'Waterschap Tholen laat sporen na in de harten van de mensen' Meer betrokkenheid met organisaties in waterschapsbestuur Hervormd Tholen bouwt nieuw verenigingsgebouw Wingerd Dijkwerkers met versleten ruggen Historie kan ook bouwsteen zijn voor toekomstig beleid Omwonenden bang voor overlast en minder privacy Donderdag 14 november 1996 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 7 "Het leest als een roman." Tijdelijk dijkgraaf H. Eversdijk van het water schap Zeeuwse Eilanden (op 18 december neemt hij afscheid) maakte meteen maar reclame voor het boek dat de 37-jarige geschiedenis van het voormalige waterschap Tholen beschrijft. Vrijdagmiddag kreeg hij in Haestinge te Sint-Maar tensdijk het eerste exem plaar van 'Van Rumoirt tot Razernij' uit handen van J.L. van Gorsel. De Vossemeerder was de laatste - waarnemend - dijkgraaf van Tholen. Niet afbreken Stoomgemaal Drie tegenstemmers Van Gorsel bezorgd over draagvlak Het zou te overwegen zijn om bij waterschapsverkiezin gen het personenstelsel te vervangen door het lastenstel sel. Niet om politieke partijen een gooi te laten doen naar een bestuurszetel, maar organisaties op het terrein van bijvoorbeeld landbouw en milieu, en woningcorporaties. Hoofdingeland J.L. van Gorsel van Zeeuwse Eilanden zei dat vrijdag in Sint-Maartensdijk. Dilemma Slangen voor hogedrukreinigers Handelsonderneming Van Beers Techniek B.V. Kroonjuweel De Hervormde' Gemeente Tholen gaat een nieuw vereni gingsgebouw neerzetten. Op de plaats van de huidige Wingerd verrijst een gebouw van twee verdiepingen. Het zou eind volgend jaar gereed moeten zijn. Tegen de bouwaanvraag is door drie mensen bezwaar gemaakt bij de gemeente. Zij verwachten in toenemende mate over- Spelende kinderen last. Historie 37 jaar waterschap Tholen Werken aan de zeedijken was 'ruggenwerk'. Dijkwerkers hadden aan het einde van een dag vaak het gevoel zo krom als een hoepel te zijn. Ze hielden versleten ruggen en enkels over aan het lichamelijk zware werk. Werk dat op Tholen en Sint-Philipsland nog lang op de traditione le manier werd uitgevoerd. Dit beschrijft mevr. J.L. Kool-Blokland in het boek 'Van Rumoirt tot Razernij. Waterschap Tholen 1959-1995'. 141 hoofdingelanden Tïiinders moeten drainagewater hergebruiken Scheepswerven in het Zeeuwse Agrarisch Waterschap mag niet met klemmen en kunstlicht op konijnen jagen Eversdijk was blij met dit eerste his torische boek over een deel van het grondgebied van 'zijn' waterschap. Werken over de andere fusiepart ners - de waterschappen Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland en Schou- wen-Duiveland en het wegschap Walcheren - staan op stapel. De dijkgraaf bedankte schrijfster mevr. J.L. Kool-Blokland, de begelei dingscommissie en iedereen die materiaal voor het boek beschikbaar stelde. Hij vertelde genoten te heb ben van de plakboeken van mevrouw Van Gorsel-van Westen. De echtgenote van de eerste Thoolse dijkgraaf heeft jarenlang krante knipsels, foto's en andere zaken over het waterschap verzameld. Uit de delen van het boek die Van Gorsel had gelezen, concludeerde hij dat niet alleen de geschiedenis is vastgelegd, maar dat het boek ook een bouwsteen kan zijn voor toe komstig beleid. "Er is in te lezen waarin een klein waterschap groot kan zijn; waar we visie hadden, maar ook waar we gezellig en kneu terig bezig waren." Het boek straalt volgens de oud-dijkgraaf een grote betrokkenheid uit bij het water schap. "Zeer zeker ook bij de mede werkers, de ingelanden en de land en tuinbouw." Die betrokkenheid had ook schrijfster mevr. Kool geproefd in de gesprekken die ze met bestuurders en medewerkers voerde. "Bij ieder van hen bemerkte ik een liefde voor het waterschap, een innige verbondenheid met het werk en een gevoel van verantwoor delijkheid voor het hele gebied. Dat vond ik bijzonder en ik denk dat het Dijkgraaf H. Eversdijk rechtsvan Zeeuwse Eilanden kreeg van J.L. van Gorsel het eerste exemplaar van het boek 'Van Rumoirt tot Razer nij'. Tussen hen in de auteur, mevrouw J.L. Kool-Blokland. kenmerkend is voor Tholen en Sint- Philipsland." Kritiek op het waterschap had mevr. Kool ook te horen gekregen, maar dan in positieve zin: een meedenken hoe iets beter kon. "Soms, als het spannend werd, zei men: Maar dat mag u niet opschrijven. Men wilde meedenken, niet afbreken." De auteur zei boeken te kunnen vullen over alles wat niet opgeschreven mocht worden. Zoals de te grote zui nigheid van de vooroorlogse polder besturen en schrijnende voorbeelden daarvan. Maar ook grappige situ aties zoals de opdracht van een oud- hoofd technische dienst om te teren, ook al vroor het; toen de slang barst te, spoot de teer hem om de oren. Mevrouw Kool concludeerde dat het waterschap Tholen in de bestaans- periode 1959-1995 zijn sporen dui delijk heeft achtergelaten. "In het landschap en in de harten van de mensen. Het is een periode geweest van ingrijpende veranderingen, van grote vernieuwingen, van integraal waterbeheer, partiële dijkversterkin gen en waterkwaliteitsbeheer. Maat schappelijke processen hebben ook het waterschap niet onberoerd gela ten." Het waterschap groeide mee en werd van een sterk agrarisch ge oriënteerde organisatie een instel ling waarin alle specifieke taakbe- langen eigen vertegenwoordigers kregen. "Een waterschap dat zijn verantwoordelijkheid niet uit de weg is gegaan, maar de uitdaging van de maatschappelijke vernieu wingen heeft opgenomen." De watersnood van 1953 was de aanleiding tot de waterschapsfusie op Tholen, memoreerde mevrouw Kool. Ook na de ramp van 1906 werd de roep om concentratie gehoord, maar de aparte status van de calamiteuze polders bleek toen een onoverkomelijke hindernis. Fusie op beperkte schaal had op Tholen ook in 1874 al plaats, mede veroorzaakt door de problematische afwatering van de oudlandgebieden. Door het samengaan van polders konden de kosten voor de bouw van een gemaal opgebracht worden. "Ik vind het nog altijd jammer dat het laatste stoomgemaal in Zeeland, de 'Drie Grote Polders' bij Oud-Vosse- meer, niet is gered", zei mevrouw Kool. Ze refereerde aan de hoge bestuurlijke kwaliteit in het nieuwe waterschap vanaf de eerste minuut. De nieuwe gezworenen waren in veel gevallen de dijkgraven van de opgeheven waterschappen en ze hadden een grote deskundigheid. Dijkgraaf H. van Gorsel wist er een eenheid uit te smeden "met een gro te kennis van het gehele gebied en met een bewonderenswaardige ver bondenheid met de streek." De band met de ingelanden was gewaarborgd door het instellen van zeven distric ten. Van Gorsel presenteerde in 1959 vooruitstrevende plannen zoals de kanalisering van de Een dracht, dijkverhogingen, afsluiting van de haven van Stavenisse, een vaste verbinding tussen Tholen en Zuid-Beveland. Ook de zuivering van het oppervlaktewater zag de dijkgraaf als een verantwoordelijk heid. "De zorg van de gemeenten daarvoor was onvoldoende. De gracht om Tholen was berucht. Het water stonk geweldig en geen vis kon het leven erin houden. Maar de Thoolse schoolkinderen zwommen nog lustig in de vest", zei mevrouw Kool. Ze riep ook in herinnering dat na tien jaar het waterschap Sint-Phi lipsland bij Tholen werd gevoegd. "Het is opnieuw de persoonlijke kracht van dijkgraaf Van Gorsel geweest dat er een eenheid is ont staan." De inmiddels hoogbejaarde oud dijkgraaf was, met zijn vrouw, bij de presentatie van het boek aanwezig, evenals oud-dijkgraaf I.C. Hage. Ook veel (oud-)medewerkers en in geringere mate (oud-)hoofdingelan- den toonden hun belangstelling. Ze bekeken een promotiefilmpje van Van Oord Werkendam over de dijk versterking bij Sint-Maartensdijk en zagen ook door medewerker M.C. den Engelsman gemaakte water- schapsbeelden. 'Van Rumoirt tot Razernij' is samen gesteld in opdracht van het water schap Tholen. Juni vorig jaar trok de algemene vergadering er 90.000 gulden voor uit. Slechts de hoofdin gelanden A.L. Aarnoudse, Chr. van 't Hof en Chr. Koopman stemden tegen. Er zijn 1200 exemplaren gemaakt. "Het is een leuke gedachte dat je de opdracht mag geven en een ander de rekening mag presenteren", zei Van Gorsel daarover. Het boek wordt cadeau gegeven aan alle bestuurders en medewerkers van het waterschap Zeeuwse Eilanden, als mede aan oud-bestuurders en oud medewerkers van het waterschap Tholen. De Vossemeerder zou zich voor kunnen stellen dat een dergelijke ommezwaai het resultaat is van een evaluatie van de twee jaar geleden vernieuwde waterschapswet. Hoe wel er in het bestuur van Zeeuwse eilanden vijf belangencategorieën zijn, zijn de 62 hoofdingelanden en gezworenen nu in feite evenzovele partijtjes. Fracties zoals in politieke bestuursorganen zijn er niet. Van Gorsels suggesties zouden ertoe bij moeten dragen, dat het waterschap ook in de toekomst draagvlak en betrokkenheid in het gebied houdt. Over de betrokkenheid van de inge zetenen uitte de Vossemeerder zijn zorg. "Ik kijk bijvoorbeeld naar de laatste algemene vergadering. Toen zaten er maar twee ingelanden op de publieke tribune. Overigens waren dat wèl Tholenaren." Binnen het waterschap Tholen was de betrokkenheid altijd nadrukkelijk aanwezig. "Niet voor niets was de helft van de algemene vergadering er destijds tegen, dat ze als gevolg van de fusie naar huis werd gestuurd", aldus Van Gorsel. Tijdelijk dijkgraaf H. Eversdijk van Zeeuwse Eilanden zei dat de toe komstige bestuurssamenstelling binnen het dagelijks bestuur onder werp van discussie is. In december krijgt de algemene vergadering een voorstel voorgelegd. Het jongste nummer van GLTO-nieuws besteedt ook aandacht aan deze materie. Daarin snijdt Eversdijk het dilemma aan waarmee het bestuur worstelt: Slabbecoornweg 38, 4691 RZ Tholen tel. 0166-603497 Ook op zaterdagochtend geopend van 8.00-12.00 uur Advertentie I.M. een zo sterk mogelijke agrarische vertegenwoordiging bereik je met het hanteren van kiesdistricten. Als je tegelijk de pachters als categorie wilt handhaven, zou dat vla het dis trictenstelsel echter een oververte genwoordiging opleveren. Want elke categorie doet dan in elk district mee. GLTO-nieuws meldt dat het dage lijks bestuur met zes tegen vier stemmen een voorstel heeft aange nomen om de pachterscategorie af te schaffen. De gebiedsgezworenen van Tholen (J.L.C. Mol, zelf pach ter) en Schouwen-Duiveland zouden dat niet steunen. Het voorstel voor een nieuw bestuur zou zijn een 39- koppig bestuur (nu 62), verdeeld als volgt: ingezetenen 17 (nu 24), gebouwd 8 (nu 13), bedrijfsge- bouwd 8 (nu 10) en ongebouwd 6 (nu 10 5 pachters). Dit betekent dat de landbouwvertegenwoordi- ging in het bestuur van 24 naar 15 procent zou dalen, het gebouwd gelijk zou blijven (21%), bedrijfsge- bouwd zou stijgen naar 21% (van 16) en ingezetenen naar 44% (van 39). Gebiedsgezworene Mol wil over het bestuursvoorstel niet veel kwijt. Pas morgen beslist het dagelijks bestuur er definitief over, zegt hij desge vraagd. Mol verheelt niet dat het een gevoelige materie is. "Over het alge meen is het dagelijks bestuur best voor handhaven van de pachtersca tegorie, zij het in meer of mindere mate. Er is misschien een lichtpunt je en daarvoor zullen we als land bouw een meerderheid proberen te vinden." In Sint-Maartensdijk verzekerde Eversdijk de aanwezigen dat de Thoolse belangen vooralsnog in goede handen zijn bij Zeeuwse Eilanden. "Tholen blaast zijn partij tje mee, zowel in de algemene ver gadering, het dagelijks bestuur als binnen het ambtelijk apparaat." Het voormalige waterschap Tholen is als een gezonde winkel overgedragen, zonder verborgen gebreken of lijken in de kast. "We zijn blij met dit kroonjuweel dat meegekomen is naar Zeeuwse Eilanden", aldus tijde lijk dijkgraaf Eversdijk. f Vs"" -V V Hervormd verenigingsgebouw De Wingerd moet plaats maken voor nieuwbouw. meester en wethouders zijn nu bereid een bouwvergunning af te geven. Binnen de wettelijke termijn zijn daartegen drie bezwaren inge diend. Volgens het bouwplan heeft de nieuwbouw aan het Nieuwepad op de begane grond een entree, kan toorruimte, keuken, toiletten, ber ging en twee zalen waarvan één met een podium. Op de verdieping zijn eveneens twee zalen gepland. Op het hoogste punt komt het vereni gingsgebouw 6,90 m boven het straatniveau. Het vloeroppervlak wordt 285 m2 (18 bij 19 meter). De Hervormde Gemeente denkt de bovenzalen te gebruiken voor de jeugdclubs, maar ook als vergader ruimte. De bouw vergt een investe ring van 950.000 gulden. Dit wordt gefinancierd uit het bouwfonds, leningen van de diakonie en het ver jaringsfonds, schenkingen (zoge naamde 'bouwstenen') en obligaties van gemeenteleden. Wijziging van het bestemmingsplan is voor de bouw niet nodig, maar tevoren is veel overlegd met de gemeente om het plan aan alle wel- standseisen te laten voldoen. Het gebouw verrijst namelijk binnen een beschermd stadsgezicht. Burge Op verzoek van omwonenden uit de Oudelandsepoort en Regentes- sestraat is door de kerkvoogdij en de bouwcommissie een informatie avond belegd. Daar is het bouwplan toegelicht. Beide partijen zijn tevre den over het verloop van de avond. Van de kant van de hervormde gemeente kregen de aanwezigen te horen dat het beslist niet de bedoe ling is om vaker bruiloften en partij en in het gebouw toe te staan om het economisch rendabeler te maken. Men was overtuigd van de goede bedoelingen van de huidige kerk voogdij, maar wilde voor de toe komst niet met een verkapte horeca gelegenheid - een feestzaal - opge zadeld worden. De overlast die de buurt ondervindt, bestaat uit gepar keerde auto's en spelende kinderen die luidruchtig zijn en soms wat ver nielen. Muziek op feestjes wordt door de kerkvoogdij niet toegestaan. Door enkele buurbewoners is gevraagd een hekwerk bij het gebouw te plaatsen als afscheiding. Een ander punt is de aantasting van de privacy. De nieuwbouw komt dichter bij de huizen aan de Regen- tessestraat te staan dan de huidige Wingerd. Bovendien wordt het gebouw zowat twee keer zo hoog, met op de verdieping ramen die uit zicht bieden op de huizen. Door voor die vensters glas of folie te gebruiken waar niet doorheen te kij ken is, wordt dit mogelijk opgelost. Het gemeentebestuur zal een besluit over de bezwaren moeten nemen, mogelijk na éérst een hoorzitting te hebben belegd. Naast het dijkonderhoud wijdt de auteur hoofdstukken aan calamitei ten, het Deltaplan en de dijkverzwa ring (toen de Oosterschelde open bleef), de peilbeheersing en de waterzuivering. Dat laatste bracht weer nieuwe belangencategorieën in het bestuur. De nog vrij recente meningsverschillen over het zoet waterplan, die bijna leidden tot een bestuurlijke crisis toen de begrotin gen ver overschreden werden, wor den in het boek niet verzwegen. Mevrouw Kool noemt het opmerke lijk dat 37 jaar lang een agrariër als dijkgraaf aan het hoofd van het waterschap Tholen stond. Misschien nog opvallender is het, dat deze altijd uit Oud-Vossemeer kwam. Eerst H. van Gorsel, die bij zijn afscheid eind 1977 de - inmiddels afgeschafte - erering van de gemeente Tholen kreeg. I.C. Hage volgde hem op en ging begin 1995 met pensioen. Tot aan de opheffing per 1 januari 1996 nam J.L. van Gorsel, zoon van de eerste dijkgraaf, de functie tenslotte waar. Mevrouw Kool heeft een fraai en rijk geïllustreerd boekwerk afgele verd. Er staan 134 afbeeldingen in, waarvan 32 in kleur. Op een foto Glastuinders en witlofkwekers moe ten elke maand hun drainagewater laten onderzoeken en op den duur wordt hergebruik zelfs verplicht. Dat bleek donderdagavond in de Wellevaete te St. Annaland op een informatiebijeenkomst van de lto- raad Zeeland. Voor een dertigtal belangstellenden van Tholen, Schouwen-Duiveland en Zuid- Beveland werden de knelpunten in de milieuregelgeving uit de doeken gedaan. Dhr. Groenewegen van de WLTO en dhr. v.d. Tempel van de: GLTO gingen op diverse aspecten in. Er zijn in Zeeland zoYi 70 glas tuinbouwbedrijven en 50 witlofkwe kers die met de strengere eisen te maken krijgen. "Er worden dingen geëist waar je moeilijk aan kunt vol doen of die het nodige geld kosten", zegt glastuinder A.A. van Luijk uit St. Annaland, die de bijeenkomst leidde. "En aangezien het de laatste jaren niet zo goed is gegaan in de glastuinbouw, hebben een aantal bedrijven problemen met de voor zieningen die getroffen moeten wor den. In overleg met de overheid en de standsorganisaties wordt naar oplossingen gezocht." Behalve het meten van het drainage water, moet ook de water- en kunst- mestgift van de planten geregis treerd worden. Verder wordt het opvangen van het hemelwater in een bassin verplicht. Op Tholen is dat geen probleem omdat vrijwel ieder een zo'n bassin al heeft. Condenswa- ter mag echter ook niet meer geloosd worden op het oppervlakte water. De tuinders krijgen met stij gende lasten te maken, dat werd donderdagavond wel duidelijk. De grote en kleine scheepswerven die door de eeuwen heen in Zeeland hebben bestaan zijn het onderwerp van een tentoonstelling en een boek. De expositie, in het stedelijk muse um in Vlissingen, bestrijkt vier perioden. Per periode wordt aan dacht besteed aan de economische en maritieme ontwikkeling in de Zeeuwse regio's, aan de scheeps- bouwfamilies en de scheepstypen. De expositie is tot 19 januari te zien. Het stedelijk museum is geopend van dinsdag t/m vrijdag 10-17 uur, zaterdag en zondag 13-17 uur. In het boek 'Scheepswerven in Zee land. Een onderzoek naar de geschiedenis en de relicten van de Zeeuwse scheepswerven' wordt naast een korte historische beschrij ving van de scheepsbouw in Zee land ook ingegaan op enkele beken de scheepsbouwersfamilies: Van Duivendijk, Meerman, De Klerk en Verras. In alfabetische volgorde volgt per plaats een beschrijving van de scheepswerven uit verleden en heden. Uit onze gemeente blijft dat beperkt tot Tholen. In het stadje werden bij Van Duivendijk veel hoogaarzen gebouwd. Het boek is geschreven door A.F. Franken van het Rijksarchief in Zeeland. Deze uitgave van De Koperen Tuin telt 85 pagina's, is rijk geïllustreerd en voorzien van diverse registers en een uitgebreide literatuur- en bron nenlijst. De expositie en het boek kwamen tot stand in nauwe samenwerking met de werkgroep industriële archeologie Zeeland. Deze houdt zich bezig met het inventariseren en documenteren van het industrieel erfgoed in onze provincie. van de allerlaatste algemene verga dering is de auteur zelf te zien. Ze heeft aan het verhaal een literatuur lijst en een groot aantal voetnoten (164 stuks) toegevoegd, alsmede een namenregister. Een begrippenlijst waarin de af en toe wel erg technische termen wor den uitgelegd, ontbreekt. Wel zijn acht bijlagen opgenomen met gegevens over de fusiepartners waaruit het waterschap Tholen is gevormd en werken die zijn uitge voerd. Ook is een overzicht opgenomen van alle bestuurders: totaal 141 hoofdingelanden en gezworenen. 'Van Rumoirt tot Razernij' is ver krijgbaar in de boekhandel en bij het waterschap Zeeuwse Eilanden in Goes. Het boek kost 37,50 gulden. De geschiedbeschrijving van 37 jaar waterschap Tholen blijft niet beperkt tot de ontwikkelingen op bestuurlijk en technisch terrein. De auteur wijdt een heel hoofdstuk (er zijn er negen) aan de sociale omstandigheden van het personeel. Die verbeterden na de oorlog en dat zette in de jaren zestig door, zo blijkt uit het verhaal. Uitvoerig wordt het ontstaan en de ontwikkeling van het waterschap in 160 pagina's belicht. De fusiege dachte die in Zeeland al leefde, werd door de watersnood van 1953 reali teit. Een andere belangrijke ontwik keling in de streek, naast de ramp, was de ruilverkaveling. Ook daarop gaat mevrouw Kool in. Al met al ontstond een klimaat waarin het mogelijk werd de 20 waterschappen en 3 calamiteuze polders op Tholen tot één waterschap samen te voegen. In 1969 werd Sint-Philipsland eraan toegevoegd en tenslotte in 1986 het Zeeuwse deel van het interprovin ciale waterschap Prins Hendrikpol der. In 1961 was het Polderhuis in Sint-Maartensdijk als onderkomen in gebruik genomen. Niet vanwege de centrale ligging van de smalstad, maar omdat een meerderheid van de algemene vergadering ervoor koos. Want in het dagelijks bestuur staak ten de stemmen over de keuze van een bestuurszetel, waarbij het ging tussen Tholen en Sint-Maartensdijk. Heel gedetailleerd vaak beschrijft de auteur de werken die aangepakt werden. Zoals de 125 kilo graszaad die gebruikt werd bij de verhoging van de zeedijk van de Noordpolder in 1959. Tot de fusie was het waterschap uit sluitend een agrarische aangelegen heid. Was het toen al wennen aan de nieuwe categorie gebouwd die in de lasten ging bijdragen, in 1962 bete kende het besluit om voortaan over alle zee- en binnendijken geschot te heffen het breken met een eeuwen oude traditie. Tholen had er lande lijk een primeur mee. Gedeputeerde staten willen het waterschap Zeeuwse Eilanden geen vergunning geven om met klem men, een geweer en kunstlicht konijnen op Tholen en St. Philips- land te schieten. Het waterschap wilde met deze methode schade aan de zeewering voorkomen en bestrij den, maar volgens de provincie zijn daarvoor voldoende mogelijkheden. "Het konijn kan door de jachthouder het gehele jaar bestreden worden met de middelen die hiervoor in de Jachtwet zijn opgenomen: o.a. een kogel- en hagelgeweer, kastvallen, fretten en buidels. Als deze midde len niet toereikend zijn, kan de jachthouder een vergunning aanvra gen om met gebruikmaking van kunstlicht de dieren te bestrijden. Deze middelen zijn binnen Zeeland voldoende effectief gebleken om de konijnenstand op een aanvaardbaar peil te brengen", aldus g.s., die nog niet eerder een soortgelijk verzoek als van het waterschap hebben ont vangen. Uit de argumentatie blijkt ook niet, dat er op Tholen en St. Phi- lipsland sprake is van een afwijken de situatie. Het merendeel van de eigendommen van het waterschap vormt geen bejaagbaar veld omdat de opper vlakte-eis in de Jachtwet niet gehaald wordt. Daarom is het jacht- recht verhuurd aan derden en de ver antwoordelijkheid voor het bestrij den van konijnenschade ligt bij de jachthuurder. Die mag een vergun ning aanvragen voor jagen met kunstlicht, maar dat is niet gebeurd. Als de jachthouder nalatig is bij de adequate bestrijding van schade, veroorzaakt door konijnen, kan de grondgebruiker derden toestaan de schade te bestrijden. Het gebruik van fret en buidel kan te allen tijde plaatsvinden, maar om een geweer te gebruiken, moet aan de eisen voor omvang van het jachtveld worden voldaan.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1996 | | pagina 7