Of het voorgoed is weet ik nog
niet, want Afrika zit onder je vel
„Met mensen omgaan doe ik graag"
AOV twijfelt aan het nut
van één alarmnummer
Zonnebloem Oud-Vossemeer zet vrijwilligster in het zonnetje
Donderdag 4 september 1997 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Vertrouwensrelatie
Sinterklaas
Bitterballen
Sancties
Marieke de Klerk
Corrie Sprenkels-Koopman na 27 jaar Zuid-Afrika terug op Tholen:
Aanpassing Thoolse apparatuur in najaar
li
Gevestigd
Mevrouw J.M. Admiraal, internist
Spreekuur volgens afspraak
Ziekenhuis Lievensberq
„Bedankt voor de kuier",
zegt Corrie Sprenkels-
Koopman als de gast ver
trekt: 'Bedankt voor het
bezoek.' Het is niet de eni
ge Zuid-Afrikaanse uit
drukking die ze gebruikt
wanneer ze vertelt over de
27 jaar die ze in Zuid-
Afrika woonde en werkte.
Regelmatig bezigt ze
woorden die wij niet direct
verstaan, maar vaak wel af
kunnen leiden uit de con
text waarin ze gebruikt
worden. Ze wisselt het
Thoolse dialect af met En
gelse, Zuid-Afrikaanse en
Nederlandse woorden. Of
ze combineert woorden uit
verschillende talen, zoals
hartzeerstory, een ellendig
verhaal. En koud terug op
Tholen heeft de 54-jarige
verpleegster al werk. „Dat
gelooft bijna niemand."
Zoals ieder jaar probeert
mevrouw G. de Leeuw uit
Oud-Vossemeer ook ko
mende zaterdag weer om
oliebollen en wafels aan
de man te brengen tijdens
de fancy-fair van de Zon
nebloem. Met haar 72 ja
ren is ze de oudste vrijwil
liger van de groep. „Ik ben
dankbaar dat ik dit werk
kan en mag doen, want
met mensen omgaan is het
liefste wat ik doe", zegt
ze. Het afdelingsbestuur
verraste haar vrijdag met
een bijzondere bloemen
hulde.
Gemeente duldt
geen windmolens
aan Gemaalweg
Het ABG
VERVOLG VAN VOORPAGINA
We hebben een sterke wethouder."
Bij het zoeken naar nieuwe kandi
daten zullen allerlei aspecten een
rol spelen, zegt hij: capaciteiten, in
zicht, deskundigheid, jong/oud en
man/vrouw. „Er is ons wel verwe
ten dat de fractie eenzijdig samen
gesteld was met drie agrariërs,
maar dat was toeval." Drie jaar ge
leden deed Van Beek (ondernemer
in de metaal) een stapje terug en
viel mevrouw Deurloo buiten de
boot doordat het CDA een zetel
verloor. „De landelijke discussie
rondom de ouderen heeft ons toen
de kop gekost", zegt Nieuwkerk,
die de stelling aandurft dat het AOV
na de verkiezingen niet zal terugke
ren in de gemeenteraad.
Het CDA ziet zich gesteld voor de
opgave om het prijsgegeven terrein
te heroveren. Ten opzichte van vier
jaar eerder brachten in 1994 maar
liefst 662 Thoolse kiezers (ruim
27%) minder hun stem uit op de
christen-democraten. Ook in 1990
was er een daling, met 96 stemmen,
ten opzichte van 1986; op Tholen
was de achteruitgang zelfs groter,
maar in Sint-Philipsland groeide
het CDA toen nog naar twee zetels.
Kandidaten voor een raadszetel of
eventueel het wethouderschap kan
Nieuwkerk nog niet noemen. De
commissie die het bestuur gaat ad
viseren, moet nog samengesteld
worden. Vervolgens worden kandi
daten gezocht en stelt de commissie
de volgorde vast. „Het bestuur doet
dat niet, maar nomineert wél een
kandidaat-lijsttrekker. We vinden
namelijk dat die persoon ook een
inbreng moet kunnen hebben in het
verkiezingsprogramma." Op de
CDA-lijst van drie jaar geleden
stond M.A. van Beek uit Sint-An-
naland op de vijfde plaats, nummer
zes was mevr. C.A.T.M. de Ruijter-
Riemslag Baas uit Scherpenisse,
zeven J.A. de Boe uit Poortvliet en
acht L.C. Vroegop uit Sint-Philips
land. De groslijst, met door de le
den aangedragen kandidaten, zal
eind oktober tot stand komen. In de
tweede helft van november zal de
ledenvergadering de kandidatenlijst
definitief vaststellen. „We zullen
proberen een .gevarieerde lijst te
krijgen", aldus Nieuwkerk. In een
tijd dat de burger alsmaar minder
politiek geïnteresseerd is, meent hij
dat het belangrijk is dat kandidaat
raadsleden zich persoonlijk naar het
publiek moeten keren en proberen
een vertrouwensrelatie te krijgen.
„Ze zullen vanuit hun ervaring het
politieke gezicht van het CDA moe
ten bepalen."
Met het oog op het verkiezingspro
gramma heeft het CDA thema
avonden belegd over veiligheid en
de zorg. De uitkomsten daarvan en
de beleidsnota 1996 worden in het
concept verwerkt. Er volgt nog een
derde thema-bijeenkomst, waarop
de wensen en verlangens van de be
volking geïnventariseerd worden en
de financiële consequenties daar
van. Nieuwkerk noemt voorbeelden
die de afgelopen tijd en ook nu nog
in de belangstelling hebben ge
staan: overdekt zwembad, uitbrei
ding gemeentehuis, varkens. Uit
gangspunt in het CDA-programma
is dat de gemeente uitnodigend,
leefbaar, zorgzaam en bedrijvig
moet zijn.
na enkele weken deed ze actief mee
in het sociale leven van een groep
Nederlanders die regelmatig een
grote pick-nick met barbecue orga
niseerde ('braaien').
„Zo rolde ik er in. We reden er in
het begin 500 kilometer voor om te
pick-nicken en te volksdansen. De
kliek noemden we het." Maar, er
kent ze ook: toen ze in 1969 in
Zuid-Afrika landde, was alles
nieuw en vreemd. De ruimte, de na
tuur, het weer, de mensen. Maar na
een paar maanden, toen ze haar
man had leren kennen, had ze geen
tijd meer om veel te peinzen over
haar toekomst. „Door je werk en je
vele contacten leer je veel mensen
kennen. Ik wou ook meer van de
wereld zien, zeker nadat ik in
Schotland was geweest. Als je een
Nederlander even aan het buiten
land laat proeven, wil hij steeds
verder kijken. Ik heb er geen mi
nuut spijt van gehad."
In het ziekenhuis werkte ze op ver
schillende afdelingen; op de uit-
slaapkamer van de radiotherapie
voor kinderen, de chemoteherapie
en op de polikliniek. De manier van
werken was geënt op het Engelse-
Koninginnedag wordt in het
buitenland door de Nederlan
ders vaak gevierd in de am
bassadeurswoning. Omdat
Zuid-Afrika zo groot is, wordt
het elk jaar in een andere stad
gehouden: Durban, Pretoria of
Kaapstad. Het Wilhelmus
wordt er gezongen. Er wordt
(bessenjenever en Nederlands
bier geschonken en haring ge
serveerd. „En bitterballen. Die
waren altijd in een vloek en
een zucht op. Elk jaar zag je
er vrienden die je al lang niet
had gezien. Het heeft een so
ciale functie."
en Amerikaanse systeem. „De stan
daard was hoog voor een Derde
Wereldland. Dat probeerden we te
handhaven." Na het huwelijk in
1970 is haar man, die een doe-het-
zelf-winkel dreef en metselaar was,
begonnen met de bouw van een
huis aan de rand van Pretoria. Elk
weekend werd er aan gewerkt. Me
vrouw Sprenkels bewaart goede
herinneringen aan de periode dat
het gezin daar woonde. Er kwamen
veel Nederlanders over de vloer.
„Er zaten soms wel 100 mensen op
de stoep die zelf hun vlees mee
brachten om te bakken. We vierden
er Sinterklaas, verjaardagen en hiel
den klaverjasavonden."
Het apartheidssysteem noodzaakte
de Sprenkels te verhuizen. En niet
zo'n klein eindje ook. Zoon Jos
moest op zijn veertiende naar een
school voor 'zwakziende en blinde
kinderen'. Die was er wel in Preto
ria, (in Transvaal, het noordoosten
van het land) maar alleen voor
zwarte Zuid-Afrikanen. „Jos mocht
daar niet naar toe. De enige school
voor hem stond helemaal aan de
andere kant van het land, in Wor
cester in de zuidwestelijke Kaap
provincie. Een afstand van 1400 ki
lometer, twaalf tot veertien uur rij
den. De keuze was toen: verhuizen
of hem twee keer per jaar bezoeken
en hem tijdens de vakantie over la
ten komen. Het was alsof we op
nieuw emigreerden. We lieten al
onze vrienden achter. We moesten
van voren af aan beginnen. Een
huis zoeken, werk zoeken, nieuwe
vrienden maken. Achteraf zeggen
we, dat het de moeite waard is ge
weest. Maar in het begin twijfel je
over de keuze die je gemaakt hebt."
Worcester (speek uit Woester) ligt
120 kilometer ten noordoosten van
Kaapstad, midden in de wijnstreek
van Zuid-Afrika. Het stadje telt
80.000 inwoners. Toen Corrie ver
huisde naar Worcester, had ze niet
automatisch werk. „Het was mid
den jaren tachtig toen de' sancties
tegen Zuid-Afrika op gang kwa
men.
Ik kreeg geen overplaatsing; alle
posten werden bevroren. Ik heb drie
maanden bij de bloedtransfusie
dienst gewerkt, maar ook drie
maanden thuisgezeten." Toen
Sprenkels de zaak had verkocht,
was het ook voor hem zoeken naar
een nieuwe baan. „Een van de men
sen van een firma die bij hem in
Pretoria in de winkel kwam, zocht
een vertegenwoordiger voor heel de
Kaap. Hij kende er heg noch steg.
Per week reed hij 10.000 kilometer
om de klanten te bezoeken en om
naar de zaak te gaan in Kaapstad.
Naar Port Elizabeth aan de zuidkust
is al 700 kilometer, zo groot is het
gebied."
Corrie vond werk in het streekzie
kenhuis met 160 bedden. „We
werkten er met weinig mensen tus
sen de zwarten en kleurlingen. Dit
was Afrika. Wat ik in Pretoria ge
leerd had, kon ik daar in de praktijk
brengen."
De polikliniek was groot, erg groot,
zoals in de meeste Afrikaanse zie
kenhuizen. „Per maand onderzoe
ken wij tussen de 23.000 en 25.000
patiënten. Als je de lange rij zag
staan wachten 's ochtends, dan zak
te de moed wel eens in de schoe
nen.
De in bevel (het hoofd-red.) sloot
om negen uur vaak de deur van de
wachtzaal die om zeven uur open
ging. Dan kon je er niet meer bij
hebben. Vele patiënten kwamen van
ver. Sommigen hadden 15 tot 20 ki
lometer gelopen. De dichtstbijzijn
de en enige dokter zat in een dorp
Lainsburg op 200 kilometer."
De patiënten die de polikliniek op
zochten, kwamen met klachten die
ze in Nederland bij de huisarts zou
den uiten. „Maar geld om een huis
arts te betalen hebben de mensen
niet." De verpleegster wijst erop dat
de sancties tegen Zuid-Afrika voor
vele Afrikanen een verslechtering
betekende van hun levensomstan
digheden. „Grote bedrijven trokken
zich terug. Ford en de Makro en an
dere grote bekende namen.tVoor het
personeel werd het ziekenfonds en
het pensioen betaald. Dat raakten
ze kwijt. Het slot van het liedje
was, dat die mensen bij ons kwa
men. Er hebben heel wat mensen
aan mijn tafel zitten huilen omdat
ze op straat kwamen te staan. Het is
wel mooi om hier voor sancties te
besluiten, maar er wordt hier geen
boterham minder om gegeten. De
mensen waarvoor het bedoeld was,
werden er slechter van. Het doel
heiligt de middelen, zeggen ze wel
eens, maar niet altijd."
Ondanks het feit dat ze regelmatig
de familie in Nederland bezocht, is
het een grote verandering zelf weer
hier te wonen. „Alleen al de ruimte.
In Zeeland en Noord-Brabant is die
er nog wel, maar alles is hier volge
bouwd. De tuin die je daar had, was
even groot als het blok huizen hier.
Corrie ontmoette Marieke de
Klerk (de vrouw van ex-presi-
dent De Klerk) die in 1992
Tholen bezocht) in het clubge
bouw van de Nederlandse ver
eniging in Zuid-Afrika. Ze
werd aan haar voorgesteld na
dat ze eerder een brief aan
Marieke had geschreven toen
bekend was geworden dat ze
Tholen zou bezoeken. Die
brief ligt overigens in het
streekmuseum De Meestoof in
Sint-Annaland. „Ze vertelde
dat ze in het museum eerst
naar de stijlkamer was ge
bracht en dat ze dat wat stijf
vond. Boven in het kamertje
met de sleekachel en de bed
stede voelde ze zich meer
thuis. Dat deed haar aan vroe
ger denken. Ze heeft dat be
zoek zeer gewaardeerd."
De woningen hier zijn kleiner. En
dan het weer: daar is het negen
maanden zomer. Hier is het omge
draaid. Het leven gaat er allemaal
wat gemakkelijker." Nederland en
Tholen stond voor Corrie voor: het
thuis van vroeger, Zuid-Afrika voor
een eigen plek, daar waar je een ei
gen leven hebt gemaakt. Maar de
situatie is er erg veranderd. „Poli
tiek gezien is het goed, maar de cri
minaliteit is enorm toegenomen.
Vooral in de grote steden. Dat heb
ben ze niet in de hand. Dat is jam
mer." Pijnlijk hebben ze moeten er
varen hoe vrienden werden ver
moord bij een diefstal. "De mis
daad vier hoogtij. Dat is één van de
doorslaggevende redenen geweest
om naar hier te komen. Maar de
leeftijd speelt ook mee. In Zuid-
Afrika ben je afhankelijk van eigen
vervoer. De infrastructuur is er niet
zo goed als hier."
Volgens mevrouw Sprenkels zijn zij
niet de enigen die repatriëren.
„Toen we onze spullen gingen op
halen bij de douane, zeiden ze daar
dat er op dit ogenblik veel contai
ners aankomen van Nederlanders
die terugkeren."
Toen ze zich hier had laten inschrij
ven bij een uitzendbureau, kreeg ze
al snel werk in de thuiszorg in
Wouw en later als ziekenverzorgen
de in het zorgcentrum Ten Anker.
„Ik had net ja gezegd bij Ten An
ker, toen ik voor 20 uur kon gaan
werken in het asielzoekerscentrum
in Huijbergen dat pas is opgezet.
Dat kon ik niet laten schieten. De
uren kan ik zelf plannen. Zodoende
had ik twee jobs. Iedereen sloeg
achterover toen ze dat hoorden. Ik
werkte tot twaalf uur in Ten Anker,
fietste dan snel naar huis. Verkleed
de me en at lopende, stapte in de
auto en was om kwart over één in
Huijbergen."
Of het voorgoed is dat ze in Neder
land blijft, weet ze niet. Als het mo
gelijk is, wil ze elk jaar wel op va
kantie naar Zuid-Afrika. „Op het
ogenblik is het beter om even hier
te zijn, maar 27 jaar kun je niet
wegcijferen. Het is een mensenle
ven. Afrika zit onder je vel."
Ook oud-wethouder J. de Jager van Sint-Philipsland - die hier de
eed aflegt als raadslid van Tholen - vindt het na 20 jaar raadslid
maatschap welletjes. CDA-fractievoorzitter W.C. van Kempen
(links) is daarentegen'wel beschikbaar voor de volgende termijn.
De AOV-fractie in de Tweede Ka
mer heeft, bij monde van W.J.
Verkerk, vragen aan de minister
van binnenlandse zaken gesteld
over het slecht functioneren van
het alarmnummer 112. Het Ka
merlid wil weten wat het nut is
van een nationaal alarmnummer,
wanneer een melding van Scher
penisse naar Tilburg, van Tilburg
naar Roosendaal en van Roosen
daal naar Sint-Maartensdijk
moet worden doorgegeven.
Drie keer binnen een week functio
neerde het nummer 112 in Zeeland
slecht, onder meer bij de brand in
de Laban Deurloostraat in Scherpe
nisse. Verkerk wil van minister
Dijkstal weten of dit niet strijdig is
met diens eerdere verzekering dat
112-oproepen met voorrang - 'dus
snel en efficiënt' - behandeld wor
den. Ook elders doen zich kennelijk
problemen voor, want volgens het
AOV-lid rijzen ze de pan uit. Zijn
dit kinderziektes en hoelang duren
die dan nog, wil hij weten. Verkerk
vindt het tijd worden om te gaan
denken over regionale toegangs
nummers, een mogelijkheid die de
minister dit voorjaar zelf heeft ge
noemd. Hij stelt dat onbekendheid
van hulpverleningsorganisaties met
een gebied waar een alarmering
vandaan komt, onnodig risico's en
onveiligheid met zich brengt voor
de samenleving. Verder vraagt Ver
kerk om een overzicht van de door
schakelingen tussen alle politie-,
brandweer- en GGD-regio's in het
land. En hij is benieuwd naar de re
sultaten van het overleg tussen de
commissarissen van de koningin in
Zeeland en Noord-Brabant. Eerst
genoemde heeft over de kwestie in
Scherpenisse een brief geschreven
aan zijn Brabantse collega.
In de Thoolse gemeenteraad, maan
dag, heeft de VVD de alarmering
via 112 aan de orde gesteld. „Al
een half jaar geleden hebben wij
onze eerste vragen hierover gesteld.
Getuige een krantenartikel is er
echter niets aan gedaan en loopt het
Thoolse net achter als gevolg van
de onduidelijkheid over de indeling
bij Zeeland of Brabant", zei R. Ra-
vensteijn. Het door commissaris
van de koningin Van Gelder aange
kondigde onderzoek deed hij af als
'mosterd na de maaltijd'. „Ik be
grijp dat de nieuwe apparatuur er
aan komt. Zijn de problemen dan
opgelost?" aldus het raadslid dat
zei, tot nog toe teleurgesteld te zijn
in de antwoorden van burgemeester
en wethouders.
Burgemeester Van der Munnik ant
woordde dat het college allerminst
stil heeft gezeten. Alle klachten zijn
doorgespeeld naar de betreffende
centrales. „Er is intensief monde
ling en schriftelijk verkeer ge
weest." Volgens Van der Munnik
kan de alarmcentrale niet 100% ga
randeren dat er nooit iets mis gaat:
„Maar er wordt het nodige aan ge
daan om tot een bijna volmaakte si
tuatie te komen."
De aanpassing van de apparatuur
zal in oktober of november plaats
vinden. De overgang van Tholen
naar de Brabantse centrales heeft
volgens Van der Munnik niets met
de problemen te maken. Overigens
is er geen sprake van een overgang,
maar voortzetting van een situatie
die al tien jaar bestaat.
In associatie met de internisten en longartsen:
A.A, Huith, P.J.J. Leeuwerik, P. Stokkers,
F.A.A. Valster, C.A.G. van Esbroeck,
B H. Liem en L Verheijen-Breemhaar.
Boerhaaveplein 14624 VT Bergen op Zoom,
telefoon 0164-278883.
Vanaf 1 september is ze fulltime
verbonden aan het asielzoekerscen
trum (AZC) in Huijbergen nadat ze
twee maanden lang in deeltijd twee
werkgevers diende: Ten Anker en
het AZC. En dat terwijl ze nog
maar sinds eind april terug is.
„Wonderlijk hè. Drie maanden in
Nederland en dan twee jobs."
Vooral het werk in het asielzoekers
centrum bevalt haar. "Ideaal. Het is
erg interessant om met vluchtelin
gen te werken. Het is het werk dat
me ligt en dat ik al die jaren heb ge
daan; gewerkt met mensen uit an
dere culturen. Dat is een voordeel,
want zelf ben je daardoor ook ver
anderd."
Corrie is haar man Joop Sprenkels
vooruitgereisd en woont in de
Hoogaarsstraat in Tholen, met haar
zonen Jos en Peter die in 1991 en
1992 voor studie naar Nederland
kwamen en tot voor kort in Sint-
Maartensdijk woonden waar Cor-
rie's ouders wonen en waar ze zelf
vandaan komt. Terug in Nederland,
nadat ze zelf op 27-jarige leeftijd
haar boeltje pakte om naar de zuid
kant van het Afrikaanse continent te
gaan. „De cirkel is rond," lacht ze
als ze denkt aan de twee periodes
van 27 jaar. Wat haar hier nu op
valt? „Dat veel mensen zo ontevre
den zijn, terwijl ze het juist zo goed
hebben." Er zijn meer zaken die
haar opvallen, maar ze wil niet alles
noemen, zegt ze. Ja, dat fietsers
hier met zijn drieën naast elkaar
blijven rijden, vindt ze opmerkelijk.
„Ze zijn de baas van de weg. Dan
zijn ze nog verbaasd dat ze aange
reden kunnen worden ook."
Het verkopen van oliebollen gaat
mevrouw De Leeuw goed af, vindt
ze zelf. „Ik probeer de mensen wat
stroop om de mond te smeren om er
zoveel mogelijk aan de man te
brengen", vertelt de Vossemeerse.
Haar verkoopmethode heeft succes.
„Maar bakken doe ik niet, dat laat
ik over aan Corrie Vriesma en haar
dochter." Mevrouw De Leeuw heeft
ook al wel in de handwerkstand ge
staan, maar de oliebollen en wafels
bevallen haar beter. Ze helpt nu een
jaar of dertien, veertien bij de Zon
nebloem. „Ik heb een tijdje als vrij
willigster in het ABG in Bergen op
Zoom gewerkt, toen daar een zwa
ger van me lag. Maar ik kon de
reiskosten niet meer betalen en een
vergoeding kreeg ik niet, zodat ik
daarmee moest stoppen." Alsof het
zo moest zijn, werd mevrouw De
Leeuw diezelfde week door mevr.
A. Schipper gevraagd om bij de
Zonnebloem te komen. „Aanvanke
lijk zag ik er tegenop om dit op het
eigen dorp te doen, maar ik heb ja
gezegd.
Ik begon op de breimiddag en
merkte al gauw dat ik in de smaak
viel bij de gasten." De Zonnebloem
richt zich op oudere, eenzame of
zieke mensen. Mevrouw De Leeuw
heeft een tiental dorpsbewoners die
ze zo'n twee keer per maand be
zoekt en waar ze berichten bezorgd
over de activiteiten van de Zonne
bloem. „Deze mensen zitten vaak
om een praatje verlegen. Je merkt
ook dat ze dankbaar zijn voor wat
je doet. En ik vind het fijn om te
helpen."
Als er uitstapjes gemaakt worden.
Op de fancy-fair van de Zonnebloem Oud-Vossemeer is mevrouw
G. de Leeuw de vaste oliebollenverkoopster. Als oudste vrijwilliger
is ze door het bestuur in het zonnetje gezet.
is mevrouw De Leeuw als het even
kan van de partij als begeleidster.
„De mensen vragen ook vaak aan
me of ik toch wel mee ga. En dat
doet me goed."
Zaterdagmiddag nog bezocht de
Vossemeerse afdeling met een aan
tal gasten een regionale Zonne
bloem-middag in de Stoelemat in
Bergen op Zoom, waar onder ande
re Ria Bremer en Danny de Munck
optraden.
Wanneer dat aan de orde is, regelt
mevrouw De Leeuw ook meestal de
kassa. „Ik heb nog nooit een cent
tekort gehad." Soms staat ze zelf
voor het voetlicht: „Bij het tienjarig
bestaan bijvoorbeeld heb ik Jantje
Koopmans gespeeld."
De verrassing die haar bereid was,
bezorgde mevrouw De Leeuw twee
zenuwachtige dagen en een slapelo
ze nacht. „Op vrijdagmiddag ga ik
altijd naar de kapper en dan op be
zoek bij mijn zoon in Tholen. Maar
nu wilde mijn dochter dat ik thuis
bleef", vertelt ze. „De bewuste
middag kwamen twee dames van
de Zonnebloem en een neef van me
op visite, maar ik kon helemaal
geen bezoek gebruiken", zegt me
vrouw De Leeuw lachend. Het
bleek opzet te zijn, want op een ge
geven moment stond Zonnebloem
medewerker Ab Vriesma aan de
deur met een boeket zonnebloemen
én een verslaggever van Omroep
Zeeland.
Via het radioprogramma 'De mo
biele eenheid' wilde Vriesma zijn
medevrijwilliger in het zonnetje
zetten omdat ze altijd voor iedereen
klaar staat. Mevrouw De Leeuw
kon de geste wel waarderen. „Ik
hoop dat ik het werk voor de Zon
nebloem nog lang kan blijven
doen", zegt ze.
De fancy-fair wordt zaterdagmid
dag van half twee tot half vijf ge
houden in De Vossenkuil. Behalve
de verkoop van oliebollen en wafels
zijn er spelletjes als eieren rapen,
sjoelen, enveloppen trekken en bal-
lonprikken. is er de marmotten-
baan, de handwerkstand en een
boekensnuffelhoek.
Ook kan er een ritje gemaakt wor
den in een huifkar. De opbrengst
van de fancy-fair is bedoeld om ac
tiviteiten voor de doelgroep te orga
niseren.
In het kader van de nationale zie
kendag, op 14 september, kunnen
zo'n 125 inwoners van het dorp een
attentie van de Zonnebloem tege
moet kunnen zien. De ziekendag
heeft dit jaar de mondigheid van
zieken en hulpbehoevenden als the
ma.
De gemeente wil vooralsnog geen
medewerking verlenen aan de bouw
van drie windmolens aan de Ge
maalweg in Sint-Maartensdijk. De
vereniging Zeeuwind wilde hier, sa
men met G. Hoek, drie turbines
plaatsen. Om dat mogelijk te ma
ken zou het bestemmingsplan (ag
rarische grond) gewijzigd moeten
worden. B. en w. zagen dat echter
niet zitten en in juni werd hierover
advies gevraagd aan de commissie
ruimtelijke ordening. De commissie
was echter van mening dat welde
gelijk medewerking kon worden
verleend mits een landschapsonder-
zoek door een deskundig bureau
daar ook positief over zou beslis
sen. Het college was het niet eens
met dit advies en bracht de zaak
daarom in juli nóg een keer in de
commissie. Deze keer nam de com
missie in meerderheid het stand
punt van b. en w. over en adviseer
de om geen medewerking aan de
plannen van Zeeuwind te geven.
Tenminste, niet zolang nog niet
duidelijk is hoe het toekomstige be
leid ten opzichte van windmolens
zal zijn. Nu is dat beleid vastgelegd
in de notitie 'Windenergie op Tho
len', maar in het kader van een
grootscheepse herziening van het
bestemmingsplan buitengebied zal
dat beleid aangepast worden.
Corrie Sprenkels-Koopman onder een schilderij van moeder en kind
reinheidvan de Vlaamse priester Frans Claerhout in Zuid-Afrika.
Hoewel ze veel meer ruimte ge
wend was, bevalt de huurwoning in
de straat haar prima. „De huizen
staan niet zo dicht op elkaar dat je
bij de overburen op tafel kunt kij
ken." En achter heeft ze een tuin
omzoomd met hoge bomen. „Ik
ben heel erg in mijn schik met het
tuintje." Tholen is voor de familie
gemakkelijk. De Sprenkels kennen
veel vrienden (onder meer uit Zuid-
Afrika) die in Bergen op Zoom wo
nen. De afstand naar Huijbergen is
kort en voor de oudste zoon Jos die
visueel gehandicapt is en in Utrecht
op school zit, is Tholen 's avonds
(met de treintaxi) veel beter te be
reiken dan de smalstad.
Na haar opleiding in het Rode
Kruisziekenhuis in Den Haag,
werkte Corrie een tijdje op de kin
derafdeling van het ziekenhuis in
Den Bosch. Ze kwam op dezelfde
afdeling van het Algemeen Burger
Ziekenhuis in Bergen op Zoom te
werken. Via een uitwisselingspro
gramma belandde ze in Schotland.
De kinderarts die ze daar ontmoet
te, ging voor de Anglicaanse kerk
(Church of Scotland) met zijn
vrouw ontwikkelingswerk doen in
met de witte sokjes (als teken van
Zuid-Afrika en schreef Corrie hoe
het daar was. „Een prachtig land
met aangename temperaturen. Dat
zou ook iets voor mij zijn, schreef
hij." Aanvankelijk wilde Corrie met
een vriendin naar Canada, maar na
de brief uit Zuid-Afrika wijzigde ze
haar plan. „Wie let me om er een
jaar naar toe te gaan, dacht ik
toen."
Ze kreeg adressen via de Neder
landse verpleegstersvereniging en
vroeg een visum aan om er te wer
ken. De missie slaagde, want ze
kon aan de slag in het grootste zie
kenhuis van het land: het universi
teitsziekenhuis van Pretoria. En al