Thoolse waterbouwkundige maakt vruchtbare akkers van moerassen Donderdag 10 augustus 2000 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 9 Hier op de markt in March, een klein stadje in het mid den van het Fen-district, is te zien waar het gebied in uit blinkt: de nieuwe aardappelen liggen kloek naast de ver se groene erwten, de goudgele uien strijden om de aandacht met de bossen wortelen, de bloemkolen en broccoli. Een Tholenaar zou daar zijn vingers bij aflik ken. Het vruchtbare veenland laat op deze eenvoudige markt op een doordeweekse dag een keur aan verse pro ducten zien die in heel Engeland zijn weerga niet kent. Dit is het land dat in de zeventiende eeuw onder leiding van Cornelis Vermuyden uit Sint-Maartensdijk is droog gelegd. Hij veranderde het stukje Engeland, grofweg tus sen Cambridge en Washbaai aan de Noordzee, van een veengebied met rivieren, moerassen en kreken in een land met kanalen en sloten, dijken en sluizen. Het lijkt in vele opzichten op Zeeland. Zeeuwse Eilanden door Arie de Viet Paling Cornelis Vermuyden uit Sint-Maartensdijk beter bekend in Engeland Inpolderen Inundatie Halsteren Een Fen ballade Veehouders 11.000 arbeiders Sluizen in brand De Bijenkorf In Malland Dertien kinderen Man van aanzien Bronnen flu urnm* eiland. Vanuit het laaggelegen ak kerland bekeken, rijst de machtige kathedraal statig op uit het land schap. Het wordt hier wel het 'ste nen schip van de Fens' genoemd. Er liggen ook enkele kleine oude ne derzettingen in de buurt wat hoger. Zoals Coveney, een slaperig groepje boerderijen en huizen op een steen worp afstand van Ely. En waar hij ook komt, elke keer wordt de be zoeker geconfronteerd met de in greep die Vermuyden hier liet ple gen. In Coveney bijvoorbeeld, is op een muurplaat te lezen dat de bewo ners niet zaten te wachten op het droogleggen van hun viswater en jachtgronden. Er waren in 1638 zelfs kleine opstandjes tegen de po gingen van Vermuyden om het wa ter om te zetten in landbouwgrond. Vanaf hier is ook al de dijk te zien langs het Nieuwe Bedfordkanaal. Het kanaal, of Honderd Voetsrivier, dat Vermuyden in 1651 parallel liet graven aan het Oude Bedfordkanaal uit 1631, om het water van de Grote Ouse sneller af te kunnen voeren. Bij Earith groeven duizenden arbei ders een aftakking van de rivier over een lengte van maar liefst 39 kilometer naar het noorden, om weer aan te sluiten op dezelfde Gro te Ouse in de buurt van Denver. Hier is in een notendop te zien hoe Vermuyden zijn theorie over droog making en ontwatering in de prak- Het veenland is vlak en net als op Tholen: je kan er heel ver zien. Overal is het uitzicht weids. Met veel lucht; stralend blauw of met zware wolken. Geen heuvels en da len zoals in de rest van Groot-Brit- tannië, maar dijken om het land te beschermen tegen overstromingen. Tussen de dijken en onder die luch ten liggen de vruchtbare akkers met gewassen die ons bekend voorko men: aardappelen, uien en suiker bieten. De vertrouwde rotatie van de Thoolse akkerbouwer wordt hier ook al jaren toegepast. Maar ook de teelt van groenten en bloemen wordt met succes ter hand geno men. Negentig procent van dit ge bied is landbouwgrond en vormt de voornaamste bron van inkomsten. Rond Ely, een half uurtje treinen vanaf de universiteitsstad Cam bridge, staan de pijpen van een per ceel uien prachtig blauw te wezen. Ze staan er ondanks de hitte fris en fier bij. Verwonderlijk is dat niet: overal in de polders worden de ak kers beregend. De motoren voor de pompen ronken in de berm langs de sloot om het water via (honderden meters) lange buizen de akkers op te brengen naar de sproei-installa- ties. Het basisplan voor het aanwen den van zoet water werd hier drie eeuwen geleden al gelegd, de verfij ning kwam met de komst van de pompen en de motoren. Naast deze teelten wordt het gebied •V i. O'M/lt t if v '1 v S„JA" A I -' ïi éèj: -\ W<i .'fii.'JW.'WwiCC r>'! \iiih .*><1 n 4rij, ,t .„D I:"i o*. ii.11. 1rtnA,.ï,V.tóssiv.' Het register met de datum van Vermuydens begrafenis. ook geroemd om zijn knolselderij. „Die wordt bijna het hele jaar door geoogst," zegt miss Clovel, de gast vrouw van de kamer met ontbijt (bed and breakfast) in Ely. Ze komt van een klein boerenbedrijf. „Vroe ger oogstten we alleen in het najaar. Als de eerste vorst eroverheen was geweest. Dat was beter zeiden ze. Nu met die regeninstallaties houden ze daar geen rekening meer mee." Ze heeft de akkerbouw in nog geen halve eeuw sterk zien veranderen. Van handwerk naar machinewerk. Ze herinnert zich nog (ze is rond de zestig) dat ze met de hand aardap pelen heeft gepoot. Voet voor voet, zegt ze. Ze demonstreert naast de ontbijttafel hoe ze de pootaardappe- len in de aarde wierp, om de dertig centimeter een pieper. Het oppompen van het water is on geveer het enige geluid dat in de uitgestrektheid van dit gebied te ho ren is. Op de smalle geasfalteerde wegen rijdt bijna alleen maar be stemmingsverkeer. Het is er zo rus tig als op een zondagmiddag tussen Scherpenisse en Oud-Vossemeer. Toeristen blijven in Ely om de im posante kathedraal uit de elfde eeuw te bezoeken. Of om zich te verpozen aan of op de Grote Ouse, het riviertje dat bekend was en is om haar paling (eal). Er wordt veel op gevaren met plezierjachten en Engelse barges. Het gezang van de leeuwerik hoog in de lucht wordt zo nu en dan on derbroken door een tractor die over de weg dendert met een rooimachi- ne of een stropers. De werktuigen worden ook hier steeds groter en groter. De bestuurder van de tractor zit als een klein speelgoedpoppetje in de cabine hoog boven de wielen en het landschap dat volgens het plan van Vermuyden eeuwen gele den met behulp van duizenden ar beiders is gevormd. De aarde is hier net zo zwart als de aarde in de Weihoek tussen Poort vliet en Sint-Annaland. Nee, veel zwarter nog. Het is puur veen dat aan de oppervlakte ligt. Dit veen of peat maakte deel uit van de moeras sen en het veen dat onder water liep. Ely vormde een wat hoger gelegen tijk omzette. Hij wilde het water uit het bovenland (de hoge graafschap pen) scheiden van het water in het droog te leggen veengebied. Het water kon volgens Vermuyden het beste afgevoerd worden via een om leidingskanaal langs het gebied naar zee, of naar een grote rivier buiten het gebied. Was het niet mogelijk om het water om te leiden, dan moest het maar via een doorvoerka naal dwars door het veengebied naar zee. Dat is hier gebeurd. De kanalen moesten bovendien voor zien worden van dijken. Op zodani ge afstand dat ertussen een brede boezem werd gevormd met vol doende bergings- en afvoercapaci- teit. Bij pieken in de afvoer hoefde het water niet over de dijken het veengebied in te stromen. Deze op lossing voor de opvang bij extreme wateroverlast klinkt verrassend ac tueel. Het waterschap Zeeuwse Ei landen overweegt ook de aanleg van spaarbekkens in laaggelegen wei landen. De situatie is niet helemaal vergelijkbaar. Het zoeken naar op lossingen tegen overstromingen en wateroverlast wel. Bij Vermuyden liep het als een rode draad door zijn leven. Voor het veengebied zelf moest vol gens de waterbouwkundige een af zonderlijk stelsel van afvoerleidin- gen worden gemaakt. Deze sloten en 'drains' liggen als een 'Dutch pa- tern' (een Hollands patroon) in het landschap van de Fens. Een van de waterlopen heet ook naar Vermuy den: Forty Foot Drain or Vermuy- den's Drain. Bij het dorpje Mepal loopt de weg dood. De brug over het Oude Bed fordkanaal eindigt in de 'uiterwaar- de' tussen de beide kunstmatige wa terwegen die als rechte strepen naar het noorden lopen. De strook land wordt The Wash genoemd en heeft dezelfde naam als het water in de Noordzee waar de Grote Ouse, de Nene en Cam in uitmonden. Hier, vlakbij de uitspanning De Drie Snoeken, stroomt het bruine water gestaag onder de betonnen brug door. De overspanning is pas in 1930 aangelegd. Voorheen staken de bewoners de rivier over met een bootje. Zo moet het eeuwenlang op vele plaatsen in dit waterrijke ge bied zijn gebeurd. Het verkeer raast De ligging van de Fens in het zuidoosten van Engeland. nu over een nieuwe brug (van Sut ton naar Chatteris), een kilometer naar het zuiden. In het hartje van deze zomer (1999) zijn de kanalen die het water afvoe ren van het hoger gelegen boven land maar smal. De oevers zijn uit bundig begroeid met riet, wilgen struiken, distels, gele lis en zuring. Zwaluwen vliegen af en aan met in secten voor hun jongen in de klei nesten onder de brug. Een aalschol ver stijgt op uit het water. Het dier volgt de richting van de stroom, op zoek naar (nog) meer paling. In de winter loopt deze lieflijke ui- terwaarde echter geheel onder. Tus sen de beide kanalen zwelt het wa ter aan tot een grote plas, precies zoals Vermuyden bedoeld had. Een winterboezem. Dat er ganzen neer strijken uit Siberië was misschien toen ook al het geval. De plas be vriest in strenge winters. De lokale VVV's prijzen het nu aan als een bijzonder natuurgebied. Nu grazen er paarden die voortdurend met hun staarten zwiepen om lastige vliegen weg te jagen. Op het pad over de dijk loopt heel in de verte een wan delaar. Behalve het geraas van het autoverkeer in de verte, is het stil. Rond het middaguur komen echter de eerste gasten het terrein van De Drie Snoeken oprijden voor de lunch. Vermuyden heet hier Vermooden. De Engelsen hebben moeite met de ui-klank. Die wordt al gauw uitge sproken als oe, en geschreven als oo. Maar waar je ook komt, Ver mooden is bekend. Zonder zijn in grepen zou het land er niet zo uit hebben gezien. In zijn geboorte plaats Sint-Maartensdijk is het klei ne straatje tussen de Jacoba van Beierenstraat en de Oosterschelde- straat naar hem genoemd. In de Nieuw-Strijenpolder van Poortvliet heet de verbinding tussen de Zuid- dijk en de Kettingdijk de Vermuy- denweg en aan de Kettingdijk in de Schakerloopolder in Tholen ligt het monumentale Huis Vermuyden of Kettinghoeve. Ze hebben allemaal met elkaar te maken. Maar echt be kend is Cornelis Vermuyden op Tholen niet. Zijn sporen liet hij im mers na aan de overkant van de Noordzee. Cornelis werd in 1590 in de smal- stad geboren. Zijn vader was Gilles van der Muyden, schepen van Sint- Maartensdijk. En zijn moeder Sara Werckendet, dochter van Lieven Werckendet die burgemeester was van Zierikzee. Als magistraat had Werckendet zich op Schouwen met indijkingen beziggehouden. De in teresse van Cornelis voor inpolde ren en bedijken kwam dus niet uit de lucht vallen. Via zijn zus Cornelia kwam Corne lis in Engeland terecht. Cornelia was getrouwd met de burgemeester van Tholen, Joachim Liens, die in 1618 op een diplomatieke zending werd gestuurd naar Engeland om er te onderhandelen over de Verenigde Oostindische Compagnie en de ha ringvangst op de Noordzee. Het werd een succesvolle missie, want Liens en zijn twee Hollandse met gezellen werden later door koning Jacobus I tot ridder geslagen. De waterbouwkundige Cornelis werd door Liens geïntroduceerd bij de Engelse koning en Vermuyden verruilde in 1621 Tholen voor Engeland om een doorgebroken Theemsdijk bij Dagenham te dich ten. Hij kreeg er de leiding over het herstel. Het was maar een kleine op dracht. Daarna bouwde hij, in 1622, de Dutch Wall die het Canvey Island, een schorreneiland in de monding van de Theems, tegen overstroming moest beschermen. Dat gebeurde toen met Nederlands kapitaal en ar beiders die vanuit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden de over tocht waagden en er zelfs een kolo nie vestigden die een eeuw stand hield. Onder hen was een aantal Tholenaren (omstreeks 1620 woon den er zo'n 200 'strangers' (vreem delingen)). Ze stichtten er een kerk. De diensten werden in het Neder lands gehouden. Een van de predi kanten was Cornelis Jacobsz., die een broer en een zuster had in Sint- Maartensdijk. Vóór zijn vertrek naar Groot-Brit- tannië werkte Vermuyden als land meter. Korte tijd heeft hij in deze functie in het deltagebied gewerkt. Tussen 1612 en 1614 aan de herbe dijking van de polders Den Doel, Sint Anna en Ketenisse aan de Schelde bij Antwerpen. Het jaar daarna, in 1615, maakte Vermuyden een kaart van de ondergelopen pol ders bij Halsteren. Hij tekende er de aan te leggen dijken op. Waarschijn lijk vanwege het feit dat het werk hier over zijn hoogtepunt was, zocht Vermuyden zijn heil in Engeland. 'Laat anderen zingen van het waters vriendelijke gelaat van twinkelende beekjes en ge- kabbel zoet de Fenman heeft altijd de an dere kant gekend de donkere en geheime kracht van eb en vloed.' Met koning Karei I (de zoon van Ja cobus) sloot hij in 1626 een contract om de Hatfield Chase droog te leg gen, een groot veengebied van 30.000 hectare ten zuidwesten van Hull. In anderhalf jaar tijd werd het werk uitgevoerd. Vermuyden zocht in Nederland geldschieters voor het project en wierf arbeiders in de Noordelijke en Zuidelijke Neder landen en Frankrijk. De plaatselijke bevolking (de het land huurde of in communaal verband verbouwde) werd niet betrokken bij de droog legging. De compensatie was ma ger: ze kregen na de voltooiing min der land terug. Bovendien waren het van oudsher veehouders en hadden ze moeite met het omschakelen naar akkerbouw. Ze namen geen genoe gen met de verdeling en voerden tot 1719 (negentig jaar) processen te gen de participanten die bestonden uit Hollandse kooplieden en regen ten. De prestatie van Vermuyden om het gebied om te zetten in bouwland, trok zo de aandacht dat de koning hem op 6 januari in 1629 in de adel stand verhief. Vanaf die tijd ging Keesje als Sir door het leven. Vermuyden werd in 1630 benoemd tot directeur van de droogmakerij van de Great Level, een nog groter veengebied van 120.000 ha in het Fen-district van North Cambridge shire. Ongeveer 8000 ha was eigen dom van Francis, de graaf van Bed ford die samen met dertien andere participanten de boeken zou ingaan als de avonturiers (vanwege hun plan om het gebied droog te leg gen). Binnen zes jaar moest het werk geklaard zijn en zodanig van drainage zijn voorzien dat de gron den tijdens de zomer geschikt wer den voor weide- en akkerbouw. Tij dens zware regenval mocht het land echter wel onder water komen te staan. Dat was allemaal keurig op schrift afgesproken. Het grootste werk was het aanleg gen van het Bedfordkanaal van Earith (Huntingdonshire) naar Denver (Norfolk) dat het water op nam dat de Ouse uit het bovenland aanvoerde en naar de benedenloop bracht. Voor die tijd een mammoet operatie. Na zeven jaar graven en dijken maken, was het werk klaar, maar de grondeigenaren mokten. Ze vonden dat het land ook 's win ters vrij van water moest zijn. Ka- rel I besloot om de drainage te ver beteren, maar jarenlang werd er niet aan het gebied gewerkt. De burgerloorlog was uitgebroken. Pas in 1647 kwam er weer schot in de zaak. En in 1650 werd weer met het werk begonnen. Het bestaande kanaal kon de piekafvoeren van de Ouse niet aan. Vermuyden besloot een tweede kanaal aan te leggen, een halve mijl oostelijk van het be staande, zodat de gehele afvoer van de Ouse hier doorheen geleid kon worden. De dijken langs het oude kanaal werden verhoogd. De bin nendijken tussen de twee kanalen liet Vermuyden lager dan de bui tendijken, zodat het gebied vol kon stromen bij extreme omstandighe den. Een veiligheidsklep met een capaciteit van 2000 ha. Voor het werk waren niet minder dan 11.000 arbeiders aan de slag. Overal wer den sluizen aangelegd om het wa terpeil te kunnen regelen. Ten noorden van Denver werd het wa ter bij laag water in de getijderivier Ouse geloosd. Begin 1652 werd er in de kathedraal van Ely een dank dienst gehouden in verband met de voorspoedige afloop van het werk. Het eerste koolzaad en het graan groeit dan al. Schapen en koeien doen zich te goed aan het malse gras. Het land wordt bebouwd met vlas, haver en hennep. De welvaart breekt aan. Wekelijks gaan er scha pen en ossen naar de markt in Lon den. De kanalen voldeden aan de ver wachtingen en zijn nog steeds in ge bruik, maar het werk was toen lang niet af. Bovendien was er verzet te gen het werk. Tegenover de avontu riers stonden de Fen-tijgers, groe pen uit de lokale bevolking (vissers en jagers) die verzet pleegden om dat ze zagen dat hun vis- en jacht gronden gingen verdwijnen. Ze weigerden om mee te werken aan de drooglegging. Staken sluizen in brand en dijken door, waardoor soms hun eigen huizen onder water liepen en mensen verdronken. Wat Vermuyden niet kon voorzien, was dat het veenland inklonk. Het veen, ook wel het zwarte goud van Cambridgeshire genoemd, zakt jaar lijks zo'n 2,5 centimeter door mine ralisatie. Dat proces is al eeuwen aan de gang. Pal aan zee zakten de noor delijke veengronden minder snel. Afwateren werd in het begin van de achttiende eeuw bijna onmogelijk. Het verzakken van de bodem veroor zaakte grote problemen aan huizen en gebouwen. Ze kwamen steeds ho ger te staan. Er moest een woud van windmolens aan te pas komen om het gebied te bemalen en droog te houden. In 1821 werd de eerste stoommachine gebruikt. In 1850 stonden er al vijftien. Nu worden de gemalen elektrisch aangedreven. Ook hier dringt zich de vergelijking op met Tholen. Niet alleen vanwege de molens en de gemalen. Ook op Tholen klinkt het veen in. Vooral in de Weihoek, al gaat het minder snel dan in de Fens. Hoe lager het water peil in de polders, hoe groter de kans op inklinking. Bovendien waait er in Oost-Enge- land tijdens het voorjaar een harde wind die de droge toplaag van de akkers blaast, soms met zaad en al. De zwarte mist trekt over het land, daalt neer in sloten, blokkeert de waterlopen en bedreigt de vruchtba re akkers. De toekomst van de land bouw is onzeker. De regering denkt erover, stukken in het gebied om te zetten in natuur. Volgens de boeren zal dat niet met de kostbare vrucht bare veenakkers gebeuren, maar met gronden die nu al slecht afwate ren en minder geschikt zijn voor ak kerbouw. De bedreiging voor de landbouw (inklinking) komt uit het gebied zelf, maar ook aan de rand van de Fens is een vijand van de inpolde- raars actief. Daar stijgt onder in vloed van het broeikaseffect we reldwijd de zeespiegel. Door allerlei problemen kon Ver muyden de drooglegging van heel het gebied in de zestiende eeuw niet voltooien. Opdrachtgevers nood zaakten hem een aantal werken niet uit te voeren om kosten te besparen. Pas in de jaren zestig van de vorige eeuw werden de ontwateringskana len alsnog gegraven, bijna geheel volgens het plan van de oude mees ter. Volgens de werkgroep Blasijntje Danckaerts uit Zuid-Beveland, die onderzoek deed naar de genealogie (stamboom) van Vermue (1996, deel 10), heeft de familienaam Ver muyden te maken met de Muyepol- der bij Sint-Maartensdijk, in de monding van de Pluimpot: 'In de Tauxatie van de eigendom men ten behoeve van de 10de pen ning voor 1453 voor de parochie Sint Maartensdijk wordt de weduwe van Marinus Vermuyden vermeld met een huis en 20 gemeten land in deze polder. Of dit huis ook in de Muyepolder stond is niet duidelijk, maar gezien zijn naam moet hij een van de eerste bewoners/gebruikers van dit rond 1512 bedijkte poldertje (plusminus 180 gemet) zijn geweest. Naar gewoonte van die dagen krijgt hij ter onderscheid van andere Ma- rinussen of de naam van de vader (patroniem) toegevoegd, of een an dere toenaam die vaak verwijst naar een woonplaats toponiemof beroep. Meestal worden beide ge bruikt, alleen bij Marinus niet. Dit zou erop kunnen wijzen dat zijn va- dersnaam bij de registrerende in stanties niet bekend was. Dit is on geveer alles wat over hem bekend is. Hij moet rond 1490/1500 zijn ge boren. Marinus Vermuyden had voor zover wij weten, twee zoons en een dochter, Bartel en Marinus, en een onbekende dodhter die met de grootvader van Janneken Marinus- se Souckwegh was getrouwd. In de oudste archieven wordt hun naam niet eensluidend geschreven. Zo kennen we Vermuye, Vermuyen, van der Muye(n)/Mue (n), Vermuy den. Zelf schrijft Bartel consequent Nico Vermue, een verre nazaaat van Cornelis, woont nu op De Bijenkorf in Malland waar ooit een Vermuyden woonde. zijn handtekening zoals we hem te genwoordig schrijven: Bartel VER MUE zonder puntjes). In een Schepenzegel onder een stuk uit 1572 staat in het hart een zand lopertje of is het een gespiegelde V Naast zijn handtekening heeft hij dit als handmerk gebruikt. Hetzelf de handmerk is gebeiteld op zijn grafsteen in de kerk van Sint-Maar tensdijk. Met deze grafsteen is nog iets merkwaardigs aan de hand. In de vier hoeken en in het midden zijn kruisen uitgebeiteld. Dit duidt erop dat deze steen eerder als altaar steen is gebruikt. Het ligt voor de hand dat het een van de altaarste nen van voor de Reformatie uit de kerk van Sint-Maartensdijk is 'Uit de schaarse bronnen krijgen we van Bartel toch een aardig beeld. Hij was ongetwijfeld land bouwer. Daarnaast beoefende hij vele openbare functies zoals dijk graaf en gezworene van het water schap, schepen, kerkmeester en bur gemeester van Sint-Maartensdijk. Hij was betrokken bij de inpolde ring van de Oude Noordbeveland- polder in 1598 en bezat in deze pol der een hofstede. De Muyepolder is een bedreigde polder. Van de oorspronkelijke 180 gemeten is nu nog niet de helft over. Op 14 februari 1566 loopt na een 'grooten stormhet water de polder in. De overheid heeft voor herstel een deel van B arte Is land nodig. Bartel heeft daar op 21 februari te gen geprotesteerd. In datzelfde jaar is zijn eerste vrouw kennelijk over leden en over haar erfenis of die van haar vader, ligt hij in conflict met zijn mede erfgenamen. Uit de rekening voor zijn zoon Jo- han weten we dat Bartel een hoeve bezat in Malland, in de Huick Tonis- hoek, in de vroegere gemeente Poortvliet. Oude stafkaarten ver melden als naam De Bijenkorf. We vinden deze boerderij nu terug aan de Nieuweweg 3. Het huis dat er nu staat, stamt uit het midden van de 18de eeuw, de schuur is in de twinti ger jaren gebouwd. Is het toeval dat na bijna 400jaar hier weer nazaten van hem wonen? Sinds enige jaren hebben Nico en Marleen Vermue- Vermue deze hoeve in hun bezit. Als er op Tholen een hofstede de naam Hof Vermuyen mag dragen, is het wel deze'. Het Huis Vermuyden behoorde aan Johannis Vermuyden, een neef van Cornelis. Johannis ligt begraven in de kerk van Tholen. Hij stierf 17 oktober 1669. Cornelis Vermuyden bleef in Enge land. Hij huwde er op 16 november 1623 Catharina Lappe, een dochter van de Vlaamse koopman Allsaint Lappe. In 1633 werd de Smurdieke- naar genaturaliseerd. Uit het huwe lijk met Lappe werden dertien kin deren geboren van wie er tien in leven bleven; vier zonen en zes dochters. Zijn oudste zoon Cornelis ging terug naar Nederland en ligt ook in Tholen begraven. Vermuyden senior werd in 1677 begraven in de parochie van Sint Margaret in Lon den. Waar precies, is niet bekend. Er is geen bron waaruit blijkt of Ver muyden in de kerk of op het kerkhof is begraven. Ook niet wie de dienst leidde. Er is ook geen gedenksteen of een grafsteen. Bovendien werd ruim honderd jaar geleden het kerk hof met een dikke laag aarde bedekt. Het is nu een glad geschoren gras veld waar toeristen op uitrusten na een bezoek aan' de Westminster ab dij- I En ook de straat waar Vermuyden de laatste jaren van zijn leven woonde - Channel Row - is niet meer terug te vinden in het stratenpatroon van de wijk Westminster. Stond de Sint-Margaretkerk ten tijde van Vermuyden in een zelfstandige parochie, nu beheert de parochie van Westminster de archieven van deze kerk. In het oude gedeelte van de ab dij is de bibliotheek met het archief gevestigd. Achter het glimmend ge poetste koperen plaatje op de brede eiken deur met ijzeren hangwerk in de kloostergang, bevinden zich de doop-, trouw- en begrafenisregisters uit de zeventiende eeuw. De bibliothecaris dr. Tony Trowles blijkt bereid te zijn om het register uit 1677 uit een van de kelders op te diepen. Maar dat lukt niet meteen. Als de schrijver van dit artikel hem uitlegt wat de bedoeling is, ant woordt hij dat de registers alleen in te zien zijn op microfilm. De origi nele boeken moeten immers be schermd worden en verdragen niet te veel daglicht. Die film bevindt zich in een ander gebouw, 'vijf mi nuten lopen van hier'. Ik laat hem echter een brief zien die ik in 1989 heb ontvangen van zijn voorganger, compleet met envelop met het logo van Westminster Ab bey. Ik vertel hem ook maar meteen dat ik uit het dorp kom waar Corne lis Vermuyden is geboren. En dat ik er een artikel over wil schrijven voor een lokale krant. „Als dat het geval is, dan haal ik de sleutel van de kast en laat ik je het originele register zien." De man verdwijnt achter een kast met dikke boeken in het wonderlijk stille vertrek, in de abdij waar op dat moment honderden bezoekers door de kerk schuifelen. Hij gaat een wenteltrap op naar een klein kamer tje en komt terug met een grote sleu tel in de hand. Midden in het vertrek bevindt zich een trap die naar een kelder leidt. Daar opent hij een deur. Even later komt hij terug met het in rood leer gebonden boek. Nadat hij het jaartal en de datum van Vermuy dens begrafenis heeft gevraagd, zoekt hij de bladzijde op: October 1677. Daar staat het: Sr. Cornel Var- mooden. Met vier anderen op de zelfde dag begraven in de parochie van Sint Margaret. Bij zijn naam is een groot kruis getekend, wat erop duidt dat het een man van aanzien was. Vermuyden en de Zeeuwen, Vla mingen en Walen die het zware werk uitvoerden, hebben hun sporen achtergelaten. De fotografe Lilian Ream uit Wisbech (1877-1961) leg de het gewone leven vast op de ge voelige plaat: de schaatswedstrijden op de rivier Nene lijken op die van winterpret op een willekeurige Hol landse singel. Ze fotografeerde het plukken van tulpen, als bewijs van de Nederlandse invloed in de Fens ('reflecting the Dutch influence'). En zoals in zovele Thoolse havens gebeurde, werden er suikerbieten in schepen geladen. In 1933 was het hier niet anders. 'Het laden van sui kerbieten in een Fen lichter bij Nor delph', staat er onder de opname. In het museum van Wisbech verwij zen namen op foto's naar Vermuy den en in de leeskamer van de bibli otheek staan, hoe kan het ook anders, onder de rubriek plaatselijke geschiedenis de naslagwerken over Vermuyden - van Harris uit 1953 en van Korthals Altes uit 1925 - voor de bezoeker klaar. Vreemd om daar ineens in het boek van Harris een plattegrond van Sint-Maartensdijk aan te treffen. Cornelis Vermuyden, dr. ir. C. Baars, in: Waterbouw, civiele techniek nr. 12 (1982). Landschap en Herinnering, deel II: Water, Simon Schama, Sir Cornelius Vermuyden, dr. W.J. Noordhoek, Zeeuws Tijd schrift. Waiting for the flood, Brain Jackman, The Sunday Times Magazin, 30 juni 1991. Een Nederlandse gemeen schap op Canvey Island, P.A. Harthoorn, in: Spelerieë, jubi leumboek van de afd. Zeeland van de Nederlandse Genealo gische Vereniging (1992). De spookrivieren van de Fen- lands, Rudy Kousbroek, NRC 3-6-1988. H.C. Darby, The draining of the Fens, Cambridge 1956. L.E. Harris, Vermuyden and the Fens, London 1953. Sir Cornelius Vermuyden, J. Korthals Altes, 1925. Waterland, Graham Swift, 1983. Trevor Bevis, The river Ma kers, 1999. Trevor Bevis, Water, water everywhere, 1992. The Grey Goose Quill and other ballads of the Fens, Toni Watson. Het vervoer van suikerbieten ging over water. Opname uit 1933 bij Nordelph, van fotografe Lilian Ream uit Wisbech. Grafsteen van Bartel Vermuyen, de grootvader van Cornelis, in de Hervormde kerk in Sint-Maartensdijk.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 2000 | | pagina 9