2®BaiI(3SlI «Bïïë Meer dan alleen maar met 'n witte broek aan in het zonnetje zitten 2®K»§ G>®»l! De laatste ronde voor badmeester J. Jansen uit Tholen Donderdag 28 augustus 1997 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 7 DE THOOLSE COURANT WM. DE THOOLSE COURANT 3S&I .V.,— .X>V. V vvvv-v y "Ti Ta een mistig begin is J\l het een zeer zonnige I Y Jc/g. A/ vroeg zijn er gasten aan het zwemmen in zwembad De Spetter in Tho- len. Het hek staat al om kwart over zeven open en de vroege vogels lopen naar binnen, voorbij de deuren met de op schriften 'natrium/hypochlo- riet'en 'zwavelzuur'. Om half negen is deze ochtendploeg uitgezwommen. In de receptie wordt nog wat nagekaart on der het genot van een kopje koffie. Om stipt negen uur stapt een grijze, gebruinde man binnen. Badmeester Jap Jansen begint zijn dag. Hij mag gerust een bekende Thole- naar genoemd worden. Zeker voor het oostelijke deel van het eiland. Al zijn z'n prestaties dan van een ander kali ber dan van bestuurders, politici of ar tiesten, markant is hij zeker. Al 23 jaar lang - sinds de opening van De Spet ter - voert hij gedurende de zomer maanden het bewind over het Thoolse bad. Iets wat hij altijd met verve doet. Nog wel, want dit is zijn laatste sei zoen. De 64-jarige Tholenaar gaat (of liever gezegd: moet) met pensioen. Dat gaat hem niet gemakkelijk af. Verknocht aan het bad, het personeel en de bezoekers, zit hij de rit tot het laatste toe uit. Lijkkisten maken De badmeester begon zijn werkzame leven niet aan de waterkant. „Ik ben in de bouw begonnen. Een vakoplei ding en daarna als timmerman aan het werk bij de firma Blaas en later Bur gers uit Tholen en Ligtendag uit Sint- Philipsland", zegt Jansen terwijl hij met een schuin oog de kinderen in de gaten houdt die binnenstromen voor hun zwemlessen. „Dat was toen een goed vak. Vergis je .niet. Als timmer man zat je best goed. Maar ja, de bouw werd steeds dunner. Het vak werd uitgehold. Vroeger maakte je zelf wenteltrappen, kozijnen en deu ren. Ja, zelfs lijkkisten heb ik ge maakt. Want een begrafenisonderne mer bij wie je uit allerlei kisten kon kiezen, was er nog niet. Je nam de maat van de overledene op en je maakte een kist van ruw hout. Al dat soort handwerk verdween steeds meer. De eer in je beroep werd steeds minder. En ik was er al met al wat op uitgekeken. Ik wilde al een tijdje wat anders. Maar ja, wat doe je zonder an dere diploma's?" Een eerste duwtje in de goede richting was de sportachter- grond van Jansen. Jarenlang speelde hij bij voetbalvereniging Tholense Boys en was daar ook een poosje trai ner van de jeugd. „Dat is een heel an dere sport natuurlijk, maar het heeft wel raakvlakken met het werk in het zwembad. De juiste persoon op de juiste plaats en zo", zegt Jansen. „Maar ik heb ook vanuit mijn vak te maken gehad met de aanleg van het zwembad bij Vrederust. Daar sprak ik met badjuffrouw Nijsse. En toen kwam ik tot de ontdekking dat haar vak veel meer inhoud heeft dan me nigeen denkt. Het is niet alleen maar een witte broek aan en in het zonnetje zitten. Zei Nero niet al: geef ze brood en spelen en ze zullen tevreden zijn?" Jansen besloot om een cursus voor badmeester te volgen. „Maar het heeft nog vier jaar geduurd voordat ik aan het bad stond hoor", vertelt Jansen. „Die cursus werd 's avonds gehouden, ik was toen zo'n 37 jaar. Twee jaar lang moest je na je werk in de bouw ook nog eens de fut op brengen om naar school te gaan. Je moest ook eerst voorzwemmen en dan werd bepaald of je persoonlijke kunnen voldoende was om toegelaten te worden. Bij de intekening moest je ook je diploma's opgeven. Nou, ik Badmeester Jansen op zijn post, voor het laatste jaar. was snel klaar. Alleen mijn militaire zwemdiploma. Dus ik leende een boek in de bibliotheek en daaruit leerde ik allerlei zwemslagen." Toen Jansen ge diplomeerd was, ging hij echter nog niet aan het werk. „Ik dacht: Nou heb ik mijn diploma's wel, maar ik heb het nog niet helemaal. Ik wist uit de bouw dat je je vak pas leert in de praktijk. Ik heb toen ook nog twee jaar een cursus gehandicaptenzwemmen gedaan. En daar heb ik ontzettend veel geleerd. Je werkte er met mensen met allerlei han dicaps. En wat mij zo trof was dat de docenten daar zeiden: De fout ligt bij ons. Wij zijn zo dom dat we de ingang naar deze mensen niet kunnen vinden. Niet de gehandicapte was dom, maar wij", vertelt de badmeester. „Je leert er communiceren en inspelen op de si tuaties die je tegenkomt. Ik ontdekte een stuk geestelijke verbondenheid. Als je met een verstandelijk gehandi capte omgaat, moet je zelf terug naar diens niveau. Je moet je inbeelden wat zo iemand voelt en denkt. En dat is heel moeilijk. Maar je leert er zoveel van waar je later, ook in het gewone zwembad, wat aan hebt. Want wat is normaal? We hebben per slot van reke ning allemaal wel een tik van de mo len gehad." Typisch Jansen, zo'n uit spraak. Recht voor z'n raap. Dat is iets dat hij overhield van zowel het gehan dicaptenzwemmen als van zijn oude vak. „Eerlijke en soms wat platvloerse taal is iets dat heel effectief kan zijn. Tegen een verstandelijk gehandicapte moetje gewoon eerlijk zijn. Bedriegen doe je zo iemand maar één keer en dan is het afgelopen. En in het zwembad probeer je natuurlijk tactisch te zijn en eventuele problemen te sussen. Maar soms heb je wel eens een hard woord nodig en heel af en toe komt het zelfs op fysieke kracht aan. Ik heb wel eens neus aan neus gestaan met iemand." Samen met vrouw De badmeester is een merkwaardige man. Zelden ziet men hem in het zwembad anders dan in zijn witte kor te broek en met ontblote torso. De fluit bij de hand om indien nodig te corrige ren. Een rustige, maar tegelijk ook een beetje impulsieve man. „Dat heb ik van de bouw overgehouden. Je wilt iets op een bepaalde manier doen, maar als je baas zegt dat het niet kan, dan houdt het op. Het is ja of nee. En Met het verstrijken van de maand augustus komt ook de zomervakantie ten einde. Het werk en de schoolbanken roepen de mensen tot de daad. Velen bergen de tenten, caravans en strandstoelen weer op tot volgend jaar. Het weer zomert echter nog be hoorlijk na. Dus de stranden en de zwembaden zitten nog steeds vol Verkoeling in het water is voor velen een welkome afwisseling voor de hitte op het land. In deze laatste aflevering van onze vakantieserie Zomerse Drukte een blik op het werk van badmeester J. Jansen uit Tholen. Hij neemt dit jaar na bijna een kwart eeuw af scheid van 'zijn'zwembad De Spetter. daar heb ik met mijn aanstellingsge- sprek nog wat mee gehad. Ik stond bij de bouw van het nieuwe zwembad in Tholen te kijken. Puur uit interesse vanuit de bouw. Toen hoorde ik uit de verte de ambtenaar sportzaken roepen: Is het niets voor jou? En nog diezelfde dag had ik een gesprek op het ge meentehuis met de wethouder. Maar op bepaalde punten verschilden we van mening. En vanuit mijn bouwachtergrond gere deneerd, dacht ik: Dan stap ik maar op. Maar toen zei de wethouder dat ik weer moest gaan zitten. En uiteinde lijk zijn we toch tot elkaar gekomen, 's Avonds belde ik mijn baas op. Jan Ligtendag in Sint-Philipsland, om mijn ontslag te nemen." En toen was Jansen in zijn element. Samen met zijn vrouw en mevrouw De Veth uit Moerstraten rpnde hij het nieuwe zwembad dat op 24 mei 1975 voor het publiek werd opengesteld en op 7 juni van dat jaar officieel werd geopend. „Dat samen met mijn vrouw heb ik afgedwongen. Een vak als dit kun je volgens mij niet goed uitoefe nen als je vrouw er niet voor 100 pro cent achter staat. Anders moet je gaan schipperen. Want je vrouw wil op za terdag liever gaan winkelen om dat leuke jurkje te kopen. Mijn vrouw was ook graag in het zwembad. En dan kun je het zo lang volhouden", zegt Jansen. Buitenboordmotor Vandaag geeft Jansen les, samen met badjuffrouw Willie van Leeuwen. De kinderen staan al gereed onder het toe ziend oog van ouders. „Kijk nou toch. Zomaar uit bed gesleurd, op de fiets gekwakt en dan moeten we er hier be weging in zien te krijgen", grapt Jan sen die vrijwel al zijn pupillen bij de naam kent. „Nu lukt dat niet meer zo goed, maar vroeger kende ik ze alle- 'Probeer eerst maar te vliegen moedigt badmeester Jansen één van zijn pupillen aan. maal." Hoeveel kinderen bij Jansen het zwemmen hebben geleerd, weet hij niet meer. Maar het moeten er wel enkele duizenden zijn. Zijn lesmetho de is uniek. De groep bestaat deze keer uit kinderen die nog maar net be zig zijn met lessen. Ze oefenen de schoolslag en rugslag. Omgord met kurken en een plankje voor extra hou vast, proberen ze de oefeningen van Jansen en mevr. Van Leeuwen uit te voeten. Het valt voor sommigen niet mee Eén van de jongens is bepaald niet dol op zwemles. „Dan moet hij van alles doen waar hij geen zin in heeft. Hij wilde gewoon niet. Dan kun je natuurlijk doordrukken, maar daar help je zo'n kind niet mee", zegt de badmeester. „Daarom heb ik gezegd dat hij niet meer op zwemles hoeft. Hij was helemaal opgelucht en nou komt hij met plezier naar het zwem bad toe. Natuurlijk probeer ik hem op een an dere manier toch iets te leren. Je laat hem op een vlot liggen en 'buiten boordmotor' spelen. Dat vindt hij leuk én intussen oefent hij toch de beenslag die ik erin wil krijgen. En als de 'buik buitenboordmotor' warm loopt, laat ik hem omdraaien om op zijn rug het zelfde te doen. Creativiteit, dat is heel belangrijk." Dé ouders langs de kant, voornamelijk moeders, zijn best tevreden over de lessen van Jansen. „Ik heb nog nooit een kind horen huilen op zwemles. En mijn dochter durft nu dingen die ze een tijdje geleden echt nog niet deed", zegt één van de moeders. Twee jon gens zijn nog niet zo in de stemming om te gaan zwemmen. Jansen, inmid dels ook in zwembroek gestoken, drijft ze niet het water in. Aan de rand van het zwembad gaat hij naast de jongens zitten. „Ja, we zullen daar een beetje van die rare spelletjes gaan doen", zegt hij met een knipoog naar de ouders. „Daar moeten we eerst maar eens even over praten." Na een paar minuten liggen ook deze jongens in het water om hun oefeningen te doen. Normen en waarden Na de lessen bestijgt Jansen de bad- post om vandaaruit de recreanten in de gaten te houden. Hij zit op zijn stoel op het balkon van de post waar hij ooit een zwaar ongeval kreeg. „Als bad meester wil je graag een goed over zicht hebben. Dus ik zat op een stoel op het balkon om ook de rand van het zwembad te kunnen zien. Dat was nog in de tijd dat je denkt dat je iedereen op kunt vreten. Maar ik stond op, de stoel draaide en ik viel achteruit door de ruit. Ik dacht nog: Daar kom ik goed weg. Want ik had wel een pijn lijk achterste, maar verder zag ik niets. Maar toen ik opstond, spoot het bloed van onder mijn arm weg", vertelt Jan sen. „Ik heb het gelukkig overleefd. En ik keek naar boven. Blijkbaar was er nog wat voor me te doen hier." Over zijn overtuiging praat Jansen niet veel. „De mensen vragen wel eens: Jansen, waar geloof jij nou in? En dan zeg ik: Elke morgen een bord brinta. Tja, zo ben ik. Het ene moment bloed serieus en het andere heel vrolijk. Maar het is duidelijk dat mij wel wat bezielt. Maar daar praat ik liever niet zo hardop over. Ik zoek het zelf niet in het opzichtige. Maar normen en waar den moetje hebben. En ik probeer die ook wel een beetje door te geven. In de omgang met de mensen. Want echt, het zwembad is veel meer dan een plek waar je komt zwemmen. Tech nisch is het inderdaad zo dat je als badmeester hier binnenkomt, in het zonnetje gaat zitten, rond kijkt en af en toe wat corrigeert. Maar als je het zo doet, wordt het werk. En voor mij is het hobby. Het contact met mensen. Dat is belangrijk. Je kent veel mensen en hun familie. Daardoor weet je hoe je met ze om moet gaan." Jansen spreekt met glimmende ogen over zijn werk. „Hier vindt een stuk opvoeding plaats. Als ik in het eerste bad begin met tegen de kinderen te vertellen dat ze zich aan bepaalde re gels moeten houden en dat ze zich moeten gedragen, dan doe ik dat niet voor het zwembad, maar ik voed ze op voor de maatschappij. Er wordt hier gepraat met elkaar. Soms over hele wezenlijke zaken. Vooral mijn vrouw is daar sterk in. Bovendien is zwem men van belang voor de volksgezond heid. En daar lieg ik niet mee. Zwem men is heel gezond. Je beweegt al je spieren. Bij andere sporten train je meestal maar een bepaalde groep spie ren, maar in het zwembad komt alles aan bod dankzij de diverse slagen. En blessures zijn er bijna nooit", vertelt de badmeester. „En hoevaak wordt er in de bijbel al niet over water, badwa ter en het badhuis van bijvoorbeeld Si- loam gesproken?" Nog een typisch trekje van Jansen. Met een zekere re gelmaat citeert hij mensen uit het ver leden of uit de bijbel die hij zelf vaak (met respect) als 'dat dikke boek' aan duidt. Geest en lichaam In de zomermaanden heeft de bad meester het razend druk. Van koning innedag tot en met eind september ont vangen hij en het overige badpersoneel zo'n 50.000 gasten. In die tijd moet hij zorgen voor schoolzwemlessen, privé- zwemlessen, de kwaliteit van het wa ter, het onderhoud van het bad en het toezicht op de recreanten. Op zijn post, in het zwembad, voelt hij zich thuis. Ook al heeft hij geen dienst, toch komt hij meestal naar het zwembad. Als een soort tweede thuis. Maar van oktober tot en met april is hij gewoon een amb tenaar' op de gemeen tewerkplaats. „Dat is niet gemakkelijk. Het is een ambivalentie waar ik slecht mee uit de voeten kan. In het zwembad ben je baas, eindverantwoordelijke. En dan zak je ineens terug tot een gewoon personeelslid. Dat strookt niet met el kaar. Bovendien zitje dan toch weer in je oude vak. Dat vak waar je juist mee gestopt bent omdat je er op uitgekeken was", zegt Jansen. „Misschien is dat ook één van de redenen waarom ik al tijd zo voor een overdekt zwembad ben geweest. Een vol jaar rond actief in het zwembad. Het speelde mee, dat eigenbelang. Maar het is zeker niet het grootste deel. Nog steeds vind ik dat er een overdekt zwembad moet komen. En natuurlijk weet ik dat de zwemba den nu ook al geld kosten. Ikzelf kost geld. Maar het is een stuk extra waarde voor de gemeenschap. De volksge zondheid is ermee gediend. En niet al leen lichamelijk. Laten we niet verge- ten dat geest en lichaam niet te schei den zijn. 'Mens sana in corpore sano'; een gezonde geest in een gezond li chaam. Als het met het lichaam goed gaat, gaat het met de geest ook de goe de kant op. En is dat dan niet een beet je extra geld waard voor de inwoners? Gezondheid zou toch op het eerste plan moeten staan. En zonder nu ande re sporten tekort te willen doen, denk ik toch dat zwemmen daar een heel belangrijk deel aan bij draagt." Het idee van een overdekt zwembad is al heel oud. Bij de bouw van De Spet ter in Tholen, in 1974, waren er al ver gevorderde plannen voor een overdekt zwembad. De gemeenteraad stelde toen al 8000 gulden beschikbaar om een plan op te stellen voor de over kapping van Haestinge in Sint-Maar tensdijk. Dat zou (toen al) 600.000 gulden gaan kosten. De toenmalige burgemeester Van Boeijen verklaarde bij de opening van De Spetter dat er 'binnen vijf jaar' een overdekt zwem bad zou zijn. Maar 22 jaar later lijken die plannen verder weg dan ooit. Te kostbaar en onrendabel, vindt de poli tiek. Tot groot verdriet van Jansen, die zijn mening in elk geval nooit onder stoelen of banken stak. Ook niet toen de gemeente aankondigde het badper soneel voortaan via een uitzendbureau te laten werken. Jansen sprong in de bres. „Het slaat nergens op. Het werkt niet. Je moet geen uitzendkrachten hebben, maar mensen die gevoel voor mensen en het zwembad hebben. Die de situatie kennen." Jazz De strijd van de Thoolse badmeester loopt echter ten einde. Hij bereikt de pensioengerechtigde leeftijd. Alhoe wel het 'gerechtigde' misschien wat verkeerd uitgedrukt is in dit geval. „De vut kon ik niet aan. Ik zag die drempel en de leegte die erachter lag. Wat moest ik daarna? Het is erg om als oudere te worden afgeschreven. Niet meer productief. Nu móét ik er mee stoppen. En daar heb ik me drie jaar lang op voorbereid, maar het zal niet gemakkelijk zijn", zegt Jansen. Hij springt van zijn stoel om een jon gen van de badpost te vetjagen die aan de microfoon zit te rommelen. Als hij weer zit, vervolgt hij: „Wat wil je? Ik heb hier zolang gezeten. Dit bad heeft nooit een andere badmees ter gehad. En ik vraag me wel eens af hoe het zal gaan als ik weg ben. Dat is niet arrogant bedoeld, maar misschien kom ik hier over een paar jaar en dan denk ik: Hebben jullie nou zo weinig van me overgenomen?" De toekomst van het bad baart Jansen duidelijk wel eens zorgen. De keuze van zijn opvol ger bijvoorbeeld. „Misschien dat ze me nog even bellen. Een profielschets hebben ze per slot van rekening niet. Maar er moet gewoon een goede bad meester komen. En daar heb ik wel ideeën over, maar die vertel ik nog niet." Badmeester Jansen werd gaandeweg het gezicht van De Spetter. Samen met zijn vrouw (die hij 'de machinist' noemt) vormde hij een tweede vader en moeder (of opa en oma) voor de gasten van het zwembad. Het echt paar heeft ook een goede relatie met de allochtone bevolking van Tholen. Actief als hij is, organiseert Jansen jaarlijks samen met zijn medewerkers vele activiteiten (voornamelijk voor de jeugd) die in wezen buiten zijn werk vallen. Om er een paar te noe men: kampeernacht, poppenkast, sport- en spelmiddagen, zwemmara- thons, familiezwemmen en de Ooster- scheldezwemtocht. Het badpersoneel draagt hem op han den. „Het is de beste baas die je je maar kunt wensen", verwoordt Willie van Leeuwen de gevoelens van het personeel. „Hij is wel de baas, maar hij geeft je niet het gevoel van een mindere. Ik kan me De Spetter zonder Jansen met voorstellen. Ik weet ook niet wat er straks van zal worden." Voor zijn afscheid, op de laatste dag van het zwemseizoen (27 september) heeft Jansen een passende act bedacht. De Saltlake Dixieland Jazzband uit Goes treedt dan om half twee op. „Ik vond het wel, mooi, want het is ook voor hen het laatste concert. En ik hou wel van jazz. Niet dat ik zo'n muziekman ben, maar in de jazz speelt elk instrument zijn eigen melodie en toch klinkt het prima. Zo zie ik dat met het zwembad ook. Het personeel vult elkaar aan, elk met eigen kwaliteiten. Eén ge heel." Met het afscheid van badmees ter Jansen en zijn vrouw verliest De Spetter twee markante figuren. Of - om in de stijl van Jansen te blijven - met een citaat: Het is een bijzondere man, en dat is tie. Op een geheel eigen manier geeft Jansen zijn leerlingen les.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1997 | | pagina 7