Gina de Graaf-Elenbaas geeft nier aan haar vader Karei Elenbaas Nier is regelaar Donorregistratie schors merg nier slagader nierbekken «J. nierkelk urineleider Donderdag 23 december 1999 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT et is alweer bijna anderhalf jaar ge leden dat Gina de Graaf-Elenbaas uit Poortvliet een nier af stond aan haar vader, Karei Elenbaas. Het nieuwe or gaan in het lichaam van Elenbaas werkt, en zonder complicaties. Ze voelen zich beiden goed, zien er gezond uit en kunnen nu met enige afstand terugkijken op een zeer ingrijpende periode in hun leven. Wachtlijst lang Alle drie geschikt Spannende periode Minder last Prikkeling Familieband sterker Gina de Graaf-Elenbaas en haar vader Karei Elenbaas maken het anderhalfjaar na de niertransplantatie goed. 'Mensen die voor deze keuze staan, raad ik aan het te doen' Een orgaan afstaan is geen kleinig heid, ook al is een nier maar twaalf centimeter lang. Veel mensen wachten op een nieuwe nier. Er zijn nog steeds te weinig donoren. Familieleden staan wel eens organen af aan andere fami lieleden. Dan gaat het vaak van vader naar zoon of dochter, van moeder naar dochter of zoon, van zus naar zus of broer naar broer, enz. Maar van kind naar ouder komt niet zo vaak voor. „Bij ons was het net andersom," ver telt Gina (30) die er eerst niet veel voor voelde om voor de krant over de transplantatie te praten. „De eer komt mij niet toe, maar God. Maar aan de andere kant wil ik aan degenen die voor dit dilemma staan, wel of geen nier afstaan, vertellen dat het best mee kan vallen." Gina uit zich voorzichtig. De operatie die zij en haar vader op dezelfde dag ondergingen, was nu eenmaal niet zonder risico's. De transplantatie heeft niet alleen iets in hun lijf veran derd, het heeft ook hun leven veran derd. De transplantatie is gelukt, maar het afstoten van het orgaan door het li chaam ligt nog altijd op de loer, ook al zijn er medicijnen die de natuurlijke afweerreactie van het lichaam onder drukken. Allebei hebben ze naar een nieuw evenwicht in hun leven moeten zoeken en beiden zeggen nadrukkelijk veel kracht te putten uit het geloof. De 66-jarige Elenbaas is al 55 jaar suikerpatiënt. Toen hij elf jaar was, kreeg hij een trap van een veulen in zijn buik waardoor zijn alvleesklier (pancreas) werd beschadigd. De ei landjes van Langerhans in dit orgaan, werkten daarna maar mondjesmaat. Ze scheiden in gezonde toestand het hormoon insuline af dat nodig is om glucose (brandstof) in het lichaams weefsel te brengen. Is dat niet langer het geval, dan heb je suikerziekte (dia betes). De kans dat er slagadervernau wing optreedt, neemt toe waardoor de nieren minder bloed ontvangen om te zuiveren. Langzamerhand gaat de nierfunctie, het verwijderen van afval stoffen en vocht uit het lichaam en het vasthouden van noodzakelijke stoffen, achteruit. Dat was bij Elenbaas het ge val. „De alvleesklier werkte nog voor een paar procent. Ik zou een nieuwe al vleesklier én een nier kunnen krijgen. Dan kom je op een wachtlijst te staan van de stichting Eurotransplant. Het was in november 1997 dat ik op aan raden van de specialist naar het acade misch ziekenhuis Dijkzigt in Rotter dam ben gegaan. Daar bleek onderzoek dat mijn nieren niet goed meer waren." Elenbaas zou echter niet de enige zijn die op een donornier moet wachten. In Nederland staan 1000 tot 1500 patiën ten op een wachtlijst. Er is een tekort aan donoren. Het aantal familiedona ties is de laatste decennia wel geste gen. Lange tijd was het 10 procent van alle donaties. De laatste tien jaar is dat toegenomen tot ongeveer 30 procent, maar vergeleken met andere landen blijft het tien procent achter (op bij voorbeeld Skandinavië en de Verenig de Staten). In 1997 kregen in Nederland 91 men sen een nier van een familielid, een stijging van tien ten opzichte van 1996. Toen waren het er 81. Gina: „We zagen pa achteruit gaan. Hij had geen werklust meer, en lag De nieren verwijderen afbraak producten van de stofwisseling en stoffen waar het lichaam niets meer aan heeft, zoals een teveel aan vocht, zout of zuur. Ze pro duceren urine: met de urine ver laten overtollige stoffen het li chaam. De nieren zorgen er ook voor dat de samenstelling van onze lichaamsvloeistoffen zo constant mogelijk blijft. Ze hou den ook de hoeveelhied vocht in het lichaam constant. Het zijn be langrijke regelaars van de stof wisseling. Ze maken ook hormonen aan die de bloeddruk regelen, het kalkge- haite in de botten en de aanmaak van nieuwe rode bloedcellen. Elke nier bestaat uit miljoenen deeltjes die weer onder te verde len zijn in nierfilters en nierbuis jes. Die zorgen ervoor dat het bloed gezuiverd wordt, dat wil zeggen dat er bepaalde stoffen uitgehaald worden. Het gefilterde bloed gaat naar de nierbuisjes. Die halen water, zout en alle stof fen die het lichaam nodig heeft, weer terug naar het bloed via het nierweefsel. Dagelijks produceren ze onge veer 150 liter voorurine ofwel gefilterd bloedplasma. De nier buisjes voeren daarvan 148 liter terug naar hel bloed. Wat rest is urine, ongeveer anderhalve liter. Dat wordt eerst verzameld in kleine zakjes, de nierkelken. Dat verzamelt zich weer in het nier bekken dat overgaat in de urine- leider die de urine naar de blaas afvoert. Bij het plassen verlaat de urine het lichaam. veel op de bank te slapen. Was ook magerder geworden. En als je op de lijst komt voor transplantatie, dan kan het jaren duren voordat je aan de beurt bent." In dat geval zou Elenbaas' bloed meerdere keren per week gespoeld moeten worden door een kunstnier (nierdialyse), omdat de nieren dat niet meer zelf hadden gekund. Een andere methode is de afvalstoffen te verwij deren via het inbrengen van vocht in de buikholte (buikvliesspoeling). Dat zou zelfs meerdere keren per dag moeten gebeuren. Gina: „Dat is een heel gedoe met kans op infecties. Maar wilde je op de lijst komen, dan moest je eerst gaan spoelen. Dan heeft iedereen evenveel kansen op een donornier, zo wordt er gerede neerd. Maar de alvleesklier én de nier moesten voor mijn vader van één en dezelfde persoon komen. Van iemand die omgekomen is bij een ongeluk bijvoorbeeld. Dan is het ook nog niet zeker of de organen pakken; er is ook nog eens een kans dat ze afgestoten worden." Toen dat eenmaal duidelijk was, kwam in Dijkzigt ook de andere op lossing in zicht: familietransplantatie. Gina: „Ik ging vaak mee. De dokter zei dat we er eens in de familie over moesten praten of een van ons een nier wilde afstaan. Daar hebben we over gesproken. Mijn moeder, mijn zus Anja en ik hebben toen bloed la ten afnemen voor onderzoek. Dan wordt bekeken of ons bloed bij het bloed van pa past of niet en of ons li chaamsweefsel ongeveer hetzelfde is." Hoe groter de overeenkomst van het weefsel, hoe kleiner de kans op afsto ting van de nier is. „We bleken alle drie geschikt. Ook mijn moeder die toch geen familie is van mijn vader. En het verschil tussen mijn zusje en mij was miniem. Ik was er eigenlijk al klaar voor." Gina nam de beslissing voor zichzelf, maar sprak er uitge breid over met haar directe familie en haar man Jan. „Die kon er achter staan. Als je die steun niet hebt, dan is het moeilijk denk ik." Voor de transplantatie, moesten er nog allerlei onderzoeken gedaan wor den. Gina moest een dag lang naar Dijkzigt voor onderzoek om het hart (E.C.G.), urine en de longen te laten bekijken. Er werd naar de bloedvaten van de nieren gekeken (angiografie) en naar het functioneren van deze or ganen die in een vetkussentje op de spieren aan de achterzijde van de buik liggen, ter hoogte van het middel. Een mens heeft maar één nier nodig. Het is heel goed mogelijk om met één gezonde nier te leven. Sommigen mensen worden zelfs maar met één nier geboren, anderen beschikken maar over één werkende nier, omdat de andere is uitgeschakeld, door een aandoening of ongeluk. „Mijn beide nieren waren goed. Op eentje ontdek ten ze wel een litteken van een nier- bekkenontsteking die ik ooit heb ge had. Daar weet ik niets meer van. Die nier met dat litteken heeft mijn vader nu," lacht dochter Elenbaas. In het Reformatorisch Dagblad lazen ze een artikel over dominee Maas uit Oud-Bijerland die een nier had afge staan aan zijn dochter. De dochter had veel problemen met de nierdialyse. Ze belden de dominee om te vragen eens over de transplantatie te mogen komen praten. „Mijn vader was toch wat benauwd. Hij vroeg zich maar af hoe het voor mij zou zijn om een nier te moeten missen. We zijn er samen naar toe geweest. Ze stonden er echt open voor. Dat heeft ons ook gerust gesteld en gesterkt." Tussen het besluit om de nier af te staan en de transplantatie lag een half jaar. De operatie was in augustus ge pland, maar ineens kwam er een tele foontje uit Rotterdam dat het eerder kon. „Dat was alleen maar goed. We zagen pa achteruit gaan. Ook voor mezelf was het beter. Zo gauw je weet dat het kan, wil je het ook me teen maar laten doen." Voor de ingreep volgden weer bloed onderzoeken. Nu werd gekeken of het bloed van vader en dochter elkaar verdroeg of afstootte. Vader kreeg een halve liter bloed van zijn dochter. Veertien dagen later werd er een kruisproef gedaan: het bloed van de donor en de ontvanger werd met el kaar in contact gebracht. Elenbaas: „Om de twee weken moesten we te rug. Dat is verschillende keren ge beurd." Het was ook een spannende periode en veel heen en weer gereis tussen Poortvliet en Rotterdam. Gina zegt veel steun te hebben gekre gen van haar man, twee zussen en haar moeder toen het eenmaal zo ver was. „Ik heb er veel met hen over ge praat. Je moet onder ogen zien wat het is. Je weet dat je er iets aan over kan houden. En voor mijn moeder was het ook moeilijk. Die had ineens haar man en een dochter tegelijk in het ziekenhuis liggen." Ook voor haar vader was het een aan grijpende periode. „Gina was 28 jaar. Ze was kerngezond. Ik was een man van 65. Laat ik maar gaan spoelen, dacht ik. Ik vond het erg dat zij een van haar nieren moest missen. Maar het is allemaal met de hulp van de Heere gebeurd. Ik ben er veel voor in gebed geweest. Dat ben ik nog steeds. Toen ik de operatiekamer bin nenreed, lag ik met mijn handen ge vouwen." Op dinsdag 28 juli stond de operatie gepland. Op zondag 26 juli bezocht de familie de kerdienst in de Neder landse Hervormde kerk aan de Markt in hun woonplaats. Gina: „Dominee Jongeman uit Polsbroek preekte. Hij had het over psalm 121, vers 1 en 2: Mijn hulp is van de Heer die hemel en aarde gemaakt heeft. Het was zomaar een vreemde dominee, maar hij raakte de kern. Daar hebben we veel aan gehad. Je hebt belijdenis ge daan, je gelooft in God. En soms word je dan op proef gesteld. We werden door de dominee en de hele gemeente gesterkt." Het was voor Elenbaas de laatste maal voor de operatie dat hij in de kerk met de collectezak rond ging. Het ging niet goed met hem. „Ik ging twee keer bij dezelfde bank langs. Maar twee weken later ging ik weer met de zak rond. Zo snel is het ge gaan. Toen ging het goed." Gina lag vier dagen in het zieken huis. Maandag werd ze opgenomen en vrijdag kon ze weer naar huis. „Ik was eerst aan de beurt. De operatie duurde bij mij 4,5 uur. Het was een soort kijkoperatie. Dan maken ze maar een klein sneetje van vijf centi meter ongeveer. Dat is een voordeel omdat je dan maar een kleine wond hebt." Met een cameraatje en een stevige hengel met schaartjes en tangetjes banen de chirurgen (bij Gina onder leiding van dr. J.N.M. IJzermans) zich behoedzaam een weg door de buik. Ze volgen hun eigen verrichtin gen op een beeldscherm. Vlak onder de navel wordt de nier eruitgehaald, door een gaatje zo groot als de nier breed is. Door deze manier van ope reren, wordt er weinig beschadigd in het lichaam. En heeft de donor ook minder last van pijn na de operatie. Voor Elenbaas duurde de ingreep korter, ongeveer drie uur. Maar de in- snede was veel groter, ruim dertig centimeter. Om een nieuwe nier te in- planteren, is meer ruimte nodig. De bloedvaten worden verbonden met de grote bloedvaten die het been van bloed voorzien. De verkorte urinelei- der wordt in de blaas ingeplant. De nier van zijn dochter zit aan de voorzijde van zijn buik. Elenbaas: „De oude nieren zijn gewoon blijven zitten. Als ze die ook weghalen, dan geeft dat alleen maar meer verwon dingen. Ze verschrompelen op den duur gewoon." De donornier werkt niet altijd me teen, maar bij Elenbaas was al snel te zien dat het ingeplante orgaan func tioneerde. „Als de wond nog open is, kunnen ze al zien of de nier werkt." Het lichaam moet zich echter wel aanpassen aan het lichaamsvreemde orgaan, ook al is het van een naaste. Het voordeel van familietransplanta tie is dat de verwanten voor een groot deel dezelfde weefselkenmerken hebben. Dat verkleint de kans op af stoting aanzienlijk. De patiënt krijgt bij de operatie een catheter in de blaas om de urine op te vangen. Ook zijn er drains aange bracht in het gebied waar geopereerd is om het wondvocht op te vangen. Daarnaast krijgt de patiënt een infuus in de arm voor het toedienen van vocht en medicijnen. „Tegen de pijn kreeg ik morfine. Dat kon ik zelf re gelen. Als ik de pijn voelde opko men, hoefde ik maar een druk op een pompje te geven. Dinsdag ben ik ge holpen en woensdag ben ik mijn bed al uitgegaan toen het verschoond moest worden. Pijn heb ik niet ge had. De nier pakte regelrecht. Mijn bloeddruk werd steeds gemeten en was met 200 heel stabiel. Ik ging al gauw de kamer af om in het restau rant te gaan zitten om een praatje te maken met deze en gene. Ik voélde me goed en ik mocht de zaterdag daarop al naar huis. Dat was een beetje te overmoedig." De eerste dagen na de operatie werd Elenbaas nauwkeurig in de gaten ge houden. Kijken hoeveel hij drinkt, kijken hoeveel hij plast. Deze vocht- balans geeft samen met andere uitsla gen aan of de nier zijn werk doet. Ook zijn dochter zag aan haar vader dat de transplantatie hem goed had gedaan. Zij zelf had het een dag en een nacht in het ziekenhuis heel be nauwd gehad. „Ik zat wel bij hem, maar was veel te moe. Ik kon het niet volhouden. Het was nog te vroeg." Om het afstoten van de nier te voor komen, slikt Elenbaas medicijnen. „Die moet ik blijven gebruiken, maar het zijn er al minder dan het geweest is. Elke maand moest ik terug voor controle. Dan om twee maanden, la ter om de drie maanden. En ik spuit natuurlijk nog insuline. Ik heb altijd varkensinsuline gespoten. Twee keer per dag, maar na de opname in Dijk zigt ben ik op een ander type overge gaan en spuit ik vier keer per dag. Ik ben opnieuw ingesteld." Last van de transplantatie heeft Elen baas niet of nauwelijks meer, behalve in het begin, van een 'prikkeling in de buik.' De medicijnen die de af weerreactie van het lichaam onder drukken om afstoten van de donor nier te voorkomen, hebben echter nogal wat bijwerkingen. Ze kunnen een opgeblazen gezicht veroorzaken, brandend maagzuur, tintelende vin gers of en grotere eetlust opwekken. Elenbaas: „Ik heb daar ook een ge sprek over gehad. Bepaalde nieuwe medicijnen willen ze uitproberen om te zien of die minder bijwerkingen hebben. Daar doe ik nu aan mee. Ze hebben mij tenslotte ook geholpen. Ik ben proefkonijn." Verder voelt Elenbaas zich redelijk goed. Hij is ook tien kilo aangeko men. „Ik woog voor de operatie 63, nu 73. Ik moet een beetje oppassen met mijn gewicht. Maar ik mag ver der veel doen. Ook autorijden, maar geen zware dingen tillen. Dozen van dertig kilo bijvoorbeeld, laat ik staan. Ik heb eerder kans op breuken, omdat mijn buikvlies kapot is ge weest. Maar de lust is teruggeko men." Zijn dochter voelt zich ook goed. Na de operatie was ze een maand thuis. Daarna heeft ze van lieverlee de draad van het ziekenverzorgen in zorgcentrum Ten Anker weer opge pakt. „Ik was wel eerder moe. Ik ben wat voorzichtiger geworden. Je moet bijvoorbeeld niet te lang blijven lo pen met een blaasontsteking. Ik heb ook wel een stapje terug gedaan door eerder nee te zeggen. Wel heb ik heel veel steun gehad op mijn werk. Ik werk 20 uur, maar ik ben in septem ber met drie uur per dag begonnen, op therapeutische basis. Dat betekent dat je als extra kracht werkt en bij voorbeeld geen nachtdiensten draait. In december zat ik weer aan mijn twintig uur." Het feit dat ze met zieken werkt, heeft niet per se haar beslissing om een nier af te staan beïnvloed, zegt ze. „Maar ik weet wel door mijn werk hoe mensen kunnen lijden als er niets gedaan wordt." Voor Elenbaas is door de transplanta tie de familieband en de liefde voor zijn dochter nog sterker geworden, zegt hij. Maar Gina heeft niet het ge voel dat zij het alleen is geweest die haar vader heeft geholpen. „Mijn man, mijn zussen en mijn moeder waren er altijd zo bij betrokken. Ik had gedacht dat ik een eenling zou zijn, maar we hebben het met zijn al len gedaan. Iedereen is er bij betrok ken geweest." Ze is wel bang geweest voor de com plicaties van de ingreep. „Daar kun je niet voor weglopen. Maar als je er voor staat, raad ik iedereen aan het te doen. De betrokkenheid van de om geving doet zo goed. Het is natuurlijk wel een heel emotionele gebeurtenis. Het vormt je leven. Achteraf is het snel gegaan, maar heel intens en met het geloof. Dat geeft zoveel vertrou wen. De transplantatie moet een ze gen krijgen en een zegen blijven krij gen. Daar kun je niet licht over denken. Als het allemaal weer zo goed gaat, dan is dat moeilijk om vast te houden. Het is zo'n wonder. We leven er zo gauw overheen." Toen bij zowat iedereen in Ne derland de brief van het ministe rie van volksgezondheid op de mat viel over donorregistratie, had de familie Elenbaas de dis cussie over het onderwerp al ach ter de rug. Gina: „Wij hadden er al over na gedacht. Wij vinden dat de nabe staanden er over moeten kunnen beslissen. Orgaandonatie is een goede zaak, behalve als het gaat over persoonsgebonden organen zoals de hersenen bijvoorbeeld. Daar ligt de grens. De brief over donorregistratie is wel belangrijk geweest. Mensen waren genood zaakt erover na te denken. Heel veel mensen denken er niet over na omdat ze er niet mee te maken hebben. Maar bij zo'n registratie gaat het om het afstaan van een orgaan nadat je er niet meer bent. Bij ons lag dat anders. Ik leef nog en kan er ook nog van meegenie ten." Over de werking van de nieren, onderzoek van nieren en nier transplantatie geeft de Nierstich ting Nederland folders uit. Die zijn gratis te bestellen bij de Nierstichting: tel. 035-6915057. Er is ook een landelijk telefo nisch informatienummer, de na tionale gezondheidslijn, een in formatiedienst onder auspiciën van de orde van medisch specia listen: 0900-0707. Een doorsnede van een nier, die in werkelijkheid slechts twaalf centimeter groot is.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1999 | | pagina 15