Militaire vliegtuigen spelen
hoofdrol in hobby Tholenaren
'Gestampte pot' gunt publiek blik
in de keuken van vroeger tijden
College wil besparen op
uitgaven gehandicapten
^intratuin
De Nijverheid
draait meest
3
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Donderdag 8 april 1999
Gemeente bekijkt gevolgen met werkgroep
Extra strip
Van deur tot deur
Menners geslaagd
Tholen speelt een centrale
rol in de international plas
tic modellers society Ne
derland (IPMS). Elke twee
maanden treffen de leden
uit West-Brabant en Zee
land (de regio Zuid-West)
elkaar in Meulvliet in Tho
len. De leden bouwen
vooral vliegtuigen, boten
en vrachtwagens. Opval
lend veel militair mate
rieel. Uiterst precies wor
den de modellen nage
maakt. De oorlog in Joego
slavië wordt door een aan
tal leden nauwlettend in de
gaten gehouden. Ze ken
nen de meeste vliegtuigen
die de bombardementen
uitvoeren, omdat ze de kis
ten wel eens nagebouwd
hebben.
Regio Zuid-West voor plastic modelbouwers kiest voor Meulvliet
Reeks van Fokker
Kinderspeelgoed
Luchtvaartshows
Oud-Sint-Philipslander opent seizoen streekmuseum de Meestoof
De gestampte pot. Dat is de titel van de nieuwe tentoon
stelling van streekmuseum De Meestoof in Sint-Anna-
land. Zoals de titel doet vermoeden, gaat het over eten en
met name de bereiding ervan en welke attributen men
daarbij nodig heeft.
Wecken
Kruikje jenever
Hooikist
Suikerbieten
De gemeente Tholen gaat bezuinigen op de wet voorzieningen gehandi
capten. Samen met de stichting gehandicaptenbeleid Tholen zal het col
lege bekijken hoe de bezuinigingen in de praktijk uitvallen. De commis
sie algemeen bestuur en welzijn pleitte er dinsdagavond voor om het
effect van de maatregelen regelmatig te bespreken om ervoor te waken
dat er niemand tussen wal en schip raakt. Wethouder I.C. Moerland
zegde toe zich hiervoor sterk te maken.
Het college kampt met een overschrij
ding van de begroting van de wet
voorzieningen gehandicapten (WVG)
voor dit jaar van 460.000 gulden. Om
de uitgaven terug te dringen, wil het
college een ton onttrekken aan de re
serve WVG, een ton uit de post on
voorzien halen en 260.000 gulden be
zuinigen op voorzieningen voor
gehandicapten. Het betekent onder
meer dat de eigen bijdrage van gehan
dicapten omhoog moet en dat er min
der vergoed wordt voor reiskosten.
Volgens Moerland gaat het niet zo
zeer om bezuinigingen, maar om het
beheersen van de uitgaven voor de
WVG. Het college wil ook kijken
naar eventueel misbruik van de voor
zieningen. „Voor iemand die het aan
gaat, zijn deze maatregelen niet leuk.
Als we niks doen, dan komen er
straks mensen in de knel die het echt
hard nodig hebben. De doelgroep en
de gemeente zijn het erover eens dat
er iets moet gebeuren, anders loopt
het de spuigaten uit."
Zo wil het college een eigen bijdrage
van 600 gulden voor een scooter of
driewieler. B. en w. verwachten dat er
met dit drempelbedrag, in plaats van
40 aanvragen maar 30 komen. Een
besparing van 50.000 gulden. Ook
wil het college de vergoedingen voor
reiskosten halveren en in het collec
tief vervoer een extra basisstrip invoe
ren, het grootverbruik (bovennormaal
gebruik van aantal strippen per jaar)
en het zittend-ziekenvervoer aanpak
ken. De extra basisstrip zou dit jaar
15.000 gulden en volgend jaar 60.000
gulden opleveren, het grootverbuik
zou dit jaar 10 mille aan uitgaven be
sparen en 40 mille in 2000.
Ook op de verhuiskosten wil het col
lege besparen en gehandicapten die
een scooter willen moeten aanneme
lijk maken dat ze het voertuig voor
'het leven van alledag' gebruiken.
Namens de werkgroep gehandicap
tenbeleid Tholen maakte L. Prins be
zwaar tegen bepaalde onderdelen van
de operatie. Hij stelde ook dat de ge
meente nog helemaal geen gehandi
captenbeleid voert. De werkgroep is
het eens met de gemeente dat er be
zuinigingen moeten plaatsvinden,
maar vindt dat die pas ingevoerd mo
gen worden als bekend is wat de
'zorgplicht' van de gemeente is.
Prins stelde voor naar andere zaken te
kijken waarop bezuinigd kan worden,
zoals het depot in Kapelle en de kos
ten van het overleg van het samen
werkingsverband Oosterschelderegio.
Ook maakte hij bezwaar tegen het
heffen van een extra strip op de keten-
kaart voor gehandicapten. Door de
hogere bijdrage die gehandicapten
straks voor reizen kwijt zijn, vreest
Prins dat gehandicapten 'weer achter
de geraniums' terecht komen. De ver
goedingen zijn er juist voor om socia
le contacten te kunnen onderhouden,
zo zei hij. De werkgroep is er voor
om oneigenlijk gebruik tegen te gaan,
maar vraagt zich wel af hoe de ge
meente het grootverbruik en het ver
voer naar de specialist gaat controle
ren.
De fracties steunden in hoofdlijnen
het voorstel, maar een aantal maakte
bezwaar tegen het invoeren van een
extra strip en verminderen van de
reiskostenvergoeding (PvdA en
VVD). J. van den Donker (D66) lan
ceerde het idee om na een jaar samen
met de werkgroep te bekijken hoe de
maatregelen uitgepakt hebben. Hij zei
niet goed raad te weten met het voor
stel en vond het moeilijk te hoordelen
welke argumenten (van het college of
van de werkgroep) juist zijn.
P. van Belzen (RPF/GPV) steunde de
D66'er hierin. Hij wees erop dat de
gemeenten in het samenwerkingsver
band niet allemaal hetzelfde zijn.
„Onze doelgroep woont niet in Goes.
Hier zitten we verder van voorzienin
gen af (winkelcentra, treinstation, zie
kenhuis - red.)" Hij stelde voor de
hoofdlijnen nog eens door te nemen
met de werkgroep en een convenant
af te sluiten over de te nemen maatre
gelen.
Volgens Moerland hanteert de ge
meente wel degelijk een zorgplicht,
bijvoorbeeld wat betreft het vervoer
naar voorzieningen. Voor vergoeding
komen maximaal 1450 kilometers per
jaar in aanmerking. „Dat is geen luxe.
Als je in Stavenisse woont, kun je
minder mee, dan iemand die in Tho
len woont en naar Bergen op Zoom
wil." Moerland wees erop dat het sa
menwerkingsverband streeft naar uni
forme regels voor alle deelnemende
gemeenten. De wethouder zei ge
schrokken te zijn van het aantal
'grootverbruikers' (meer dan 600 zo
nes/strippen van 4,5 kilometer 2700
km per jaar). „Is daar het WVG-geld
voor bedoeld?" Hij legde uit dat de
gemeente 6,5 gulden bijlegt op elke
strip die nodig is om een gehandicap
te van deur tot deur te vervoeren.
„Dat is geen kattepis. De gemeente
betaalt bijna 40.000 gulden bij aan
600 strippen per jaar. Als het nodig is,
vinden we dat geen probleem, maar
we willen er wel de vingers achter
houden."
Moerland wees er verder op dat veel
van de opgevoerde getallen gebaseerd
zijn op aannames en zei wel wat te
voelen voor een evaluatie na een jaar,
samen met de werkgroep.
Prins waarschuwde voor de categorie
gehandicapten die er niet voor uit
durft te komen dat ze tekort komen
aan de vergoedingen van de WVG.
„Er zijn schrijnende gevallen die met
minder dan het minimum rond moe
ten komen."
M.A. van Beek (CDA) vond dat het
college een evaluatie moet overwegen
en steunde het voorstel. M. Dijke
(SGP) steunde het voorstel van b. en
w. ook. Maar vanwege de vele aanna
mes kreeg het college van de SGP het
voordeel van de twijfel. Ook M. den
Haan (PvdA) en E. Frigge-Hoogeste-
ger (VVD) waren voor, maar ook
voor het voorstel van Van den Don
ker. Van Belzen wilde in het advies
aan het college opgenomen zien dat
de evaluatie deel uitmaakt van het te
formuleren raadsvoorstel.
Vier Tholenaren zijn geslaagd voor
het examen tweespanmennen. M.
Reijngoudt uit Sint-Philipsland, H.
Verstraten uit Tholen, J. v.d. Werf
uit Scherpenisse en mevr. C.
Hengstmengel uit Sint-Maartens
dijk mogen zich voortaan gediplo
meerd menner noemen. Van der
Werf slaagde tevens voor zijn koet
siersbewijs. De examens werden za
terdag in Heinkenszand afgenomen
onder auspiciën van de Nederlandse
bond van het aangespannen paard.
Uitruk ambulances. De provincie
wil van de centrale post ambulance
vervoer Zeeland (waar Tholen niet
onder valt) maandelijks een over
zicht van die gevallen, waarin bij
uitrukken de wettelijk geldende 15-
minutengrens is overschreden. Met
die informatie kan de provincie bij
de minister aankloppen voor meer
geld voor het ambulancevervoer.
VERVOLG VAN VOORPAGINA
„Er is altijd een noodzaak om we
gen veiliger te maken. Kwetsbare
verkeersdeelnemers zijn er overal.
Maar bovendien is het een markt
gegeven. Het waterschap krijgt
geld uit het gemeentefonds. Dat
moet ook terugkomen. Het kan niet
zo zijn dat de rustiger gebieden
overgeslagen worden", aldus Slab-
bekoom. „Bij het Rammegors zul
len alleen borden worden ge
plaatst. Daar is met andere
maatregelen geen extra winst meer
te behalen."
Maar voor Sint-Philipsland en het
zuiden van Tholen zijn grotere in
vesteringen gepland. Op Tholen
gaat het dan om een fors bedrag (in
elk geval meer dan 3 ton). Om het
één en ander in goede banen te lei
den, wil het waterschap met de be
woners overleggen. Daarom wor
den er voor Sint-Philipsland en
Tholen inspraakavonden belegd
waarin men met het waterschap
van gedachten kan wisselen over
de voorgestelde maatregelen. „Dat
zal nog dit najaar gebeuren. Daar
mee bijt Tholen het spits af. En dat
is niet zo verwonderlijk, want het
verkeersplan voor Tholen is actu
eel en je moet het ijzer smeden als
het heet is." De eerste fase van het
Zone 60 project van het waterschap
moet in 2001 afgerond zijn. De
overige wegen komen waarschijn
lijk na 2005 aan de beurt.
Volgens Slabbekoorn is ook de ge
meente druk bezig met het ver
keersplan voor Tholen. Binnenkort
zouden er hoorzittingen komen
over het instellen van 30-km-we-
gen. Chef W.A. Blaas van openba
re werken meldt dat er rond juni
meer bekend zal worden over het
verkeersplan op hoofdlijnen.
Advertentie I.M.
Herman de Ruijter en John de la
Haye uit Tholen bouwen allebei
vliegtuigen. De Ruijter is al sinds
1982 lid van de club, De la Haye
nog maar drie jaar. De regio Zuid-
West telt 45 leden, landelijk heeft
IPMS 1055 leden.
Beide Tholenaren bouwden als kind
al modellen. „Kleine vliegtuigjes
uit van die plastic zakjes. Ik bouw al
35 jaar," zegt de 48-jarige De Ruij
ter. Ook De la Haye raakte op jonge
leeftijd begeesterd door de model
bouw. „Het waren toen vliegtuigjes
met een schaal van 1 op 72. Vijftien
jaar geleden ben ik op grotere
schaal gaan werken: 1 op 48 en 1 op
32. Die kleintjes heb ik allemaal
weggegeven aan een neetje."
De Ruijter bouwt militaire vliegtui
gen van de Nederlandse luchtmacht
en de marine, maar ook burgertoe
stellen. De laatste categorie echter
in veel mindere mate. Hij be
schouwt de burgerluchtvaart als een
zijweg.
De la Haye heeft nu 65 modellen
thuis staan. De kleinste is 20 centi
meter, de grootste bijna een meter.
„Ik bouw wat ik mooi vind. Dat
kunnen vliegtuigen zijn van de
Amerikaanse, Engelse of Duitse
luchmacht. Puur wat ik leuk vind."
Bouwt Herman ook burgertoestel
len zoals Boeings, John houdt het
bij militaire toestellen. „Dat zijn al
tijd technische hoogstandjes. Voor
mij is een passagiersvliegtuig maar
een romp met vleugels. Aan militai
re toestellen zitten antennes, bomla-
dingen en radarsystemen. Dat is
veel interessanter."
Die mening is ook Herman toege
daan: „Ik vind burgervliegtuigen
ook mooi, maar de luchtmacht boeit
meer; van één type vliegtuig zijn 5
of 6 verschillende uitvoeringen. Van
de Spitfire bijvoorbeeld zijn 24 uit
gaven."
Beiden werken aan meerdere mo
dellen tegelijk. De modellen verke
ren in verschillende stadia; het ene
Herman de Ruijter (links) en John de la Haye hespreken een van de vliegtuigmodellen tijdens de tweemaandelijkse bijeenkomst in
Meulvliet.
staat in de verf, het andere is in het
begin van de opbouw. Meestal heb
ben ze een stuk of acht vliegtuigen
tegelijk onder handen.
De modelbouwers maken hoofdza
kelijk spuitgietmodellen, modellen
die in plastic gegoten zijn en waar
van de onderdelen in een rekje wor
den geplakt en in de handel komen.
Er zijn ook andere methoden, zoals
de vacuümvorm (waarbij de model
len uitgesneden moeten worden) en
de resinbouw waarvan de kunst
harsmodellen alleen te lijmen zijn
met 'secondenlijm'. Het procédé is
wat ingewikkelder; ze worden in
speciale oplage gemaakt voor de
liefhebbers zoals De Ruijter, die iets
anders willen dan de spuitgietva-
riant.
Toen Herman lid werd van de IPMS
bouwden de leden vooral vliegtui
gen. Nog steeds gaat daar de meeste
belangstelling naar uit, maar er
staan nu ook schepen op tafel (zoals
het vliegdekschip de Karei Door
man) en er worden motorfietsen en
vrachtwagens gebouwd. „Het is een
hele gevarieerde groep. Alles wat er
te bouwen is, is mogelijk, maar het
moet uit ten minste zestig procent
plastic bestaan. Er zijn onderdelen
zoals landingsgestellen die uit me
taal gemaakt worden."
Er is ook een groep zogenaamde
scratchbuilders, liefhebbers die een
tekening kopen en zelf de onderde
len op schaal maken omdat er geen
modellen van verkrijgbaar zijn.
De Ruijter: „Niet alle vliegtuigen
zijn als model te koop. Er is een
reeks van Fokker die moeilijk te
krijgen is. Vroeger was het ook
moeilijk om modellen uit het Oost
blok te krijgen. Nu komen er erg
goede modellen uit Tsjechië, maar
de topkwaliteit komt uit Japan, al
zijn de prijzen er ook naar." Gemid
delde kost een doos 50 gulden.
Herman beschouwt de eindproduc
ten als kleine kunstwerkjes. De af
werking moet perfect zijn, alle de
tails moeten kloppen. Maar het
maken van een model is maar de
helft van de lol die De la Haye en
De Ruijter aan hun hobby beleven.
De Ruijter: „Er gaat veel onderzode
aan vooraf. Research is heel belang
rijk. We willen er eerst alles over
weten: wanneer heeft de kist gevlo
gen, wat waren zijn kleuren, waar
voor werd hij ingezet, hoeveel zijn
er gemaakt? Tot in de details zoeken
we het uit. Daar zijn we wekenlang
mee bezig. Je leert er een hoop ge
schiedenis bij."
Voor John voorziet de club in de be
hoefte van de leden om boeken en
foto's uit te wisselen over bepaalde
typen vliegtuigen. „Het stimuleert.
Ik leer er ook bepaalde technieken
bij. Zo verniste ik de modellen
nooit, nu wel. Dat heb ik hier opge
daan. Ook het inlijmen van raam
pjes met houtlijm in plaats van met
plasticlijm, heb ik hier geleerd. Dat
is veel beter. Als er plasticlijm op
zo'n raampje komt, slaat het dof uit.
houtlijm doet dat niet."
Een ander voordeel van de club
vindt De la Haye dat zijn hobby se
rieus wordt genomen. „De model
len die je maakt, worden vaak uitge
maakt voor kinderspeelgoed. Dat is
het bepaald niet. En hier ben je be
zig met mensen die begrijpen watje
doet."
Tijdens het bouwen blijken sommi
ge onderdelen soms niet te voldoen.
Het is aan de creativiteit van de ma
ker, daar een oplossing voor te be
denken. Zo gebruikt John plastic
kuipjes van salades voor de testuit
voering van de F117 die heldere rui
ten had. Of de plastic wikkel van
een wijnfles die hij versnijdt tot gor
dels of banden voor de piloot. En
Herman (elektromonteur) heeft
thuis een rol fijn koperdraad liggen,
afkomstig van de wikkels rond een
motor, om er leidingen van de kun
nen maken.
De la Haye (tweede voorman bij
Delta Glass in Tholen) is er dage
lijks wel een uur of anderhalf me
bezig. De Ruijter besteedt er in de
winter meer tijd aan dan in de zo
mer. „Mijn stemming is ook bepa
lend. Ik moet er echt zin in heb
ben." Herman doet regelmatig mee
aan de 'nationals', de nationale
wedstrijden voor leden van de
IPMS. Hij won al verschillende
prijzen. Twee weken geleden nog
sleepte hij een tweede prijs in de
wacht in het Belgische Hoboken
met een Boeing 737. Soms zijn er
mensen die vliegtuigen willen ko
pen. Zo verkocht De Ruijter een
model-Phantom voor 225 gulden.
Voor Herman is het tentoonstellen
van zijn modellen belangrijk. „Dat
is wel de ultieme kick. Dat de mo
dellen die je gemaakt hebt, worden
bewonderd. Dat mensen komen vra
gen 'hoe heb je dit of dat gedaan',
en dat je aan die mensen je verhaal
kwijt kan. Het is prachtig als ze je
vliegtuigen staan te fotograferen."
De la Haye stond drie keer op de
hobbybeurs in de Vossenkuil in
Oud-Vossemeer, maar sinds het op
heffen van de beheerscommissie
wordt deze activiteit niet meer ge
houden.
Voor John is een model geslaagd als
het voldoet aan de eisen die hij er
aan gesteld heeft. „En als je er een
bevestiging van krijgt. Sinds ik in
de vereniging zit, is de kwaliteit van!
mijn werk omhoog gegaan."
Op de tafel staan vliegtuigen van'
hem: een Engelse Beau Fighter!
(nachtjager), een B17 G (het vlie-;
gende Ameriaanse fort uit de Twee
de Wereldoorlog), een zilveren.
Scorpion USAirforce en een Helik,
een Black Hawk special operations;
(die commando's vervoert).
De meeste toestellen die De Ruijter
en De la Haye bouwen, hebben ze!
in het echt gezien. Hermans vader;
nam hem mee naar luchtvaartshows-
in binnen- en buitenland en via een
oom die bij de luchtmacht werkte,
kwam hij als kind al op de vliegba
sis Woensdrecht. John bezoekt de
open dagen van de luchtmacht in
Gilze-Rijen, Eindhoven, Twenthe
en Soesterberg. Hij heeft altijd inte
resse gehad in vliegtuigen. Probeer
de bij de marine te komen, maar
werd vanwege zijn ogen niet aange
nomen.
Herman droomde er van om vliege
nier te worden en bezocht er de keu
ring voor in Gilze-Rijen. De droom
ging niet door, maar De Ruijter
leerde wel zweefvliegen.
Door hun hobby zijn ze kenners ge
worden van militaire vliegtuigen.
Regelmatig betrappen ze nieuwsle
zers bij het Journaal erop dat ze ver
keerde typen vliegtuigen noemen
die bombardementen uitvoeren in
Joegoslavië. John: „Zeggen ze dat
er weer F-16's opstijgen en dan zie
je dat het F-I5's zijn."
Herman volgt niet tot in alle details
de bouwvoorschriften. „Ik hang er
geen bommen onder. Daar hou ik
niet zo van." John heeft daar geen
problemen mee. „Ik hang alles er
aan. En beplak ze ook met allerlei
voorschriften."
Deze keuken uit de gegoede stand is één van de onderdelen van de expositie 'De gestampte pot'in De Meestoof.
Het is vrijdagmiddag en het zonne
tje schijnt lustig boven Sint-Anna-
land. Het uitstekende lenteweer
maakt op slag de wereld een stukje
vrolijker. De deur van streekmuse
um De Meestoof aan de Bierens-
straat is open. Dat is niet gebruike
lijk, want men opent pas aanstaand
weekeinde. Dan begint het nieuwe
seizoen. Maar medewerker Wil Ne-
lisse is aanwezig (zoals veel vrij
willigers tussentijds aanwezig zijn
om werkzaamheden te verrichten)
en geeft een rondleiding langs de
inmiddels gereedstaande nieuwe
tentoonstelling. Ze vertelt hoe men
op het onderwerp 'de gestampte
pot' is gekomen. „Vorig seizoen
hadden we een expositie over hu
welijk en begraven. Daarvoor
mochten we panelen gebruiken van
het Nederlands centrum voor volks
cultuur. Toen we die op gingen ha
len, zagen we ook panelen staan
over eten en we dachten: 'Die kun
nen we nog wel eens gebruiken.' Zo
is het gekomen", aldus mevr. Ne-
lisse.
Eten dus. Daar is nogal wat over te
vertellen, maar de tentoonstelling
bevat eigenlijk niets specifiek
Thools. Wel spullen die van Tholen
afkomstig zijn, maar niet iets dat
typisch is voor deze gemeente. Dat
is dan meteen ook het enige 'min
puntje' aan de tentoonstelling, want
verder kan iedere liefhebber van
vroeger tijden zijn hartje ophalen.
Dat begint al in de gang. Daar han
gen diverse keukenschorten die de
dames vroeger droegen om hun
jurk te beschermen tijdens het ko
ken. De meesten zijn wit met
blauw, maar één paneel laat alle
maal donkergrijze en zwarte schor
ten zien. „Die waren voor in de
rouw", weet mevr. Nelisse te ver
tellen.
In de grote zaal van De Meestoof
begint het echte werk. In een grote
vitrine wordt het verhaal van in-
maakmethodes zoals wecken en
zouten verteld, met bijbehorende
attributen. In de weckpotten zit be
halve groente en fruit ook vlees.
„Ja, ook dat werd geweckt. Ze
kookten het vlees eerst en dan ging
het in de potten. Dan werd het in de
weckketel nog verhit en het deksel
ging met de klem op de pot. Als het
afkoelde, kwam er dan een laag vet
bovenop het vlees", vertelt mevr.
Nelisse. Iets verderop wordt het
procédé van het inzouten uitgelegd.
„Je had een grote pot (een Keulse
pot bijvoorbeeld) en daarin deed je
om en om een laag groente en een
laagje zout. Bovenop lag dan een
plankje, een doek en daarop een
steen om de zaak aan te drukken.
En als je op die manier witte kool
inmaakt, wordt die zuur en krijg je
zuurkool."
Iets dat nog tot de verbeelding van
menigeen zal spreken, is het thuis-
slachten. Ook hiervan zijn platen en
attributen te zien in de Meestoof.
Het varken werd de keel doorge
sneden, gebrand (om de haren eraf
te krijgen) en vervolgens op een
soort juk opgehangen (soms aan
een boerenkar of een ladder). De
slager kwam toen nog aan huis. In
het museum is een worstmolentje te
zien met een hulpstukje om worst
in de darm te maken. Ook het sla
gersmes en de pin om het aan te
scherpen, zijn te zien. „Eigenlijk
moet er nog een kruikje jenever bij.
Daarvan dronk de slager, want an
ders 'kon zijn adem het vlees be
derven', zei hij." Mevr. Nelisse ver
telt het met een knipoog. Intussen
staan er ineens twee dames binnen.
„Bent u al open?" Nee, het muse
um is officieel nog dicht. Maar de
vroege bezoekers mogen toch wel
alvast een kijkje 'in de keuken' ne
men.
Wanneer het opschrijven van recep
ten precies is begonnen, zal wel een
mysterie blijven, maar de Meestoof
heeft een vitrine ingericht met oude
kookboeken. Van een heel oud
exemplaar uit 1839 tot boekjes van
de Avro en culinaire tips bij de in
troductie van het gasfornuis en de
eerste Bruijnzeelkeuken. En over
keukens gesproken, zo'n ruimte
mocht op de expositie natuurlijk
niet ontbreken. In de grote vitrine is
een keuken uit de jaren dertig nage
maakt. „Het is geen keuken van een
doorsnee gezin, maar van iemand
van de gegoede stand. „Dat kun je
ook zien aan het stoffen randje aan
de kastjes bij het aanrecht. Men zal
wel vragen 'waarom geen Brabants
bontje', maar dat was voor de ge
wone mensen. Als je iets rijker was,
had je een ander motief op die
randjes", legt mevr. Nelisse uit. „Je
kunt aan meer dingen zien dat ze
wat geld hadden. Er zit een pomp
met een wasbak binnenshuis, er is
zelfs waterleiding en er zitten
mooie tegeltjes achter de kachel."
De keuken is gevuld met allerlei at
tributen zoals een petroleumstel,
een amandelmolentje en vooral
heel veel emaille. Destijds het
ideale materiaal voor in het huis
houden. Duurzaam, gemakkelijk in
het gebruik en betaalbaar. Het is in
de Meestoof dan ook in de meest
uiteenlopende vormen en maten te
bekijken. Van emmers en petro
leumstellen tot kolenkitten en pan
netjes (heel klein en heel groot).
Menigeen zal jaloers kijken naar
het kruidenkastje met de bekende
aardewerken bakjes voor koffie,
thee, suiker, en diverse kruiden.
Ook het bestek is te zien in een vi
trine waarin ook de recepten te zien
zijn uit de rubriek 'Zeeuws maal'
die vorig jaar in de Eendrachtbode
verscheen. In een vitrine die cen
traal op de vloer staat, zijn kookat-
tributen te zien zoals een advocaat
koker, deegspuiters, boterspanen en
botervormen. Zelfs een oude hand
mixer en een thuiskarn (om zelf
melk tot boter te karnen) zijn te
zien.
Mevr. Nelisse is enthousiast over
de tentoonstelling die voor een deel
uit eigen materiaal is opgebouwd
en deels bestaat uit spullen die in
bruikleen zijn gegeven. In de grote
collectie schoolplaten die de
Meestoof heeft, werden ook nog
enkele exemplaren gevonden die
over het bereiden van voedsel gin
gen. Serviesgoed kwam er ook uit
de eigen collectie. Met name op het
servies van de bekende Maastricht
se Petrus D. Regout is men trots.
Deze Regout stichtte in 1834 de
eerste kristal- en glasfabriek van
Nederland. De bekende fabriek
Sphinx is hier een voortzetting van.
Naast deze delicate borden, scho
tels en schalen staat een heel wat
minder elegant, maar zeker zo effi
ciënt voorwerp: de hooikist. Eigen
lijk is het een soort thermoskan.
Men zette een pan met bijvoorbeeld
gekookte rijst in een kist, gevuld
met hooi. Het deksel ging erop en
het gerecht bleef een hele dag
warm. De uitvinding was dermate
interessant dat er zelf octrooi op
aangevraagd is.
Natuurlijk valt niet heel de
Meestoof in te richten met een ex
positie over eten. Maar de overige
tentoonstellingen zijn er voor zover
mogelijk wel op aangepast. Zo zijn
er bij het speelgoed kinderservies
jes opgesteld en in de oude Thoolse
woonkamer is de tafel gedekt en
staan er allerlei glazen, karafjes en
peper-en-zoutstelletjes in de vitri
nekasten.
Overigens zijn er nog twee aparte
exposities te zien. In de landbouw-
schuur kan men de geschiedenis
van de suikerbietenteelt volgen, ter
wijl in het oude schoollokaal wand
platen te zien zijn met historische
afbeeldingen van Zeeland, Antwer
pen en Noord-Brabant. Zaterdag -
tijdens het nationaal museumweek-'
einde - wordt de nieuwe tentoon
stelling en daarmee het museumsei
zoen officieel geopend door P. van
den Hoek, agrariër en oud-inwoner
van Sint-Philipsland. Van den Hoek
is nu al weer een tientaljaren woon
achtig in de Flevopolder en hij is
vice-voorzitter van het hoofdbe
stuur van Cosun, de coöperatieve
suikerunie.
De provincie betaalt over vorig jaar
1473 gulden uit aan draaipremies
voor Thoolse molens. Via een teller
wordt jaarlijks geregistreerd hoe
veel asomwentelingen de wieken
hebben gemaakt. Per 400 omwente
lingen wordt een gulden subsidie;
gegeven, met een minimum van 200
en een maximum van 4000 gulden.
Molen De Nijverheid in Sint-Maar
tensdijk heeft het meest gedraaid'
(109.015 omwentelingen) en dat le-'
vert een premie op van 273 gulden.
Voor alle andere molens wordt 200
gulden uitbetaald, behalve voor De
Korenbloem in Scherpenisse waar
slechts één omwenteling is geregis
treerd. Door verzakken aan één kant
kan deze molen nauwelijks meer
draaien omdat de wieken de grond
raken. Het aantal geregistreerde
omwentelingen: De Jager Oud-Vos
semeer 57.362; jtanderdmolen Sint-
Annaland 54.249; molen Stavenisse
23.757; De Hoop Sint-Philipsland
18.720; De Korenaar Poortvliet
5736; De Hoop Tholen 5731
Voor de subsidieregeling komen in
Zeeland 66 molens in aanmerking.
Vier daarvan draaiden vorig jaar
niet, 35 maakten meer dan 80.000
omwentelingen en 27 minder. To
taal wordt 32.316 gulden aan pre
mies uitbetaald.
Koopavond:
grijs/blauwe blad.
Mag zich graag
door de zon
laten verwennen.
Van 4.95 voor
HET GROENE WARENHUIS
donderdag en vrijdag tot 20.45 u. Maandag t/m zaterdag v.a. 8.45 u.
De Dianthus is zeer decoratief door z'n
KOUDEKERKE
Vlissingsestraat
(Tussen Koudekerke en Vlissingen).
Tel. 0118-551623
www.intratuin.nl