Ziekenverzorgster bij te vroeg
geborenen en zieke bejaarden
urprise
Rennend door Rotterdam achter
paar jonge ju weiendie ven aan
Dwalingen van het college
^siniratuin
Bezet gebied
Astrid van Vossen (23) werkt drie maanden in Jeruzalem en Tel Aviv
Bijbelse plaatsen
Hek Ter Tolne anderhalve meter
995
Sint-Phïlipslands echtpaar De Bruine-Quist 60 jaar getrouwd
Meepraten over
bus en lijntaxi
Donderdag 2 december 1999
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
3
Ze wilde eerst naar een ontwikkelingsland, maar kwam
met een collega in Israël terecht waar ze drie maanden
werkte als ziekenverzorgster in een ziekenhuis en een
bejaardentehuis. Voor Astrid van Vossen uit Tholen was
het ook een manier om het land van de bijbel te leren
kennen. Voordat ze uit Nederland vertrok nam ze ont
slag. Toen ze terugkwam kon ze na drie dagen alweer
aan het werk in zorgcentrum Ten Anker. Nu volgt ze de
opleiding tot A-verpleegkundige en ze hoopt later alsnog
naar een ontwikkelingsland uitgezonden te worden.
Te vroeg geboren
Drugs en hoeren
Overspannen
Oproepkracht
Ze hebben het goed naar hun zin in hun bungalowtje aan
de Gladiolenstraat in Sint-Philipsland. Abraham Chris-
toffel de Bruine en Willemina Janna de Bruine-Quist wa
ren gisteren 60 jaar getrouwd. Het echtpaar kan in het al
gemeen terugkijken op een gelukkig leven.
Handel
Oud ijzer
Verhuizen
Verkeersonderwijs
middelbare scholen
krijgt een vervolg
„Ik wilde eerst als vrijwilligster Schiphol waar Astrid en Trudy ge-
naar een ontwikkelingsland, maar
het bleef nogal vaag. Mijn collega
was bezig om naar Engeland te
gaan, maar dat was ook onzeker. Zo
kwamen we samen bij de stichting
HiP, Het Israël Project uit Amster
dam terecht. Die bemiddelt in het
uitzenden van vrijwilligers voor
verzorgingstehuizen en ziekenhui
zen."
Astrid en haar collega Trudy Hoog-
straaten (24) uit Voorschoten namen
allebei ontslag in het tehuis in Rid
derkerk waar ze werkten, om naar
Israël te gaan. „Dat konden we
makkelijk doen. Er is toch genoeg
werk als je terugkomt." Dat bleek
ook zo. Astrid kwam op een dins
dag terug. Op vrijdag al kon ze als
oproepkracht bij zorgcentrum Ten
Anker terecht. Is er in Nederland
volop behoefte aan personeel in de
zorgsector, in Israël is dat niet min
der.
Daar is bovendien ook gebrek aan
opgeleid personeel en geld om de
tehuizen te runnen. „Je mag zelf
weten hoe lang je er wilt werken en
wat je wilt gaan doen. Het is vrij
willigerswerk. Je moet het zien als
een bijdrage aan de staat Israël. Je
krijgt wel kost en inwoning. Bij
sommige tehuizen een zakcentje.
En het is het land van de bijbel na
tuurlijk. De bijbel gaat veel meer
voor je leven als je de bekende
plaatsen bezoekt. We hebben het
hele land doorgereisd. Het is ook
leuk om met die cultuur in aanra
king te komen."
Reizen naar Israël begint al op
Met een Arabische collega van
het ziekenhuis bracht Astrid
een bezoek aan Bethlehem en
Hebron, in door Israël bezet
Arabisch gebied. „Als twee
meiden alleen hadden we het
niet gedaan, maar hij kwam er
vandaan en was wel te vertrou
wen. Alleen bij de militaire
grenspost bleek hij zijn pas
poort vergeten te hebben en
mochten we niet verder. Hij
had wel het pasje van het zie
kenhuis bij zich, maar dat ac
cepteerden ze niet. Via een an
dere weg is het ons toch gelukt
om er binnen te komen."
scheiden van elkaar werden onder
vraagd voordat ze het vliegtuig van
El Al mochten instappen. „De con
trole is heel streng. De verhalen van
Trudy en mij werden met elkaar
vergeleken. Ze vragen wat je in Is
raël gaat doen, hoe lang je blijft,
van wie de koffers zijn die je bij je
hebt. Of je ze niet even onbeheerd
hebt laten staan op Schiphol. Wie je
vliegticket geregeld heeft. Of je iets
hebt aangepakt van iemand. Het is
puur voor de veiligheid en alles in
het Engels. Het was soms hakkelen
om het goed uit te kunnen leggen."
Ook na de controle bij de douane
werden de reizigers weer aan een
onderzoek onderworpen, zij het
minder intensief.
Astrid wist waar ze naar toe zou
gaan. Eerst een maand naar het zie
kenhuis Shaarezedek in Jeruzalem,
daarna twee maanden naar het be
jaardentehuis Galei'h Opera in Tel
Aviv. De eerste indrukken bij aan
komst in Tel Aviv? „Zon, heel veel
mensen op straat en veel militairen.
Overal een drukte van belang." Het
tweetal moest zelf met de bus naar
het ziekenhuis, een rit van 3 kwar
tier van het vliegveld Ben Gurion
naar Jeruzalem. „Ook bij het zie
kenhuis zijn er veel bewakers. Ze
kijken altijd in je tas voordat je bin
nengaat. We moesten eerst zeggen
wie we wilden spreken. We kregen
een rondleiding door het ziekenhuis
dat negen afdelingen heeft en twee
ondergrondse afdelingen voor het
geval er iets opdoet."
Astrid kwam op de afdeling voor te
vroeg geboren baby's terecht (neo-
natalogie). „Ik moest helpen bij de
controle van de baby's, temperatuur
en polsslag meten, luiers verscho
nen, flesjes geven. Het waren alle
maal couveusekindjes die aan de
apparatuur lagen. Op den duur ga je
elk piepje leren kennen." Het werk
was niet altijd even gemakkelijk.
Astrid kreeg in het Engels uitleg,
wat ze niet altijd meteen begreep.
Maar dankzij een Nederlandse ver
pleger die al 14 jaar in het zieken
huis werkt, leerde Astrid snel. „De
kinderen kwamen van de intensive
care op een kamer van 3 tot 5 ba
by's. Sommigen waren net 28 we
ken. Die kun je zo op je hand laten
liggen. Het was wel een beetje eng.
Astrid van Vossen met een van de patiënten in het Shaarezedek ziekenhuis in Jeruzalem.
De moeders waren thuis. Omdat de
kindjes niet volgroeid waren moes
ten ze in het ziekenhuis blijven."
Astrid werkte van zeven uur 's och
tends tot half drie 's middags. „We
hadden altijd een dagdienst. Eén
keer heb ik tijdens de sabbat ge
werkt. Die duurt van vrijdagavond
tot zaterdagavond. Veel religieuze
joden mogen dan bijvoorbeeld niet
de knopjes van de apparatuur bedie
nen en rapporten schrijven, maar
wel de fles geven. Als er een knopje
ingedrukt moest worden, zeiden ze
dat tegen mij. Een van de Arabieren
die er werkte, schreef dan het rap
port van die avond. Ook mogen ze
geen licht aan of uit doen. Soms
was het wel heel krom, vond ik. Het
ene wel en het andere niet mogen
doen. Maar ja, zo zijn hun wetten.
En het was wel leuk om mee te ma
ken."
In het ziekenhuis werken veel Israë
lische meisjes die vanwege hun ge
loofsovertuiging geen militaire
dienstplicht vervullen. „Iedereen
moet daar in het leger, maar deze
meisjes hoefden niet, maar moesten
dan wel vrijwilligerswerk doen. Le
germeisjes noemden we ze."
Na twee weken wisselde ze van
werk. Astrid kwam op de interne af
deling terecht. „Er lagen voorname
lijk mensen die in een bejaardente
huis thuishoren maar voor wie geen
plaats is. Op die afdeling werken
weer veel Filipijnen die zes dagen
achtereen de mensen verzorgen.
Sommige patiënten hadden ernsti
ge ziekten zoals kanker. Anderen
waren zwaar astmatisch, hadden
botbreuken of grote wonden. Ik
kreeg de zorg voor 15 patiënten. Er
waren veel verpleeghulpen zonder
opleiding en twee verpleegkundi
gen waar wij dan mee meeliepen."
Wat Astrid opviel was dat de ver
zorging niet echt volgens de regels
verloopt zoals ze die in Nederland
is geleerd. „Mensen worden op bed
gewassen en afgedroogd met de la
kens waar ze op liggen. Je weet echt
niet wat je ziet. Ze doen maar een
dotje. Dan wordt heel het bed ver
schoond."
Opvallend is dat er bijna altijd wel
familie is die blijft slapen op een
stoel naast het bed. „Dag in dag uit
is er iemand bij. Het is veel bedrij-
viger dan op de baby-afdeling."
Trudy en Astrid woonden in een
zusterflat bij het ziekenhuis. Op de
vrije dagen gingen ze de oude stad
in. „De vrije dagen hebben we alle
maal ingepland voor bezoekjes aan
bekende plaatsen. Zo gingen we
vaak het oude Jeruzalem in met die
nauwe straatjes waar altijd veel
mensen rondliepen. Van het tehuis
kregen we een buskaart, maar we
hebben ook veel te voet gedaan om
dat we niet elke keer om een nieuwe
buskaart wilden vragen."
Lag het ziekenhuis buiten de stad,
het bejaardentehuis Galei'h Opera
in Tel Aviv lag midden in een druk
ke stadswijk, maar slechts vijf mi
nuten lopen van het strand. „Het is
door een echtpaar opgestart. In de
foyer van het gebouw lagen vroeger
de spuiten van drugsgebruikers. De
wijk was voorheen een wijk voor
verslaafden en hoeren. Het was er
bepaald geen luxe. Het was alle
maal oud, maar wel leuk ingedeeld.
De kamer die we kregen was heel
vies; de kakkerlakken liepen er
rond. We hebben eerst maar eens
die kamer flink onder handen geno
men."
Samen kwamen ze op één afdeling
met 22 bewoners, het merendeel
vrouwen in tweepersoons kamers.
„Een beetje oud en smoezelig, maar
op elke kamer een douche. Demente
en niet demente ouderen woonden
door elkaar. Het waren joden die
overal vandaan kwamen: uit Oos
tenrijk, Polen, Duitsland en Ameri
ka. Het was een mengelmoesje aan
talen: Hebreeuws, Engels en Duits.
En bij het personeel waren veel
Russen. Die waren er niet voor op
geleid. Er was ook een arts en een
fysiotherapeut. Die kwam weer uit
Zuid-Afrika."
Was Astrid gewoon ouderen in Rid
derkerk elke dag van top tot teen te
wassen, in Galei'h Opera werd dat
om de dag gedaan. „Op de dag dat
ze niet werden gewassen, werden ze
alleen maar aangekleed. We hebben
daar dingen gezien die hier ondenk
baar zijn. Zo werd er soms bij drie
mensen op een rij een schone broek
aangedaan. Er is geen enkele priva
cy."
Astrid kreeg ook verhalen te horen
uit een tehuis in de buurt. Van Ne
derlandse jongeren die daar vrijwil
ligerswerk verrichten. „Die vertel
den dat er mensen zelfs geslagen
werden. Er is geprobeerd om dat
ook aan te kaarten. Zelf heb ik dat
niet gezien, hoor."
De overspannen manier waarop ge
werkt wordt, heeft volgens de zie
kenverzorgster te maken met het
feit dat het personeel te lang achter
een werkt. „Dat vermoeden we. Als
je van 's ochtends zeven tot 's
avonds acht werkt, aan één stuk
door, kun je niet normaal functio
neren. En als je dan ook nog niet
eens opgeleid bent..."
De bazin van het bejaardentehuis
waar Astrid werkte, was volgens de
ziekenverzorgende juist heel erg
bereid om nieuwe dingen over te
nemen. „Zij vroeg aan ons: als je
wat ziet wat verbeterd kan worden,
zeg het me. Dat hebben we ook ge
daan. Het gebeurde dat de ver
pleeghulpen al van het eten uit de
kar aten voor het opdienen, en de
rest aan de bewoners gaven. Dat
hebben we gemeld. Daarna is er va
ker gecontroleerd. Regel was,"dat
het personeel eten mocht van wat er
over was. Niet andersom natuur
lijk."
De vrijwilligsters kregen ook de
taak de bewoners bezig te houden.
Ze namen de bejaarden mee naar
buiten. Vaak naar het strand, als het
niet te heet was tenminste. En altijd
kregen de bewoners een petje op te
gen de zon. Of ze speelden memo
ry. En hielpen de fysiotherapeut bij
de controle van de motoriek van de
bewoners. „Elke vrijdag kwam er
een man op een gitaar en een
mondharmonika spelen. Twee keer
kwam er een schoolklas en op za
terdagochtend kwam er een vrouw
piano spelen. We vonden het erg
dat we na twee manden weggingen.
De mensen ook. Je raakt toch aan
elkaar gewend. Ze riepen aan ons
vaak: Hee, Holandia."
Astrid kon weer snel aan de slag
toen ze terug was. Als oproepkracht
bij Ten Anker en via een uitzendbu
reau ook in het ABG in Bergen op
Zoom. Op 1 oktober werd ze aan
genomen als aspirant-leerling in het
ziekenhuis Lievensberg. In januari
begint ze de 2-jarige opleiding tot
A-verpleegkundige. Behalve in
Lievensberg valt ze ook in als ver
zorgende in Ten Anker. „Ik wil op
den duur ook nog wel eens naar een
ontwikkelingsland. Daarom ga ik
de A-verpleging in." Of ze dat als
een roeping beschouwd? „Dat vind
ik nogal een groot woord. Via de
Nederlandse Hervormde Kerk heb
ik ook aan een gehandicaptenweek
meegedaan en ben ik twee weken
mee geweest naar Roemenië. Als ik
helpen kan, dan vind ik dat mooi.
Om dat te kunnen en mogen doen,
ja."
Astrid en haar metgezel be
zochten bijbelse en heilige
plaatsen, zoals de berg Karmel
bij Haifa waar de krachtme
ting tussen de profeet Eiia en
de priesters van Baal plaats
vond. Nazareth waar ze de
kerk bezochten 'waar de engel
aan Maria verscheen.' Op weg
naar Tiberias aan het Meer van
Galilea en de kibboets Ginno-
sar waar op dat moment Erik
van Gorsel uit Tholen ver
bleef, het meer waar Jezus en
zijn discipelen hebben gevaren
en Tapga waar Jezus de me
nigte spijzigde met vijf broden
en twee vissen. „We zijn drie
dagen in de kibboets gebleven
waar Erik ons heeft rondge
leid. Hij had ook een berg
Eendrachtbodes liggen, maar
die heb ik niet allemaal gele
zen, hoor."
Astrid zocht ook de berg Tabor
op ten zuidoosten van Naza
reth, de 'berg van de verheer
lijking'. „We liepen veel. Vaak
kwamen er taxichauffeurs zich
opdringen. We reden mee naar
een dorpje. Toen we uitstapten
gaf hij zijn telefoonnummer,
maar hij hoefde ons niet op te
halen. We zijn verder gaan lo
pen. Vele kilometers hebben
we gelopen. Dat gebeurde in
de Bijbel toch ook? Het paste
er wel bij."
Naar aanleiding van een mededeling
in de Eendrachtbode van 12 augus
tus, onder plaatselijk nieuws Scher-
penisse, willen wij graag het volgen
de kwijt.
Al jaren is er in de wijk west van
Scherpenisse last van te hard rijden.
En al die tijd hebben verschillende
personen bij de gemeente gevraagd
hier iets aan te doen. Vorig jaar heb
ben enkele bewoners samen - en on
dersteund door de wijk - nogmaals
getracht een oplossing te vinden
voor dit probleem. Er is op zeer
zorgvuldige wijze te werk gegaan
richting de gemeente Tholen, maar
zonder resultaat.
De gemeente Tholen nam niet eens
de moeite om antwoord te geven op
schriftelijke vragen. Maar na een
jaar wachten is er dan eindelijk ant
woord. Drie zinnen in een stukje
plaatselijk nieuws geven antwoord
op onze vraag om maatregelen. De
tekst is letterlijk: 'Het realiseren van
30-km zones in woonwijken gebeurt
fasegewijs en wordt gecombineerd
met herbestratingen. De subsidiemo
gelijkheden ervoor zijn beperkt.
Voorstellen over herinrichting van de
wijk west zullen worden uitgewerkt
als er meer duidelijk is over het plan
om de grondwaterproblematiek in
deze wijk aan te pakken.' Aldus bur
gemeester en wethouders. Uit deze
drie zinnen kunnen wij opmaken dat:
a) Het water ons aan de lippen staat;
al jaren, b) Wij als burgers nog
steeds niet voldoende subsidie aan
de gemeente verstrekken, c) Wij
eerst de straatstenen zullen moeten
gaan verwijderen zodat men kan
gaan herinrichten. Maar het zoge
noemde herinrichten van de wijk is
helemaal niet nodig. Enkele simpele
verkeersremmende maatregelen zijn
voldoende en hoeven helemaal niet
duur te zijn. Dan doen we het maar
niet in het kader van het verkeers
plan duurzaam veilig. Het is echter
bekend dat de gemeente liever geld
uitgeeft aan projecten die mislukken
dan aan een goedkope oplossing die
ze zelf niet bedacht heeft. Met verba
zing kijkt men naar de opkomst als
we weer mogen gaan stemmen. Er is
toch niemand die deze burgemeester
en wethouders nog serieus neemt?
Ook de gemeenteraad is veel te laks
en volgt gedwee de dwalingen van
het college. Onze inzet in het aange
ven of verbeteren van de woonwijk
stopt hiermee. Maar een kritische
houding ten aanzien van de gemeen
te Tholen blijft bestaan.
Namens de werkgroep veilige
woonkern Scherpenisse,
J. van Gorsel.
Rond het plein van de openbare ba
sisschool Ter Tolne in Tholen komt
een hek van anderhalve meter hoog.
Op die manier hoopt de gemeente
vandalen buiten de poort te houden.
Sinds er om de aangrenzende Eben-
Haëzerschool een hek staat, is aan
Ter Tolne voor 3200 gulden vernield
en dat is aanmerkelijk meer dan in
het verleden. Bovendien is een paar
weken geleden geprobeerd de school
in brand te steken. Daarom komt het
gemeentebestuur terug op het besluit
om pas eind volgend jaar te bezien of
er hekwerken rond meer scholen ge
plaatst moeten worden. Maar Ter
Tolne blijft een uitzondering. Naast
de explosie van vandalisme is er
overlast van jongeren die het plein
gebruiken als sluiproute tussen de
Zoekweg en de Molenvlietsedijk en
ook zoiets doet zich bij andere scho
len niet voor. Dat een deel van het
bestaande 75 cm hoge hek verplaatst
moet worden in verband met de re
constructie van de Molenvlietsedijk,
is voor de gemeente reden om nu ac
tie te ondernemen. Er is 161 meter
hekwerk nodig en de kosten daarvan
worden op ƒ19.000,- geraamd.
Witte aronskelkachtige plant in een mooi
glazen vaasje.Verrassend geschenk
in deze cadeaumaand. Deze trendy
Spathiphyllum wil wel graag
binnen op een licht plekje staan.
Nu compleet van 15.95 voor
HALSTEREN
Halsterseweg 65a,
Tel. 0164-683036
www.intratuin.nl
V HET GROENE WARENHUIS
Extra koopavond: Wo. 8 december tot 21.00 uur. Do. en vrij tot 21.00 uur.
Advertentie I.M.
Het echtpaar De Bruine-Quist heeft het, ook na zestig jaar huwelijk, met elkaar nog goed naar de zin in Sint-Philipsland.
Dat de twee echtelieden elkaar hebben we dat toen maar gedaan."
hebben ontmoet, lijkt niet zo voor
de hand te liggen. De Bruine komt
namelijk zelf uit Oosterland (op
Schouwen-Duiveland). Zijn vrouw
is geboren en getogen in Anna Ja-
cobapolder. Hoe kom je elkaar
dan tegen anno 1939? „Als er wat
te doen was op hoogtijdagen (met
Pasen of Pinksteren), dan gingen
we op de fiets naar Schouwen",
vertelt mevrouw De Bruine. „Daar
kwamen we elkaar tegen. Boven
dien lag mijn broer Lauw samen
met Bram in dienst in Bergen op
Zoom." Ze hadden vier jaar verke
ring toen de 26-jarige Willemien
en de 24-jarige Bram met elkaar
trouwden. „In het weekeinde wil
de mijn familie ons eigenlijk hier
hebben en zijn familie wilde ons
op Schouwen hebben", legt me
vrouw De Bruine uit. „Al dat heen
en weer gereis; ze zeiden dat we
dan eigenlijk maar net zo goed
konden trouwen. En omdat we
toch al vier jaar met elkaar liepen,
Het werd een huwelijksfeest bij de
bruid thuis (gebruikelijk in die
tijd). „We hadden gelukkig nog
wel wat extra's. Er was een kren
tenbrood en er waren lekkere
koekjes. Niet zo groots als tegen
woordig, maar we hadden niet te
klagen", zegt mevrouw De Brui
ne. Toch was niet alles rozengeur
en maneschijn in die tijd, want De
Bruine viel onder de mobilisatie
en werd in Hamersveld (bij
Amersfoort) gestationeerd. „Maar
wij hebben niet daadwerkelijk
hoeven vechten, want we werden
teruggetrokken via Diemen naar
Amsterdam", vertelt De Bruine
die na de capitulatie al vrij snel
weer naar huis mocht. In die tus
sentijd woonde zijn kersverse
vrouw in bij boer T. Boudeling
waar ze een dienstbetrekking had.
Later ging het echtpaar in een
huurhuisje aan de Noordweg wo
nen. „We betaalden toen twee gul
den huur per maand. Dat is nog
eens wat anders dan tegenwoor
dig", lacht De Bruine. Zijn vader
was commissionair en de handel
zat ook zoonlief in het bloed. Toch
moest hij in Anna Jacobapolder
met de vader en broers van zijn
vrouw op het land gaan werken bij
boer A. Wisse. „Maar daar was ik
niet zo dol op. Om wat bij te ver
dienen, werd ik opkoper en hande
laar in wild en duiven enzovoort.
Dat moest tussendoor gebeuren,
want ik werkte gewoon op het
land."
Later ging De Bruine werken in
de havens van Rotterdam en tot
aan zijn vut werkte hij bij de ge
meentereiniging van Rotterdam.
„Hij was nog maar 62 toen hij
naar huis kwam. Hij reed altijd
met een groep andere mannen mee
met de auto. Die gingen er echter
allemaal zo'n beetje gelijk uit. Het
was niet meer rendabel om alleen
naar Rotterdam te rijden en toen
zeiden ze dat hij dan ook maar in
de vut moest", vertelt zijn vrouw.
„Maar ik vond dat maar niets. Ik
moest met een briefje naar het ge
meentehuis voor een uitkering en
we hadden altijd gewerkt voor de
kost. Maar ze zeiden dat iemand
die zo lang heeft gewerkt, nu dan
ook best eens zo iets mocht krij
gen, En ze hebben er altijd keurig
voor gezorgd dat het geld er
kwam."
Er kwam één kind in het gezin van
De Bruine. Dochter Plonie werd
geboren op 15 december 1941. In
middels zijn er vier kleinkinderen
(allemaal jongens) en drie achter
kleinkinderen (twee meisjes en
een jongen). Ook mevrouw De
Bruine werkte zo nu en dan om ex
tra inkomsten te hebben. Ze plukte
appels of wiedde in de zilveruien.
„Ik had ook nog wel wat andere
bezigheden naast het huishouden.
Ik was eerst lid van de meisjesver
eniging en later ook nog een tijdje
van de vrouwenvereniging. Verder
heb ik zo'n 15 jaar met Kerstmis
voorgelezen voor bejaarden. En ik
heb heel veel geborduurd. Maar
handwerken doe ik nu niet meer,
wel lees ik heel veel." Haar man is
bepaald geen stilzitter. Met zijn 84
jaar is De Bruine nog heel actief.
„De tuin doe ik niet meer zelf. Die
heb ik afgestoten", lacht de Sint-
Philipslander. „Maar tot voor een
jaar geleden verzamelde ik nog
wel oud ijzer en dat verkocht ik
dan in Rotterdam. Maar nu doe ik
dat niet meer. De vrouw vond dat
de stoep er te vies van werd. Ik
fiets graag een rondje. Gisteren
ben ik nog naar Sint-Annaland ge
weest." „Zonder het te vertellen",
moppert zijn vrouw een beetje.
De Bruine rijdt ook nog steeds au
to, ondanks zijn hoge leeftijd.
„Geen lange afstanden meer, want
ik heb staar. Daar moet ik eerst aan
geopereerd worden", zegt hij met
enige spijt. Maar tot voor kort reed
het echtpaar nog wel overal naar
toe. Nu zijn het hoofdzakelijk de
ritjes voor de boodschappen. De
Bruine heeft aardig wat auto's ge
had. Eén heeft hij met zware pech
laten staan bij Moerdijk. „Ik heb
nooit meer wat van die slopers ge
hoord." En een andere vloog in
brand op de veerboot tussen Anna
Jacobapolder en Zijpe. De Bruine
kijkt er olijk bij en weet ook uit
zijn werktijd in Rotterdam nog wat
verhalen op te diepen. „Ik heb
eens een diefstal opgelost. Toen
een agent die ik kende, me vroeg
of ik toch niets gezien had, kon ik
hem het kenteken van een busje
geven. Dat had ik in die buurt
nooit gezien en ik noteerde het
kenteken. Een dag later zat die ke
rel op het bureau", vertelt de Sint-
Philipslander met zichtbaar ple
zier. „Ook ben ik nog eens samen
met een juwelier achter een paar
jongens aangegaan. Die hadden
een ring gestolen. Eén hebben we
er uiteindelijk nog te pakken ge
kregen."
Negen jaar geleden kwam het
echtpaar van de Sluis - daar waren
ze vanuit de Noordweg naartoe
verhuisd - in Sint-Philipsland wo
nen. „In het begin had ik het daar
toch wel een beetje moeilijk mee.
Maar het wende heel snel en nu
zou ik niet meer terug willen. Al
was het alleen maar voor de bood
schappen. Je kunt in Anna Jacoba
polder niet eens een brood meer
kopen", zegt de 86-jarige me
vrouw De Bruine. „We wonen hier
goed en de buren zijn heel gezel
lig. Bovendien zitten we dicht bij
onze dochter en kleinkinderen."
Hoewel het echtpaar vaak op va
kantie ging naar Limburg, ging het
slechts één keer naar het buiten
land. „Dat was met onze klein
zoon. We hebben in Engeland de
familie bezocht van een militair
die in de oorlog gelegerd was in de
school van Anna Jacobapolder. Hij
was al overleden, maar we hadden
nog correspondentie met zijn
vrouw en kinderen", vertelt me
vrouw De Bruine. Twee keer
moest het echtpaar gedwongen
hun huis verlaten: tijdens de inun
datie en na de ramp.
Het echtpaar zit prima in Sint-Phi
lipsland en heeft dan ook nooit de
wens gehad om te verhuizen naar
bijvoorbeeld Rotterdam. „Het is
hier lekker rustig. En we hebben
hier al onze familie en vrienden.
Laat ons hier maar zitten." Het
zestigjarig bruiloftsfeest werd gi
steren gevierd met een een recep
tie en een etentje.
De provincie is benieuwd naar de
wensen van mensen die gebruik
maken van het openbaar vervoer
(bus en lijntaxi). Daarom worden
vijf klantenpanels in het leven ge
roepen, waarvan één voor
Tholen/Sint-Philipsland. Onderwer
pen die in het panel aan bod komen
zijn: de kwaliteit en uitvoering van
de dienstregeling, het comfort van
de bussen, lijntaxi's en bushaltes,
sociale veiligheid en de klantvrien
delijkheid van de chauffeurs. Twee
keer per jaar komt het panel - dat
zo'n vijftien personen zal tellen -
bijeen om hierover te praten. De er
varingen en wensen moeten de pro
vincie helpen bij de keuze waaraan
het beschikbare geld het beste kan
worden uitgegeven, met als doel een
beter openbaar (bus)vervoer.
Inwoners die belangstelling hebben,
kunnen zich aanmelden voor het pa
nel. Zij moeten geen organisatie op
het gebied van openbaar vervoer
vertegenwoordigen, maar op per
soonlijke titel deelnemen. De be
doeling is om zoveel mogelijk ge
bruikersgroepen in het panel te
krijgen: scholieren, ouderen, men
sen die niet altijd over een auto kun
nen beschikken. Reiskosten naar de
bijeenkomsten - de eerste zal in het
vroege voorjaar van 2000 zijn -
worden vergoed. Opgave kan tot 14
januari bij de directie infrastructuur
en vervoer van de provincie. Meer
informatie is verkrijgbaar bij D. van
Essen, tel. 0118-631611. Of via in
ternet: www.zeeland.nl.
De overeenkomst over verkeerson
derwijs tussen de gemeente en het
Thoolse voortgezet onderwijs
(Schelde college en Calvijncollege)
wordt verlengd. Drie jaar geleden
tekenden de partijen een convenant,
op basis waarvan de gemeente jaar
lijks 3000 gulden beschikbaar stelt.
Van het geld wordt een taakuur voor
een docent bekostigd en activiteiten
en materialen betaald. Met het con
venant spelen de partijen in op het
plan van de projectgroep verkeerse-
ducatie in het voortgezet onderwijs
(vevo) van het regionaal orgaan ver
keersveiligheid Zeeland. De scho
len moeten het onderwerp verkeers-
eduactie opnemen in het school
werkplan, een verkeerscoördinator
aanwijzen en iemand afvaardigen
naar vergaderingen van de werk
groep verkeer van de gemeente.
Het vervolgconvenant wordt op 14
december in het Schelde college on
dertekend.
Bezwaren streekplan. De Raad van
State buigt zich morgen, vrijdag,
over de bezwaren tegen het streek
plan Zeeland. Onder de bezwaarma
kers zijn RC. Fase uit Sint-Annaland
en andere varkenshouders. Verder is
M.M. Blok uit Poortvliet één van de
bezwaarmakers tegen herziening van
het streekplan Groningen.