Seksueel avontuur nichtje/man
ontucht fysiotherapeut/patiënt
Sproeitractor belandt in de sloot
Ruime steun voor
afschaffen van de
hondenbelasting
Bibliotheekbestuur ziet mogelijkheden
voor een breder gebruik van gebouwen
van
ffloute
Sint-Annalander krijgt voorwaardelijke straf
ïeuws
Het koffertje
van Ravensteijn
Pluim op hoed
oud-wethouder
J. Versluys
Donderdag 18 mei 2000
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
7
Een geheel voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maan
den gaf de Middelburgse rechtbank aan de 44-jarige A.D.
den E. uit Sint-Annaland omdat hij in zijn functie van fysi
otherapeut twee jaar ontucht had gepleegd met een nichtje
van zijn vrouw. De schadeclaim van 33.261 gulden die het
meisje had ingediend, wees de rechtbank af.
Geen verwijsbrief
Afhankelijk
Erg lang geduurd
Te ingewikkeld
Psychische gevolgen
Dom? Of gordel om
"Van Houtc interieurs heeft
interieurs
SGP wil opruimplicht hondenpoep
Alleen het CDA en de RPF/GPV zijn tegen het afschaf
fen van de hondenbelasting in Tholen. De andere fracties
in de gemeenteraad hebben er geen moeite mee. Al wil
de SGP niet dat de onroerende-zaakbelasting wordt ver
hoogd om de anderhalve ton aan misgelopen inkomsten
alsnog binnen te halen. Wél zouden de staatkundig gere
formeerden graag een opruimplicht instellen voor hon
denpoep.
Bespaarde uren
Controle
Waar blijft de visie van het
gemeentebestuur op het bi
bliotheekwerk in Tholen?
Het bestuur van de stichting
openbare bibliotheek Tho
len wordt ongeduldig, zo
bleek in de commissie mid
delen. Herhaaldelijk is naar
een gemeentelijk standpunt
gevraagd, meerjarenbegro
tingen zijn overlegd, raads
leden bijgepraat en zaken
toegelicht. „Maar we drin
gen blijkbaar niet door tot
de politieke besluitvorming
en/of de meningsvorming",
zei voorzitter mevrouw G.
Boelhouwers-Stigter. In de
kademota mist zij 'zelfs een
aanzet tot een visieontwik
keling'.
Stichting wacht al geruime tijd tevergeefs op visie van het gemeentebestuur
Brede discussie
Kwaliteit is een zorg
d
Daarmee kwam er na vijfjaar een uit
spraak in een affaire, die al in 1995
begon. Het toenmalige 16-jarige
nichtje uit Sint-Annaland wendde
zich toen tot de fysiotherapeut omdat
zij last had van haar rug. Zij vroeg
hem haar te behandelen. In het kader
van de familierelatie had zij regelma
tig contact met hem. Zijn vriendin
was zij echter op dat moment niet.
Den E. heeft het nichtje in behande
ling genomen en gehouden. Telkens
als zij zich tot hem wendde met een
klacht, behandelde hij deze. Dit ge
beurde vanaf 1995 tot in de loop van
1997. Den E. gaf haar die fysiothera-
peutische behandeling die naar zijn
oordeel als fysiotherapeut op dat mo
ment geboden was. Het meisje heeft
zich volgens de rechtbank feitelijk
telkens als patiënt aan hem toever
trouwd door zich met klachten tot
Den E. te blijven wenden. Naar het
oordeel van de fysiotherapeut was in
de loop der tijd steeds meer sprake
van .vermeende' klachten, maar ook
die klachten is hij blijven behandelen,
wat - naar zijn zeggen - een goed fysi
otherapeut ook behoort te doen.
De verhouding die tussen de man en
het meisje bestond, kan volgens de
rechtbank op grond van de feitelijke
uitoefening van fysiotherapeutische
behandeling door Den E. niet anders
worden geduid dan als een behandel-
relatie tussén een fysiotherapeut en
een patiënt. Daarentegen voerde de
fysiotherapeut aan, dat er geen forme
le behandelrelatie was. Zij stond niet
als patiënt in zijn praktijk ingeschre
ven, aan de behandeling lag geen ver
wijsbrief ten grondslag, er was geen
behandelovereenkomst en er werden
geen rekeningen aan haar gestuurd.
Volgens de rechtbank gaat deze bena
dering eraan voorbij, dat het wezen
van de therapeutische hulp niet gele
gen is in de formele band tussen hulp
verlener en patiënt, maar in de mate
riële zorgverlening: de man heeft het
meisje behandeld op basis van zijn
beroepsmatige kennis, ervaring en
vaardigheden.
Raadsvrouwe mr. Y.M.J.I. Baauw-de
Bruijn uit Utrecht voerde aan, dat het
nichtje zich niet tot haar cliënt wend
de als fysiotherapeut, maar als privé-
persoon, zodat ook om die reden niet
van het bestaan van een behandelrela
tie kon worden gesproken. De recht
bank wees dat echter af. Ongetwijfeld
is waar, aldus de rechtbank, dat het
meisje zich aanvankelijk tot Den E.
gewend heeft omdat zij hem als fami
lielid kende. Van een seksuele ver-
houding was op dat moment echter
geen sprake. De man heeft vervolgens
zijn specifieke kennis en kunde als fy
siotherapeut aangewend om de op
zijn kennisterrein liggende klachten
van het meisje te behandelen op een
wijze die een goed fysiotherapeut bet
aamt. Op deze manier is Den E. vol
gens de rechtbank feitelijk in een be
handelrelatie komen te staan tot het
meisje.
De behandelrelatie tussen een fysio
therapeut en zijn patiënt wordt in de
regel - mede - gekenmerkt door een
sterke of minder sterke vorm van af
hankelijkheid van de patiënt van
diens fysiotherapeut. Uitgangspunt
is, dat de strafbaarstelling in artikel
249 tweede lid van het Wetboek van
Strafrecht, gelet op de strekking daar
van, geldt voor alle gevallen waarin
tussen betrokkenen een - mede door
een dergelijke vorm van afhankelijk
heid gekenmerkte - relatie als in dit
artikel bedoeld, bestaat. Blijkens de
wetsgeschiedenis is die strekking het
bieden van strafrechtelijke bescher
ming tegen seksuele benadering door
hulpverleners. Bezien tegen de ach
tergrond van dit uitgangspunt is het
seksuele contact tussen de fysiothera
peut en het meisje in beginsel aan te
merken als verboden contact. Hier
van zou alleen geen sprake zijn, wan
neer de afhankelijkheidsrelatie bij die
seksuele contacten geen rol heeft ge
speeld, in die zin dat bij het nichtje
sprake was van vrijwilligheid en
daarbij enige vorm van afhankelijk
heid zoals deze in haar functionele
relatie tot Den E. als fysiotherapeut
bestond, niet van invloed is geweest.
Het is de rechtbank niet gebleken, dat
dit het geval is geweest. Van belang is
in dat verband, dat de man zijn be
handelingen als fysiotherapeut is blij
ven voortzetten, ook na het moment
waarop een seksuele relatie tussen
het meisje en hem was ontstaan. Zo
heeft Den E. zijn beide hoedanighe
den - fysiotherapeut en partner in een
seksuele relatie - bij voortduring pa
rallel laten lopen, daardoor de moge
lijkheid scheppend, dat zijn invloed
als fysiotherapeut mede bepalend
was voor het in stand houden van de
seksuele relatie. Een goed fysiothera
peut zou in een geval als dit, het
meisje voor verdere behandeling naar
een collega hebben verwezen. Het
enkele feit dat de Sint-Annalandse
Met zwaar materieel werd de tractor weer op zijn wielen gezet. H.J.P. Ooms tweede van links) bekijkt de schade.
Op een landbouwperceel aan de
Puitsedijk te Oud-Vossemeer is
donderdagmiddag een tractor
met spuitinstallatie in een wa
tergang terechtgekomen. Land
bouwer P. Ooms reed omstreeks
half elf met zijn tractor op het
perceel naast zijn boerderij. Bij
een bocht in een dreef, raakte de
tractor in het talud van de sloot;
kantelde en viel in de water
gang. De geschrokken landbou
wer kon zelf ongedeerd uit zijn
voertuig komen. Bergingsbe
drijf Faasen uit Steenbergen
rukte met zwaar materieel uit.
Een takelwagen met vier hy
draulische poten zetten de trac
tor weer snel op zijn wielen. De
schade bleek mee te vielen, vol
gens Ooms. „Hij kan in elk ge
val nog rijden", zei de landbou
wer nadat het voertuig was geïn
specteerd door een monteur van
Dick Klok uit Poortvliet waar de
tractor ook door Ooms heen
werd gebracht voor reparatie.
De motorkap was beschadigd,
twee tilbeugels aan de voorkant
verwrongen, de achterruit w^s
kapot en in de motor was een en
ander wat ontzet. Maar met wat
geknustsel werd de motor toch
weer aan de praat gekregen, zij
het wat rinkelend. Ook de verze
keringsexpert was ter plaatse en
tevens de vader van Ooms. De
medewerkers van Faasen voer
den de tank met spuitvloeistof af
naar het erf.
zich - in ieder geval in het begin - vol
overgave stortte in het avontuur van
de seksuele relatie met de man, duidt
voorts niet op afwezigheid van de in
vloed van het afhankelijkheidsele
ment omdat deze overgave zeer wel
(mede) het gevolg kan Zijn geweest
van de uitgeoefende, maar verboden
invloed. Ontucht plegen als werkza
me in de gezondheidszorg of maat
schappelijke zorg met iemand die
zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp
of zorg heeft toevertrouwd - en dat
meermalen gepleegd - was voor de
rechtbank uiteindelijk het strafbare
feit dat bewezen werd verklaard.
Het heeft lang geduurd voordat het
zover kwam, want al op 22 augustus
1997 werd Den E. voor het eerst door
de politie gehoord over deze zaak.
Zo'n anderhalf jaar later - op 17 fe
bruari 1999 - deelde de officier van
justitie hem mee, dat het openbaar
ministerie afzag van vervolging. De
familie van het meisje nam daar ech
ter geen genoegen mee. Op 22 juli
1999 werd een klacht ingediend bij
het gerechtshof in Den Haag, die 12
januari van dit jaar besliste, dat de
Middelburgse justitie wel tot vervol
ging moest overgaan.
De advocaat van Den E. probeerde
met een beroep op artikel 6 lid 1 van
het Europees verdrag tot bescher
ming van de rechten van de mens en
de fundamentele vrijheden tevergeefs
om een proces te vermijden. De
rechtbank vond wel, dat de zaak niet
binnen een redelijke termijn was be
handeld. In het bijzonder het tijdstip
tussen het eerste politieverhoor en de
beslissing om niet tot vervolging over
te gaan (17 februari 1999) vergde erg
veel tijd (ruim 19 maanden), zonder
dat daarvoor enige, reden in de stuk
ken w.as te vinden. Het proces-ver
baal van de politie was kort na het
eerste verhoor van de Sint-Annalan-
der beschikbaar, namelijk 18 septem
ber 1997. Volgens de rechtbank was
de zaak feitelijk niet erg ingewikkeld.
De probleemstelling is evenmin ge
compliceerd, zodat een aanmerkelijk
spoediger beslissing over al dan niet
aanbrengen bij. de strafrechter moge
lijk moet zijn geweest.
Ondanks die bezwaren, wilde de
rechtbank de zaak niet zomaar verge
ten. „Het belang dat de gemeenschap
nog behoudt bij normhandhaving
door berechting dient te prevaleren
boven het belang dat de verdachte
heeft bij verval van het recht tot straf
vervolging." De ernst van de zaak
werd afgewogen tegen de ruim 19
maanden dat de verdachte in onze
kerheid bleef verkeren. De rechtbank
liet die lange wachttijd wel meespe
len bij het bepalen van de strafmaat.
Op 27 april van dit jaar was het dan
zover, 'dat officier van justitie mr.
A.S. Flikweert een voorwaardelijke
gevangenisstraf van zes maanden
eiste wegens ontucht. Hij wilde ook
de telefoon- en reiskosten van het
mSsje laten betalen, maar de rest
van de vordering van 33.261 gulden
leende zich volgens mr. Flikweert
niet voor behandeling in het strafge
ding.
Mevr. mr. I. Alderlieste uit Rotter
dam, advocate van het meisje, was
het daarmee niet eens. De rechtbank
zag weliswaar een rechtstreeks ver
band tussen de gepleegde feiten en de
geclaimde schade nu het (mede) door
de bestaande behandelrelatie tot een
seksuele relatie is kunnen komen,
maar Den E. heeft volgens de recht
bank gemotiveerd betwist, dat die re
latie de enige oorzaak is geweest van
het tot stand komen van de seksuele
relatie tussen hem en het meisje. Hij
heeft bovendien gemotiveerd betwist,
dat de opgevoerde schade door het
meisje is geleden of zal worden als
gevolg van de ontucht. De rechtbank
wees de schadeclaim af en vond die
bovendien te ingewikkeld voor be
handeling in het strafgeding.
De rechtbank hield zich bij de straf
bepaling verder aan de eis van de of
ficier van justitie. „Het vertrouwen
dat een patiënt in zijn behandelaar
moet kunnen stellen, is beschaamd.
Den E. heeft door het plegen van sek
suele handelingen een ernstige in
breuk gemaakt op de lichamelijke in
tegriteit van het slachtoffer. Het is
een feit van algemene bekendheid,
dat slachtoffers van dergelijke seksu
ele delicten nog geruime tijd kunnen
lijden onder de psychische gevolgen
van wat hen is aangedaan. Anderzijds
is de verdachte niet eerder met politie
en/of justitie in aanraking gekomen.
De rechtbank zal voorts rekening
houden met de gevolgen van deze
strafzaak voor de verdachte, die lan
ge tijd in onzekerheid verkeerde. De
zaak was eerst geseponeerd, maar is
na het instellen van een be-klagpro-
cedure door het slachtoffer alsnog bij
de rechtbank aangebracht. Voorts is
duidelijk geworden, dat de verdachte
zijn praktijk heeft overgedragen, aan
gezien hij aan artrose lijdt. Hij is op
zoek naar ander werk, maar dat is
moeilijk wegens de strafzaak."
De rechtbank was van plan om Den
E. zeven maanden voorwaardelijke
celstraf te geven, maar verminderde
dat tot zes maanden op grond van de
schending van de redelijke termijn
als bedoeld in het Europees verdrag
tot bescherming van de rechten van
de mens. De straf wordt pas ten uit
voer gelegd, wanneer de man zich
binnen de proeftijd van twee jaar aan
een strafbaar feit schuldig maakt.
De Middelburgse rechtbank bestond
voor deze gelegenheid uit president
mr. W.RM. ter Berg en de rechters
mr. A. van Wamel en mr. R.H. Holl.
Advertentie» I.M.
Wethouder R. Ravensteijn verscheen donderdagavond in de commissie
middelen met een opvallend blauw koffertje. 'Gemeentebegroting 2001'
stond erop (en niet 'gemeenterekening', zoals de wethouder zei) en
daarboven was opmerkelijk genoeg niet het gemeente- maar het rijkswa
pen afgebeeld. Het was ludiek bedoeld bij de presentatie van de eerste
kadernota van het gemeentebestuur, legde Ravensteijn de commissiele
den uit. „Maar ik zal er niet triomfantelijk mee zwaaien zoals minister
Zalm, want wij hebben minder reden tot juichen. In het verleden werd
Tholen als een rijke gemeente bestempeld, maar met name als gevolg
van rijksbeleid moeten we tot een omslag komen."
De kadernota is een nieuw ambtelijk stuk, waarin de uitgangspunten
staan voor de ontwerp-begroting van het komende jaar. Naast het voltal
lige college van burgemeester en wethouders schoof dan ook de staf aan
de vergadertafel. En op de publieke tribune volgden diverse ambtenaren
de discussie die dik drieënhalf uur in beslag nam.
Bezoek onze showroom en informeer naar onze maandaanbieding!
non n SC r»
Worden
Werkelijkheid
Markt 23, 4695 CG Sint-Maartensdijk. Telefoon 0166 66 23 82
InterStyle biedt u slaap
kamers in elke denkbare
stijl, zo uitgebreid als u
wilt. U vindt dus altijd
een slaapkamer die bij u
past
Compleet ledikant
f2.995,
(excl. bodem en matrassen)
„De hondenbelasting is altijd een
algemeen dekkingsmiddel geweest.
Wanneer deze wegvalt, wordt ge
woon het totaal te dekken tekort ho
ger", stelde M. Dijke namens de
SGP-fractie in de commissie mid
delen. Hij kon niet begrijpen dat b.
en w. de onroerende-zaakbelasting
(ozb) willen verhogen om het weg
vallen van de hondenbelasting te
compenseren (netto-opbrengst on
geveer 150.000 gulden). Wethouder
R. Ravensteijn kreeg het de SGP'er
niet duidelijk gemaakt, ook niet
toen hij zei dat de ozb eveneens een
algemeen dekkingsmiddel is (in de
gemeentebegroting staan bij hon
denbelasting en ozb dezelfde pro
ductomschrijving en beoogde effec
ten).
Het CDA accepteert de ozb-verho-
ging evenmin, „U treft hiermee,
veelal jonge, mensen die in de afge
lopen jaren een nieuwe woning heb
ben gebouwd en de toch al niet ge
ringe hypotheeklasten op moeten
brengen", aldus M.A. van Beek. Hij
wil de hondenbelasting helemaal
niet afschaffen. „Het uitgangspunt
dat deze geheven moet worden om
het aantal honden nog enigszins in
de hand te kunnen houden, staat
voor onze fractie nog recht over
eind." Het CDA heeft de indruk dat
er in Tholen veel meer honden zijn
dan er geregistreerd staan en pleit
daarom voor een controle. Ook de
RPF/GPV-fractie is bang dat af
schaffing een toename van het aan
tal honden in de hand werkt. Boven
dien vond P. van Belzen dat je een
belasting die de gemeentewet toe
staat, niet moet afschaffen in een
tijd dat 'geld een schaars artikel is
of wordt'. Hij noemde het voorstel
opvallend omdat geen enkele poli
tieke partij ooit de afschaffing van
de hondenbelasting te berde heeft
gebracht. „We zullen beslist niet ak
koord gaan." Ravensteijn zei te be
twijfelen of de hondenbelasting
voor mensen een beletsel is om een
hond aan te schaffen. Er zijn andere
kosten voor het houden van zo'n
huisdier die veel hoger liggen.
D66 heeft geen moeite met af
schaffing van de belasting, maar J.
van den Donker verbaasde zich ero
ver dat vervolgens de ozb met 4%
omhoog moet. „Waar in de raad in
het verleden weieens werd gepleit
voor verlaging, kon dat nooit omdat
de hondenbelasting zowat niets zou
opleveren." Ook miste hij in de hele
berekening het voordeel van 200
bespaarde uren bij afschaffing, iets
wat ook PvdA'er M.A.J. van der
Linde was opgevallen. „Wordt de
ambtenaar gelijk met de belasting
afgeschaft?" grapte deze. Hoewel
hij wist dat gemeenten landelijk ge
middeld zes gulden per inwoner via
de hondenbelasting opstrijken, kon
hij instemmen met de verdwijning
ervan. Zowel PvdA als D66 willen
echter een nieuwe berekening zien
waarin de bespaarde uren worden
verantwoord.
P.K.M. Stouten (VVD) was blij
met het voorstel. „Bij de behande
ling van de begroting 2000 in okto
ber hebben we erover getwijfeld
om met een voorstel tot afschaffing
te komen. We hebben het niet ge
daan omdat het kort dag was." Vol
gens hem klopt het niet dat een
hondenbezitter méér dan andere in
woners moet betalen aan bijvoor
beeld de aanleg van wandel- en rui
terpaden. Verder wees hij op het
sociale aspect van het hebben van
een hond. Controle, waarover Van
Beek sprak, is in de ogen van de
VVD'er niet doenbaar. Tóch zou,
indien de belasting niet wordt afge
schaft, er geld voor die controle
uitgetrokken moeten worden, vond
de VVD'er.
In zijn antwoord stelde de wethou
der dat het - na afweging van de
kosten tegen de baten (in de begro
ting 2000 respectievelijk 26.208
gulden en 156 mille) - raadzaam is
deze belasting af te schaffen. „En
een controleur aanstellen kost u
weer 80.000 gulden." De 4% ozb-
verhoging is volgens hem 'een in
dicatie'. Dijke herhaalde zijn vraag
over een opruimplicht via de alge
mene plaatselijke verordening. De
burgemeester was duidelijk in zijn
reactie: „Alles kan, maar je moet
handhaven. En dat vraagt dan weer
extra personeel."
CDA-raadslid M.A. van Beek is er
veel aan gelegen oud-wethouder en
partijgenoot J. Versluys de eer te ge
ven die hem toekomt voor het suc
cesvolle werkgelegenheidsbeleid in
de afgelopen twee decennia. „Met
grote inspanning is er door de afde
ling economische zaken, onder zijn
leiding, een enorme impuls gegeven
aan de werkgelegenheid in onze ge
meente. Hij heeft gezaaid en wij
mogen oogsten", aldus Van Beek in
de commissie middelen. Eerder ver
zette zijn fractie zich als enige tegen
het afschaffen van de premierege
ling bedrijfsvestiging die onder Ver
sluys in het leven is geroepen. Dat in
de kadernota staat dat het acquisitie
beleid (werving van bedrijven) 'in
zekere zin een succes is geworden',
daar nam Van Beek aanstoot aan.
„De woorden 'in zekere zin' dienen
geschrapt te worden", was zijn me
ning. Wethouder R. Ravensteijn
vond dat niet nodig. „Het beleid was
een succes en is dat ook nu nog.
Naast de premieregeling hebben an
dere factoren een goede uitwerking
gehad", zei hij. Van Beek nam er
geen genoegen mee: „De oud-wet
houder heeft een enorme indruk op
me achtergelaten met zijn werk."
Vervolgens maakte Ravensteijn dui
delijk, niet zoveel belang te hechten
aan hoe het nu precies geformuleerd
werd in de nota. Als meerdere com
missieleden het voorstel van Van
Beek zouden steunen, kon het wat
hem betreft aangepast worden.
Voorzitter M.J. Klippel informeerde
vervolgens bij de commissie en
meerdere leden gaven aan dat wat
hen betreft de woorden 'in zekere
zin' geschrapt konden worden, zodat
Van Beek zijn zin kreeg.
Advertentie ïiM.
De bibliotheek krijgt dit jaar iets
meer dan een miljoen gulden subsi
die van de gemeente. Rekening hou
dend met alle verplichtingen (met
name ten aanzien van personeel en
onderhoud gebouwen) zou daar van
af volgend jaar een ton bij moeten.
Maar in de kadernota wordt gesteld
dat b. en w. dat niet willen. Hooguit
eenmalig 40 mille voor automatise
ring en daarnaast moet bekeken
worden of in elke woonkern een
vestiging noodzakelijk is. Kwaliteit
moet voorrang hebben boven kwan
titeit, heet het.
„Jammer om in de kadernota al bij
voorbaat te moeten lezen dat de ge
meente geen extra gelden meer voor
de bibliotheek wenst uit te trekken",
reageerde mevr. Boelhouwers. Ze
miste er verder de term budgetfinan
ciering in, waarover wethouder Van
Kempen nog in december had ge
sproken. Het bibliotheekbestuur wil
volop meewerken aan veranderin
gen, maar daarvoor is eerst een ge
zamenlijke visie (van gemeente en
bibliotheek) over de bibliotheek
voorziening noodzakelijk. Ook moet
duidelijk zijn wat de gemeente on
der het begrip 'kwaliteit' verstaat.
Zolang dit alles ontbreekt, staat de
kwaliteitsdiscussie die het bestuur al
jaren met de gemeente wil voeren,
onder zware druk. „Wij vragen ons
zelfs af of op deze wijze discussie
over kwaliteit, spreiding van voor
zieningen over de gemeente en over
nieuwe ontwikkelingen in de biblio
theeksector nog wel zin heeft", al
dus mevr. Boelhouwers, die de on
misbaarheid van de vrijwilligers in
het bibliotheekwerk onderstreepte.
Ze wees op het advies dat de com-
De bibliotheek als onderkomen voor culturele of educatieve instellingen is iets wat het bestuur graag onderzocht ziet.
missie Meijer onlangs aan de staats
secretaris uitbracht over de toekomst
van het bibliotheekwerk. Daarin
staat dat de gemeente als opdracht
gever fungeert, wensen moet formu
leren ten aanzien van kernfuncties
en aanvullende functies en daarover
in overleg tot meerjarige afspraken
moet komen en die contractueel
vastleggen.
In dat licht reageerde mevr. Boel
houwers maar vast op het in de ka
dernota gestelde, dat instellingen en
gemeente de discussie aan zouden
moeten gaan over het voorzienin
genniveau in de Thoolse dorpen.
Het bibliotheekbestuur is voorstan
der van samenwerking, zei ze. Voor
zieningen kunnen elkaar versterken
en daarnaast kan het voordelig zijn
om huisvesting en faciliteiten met
elkaar te delen, is de gedachte. Met
andere woorden: bibliotheken en
uitleenposten zouden voor meerdere
doeleinden gebruikt kunnen worden.
Maar dan moet de gemeente niet
zonder overleg vooraf bezuinigings
maatregelen opleggen. En is een
brede discussie nodig over het
voorzieningenniveau in woonker
nen, waarbij samenwerking tussen
instellingen noodzakelijk zal zijn.
De gemeente zou geld moeten uit
trekken om samen met de biblio
theek het voorzieningenaanbod en
het gebruik ervan te analyseren en
de kosten per vestiging te bereke
nen. Door vergelijkbare bibliotheek
organisaties er naast te leggen, kan
een beoordeling gemaakt worden.
Mogelijke samenwerkingspartners
voor de bibliotheek op sociaal, cul
tureel en educatief terrein moeten
geïnventariseerd worden. Dit alles
zou moeten resulteren in een aantal
conclusies, waarna scenario's en
mogelijke alternatieven opgesteld
worden (inclusief een overzicht van
de kosten). Op basis daarvan kunnen
aanbevelingen geformuleerd wor
den. „De uiteindelijke keuze hangt
af van wat gemeente en bibliotheek
in gezamenlijkheid nastreven en wat
past binnen de financiële mogelijk
heden", aldus mevr. Boelhouwers.
„Er is een beetje een patstelling ont
staan, maar nog altijd is er geen
nieuw beleid. Over en weer wordt
elkaar de zwartepiet toegespeeld",
concludeerde P.K.M. Stouten (VVD).
Hij vroeg de wethouder om nog
vóór de begrotingsbehandeling in
het najaar met een gemeentelijke vi
sie te komen. „Wij hebben al enkele
keren gevraagd om samen met de
bibliotheek beleid te ontwikkelen",
drong mevr. M.A.E. Velthuis (PvdA)
aan op samenwerking. D66'er J. van
den Donker en P. van Belzen (RPF/
GPV) waren dat met haar eens. „Het
al of niet uitvoeren van budgetfinan
ciering is toch de sleutel voor verder
handelen? Zorg dat we er ook de ko
mende jaren mee verder kunnen",
zei laatstgenoemde. M.A. van Beek
(CDA) vond dat er inderdaad een
oplossing gezocht moet worden
voor het jaarlijks terugkerende te
kort bij de bibliotheek, maar zijn
fractie wacht de voorstellen van b.
en w. hierover 'rustig' af. De SGP
tenslotte vond dat een redelijke bij
drage' van de gebruikers verwacht
mag worden. „Wij ijveren al wel
tien jaar voor een hogere lezersbij-
drage", aldus M. Dijke. Stouten was
in dat verband benieuwd naar het
Zeeuwse rapport 'Lenen loont',
maar dat is nog niet helemaal afge
rond aldus mevr. Boelhouwers. Ze
had voor Dijke niet de details paraat
over de totale kosten en de opbrengst
van de leesgelden, maar hield hem
fijntjes voor dat die informatie be
kend is omdat ze tijdens een voor
lichtingsbijeenkomst voor de raads
leden is verstrekt.
De kwaliteit was voor verschillende
commissieleden een punt van zorg.
„Hoe wil je die verbeteren en tege
lijkertijd de zaak financieel op slot
doen?" vroeg mevr. Velthuis zich af.
En Van den Donker zei dat hij in het
verleden al geprotesteerd heeft tegen
korten op de subsidie zonder dat
daaraan een visie ten grondslag ligt.
„Dat is niet in de haak." Bovendien
vond hij niet duidelijk wat b. en w.
onder kwaliteit verstaan: „De be
reikbaarheid - of je met de bus naar
de bibliotheek moet of te voet kunt
gaan - hoort daarbij." Mevr. Boel
houwers stelde het op prijs dat de
kwaliteit de commissie na aan het
hart ligt. „Het bestuur van de biblio
theek vindt eigenlijk dat er van be
dreiging geen sprake hoeft te zijn.
En wij nemen aan dat ook de ge
meenteraad van Tholen vindt dat het
bibliotheekwerk geen gevaar mag
lopen", was ze haar betoog begon
nen.
Het gemeentebestuuur ziet in ver
dergaande automatisering een mo
gelijkheid om de kwaliteit te verbe
teren en efficiënter te werken,
maakte wethouder W.C. van Kem
pen duidelijk. Hij sprak van een
weerbarstige materie. Uitgangspunt
van b. en w. was om voor 2000 een
bepaald budget uit te trekken waar
mee de bibliotheek het ook in 2001
zou moeten doen. Uitgezonderd
eenmalig 40 mille extra voor auto
matisering (waarmee SGP-wethou-
der K.A. Heijboer niet instemt).
„Mijn bedoeling is om in goed over
leg een plan op te stellen voor de ko
mende jaren", aldus de wethouder.
Hij maakte duidelijk dat financieel
de bomen niet tot in de hemel blij
ven groeien. „Maar ook voor de le
denbijdrage is er een plafond, want
je moet zorgen dat je klanten over
houdt", zei hij richting de SGP.