zijn eerste vrouw kennelijk over
leden en over haar erfenis of die
van haar vader, ligt hij in conflict
met zijn mede erfgenamen.
Uit de rekening voor zijn zoon Jo-
han weten we dat Bartel een hoeve
bezat in Malland, in de Huick Tonis-
hoek, in de vroegere gemeente
Poortvliet. Oude stafkaarten ver
melden als naam De Bijenkorf. We
vinden deze boerderij nu terug aan
de Nieuweweg 3. Het huis dat er nu
staat, stamt uit het midden van de
18de eeuw, de schuur is in de twinti
ger jaren gebouwd. Is het toeval dat
na bijna 400jaar hier weer nazaten
van hem wonen? Sinds enige jaren
hebben Nico en Marleen Vermue-
Vermue deze hoeve in hun bezit. Als
er op Tholen een hofstede de naam
Hof Vermuyen mag dragen, is het
wel deze'.
Het Huis Vermuyden behoorde aan
Johannis Vermuyden, een neef van
Cornelis. Johannis ligt begraven in
de kerk van Tholen. Hij stierf 17
oktober 1669.
Cornelis Vermuyden bleef in Enge
land. Hij huwde er op 16 november
1623 Catharina Lappe, een dochter
van de Vlaamse koopman Allsaint
Lappe. In 1633 werd de Smurdieke-
naar genaturaliseerd. Uit het huwe
lijk met Lappe werden dertien kin
deren geboren van wie er tien in
leven bleven; vier zonen en zes
dochters. Zijn oudste zoon Cornelis
ging terug naar Nederland en ligt
ook in Tholen begraven. Vermuyden
senior werd in 1677 begraven in de
parochie van Sint Margaret in Lon
den. Waar precies, is niet bekend. Er
is geen bron waaruit blijkt of Ver
muyden in de kerk of op het kerkhof
is begraven. Ook niet wie de dienst
leidde. Er is ook geen gedenksteen
of een grafsteen. Bovendien werd
ruim honderd jaar geleden het kerk
hof met een dikke laag aarde bedekt.
Het is nu een glad geschoren gras
veld waar toeristen op uitrusten na
een bezoek aan' de Westminster ab
dij- I
En ook de straat waar Vermuyden de
laatste jaren van zijn leven woonde -
Channel Row - is niet meer terug te
vinden in het stratenpatroon van de
wijk Westminster.
Stond de Sint-Margaretkerk ten tijde
van Vermuyden in een zelfstandige
parochie, nu beheert de parochie van
Westminster de archieven van deze
kerk. In het oude gedeelte van de ab
dij is de bibliotheek met het archief
gevestigd. Achter het glimmend ge
poetste koperen plaatje op de brede
eiken deur met ijzeren hangwerk in
de kloostergang, bevinden zich de
doop-, trouw- en begrafenisregisters
uit de zeventiende eeuw.
De bibliothecaris dr. Tony Trowles
blijkt bereid te zijn om het register
uit 1677 uit een van de kelders op te
diepen. Maar dat lukt niet meteen.
Als de schrijver van dit artikel hem
uitlegt wat de bedoeling is, ant
woordt hij dat de registers alleen in
te zien zijn op microfilm. De origi
nele boeken moeten immers be
schermd worden en verdragen niet
te veel daglicht. Die film bevindt
zich in een ander gebouw, 'vijf mi
nuten lopen van hier'.
Ik laat hem echter een brief zien die
ik in 1989 heb ontvangen van zijn
voorganger, compleet met envelop
met het logo van Westminster Ab
bey. Ik vertel hem ook maar meteen
dat ik uit het dorp kom waar Corne
lis Vermuyden is geboren. En dat ik
er een artikel over wil schrijven voor
een lokale krant. „Als dat het geval
is, dan haal ik de sleutel van de kast
en laat ik je het originele register
zien."
De man verdwijnt achter een kast
met dikke boeken in het wonderlijk
stille vertrek, in de abdij waar op dat
moment honderden bezoekers door
de kerk schuifelen. Hij gaat een
wenteltrap op naar een klein kamer
tje en komt terug met een grote sleu
tel in de hand. Midden in het vertrek
bevindt zich een trap die naar een
kelder leidt. Daar opent hij een deur.
Even later komt hij terug met het in
rood leer gebonden boek. Nadat hij
het jaartal en de datum van Vermuy
dens begrafenis heeft gevraagd,
zoekt hij de bladzijde op: October
1677. Daar staat het: Sr. Cornel Var-
mooden. Met vier anderen op de
zelfde dag begraven in de parochie
van Sint Margaret. Bij zijn naam is
een groot kruis getekend, wat erop
duidt dat het een man van aanzien
was.
Vermuyden en de Zeeuwen, Vla
mingen en Walen die het zware
werk uitvoerden, hebben hun sporen
achtergelaten. De fotografe Lilian
Ream uit Wisbech (1877-1961) leg
de het gewone leven vast op de ge
voelige plaat: de schaatswedstrijden
op de rivier Nene lijken op die van
winterpret op een willekeurige Hol
landse singel. Ze fotografeerde het
plukken van tulpen, als bewijs van
de Nederlandse invloed in de Fens
('reflecting the Dutch influence').
En zoals in zovele Thoolse havens
gebeurde, werden er suikerbieten in
schepen geladen. In 1933 was het
hier niet anders. 'Het laden van sui
kerbieten in een Fen lichter bij Nor
delph', staat er onder de opname.
In het museum van Wisbech verwij
zen namen op foto's naar Vermuy
den en in de leeskamer van de bibli
otheek staan, hoe kan het ook
anders, onder de rubriek plaatselijke
geschiedenis de naslagwerken over
Vermuyden - van Harris uit 1953 en
van Korthals Altes uit 1925 - voor
de bezoeker klaar. Vreemd om daar
ineens in het boek van Harris een
plattegrond van Sint-Maartensdijk
aan te treffen.
Cornelis Vermuyden, dr. ir. C.
Baars, in: Waterbouw, civiele
techniek nr. 12 (1982).
Landschap en Herinnering,
deel II: Water, Simon Schama,
Sir Cornelius Vermuyden, dr.
W.J. Noordhoek, Zeeuws Tijd
schrift.
Waiting for the flood, Brain
Jackman, The Sunday Times
Magazin, 30 juni 1991.
Een Nederlandse gemeen
schap op Canvey Island, P.A.
Harthoorn, in: Spelerieë, jubi
leumboek van de afd. Zeeland
van de Nederlandse Genealo
gische Vereniging (1992).
De spookrivieren van de Fen-
lands, Rudy Kousbroek, NRC
3-6-1988.
H.C. Darby, The draining of
the Fens, Cambridge 1956.
L.E. Harris, Vermuyden and
the Fens, London 1953.
Sir Cornelius Vermuyden, J.
Korthals Altes, 1925.
Waterland, Graham Swift,
1983.
Trevor Bevis, The river Ma
kers, 1999.
Trevor Bevis, Water, water
everywhere, 1992.
The Grey Goose Quill and
other ballads of the Fens, Toni
Watson.
Het vervoer van suikerbieten ging over water. Opname uit 1933 bij Nordelph, van fotografe Lilian Ream uit Wisbech.
Grafsteen van Bartel Vermuyen, de grootvader van Cornelis, in de
Hervormde kerk in Sint-Maartensdijk.