,Zo flexibel zijn als een elastiek; je komt voor van alles te staan' 0 Jan Potappel uit Stavenisse vakantievrijwilliger aidspatiënten it k DE THOOLSE COURANT DE THOOLSE COURANT Dinsdag 30 december 1997 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT t I y\[kuiujaarsïvensen y ~W ij is van huis uit timmerman maar ei- y y genlijk ligt zijn hart bij het verplegen en verzor gen van zieken. De 42-jari- ge Jan Potappel uit Stave- nisse spendeert al zo'n vijf jaar de helft van zijn zomer vakantie in Amsterdam aan het verzorgen en begeleiden van mensen die aan een on geneeslijke ziekte lijden en niet lang meer te leven heb ben. Veelal relatief jonge aids-patiënten, maar ook ouderen die niet in een ver pleeghuis willen sterven maar in het huis van de stichting Kuria aan het Va- leriusplein. Over aids, Hare Krishna, lippen stiften en praten over de dood. „Je moet zo flexibel zijn als elastiek, want je komt voor van alles te staan. Soms moet je iemand helemaal ver schonen omdat hij alles heeft laten lopen. Het andere moment vraagt een vrouw of je haar lippen wilt stif ten omdat ze het zelf niet meer kan." Potappel komt er mensen tegen met uiteenlopende achtergronden: „Am sterdamse jongens uit de drugswe reld die aan aids lijden, prostituees, mensen uit Jamaica, Duitsland en Suriname, aanhangers van de Hare Krishna en Bagwan. Kuria is een christelijk huis maar iedereen is er welkom." Potappel is steeds weer onder de in druk van het lijden dat mensen door maken. Aids maar ook kanker ver woest levens. Potappel maakt het van nabij mee. Het huis met tien ka mers is het eindstation voor degenen die er opgenomen worden. Tien bedden telt het pand aan het plein in Amsterdam-Zuid, niet ver van het Vondelpark. Tot aan hun dood ver blijven de patiënten er vier tot vijf weken. „De mensen worden inconti nent en bedlegerig. Ze krijgen vaak wonden van het doorliggen, soms worden ze agressief maar de mees ten hebben aanvaard dat ze gaan sterven." Potappel vervangt vrijwilligers die in de zomer op vakantie zijn. Vaak Am sterdammers die de zon opzoeken. Via een familiedag van de Evangeli sche Omroep in de Jaarbeurs in Utrecht, kwam Potappel in aanra king met het werk van Kuria. „Daar werd een oproep gedaan voor vrij willigers die in de vakantieperiode wilden komen helpen. Ik ben daarop ingegaan. Samen met een vrouw uit Middelburg ben ik de enige Zeeuw, maar er komen ook mensen uit Lim burg en Groningen." Kuria is opgezet door leden van vijf reformatorische kerken in de hoofd stad. Oorspronkelijk bedoeld om aidspatiënten te verzorgen die ner gens anders terecht konden omdat ze door de familie waren verstoten. Nu komen er ook anderen die aan een ongeneeslijke ziekte Jijden (zoals kanker) en zich voorbereiden op hun dood. De verzorging wordt voor ne gentig procent door vrijwilligers ge daan, die steun krijgen van verpleeg kundigen. „Ik wilde graag in het vrijwilligers werk wat doen. Als lid van het Rode Kruis Tholen had ik al eerder con tact gehad over vakantieweken voor aidspatiënten. Die waren opgezet vanwege de sociale en psychische nood van deze mensen die door fa milie en vrienden verstoten waren. Toen aids zich hier in het begin van de jaren tachtig begon voor te doen, schrok heel Nederland zich te plet ter. Mensen die besmet waren met het HIV-virus werden min of meer aan hun lot overgelaten." Sterfhuizen Maar omdat deze speciale vakantie weken niet samenvielen met zijn va kantie, zocht Potappel naar een alter natief. Dat heeft hij gevonden in het Kuriahuis. „Het verschijnsel is uit Engeland komen overwaaien. Daar hebben ze hospices, sterfhuizen voor mensen die in een huiselijke sfeer willen overlijden." In 1992 ging hij er voor het eerst heen, voor negen dagen. „Het huis is continue vol. Als je de ene dag een kamer schoonmaakt van iemand die is overleden, komt er de volgende dag een nieuwe bewoner in. Je raakt onder de indruk van het diepe lijden. Vaak zijn mensen uitgestoten. Er was een Duitse man van 37 jaar die verdovende middelen gebruikte en via besmette naalden aids had gekre gen. Hij had nog één wens. Dat was om het weer goed te maken met zijn moeder. Er zijn toen allerlei pogin gen ondernomen via kerkelijke in stanties om contact te leggen maar dat is niet gelukt. Zijn moeder wilde absoluut geen contact meer met die jongen. Dat zijn hele trieste verha len. Het was gewoon afgelopen." Is er geen familie om de begrafenis te regelen, dan wordt dat door de socia- Jan Potappel besteedt jaarlijks de helft van zijn zomervakantie aan de zorg voor terminale patiënten in Amsterdam. le dienst gedaan. „Dat is een hele uitzoekerij. Het gebeurt dat iemand die dood is nog twee weken boven de aarde staat." Overdag zijn er vier of vijf vrijwilli gers actief. In totaal werken er negen betaalde krachten: zeven verpleeg kundigen, een maatschappelijke werkster en een jurist (beiden partti me). 's Nachts zijn er twee hulpver leners; een verpleegkundige en een vrijwilliger. De eerste vakantie dat Potappel er werkte, overleden er vier bewoners. „Daar schrik je toch wel even van." Potappel overnacht bij fa milie in Amstelveen zodat hij niet 24 uur in het huis hoeft te blijven. Potappel beschrijft het onderkomen voor terminale patiënten als een ho- tel-achtig huis. „We noemen de be woners gasten. Ze krijgen een eigen kamer die ze in kunnen richten zoals zij dat willen. De één brengt een klokje mee uit het huis waar hij ge woond heeft, de ander een schemer lamp. Ze bepalen bijna alles zelf: hoe laat ze opstaan, wat ze willen eten en hoe laat ze dat willen doen. Ze kunnen altijd bezoek ontvangen. In de stad is het huis een oase van rust." Potappel herinnert zich een Amster damse die een foto van de Arena (het nieuwe stadion voor Ajax) mee had genomen. „Ze hoopte dat ze de ope ning nog mee zou maken, maar voor die tijd is ze toch overleden." De vrijwilligers helpen bij het was sen en verschonen van de bewoners en het verzorgen van wonden. Waar nodig verlenen ze een helpende hand. Ze lezen voor,' kammen haren, zingen samen, doen een spelletje. „Het gebeurde dat iemand nog één keer Amsterdam wilde zien voordat hij ging sterven. Met veel moeite heb ik die man in de auto geholpen en de stad rondgereden. Langs het monument op de Dam, langs het IJ, het Olympisch stadion en over de Herengracht. Dat geeft een enorme voldoening. Dat is moeilijk onder woorden te brengen." Supergevoelig De meeste bewoners zijn mannen die besmet geraakt zijn na het ge bruik van HIV-besmette naalden of prostituees die via seks besmet zijn geraakt. Homoseksuele mannen met aids komen nauwelijks in Kuria. „Die hebben vaak vrienden of bud dies die hen helpen. In Kuria komen vooral mensen die weinig of geen familie en vrienden hebben." Aangetast door de ernstige ziekte zijn vele patiënten niet tot veel meer in staat. Volgens Potappel overlijden acht van de tien aan de gevolgen van een longontsteking. „Hun afweer systeem is zo aangetast dat elke bac terie verwoestend is. Ze zijn super gevoelig." Als lid van het Thoolse Rode Kruis profiteert Potappel van de opleiding die hij bijna negen jaar geleden bij de colonne genoot. Sommige aidspa tiënten hebben zweren. Of ze verlie zen langzaam maar zeker lichaams delen. Er ontstaan wonden die open gaan als ze er lang op liggen. „Bij een jongen was een oor helemaal ka pot gegaan. Hij kon niet meer op dat oor liggen om te rusten. Door een kransverband aan te leggen, kon hij dat weer wel. Het is dankzij het Ro de Kruis dat ik weet hoe ik dat aan moet leggen." Het valt Potappel op dat de gasten het niet alleen op prijs stellen om in een schoon en opge maakt bed te liggen maar ook dat ze er zelf mooi bij willen liggen, zo met het einde in zicht. „Ik ben ook wel eens gevraagd om staartjes te vlech ten. Ik had dat nog nooit gedaan en ik weet nog niet hoe ik het gedaan heb, maar het is wel gelukt." Deze patiënt kon nog aangeven wat ze wilde, maar het komt ook voor dat aidspatiënten niet meer kunnen praten. „Dat is één van de ergste din gen die je mee kunt maken. Iemand die geen ja of nee meer kan zeggen en dat ook niet meer kan uitduiden door met de ogen te knipperen. Je weet niet of je goed of slecht doet als je zo iemand moet voeren. Of het eten te warm of te koud is. Of je het te snel of te langzaam doet. Je hebt helemaal geen contact meer met zo iemand. Dan doe je het totaal op ei gen gevoel." Aan diggelen De kamer aan de kant doen, een tele visie aanzetten of een cd inleggen zijn de gewone dagelijkse dingen die de vrijwilliger doet, maar het praten over het geleefde leven en het le venseinde behoort ook tot de taken van de hulpverlener. „Soms moet je hele verhalen aanhoren en vertelt een jongen hoeveel schuld hij heeft aan wat hij gedaan heeft. Dat hij on danks de waarschuwingen van de ouders toch in aanraking is gekomen met drugs. Dan zie je heel veel ver driet. Niet alleen zijn lichaam is ver woest, maar alles wat hij heeft ge daan, ligt aan diggelen. Ook zijn vrienden geven niet thuis. Dat uitge stoten zijn, zien ze vaak als hun ei gen schuld." Onvermijdelijk komt de dood ter sprake. „Dan ga je de diepte in. Meestal krijg je vragen: hoe ik over de dood denk. Of het eng zal zijn als je sterft. Ik benader dat vanuit mijn christelijke achtergrond. Dat God een God is van de levenden. Dat God ons een nieuwe toekomst be looft en dat we het vertrouwen in Hem moeten houden. Dat achter de dood vrede, geluk en uitzicht ligt." Potappel sprak uren met de Duitse man die een 'gigantisch schuldge voel' had. „Na drie nachten met el kaar gesproken te hebben, was hij bevrijd van die schuld. Hij mócht van zichzelf niet bij God komen. Zo ver weg was hij: hij had zijn ouders bestolen om aan drugs te kunnen ko men. Maar ik heb geprobeerd uit te leggen dat er bij God altijd verge ving is." Zulke gesprekken vinden meestal plaats op het moment dat de avond dienst is afgelopen en Potappel op punt staat weg te gaan. „Dan blijf ik tot één uur of tot half drie. Het is een stukje meeleven, meelijden. Maar ik zit soms ook met een brok in mijn keel." Kon hij met de Duitse man praten vanuit een gemeenschapelijke chris telijke achtergrond, er zijn ook gas ten in Kuria die andere godsdiensten belijden of juist geen. „Je komt als vrijwilliger in contact met vreemde culturen. Van de Hare Krishna, een Oosterse godsdienst, weet ik te wei nig. Iemand die dat aanhangt, gaat op in de natuur als hij overlijdt. Ik heb iemand meegemaakt die heel zijn kamer vol met bloemen had staan. Hij kon uitkijken op de tuin achter het huis waar ook nog een stukje natuur was te zien. Omdat je het niet kent, is het moeilijk om er over te spreken. De beleving van dat geloof ervaar je zelf niet. Dat moet je respecteren en je moet er voor openstaan. We zijn er niet om te be keren." Nieuwe keuken Juist omdat er zoveel verschillende mensen verblijven is ook het bezoek zeer uiteenlopend. Vertegenwoordi gers van verschillende groeperingen komen elkaar in het huis tegen, ,,'s Middags rond een uur of vier, dan komen er een pastoor, een voorgan ger van de Hare Krishna en een do minee van de gereformeerde bond in de Nederlandse Hervormde Kerk. Dat is prachtig om te zien. Ze praten dan samen. Van de stof die je op doet, leer je zelf ook weer." Potappel is in het dagelijks leven verkoper binnendienst bij Bruynzeel keukens in Bergen op Zoom. Door zijn contacten met vertegenwoordi gers in het rayon Amsterdam wist hij in 1995 op een voordelige manier een nieuwe keuken te plaatsen in het Kuriahuis. „Het is een bejaardente huis geweest met een instellingskeu ken. Er was weinig ruimte. Een gas stel met grote branders voor het klaarmaken van grote hoeveelheden eten. Maar terminale patiënten eten maar kleine beetjes. De toestellen voldeden niet meer." Potappel plaatste zelf de keuken en toont niet zonder trots de foto's van het ver nieuwde keukeninterieur. Koningin Beatrix en minister Borst hebben de keuken in april tijdens een bezoek aan het Kuriahuis kunnen bewonde ren. De patiënten eten weinig en vrij vet, zegt Potappel. Om nog een beet je weerstand te kunnen bieden tegen nieuwe aanvallen op hun lichaam. „Op het laatst wegen de mensen maar 20 of 25 kilo. Ze zijn dan al leen nog maar bot en vellen. Je kunt ze als een kleine baby oppakken." De bewoners kunnen sinds een aan tal jaren dankzij nieuwe medicijnen, of een combinatie van medicijnen, langer leven. „Iedereen die daar komt, hoopt dat morgen het medicijn ontdekt wordt dat ze kan genezen. Door de nieuwe medicijnen wordt de levensverwachting verlengd, maar dat neemt het einde nog niet weg." Voordat het einde definitief is ingetreden, maken de gasten en de hulpverleners moeilijke uren door. Potappel: „Ik heb het een keer mee gemaakt dat bij een jongen met aids eep gezwel in zijn longen openbarst te en dat hij het begon uit te braken. De verpleegster en ik zaten onder het bloed. Dan ben je wel even bang, we waren onbeschermd. Het was af schuwelijk wat een doodsstrijd hij mee moest maken. Het heeft bijna zes uur geduurd. Wat was die jongen vreselijk bang. Zijn gezicht zie ik nog voor me." Via sperma De vrijwilligers en verpleegkundi gen dragen beschermende kleding bij bewoners die zweren hebben. „Je moet oppassen voor infectie maar het kan alleen via sperma of vers bloed op vers bloed. Je wordt echt niet zomaar besmet. Daar bestaan nogal wat vooroordelen over. Het wassen van een patiënt met huidkan ker terwijl je een kap en handschoe nen draagt vanwege het infectiege vaar, is voor zo iemand heel verdrie tig. Er komt nog bij dat je inzage krijgt in de medische dossiers met hun levensgeschiedenis. Daar word je ook niet altijd vrolijk van. Als ie mand aan aids lijdt, is het soms voor de familie botkanker." Het aantal geregistreerde mensen met aids in Nederland bedraagt ruim 4300. De schatting van het aantal HlV-geïnfecteerden is aanzienlijk hoger: 8000 a 12.000. Mensen die veel pijn lijden, krijgen hulp. Vanuit het academisch zieken huis van de Vrije Universiteit komt elke dag een pijnbestrijdingsteam naar het Valeriusplein. „Met morfine wordt de pijn tegengegaan. Bewo ners raken op den duur in coma en glijden weg, maar Kuria voert een anti-euthanasiebeleid. Er wordt bij voorbeeld geen hartmassage toege past. Er zijn wel mensen die met een euthanasieverklaring binnenkomen, maar het is voorgekomen dat iemand die heeft verscheurd vanwege de in tensieve begeleiding die er gegeven wordt. Door al de zorg en aandacht die er aan hen gegeven wordt, komt het euthanasieverhaal in een ander daglicht te staan. Het is er bijzonder huiselijk. Er is tijd voor de mensen en dat is in vele tehuizen niet meer mogelijk. We hebben zelfs een vrouw uit een ziekenhuis gehad die niet meer kon lopen. Die is bij ons gewoon opgeknapt." De eerste keer dat Potappel terug naar Stavenisse reed, heeft hij onder weg even stilgestaan. Hij heeft nog niet meegemaakt dat er niemand is overleden tijdens zijn verblijf in het huis. „De eerste dagen daarna ben ik lichamelijk wel thuis, maar geeste lijk niet. Ik ben dan nog even in mijn eigen wereld. Ik praat het thuis wel van me af en het werk geeft zo'n voldoening. Één week daar, geeft meer voldoening dan.52 weken voor je baas werken. De bewoners laten veel los. Zelf moet je ook wat over winnen. Je krijgt met mensen van doen die je nog nooit gezien hebt. Zij moeten zich helemaal overgeven. Dat betekent wel dat er vertrouwen moet zijn." Beschermd eilandje Potappel is in Stavenisse ook actief als vrijwilliger, in het kerkelijk jeugdwerk van de Hervormde Ge meente. Hij is betrokken bij de jeugdbijbelgroep die inmiddels twin tig jaar bestaat en al negentien jaar bij de organisatie van een vakantie- kampweek naar Baarle-Nassau voor de jongensclub. „Omgaan met men sen heeft me altijd getrokken. Ik had veel interesse in de verpleging en ik was zelfs op gesprek in een zieken huis in Vlaardingen, maar ik moest nog in militaire dienst. En ik zat bij Bruynzeel ook wel goed." Omdat hij als hoofd van een afdeling van vijf tig personeelsleden een EHBO-di- ploma nodig had, sloot Potappel zich aan bij het Rode Kruis om die oplei ding te kunnen volgen. In het be stuur van de Thoolse afdeling behar tigt hij de vakantieprojecten. Potappel is van plan in Rode-Kruis verband aandacht te besteden aan het werk in Kuria. „We leven hier op zo'n beschermd eilandje. In Afrika sterven hele volksstammen aan aids." Voor de bewoners in het Ku riahuis krijgt Potappel jaarlijks kerst pakketten van de middenstand uit zijn dorp. Ook geven mensen geld voor het project en de avondmaals- collecte van de kerk is een jaar lang besteed aan Kuria. Buiten de kerk en het Rode Kruis, is Potappel actief in de oudercommissie van de regionale scholengemeenschap 't Rijks in Ber gen op Zoom. „Zorg dragen voor de naaste trekt me. Hier, maar ook ver weg." AJ

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1997 | | pagina 15