Horlogemaker was een zeer rustgevend ambacht, maar wordt ondankbaar vak 'Een uur is niks in dit vak en dat begrijpen de mensen vaak niet' Horlogemaker Adri de Graaf (59) uit Oud-Vossemeer Jan Walhout uit Sint-Annaland: Klok als gezelligheidselement is verdwenen Bij zeven stopte de torenklok Donderdag 30 december 1999 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 13 en tikkend uurwerk en ook een luidende X/ klok in de werkplaats van J. Walhout herinneren aan de tijd, dat er in iedere huiskamer één stond. Een tikkende en luidende klok als gezelligheidselement. Te genwoordig staat er een tijdsaanduiding op de magnetron in de keuken. En digitale horlo ges geven piepend het hele uur aan. Maar wie door een loupe naar een mechanisch uurwerk kijkt, raakt onder de indruk van de fijne tech niek die daaraan ten grondslag ligt. „De weg werp cultuur verdringt echter dit vak", zegt de 61-jarige Jan Walhout uit Sint-Annaland met spijt in zijn stem. Hij is al vanaf zijn veertiende jaar horlogemaker. „Het is een uitstervend be roep. Je houdt alleen specialisten over die zich op duurdere horloges en klokken werpen. Maar ik ben nog groots op mijn vak. Het is een prestigekwestie." Vanaf 1932 Christiaen Huygens Drie dagen Zakhorloges Weggeef artikel Zwitserland Natuurtalent De Stove Welluidender Straaljager Chirurgen v et is eigenlijk een jaar te vroeg, die mil- lenniumwisseling waarover sommigen i, het zo druk hebben. Want men heeft het wel eens over het jaar nul, maar de jaartelling is niet bij nul begonnen, maar bij één." Adri de Graaf (59) uit Oud-Vossemeer zet de puntjes even op de i en dat is voor een horlo gemaker ook niet vreemd. Want precisie, dat hoort immers bij een uurwerk en ook bij de mensen die daaraan werken. „Ik probeer op ou dejaarsavond de klokken thuis ook gelijk te hou den wanneer het twaalf uur slaat." J. Walhout bij de door zijn neef Arnoud vervaardigde staande klok, een nijver karwei waar vijf jaar aan werd gewerkt. Een mooie klok met daarbo ven in Gotische letters als een fraai staaltje siersmeed- kunst de naam Walhout, mar keert de winkel in het uit 1882 daterende pand in de Sint- Annalandse Voorstraat. En binnen is er nog een heuse wand met klokken in allerlei soorten en maten. Maar één van Walhout's plannen voor de 21ste eeuw is het vervan gen van die klokkenwand door brillen. „We willen onze optiekcollectie vergroten en de klokken afbouwen, want de mensen willen tegenwoor dig een grote keuze en dan gaan ze naar een gespeciali seerde klokkenzaak. Daar zit ik niet meer mee op mijn 61ste. Maar ik heb pas nog wel een computergestuurde slijpmachine voor brillen ge kocht, dus samen met mijn jongere zuster Plonie ga ik door. Aan de ene kant omdat dit vak mijn hobby is en aan de andere kant om een bij drage te leveren aan de le vendigheid van de Voor straat. Als je ziet wat er allemaal al verdwenen is aan ambachten, zoals de smid en de schoenmaker, dan doet De Graaf komt uit een horlo gemakersgezin. Zijn jongste broer in Stavenisse beoefent het vak nog en als oudste van de vier zoons nam Adri het beroep van zijn vader over. Die was eerst tien jaar bus chauffeur geweest op de lijn dienst die Krijger vanuit Sta venisse naar Bergen op Zoom verzorgde. En dan kwam hij dagelijks door de Stoofstraat in Poortvliet, waar horlogemaker Dekker achter het raam zat en zijn ambacht beoefende. Na nog een tijdje als zetbaas in een groentewinkel in Amsterdam te hebben gewerkt, pakte De Graaf sr. in Stavenisse het dat pijn. De groenteboer en een fietsenmaker zijn gestopt en dat zal het laatste nog niet zijn, maar het leven gaat er op die manier wel uit en daar werk ik nog niet aan mee. En Plonie heeft de gedrevenheid om de winkel, die een streek- functie heeft, te runnen. De vader van Jan kwam in 1932 naar Sint-Annaland. „De aannemers Karei Moerland en Johannis van Vossen had den in Borssele een dijkwerk aangenomen, waar ook mijn vader aan de slag ging. Hij maakte in Borssele al vanaf zijn vijftiende klokken. Van jongsaf aan was hij heel tech nisch. En omdat in Sint-Anna land klokkenkamer Klaas Bruijnzeel was gestorven, brachten de aannemers hor loges mee ter reparatie toen ze hoorden dat mijn vader dat in Borssele deed. Dat ge beurde dan boven in de ou derlijke woning bij een kaars vlammetje. Karei Moerland bracht mijn vader zelfs van Zuid-Beveland naar Tholen om een klokkenzaak te begin nen. Op zich een heel avon tuur, maar Moerland -was de baas van mijn vader en hij durfde geen nee te zeggen. Moerland zorgde ook voor een pand. Eerst aan de Ring en vervolgens in de Voor straat, waar nu het Chinese cafetaria zit. Later trokken we naar het midden van de Voor straat, onze huidige vesti gingsplaats. Pa kocht later in Sint-Maartensdijk de winkel van Noorthoek, waar mijn zuster Tannie toen in begon- klokkenmakersvak op. En na de oorlog bediende hij van daaruit ook Oud-Vossemeer. Elke veertien dagen reed De Graaf sr. met een koffertje horloges naar Vossemeer, waar Van Dienst als een soort servicepunt fungeerde. Daar konden de inwoners hun re- paratiewerk brengen en ook weer ophalen. Zoon Adri rolde automatisch in het vak. „Ik speelde graag met meccano en maakte een motor van een klok. Na de la gere school ging ik naar Rot terdam, waar de Christiaen Huygensschool (het tegen woordige Zadkine-college) naast de instrumentenmake rij ook een afdeling had voor uurwerkmakers. Christiaen Huygens was een bekend wiskundige die de slinger heeft uitgevonden, maar dat claimen er meer, zoals dat ook bij de boekdrukkunst het geval is. Galileï maakte al schetsen, maar Huygens heeft het in de praktijk ge bracht. En de jaartelling is nen was. Dan repareerde ik de horloges van zowel Sint- Annaland als Sint-Maartens dijk." Tot zijn 77ste repareerde Joh. Walhout horloges. „Tussen je 15de en je 30ste ben je op zijn best in dit vak, maar hij wist niet van ophouden, zo begaan was hij met dit am bacht. Hij was soms drie da gen aan één antiek horloge bezig en dan rekende hij 45 gulden. Nu heb je voor vier tientjes een horloge en voor tachtig gulden zelfs een leuk uurwerk. Reparatie is dus veel te duur geworden. In de kwartshorloges moet je een printplaat vervangen als er wat mis is. Die kun je niet meer uit elkaar halen. Alleen bijzondere uurwerken wor den nog mechanisch uitge voerd. Dat gaat dan echt om topkwaliteit. Uit nostalgie wil men nog zo'n mechanisch horloge. Op allerhande ge bied heb je immers liefheb bers en virtuozen, die het mooie van iets inzien. Pa was ook bezeten van uurwerken. Zo'n heel fijn dameshorloge, ter grootte van een dubbeltje, dat is natuurlijk heel precies werk. Dat houd je eigenlijk niet voor mogelijk. Je wordt er stil van, dat ze zo'n uur werk kunnen maken. Het is een wonder van techniek, mi- cro-chirurgie. Er hoefde dan ook niet veel stof in te ko- van Gregorius." De Graaf is nog goed thuis in de wereld van horloges en klokken, al is hij dan 2,5 jaar geleden gestopt met zijn be drijf. „Met de winkel ben ik elf jaar geleden al opgehou den, want een goede verkoop begint met een goede inkoop en wanneer je veel vertegen woordigers en klanten in de winkel krijgt, moet je het re- paratiewerk 's nachts inhalen. Want een uur is niks in dit vak." Adri de Graaf verhuisde 34 jaar geleden van Stavenisse naar Oud-Vossemeer. In de Hofstraat betrok hij eerst een huurpand en later een eindje verder in die straat zijn huidi ge woning. De voormalige winkel is ingericht als huiska- v men, of zo'n horloge stond stil." Jan Walhout leerde het vak van zijn vader, maar ging ook naar de Christiaen Huygens school in Rotterdam en volg de nog praktijklessen bij een Duitse leraar in Den Haag. „Op zich is horlogemaker een heel mooi vak. Ik vond het zeer rustgevend werk. Heerlijk gewoon. En het gaf voldoening als er een horlo ge of een klok weer klaar was. Eraan te kunnen werken dat een horloge of een klok weer liep, daar genoot je van. Dat is in deze maat schappij echter verdwenen. Nu moet alles snel. Vroeger zat je een hele dag in de werkplaats, maar nu is het in de winkel veel drukker en moet je het reparatiewerk er 's avonds nog bijdoen. En dat wordt niet meer betaald, want vele uren ben je aan een klok of horloge bezig en de mensen begrijpen dan niet, dat reparatie zoveel kost. Daarom wordt het een ondankbaar vak." Een horloge is tegenwoordig een weggeefartikel gewor den. In de supermarkt of bij een benzinestation krijg je soms een uurwerk bij aan koop van dit artikel of een bepaald bedrag. „Vroeger kreeg je een horloge wan neer je ging werken", vertelt Jan Walhout. „Later werd dat toen je tien jaar werd. En nu krijg je al een horloge wan neer je op de klok kunt kijken. Bijna allemaal kwarts en een kwartskristal is veel secuur der als regelend orgaan dan een mechanisch horloge. Dat is het mooie van kwarts, want bij een mechanisch hor loge beïnvloedt elke bewe ging de omloopsnelheid. Een mechanisch horloge is veel kwetsbaarder, zeker vroeger, toen bijna iedereen op het mer, maar aan de wanden, in en op kastjes is het allemaal klok of horloge wat er tikt. Onder meer een regulateur (een hangklok) en een osse- oog of koeoog klok, ingelegd met parelmoer. Trots laat De Graaf een model zien dat hij op school heeft gemaakt. „Aan een mechanisch horlo ge worden veel hogere eisen gesteld dan aan een kwarts horloge, want op de kunststof onderdelen van de laatste staat geen kracht meer." Een uurwerk was vroeger iets bijzonders. Opa's liepen met een zakhorloge - aan een mooie zilveren ketting - in een vestzakje op hun buik. „Ik heb zelfs zakhorloges met slagwerk gehad, maar dat is een bijzonderheid. In Zwitser land worden tegenwoordig nog zakhorloges gemaakt en hoewel die 60.000 gulden land werkte." Zwitserland is de bakermat van de uurwerkindustrie. „Daar zitten nog de super vakmensen, maar wat volu me betreft, heeft Japan alles plat gewalst. Net zoals bij de auto-industrie, qua kennis ha len de Japanners de Merce des en BMW ook niet in. In Duitsland is er trouwens nog een levendige handel in oude uurwerken. Ook in Nederland zie je in industriële gebieden, waar meer geld zit dan op het platteland, een grotere vraag naar klokken. In die duurdere gebieden zul je zeker vak mensen overhouden, want hobbyisten, die heb je nog veel in de klokkenwereld. Je hebt ook allerlei types: een Friese kortstaart, een Zaan- lander, een Twentse stoel- klok, een Groninger stoel- schippertje, een éénwijzerige Noord-Nederlandse stoel- klok. Die gaf alleen de uren aan, want toen kwam het nog niet op een halfuur, laat staan een kwartier aan. In het klok kenmuseum van Schoonho ven zijn ze allemaal te zien. En Nederland kent nog diver se bedrijven die een naam en faam hebben opgebouwd, zo als Eijsbouts in Asten, Petit Fritzen in Aarle-Rixtel en Van der Klauw in Joure." In de eigen familie zit er ook zo'n vakman: de 32-jarige Arnoud Pieter Walhout jr., een neef van Jan en een zoon van zijn broer Arnoud uit Haam stede. Hij maakte in vijfjaar in zijn vrije tijd een staande klok van zo'n 2.25 meter, een pre- cisie-uurwerk met een com pensatieslinger die tempera tuurverschillen opvangt. „Hij is echt een natuurtalent. De slingerlengte, de tandrade ren, alles heeft hij zelf bere kend en gemaakt, zoals de 994 mm lange secondenslin- ger. Zinken staven corrigeren de temperatuurverschillen. En de kast is een prachtig meubelstuk. In 1997 had hij dat werkstuk klaar en ik vind het fijn, dat je zulke jongens nog tot zulke prestaties kunt stimuleren. Inmiddels heeft hij een eigen zaak in 's Gra venpolder en hij repareert ook voor mij klokken." Zelf vervangt Jan Walhout meer batterijén. „Dat is dage lijks werk geworden met de bijna honderd procent kwarts kosten, moet je er wel voor op een wachtlijst staan. Aan de andere kant krijg je een horloge wanneer je een proefrit met een nieuwe auto maakt. En dat horloge loopt nog gelijk ook. Dat is de te genstelling van 1999." In zijn jeugdjaren moest Adri de Graaf met zijn vader de to ren in. Het uurwerk in de kerktoren van Stavenisse moest elke dag opgewonden worden. „Het gangwerk en het slagwerk. En de torenuur werken liepen nooit gelijk. Dat merkte je wanneer je met de bus naar Sint-Maartens dijk reed. Daar sloeg de klok dan bijvoorbeeld acht uur, maar stopte je vervolgens met de bus in Scherpenisse, dan sloeg daar de klok even horloges. Een enkeling wil geen batterij. Een fabrikant heeft daarom een horloge ontwikkeld dat op licht werkt, zonder batterij. Eko-horloges. Er zijn ook batterijen die vijf jaar meegaan. Dat zou trou wens op veel grotere schaal kunnen, maar dan valt de bat terijenindustrie wel in elkaar. De mogelijkheden van digita le horloges zijn nog lang niet uitgeput. Je ziet nu ook al, dat ze via een satelliet of via een zender in Frankfurt gestuurd worden voor de wisseling van de zomertijd." Voor de sier zul je horloges en klokken blijven houden, maar in de 21ste eeuw zal er veelal alleen naar de functie naar eens acht uur. Dat kwam toen allemaal nog niet zo nauw. Ook de torenuurwerken wor den nu op afstand geregeld. Het oude uurwerk uit de to ren van Stavenisse staat in middels al vele jaren in dorpshuis de Stove." De Graaf herinnert zich nog, dat hij in de beginjaren alleen dames- en herenhorloges verkocht. „In de vijftiger ja ren was een horloge van hon derd gulden een weekloon. Tegenwoordig zit de waarde meer in de kast dan in het uurwerk. En had je vroeger amper één horloge, nu zijn er mensen die er vier of vijf heb ben en bij een andere jurk of een ander pak een bijbeho rend horloge dragen. En de kinderhorloges zijn inmiddels ook al jaren gemeengoed ge worden. Maar vroeger was het aan de klokkenverkoop en uurwerken worden gekeken. „Een koekoeksklok bijvoor beeld - kinderen vinden het prachtig - maar het is gewoon over. Als de televisie aanstaat of een muzieknummer wordt afgespeeld, dan wil men daar geen klok met een speelele- ment doorheen horen. Daar mee is de klok als gezellig heidselement bijna uit de huiskamer verdwenen. De klanken van klokken met een speelelement waren vroeger trouwens veel welluidender. Sommige klokken zingen door en dat komt door de kwaliteit van het staal.' Bij Walhout in de Voorstraat te Sint-Annaland blijven de klokken ook in de 21ste eeuw nog tikken. En de nieuwe slijpmachine voor brillen moet minimaal nog vijf jaar -reparatie merkbaar, dat Tho len armoediger was dan bij voorbeeld Schouwen en Be veland." Behalve verschillende horlo ges, waren er ook altijd geva rieerde bandjes mogelijk. „Nu heb je veel kunststof, maar vroeger was dat voor namelijk leer en een leren bandje ging één jaar mee. Voor de boeren was het een uitkomst dat er nylon kwam. Die hele brede nylon horloge bandjes, dat was prachtig, want die kon je uitwassen." Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat zat Adri de Graaf vele jaren achter de bank, want reparatiewerk was er volop. Zeker met de schoon maak in het voor- en najaar. Dan kreeg hij heel wat klok ken, die een paar dagen op het bed hadden gelegen en dan was de olie ingedikt. Het werk aan horloges was nog inspannender, want dan zat je soms een hele dag door een loupe te kijken. „Een spiraal tje plooien, dat was een heel precies werk. Als er een straaljager overkwam, dan moest je opnieuw beginnen. En ook van zwaar verkeer door de Hofstraat had ik wel eens last. Werk laten liggen, dat kon niet, want dan had je het de volgende 'week dub bel. Na de vakantie zag ik er daarom altijd weer tegenop om te beginnen, want dan lag er ongekend veel werk. En de mensen hadden er geen be grip voor, wanneer iets later klaar was of dat een reparatie zoveel kostte. In de fabrieken is er veel geautomatiseerd. De productie is soms volauto matisch, maar bij ons als hor logemakers is alles hand werk. Toen ik ermee begon, vond je het leuk omdat je er goed mee kon verdienen, la ter geeft het opknappen van een oud uurwerk voldoening. En een mechanisch horloge moet eigenlijk elke twee jaar gereviseerd worden, want als de olie hard wordt, dan wordt mee, dus voorlopig gaat de zaak nog zo door, al zullen de klokken aan de wand dan hun plaats moeten ruimen voor brillen. Maar horlogemaker Jan Walhout blijft hart voor het vak houden, al is dat in het digitale tijdperk dan wat aan slijtage onderhevig. de polijsting beschadigd." De Graaf heeft het maken van klokken en horloges verwis seld voor de tuin en het huis. „Er valt nog veel op te knap pen aan de woning. Eerst moet er getimmerd worden en dan is mijn hobby weer pas aan de beurt. Wanneer je het vak nog volledig uitoe fent, kun je niet eerst de tuin spitten en dan aan horloges werken. Dat lukt niet. Je rou tine raak je trouwens toch kwijt wanneer je geruime tijd geen klokken en horloges meer repareert. Daarom is mijn bewondering voor chi rurgen des te groter, want die hebben helemaal gevoelige handen om wonden dicht te maken. En een mechanisch uurwerk is ook gevoelig. Door het dragen wordt de precisie zelfs beïnvloed. Ove rigens is die precisie met de kwarts horloges verbeterd. Vroeger had je ook wel auto maten, maar dan moest je wel lopen en dat deed niet ie dereen, zeker niet met zittend werk." De Graaf realiseert zich, dat het vak van horlogemaker op Tholen almaar minder wordt. „Het gaat over. Opleidingen zijn er ook bijna nie't meer, want cursussen als ,hoe repe- rareer ik een klok in zes maanden' dat kan natuurlijk niet." In de mechanische uurwer ken is Adri de Graaf niet on gerust bij de komende jaar wisseling. „Maar ik ben benieuwd of de kwartshorlo ges het redden. Die hebben een constante trilling en een chip verzet de tijd. Bij analo ge kwarts horloges moet je zelf de datum verzetten. Die hebben enkel een motor voor het elektronische deel in plaats van een veer." Adri de Graaf blijft overigens heel nuchter onder de millen- niumdrukte. Er is immers pas op 31 december 2000 sprake van. V A.J. de Graaf met een osseoog- of koeoogklok, ingelegd met parelmoer. Jan Walhout heeft zich ook lang bekommerd over de toren klok in Sint-Annaland. „Op mijn zestiende werd ik door het gemeentebestuur aangesteld als de jongste klokkenist van Zeeland. Om de andere dag moest ik de toren op klimmen om het uurwerk op te winden. Dat gebeurde steeds op maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag. Op een zaterdag avond - ik lag net op bed - begon de klok aan het slaan van twaalf uur. Ik telde mee, maar bij de zeven hield hij op. Mid den in de nacht ben ik toen uit bed gegaan, naar boven de toren in om het uurwerk op te winden. De ontbrekende vijf slagen van de torenklok kwamen toen alsnog."

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1999 | | pagina 13