Hongaarse bezoekt na 76 jaar
haar pleeghuis in Poortvliet
Een dagje naar
de Oesterdam
Woonzorgcentrum op schema
Vernieling met zwaard,
geen bewijs voor schot
Dood meisje
gevonden op
schor Viane
Oorlogskinderen uit Hongarije sterkten in Nederland aan
Protestant
Verdachten Muyepolder vrij
Donderdag 22 augustus 1996
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Hoe het toeval een merkwaardig stukje geschiedenis
boven water kan halen, bleek donderdag, toen een oude
Hongaarse vrouw in Poortvliet een bezoek bracht aan de
villa Quo Vadis waar ze 76 jaar geleden vier maanden
logeerde om aan te sterken van de verschrikkingen van
de Eerste Wereldoorlog. Mevr. H. Koltai-Ganther maak
te tijdens haar leven veel ellende mee, maar toont zich
desondanks verbazingwekkend levenslustig en fit.
Verbaasd
Veewagons
18 kilo aangekomen
Schuilkelder
Leeggezogen
Bloot
Drugs
Afschuwelijk
Acht man
Het begon allemaal na de Eerste
Wereldoorlog. Humanitaire hulp
kwam op gang en het Rode Kruis
regelde dat Hongaarse en Oosten
rijkse kinderen naar Nederland kon
den komen om aan te sterken. Daar
bij waren ook broer en zus Hilda en
Wilhelm Ganther. Aanvankelijk
gingen ze naar een gezin in Halste
ren, maar later verbleven ze vier
maanden bij het burgemeestersgezin
Van Gorseï-Van Stapele in Poort
vliet. Van Gorsel woonde in de villa
Quo Vadis aan het Zuidplantsoen. In
het voorjaar van 1992 bracht mevr.
Koltai voor het eerst in 72 jaar weer
een bezoek aan die plaats.
Op die bewuste dag was ze aan het
logeren bij een neef in het Duitse
Arnsberg (even achter Dortmund).
Ze wilde graag het Deltaplan zien,
maar het weer zat niet mee en daar
om bezochten ze de Floriade. Van
bezichtiging van de pijlerdam kwam
niets meer terecht, maar wel reed het
gezelschap nog even langs Poort
vliet om te zoeken naar het huis
waar mevr. Koltai ooit verbleef.
"Wij waren toen net terug uit Frank
rijk", vertelt J. Balk, die al sinds lan
ge tijd eigenaar van Quo Vadis is.
"We zagen mensen foto's maken van
ons huis. Maar dat gebeurt wel
meer, dus we schonken er niet
zoveel aandacht aan. Maar plotse
ling stonden ze aan de achterdeur en
een oude mevrouw vertelde dat ze
hier in 1920 was geweest. Wij
waren natuurlijk erg verbaasd, maar
we hebben ze rondgeleid door het
huis en veel gepraat. Hoewel een
rondleiding niet echt nodig was,
want ze wist nog precies hoe alles
was."
Mevr. Koltai kon echter niet lang
blijven, want het was al achter in de
middag en de reis naar Duitsland
moest ook nog gemaakt worden.
"We bleven contact houden via brie
ven en later hebben we haar nog een
keer bezocht in haar huis in Boeda
pest. Toen hebben we haar uitgeno
digd om een paar dagen bij ons te
komen logeren", vertelt Balk. "Eerst
wilde ze die uitnodiging niet aanne
men omdat ze zich te oud voelde,
maar later schreef ze dat ze toch zou
komen." En dat gebeurde, donder
dag kwam de nu 89-jarige mevr.
Koltai met haar zoon en zijn gezin
per auto aan in Poortvliet. "Vliegen,
daar begin ik niet meer aan", had ze
gezegd en dus reisde ze drie dagen
per auto.
Haar Duits is nagenoeg perfect en
wie haar zo ziet zitten in het zonne
tje op de veranda van Quo Vadis zou
niet zeggen dat deze vrouw bijna 90
jaar oud is. Maar hoe kwam ze des
tijds in Nederland terecht, ver weg
van haar familie? "Er was na de Eer
ste Wereldoorlog niets meer over
van het land. Wegen en gebouwen
waren verwoest en voedsel was er
nauwelijks. Vader en moeder kon
den ons niet voldoende te eten
geven", vertelt mevr. Koltai. "Het
was heel moeilijk voor mijn ouders
om ons zomaar naar een vreemd
land te laten gaan, maar wat moes
ten ze dan doen? Toen het Rode
Kruis de mogelijkheid bood om de
kinderen in Nederland aan te laten
sterken, was dat de enige uitkomst.
Wij stapten in de eerste trein naar
Nederland. We zaten in veewagons
waar stapelbedden in stonden. Daar
sliepen en speelden we in, vijf dagen
lang. We konden er niet uit."
De Thoolsche Courant meldde in
1920 regelmatig over de groepen
kinderen, maar had het vreemd
genoeg steeds over Weense kinde
ren. Wellicht had dat ermee te
maken dat Wenen een verzamelpunt
was en dat Oostenrijk en Hongarije
toen nog één koninkrijk waren.
"Op 20 februari kwamen we aan.
Eerst verbleven we drie maanden in
Halsteren en daarna zouden we
teruggaan. Maar inmiddels hadden
de communisten het voor het zeggen
gekregen in Hongarije en men
besloot dat er geen enkel transport
meer naar Hongarije mocht", legt
mevr. Koltai uit. "Maar de familie
waar we verbleven, had ons voor
drie maanden liefdevol opgevangen,
maar konden dat niet langer doen.
Zo zijn we toen naar Poortvliet ver
huisd. De familie Van Gorsel heeft
mij opgevangen en mijn broer
logeerde bij de familie Geuze in de
Langestraat."
Deze Jakob van Gorsel (zoon van
ene Jan van Gorsel die in de Oude-
landsestraat te Tholen een boerderij
bewoonde) was een marine-officier
die na zijn pensionering in Quo
Vadis ging wonen. Hij was
getrouwd met Wilhelmina Hendrika
Daane van Stapele (die zich echter
alleen Van Stapele noemde). Van
Gorsel werd tevens burgemeester
van Poortvliet. Het echtpaar stierf
kinderloos. Mevr. Van Gorsel - die
na haar echtgenoot overleed - liet
ondermeer geld en grond aan het
Zuidplantsoen na aan een bediende
die er een huis op liet bouwen.
Mevr. Koltai herinnert zich nog vrij
goed hoe het was bij de Van Gor-
sel's. "Ze hadden twee bediendes die
sliepen in een apart kamertje. Boven
had meneer Van Gorsel een kan
toortje waar hij mensen ontving. Het
was een lieve man die me veel ver
telde over zijn reizen naar Neder
lands Indië", vertelt de Hongaarse.
"Het huis is maar heel weinig veran
Mevr. H. Koltai-Ganther (rechts) bij het echtpaar Balk in Quo Vadis te Poortvliet.
derd. Er stond ooit een serre naast,
die is nu weg en de ingang is veran
derd." Balk verklaart dat: "Het oude
toegangshek is er nog steeds, maar
je ziet het bijna niet meer. Het staat
vlak naast de Gereformeerde Kerk
en is overgroeid met planten. Daar
was vroeger de oprijlaan." Dat her
innert mevr. Koltai zich nog. "De
tuin was ook veel groter en liep
helemaal tot aan de Smidsstraat. Er
was een moestuin die onderhouden
werd door een tuinier. Daarin stond
ondermeer een perzikboom. De
kleur van de vruchten was mooi
geel, maar de smaak was - door te
weinig zon - toch minder dan bij ons
in Hongarije. Ook was er een kip
penren en elke dag raapte ik met ple
zier de eieren op. Dat waren er zeker
zo'n twintig."
Het eten was heel goed hier, weet
mevr. Koltai te vertellen. "Ik heb
veel nieuwe dingen gegeten zoals
asperges. Die vond ik erg lekker.
Alleen kreeft vond ik vies, dat hoeft
voor mij niet. Maar verder was het
heerlijk. Toen we op 25 augustus
terug naar huis gingen, was ik acht
tien kilo aangekomen. Mijn vader en
moeder herkenden me eerst niet. Ik
was vertrokken als een mager meis
je en kwam terug als een jonge
vrouw."
Heimwee had mevr. Koltai niet. Ze
wist dat het goed voor ze was om
Zowel zij als haar broer Wilhelm
hielden een tijdlang contact met de
families waar ze logeerden. Een
broer van Van Gorsel bezocht de
twee kinderen nog in Boedapest en
nam toen een paar kilo boter mee als
cadeau.
Maar het ging slecht in Hongarije.
Een half jaar na de terugkomst van
de kinderen, overleed moeder Gant
her, die erg ziek was geworden. De
vader van Hilda en Wilhelm over
leed een jaar later. Het communisme
sloeg toe in het land en de mensen
verarmden. Alsof het nog niet erg
genoeg was, kwam daar een paar
jaar later de Tweede Wereldoorlog
nog eens bij.
weer op krachten te komen na de
ontberingen van de oorlog. Met de
kinderen kwam ook een Hongaarse
lerares mee. "Als het goed weer was,
kregen we les van haar op het strand.
Zo zouden we niet achterop raken.
We gingen niet in Poortvliet naar
school, want we konden immers
geen Nederlands lezen en schrijven.
Ook spreken ging bij mij erg moei
lijk. Mijn broer kon wel Nederlands
spreken en een beetje schrijven",
zegt de 89-jarige mevr. Koltai.
Voor het verblijf van de Hon
gaarse en Oostenrijkse kinde
ren in Nederland was een spe
ciaal comité opgericht.
De ANCO (Algemeen Neder
lands comité voor Oostenrijk)
zorgde ervoor dat er in totaal
negentien transporten met
10.000 kinderen naar ons land
kwamen.
In Oostenrijk waren ook het
Niederlandische Hilfskomité
für Wien, een Joods èn een
Rooms Katholiek comité
werkzaam. Voor Zeeland was
uitgever J. Amsing van de
Thoolse Courant districtscom
missaris. Tot ergernis van de
organisatoren bleken de pleeg
gezinnen in Zeeland vaak
alleen protestantse kinderen te
willen opnemen.
Daar werd in de publiciteit
tegen geageerd.
Naar Tholen kwamen uiteinde
lijk veertig kinderen. De eer
sten kwamen in februari aan en
de laatsten op 20 juli. De eerste
vijftien vertrokken weer in
augustus en in september volg
de de rest. De gastgezinnen
werd op het hart gedrukt niet
meer dan tien kilo aan spullen
mee te geven aan de kinderen.
Bovendien werd afgeraden
vruchten mee te geven. 'De
kleederen van de kinderen zou
den door het sap bederven'.
Droog spek, meel, kaas en sui
kerklontjes waren cadeaus die
wel aangeraden werden, net als
oude Nederlandse boekjes,
zodat ze de Nederlandse taal
zouden bijhouden. Sommige
kinderen gingen niet weg,
maar bleven hier wonen.
Van hen is niemand meer in
leven.
De inmiddels getrouwde mevr. Kol
tai zat met haar gezin, een ingekwar
tierd echtpaar en een echtpaar van
wie het huis verwoest was, te schui
len. "Drie maanden hebben we in de
kelder doorgebracht. We woonden
in 'ofen', dat is het bovenste deel van
Boedapest", vertelt de Hongaarse.
Boedapest is een stad die in tweeën
gesplitst wordt door de Donau. Pest
is het laagste en vlakke deel, terwijl
het oudste en heuvelachtige stuk
(Boeda of in het Duits 'ofen') hoger
ligt.
"Ons huis lag maanden lang in de
vuurlinie. Aan de ene kant hadden
de Duitsers zich geïnstalleerd op het
kerkhof, terwijl de Russen uit de
bergen kwamen. We zaten met z'n
allen in de kelder en sliepen op
matrassen op de grond. Gelukkig
hadden we de kelder gestut en de
deuren waren van beton. We slopen
soms naar buiten als het rustig was
om wat eten te halen of te ruilen met
andere gezinnen. Water was er niet,
maar sneeuw wel en dat lieten we
smelten om er thee van te maken.
Gelukkig is ons huis niet helemaal
kapotgeschoten en we zijn er heel
uitgekomen", verhaalt mevr. Koltai.
In totaal verloor ze drie keer haar
huis en moest ze een nieuw bestaan
opbouwen. Haar broer werd door de
Russen tewerk gesteld onder slechte
omstandigheden en werd ernstig
ziek. Hij is lange tijd geleden over
leden. De strijd om te overleven,
weerhield haar ervan om terug te
keren naar Nederland. "Daar dach
ten we geen moment aan. Je was
hard aan het werk om in leven te
blijven. Een reis naar Nederland zat
er helemaal niet in."
Nu heeft mevr. Koltai alleen nog
haar twee zonen en hun gezinnen
over als directe familie. Desondanks
heeft ze de levenslust niet verloren.
"Ik dank God iedere dag dat ik zo
lang mag leven en gezond mag zijn.
Dat ik zo oud kon worden, is mede
te danken aan de goede voeding die
ik in Nederland genoten heb", zegt
de Hongaarse. "De mensen in Hon
garije zijn heel gastvrij, maar altijd
toch wat afwachtend en afstandelijk.
Hier in Nederland zijn de mensen
heel hartelijk. Ze geven zomaar
wildvreemde mensen onderdak.
Toen, en nu weer."
Ze heeft toch ook nog een andere tip
om oud te worden: "Bescheiden blij
ven, sporten en niet dik worden. Op
dat laatste liepen wij in Hongarije
geen kans", voegt ze er' lachend aan
toe. Ze kan er zelf de ironie nog wel
van inzien dat Boedapest, toen zij in
1920 wegging, een moderne stad
was met waterleiding, terwijl daar
van in Poortvliet nog geen sprake
was. Nu is de situatie precies
andersom. "Het is een mooie stad,
Boedapest", zegt mevr. Koltai.
"Eens had men er ook geld, maar de
oorlog, het communisme, weer een
oorlog en nog eens communisme
hebben het land leeggezogen. Laten
we hopen dat nu het toerisme op
gang komt en er weer genoeg te eten
is, het ook economisch wat beter zal
gaan." Want nog steeds zijn veruit
de meeste Hongaren arm. Koffie is
bijvoorbeeld iets dat zelfs de men
sen met nog een beetje geld niet
kunnen betalen.
Toch zou mevr. Koltai Hongarije en
Boedapest niet willen ruilen voor
een ander land. "Er is niets mooiers
dan de 'heimat', daar ben je thuis.
Maar in Nederland zijn de hartelijke
mensen het mooiste. Ach, ieder land
heeft zijn goede en minder goede
kanten."
De allerlaatste vakantiedag en stra
lend zomerweer. Als inwoners van
Tholen-stad vragen wij ons af: 'Wat
doen we?' Een uur autorijden en
naar het Noordzee-strand of lekker
op de fiets naar de Oesterdam? We
kiezen voor het laatste en vertrekken
met zoon, dochter, emmers en
schepnetten richting de Thoolse
kust. Op de Oesterdam fietsen we
over de Bergsediepsluis naar de ver
ste punt. Daar is het een komen en
gaan van bootjes, die door de sluis
gaan. Koffie uit de thermoskan.
Kortom: we genieten!
We besluiten terug te fietsen om een
plekje aan het strand te zoeken. Ter
wijl wij daar fietsen, komt een
meneer ons tegemoet gejogd. Dich
terbij gekomen, blijkt hij geen
zwembroek aan te hebben. Onze
alerte dochter van acht heeft gezien
wat er bungelt en zegt: 'Die van papa
is mooier.' Zoon van elf zegt niks.
Maar we geraken dan toch aan het
strand en lopen daar lekker door het
water. We zijn er niet alleen.
Dochter: 'Mama, wat zijn dat voor
mensen die met die volle tassen uit
de zee komen?' Dat zijn Vietnamese
mensen en ze komen met hun hele
familie naar de Oesterdam.
Zij: 'Maar wat zit er in die tassen?'
Alles wat ze hier kunnen vangen,
zoals oesters en kokkels. Als ze
genoeg hebben, gaan ze met de hele
familie barbecuen.
Dochter: 'Dus dat zijn die rookwolk
jes langs de dijk.' Ja dus.
Zoon: 'Maar dat is toch stropen? Als
wij met de schepnetten iets vangen,
moeten we het altijd weer terugzet
ten in zee als we naar huis gaan!' Ja
dus.
We recreëren verder. Er komt een
motoragent langs en hij stopt bij de
mensen zonder textiel aan. Welwil
lend worden de broekjes aangetrok
ken om ze even welwillend weer uit
te trekken, zodra de agent om de
bocht verdwenen is. (Alles kan op
de Oesterdam.)
Aan het eind van de dag willen we
nog wel een ijsje, voordat we weer
naar huis fietsen en we begeven ons
naar de ijswagen. Wat een chaoti
sche drukte is het daar. Her en der
geparkeerde auto's met de deuren
open en keiharde 'kaboeng,
kaboeng'-muziek in verschillende
toonaarden. En een heleboel men-
Stemmen
van lexers
sen, dicht opeen gepakt.
De Oesterdam op een zomerse
weekenddag. Wat timide in al dat
tumult eten wij ons ijsje. Hé, daar
zien we ons nichtje (25) met een
vriendin. Maar ze zien nogal wit om
de neus. Is er iets gebeurd? Ja dus.
Nichtje: 'We wilden ook eens naar
de Oesterdam en we waren net neer
gestreken, toen bleek dat een grote
groep jongeren drugs zat te gebrui
ken. Snuiven, met spiegeltjes, weet
jewei. Die jongens werden daar
behoorlijk agressief van. En wie was
er ook aan de Oesterdam? Een
bekende jongen uit Tholen, die niet
is als een ander, die anders praat en
anders beweegt. Maar wie hem kent,
die houdt van hem. En uitgerekend
hij werd het doelwit van deze agres
sieve jongens. Ze begormen hem in
'elkaar te slaan met de hele groep'. Zo
maar en alle mensen keken ernaar en
niemand deed iets.'
Ons nichtje kon het niet meer aan
zien en - hoewel haar vriendin haar
wees op het gevaar om zelf klappen
op te lopen - sprong ertussen. De
jongen klampte zich aan haar vast en
was helemaal overstuur. Een oudere
mevrouw schoot te hulp en belde
ook de politie. Toen die arriveerde,
namen ze de belaagde jongen mee in
de auto. Afschuwelijk was het,
zoveel mensen die dit zagen gebeu
ren en niemand die wat deed!
Wij stappen op de fiets om naar huis
te gaan. Voor ons rijdt een politie
wagen met iemand achterin. De
wagen stopt, de agent zegt iets tegen
een jongen, die verschrikkelijk
tekeer gaat tegen de agent, die gauw
wegrijdt.
En het gedoe met het snuiven en de
spiegeltjes gaat gewoon weer ver
der. (Alles kan op de Oesterdam.)
Waar is de tijd, dat je met hoogstens
100 Tholenaren heerlijk rustig kon
zwemmen bij de Zwarte Trap?
Mocht er nog een zomerse dag
komen, dan gaan we met de kinde
ren naar het Noordzee-strand. We
houden ons hart vast als onze zoon
volgende zomer zal zeggen: 'Mam,
ik ga naar de Oesterdam.'
Piet en Kora Stols
Garnalenstraat, Tholen.
De eerste rij woningen van het woonzorgcentrum Sint Maartenshof kunnen bijna onder de pannen. Ze staan evenwijdig aan de Anemoon
straat. Op de voorgrond verrijzen de overige woningen maar dan in twee bouwlagen.
Maandag zijn bouwvakkers weer
begonnen met de bouw van het
woonzorgcentrum Sint Maartenshof
in Sint-Maartensdijk. Na een vakan
tie van vier weken werken timmer
lieden en metselaars van bouwbe
drijf Uytdewilligen aan de 44
woningen die op het terrein van het
gesloopte verzorgingshuis moeten
verrijzen. Het centrum met de licht
gele steentjes en de schuine daken
krijgt al een beetje een gezicht.
De eerste dag na de vakantie viel
niet mee. Het kwik kroop in de felle
zon naar de dertig graden en dat was
in de vakantieperiode van de bouw
vakkers niet voorgekomen.
De eerste rij laagbouw zijn veertien
koopwoningen langs de Anemoon
straat. Ze zijn al voorzien van kozij
nen. Nu worden de buitenmuren van
de 28 huurwoningen op het oostelijk
deel van het terrein gemetseld en
van kozijnen voorzien. Ook is een
begin gemaakt met de stalen con
structie voor het centrale gedeelte
van het gebouw. In de eerste week
van maart is de aannemer begonnen
met het 'uitzetten'.
Dat gebeurde bij zeer natte omstan
digheden. Daarna is een droge
periode aangebroken en heeft het
werk geen vertraging opgejopen. De
bouw vergt 7.8 miljoen en verloopt
volgens schema. In mei moet het
centrum klaar zijn.
De 27-jarige bewoner van de Ple
vierlaan in Sint-Maartensdijk die
verdacht wordt van aanranding van
een 15-jarige meisje tijdens een bar
becue in de Muyepolder zaterdag
avond is dinsdag na verhoor vrijge
laten door de politie in Goes. Hij
heeft een verklaring afgelegd. Hij
wordt voorgeleid aan justitie, samen
met een 43-jarige buurtbewoner uit
de Bosdreef, de vader van het meis
je, die omstreeks half drie zondag
ochtend met een zwaard op zoek
was naar zijn plaatsgenoot om hem
te bedreigen en lichamelijk letsel toe
te brengen.
Overburen -die net rond die tijd gas
ten uitlieten- hebben nog gepro
beerd de zaak te sussen maar slaag
den daar niet in. De man drong de
woning binnen door een raam te ver
nielen op zoek naar de man die hij
ervan beschuldigde zijn dochter tij
dens het buurtfeest onzedelijk te
hebben betast. De man richtte met
zijn 1 meter lange zwaard vernielin
gen aan in het huis toen hij de ver
meende dader niet thuis trof, maar
alleen diens vrouw en twee kinde
ren. De 43-jarige was onder invloed
van alcohol.
De uit hun slaap gewekte buurtbe
woners zeggen daarna twee schoten
te hebben gehoord.
Ook de politie heeft dat van buurtbe
woners vernomen maar heeft geen
aanwijzingen dat er een vuurwapen
is gebruikt, zo zei een woordvoerder
gisterochtend.
De politie uit het Oosterscheldebek-
ken was met 6 man en een hond naar
de smalstad gekomen om de twee
dienstdoende agenten assistentie te
verlenen bij het zoeken naar de man
met het slagwapen. De man werd
gevonden in het natuurgebied De
Pluimpot, het zwaard werd op zijn
aanwijzing aangetroffen in een in
aanbouw zijnde woning en in beslag
genomen. Hij wordt verdacht van
bedreiging, vernieling en geweld
pleging en werd voor nader verhoor
overgebracht naar het politiebureau
in Goes. De man is zondagmiddag
vrijgelaten. Inmiddels was bij de
Stadswandeling. Zaterdagavond
organiseert de VVV een stadswan
deling door Tholen. Onder leiding
van een gids worden ondermeer de
Grote Kerk, de Gasthuiskapel en het
Stadhuis bezocht. De wandeling
begint om zeven uur op de hoek van
de Markt en de Kerkstraat.
politie aangifte gedaan van aanran
ding door de 27-jarige buurtbewo
ner. Hij werd op zijn beurt zondag
middag aangehouden op verdenking
van het plegen van onzedelijke han
delingen met een minderjarige en
overgebracht naar Goes. Buurtbe
woners betreuren het dat dit incident
nu in verband wordt gebracht met de
barbecue die omstreeks twaalf uur
was afgelopen. Organisator Jan Ou-
desluijs vindt dat het incident niets
met het buurtfeest te maken heeft.
"Zoiets kan overal gebeuren. Als het
aan mij ligt, is er volgend jaar weer
een barbecue in de Muyepolder."
Zondagmiddag werd op de schorren
bij Viane (gemeente Duiveland) het
stoffelijk overschot van een meisje
gevonden. De politie gaat ervanuit
dat ze door een misdrijf om het
leven is gekomen. De identiteit van
de jonge vrouw is nog niet bekend.
Het betreft een blank meisje van 15
a 16 jaar, ongeveer 1,58 meter lang
met golvend, donkerblond haar,
slank postuur, schoenmaat 31/32 en
een zilveren oorpin midden in de
rechteroorschelp. Een recherchebij
standsteam van vijftien personen is
op de zaak gezet. Tot op heden heeft
dat geen resultaat opgeleverd. De
politie wil geen mededelingen doen
over manier waarop het meisje om
het leven gebracht is. Gisterenavond
werd een opsporingsbericht uitge
zonden op de televisiekanalen
Nederland 1, 2 en 3. Iedereen die
inlichtingen denkt te hebben over
deze zaak, wordt verzocht contact
op te nemen met het recherchebij
standsteam in Kruiningen tel. 0113-
381810.
Miva. Tot en met 1 september loopt
de jaarlijkse Miva-actie. Deze
instelling steunt medewerkers van
kerken en daaraan verwante ontwik
kelingsorganisaties door het
beschikbaar stellen van ondermeer
auto's, motoren en fietsen. Met een
collecte in de Rooms Katholieke
kerken aanstaande zaterdag en zon
dag, en andere acties hoopt Miva
voldoende inkomsten te krijgen om
meer dan 250 projecten mogelijk te
maken.
t