Of het voorgoed is weet ik nog niet, want Afrika zit onder je vel „Met mensen omgaan doe ik graag" AOV twijfelt aan het nut van één alarmnummer Zonnebloem Oud-Vossemeer zet vrijwilligster in het zonnetje Donderdag 4 september 1997 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Vertrouwensrelatie Sinterklaas Bitterballen Sancties Marieke de Klerk Corrie Sprenkels-Koopman na 27 jaar Zuid-Afrika terug op Tholen: Aanpassing Thoolse apparatuur in najaar li Gevestigd Mevrouw J.M. Admiraal, internist Spreekuur volgens afspraak Ziekenhuis Lievensberq „Bedankt voor de kuier", zegt Corrie Sprenkels- Koopman als de gast ver trekt: 'Bedankt voor het bezoek.' Het is niet de eni ge Zuid-Afrikaanse uit drukking die ze gebruikt wanneer ze vertelt over de 27 jaar die ze in Zuid- Afrika woonde en werkte. Regelmatig bezigt ze woorden die wij niet direct verstaan, maar vaak wel af kunnen leiden uit de con text waarin ze gebruikt worden. Ze wisselt het Thoolse dialect af met En gelse, Zuid-Afrikaanse en Nederlandse woorden. Of ze combineert woorden uit verschillende talen, zoals hartzeerstory, een ellendig verhaal. En koud terug op Tholen heeft de 54-jarige verpleegster al werk. „Dat gelooft bijna niemand." Zoals ieder jaar probeert mevrouw G. de Leeuw uit Oud-Vossemeer ook ko mende zaterdag weer om oliebollen en wafels aan de man te brengen tijdens de fancy-fair van de Zon nebloem. Met haar 72 ja ren is ze de oudste vrijwil liger van de groep. „Ik ben dankbaar dat ik dit werk kan en mag doen, want met mensen omgaan is het liefste wat ik doe", zegt ze. Het afdelingsbestuur verraste haar vrijdag met een bijzondere bloemen hulde. Gemeente duldt geen windmolens aan Gemaalweg Het ABG VERVOLG VAN VOORPAGINA We hebben een sterke wethouder." Bij het zoeken naar nieuwe kandi daten zullen allerlei aspecten een rol spelen, zegt hij: capaciteiten, in zicht, deskundigheid, jong/oud en man/vrouw. „Er is ons wel verwe ten dat de fractie eenzijdig samen gesteld was met drie agrariërs, maar dat was toeval." Drie jaar ge leden deed Van Beek (ondernemer in de metaal) een stapje terug en viel mevrouw Deurloo buiten de boot doordat het CDA een zetel verloor. „De landelijke discussie rondom de ouderen heeft ons toen de kop gekost", zegt Nieuwkerk, die de stelling aandurft dat het AOV na de verkiezingen niet zal terugke ren in de gemeenteraad. Het CDA ziet zich gesteld voor de opgave om het prijsgegeven terrein te heroveren. Ten opzichte van vier jaar eerder brachten in 1994 maar liefst 662 Thoolse kiezers (ruim 27%) minder hun stem uit op de christen-democraten. Ook in 1990 was er een daling, met 96 stemmen, ten opzichte van 1986; op Tholen was de achteruitgang zelfs groter, maar in Sint-Philipsland groeide het CDA toen nog naar twee zetels. Kandidaten voor een raadszetel of eventueel het wethouderschap kan Nieuwkerk nog niet noemen. De commissie die het bestuur gaat ad viseren, moet nog samengesteld worden. Vervolgens worden kandi daten gezocht en stelt de commissie de volgorde vast. „Het bestuur doet dat niet, maar nomineert wél een kandidaat-lijsttrekker. We vinden namelijk dat die persoon ook een inbreng moet kunnen hebben in het verkiezingsprogramma." Op de CDA-lijst van drie jaar geleden stond M.A. van Beek uit Sint-An- naland op de vijfde plaats, nummer zes was mevr. C.A.T.M. de Ruijter- Riemslag Baas uit Scherpenisse, zeven J.A. de Boe uit Poortvliet en acht L.C. Vroegop uit Sint-Philips land. De groslijst, met door de le den aangedragen kandidaten, zal eind oktober tot stand komen. In de tweede helft van november zal de ledenvergadering de kandidatenlijst definitief vaststellen. „We zullen proberen een .gevarieerde lijst te krijgen", aldus Nieuwkerk. In een tijd dat de burger alsmaar minder politiek geïnteresseerd is, meent hij dat het belangrijk is dat kandidaat raadsleden zich persoonlijk naar het publiek moeten keren en proberen een vertrouwensrelatie te krijgen. „Ze zullen vanuit hun ervaring het politieke gezicht van het CDA moe ten bepalen." Met het oog op het verkiezingspro gramma heeft het CDA thema avonden belegd over veiligheid en de zorg. De uitkomsten daarvan en de beleidsnota 1996 worden in het concept verwerkt. Er volgt nog een derde thema-bijeenkomst, waarop de wensen en verlangens van de be volking geïnventariseerd worden en de financiële consequenties daar van. Nieuwkerk noemt voorbeelden die de afgelopen tijd en ook nu nog in de belangstelling hebben ge staan: overdekt zwembad, uitbrei ding gemeentehuis, varkens. Uit gangspunt in het CDA-programma is dat de gemeente uitnodigend, leefbaar, zorgzaam en bedrijvig moet zijn. na enkele weken deed ze actief mee in het sociale leven van een groep Nederlanders die regelmatig een grote pick-nick met barbecue orga niseerde ('braaien'). „Zo rolde ik er in. We reden er in het begin 500 kilometer voor om te pick-nicken en te volksdansen. De kliek noemden we het." Maar, er kent ze ook: toen ze in 1969 in Zuid-Afrika landde, was alles nieuw en vreemd. De ruimte, de na tuur, het weer, de mensen. Maar na een paar maanden, toen ze haar man had leren kennen, had ze geen tijd meer om veel te peinzen over haar toekomst. „Door je werk en je vele contacten leer je veel mensen kennen. Ik wou ook meer van de wereld zien, zeker nadat ik in Schotland was geweest. Als je een Nederlander even aan het buiten land laat proeven, wil hij steeds verder kijken. Ik heb er geen mi nuut spijt van gehad." In het ziekenhuis werkte ze op ver schillende afdelingen; op de uit- slaapkamer van de radiotherapie voor kinderen, de chemoteherapie en op de polikliniek. De manier van werken was geënt op het Engelse- Koninginnedag wordt in het buitenland door de Nederlan ders vaak gevierd in de am bassadeurswoning. Omdat Zuid-Afrika zo groot is, wordt het elk jaar in een andere stad gehouden: Durban, Pretoria of Kaapstad. Het Wilhelmus wordt er gezongen. Er wordt (bessenjenever en Nederlands bier geschonken en haring ge serveerd. „En bitterballen. Die waren altijd in een vloek en een zucht op. Elk jaar zag je er vrienden die je al lang niet had gezien. Het heeft een so ciale functie." en Amerikaanse systeem. „De stan daard was hoog voor een Derde Wereldland. Dat probeerden we te handhaven." Na het huwelijk in 1970 is haar man, die een doe-het- zelf-winkel dreef en metselaar was, begonnen met de bouw van een huis aan de rand van Pretoria. Elk weekend werd er aan gewerkt. Me vrouw Sprenkels bewaart goede herinneringen aan de periode dat het gezin daar woonde. Er kwamen veel Nederlanders over de vloer. „Er zaten soms wel 100 mensen op de stoep die zelf hun vlees mee brachten om te bakken. We vierden er Sinterklaas, verjaardagen en hiel den klaverjasavonden." Het apartheidssysteem noodzaakte de Sprenkels te verhuizen. En niet zo'n klein eindje ook. Zoon Jos moest op zijn veertiende naar een school voor 'zwakziende en blinde kinderen'. Die was er wel in Preto ria, (in Transvaal, het noordoosten van het land) maar alleen voor zwarte Zuid-Afrikanen. „Jos mocht daar niet naar toe. De enige school voor hem stond helemaal aan de andere kant van het land, in Wor cester in de zuidwestelijke Kaap provincie. Een afstand van 1400 ki lometer, twaalf tot veertien uur rij den. De keuze was toen: verhuizen of hem twee keer per jaar bezoeken en hem tijdens de vakantie over la ten komen. Het was alsof we op nieuw emigreerden. We lieten al onze vrienden achter. We moesten van voren af aan beginnen. Een huis zoeken, werk zoeken, nieuwe vrienden maken. Achteraf zeggen we, dat het de moeite waard is ge weest. Maar in het begin twijfel je over de keuze die je gemaakt hebt." Worcester (speek uit Woester) ligt 120 kilometer ten noordoosten van Kaapstad, midden in de wijnstreek van Zuid-Afrika. Het stadje telt 80.000 inwoners. Toen Corrie ver huisde naar Worcester, had ze niet automatisch werk. „Het was mid den jaren tachtig toen de' sancties tegen Zuid-Afrika op gang kwa men. Ik kreeg geen overplaatsing; alle posten werden bevroren. Ik heb drie maanden bij de bloedtransfusie dienst gewerkt, maar ook drie maanden thuisgezeten." Toen Sprenkels de zaak had verkocht, was het ook voor hem zoeken naar een nieuwe baan. „Een van de men sen van een firma die bij hem in Pretoria in de winkel kwam, zocht een vertegenwoordiger voor heel de Kaap. Hij kende er heg noch steg. Per week reed hij 10.000 kilometer om de klanten te bezoeken en om naar de zaak te gaan in Kaapstad. Naar Port Elizabeth aan de zuidkust is al 700 kilometer, zo groot is het gebied." Corrie vond werk in het streekzie kenhuis met 160 bedden. „We werkten er met weinig mensen tus sen de zwarten en kleurlingen. Dit was Afrika. Wat ik in Pretoria ge leerd had, kon ik daar in de praktijk brengen." De polikliniek was groot, erg groot, zoals in de meeste Afrikaanse zie kenhuizen. „Per maand onderzoe ken wij tussen de 23.000 en 25.000 patiënten. Als je de lange rij zag staan wachten 's ochtends, dan zak te de moed wel eens in de schoe nen. De in bevel (het hoofd-red.) sloot om negen uur vaak de deur van de wachtzaal die om zeven uur open ging. Dan kon je er niet meer bij hebben. Vele patiënten kwamen van ver. Sommigen hadden 15 tot 20 ki lometer gelopen. De dichtstbijzijn de en enige dokter zat in een dorp Lainsburg op 200 kilometer." De patiënten die de polikliniek op zochten, kwamen met klachten die ze in Nederland bij de huisarts zou den uiten. „Maar geld om een huis arts te betalen hebben de mensen niet." De verpleegster wijst erop dat de sancties tegen Zuid-Afrika voor vele Afrikanen een verslechtering betekende van hun levensomstan digheden. „Grote bedrijven trokken zich terug. Ford en de Makro en an dere grote bekende namen.tVoor het personeel werd het ziekenfonds en het pensioen betaald. Dat raakten ze kwijt. Het slot van het liedje was, dat die mensen bij ons kwa men. Er hebben heel wat mensen aan mijn tafel zitten huilen omdat ze op straat kwamen te staan. Het is wel mooi om hier voor sancties te besluiten, maar er wordt hier geen boterham minder om gegeten. De mensen waarvoor het bedoeld was, werden er slechter van. Het doel heiligt de middelen, zeggen ze wel eens, maar niet altijd." Ondanks het feit dat ze regelmatig de familie in Nederland bezocht, is het een grote verandering zelf weer hier te wonen. „Alleen al de ruimte. In Zeeland en Noord-Brabant is die er nog wel, maar alles is hier volge bouwd. De tuin die je daar had, was even groot als het blok huizen hier. Corrie ontmoette Marieke de Klerk (de vrouw van ex-presi- dent De Klerk) die in 1992 Tholen bezocht) in het clubge bouw van de Nederlandse ver eniging in Zuid-Afrika. Ze werd aan haar voorgesteld na dat ze eerder een brief aan Marieke had geschreven toen bekend was geworden dat ze Tholen zou bezoeken. Die brief ligt overigens in het streekmuseum De Meestoof in Sint-Annaland. „Ze vertelde dat ze in het museum eerst naar de stijlkamer was ge bracht en dat ze dat wat stijf vond. Boven in het kamertje met de sleekachel en de bed stede voelde ze zich meer thuis. Dat deed haar aan vroe ger denken. Ze heeft dat be zoek zeer gewaardeerd." De woningen hier zijn kleiner. En dan het weer: daar is het negen maanden zomer. Hier is het omge draaid. Het leven gaat er allemaal wat gemakkelijker." Nederland en Tholen stond voor Corrie voor: het thuis van vroeger, Zuid-Afrika voor een eigen plek, daar waar je een ei gen leven hebt gemaakt. Maar de situatie is er erg veranderd. „Poli tiek gezien is het goed, maar de cri minaliteit is enorm toegenomen. Vooral in de grote steden. Dat heb ben ze niet in de hand. Dat is jam mer." Pijnlijk hebben ze moeten er varen hoe vrienden werden ver moord bij een diefstal. "De mis daad vier hoogtij. Dat is één van de doorslaggevende redenen geweest om naar hier te komen. Maar de leeftijd speelt ook mee. In Zuid- Afrika ben je afhankelijk van eigen vervoer. De infrastructuur is er niet zo goed als hier." Volgens mevrouw Sprenkels zijn zij niet de enigen die repatriëren. „Toen we onze spullen gingen op halen bij de douane, zeiden ze daar dat er op dit ogenblik veel contai ners aankomen van Nederlanders die terugkeren." Toen ze zich hier had laten inschrij ven bij een uitzendbureau, kreeg ze al snel werk in de thuiszorg in Wouw en later als ziekenverzorgen de in het zorgcentrum Ten Anker. „Ik had net ja gezegd bij Ten An ker, toen ik voor 20 uur kon gaan werken in het asielzoekerscentrum in Huijbergen dat pas is opgezet. Dat kon ik niet laten schieten. De uren kan ik zelf plannen. Zodoende had ik twee jobs. Iedereen sloeg achterover toen ze dat hoorden. Ik werkte tot twaalf uur in Ten Anker, fietste dan snel naar huis. Verkleed de me en at lopende, stapte in de auto en was om kwart over één in Huijbergen." Of het voorgoed is dat ze in Neder land blijft, weet ze niet. Als het mo gelijk is, wil ze elk jaar wel op va kantie naar Zuid-Afrika. „Op het ogenblik is het beter om even hier te zijn, maar 27 jaar kun je niet wegcijferen. Het is een mensenle ven. Afrika zit onder je vel." Ook oud-wethouder J. de Jager van Sint-Philipsland - die hier de eed aflegt als raadslid van Tholen - vindt het na 20 jaar raadslid maatschap welletjes. CDA-fractievoorzitter W.C. van Kempen (links) is daarentegen'wel beschikbaar voor de volgende termijn. De AOV-fractie in de Tweede Ka mer heeft, bij monde van W.J. Verkerk, vragen aan de minister van binnenlandse zaken gesteld over het slecht functioneren van het alarmnummer 112. Het Ka merlid wil weten wat het nut is van een nationaal alarmnummer, wanneer een melding van Scher penisse naar Tilburg, van Tilburg naar Roosendaal en van Roosen daal naar Sint-Maartensdijk moet worden doorgegeven. Drie keer binnen een week functio neerde het nummer 112 in Zeeland slecht, onder meer bij de brand in de Laban Deurloostraat in Scherpe nisse. Verkerk wil van minister Dijkstal weten of dit niet strijdig is met diens eerdere verzekering dat 112-oproepen met voorrang - 'dus snel en efficiënt' - behandeld wor den. Ook elders doen zich kennelijk problemen voor, want volgens het AOV-lid rijzen ze de pan uit. Zijn dit kinderziektes en hoelang duren die dan nog, wil hij weten. Verkerk vindt het tijd worden om te gaan denken over regionale toegangs nummers, een mogelijkheid die de minister dit voorjaar zelf heeft ge noemd. Hij stelt dat onbekendheid van hulpverleningsorganisaties met een gebied waar een alarmering vandaan komt, onnodig risico's en onveiligheid met zich brengt voor de samenleving. Verder vraagt Ver kerk om een overzicht van de door schakelingen tussen alle politie-, brandweer- en GGD-regio's in het land. En hij is benieuwd naar de re sultaten van het overleg tussen de commissarissen van de koningin in Zeeland en Noord-Brabant. Eerst genoemde heeft over de kwestie in Scherpenisse een brief geschreven aan zijn Brabantse collega. In de Thoolse gemeenteraad, maan dag, heeft de VVD de alarmering via 112 aan de orde gesteld. „Al een half jaar geleden hebben wij onze eerste vragen hierover gesteld. Getuige een krantenartikel is er echter niets aan gedaan en loopt het Thoolse net achter als gevolg van de onduidelijkheid over de indeling bij Zeeland of Brabant", zei R. Ra- vensteijn. Het door commissaris van de koningin Van Gelder aange kondigde onderzoek deed hij af als 'mosterd na de maaltijd'. „Ik be grijp dat de nieuwe apparatuur er aan komt. Zijn de problemen dan opgelost?" aldus het raadslid dat zei, tot nog toe teleurgesteld te zijn in de antwoorden van burgemeester en wethouders. Burgemeester Van der Munnik ant woordde dat het college allerminst stil heeft gezeten. Alle klachten zijn doorgespeeld naar de betreffende centrales. „Er is intensief monde ling en schriftelijk verkeer ge weest." Volgens Van der Munnik kan de alarmcentrale niet 100% ga randeren dat er nooit iets mis gaat: „Maar er wordt het nodige aan ge daan om tot een bijna volmaakte si tuatie te komen." De aanpassing van de apparatuur zal in oktober of november plaats vinden. De overgang van Tholen naar de Brabantse centrales heeft volgens Van der Munnik niets met de problemen te maken. Overigens is er geen sprake van een overgang, maar voortzetting van een situatie die al tien jaar bestaat. In associatie met de internisten en longartsen: A.A, Huith, P.J.J. Leeuwerik, P. Stokkers, F.A.A. Valster, C.A.G. van Esbroeck, B H. Liem en L Verheijen-Breemhaar. Boerhaaveplein 14624 VT Bergen op Zoom, telefoon 0164-278883. Vanaf 1 september is ze fulltime verbonden aan het asielzoekerscen trum (AZC) in Huijbergen nadat ze twee maanden lang in deeltijd twee werkgevers diende: Ten Anker en het AZC. En dat terwijl ze nog maar sinds eind april terug is. „Wonderlijk hè. Drie maanden in Nederland en dan twee jobs." Vooral het werk in het asielzoekers centrum bevalt haar. "Ideaal. Het is erg interessant om met vluchtelin gen te werken. Het is het werk dat me ligt en dat ik al die jaren heb ge daan; gewerkt met mensen uit an dere culturen. Dat is een voordeel, want zelf ben je daardoor ook ver anderd." Corrie is haar man Joop Sprenkels vooruitgereisd en woont in de Hoogaarsstraat in Tholen, met haar zonen Jos en Peter die in 1991 en 1992 voor studie naar Nederland kwamen en tot voor kort in Sint- Maartensdijk woonden waar Cor- rie's ouders wonen en waar ze zelf vandaan komt. Terug in Nederland, nadat ze zelf op 27-jarige leeftijd haar boeltje pakte om naar de zuid kant van het Afrikaanse continent te gaan. „De cirkel is rond," lacht ze als ze denkt aan de twee periodes van 27 jaar. Wat haar hier nu op valt? „Dat veel mensen zo ontevre den zijn, terwijl ze het juist zo goed hebben." Er zijn meer zaken die haar opvallen, maar ze wil niet alles noemen, zegt ze. Ja, dat fietsers hier met zijn drieën naast elkaar blijven rijden, vindt ze opmerkelijk. „Ze zijn de baas van de weg. Dan zijn ze nog verbaasd dat ze aange reden kunnen worden ook." Het verkopen van oliebollen gaat mevrouw De Leeuw goed af, vindt ze zelf. „Ik probeer de mensen wat stroop om de mond te smeren om er zoveel mogelijk aan de man te brengen", vertelt de Vossemeerse. Haar verkoopmethode heeft succes. „Maar bakken doe ik niet, dat laat ik over aan Corrie Vriesma en haar dochter." Mevrouw De Leeuw heeft ook al wel in de handwerkstand ge staan, maar de oliebollen en wafels bevallen haar beter. Ze helpt nu een jaar of dertien, veertien bij de Zon nebloem. „Ik heb een tijdje als vrij willigster in het ABG in Bergen op Zoom gewerkt, toen daar een zwa ger van me lag. Maar ik kon de reiskosten niet meer betalen en een vergoeding kreeg ik niet, zodat ik daarmee moest stoppen." Alsof het zo moest zijn, werd mevrouw De Leeuw diezelfde week door mevr. A. Schipper gevraagd om bij de Zonnebloem te komen. „Aanvanke lijk zag ik er tegenop om dit op het eigen dorp te doen, maar ik heb ja gezegd. Ik begon op de breimiddag en merkte al gauw dat ik in de smaak viel bij de gasten." De Zonnebloem richt zich op oudere, eenzame of zieke mensen. Mevrouw De Leeuw heeft een tiental dorpsbewoners die ze zo'n twee keer per maand be zoekt en waar ze berichten bezorgd over de activiteiten van de Zonne bloem. „Deze mensen zitten vaak om een praatje verlegen. Je merkt ook dat ze dankbaar zijn voor wat je doet. En ik vind het fijn om te helpen." Als er uitstapjes gemaakt worden. Op de fancy-fair van de Zonnebloem Oud-Vossemeer is mevrouw G. de Leeuw de vaste oliebollenverkoopster. Als oudste vrijwilliger is ze door het bestuur in het zonnetje gezet. is mevrouw De Leeuw als het even kan van de partij als begeleidster. „De mensen vragen ook vaak aan me of ik toch wel mee ga. En dat doet me goed." Zaterdagmiddag nog bezocht de Vossemeerse afdeling met een aan tal gasten een regionale Zonne bloem-middag in de Stoelemat in Bergen op Zoom, waar onder ande re Ria Bremer en Danny de Munck optraden. Wanneer dat aan de orde is, regelt mevrouw De Leeuw ook meestal de kassa. „Ik heb nog nooit een cent tekort gehad." Soms staat ze zelf voor het voetlicht: „Bij het tienjarig bestaan bijvoorbeeld heb ik Jantje Koopmans gespeeld." De verrassing die haar bereid was, bezorgde mevrouw De Leeuw twee zenuwachtige dagen en een slapelo ze nacht. „Op vrijdagmiddag ga ik altijd naar de kapper en dan op be zoek bij mijn zoon in Tholen. Maar nu wilde mijn dochter dat ik thuis bleef", vertelt ze. „De bewuste middag kwamen twee dames van de Zonnebloem en een neef van me op visite, maar ik kon helemaal geen bezoek gebruiken", zegt me vrouw De Leeuw lachend. Het bleek opzet te zijn, want op een ge geven moment stond Zonnebloem medewerker Ab Vriesma aan de deur met een boeket zonnebloemen én een verslaggever van Omroep Zeeland. Via het radioprogramma 'De mo biele eenheid' wilde Vriesma zijn medevrijwilliger in het zonnetje zetten omdat ze altijd voor iedereen klaar staat. Mevrouw De Leeuw kon de geste wel waarderen. „Ik hoop dat ik het werk voor de Zon nebloem nog lang kan blijven doen", zegt ze. De fancy-fair wordt zaterdagmid dag van half twee tot half vijf ge houden in De Vossenkuil. Behalve de verkoop van oliebollen en wafels zijn er spelletjes als eieren rapen, sjoelen, enveloppen trekken en bal- lonprikken. is er de marmotten- baan, de handwerkstand en een boekensnuffelhoek. Ook kan er een ritje gemaakt wor den in een huifkar. De opbrengst van de fancy-fair is bedoeld om ac tiviteiten voor de doelgroep te orga niseren. In het kader van de nationale zie kendag, op 14 september, kunnen zo'n 125 inwoners van het dorp een attentie van de Zonnebloem tege moet kunnen zien. De ziekendag heeft dit jaar de mondigheid van zieken en hulpbehoevenden als the ma. De gemeente wil vooralsnog geen medewerking verlenen aan de bouw van drie windmolens aan de Ge maalweg in Sint-Maartensdijk. De vereniging Zeeuwind wilde hier, sa men met G. Hoek, drie turbines plaatsen. Om dat mogelijk te ma ken zou het bestemmingsplan (ag rarische grond) gewijzigd moeten worden. B. en w. zagen dat echter niet zitten en in juni werd hierover advies gevraagd aan de commissie ruimtelijke ordening. De commissie was echter van mening dat welde gelijk medewerking kon worden verleend mits een landschapsonder- zoek door een deskundig bureau daar ook positief over zou beslis sen. Het college was het niet eens met dit advies en bracht de zaak daarom in juli nóg een keer in de commissie. Deze keer nam de com missie in meerderheid het stand punt van b. en w. over en adviseer de om geen medewerking aan de plannen van Zeeuwind te geven. Tenminste, niet zolang nog niet duidelijk is hoe het toekomstige be leid ten opzichte van windmolens zal zijn. Nu is dat beleid vastgelegd in de notitie 'Windenergie op Tho len', maar in het kader van een grootscheepse herziening van het bestemmingsplan buitengebied zal dat beleid aangepast worden. Corrie Sprenkels-Koopman onder een schilderij van moeder en kind reinheidvan de Vlaamse priester Frans Claerhout in Zuid-Afrika. Hoewel ze veel meer ruimte ge wend was, bevalt de huurwoning in de straat haar prima. „De huizen staan niet zo dicht op elkaar dat je bij de overburen op tafel kunt kij ken." En achter heeft ze een tuin omzoomd met hoge bomen. „Ik ben heel erg in mijn schik met het tuintje." Tholen is voor de familie gemakkelijk. De Sprenkels kennen veel vrienden (onder meer uit Zuid- Afrika) die in Bergen op Zoom wo nen. De afstand naar Huijbergen is kort en voor de oudste zoon Jos die visueel gehandicapt is en in Utrecht op school zit, is Tholen 's avonds (met de treintaxi) veel beter te be reiken dan de smalstad. Na haar opleiding in het Rode Kruisziekenhuis in Den Haag, werkte Corrie een tijdje op de kin derafdeling van het ziekenhuis in Den Bosch. Ze kwam op dezelfde afdeling van het Algemeen Burger Ziekenhuis in Bergen op Zoom te werken. Via een uitwisselingspro gramma belandde ze in Schotland. De kinderarts die ze daar ontmoet te, ging voor de Anglicaanse kerk (Church of Scotland) met zijn vrouw ontwikkelingswerk doen in met de witte sokjes (als teken van Zuid-Afrika en schreef Corrie hoe het daar was. „Een prachtig land met aangename temperaturen. Dat zou ook iets voor mij zijn, schreef hij." Aanvankelijk wilde Corrie met een vriendin naar Canada, maar na de brief uit Zuid-Afrika wijzigde ze haar plan. „Wie let me om er een jaar naar toe te gaan, dacht ik toen." Ze kreeg adressen via de Neder landse verpleegstersvereniging en vroeg een visum aan om er te wer ken. De missie slaagde, want ze kon aan de slag in het grootste zie kenhuis van het land: het universi teitsziekenhuis van Pretoria. En al

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1997 | | pagina 3