Ziekenverzorgster bij te vroeg geborenen en zieke bejaarden urprise Rennend door Rotterdam achter paar jonge ju weiendie ven aan Dwalingen van het college ^siniratuin Bezet gebied Astrid van Vossen (23) werkt drie maanden in Jeruzalem en Tel Aviv Bijbelse plaatsen Hek Ter Tolne anderhalve meter 995 Sint-Phïlipslands echtpaar De Bruine-Quist 60 jaar getrouwd Meepraten over bus en lijntaxi Donderdag 2 december 1999 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 3 Ze wilde eerst naar een ontwikkelingsland, maar kwam met een collega in Israël terecht waar ze drie maanden werkte als ziekenverzorgster in een ziekenhuis en een bejaardentehuis. Voor Astrid van Vossen uit Tholen was het ook een manier om het land van de bijbel te leren kennen. Voordat ze uit Nederland vertrok nam ze ont slag. Toen ze terugkwam kon ze na drie dagen alweer aan het werk in zorgcentrum Ten Anker. Nu volgt ze de opleiding tot A-verpleegkundige en ze hoopt later alsnog naar een ontwikkelingsland uitgezonden te worden. Te vroeg geboren Drugs en hoeren Overspannen Oproepkracht Ze hebben het goed naar hun zin in hun bungalowtje aan de Gladiolenstraat in Sint-Philipsland. Abraham Chris- toffel de Bruine en Willemina Janna de Bruine-Quist wa ren gisteren 60 jaar getrouwd. Het echtpaar kan in het al gemeen terugkijken op een gelukkig leven. Handel Oud ijzer Verhuizen Verkeersonderwijs middelbare scholen krijgt een vervolg „Ik wilde eerst als vrijwilligster Schiphol waar Astrid en Trudy ge- naar een ontwikkelingsland, maar het bleef nogal vaag. Mijn collega was bezig om naar Engeland te gaan, maar dat was ook onzeker. Zo kwamen we samen bij de stichting HiP, Het Israël Project uit Amster dam terecht. Die bemiddelt in het uitzenden van vrijwilligers voor verzorgingstehuizen en ziekenhui zen." Astrid en haar collega Trudy Hoog- straaten (24) uit Voorschoten namen allebei ontslag in het tehuis in Rid derkerk waar ze werkten, om naar Israël te gaan. „Dat konden we makkelijk doen. Er is toch genoeg werk als je terugkomt." Dat bleek ook zo. Astrid kwam op een dins dag terug. Op vrijdag al kon ze als oproepkracht bij zorgcentrum Ten Anker terecht. Is er in Nederland volop behoefte aan personeel in de zorgsector, in Israël is dat niet min der. Daar is bovendien ook gebrek aan opgeleid personeel en geld om de tehuizen te runnen. „Je mag zelf weten hoe lang je er wilt werken en wat je wilt gaan doen. Het is vrij willigerswerk. Je moet het zien als een bijdrage aan de staat Israël. Je krijgt wel kost en inwoning. Bij sommige tehuizen een zakcentje. En het is het land van de bijbel na tuurlijk. De bijbel gaat veel meer voor je leven als je de bekende plaatsen bezoekt. We hebben het hele land doorgereisd. Het is ook leuk om met die cultuur in aanra king te komen." Reizen naar Israël begint al op Met een Arabische collega van het ziekenhuis bracht Astrid een bezoek aan Bethlehem en Hebron, in door Israël bezet Arabisch gebied. „Als twee meiden alleen hadden we het niet gedaan, maar hij kwam er vandaan en was wel te vertrou wen. Alleen bij de militaire grenspost bleek hij zijn pas poort vergeten te hebben en mochten we niet verder. Hij had wel het pasje van het zie kenhuis bij zich, maar dat ac cepteerden ze niet. Via een an dere weg is het ons toch gelukt om er binnen te komen." scheiden van elkaar werden onder vraagd voordat ze het vliegtuig van El Al mochten instappen. „De con trole is heel streng. De verhalen van Trudy en mij werden met elkaar vergeleken. Ze vragen wat je in Is raël gaat doen, hoe lang je blijft, van wie de koffers zijn die je bij je hebt. Of je ze niet even onbeheerd hebt laten staan op Schiphol. Wie je vliegticket geregeld heeft. Of je iets hebt aangepakt van iemand. Het is puur voor de veiligheid en alles in het Engels. Het was soms hakkelen om het goed uit te kunnen leggen." Ook na de controle bij de douane werden de reizigers weer aan een onderzoek onderworpen, zij het minder intensief. Astrid wist waar ze naar toe zou gaan. Eerst een maand naar het zie kenhuis Shaarezedek in Jeruzalem, daarna twee maanden naar het be jaardentehuis Galei'h Opera in Tel Aviv. De eerste indrukken bij aan komst in Tel Aviv? „Zon, heel veel mensen op straat en veel militairen. Overal een drukte van belang." Het tweetal moest zelf met de bus naar het ziekenhuis, een rit van 3 kwar tier van het vliegveld Ben Gurion naar Jeruzalem. „Ook bij het zie kenhuis zijn er veel bewakers. Ze kijken altijd in je tas voordat je bin nengaat. We moesten eerst zeggen wie we wilden spreken. We kregen een rondleiding door het ziekenhuis dat negen afdelingen heeft en twee ondergrondse afdelingen voor het geval er iets opdoet." Astrid kwam op de afdeling voor te vroeg geboren baby's terecht (neo- natalogie). „Ik moest helpen bij de controle van de baby's, temperatuur en polsslag meten, luiers verscho nen, flesjes geven. Het waren alle maal couveusekindjes die aan de apparatuur lagen. Op den duur ga je elk piepje leren kennen." Het werk was niet altijd even gemakkelijk. Astrid kreeg in het Engels uitleg, wat ze niet altijd meteen begreep. Maar dankzij een Nederlandse ver pleger die al 14 jaar in het zieken huis werkt, leerde Astrid snel. „De kinderen kwamen van de intensive care op een kamer van 3 tot 5 ba by's. Sommigen waren net 28 we ken. Die kun je zo op je hand laten liggen. Het was wel een beetje eng. Astrid van Vossen met een van de patiënten in het Shaarezedek ziekenhuis in Jeruzalem. De moeders waren thuis. Omdat de kindjes niet volgroeid waren moes ten ze in het ziekenhuis blijven." Astrid werkte van zeven uur 's och tends tot half drie 's middags. „We hadden altijd een dagdienst. Eén keer heb ik tijdens de sabbat ge werkt. Die duurt van vrijdagavond tot zaterdagavond. Veel religieuze joden mogen dan bijvoorbeeld niet de knopjes van de apparatuur bedie nen en rapporten schrijven, maar wel de fles geven. Als er een knopje ingedrukt moest worden, zeiden ze dat tegen mij. Een van de Arabieren die er werkte, schreef dan het rap port van die avond. Ook mogen ze geen licht aan of uit doen. Soms was het wel heel krom, vond ik. Het ene wel en het andere niet mogen doen. Maar ja, zo zijn hun wetten. En het was wel leuk om mee te ma ken." In het ziekenhuis werken veel Israë lische meisjes die vanwege hun ge loofsovertuiging geen militaire dienstplicht vervullen. „Iedereen moet daar in het leger, maar deze meisjes hoefden niet, maar moesten dan wel vrijwilligerswerk doen. Le germeisjes noemden we ze." Na twee weken wisselde ze van werk. Astrid kwam op de interne af deling terecht. „Er lagen voorname lijk mensen die in een bejaardente huis thuishoren maar voor wie geen plaats is. Op die afdeling werken weer veel Filipijnen die zes dagen achtereen de mensen verzorgen. Sommige patiënten hadden ernsti ge ziekten zoals kanker. Anderen waren zwaar astmatisch, hadden botbreuken of grote wonden. Ik kreeg de zorg voor 15 patiënten. Er waren veel verpleeghulpen zonder opleiding en twee verpleegkundi gen waar wij dan mee meeliepen." Wat Astrid opviel was dat de ver zorging niet echt volgens de regels verloopt zoals ze die in Nederland is geleerd. „Mensen worden op bed gewassen en afgedroogd met de la kens waar ze op liggen. Je weet echt niet wat je ziet. Ze doen maar een dotje. Dan wordt heel het bed ver schoond." Opvallend is dat er bijna altijd wel familie is die blijft slapen op een stoel naast het bed. „Dag in dag uit is er iemand bij. Het is veel bedrij- viger dan op de baby-afdeling." Trudy en Astrid woonden in een zusterflat bij het ziekenhuis. Op de vrije dagen gingen ze de oude stad in. „De vrije dagen hebben we alle maal ingepland voor bezoekjes aan bekende plaatsen. Zo gingen we vaak het oude Jeruzalem in met die nauwe straatjes waar altijd veel mensen rondliepen. Van het tehuis kregen we een buskaart, maar we hebben ook veel te voet gedaan om dat we niet elke keer om een nieuwe buskaart wilden vragen." Lag het ziekenhuis buiten de stad, het bejaardentehuis Galei'h Opera in Tel Aviv lag midden in een druk ke stadswijk, maar slechts vijf mi nuten lopen van het strand. „Het is door een echtpaar opgestart. In de foyer van het gebouw lagen vroeger de spuiten van drugsgebruikers. De wijk was voorheen een wijk voor verslaafden en hoeren. Het was er bepaald geen luxe. Het was alle maal oud, maar wel leuk ingedeeld. De kamer die we kregen was heel vies; de kakkerlakken liepen er rond. We hebben eerst maar eens die kamer flink onder handen geno men." Samen kwamen ze op één afdeling met 22 bewoners, het merendeel vrouwen in tweepersoons kamers. „Een beetje oud en smoezelig, maar op elke kamer een douche. Demente en niet demente ouderen woonden door elkaar. Het waren joden die overal vandaan kwamen: uit Oos tenrijk, Polen, Duitsland en Ameri ka. Het was een mengelmoesje aan talen: Hebreeuws, Engels en Duits. En bij het personeel waren veel Russen. Die waren er niet voor op geleid. Er was ook een arts en een fysiotherapeut. Die kwam weer uit Zuid-Afrika." Was Astrid gewoon ouderen in Rid derkerk elke dag van top tot teen te wassen, in Galei'h Opera werd dat om de dag gedaan. „Op de dag dat ze niet werden gewassen, werden ze alleen maar aangekleed. We hebben daar dingen gezien die hier ondenk baar zijn. Zo werd er soms bij drie mensen op een rij een schone broek aangedaan. Er is geen enkele priva cy." Astrid kreeg ook verhalen te horen uit een tehuis in de buurt. Van Ne derlandse jongeren die daar vrijwil ligerswerk verrichten. „Die vertel den dat er mensen zelfs geslagen werden. Er is geprobeerd om dat ook aan te kaarten. Zelf heb ik dat niet gezien, hoor." De overspannen manier waarop ge werkt wordt, heeft volgens de zie kenverzorgster te maken met het feit dat het personeel te lang achter een werkt. „Dat vermoeden we. Als je van 's ochtends zeven tot 's avonds acht werkt, aan één stuk door, kun je niet normaal functio neren. En als je dan ook nog niet eens opgeleid bent..." De bazin van het bejaardentehuis waar Astrid werkte, was volgens de ziekenverzorgende juist heel erg bereid om nieuwe dingen over te nemen. „Zij vroeg aan ons: als je wat ziet wat verbeterd kan worden, zeg het me. Dat hebben we ook ge daan. Het gebeurde dat de ver pleeghulpen al van het eten uit de kar aten voor het opdienen, en de rest aan de bewoners gaven. Dat hebben we gemeld. Daarna is er va ker gecontroleerd. Regel was,"dat het personeel eten mocht van wat er over was. Niet andersom natuur lijk." De vrijwilligsters kregen ook de taak de bewoners bezig te houden. Ze namen de bejaarden mee naar buiten. Vaak naar het strand, als het niet te heet was tenminste. En altijd kregen de bewoners een petje op te gen de zon. Of ze speelden memo ry. En hielpen de fysiotherapeut bij de controle van de motoriek van de bewoners. „Elke vrijdag kwam er een man op een gitaar en een mondharmonika spelen. Twee keer kwam er een schoolklas en op za terdagochtend kwam er een vrouw piano spelen. We vonden het erg dat we na twee manden weggingen. De mensen ook. Je raakt toch aan elkaar gewend. Ze riepen aan ons vaak: Hee, Holandia." Astrid kon weer snel aan de slag toen ze terug was. Als oproepkracht bij Ten Anker en via een uitzendbu reau ook in het ABG in Bergen op Zoom. Op 1 oktober werd ze aan genomen als aspirant-leerling in het ziekenhuis Lievensberg. In januari begint ze de 2-jarige opleiding tot A-verpleegkundige. Behalve in Lievensberg valt ze ook in als ver zorgende in Ten Anker. „Ik wil op den duur ook nog wel eens naar een ontwikkelingsland. Daarom ga ik de A-verpleging in." Of ze dat als een roeping beschouwd? „Dat vind ik nogal een groot woord. Via de Nederlandse Hervormde Kerk heb ik ook aan een gehandicaptenweek meegedaan en ben ik twee weken mee geweest naar Roemenië. Als ik helpen kan, dan vind ik dat mooi. Om dat te kunnen en mogen doen, ja." Astrid en haar metgezel be zochten bijbelse en heilige plaatsen, zoals de berg Karmel bij Haifa waar de krachtme ting tussen de profeet Eiia en de priesters van Baal plaats vond. Nazareth waar ze de kerk bezochten 'waar de engel aan Maria verscheen.' Op weg naar Tiberias aan het Meer van Galilea en de kibboets Ginno- sar waar op dat moment Erik van Gorsel uit Tholen ver bleef, het meer waar Jezus en zijn discipelen hebben gevaren en Tapga waar Jezus de me nigte spijzigde met vijf broden en twee vissen. „We zijn drie dagen in de kibboets gebleven waar Erik ons heeft rondge leid. Hij had ook een berg Eendrachtbodes liggen, maar die heb ik niet allemaal gele zen, hoor." Astrid zocht ook de berg Tabor op ten zuidoosten van Naza reth, de 'berg van de verheer lijking'. „We liepen veel. Vaak kwamen er taxichauffeurs zich opdringen. We reden mee naar een dorpje. Toen we uitstapten gaf hij zijn telefoonnummer, maar hij hoefde ons niet op te halen. We zijn verder gaan lo pen. Vele kilometers hebben we gelopen. Dat gebeurde in de Bijbel toch ook? Het paste er wel bij." Naar aanleiding van een mededeling in de Eendrachtbode van 12 augus tus, onder plaatselijk nieuws Scher- penisse, willen wij graag het volgen de kwijt. Al jaren is er in de wijk west van Scherpenisse last van te hard rijden. En al die tijd hebben verschillende personen bij de gemeente gevraagd hier iets aan te doen. Vorig jaar heb ben enkele bewoners samen - en on dersteund door de wijk - nogmaals getracht een oplossing te vinden voor dit probleem. Er is op zeer zorgvuldige wijze te werk gegaan richting de gemeente Tholen, maar zonder resultaat. De gemeente Tholen nam niet eens de moeite om antwoord te geven op schriftelijke vragen. Maar na een jaar wachten is er dan eindelijk ant woord. Drie zinnen in een stukje plaatselijk nieuws geven antwoord op onze vraag om maatregelen. De tekst is letterlijk: 'Het realiseren van 30-km zones in woonwijken gebeurt fasegewijs en wordt gecombineerd met herbestratingen. De subsidiemo gelijkheden ervoor zijn beperkt. Voorstellen over herinrichting van de wijk west zullen worden uitgewerkt als er meer duidelijk is over het plan om de grondwaterproblematiek in deze wijk aan te pakken.' Aldus bur gemeester en wethouders. Uit deze drie zinnen kunnen wij opmaken dat: a) Het water ons aan de lippen staat; al jaren, b) Wij als burgers nog steeds niet voldoende subsidie aan de gemeente verstrekken, c) Wij eerst de straatstenen zullen moeten gaan verwijderen zodat men kan gaan herinrichten. Maar het zoge noemde herinrichten van de wijk is helemaal niet nodig. Enkele simpele verkeersremmende maatregelen zijn voldoende en hoeven helemaal niet duur te zijn. Dan doen we het maar niet in het kader van het verkeers plan duurzaam veilig. Het is echter bekend dat de gemeente liever geld uitgeeft aan projecten die mislukken dan aan een goedkope oplossing die ze zelf niet bedacht heeft. Met verba zing kijkt men naar de opkomst als we weer mogen gaan stemmen. Er is toch niemand die deze burgemeester en wethouders nog serieus neemt? Ook de gemeenteraad is veel te laks en volgt gedwee de dwalingen van het college. Onze inzet in het aange ven of verbeteren van de woonwijk stopt hiermee. Maar een kritische houding ten aanzien van de gemeen te Tholen blijft bestaan. Namens de werkgroep veilige woonkern Scherpenisse, J. van Gorsel. Rond het plein van de openbare ba sisschool Ter Tolne in Tholen komt een hek van anderhalve meter hoog. Op die manier hoopt de gemeente vandalen buiten de poort te houden. Sinds er om de aangrenzende Eben- Haëzerschool een hek staat, is aan Ter Tolne voor 3200 gulden vernield en dat is aanmerkelijk meer dan in het verleden. Bovendien is een paar weken geleden geprobeerd de school in brand te steken. Daarom komt het gemeentebestuur terug op het besluit om pas eind volgend jaar te bezien of er hekwerken rond meer scholen ge plaatst moeten worden. Maar Ter Tolne blijft een uitzondering. Naast de explosie van vandalisme is er overlast van jongeren die het plein gebruiken als sluiproute tussen de Zoekweg en de Molenvlietsedijk en ook zoiets doet zich bij andere scho len niet voor. Dat een deel van het bestaande 75 cm hoge hek verplaatst moet worden in verband met de re constructie van de Molenvlietsedijk, is voor de gemeente reden om nu ac tie te ondernemen. Er is 161 meter hekwerk nodig en de kosten daarvan worden op ƒ19.000,- geraamd. Witte aronskelkachtige plant in een mooi glazen vaasje.Verrassend geschenk in deze cadeaumaand. Deze trendy Spathiphyllum wil wel graag binnen op een licht plekje staan. Nu compleet van 15.95 voor HALSTEREN Halsterseweg 65a, Tel. 0164-683036 www.intratuin.nl V HET GROENE WARENHUIS Extra koopavond: Wo. 8 december tot 21.00 uur. Do. en vrij tot 21.00 uur. Advertentie I.M. Het echtpaar De Bruine-Quist heeft het, ook na zestig jaar huwelijk, met elkaar nog goed naar de zin in Sint-Philipsland. Dat de twee echtelieden elkaar hebben we dat toen maar gedaan." hebben ontmoet, lijkt niet zo voor de hand te liggen. De Bruine komt namelijk zelf uit Oosterland (op Schouwen-Duiveland). Zijn vrouw is geboren en getogen in Anna Ja- cobapolder. Hoe kom je elkaar dan tegen anno 1939? „Als er wat te doen was op hoogtijdagen (met Pasen of Pinksteren), dan gingen we op de fiets naar Schouwen", vertelt mevrouw De Bruine. „Daar kwamen we elkaar tegen. Boven dien lag mijn broer Lauw samen met Bram in dienst in Bergen op Zoom." Ze hadden vier jaar verke ring toen de 26-jarige Willemien en de 24-jarige Bram met elkaar trouwden. „In het weekeinde wil de mijn familie ons eigenlijk hier hebben en zijn familie wilde ons op Schouwen hebben", legt me vrouw De Bruine uit. „Al dat heen en weer gereis; ze zeiden dat we dan eigenlijk maar net zo goed konden trouwen. En omdat we toch al vier jaar met elkaar liepen, Het werd een huwelijksfeest bij de bruid thuis (gebruikelijk in die tijd). „We hadden gelukkig nog wel wat extra's. Er was een kren tenbrood en er waren lekkere koekjes. Niet zo groots als tegen woordig, maar we hadden niet te klagen", zegt mevrouw De Brui ne. Toch was niet alles rozengeur en maneschijn in die tijd, want De Bruine viel onder de mobilisatie en werd in Hamersveld (bij Amersfoort) gestationeerd. „Maar wij hebben niet daadwerkelijk hoeven vechten, want we werden teruggetrokken via Diemen naar Amsterdam", vertelt De Bruine die na de capitulatie al vrij snel weer naar huis mocht. In die tus sentijd woonde zijn kersverse vrouw in bij boer T. Boudeling waar ze een dienstbetrekking had. Later ging het echtpaar in een huurhuisje aan de Noordweg wo nen. „We betaalden toen twee gul den huur per maand. Dat is nog eens wat anders dan tegenwoor dig", lacht De Bruine. Zijn vader was commissionair en de handel zat ook zoonlief in het bloed. Toch moest hij in Anna Jacobapolder met de vader en broers van zijn vrouw op het land gaan werken bij boer A. Wisse. „Maar daar was ik niet zo dol op. Om wat bij te ver dienen, werd ik opkoper en hande laar in wild en duiven enzovoort. Dat moest tussendoor gebeuren, want ik werkte gewoon op het land." Later ging De Bruine werken in de havens van Rotterdam en tot aan zijn vut werkte hij bij de ge meentereiniging van Rotterdam. „Hij was nog maar 62 toen hij naar huis kwam. Hij reed altijd met een groep andere mannen mee met de auto. Die gingen er echter allemaal zo'n beetje gelijk uit. Het was niet meer rendabel om alleen naar Rotterdam te rijden en toen zeiden ze dat hij dan ook maar in de vut moest", vertelt zijn vrouw. „Maar ik vond dat maar niets. Ik moest met een briefje naar het ge meentehuis voor een uitkering en we hadden altijd gewerkt voor de kost. Maar ze zeiden dat iemand die zo lang heeft gewerkt, nu dan ook best eens zo iets mocht krij gen, En ze hebben er altijd keurig voor gezorgd dat het geld er kwam." Er kwam één kind in het gezin van De Bruine. Dochter Plonie werd geboren op 15 december 1941. In middels zijn er vier kleinkinderen (allemaal jongens) en drie achter kleinkinderen (twee meisjes en een jongen). Ook mevrouw De Bruine werkte zo nu en dan om ex tra inkomsten te hebben. Ze plukte appels of wiedde in de zilveruien. „Ik had ook nog wel wat andere bezigheden naast het huishouden. Ik was eerst lid van de meisjesver eniging en later ook nog een tijdje van de vrouwenvereniging. Verder heb ik zo'n 15 jaar met Kerstmis voorgelezen voor bejaarden. En ik heb heel veel geborduurd. Maar handwerken doe ik nu niet meer, wel lees ik heel veel." Haar man is bepaald geen stilzitter. Met zijn 84 jaar is De Bruine nog heel actief. „De tuin doe ik niet meer zelf. Die heb ik afgestoten", lacht de Sint- Philipslander. „Maar tot voor een jaar geleden verzamelde ik nog wel oud ijzer en dat verkocht ik dan in Rotterdam. Maar nu doe ik dat niet meer. De vrouw vond dat de stoep er te vies van werd. Ik fiets graag een rondje. Gisteren ben ik nog naar Sint-Annaland ge weest." „Zonder het te vertellen", moppert zijn vrouw een beetje. De Bruine rijdt ook nog steeds au to, ondanks zijn hoge leeftijd. „Geen lange afstanden meer, want ik heb staar. Daar moet ik eerst aan geopereerd worden", zegt hij met enige spijt. Maar tot voor kort reed het echtpaar nog wel overal naar toe. Nu zijn het hoofdzakelijk de ritjes voor de boodschappen. De Bruine heeft aardig wat auto's ge had. Eén heeft hij met zware pech laten staan bij Moerdijk. „Ik heb nooit meer wat van die slopers ge hoord." En een andere vloog in brand op de veerboot tussen Anna Jacobapolder en Zijpe. De Bruine kijkt er olijk bij en weet ook uit zijn werktijd in Rotterdam nog wat verhalen op te diepen. „Ik heb eens een diefstal opgelost. Toen een agent die ik kende, me vroeg of ik toch niets gezien had, kon ik hem het kenteken van een busje geven. Dat had ik in die buurt nooit gezien en ik noteerde het kenteken. Een dag later zat die ke rel op het bureau", vertelt de Sint- Philipslander met zichtbaar ple zier. „Ook ben ik nog eens samen met een juwelier achter een paar jongens aangegaan. Die hadden een ring gestolen. Eén hebben we er uiteindelijk nog te pakken ge kregen." Negen jaar geleden kwam het echtpaar van de Sluis - daar waren ze vanuit de Noordweg naartoe verhuisd - in Sint-Philipsland wo nen. „In het begin had ik het daar toch wel een beetje moeilijk mee. Maar het wende heel snel en nu zou ik niet meer terug willen. Al was het alleen maar voor de bood schappen. Je kunt in Anna Jacoba polder niet eens een brood meer kopen", zegt de 86-jarige me vrouw De Bruine. „We wonen hier goed en de buren zijn heel gezel lig. Bovendien zitten we dicht bij onze dochter en kleinkinderen." Hoewel het echtpaar vaak op va kantie ging naar Limburg, ging het slechts één keer naar het buiten land. „Dat was met onze klein zoon. We hebben in Engeland de familie bezocht van een militair die in de oorlog gelegerd was in de school van Anna Jacobapolder. Hij was al overleden, maar we hadden nog correspondentie met zijn vrouw en kinderen", vertelt me vrouw De Bruine. Twee keer moest het echtpaar gedwongen hun huis verlaten: tijdens de inun datie en na de ramp. Het echtpaar zit prima in Sint-Phi lipsland en heeft dan ook nooit de wens gehad om te verhuizen naar bijvoorbeeld Rotterdam. „Het is hier lekker rustig. En we hebben hier al onze familie en vrienden. Laat ons hier maar zitten." Het zestigjarig bruiloftsfeest werd gi steren gevierd met een een recep tie en een etentje. De provincie is benieuwd naar de wensen van mensen die gebruik maken van het openbaar vervoer (bus en lijntaxi). Daarom worden vijf klantenpanels in het leven ge roepen, waarvan één voor Tholen/Sint-Philipsland. Onderwer pen die in het panel aan bod komen zijn: de kwaliteit en uitvoering van de dienstregeling, het comfort van de bussen, lijntaxi's en bushaltes, sociale veiligheid en de klantvrien delijkheid van de chauffeurs. Twee keer per jaar komt het panel - dat zo'n vijftien personen zal tellen - bijeen om hierover te praten. De er varingen en wensen moeten de pro vincie helpen bij de keuze waaraan het beschikbare geld het beste kan worden uitgegeven, met als doel een beter openbaar (bus)vervoer. Inwoners die belangstelling hebben, kunnen zich aanmelden voor het pa nel. Zij moeten geen organisatie op het gebied van openbaar vervoer vertegenwoordigen, maar op per soonlijke titel deelnemen. De be doeling is om zoveel mogelijk ge bruikersgroepen in het panel te krijgen: scholieren, ouderen, men sen die niet altijd over een auto kun nen beschikken. Reiskosten naar de bijeenkomsten - de eerste zal in het vroege voorjaar van 2000 zijn - worden vergoed. Opgave kan tot 14 januari bij de directie infrastructuur en vervoer van de provincie. Meer informatie is verkrijgbaar bij D. van Essen, tel. 0118-631611. Of via in ternet: www.zeeland.nl. De overeenkomst over verkeerson derwijs tussen de gemeente en het Thoolse voortgezet onderwijs (Schelde college en Calvijncollege) wordt verlengd. Drie jaar geleden tekenden de partijen een convenant, op basis waarvan de gemeente jaar lijks 3000 gulden beschikbaar stelt. Van het geld wordt een taakuur voor een docent bekostigd en activiteiten en materialen betaald. Met het con venant spelen de partijen in op het plan van de projectgroep verkeerse- ducatie in het voortgezet onderwijs (vevo) van het regionaal orgaan ver keersveiligheid Zeeland. De scho len moeten het onderwerp verkeers- eduactie opnemen in het school werkplan, een verkeerscoördinator aanwijzen en iemand afvaardigen naar vergaderingen van de werk groep verkeer van de gemeente. Het vervolgconvenant wordt op 14 december in het Schelde college on dertekend. Bezwaren streekplan. De Raad van State buigt zich morgen, vrijdag, over de bezwaren tegen het streek plan Zeeland. Onder de bezwaarma kers zijn RC. Fase uit Sint-Annaland en andere varkenshouders. Verder is M.M. Blok uit Poortvliet één van de bezwaarmakers tegen herziening van het streekplan Groningen.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1999 | | pagina 3