Eind van de wereld ruikt lekker
met schor, kreek en eendenkooi
,Je zit hier vrij maar niet alleen'
Onthulling Signaal
luidt feestweek in
Del Campo heeft
waarde voor Polder
Klein Anna Jacobapolder heeft markante natuurgebieden
Dorp liep gouden erfenis mis
Donderdag 5 juni 1997
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
13
Wat moet je zoeken aan het 'eind van de wereld'? Die
vraag zou op kunnen gaan voor Anna Jacobapolder. Het
kleinste dorp van Tholen viert weliswaar het 150-jarig
bestaan, maar het is in die anderhalve eeuw bepaald niet
uitgegroeid tot een bruisende gemeenschap. Integen
deel, rust is het kenmerk. Met het verstrijken van de ja
ren zakte de middenstand terug. De bakkers, de slagers,
de fietsenmaker en ten langen leste ook de kruidenier
sloten allemaal de deur. Maar wat Anna Jacobapolder
nog wel heeft, is mooie natuur en dat nog wel in grote
hoeveelheden.
Appetijtelijk
Roggenei
Bruintjes
Zeekraal
Anna Jacobapolder oefent
aantrekkingskracht uit op
jonge gezinnen die zoeken
naar rust, ruimte en een
betaalbare woning. Het
gezin Knop woont bijna
drie jaar aan de Sluisweg
achter de zeedijk van het
Zijpe. En niet ver van hun
vorige woonplaats Brui
nisse. Waarom die sprong
over het water?
Gezin Knop koos De Polder voor ruimte, rust en betaalbare woning
Stavenisse
Boekje archivaris over kunstwerk en tram
Signaal '97. Dat is de titel van het door Roel Teeuwen
uit Alblasserdam gemaakte kunstwerk voor Anna Jaco
bapolder. De beeldend kunstenaar liet zich inspireren
door de koperen signaalhoorn die de tramconducteurs
van de Rotterdamse Tramwegmaatschappij vroeger ge
bruikten. Signaal '97 wordt dinsdagavond onthuld door
directeur G.J.M. Koelemij van de ZWN Groep. Daar
mee beginnen meteen de feestelijkheden rond het 150-
jarig bestaan van Anna Jacobapolder.
Geen subsidie
Als trouwe lezer van de
Eendrachtbode (hoe kan
het ook anders na 12
jaar Sint-Philipsland)
heb ik met veel interesse
het verhaal van me
vrouw Jasperse gelezen
over Del Campo en alles
wat zich daaromheen
heeft afgespeeld. Mevr.
Jasperse heb ik tijdens
de viering van het 500-
jarig bestaan van Sint-
Philipsland in de echt
mogen verbinden. Dat
vergeet je uiteraard
nooit, want mevr. Jas
perse (toen nog Conny
Hiemstra) trouwde stijl
vol in de oude Flupland-
se klederdracht. Ze had
toen al een 'tic' van de
geschiedenis van 'Flup-
land' en 'De Polder'. Ge
lukkig blijkt ze die be
houden te hebben.
Gastvrouw
Schilderij
Gaat u maar rustig
slapen. Wij verhuizen
uw meubelen als eieren.
flakkee verhuizingen b.v.
'De Polder' (zoals het plaatsje in de
volksmond wordt genoemd) is niet
alleen het kleinste, maar ook het
jongste dorp van de gemeente Tho
len. Het is dan ook niet verwonder
lijk dat er niet veel gebouwen van
historisch belang staan. Maar het
heeft daarentegen drie markante na
tuurgebieden. Het eerste - en wel
licht bekendste - is de eendenkooi
op de splitsing van de Noordweg
met de Sluisweg. Het is mooi weer,
met wel bewolking, maar een zon
netje dat het regelmatig nog aange
naam maakt. Het is een beetje 'jas-
open-jas-dicht weer'. Bij het voor
malige kooikershuisje staat Arnold
van der Wees, medewerker van de
stichting Zeeuws Landschap die de
natuurgebieden op Anna Jacobapol
der in handen heeft. Een echte spe
cialist die 'kickt' op vogelzang en
kruidengeuren.
De eendenkooi is een gebied van
zo'n zes hectare met daar rond nog
weiland en voormalige kreken met
rietvelden. De eendenkooi zelf is
een oude kreek die door het bedij
ken van de Anna Jacobapolder af
gedamd werd.
De bedijker, W.F. del Campo ge
naamd Camp, verbleef graag bij de
geul om te jagen. Hij wilde er zelfs
begraven worden en liet daarvoor
een grafkelder metselen op een op
gehoogd eilandje. Maar zover
kwam het nooit. Zijn schoonzoon
Martini-Buijs legde op die plaats
uiteindelijk een eendenkooi aan.
Met Van der Wees voorop gaat het
door het dichte struweel het kooi-
bos in. „Het is een bijzonder plek
je", vindt Van der Wees. „Er zijn in
Nederland weliswaar nog meer dan
100 eendenkooien, maar in Zeeland
zijn er maar vier meer over. Het bos
is het enige in de wijde omgeving
en het trekt dieren aan die alleen in
zo'n omgeving kunnen leven."
De weg voert langs paden begroeid
met lange grassen en met links en
rechts smeerwortel, brandnetel en
andere schaduwminnende planten.
Al snel doemen er rieten schermen
op tussen de bomen. „Dat zijn de
schermen die langs de vangpijpen
van de kooiplas staan", zegt Van
der Wees. De rieten schermen, zo'n
één meter tachtig hoog, onttrekken
de kooiker aan het zicht van de een
den in de plas. De gids van Zeeuws
Landschap vertelt hoe vroeger de
appetijtelijkste eendjes hier gevan
gen en gedecideerd de nek omge
draaid werden. „Het was echt een
commerciële opzet. De kooikers
leefden ervan en de eenden uit Zee
land waren gewild in Holland", ver
telt Van der Wees. „Meestal werden
er wilde eenden, smienten of talin
gen gevangen. Die talingen noemen
ze overigens 'oallufaentjes' omdat
ze klein zijn."
Het kooikerschap is een intrigerend
beroep. Het komt er op neer dat de
man (of tegenwoordig wellicht ook
vrouw) met behulp van een hondje
en 'staleenden', wilde eenden in de
val lokt. „De kooiplas heeft eigen
lijk de vorm van een roggenei. Het
ei van deze vissoort is wat ovaal
met vier kromme haken eraan. Aan
de kooiplas zitten ook vier kromme
vangpijpen", legt Van der Wees uit.
„Die pijpen zijn aan de zijkanten
afgezet met rieten schennen. Daar
achter loopt de kooiker en hij kan
door spleetjes ongemerkt het water
op kijken. Boven de vangpijpen is
een net gespannen zodat de eenden
niet omhoog kunnen vliegen. De
pijpen worden steeds nauwer en
aan het einde staat een fuik of een
kooi."
Het wordt steeds interessanter. De
kooiker heeft namelijk twee be-
Arnold van der Wees van de stichting Zeeuws Landschap bij het einde van een vangpijp in de eendenkooi van AnnaJacobapolder.
langrijke helpers. Zijn kleine hond
je reageert precies op zijn gebaren
(want alles moet in volstrekte stilte
gebeuren). Merkwaardig lijkt het
gebruik van staleenden. Dit zijn
wilde eenden die in de kooi gebo
ren zijn en daar ook blijven. De
kooiker voert ze en ze zijn volledig
gewend aan het hondje dat er rond
loopt. „Als het hondje zich laat
zien, voert de Kooiker de staleen
den. Die denken nu telkens als het
hondje er is, dat ze eten krijgen.
Het hondje loopt in de vangpijp en
de eenden gaan erachteraan. De
wilde eenden die in de plas zitten,
gaan met de staleenden mee de
De schorren van Rumoirt met Bruinisse aan de overkant van het Zijpe.
vangpijp in", vertelt Van der Wees,
terwijl de route afloopt. „De kooi
ker loopt achter de schuingeplaatste
schermen mee en gooit af en toe
voer in het water. In de pijpen zit
een bocht en zodra de eenden daar
aangekomen zijn, laat de kooiker
zich zien. De eenden schrikken,
maar zien door de bocht de kooi
plas niet meer, maar alleen maar
bomen. Voor hen, achter de fuik,
zijn de bossen weggehaald en is het
licht. Daar vliegen ze naartoe en
vliegen zo in de val. En dan is het
een kwestie van luikje open en wat
wil je eten vanavond?" Nu wordt
wel meteen het spreekwoord 'de
pijp uit gaan' een stuk duidelijker.
Overigens stelt Van der Wees mo
gelijke verontruste vogelliefhebbers
gerust, de eendenkooi wordt nog
wel gebruikt door beheerder R.
Brouwer en zijn hond, maar alleen
nog om de gevangen eenden te rin
gen voor onderzoek.
De prachtige omgeving van de een
denkooi - waaromheen ook nog een
weiland met twee Schotse hooglan
ders (koeien), een rietkreek met vo
gels als de kleine karekiet, tjif-tjaf
en rietzanger en een kruidig gras
veld - wordt verruild voor een ge
bied aan de andere kant van Anna
Jacobapolder. De Bruintjeskreek
ligt aan de zuidkant van de polder
en loopt dwars over het eiland. Het
zeventien hectare grote natuurge
bied is een ingedijkte getijdengeul
met afwisselend open water en
moerasachtig land. In zijn glorieda
gen was de kreek diep en breed met
hoge oeverwallen. Tijdens de tach
tigjarige oorlog trok de Spaanse
veldheer Mondragon er met zijn
manschappen doorheen op weg
naar Schouwen-Duiveland. De
overlevering wil dat aan de tocht
van deze 'gebruinde' zuid-Europe
anen de kreek ook de naam Bruin
tjeskreek te danken heeft. „Het is
een heel mooi gebied met veel wa
ter waarin vooral vogels (eenden)
verblijven. Het is ook een overtij-
plaats voor vogels die bij vloed
door het opkomende water van de
schorren verdreven worden", vertelt
Van der Wees.
Zeeuws Landschap verwierf on
langs een flink stuk bouwland naast
de Bruintjeskreek. „Daar hebben
we geprobeerd een wat vochtiger
gebied van te maken. Ten gunste
van de landbouw wordt het water
peil in de sloten vrij laag gehouden.
Dat is voor een natuurgebied echter
niet zo goed. De Bruintjeskreek
zelf is nu losgekoppeld van de wa
tergangen op het eiland, maar we
konden het grondwaterpeil niet om-
hoogbrengen. Daarom hebben we
het maaiveld verlaagd. Dat geeft
hetzelfde effect", vindt de gids van
Zeeuws Landschap. Er is een mooi
ontwikkelde overgang van zout
naar zoet te vinden met moeras-
zoutgras en aarbeiklaver. Maar in
het nieuwe gedeelte woekeren
voornamelijk nog de paardebloe
men en andere planten die de Anna
Jacobiaanse boeren als 'vuulte' zou
den betitelen. „Maar met het ont
wikkelen van een natuurgebied is
het vaak een kwestie van een lange
adem", zegt Van der Wees. Via een
vogelobservatiescherm dat op de
zeedijk is geplaatst, heeft de bezoe
ker een fraai uitzicht op de Bruin
tjeskreek waar behalve allerlei een
densoorten ook visdiefjes het water
afspeuren naar een prooi om zich
op te storten en roofvogels, zoals
kiekendieven, het luchtruim door
kruisen.
Het derde, maar niet minder fraaie
natuurgebied bij Anna Jacobapolder
zijn de schorren Van Rumoirt. Daar
kon men ooit onbekommerd het
'groene goud' halen: lamsoren en
zeekraal. Nu het beschermde na
tuurgebieden geworden zijn, is die
lust gesmoord in vergunningstel
sels. „Ik kan me best voorstellen
dat vooral de plaatselijke bevolking
die altijd gewend is geweest om de
schorren op te gaan om lamsoor of
zeekraal te snijden, dit heel verve
lend vindt", zegt Van der Wees. „En
op zich is er ook niets tegen het
snijden van die zeegroente, als het
maar op beperkte schaal gebeurt.
Een maaltje voor het gezin. Maar
de laatste jaren wordt er steeds
meer commercieel gesneden. Der
tig jaar geleden had men in Holland
nog nooit van zeekraal gehoord,
maar nu kun je het voor vijftien
gulden per pond in Den Haag op de
markt kopen. En die ontwikkeling
moet je indammen."
Toch zijn wellicht de schorren voor
een echte Zeeuw nog wel het
mooist. De zilte, groenige geur van
wieren en schelpdieren die bij eb
door de zon worden gedroogd en de
wat rotte lucht van de zwart-grijze,
soms bruine modder en vermolmd
wrakhout. Meanderende kreekjes
en grote aantallen stenen. Het eind
van de wereld ruikt lekker.
„We waren al jaren op zoek naar
een huis buitenaf. Op Schouwen is
dat niet te betalen of er is ontzet
tend veel aan op te knappen. Via
een tip van een kennis hier in de
buurt, zijn we hier gaan kijken. Op
een zaterdagavond konden we het
huis bezichtigen maar iemand an
ders had er al een optie op. Die zag
er vanaf. Toen waren wij erg geluk
kig," lacht Mies Knop (34) die met
haar man Jaap (34), zoontje Ri
chard (10), dochter Patricia (5), het
paard lor, de pony Brutus, zes poe
zen, twee honden, een konijn en
een toom kippen haar draai in De
Polder gevonden heeft.
„Het ging ons puur om het stekje.
Hemelsbreed zitten we niet ver van
Bruinisse.
Jammer dat het pontje niet meer
vaart. De stap die we maakten was
gauw gezet. 'We proberen het ge
woon', hebben we gezegd. Maar je
moet er zelf ook wat van maken na
tuurlijk."
Sluisweg nummer 2 was een twee
de woning. Nu is het huis perma
nent bewoond. Aan de voorzijde is
er niets veranderd, maar achter de
woning des te meer.
Er is in korte tijd plaats gemaakt
voor de hobby van mevrouw Knop
en haar dochter: paardrijden. De
fruitboompjes in de boomgaard
hebben plaats gemaakt voor een
buitenmanege. En de stal voor het
paard lor, de jaarling Odessa, de
pony, en eventueel een pension-
paard zit onder de pannen.
Zolang de stal nog niet gereed is,
staan de viervoeters in tot stalboxen
omgebouwde containers.
Ook de heer Knop die timmerman
is, heeft een eigen container voor
zijn gereedschap.
Mies Knop met haar paard lor achter de woning aan de Sluisweg waar ruimte genoeg is voor een stal (rechts) met vier boxen.
Dat moet te zijner tijd ook verhui
zen naar de stal annex werkplaats
en dan gaan de containers weer van
het erf. De wens van de familie
Knop om paarden te houden, werd
werkelijkheid.
„In Bruinisse konden we dat niet.
Daarna is alles heel snel gegaan.
We hebben vergunning voor de
schuur aangevraagd en zijn gaan
bouwen. Mijn man kan heel veel
zelf. De buitenmuur laten we met
selen omdat er teveel tijd in gaat
zitten." Mies kwam voorheen
nooit op Sint-Philipsland, maar he
lemaal vreemd was het toch ook
niet. „Op de middelbare school in
Bruinisse kende ik natuurlijk wel
leerlingen van hier. We pesten el
kaar dan wel eens: ach, jij komt van
de overkant. Nu kom ik die meisjes
van toen weer tegen. Dat is heel
leuk." Een voordeel van het wonen
in De Polder is niet alleen de ruimte
die het gezin aan de Sluisweg heeft.
Ook het feit dat de kinderen nog
naar de basisschool in het dorp
kunnen, ervaart moeder Knop als
een voordeel. „Anders zouden ze
naar Sint-Philipsland moeten. Dat
is toch weer een stuk verder. De
oudste kan nu op de fiets, de jong
ste wordt opgehaald." Dat ophalen
gebeurt door buren bij toerbeurt.
„Dat is heel goed geregeld.
Ik heb maandag en dinsdag
dienst." Wel vindt ze het jammer
dat enkele jaren geleden het enige
winkeltje in het dorp dicht is ge
gaan. „Dat was wel erg makkelijk.
Lekker dichtbij.
Zeker als je eens wat vergeten was.
Nu moet je eerst erg goed nadenken
voordat je in Sint-Philipsland bood
schappen gaat doen."
En het is wel makkelijk dat er thuis
altijd een auto beschikbaar is.
Knop geniet van de rust maar ook
van het feit dat ze buren heeft. „Je
zit hier vrij maar niet alleen. We
hebben een goed contact. Toen we
tegen onze vrienden zeiden dat we
naar Anna Jacobapolder gingen
verhuizen, zeiden ze: „Wat ga je
daar nou zoeken?" Maar als ze een
maal hier zijn geweest, dan begrij
pen ze het best. Je bent hier door
die beesten bijna de hele dag bui
ten. Je hoort de koekoek en we heb
ben zwaluwen in de stal."
Een langgekoesterde wens om
paarden (en andere dieren) te hou
den is in vervulling gegaan. „Met
die buitenbak achter het huis, ben
ik niet afhankelijk van een ander. Ik
kan rijden wanneer ik wil." Knop
maakt progressie op het onderdeel
dressuur.
Ze is overgegaan van de Ml- naar
de M2-klasse.
Verzamelt ze daar voldoende pun
ten. dan wacht deelname in de Z-
categorie, de zwaarste klasse. Ze
doet het nu even rustig aan, maar
gemiddeld rijdt ze twee wedstrijden
per maand voor de Sasruiters uit
Dirksland waar ze al lid van was
toen ze in Bruinisse woonde. Rij
den zij pn haar dochter paard, de
mannen uit het gezin voetballen.
Richard bij Noad'67 en vader Knop
wendt zijn kunde op het voetbal
veld volgend seizoen aan om de
spelers van Stavenisse te gaan trai
nen, nadat hij als jeugdtrainer ver
bonden was aan WHS in Sint-An-
naland.
Van 1900 tot 1953 exploiteerde de
RTM een tramlijn van Steenbergen
via Sint-Philipsland en Anna Jaco
bapolder naar Schouwen-Duive
land. Dezelfde maatschappij - die
in de loop van de tijd opging in de
ZWN - onderhield van 1900 tot
1988 ook een veerdienst over het
Zijpe.
De herdenking door de inwoners
van de inpoldering van het gebied,
is door het gemeentebestuur aange
grepen om Anna Jacobapolder het
volgende Thoolse dorp te laten zijn
in de reeks waar een kunstwerk ge
plaatst wordt. Tegelijkertijd ver
schijnt een boekje van de hand van
gemeentearchivaris J.P.B. Zuur
deeg, waarin het ontstaan van de
"Polder en de ontwikkeling van het
personen- en goederenvervoer be
schreven worden.
De eigenaar van de in 1847 bedijk
te Anna Jacobapolder, Willem Fre-
derik del Campo genaamd Camp,
hechtte grote waarde aan goede
verbindingen. Hij stelde dan ook
meteen een veer in naar Duiveland
en bepleitte een stoombootverbin
ding en de aanleg van een spoorlijn.
De wegen waren in de vorige eeuw
niet best, want ze waren veelal on
verhard. In 1884 - Del Campo was
toen al overleden - werd Sint-Phi
lipsland door de Slaakdam met het
vasteland verbonden. In de jaren
daarna werkte een comité aan de
realisering van een tramweg die
Schouwen-Duiveland met de vaste
wal moest verbinden. Het gemeen
tebestuur van Sint-Philipsland had
er geen bezwaar tegen, maar zag de
behoefte niet zo omdat er uitzicht
bestond op een verharding van de
weg naar Steenbergen. Subsidie uit
de gemeentekas bleef dan ook ach
terwege.
Op vrijdag 27 april 1900 werd de
tramlijn (inclusief de boot over het
Zijpe), die overal de weg volgde en
dus bochtig was, in gebruik geno
men. Vooral voor het bietenvervoer
was de verbinding van belang. De
conducteur gaf op zijn hoorn het
vertreksignaal, maar ook bij weg-
overgangen en dijkcoupures gaf hij
een signaal. In de oorlog werd, na
de inundatie, de rails opgebroken,
maar in 1946 opnieuw gelegd. Na
een brand in de motorwagen in juli
1952 werd het personenvervoer met
de tram gestaakt; de watersnood
maakte definitief een einde aan de
ze verbinding. Inmiddels was de
BBA een busdienst begonnen. De
RTM, die ook bussen had, trok zich
terug en exploiteerde alleen nog de
veerdienst over het Zijpe. In de zo
mer van 1988 voer de pont voor het
laatst, omdat de Philipsdam als vas
te verbinding gereed was gekomen.
Daarmee verdween de naam Anna
Jacobapolder ook van de radio,
waar stremmingen van het veer
steevast werden afgekondigd.
Er staat al heel wat op papier over
de familie Del Campo. Er is in de
jaren zeventig een boekje versche
nen (uitgave boekhandel G. Heij-
boer) van de hand van J.A. Klompe
- behalve landbouwer ook een man
met veel gevoel voor de Sint-Phi-
lipslandse geschiedenis. En ook
streekarchivaris H. Uil heeft in het
bij het 500-jarig bestaan versche
nen boekwerk 'Sint-Philipsland, ei
land in de Zeeuwse delta 1487-
1987' heel wat aan de vergetelheid
ontrukt. Maar er zijn nog veel ont
brekende stukjes in de puzzel van
het Del-Campoverhaal. Heel fijn
dat mevr. Jasperse zich ervoor in
zet. Ik neem aan dat ze ook contact
opgenomen heeft met Jan Kempe-
neers. Die weet er veel van en is al
tijd geïnteresseerd in de geschiede
nis van het eiland.
Ik wil graag naar aanleiding van het
verhaal van mevr. Jasperse enkele
dingen memoreren. Ik ben altijd
van de gedachte geweest dat Wil
lem Frederik del Campo genaamd
Camp (wat een luisterrijke naam
toch) begraven ligt in Den Haag.
Zijn jongste zoon is daar zeker be
graven. Die jongste zoon is voor
mij enkele jaren geleden wat meer
naar voren gekomen. Wij kwamen
erachter dat hij op latere leeftijd
trouwde met een jong meisje. Men
vertelde toen dat dat meisje (inmid
dels meer dan 90 jaar) nog leefde
en in Den Haag moest wonen. Wij
kwamen erachter waar dat was en
zo stonden de toenmalige gemeen
tesecretaris Jannie de Kok (inmid
dels mevr. De Leeuw-de Kok) en
ondergetekende op een goede mid
dag klokslag vier uur met een bloe
metje in de hand op de stoep van
haar woning aan de Wassenaarse-
weg. Het contact werd wat verste
vigd zodat mevr. Del Campo ge
naamd Camp als een verpersoonlij
king van het Anna Jacobiaanse ver
leden de opening heeft verricht van
het gerenoveerde dorpshuis. Later
is ze nog enkele malen de gast
vrouw geweest van de bejaarden uit
Anna Jacobapolder.
Mevr. Del Campo was geen gemak
kelijke vrouw en bij het klimmen
van de jaren nam dat eerder toe dan
af. Er is een moment geweest dat ze
gouden bergen toezegde aan 'haar'
dorpje.
Ze was niet onbemiddeld en had
verder geen erfgenamen. Op het
laatst van haar leven is ze echter et
telijke keren van notaris en van tes
tament veranderd. Ze werd zeer
wantrouwend en verbrak alle con
tacten - ook met ons - en is plotse-
Stemmen
van lezers
ling en eenzaam gestorven. Ik vind
het altijd nog jammer dat het schil
derij van Anna Jacoba van Sons-
beek - dochter van de burgemeester
van Middelburg en vrouw van de
bedijker Willem Frederik - niet naar
Anna Jacobapolder is gekomen zo
als mevr. Del Campo uit Den Haag
verschillende keren heeft toege
zegd. Waar zou het gebleven zijn?
Dat schilderij hoort in Ons Dorps
huis te hangen naast het schilderij
van haar man.
Het lijkt mij niet onmogelijk te ach
terhalen waar het schilderstuk - dat
naar mijn mening alleen waarde
heeft voor Anna Jacobapolder - ge
bleven is.
Leuk dat mevr. Jasperse zegt dat ze
blijft doorzoeken naar de geschie
denis van het 'Witte Huis'. Er moet
toch nog wel wat te vinden zijn?
Jammer dat dit karakteristieke huis
in 1918/1919 werd afgebroken. Ik
wens mevr. Jasperse sterkte toe en
ik zou zeggen: moedig doorgaan!
Ik hoop er nog van te horen. En nog
gefeliciteerd met uw 10-jarig huwe
lijk!
T.A. Vogel
(oud-burgemeester
van Sint-Philipsland)
Jeroen Boschlaan 46
Lopik.
Middel hamis Heilevoetsiuis Zienkzee Oud-Beljertand
Tel. 0187-482188 Tel. 0181-320016 Tel. 0111-413163 Tel. 0186-613624
Advertentie I.M.