Receptie weerhoudt muziek niet van
inhalen deelnemers wandelvierdaagse
Duits echtpaar brengt Thoolse
hengst weer in originele staat
Voortaan
onbezonrd m bad!
Imabo adviseert
Vriens-De Schelde als üw
j bouvïspecialist
*k!J
1
imabo
i
i
13
0
D!
S
1
E
B
13
11
1
E
E
E
i
D
E
B
1
De voormalige TH 5 bleek 'zo rot as een mispel
Jubilerend OVM Oud-Vossemeer mix van jeugd en trouwe kern
L m
wm
Donderdag 18 mei 2000
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
De deelname aan het landelijk topconcours, negen jaar
geleden, was absoluut een hoogtepunt. Daar zijn Mariet-
je Quist en Hans Vroegop het over eens. Ook nu, bij het
75-jarig bestaan, is Oud-Vossemeer's Muziekvereniging
nog altijd een bloeiende club, zeggen beide bestuursle
den. Het jubileum wordt van 25 t/m 27 mei gevierd en
ter gelegenheid van de mijlpaal wordt heel de vereniging
in het nieuw gestoken. „Men zal ervan opkijken, het
wordt een hele ommezwaai", licht Vroegop een tipje van
de sluier op.
Zwaar koper probleem
Odéon te klein
Muziektent
In de lift
Aan het begin van deze eeuw zag het rond Tholen nog
zwart van de houten schepen. Met name hengsten en
hoogaarzen waren in groten getale aanwezig en werden
gebruikt voor transport of als vissersvaartuig. Met de
mechanisatie en overige 'zegeningen' van de moderne
techniek, verdwenen de houten schepen uit het dagelijk
se beeld van de havens en nu zijn er nog maar een hand
jevol van over. De meeste in bar slechte staat. Maar het
Duitse echtpaar Rolf en Angelika Bringmann hebben
daar een beetje verandering in gebracht. De twee - die al
jaren in Stavenisse een huis hebben - lieten de hengst Jan
Korneel (voormalig TH 5) geheel restaureren en de boot
ligt nu weer in de haven van Stavenisse.
Oesterbroed dood
Op zondag werken
Ligplaats weg
Het gaat goed met Oud-Vosse
meer's Muziekvereniging, kortweg
OVM. De vereniging telt een fanfa
re met 30 leden, een tamboerkorps
met 16 en een majorettenpeloton
met 32 leden. Daarnaast zijn der
tien muzikanten in opleiding. „Van
onze 101 leden zijn er vijftig jonger
dan 18 jaar", meldt Vroegop. „Bo
vendien schrik je van het aantal ja
ren dat de vaste kern al lid is." In
derdaad zijn dit en komende jaren
de nodige lustrums te vieren van
OVM'ers die 20, 25 of 30 jaar lid
zijn. Rien Vos loopt met bijna 48
jaren momenteel het langst mee, op
de voet gevolgd door oud-voorzit
ter André Geertse die 47 jaar bij
OVM is. Verloop kent de club nau
welijks en dat is van invloed op de
continuïteit en het niveau van de
fanfare. Aan dat niveau is sinds de
komst van dirigent René Hendrickx
flink getrokken. „In tien jaar tijd
bracht hij OVM van de derde naar
de eerste afdeling. De eerste pro
motie kregen we het erediploma
met onderscheiding van de jury en
mochten we naar het landelijk top
concours van de KNF in Arnhem;
in 1996 promoveerden we zonder
erediploma", aldus mevr. Quist.
Volgend jaar staat voor de fanfare
opnieuw concoursdeelname op het
programma. Eens in de vijf jaar is
dat verplicht om het bereikte niveau
te behouden. „Nu al zijn we met
muziekstukken bezig die eventueel
op het concours zouden kunnen."
Overigens wil de dirigent uitslui
tend naar concoursen in Middel
burg. „De klank van een klein or
kest als het onze komt in die zaal
het beste tot zijn recht", legt
Vroegop uit. Beide bestuurders roe
men de kwaliteiten van de dirigent,
die inmiddels elf jaar aan OVM is
verbonden. „Hij weet wat we kun
nen en probeert er dat ook uit te ha
len, legt het niveau steeds een stuk
je hoger. Soms ligt er een stuk op
de lessenaar waar je tegenaan hikt,
maar drie kwartier later speel je het
tot je eigen verbazing", zegt
Vroegop. „En verdwijnt een stuk
omdat het niet lukt, dan komt het
gegarandeerd later weer een keer
terug op een repetitie." Hendrickx
gaat voor 200 procent, heeft een ab
soluut gehoor en blijft altijd rustig.
OVM speelt een breed scala aan
muziek. „Populaire muziek, die
herkenbaar is voor de mensen en
die interessant is voor onze jaarlijk
se taptoe. En serieuze muziek om te
werken aan het niveau", aldus
Vroegop, die benadrukt dat ook
populaire muziek niet altijd een
voudig is om te spelen. OVM heeft
een muziekcommissie die in over
leg met de dirigent de muziek uit
zoekt voor de fanfare.
Over belangstelling heeft de mu
ziekvereniging niet te klagen. Voor
de majoretten geldt momenteel
zelfs een ledenstop. En de dertien
muzikanten in opleiding bieden
perspectief voor de toekomst. Con
currentie van de dweilorkesten in
het dorp? „Nee, eerder plezier er
van. Want er zijn al diverse leden
naar OVM overgestapt", zegt
Vroegop. Het bestuur doet op het
moment dan ook niet actief aan le
denwerving. „Wél is er sinds vijf
jaar de blokfluitgroep van de basis
scholen, die Corina van Driel onder
haar hoede heeft. Daaruit komen af
en toe nieuwe leden." OVM heeft
bij de Zeeuwse muziekschool der
tien opleidingsplaatsen: twaalf voor
blazers en één voor concertslag
werk. „Minimaal tot en met het B-
diploma blijft men leerling, daarna
stroomt men door naar het hoofdor
kest." Als er meer leerlingen zijn
dan beschikbare plaatsen, leidt de
vereniging ze zelf op. „Dan doen
Marc en Paul Droogers dat. Mo
menteel zitten er een stuk of vijf bij
hen." Mare Droogers is bestuurslid
en hoofd opleidingen van OVM; hij
speelt euphonium en is sinds kort
toegelaten tot de drumfanfare van
de luchtmacht. Worden muzikanten
in de dop individueel opgeleid, ver
volgens is er het opleidingsorkest
waarin ze leren samen te spelen. En
tenslotte leren ze lopend te musice
ren. „We willen ze zo snel mogelijk
in het straatorkest krijgen", zegt
Vroegop. Het blijkt voor nieuwe le
den het lastigste onderdeel te zijn.
„Het is heel iets anders of je staat
of zit te spelen, óf je loopt. Want
dan beweegt je lichaam en dus ook
je instrument/' Vroegop neemt dit
aspect, de exercitie, zelf voor zijn
rekening. Hij legt uit hoe het werkt:
„Je zet de blazers bij de tamboers
en laat ze - zonder te spelen - in de
maat meelopen. Dan laat je ze het
instrument aan de mond zetten ter
wijl ze lopen. En tenslotte laatje ze
spelen." Het lopend musiceren is
voor OVM een belangrijk onder
deel, want de vereniging komt vaak
op straat. „Dat moet wel, voor onze
drumband en de majoretten. Bo
vendien doe je het voor de bevol
king en onze rond de 300 dona
teurs."
Is het ledental geen probleem, de
OVM heeft een groot aantal jongeren in de gelederen. Dat komt met name door het majoretten- en minirettenkorps dat geen enkele andere
muziekvereniging in Tholen rijk is.
bezetting van de instrumenten be
gint dat wél te worden. Het 'zwaar
koper' dreigt onderbezet te raken.
Tuba, bariton, schuiftrombone en
bas zijn instrumenten waarvoor
weinig wordt gekozen, een pro
bleem dat overigens overal speelt.
„Saxofoon en trompet bespeelt
men liever. Daar speel je melodieën
op, terwijl de andere - ook bijvoor
beeld de corhoorn - meer begelei
dend zijn." OVM heeft vijf trom
petten in het hoofdorkest en nog
eens vier in opleiding, ook saxo
foons komen er voldoende aan.
„Natuurlijk probeer je nieuwko
mers te sturen. We zullen de ko
mende tijd aan dit probleem moe
ten werken." De bezetting is van
belang voor de repertoirekeuze.
Qua instrumentarium zit OVM op
peil. „Met de blaasinstrumenten
zijn we nagenoeg rond, er moeten
er nog twee of drie vervangen
worden. Maar eigenlijk is dat een
continu proces", geeft Vroegop
aan. Vorig jaar is een stel pauken
aangeschaft en daar leert hij zelf
op spelen, want hij is slagwerker
en tamboer-maïtre. Tienduizenden
guldens vergt de aanschaf van in
strumenten en daarom is men blij
met de gift, onlangs, van het VSB-
fonds.
Sinds het najaar van 1983 beschikt
OVM over een eigen onderkomen,
zaal Odéon in de Veerstraat. Eigen
lijk voldoet dat gebouw niet meer,
met name voor de majoretten (het is
te laag). Maar ook voor het hoofd
orkest begint het te klein te worden.
Bovendien moeten er, als gevolg
van nieuwe milieuregels, dure voor
zieningen getroffen worden. „Er
ligt een niet-géïsoleerd dak op dat
bovendien asbest bevat. Ook de mu
ren zouden geïsoleerd moeten wor
den. Maar al die eisen kunnen wij
niet betalen." Vroegop meldt dat het
bestuur in gesprek is met de ge
meente om een oplossing te vinden.
„Ik denk dat we er de langste tijd
hebben gezeten." Van het gebouw
wordt intensief gebruik gemaakt.
„Het is iedere avond bezet. Op
maandag zit de muziekschool erin,
dinsdag de majoretten, woensdag
het tamboerkorps, donderdag het
opleidingsorkest en 's winters komt
Oemommenoe daar nog achter, en
op vrijdag verzorgen Marc en Paul
Droogers er de opleidingen. Zater
dagmiddag tenslotte repeteert het
orkest", somt Vroegop op. Hij
maakt elk kwartaal een schema om
alles in goede banen te leiden en is
dan ook duidelijk over het gebruik
door derden (de linedance-groep
overweegt dit): daar is simpelweg
geen ruimte voor. „Het is al meer
malen gebeurd dat het bestuur
noodgedwongen in de Vossenkuil
vergaderde", meldt Marietje Quist.
Het gebouw fungeert bij rondgan
gen altijd als vertrekpunt en daarom
zijn ook de uniformen en het instru
mentarium er opgeslagen.
Dat je als lid van de vereniging ook
verantwoordelijkheden hebt naast
het muziek maken, ondervinden de
leden van OVM aan den lijve. De
dames (vanaf de leeftijd voortgezet
onderwijs) maken op zaterdagmor
gen bij toerbeurt zaal Odéon
schoon. De heren staan om beurten
bij de papiercontainer, op zaterdag
morgen tussen 10 en 11 uur. De in
zameling van oud papier is al tien
tallen jaren een bron van inkomsten
voor de vereniging en ooit opgezet
voor het uniformenfonds. „Na af
trek van de kosten van de container
houden we vijf cent per kilo over",
meldt Vroegop, die vindt dat er ei
genlijk teveel tijd ingestoken moet
worden. „Iedere veertien dagen
hebben we een container vol. Het
record staat op 5300 kilo, meestal
zit er tussen de drie en vier ton in."
Een nieuw initiatief dat momenteel
wordt ontwikkeld, is het opbouwen
van een groep vaste sponsors.
'Vriend van de muziekvereniging'
word je wanneer je jaarlijks een vast
bedrag stort. „Dat loopt goed, we
hebben inmiddels 35 toezeggingen
en daar zijn veel bedrijven bij",
meldt mevr. Quist.
Hans Vroegop heeft zich de afgelo
pen tijd intensief bezig gehouden
met het jubileum. Zaterdag 27 mei
wordt een muzikale dag in het dorp,
maar twee dagen eerder al is de offi
ciële receptie. Vroegop wil dan in
de Vossenkuil een expositie inrich
ten die een beeld geeft van het ver
leden van de vereniging. Hij heeft
volop materiaal, zoals alle voor
gaande jubileumprogramma's, stuk
ken over de dorpsfilms die OVM in
1949 en 1962 liet maken, kranten
knipsels en foto's, maar ook een lot
uit 1938 (kosten een kwartje en eer
ste prijs een fiets) en een kennisge
ving van een contributieverlaging
uit de crisisjaren (de jaren dertig).
De rol die OVM in de gemeenschap
van Oud-Vossemeer vervult, kan
niet treffender geïllustreerd worden
dan op de avond van de jubileumre
ceptie. Dat is namelijk ook de slot-
avond van de avondwandelvier
daagse in het dorp. Al zolang die
bestaat, haalt OVM de deelnemers
binnen. „En dat doen we ook nu
weer", zegt Vroegop. „Wij hebben
iets geschoven met het tijdstip van
de receptie en de wandelclub heeft
de starttijd ook wat vervroegd. Zo
kun je elkaar vinden."
Over de officiële oprichtingsdatum
van Oud-Vossemeer's Muziekver
eniging is al het nodige te doen ge
weest, maar 19 juni 1925 is als zo
danig notarieel vastgelegd. Die
datum staat ook in het nieuwe logo
dat Vroegop ontworpen heeft. Het
is de datum van de eerste ledenver
gadering, waarop een bestuur werd
gekozen: voorzitter E.M. Verhees,
secretaris G.W.J. de Graaff, pen
ningmeester D.J. Ampt, H.H. Rid
derhof, J.C. de Klerk, H.C. Ridder
hof en J.A. Duboius (die tevens
optrad als directeur). Onderwijzer
F.W.O. Wiskerke, die het initiatief
tot de oprichting nam en daarvoor
op 16 februari een bijeenkomst had
belegd, bleef buiten het bestuur. De
vereniging nam de kas en de in
strumenten (zes stuks) over van
een muziek- en zangvereniging uit
1885, die begin twintigste eeuw ter
ziele was gegaan. Er werden voor
640 gulden 24 tweedehands instru
menten bijgekocht, zodat dertig
muzikanten vanaf april konden
gaan oefenen. Ze deden dat in een
lokaal van de openbare lagere
school aan de Molenstraat. Al op
koninginnedag (31 augustus) trad
de vereniging voor het eerst op in
het openbaar, eind mei 1926 volg
de het eerste concert in de open
lucht en datzelfde jaar deed OVM
in Halsteren mee aan een festival.
In 1927 werd een muziektent ge
bouwd aan de Raadhuisstraat, die
daar tot 1965 stond. De tweede
prijs in de derde afdeling was het
eerste concoursresultaat van de
vereniging, in 1929 in Dinteloord.
Het vaandel van de vereniging was
in de tweede helft van de jaren vijf
tig aan vervanging toe (het huidige
dateert uit 1980). In 1960 werden
de eerste uniformen aangeschaft
(lichtblauw, met blauwe platte pet)
en vijf jaar later het complete in
strumentarium vernieuwd. Inmid
dels had dirigent Dubois na 27 jaar
het dirigeerstokje doorgegeven aan
J.J. Visser, maar die hield het al na
een jaar voor gezien. De nieuwe
man Oomes bleef acht jaar, waarna
Delhez uit Steenbergen een vaste
waarde voor de vereniging werd.
Toen hij in 1980 na 21 jaar vertrok,
werd hij benoemd tot lid van ver
dienste.
De fanfare (een orkest zonder hou
ten instrumenten) was in 1972 uit
gebreid met een drumband, na een
geslaagde ledenwerfactie op de
scholen. Dit tamboerkorps, dat in
1991 promoveerde naar de tweede
divisie, bestaat nog altijd. De oplei
ding wordt al vele jaren verzorgd
door instructeur Sjaan van den
Boom. Een jaar vóór de drumband
was op initiatief van Toon van Driel
een blaasorkest opgericht, dat in de
loop der jaren verschillende namen
had: de Ploetertoeters, Vosmeers
blaaskapel en de Voskes. Het tegen
woordige dweilorkest Oemom
menoe is er een voortzetting van. In
1983 kwamen de majoretten erbij.
Het ledental was nooit zo groot ge
weest, maar kende tiep jaar later een
terugval door verloop bij juist de
'dansmeriekes'. De laatste jaren is
er flink aan getrokken, zodat in-
structrice Lian Vroegop inmiddels
weer voor een flinke groep staat.
Gerepeteerd werd door de muziek
inmiddels op de zolder van het
(voormalige) gemeentehuis, maar
klachten over geluidsoverlast deden
het bestuur besluiten naar een eigen
onderkomen uit te zien. Dat was 17
jaar geleden, toen Ko van Driel diri
gent was. OVM organiseerde sinds
enkele jaren een taptoe en dit evene
ment is inmiddels uitgegroeid tot
een muzikaal spektakel en een echte
publiekstrekker. Ieder jaar weer een
hoogtepunt voor de Vossemeerse
muziekvereniging. In 1989 nam
René Hendrickx de dirigeerstok
over als zesde in de rij. (Het oplei
dingsorkest dat OVM inmiddels
heeft, wordt geleid door Adrie
Luijsterburg). Muzikaal zit de fan
fare in de lift. In juni 1996 werd
promotie bereikt naar de eerste af
deling. Dat was een vreugdevol mo
ment tussen twee dieptepunten in.
Heel de vereniging leefde mee toen
een aantal maanden tevoren secreta
ris Rien Quist overleed, en opnieuw
toen in juli taltentvol trompettiste
Marjolijn Droogers bij de ramp met
het Herculesvliegtuig in Eindhoven
om het leven kwam. De taptoe ging
dat najaar niet door. Het illustreert
de hechte band die er, ook nu nog,
onder de leden van OVM bestaat.
Aan de vooravond van de viering
van driekwart eeuw muziekvereni
ging, wordt het bestuur van OVM
gevormd door voorzitter Bram
Hommel (hij stopt er dit jaar mee),
vice-voorzitter Ad Verhees, secreta
ris Marietje Quist-Rijstenbil, pen
ningmeester Leo Hartman, Jan
Hommel (tamboers en beheer
Odéon), Marina Geuze-Brouwer
(majoretten), Marleen van Treijen-
Heijboer (uniformen), Mare
Droogers (opleidingen) en Hans
Vroegop (activiteiten, taptoe, oud
papier).
In de haven van Stavenisse ligt - aan Het schip werd in 1931 verkocht aan
een passantensteiger - de Jan Komeel.
Het is mooi weer en met een lichte
deining gaat het houten schip traag op
en neer. Het is bepaald niet splinter
nieuw en het ziet er ook niet zo uit,
ondanks het feit dat het onlangs voor
het overgrote deel is vernieuwd. Al
leen de kajuit komt nog aan de beurt,
maar dat komt volgend jaar pas. Eerst
moet het spreekwoordelijke schip met
geld weer binnenkomen, want de res
tauratie van de Jan Korneel was met
zo'n 200.000 gulden bepaald geen si
necure. Er was dan ook nogal het no
dige mis met het schip dat samen met
de Zeeleeuw de enige nog bestaande
van zijn soort is die ooit onder Thool-
se vlag voeren. Grappig detail is dat
het echtpaar Bringmann voorheen al
mede-eigenaar was van de Zeeleeuw
(voormalig TH 49 en nu in handen
van de stichting Behoud Hoogaars).
Deze Duitse Stavenissenaren hebben
de gemeente Tholen verzocht om de
Jan Komeel te subsidiëren in de vorm
van een gratis ligplaats in Stavenisse.
De geschiedenis van de Jan Komeel
begint in 1908. Het 11,25 meter lange
schip loopt dan van stapel op de werf
'Moed en Trouw' van Petrus Verras in
het Zeeuws-Vlaamse De Paal. Het
schip werd 'De Twee Gebroeders' ge
doopt en voer aanvankelijk als HON
3 (Hontenisse) met vrachten bieten en
mosselen tot tien ton. Schipper was
ene Van Ombergen. Later wordt de
hengst omgenummerd naar CLN 15
(Clinge) met achtereenvolgens P. T.
Vermeersen, ene Praet en F.A.E. Ver
meersen als schipper. Veel Zeeuws-
Vlaamse vissers verkasten van de
Westerschelde naar de Oosterschelde
(door het verzanden van Saeftinge en
het afsluiten van de Braakman). Ook
de Twee Gebroeders ging deze weg.
schipper Sinke in Tholen en voer
sindsdien als de TH 5. Vervolgens
werd het vaartuig door de familie
Schot gekocht voor de oestervisserij.
In die periode is ook de 'Kromhout
13 motor' ingebouwd.
In de strenge winter van 1958 vriest
het overgrote deel van het oester-
broed dood. Daarmee komt een einde
aan de inzet van De Twee Gebroe
ders als werkschip. De maatschap
van Arie en Johannes Schot kan geen
droog brood meer verdienen in de
oestervisserij en biedt het schip te
koop aan. Johannes Schot verkoopt
het in 1964 (Arie is dan al overleden)
aan Johannes Comelis Sitsen uit Ber
gen op Zoom (voor 7500 gulden in
clusief de oesterpercelen, netten, res
tanten van het visgerei, een stuk
steiger, een viskotje in de Thoolse ha
ven en een visvergunning). Sitsen gaf
aan het schip de naam Jan Komeel.
De fruitkweker moet wegens stads
uitbreiding met zijn bedrijf wijken.
Hij krijgt 'binnenwerk' en zijn twee
tienerzoons Cees en Wim gaan een
technische opleiding volgen. Het ge
zin is op zoek naar een betaalbaar
schip en krijgt dat dus ook. Het inge
blikte schip is een samenraapsel van
oud en nieuw. De mast heeft welis
waar de oorspronkelijke lengte, maar
de zwaarden ontbreken. Er is een
berg vistuig aan boord en ook de au
thentieke, ovale drinkwatervaten zijn
er nog. De Sitsens willen het schip in
de oude vissermansstaat restaureren
en gaan aan de slag. Met schepjes en
caustic soda werd het schip te lijf ge
gaan, want de afgewerkte olie uit de
motor bleek jarenlang gewoon in het
ruim opgevangen te zijn. Enige voor
deel daarvan was wel dat het zoge
naamde 'vlak' goed geconserveerd
werd, want dat was nog het beste
deel van het schip. Tijdens de inten
sieve schoonmaakbeurt bleek er van
Rolf en Angelika Bringmann aan boord van hun gerestaureerde Jan Korneel in de haven van Stavenisse.
in 5 cm dik eiken met 18 liggers.
Twee zwaardpollen, de achtersteven,
een boeiing en dubbeling boven de
huid werden nieuw aangebracht. De
kajuit werd in verband met de restau
ratic aangepast en de gereviseerde
motor werd ingebouwd. Daarmee is
de Jan Komeel weer in goede staat te
ruggebracht en onlangs keerde het
echtpaar Bringmann met het schip te
rug naar Stavenisse. Voor volgend
jaar staat de laatste fase van de restau
ratie op het schema. Dc kajuit wordt
dan gesloopt en er wordt een authen
tieke achterkajuit teruggebouwd. Ook
de zeilen worden op ouderwetse ma
nier aangepast door zeilmaker Anne
Willem Bosma van het Zuiderzeemu
seum in Enkhuizen. De totale kosten
voor de restauratie belopen tot nu toe
twee ton.
Maar bij terugkomst in Stavenisse
kreeg het echtpaar Bringmann een
probleem. Doordat het schip twee
jaar uit de roulatie is geweest in ver
band met de restauratie, werd de lig
plaats in Stavenisse opgezegd om
geld te sparen. Maar de wachtlijsten
voor een plaatsje in een Thoolse
jachthaven zijn groot en dc box van
de TH 5 werd dan ook vergeven. De
gemeentelijk ambtenaar die over de
havens ging, is inmiddels overleden
en toen de Bringmanns terugkwa
men, was het leed al geschied. „Wij
willen heel graag dat de Jan Komeel
hier in Stavenisse blijft. Het schip
hoort op Tholen en Stavenisse is voor
ons de meest geschikte haven. De
jachthaven van Tholen is minder
goed, want dat is zoet water. En zo'n
houten schip, is net als een haring.
Die moet in de pekel liggen, anders
gaat hij rotten", vertelt Rolf Bring
mann. Hij klopte bij het college van
b. en w. aan voor hulp. „Wij hebben
het gemeentebestuur gevraagd om dit
varende monument (wij zijn ook aan
gesloten bij de stichting Behoud
Hoogaars en de landelijke vereniging
tot behoud van het zeilend bedrijfs-
vaartuig) te subsidiëren in de vorm
van een ligplaats in de haven van Sta
venisse. Nu is er een tijdelijke oplos
sing, want we liggen aan het passan
tensteiger. Al sinds 1981 ligt de Jan
Komeel in Stavenisse en dat willen
we ook zo houden."
Rolf Bringmann richtte zijn verzoek
al in oktober vorig jaar aan b. en w.
Nog steeds is er geen antwoord geko
men. „Onlangs heb ik weer contact
gehad en men zei toen dat b. en w.
binnenkort een belissing zullen ne
men. Wat er moet gebeuren als de ge
meente de ligplaats niet wil subsidië
ren, weet Bringmann nog niet. „Het
zou heel jammer zijn. Want dan kun
nen we hier niet blijven liggen. Het
allermooiste zou zijn als ze hier in de
haven (op de kop, vlakbij de Stoof-
dijk) een apart steigertje zouden ma
ken voor de vijf oude houten schepen
die hier nog in de haven aanwezig
zijn. Dat zou een mooi zicht vor
men", droomt Bringmann. Maar die
kans is niet zo groot. Want al zou de
gemeente dat willen, een uitbreiding
van de haven van Stavenisse met vijf
ligplaatsen zou bij de Stuurgroep
Oosterschelde waarschijnlijk op be
zwaren stuiten.
Toe aan een Hoog Rendement-ketel? Vraag naar het Nefit Warmte
Garantie Plan. Nu met kans op één jaar gratis stoken! Bel 0570 - 67 85 00 il!l'
voor de actievoerende Nefit dealer bij u in de buurt. NEFIT '"''j
Advertentie I.M.
de spanten weinig of niets meer heel
te zijn. Uit de bossen van de Wouwse
Plantage werden kromme eikenbo
men gekocht om nieuwe spanten van
te maken.
Uiteindelijk wordt de hulp ingeroe
pen van scheepstimmerman Bart
Kristelijn en soms ook van de werf
van Van Duivendijk. Gedurende een
jaar of drie wordt alle vrije tijd in het
schip gestoken. Omdat zowel Sitsen
als Kristelijn katholiek zijn, wordt er
vooral op zondag aan het schip ge
werkt. En dat leverde op het Calvinis
tische Tholen wel eens problemen op.
Zo kwamen dominee en ouderlingen
wel eens op de dijk kijken of er toch
geen Tholenaren meehielpen aan de
zondagsarbeid, zo gaat het verhaal.
De situatie bij Van Duivendijk werd
onhoudbaar en toen Kristelijn ook
nog ziek werd, was de maat vol. De
Sitsens zagen in dat op deze manier
nooit aan varen toe zouden komen.
Bij de firma Meerman in Arnemuiden
wordt er meer vaart achter de afbouw
gezet. Nieuwe zwaarden worden ge
maakt en een laag teervilt moet de ou
de huid beschermen voordat er een
laag hechthout over wordt aange
bracht ter versteviging van het boei-
sel. Tien jaar geniet de familie Sitsen
van onbezorgd varen. Maar bij een
vooijaarsinspectie wordt zo'n beetje
een complete 'champignonkwekerij'
aangetroffen in het schip. Rondom de
tafel bij Van Duivendijk werd vastge
steld dat het schip 'zo rot is as een
mispel' en dat goede raad (en daad)
heel duur zou zijn. In zeven maanden
vervangt Van Duivendijk het hele
boeisel, het berghout, het grootste ge
deelte van het dek en verschillende
spanten. Dat werk werd zo goed uit
gevoerd dat de Jan Komeel in 1972
de W.H. de Vos-prijs kreeg toebe
deeld. De stichting ronde- en platbo-
demjachten verleent deze wisselprijs
(in de vorm van een lemmeraak) jaar
lijks aan het meest verdienstelijk ge
restaureerde schip.
Nadat vader Jan Sitsen is overleden,
wordt in 1981 het schip verkocht aan
het Duitse echtpaar Chris Walter en
Manfred Brucker uit Dü^scldorf die
al jaren een vakantiehuis in Oud-Vos-
semeer hadden. Zij brengen het schip
terug naar Tholen met als nieuwe
thuishaven Stavenisse. Kort daarna
overlijdt Brucker door een verkeers
ongeval. Chris Walter vaart voortaan
vaak met het echtpaar Rolf en Angeli
ka Bringmann uit Keulen op de Jan
Komeel. Dit echtpaar komt al sinds
de jaren '70 in Stavenisse en heeft
daar ook een huis. Ze hebben ervaring
met het scheepstype hengst, want op
het moment dat ze meevaren met
Walter, zijn ze nog mede-eigenaar
van de Zeeleeuw (ex TH 49), de
tweede hengst met een voormalige
Thools registratienummer die nog be
houden is. Met de platbodems op reis
naar Berlijn, komen de vrienden over
een dat de Jan Komeel over zal gaan
in handen van het echtpaar Bring
mann, omdat de onderhoudskosten te
zwaar zijn voor Chris Walter. In de
daaropvolgende jaren doen de Bring
manns er alles aan om de Jan Komeel
'boven water' te houden. De mast,
mastkoker, het ankerspil, een deel van
de voorsteven, het voordek en het roer
worden vervangen. In 1997 vaart de
Thoolse hengst voor het laatst de Wil
lem Hendrik van Loon race te Veere
en de Mosseltocht naar Antwerpen.
Op de Westerschelde voelt het schip
zich in zijn element, maar de lens-
pompen draaien van begin tot het ein
de van de tocht. Een kwart eeuw na
de laatste grote opknapbeurt, wordt
duidelijk dat de Jan Komeel de hel
ling op moet voor een grondige repa
ratie van het onderschip. Op de werf
van Cees Droste in Hoorn luidt de
conclusie van deskundigen: totaal res
taureren of weggooien.
De familie Bringmann wilde het
schip geheel in oude staat terugbren
gen. Alleen de motor (die er ergens
tussen de jaren 1935 en 1945 werd in
gebracht) wordt aangehouden. Bijna
alle inhouten, de gangen van het on
derwaterschip en het vlak waren ver
rot. Er werden tekeningen en model
len van authentieke hengsten bekeken
en er werd contact gezocht met des
kundigen van musea, behoudsorgani-
saties, scheepswerven en met schip
pers. De eerder genoemde werf van
Droste voerde de restauratie uit. De
noodzakelijke revisie van de motor,
keerkoppeling, schroef en schroefas
werden uitgevoerd door Drinkwaard
uit Sliedrecht. Er werden 66 inhouten
vernieuwd plus de beide boegen. Het
totale vlak werd opnieuw uitgevoerd
w J
ifeifc s
ëpsppw
2 v
Wot*
-
Sateücmiit
En als één van de
grootste inkoop
organisaties kan
^X. V \V
Imabo het weten.
Een showroom-
bezoek bij
Vriens-De Schelde
is gegarandeerd
7
een succes
Bergen op zoom Zeelandhaven 7
1 Telefoon: (0164) 271500 Fax
(0164) 245370
Advertentie I.M.