'We kregen de eerste weken bijna elke dag wel bezoek' ,Hier moeten de bewoners zelf de zorg naar zich toe halen' Als we er langsreden, zagen we dat het een mooi spul werd' Echtpaar De Wilde-Nelisse na 24 jaar van Tholen naar smalstad r°inMaartensho/kwa- Echtpaar Oudesluijs-Pleune geniet van licht in koopwoning: Donderdag 26 juni 1997 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 13 Zorgcoördinator Corrie van Popering: Ze woonden de laat ste 24 jaar in Tho- len. In de Van Gly- messtraat. Prima naar hun zin. Wel het enige echtpaar uit de hele straat dat er sinds 1972 nog woonde. De rest jonge gezinnen. Maar het traplopen werd de 77- jarige M.K. de Wilde te zwaar. De gewrichtsreuma waar hij al jaren aan lijdt, noodzaakte het echtpaar naar een andere woning uit te zien. En ze kregen in het nieuwe Maar- tenshof wat ze graag wilden: een hoekwoning boven met een balkon in de huursector. „We zijn eerst bene den wezen kijken. Dat vonden we vrij donker. Toen we dit zagen, von den we het heel mooi. We hebben het als eerste keus opgegeven en gekre gen," vertelt mevrouw D.J. de Wilde- Nelisse (69). Vooral voor de heer De Wilde die niet alleen slecht ter been is maar ook slecht ziet, is de lichte woning een vooruitgang boven de woning in Tholen. De oud-ambtenaar van de burgerlijke stand van de voormalige gemeente Stavenisse en - na de herin deling in 1971 - van groot-Tholen, is in zijn nopjes: „Alle lof voor de men sen die hier zo in de weer zijn. We hebben alle medewerking gekregen. Het was voor ons of naar een bejaar dentehuis of hier naar toe. Het was gewoon noodzaak." Het echtpaar heeft het de eerste we ken erg druk gehad in hun nieuwe onderkomen. De Wilde: „Het gebeur de dat we bijna elke dag mensen ont vingen. Er waren er zoveel die het hier wilden zien." Mevrouw De Wil de: „Wel gezellig hoor, maar dat houd je niet vol op den duur. Ik heb hier al zoveel gelopen in huis." Ze heeft erg moeten wennen aan het huis. Een kwestie van het zoeken naar een nieuw ritme, zegt ze. „Het gaat al be ter, maar ik heb er wel moeite mee gehad, hoor." Heeft zij het binnenshuis druk, ook buitenshuis is dat het geval. Als me vrouw De Wilde naar het dorp gaat om boodschappen te doen, dan blijft ze volgens eigen zeggen 'bijna een mensenleeftijd weg'. De Wilde komt uit Oud-Vossemeer, maar zijn vrouw keerde na 52 jaar terug naar haar ge boorteplaats Sint-Maartensdijk. „Ik kom half Smurdiek tegen. Buiten ben ik in mijn element. Als ik op straat loop of in de winkel kom, dan ont moet ik steeds bekenden. Mensen met wie ik zelfs samen op de kleuter school heb gezeten. Dan sta ik weer te kwebbelen. Ongelooflijk hoeveel mensen mij nog kennen." Maar ze geniet daar erg van. Vooral als ze bij groenteboer M. Scherpenisse in de winkel staat. „Daar is niks veranderd. Alles wordt nog uitgerekend op een kladblok. De appels gooien ze nog gewoon in je tas. Als je dat zo ziet, dan vallen de jaren weg." Zij vertrok uit de smalstad in 1945, toen haar moeder enkele jaren na het Het echtpaar De Wilde-Nelisse heeft een halkon op het zuidoosten en kijkt uit op het parkeerterrein en op de windsingel van het weiland van P. Priem. overlijden van haar vader hertrouw- 's-Gravenpolder, werd gezinsver- de. In 1952 trouwde ze met De Wil- zijn achttiende jaar als volontair op de. Ze ging werken in Bergen op zorgster in Eindhoven, werkte op de. Het echtpaar woonde twintig jaar de gemeentesecretarie was begonnen. Zoom bij een dokter, verhuisde naar Schouwen in Zierikzee en Haamste- in Stavenisse waar haar man al op Vanaf 1946 was hij ambtenaar van de gemaakt." De reden waarom het echtpaar Goes verkoos boven bij voorbeeld de serviceflat van Ten An ker in Tholen, ligt in het feit dat het volgens Oudesluijs de enige manier was om los te komen van het schil dersbedrijf aan de Markt in Poort vliet, het familiebedrijf waarvoor hij in 1945 de grondslag legde. Nadat het stel in 1940 was getrouwd, woonde het tot de inundatie in 1944 in de Oudestraat in Sint-Maartens dijk. „Toen we terug kwamen in juni 1945 hoorde ik via Krijger op Poort vliet dat de schilder die er toen zat, in Rotterdam wou blijven. Op de fiets met rupsbanden ben ik er toen naar toe gereden, het hele eind hobbelde bobbel, en kon direct tot koop beslui ten. Vanaf juli 1945 heb ik het verder opgebouwd." De schilder kon in 1958 de grote pas torie van de hervormde kerk kopen, waar genoeg ruimte was voor de op groeiende kinderen. Bovendien bezat het huis een diepe tuin. In 1966 kwam het belendende perceel vrij. Ook dat kocht Oudesluijs om er uit eindelijk zelf te gaan wonen terwijl zijn zoon Wim, die zijn vader op volgde in het bedrijf, in de pastorie bleef. Netjes afgeleverd Tot zijn 74ste was Oudesluijs nog al tijd in de weer voor de zaak. Glas zetten voor de stichting Beter Wonen bijvoorbeeld. De laatste jaren ontving hij ook nog klanten en maakte voor zijn zoon afspraken, maar dat liep spaak. „Dat werd te omslachtig. Als hij een afpraak had gemaakt met een klant op dezelfde dag dat ik ook voor hem een afspraak had gemaakt met een andere, dan is dat niet goed. Ik moest weg van Tholen. Ik rijd zelf nog auto, dus we konden gemakke lijk familie bezoeken." Voor de auto heeft het echtpaar ook een eigen par keerplaats vlakbij de woning gekre gen. Is Oudesluijs geboren en geto gen in Sint-Maartensdijk, zijn vrouw komt uit Poortvliet maar woonde vanaf haar tweede jaar tot aan haar trouwen in Scherpenisse. „We zaten goed in Goes, maar we hebben er nooit aan getwijfeld om te rug te komen. Het is slim geweest. Je hebt de kinderen hier. En een prettige bijkomstigheid is dat het gebouw zo mooi is. Het is architectonisch goed bekeken, het oogt niet massaal, het is heel netjes afgeleverd en in heldere moderne kleuren gezet." Minpuntjes? De letters op de naamplaatjes zijn wat klein en er ligt regelmatig hon denpoep in de tuin. „Dat vind ik toch wel erg. Als ik zelf een hond zou hebben, zou ik het zelf opscheppen. Ik zou me ervoor schamen dat het in de tuin terecht zou komen." En voor het raam in de slaapkamer moet nog een oplossing worden gevonden. De zon staat al vroeg aan de hemel. „Om vijf uur 's morgens lig je al in het licht." m i venals de bewoners heeft ze een kamer met een r~4 nummer. Zelf woont ze niet in het spiksplinternieu- we woonzorgcentrum Maartenshof in Sint-Maar tensdijk, maar Corrie van Popering begint zich er al aardig thuis te voelen. Ze is zorgcoördinator; voor 26 uur per week staat ze klaar voor de bewoners die om hulp vragen. „Het is een hele uitdaging. Maar ik moet wel bedenken dat dit iets heel anders is dan een verzorgingstehuis." Corrie van Popering was in het oude ook De Rozeboom onder haar hoede. Sint Maartenshof bijna drie jaar lang Van Popering regelt de afspraak met hoofd verzorging, tot aan de sluiting de Oosterschelde thuiszorg als een in december 1995. „Mensen wonen bewoner hulp wil. Wat voor hulp dat hier zelfstandig. Als er hulp nodig is, wordt, bespreekt de thuiszorg met de komt die van de Oosterschelde thuis- bewoner. Onderling wordt afgespro- zorg. Toen was ik direct bij de zorg ken voor hoeveel uren per week en betrokken, nu coördineer ik ze al- wanneer de hulp komt. „In het oude leen." Sint Maartenshof nam je elke dag ie- Maakte ze vroeger een ronde door dereen mee in de ronde, de wijkzus- het bejaardentehuis, in het nieuwe ter komt nu op één dag, op afspraak." Maartenshof moeten de bewoners Een verschil ja, maar er is ook een naar haar komen als er wat is. Een overeenkomst. De huishoudelijke omgekeerde wereld waar Corrie ook hulpen komen op vaste tijden en het 'een knop voor moest omzetten'. „Ik zijn steeds dezelfde. „Het beleid is moet elke keer bedenken dat ik niet om niet te vaak te wisselen. Dat is fij- in een instelling werk, maar dat be- ner voor de bewoner maar ook voor woners zelfstandig wonen en dat de hulp." mijn functie puur coördinerend is." Buiten de kamer staat een doos met Helemaal nieuw is dat niet voor haar. oud papier die een bewoner daar Nadat Maartenshof gesloten was, heeft neergezet. „Voor het ophalen coördineerde ze de vragen om hulp van het oud papier moet nog een op- van de bewoners in De Rozeboom in lossing gevonden worden. Hoe? Dat Sint-Philipsland. Maar ook kreeg ze zullen de bewoners zelf gaan uitma- burgerlijke stand, schreef geboorten en overlijdens in en sloot huwelijken. Het eerste stel dat hij in de echt ver bond was de dochter van dokter Bernhardi van Stavenisse met een Canadese arts, op 20 april 1946. Hij herinnert het zich nog exact. Na zijn pensionering in 1978 bleef hij paar tjes trouwen. Vorig jaar had hij er vijftig jaar opzit ten. „Op het laatst moest ik het afzeg gen omdat ik niet meer kon vanwege de reuma. Het was niet anders. Maar ik heb het altijd met liefde gedaan." In al die jaren sloot hij 794 huwelij ken. „Maal twee en het is een kleine gemeenschap," lacht De Wilde. Bij zijn afscheid waren drie echtparen aanwezig die hij vijftig jaar geleden getrouwd had. Dat het echtpaar met drie kinderen verhuisde van Stavenisse naar Tho len, was onder andere omdat een van de kinderen naar Middelburg moest reizen voor de opleiding tot kleuter leidster. „De busverbindingen met Stavenisse waren niet best. Het is vooral vanwege de kinderen geweest dat we naar Tholen zijn gegaan, maar we dachten toen ook wel dat het ge meentehuis voor de nieuwe gemeente in Tholen zou komen," vertelt me- vrouty De Wilde. In Stavenisse kwa men er ook 's avonds nogal eens mensen bij de ambtenaar aan huis die De Wilde vroegen een of ander for mulier mee te nemen omdat ze zelf niet in staat waren overdag het ge meentehuis te bezoeken. „De man nen pendelden en zouden dan een dag moeten verletten. Dat is in Tho len ook nog een poosje gebleven." Bij de herindeling had De Wilde met vervroegd pensioen gekund. „Die herindeling was een ingrijpende ver andering. Ik had al 32 dienstjaren, maar was nog maar 51 jaar. Ik vond mezelf toen nog te jong. Na veertig dienstjaren ben ik eruit gegaan, in 1978. Toen kreeg ik een invaliditeits pensioen." Ambtelijke molens Toen de plannen voor de bouw van het zorgcentrum bekend werden, liet het echtpaar zich meteen inschrijven. De Wilde: „Het heeft nog wel even geduurd. Ambtelijke molens malen nu eenmaal langzaam, maar het is er toch van gekomen. Ik kreeg in het an dere huis last van mijn schouders omdat ik mezelf met mijn armen de trap optrok. Geforceerd. Nu gaat het weer beter. Hier is alles gelijkvloers." Door zijn chronische aandoening heeft De Wilde veel tijd nodig om zich aan te kleden, te wassen en te scheren. Al jaren krijgt het echtpaar hulp. Niet alleen voor de heer De Wilde. Ook voor mevrouw De Wilde. Zij kan het 'zware huishoudelijk werk' niet meer aan vanwege last die ze ondervindt van haar armen. Zon dags wordt mevrouw opgehaald om naar de kerk te gaan, meneer De Wil de maakt gebruik van de kerktele foon. Het eerste gezamenlijke koffie-uurtje voor alle nieuwe bewoners hebben ze gemist. Mevr. De Wilde: „Daar heb ben we gewoon geen tijd voor gehad. We leven veel later dan de meeste mensen. Ik hoop het nog wel eens een keer te doen, dan leer je de ande ren ook eens kennen." Corrie van Popering is voor 26 uur verbonden aan Maartenshof, dat een vleugel met huurwoningen en een vleugel met koopwoningen kent. Een gang met glazen wanden verbindt beide delen van het complex. dat werk te doen voor ouderen die door de sluiting van het tehuis thuis bleven wonen omdat er geen plaats was in een tehuis. En ze bleef betrok ken bij de dagverzorging die van Sint Maartenshof verhuisde naar Haestin- ge en nu weer onderdak gevonden heeft in het nieuwe gebouw aan de Bloemenlaan. Er wordt weer gezon gen op de plaats waar enkele jaren geleden ook gezongen werd: Hoe stil is de heide en het Zeeuwse, volkslied klinken door tot in de gang. Oude liedjes keren terug, maar Maartens hof is geen Sint Maartenshof. En dat wil Corrie toch wel benadrukt zien. „Hier moeten de bewoners zelf de zorg naar zich toe halen. Ze zijn ei gen baas." In het kantoor van de zorgcoördinator is het druk; de voorbereidingen voor de officiële opening vergen het nodi ge: is iedereen wel uitgenodigd? Zijn er nog kaarten over en wie doet ze op de bus? Er worden stoelen afgeleverd voor de osteopaat (die een ruimte in het gebouw huurt) die zelf niet aan wezig is op dat moment. Het gesprek wordt regelmatig onderbroken door de telefoon of een klop op de deur. Een bewoner vraagt of er iemand is die deze middag medicijnen voor haar op kan halen. De kamer van de zorgcoördinator is onopvallend, maar ligt strategisch: ongeveer middenin de vleugel met de huurwoningen (30) vlakbij de recreatiezaal en de keuken, de andere kantooruimtes, de trap en de gang naar de koopwoningen (14). „Eerst dacht ik dat ik in een hoekje werd geduwd, maar het is toch heel goed bekeken. Als je vlakbij de hoofdingang zou zitten, ben je meer lokettiste/receptioniste. Dat is niet de bedoeling. Ik ben het aanspreekpunt voor de bewoners." Vaste tijden Ze kan door de bewoners ook rechtst reeks vanuit hun kamer gealarmeerd worden. De zorgcoördinator kan met een bewoner praten via een zoge naamde spreek/luisterverbinding. Is ze niet op haar kantoor, dan waar schuwt een pieper haar dat iemand hulp zoekt. Is zij op dat moment niet aanwezig, dan wordt er automatisch doorgeschakeld naar zorgcentrum Ten Anker in Tholen. Daar wordt zo nodig hulp van de thuiszorg inge schakeld. Wel is het de bedoeling dat zij op vaste tijden in Maartenshof aanwezig is, maar behalve het woon zorgcentrum in de smalstad heeft zij ken." Want de bewoners krijgen het volgens de zorgcoördinator voor het zeggen. Er wordt gewerkt aan het op richten van een bewonerscommissie en aan een evenementencommissie. Belangrijk in de communicatie met de bewoners is het prikbord in de buurt van de 'postboxen' bij de in gang. Daar hangen de mededelingen voor het spreekuur van de huismees ter of de datum voor een informatie middag van de stichting Beter Wonen - de eigenaar van het complex - en de stichting voor regionale zorgverle ning bij wie Van Popering in dienst is. Er komt ook een papier te hangen met de activiteiten in het tehuis zoals dat in Ten Anker hangt, waar het De Klapbank wordt genoemd. „Het is vrijblijvend om wel of niet ergens aan mee te doen. Wel is het de bedoe ling dat een bewonerscommissie na mens alle bewoners gaat praten, of ze nu in een huur- of in een koopwoning wonen." Beetje sturen Dat vormen van commissies heeft tijd nodig. Vanaf 1 mei zijn de bewo ners druk geweest met het inrichten van hun nieuwe onderkomen en het zoeken van hun weg in het nieuwe complex, zoals het dagelijks ophalen van de post bij de ingang. Ook de vijftien vrijwilligers dragen hun steentje bij aan het reilen en zeilen in het nieuwe complex. Ze worden in geschakeld om medicijnen op te ha len en assisteren bij de dagverzor ging- Zijn er klachten over de woning dan kunnen de bewoners direct bellen met de stichting, maar ze kunnen ook bij de zorgcoördinator terecht. Zij no teert ze in een map en de huismeester repareert de druppende kraan of de arm van het zonnescherm. Welke vra gen ze krijgt? „Of er in Maartenshof ook post ingeleverd kan worden, bij voorbeeld. Maar dat lost zich vanzelf op als er een medebewoner aanbiedt om de post weg te brengen. Ze doen een beroep op elkaar. Buren kunnen zich verantwoordelijk voelen. Dat is het voordeel van het wonen in zo'n complex. De een verleent hand- en spandiensten waardoor je zelfstandig blijft, zonder dat je professsionele hulp in hoeft te roepen. Je woont hier zelfstandig maar beschermd. Ik kan daarin wel een beetje sturen door bij voorbeeld samen te oefenen de deur open te maken als die nog stroef gaat. Net zolang tot iemand het zelf kan." men kijken, stonden men kijken, stonden ze versteld van het licht. Hef licht dat van buiten via de vele ramen naar binnen valt. Het echtpaar Oudes- luijs-Pleune was dat de laatste vijfjaren niet meer gewend. Ze woonden in de serviceflat De Horst in Goes. „Dat is een massief gebouw. Met een prachtig uitzicht op mooie tuinen hoor. maar van binnen erg somber en donker. In de keuken hadden we geen licht van buitenaf. Alleen kunstlicht. Als je dan dit hier ziet...", zegt de 81- jarige J.M. Oudesluijs, "dan is het een voorrecht om op een hoek te wo nen." De woonkamer oogt inderdaad licht. De open keuken baadt in het licht dat door het raam tussen het schuine dak van de woning en het platte dak van de gang naar binnenvalt. Ook in de buitenmuur van de keuken zit een raam, de huiskamer heeft ramen op de zuidwest- en noordwestkant (de Bloemenlaan en de Anjerstraat) en profiteert ook van het bovenlicht. Zo somber en donker Sint Maartenshof was, zo licht en helder oogt het nieu we Maartenshof. Mevrouw Oudes luijs (79) geniet ervan. Ze kookt zelf, maar het zemen van de ramen wordt door haar kinderen gedaan. „Je kijkt hier zo de Bloemenlaan in en in de polder. Er is altijd wel wat te zien. Het is prachtig." De reden om te verhuizen van de ganzestad naar de smalstad heeft te maken met de gezondheid van het echtpaar, dat acht kinderen heeft. De heer Oudesluijs kreeg huidkanker waarvoor hij geopereerd moest wor den, mevrouw kampt met een versle ten knie. „Het is vooral vanwege mijn ziekte," legt Oudesluijs uit. „Vorig jaar ben ik drie keer geopereerd. De kinderen moesten elke keer naar Goes komen, terwijl ze bijna allemaal hier wonen." De sporen van de ingrepen zijn in zijn gezicht te zien. Het rechteroog heeft van de bestraling te lijden ge had. Fel zonlicht hindert hem en daarom is het ene glas van zijn bril mat ge maakt. Het besluit om naar Maar tenshof te verhuizen, was dan ook snel genomen. De schilder in ruste uit Poortvliet vertelt dat hij er eens een praatje over maakte met A. van de Ree (de schilder van Beter Wonen, die nu huismeester is van Maartens hof), die ooit bij hem in dienst is ge weest. „Dezelfde avond heeft hij een bro chure gebracht. We hebben heel snel een besluit genomen. We moesten daar weg. De paar keren dat we hier zeer te spreken over de bouw van de woning. Zowel de woonkamer als de open keuken (met schuin dakont- Het echtpaar Oudesluijs-Pleune is vangen veel licht van buiten. langs reden, zagen we dat het een mooi spul werd. Voor ons en de kin deren veel beter." Nooit meegemaakt Het echtpaar heeft het huis gekocht. „We wilden eerst heel graag huren, want als je 81 bent ga je niet nog eens een huis kopen. We hebben de bijeenkomst voor kandidaat-huurders bezocht. Je kon kiezen waar je het liefst wilde komen. Mijn vrouw wil de graag op een bovenwoning, van wege het licht, maar we vielen erae ven. Toen zijn we een andere weg gaan zoeken. Directeur Kloet van Beter Wonen belde en vroeg of we in een koopwo ning wilden en of we dan wat meer huur wilden betalen. Ik ben eens met mijn boekhouder gaan praten en die zei dat het beter was te kopen. Al gaan de prijzen van de koopwonin gen met de helft naar beneden, dan nog krijg ik minimaal hetzelfde be drag als waarvoor ik het heb aange kocht. Zoiets heb ik nog nooit mee-

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1997 | | pagina 13