Wildemannen als bewakers
van het slot te Stavenisse
Verlenging Nijverheids weg
Tholen wil
geen extra
busrit kopen
Beperkingen
waterscooters
Hieronymus van Tuyll van Serooskercke bouwt kasteel in 1653
Tholen wint
drie keer bij
Raad van State
Woensdag 15 mei 1996
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
15
doorJ.P.B. Zuurdeeg
In Smalleganges
Cronyk van Zeeland
uit 1696 is een gra
vure opgenomen
van het slot te Sta
venisse. Hierop is
het slot met een
deel van het dorp te
zien in vogelvlucht
perspectief. Het
rechthoekige slot
heeft in de voorge
vel negen kruisven-
sters, waarvan het
onderste deel met
luiken is afgesloten.
Boven de toegangs
deur is een wapen
aangebracht met
daarboven nog een
versiering die tot de
verdieping reikt. In
het schilddak zijn
aan de voorzijde
drie dakkapellen te
zien. Op de hoeken
van het dak staan
twee vrij hoge
schoorstenen, die
bekroond zijn met
een windvaan.
Bewoners
Praalgraf
Verval
Koetshuis
Knots
Wapen Stavenisse
Wandelpad
Het in 1653 gebouwde slot te Stavenisse. Kopergravure uit de Cronyk van Zeeland van 1696.
r
Prentbriefkaart van het slotterrein met de wildemannen, ca. 1920.
Het gebouw staat op een
rechthoekig eiland, dat omge
ven is door een uit de gracht
oprijzende lage muur met op
de hoeken vier torentjes met
klokvormige daken.
Over de gracht ligt kennelijk
een houten brug met daarop
een houten toegangshek. Voor
de brug ligt een ruim met 8
bomen beplant voorplein, dat
aan twee kanten wordt
begrensd door gebouwen, ver
moedelijk een stalling en een
koetshuis, met daartussen
naar buiten buigend een ronde
muur met in het midden een
houten toegangshek. Op de
hekposten staan twee schild-
dragende wildemannen. Bui
ten de gracht liggen aan
weerszijden van het slot sier-
tuinen, terwijl aan de achterzij
de vermoedelijk groente- en
bloembedden zijn te zien. Deze
tuinen waren aan drie zijden
omgeven door/watergangen.
De brede hoofdwatergang
rechts op de prent heeft echter
nooit zo gelopen. Deze liep
door de noordoostelijke hoek
van de tuin in de richting van
de haven. Wel lag hier een
sloot die in verbinding stond
met de slotgracht. Deze is
omstreeks 1954 gerioleerd en
gedempt.
De hoofdtoegangsweg naar
het slot sloot haaks aan op de
Poststraat, waar een portiers
woning stond. Oorspronkelijk
bestond dit gebouw uit een
grote poort met aan weerszij
den een woning of wachthuis
je voor de poortwachter. Het
gebouw dat Luchtenburg heet
te en in de wandeling Luxem
burg werd genoemd, is eind
1906 afgebroken.
Haaks op de hoofdontsluiting
stond de verbinding met het
dorp. Beide wegen, met de
namen Bosstraat en Bos, her
inneren nog steeds aan de tui
nen van het slot en zijn nog
steeds duidelijk herkenbaar in
het stratenpatroon.
De ambachtsheerlijkheid Sta
venisse, Kempenshofstede en
Zuidmoer was in de eerste
helft van de 17de eeuw onder
meer in het bezit van het
geslacht Tuyll van Serobskerc-
ke. Zij bezaten het grootste
deel van de heerlijkheid en
noemden zich ook heren van
Stavenisse. Omstreeks 1643
werd Hieronymus van Tuyll
van Serooskercke ambachts
heer. Hij kwam regelmatig in
•Stavenisse ondermeer om de
magistraat aan te stellen, die
jaarlijks werd vernieuwd.
Deze Hieronymus is 14 juli
1615 te Tholen geboren als
tweede zoon van Philibert,
burggraaf van Zeeland, rent
meester-generaal van Zeeland
Bewestenschelde en baljuw
van Tholen. Zijn moeder was
Anna van Heerjansdam. Hie
ronymus werd later heer van
Thienhoven, Stavenisse en
Sint-Annaland, was baljuw
van Veere en gecommitteerde
raad van Zeeland. Hij huwde in
1642 met Anna Maria van Lier,
die drie jaar later overleed. In
1653 huwde hij opnieuw, nu
met de in 1632 in Middelburg
geboren Margaretha Huyssen.
Haar vader was heer van Kat-
tendijke en haar grootvader
van moederszijde was Jan de
Knuyt, gevolmachtigde bij de
vrede van Munster en heer van
Vossemeer van 1587 tot 1654.
Als Eerste Edele was deze Jan
de Knuyt van 1638 af vertegen
woordiger van de adel in de
Staten van Zeeland.
Hieronymus liet het slot te Sta
venisse in 1653 bouwen. Dit
zal dus verband houden met
zijn tweede huwelijk. Het
wapen van Margaretha Huys
sen is dan ook afgebeeld op
het bovenste schild van de bei
de wildemannen, die de entree
van het slot sierden.
Op 22 april 1669 overleed Hie
ronymus kinderloos te Veere.
Hij werd echter begraven in de
Nederlandse Hervormde kerk
te Stavenisse. Zijn praalgraf
werd vervaardigd door de
bekende beeldhouwer Rom-
bout Verhulst, die vooral
bekend is door zijn vele wit
marmeren grafmonumenten
en praalgraven. Ook het graf
monument van Hieronymus is
uitgevoerd in wit marmer. Op
de tombe ligt een gehouwen
figuur in volle wapenuitrus
ting. In verband met de plaat
sing van de graftombe werd
de kerk aan de oostzijde uitge
breid met een aanbouw waar
aan in oktober 1670 drie tim
merlieden uit Heusden en
omgeving werkten. Ongeveer
tegelijk met de aanbouw is de
toren aan de westzijde van de
kerk gebouwd. Deze kwam in
1672 gereed. Bij de afbraak
van de kerk in 1910 heeft men
deze aanbouw met het praal
graf en de toren laten staan en
in de nieuwe kerk opgenomen.
Margaretha van Huyssen huw
de in Stavenisse in 1671 voor
de tweede maal, nu met Wil
helm Albrecht, graaf van Doh-
na en luitenant-kolonel van de
Prins van Oranje. Het huwelijk
was van korte duur. De graaf
sneuvelde in 1673 bij het beleg
van Maastricht, dat door de
Fransen in het rampjaar 1672
was ingenomen.
In 1675 huwde de douairière
(adellijke weduwe), eveneens
te Stavenisse met Adriaan
Gustaf Joost, graaf van Flo-
dorff, generaal-majoor en gou
verneur van Zutphen. Zij over
leed te Zutphen of in het huis
Dorth op 10 november 1710.
Haar nicht, Jeannette Marga-
reta Huyssen, erfde het slot en
een deel van de heerlijkheid
Stavenisse. Zij was gehuwd
met Carel Philips van Flodorff
Wartensleben, die in 1711 de
overige delen van de heerlijk
heid Stavenisse kocht. Deze
Carel Philips is vermoedelijk
maar éénmaal in Stavenisse
geweest en wel in juni 1711
voor de benoeming van de
nieuwe magistraat. Nadien zijn
de benoemingen, vermeld in
het resolutieregister van de
heerlijkheid, steeds getekend
door zaakgelastigden.
Het slot zal in deze jaren in ver
val zijn geraakt. Cornelis Pronk
tekende ca. 1743 't Huys te Sta
venisse. Hij laat ons het slot
zien van uit het zuidoosten. De
twee hoge schoorstenen op
het dak en een dakkapel zijn
echter verdwenen. De toren
tjes in de grachtmuur zijn tot
muurhoogte afgebroken. Uit
de tekening blijkt echter ook
dat er dan een stenen brug
over de gracht ligt en dat in de
zijgevel een viertal kruisven-
sters met luiken voorkomen.
Deze vensters zijn echter
scheef in het muurvlak gete
kend, hetgeen op een verzak
king van de gevel kan duiden.
In 1753 verkochten Hendrik de
negende Reuss, heer en graaf
van Plauen en zijn vrouw Ame-
lie Esperance, gravin van Flo
dorff, Wartensleben, etc., etc.
en vrouwe van Stavenisse hun
bezittingen in deze omgeving.
De verkoop vond plaats in het
dorpsrechthuis aan de Voor-
straat te Stavenisse. Het 7de
kavel, bestaande uit de heer
lijkheid Stavenisse, Zuidmoer
en Kempenshofstede met wat
daarbij behoorde, werd ver
kocht aan de baljuw en bier
brouwer Antoni de Clercq, die
tevens handelde uit naam van
Willem Lokker, oud-procureur
te Zierikzee, en Cornelis van
der Lek, secretaris van Stave
nisse. Tot deze koop behoor
den ook het herenhuis met de
stalling, koetshuis en de hoven
en bossen voor en bezijden het
huis ter grootte van bijna 4 ha.
Een deel van de hofgrond was
verhuurd voor 20.11.8 per
jaar. De rest was beplant met
ongeveer 800, voor een groot
deel zware, iepen. Volgens de
gedrukte voorwaarden van
verkoop was de zogenaamde
Oostboomgaard leenroerig
bezit van het huis te Colster in
Noord-Holland.
Het slot is aan het eind van de
Als de gemeente extra ritten wil in
de dienstregeling van de BBA zal ze
dit zelf moeten betalen. Dat heeft de
busonderneming het gemeentebe
stuur in een gesprek laten weten.
Naar aanleiding van een verzoek
van de AOV-raadslid mevrouw
Schot om een betere busverbinding
vanuit Sint-Philipsland en Anna
Jacobapolder voor met name scho
lieren die naar Bergen op Zoom
moeten, heeft de gemeente dit bij de
BBA aangekaart. Een extra rit van
Anna Jacobapolder naar Steenber
gen zou, indien in te passen in de
dienstregeling, 10.000 gulden per
jaar kosten. Het gemeentebestuur
schrijft de gemeenteraad, geen geld
te hebben voor extra busritten. B. en
w. vinden het nut ervan bovendien
beperkt. De busverbinding van en
naar Sint-Philipsland noemt het col
lege 'redelijk'. Het reizigersaanbod
is beperkt en het is een illusie te den
ken dat op de individuele wensen
van scholieren ingespeeld kan wor
den. Ze bezoeken verschillende
scholen met eigen lesroosters die
tussentijds ook nog kunnen verande
ren, aldus b. en w.
De buslijnen van de BBA tussen
18e eeuw afgebroken. Bij de
invoering van het kadaster in
1832 stond het voormalige
slotterrein, bestaande uit de
percelen C 85 en C 86 respec
tievelijk omschreven als vijver,
visserij en tuin, op naam van
ambachtsheer Johannes de
Clercq. De grachtmuren,
gracht en de gebouwen voor
het slot zijn tot in onze eeuw
bewaard gebleven. Kort na de
laatste eeuwwisseling is de
toestand hier sterk veranderd.
De voormalige stalling en het
Bergen op Zoom en de plaatsen op
Tholen (lijnen 106, 107, 108 en 109)
moeten aan Zeeland toebedeeld
worden. De belbus Anna Jacobapol-
der/Steenbergen (lijn 113) aan
Noord-Brabant. Dat staat in een
ambtelijk advies van de provincie.
Als gevolg van de decentralisatie
van het verkeers- en vervoersbeleid
zal het openbaar vervoer in de toe
komst door de provincie betaald
moeten worden. Over buslijnen die
provinciegrenzen overschrijden,
moet voor 1 juli een besluit aan de
minister meegedeeld worden; ze
kunnen aan één provincie worden
toegewezen of worden 'geknipt'.
Over lijn 102 (Bergen op
Zoom/Oude Tonge) is nog geen
beslissing genomen. Hierover wil
Middelburg eerst meer informatie
vergaren.
De gemeente Tholen heeft in drie
zaken gelijk gekregen van de Raad
van State.
Allereerst hoeft er in Oud-Vosse-
meer geen parkeerverbod te komen
aan de zuidkant van de Weelhoek-
straat ter hoogte van de bocht met de
Marehoekstraat. Bewoners van
laatstgenoemde straat eisten dat,
koetshuis werden in 191(0)
afgebroken. De ambachtsheer
heeft de grond toen in erfpacht
uitgegeven voor woningbouw,
waarna aan het Bos huizen zijn
gebouwd. Bij de uitgifte werd
wel rekening gehouden met
een ruime toegang tot het
omgrachte terrein. Volgens
een krantebericht was dit ter
rein in 1906 als moestuin in
gebruik en stonden er op de
hoeken miniatuurkanonnetjes.
Uit een prentbriefkaart uit de
jaren twintig blijkt dat de wil
demannen, die vroeger op de
hekposten van de toegang tot
het voorplein stonden, een
plaats hadden gekregen op
twee palen aan het eind van de
brug aan de toegang tot het
omgrachte slotterrein. Het hek
dat deze plaats afsloot stond
op de houten brug, die op drie
stenen pijlers lag. De gracht
muren waren toen al tot het
maaiveld afgebroken.
De gracht werd 's winters
gebruikt om te schaatsen, iets
dat nog na 1953 mogelijk was.
Ook werden er goudvissen in
uitgezet.
In 1948 zijn de restanten van
het voormalige slotterrein met
de gracht door de ambachts
heerlijkheid verkocht aan twee
particulieren. Als gevolg van
de watersnoodramp van 1953
stortten de beide wildeman
nen van hun voetstuk en raak
ten onder het slik. Na de ramp
zijn ze opgegraven en verkocht
aan een antiquair. Het terrein
ging hierna zienderogen ach
teruit. De grachten werden
steeds verder gevuld met afval
en zelfs aan de voorzijde
gedempt. Op dit deel zijn toen
tuinen aangelegd van de voor
liggende woningen. Het noor
delijke deel van de gracht met
de grachtmuren ligt er deso
laat bij. Het slotterrein, dat
onder de Monumentenwet
valt, is nu groentetuin.
Öe beide wildemannen, die
Hieronymus van Tuyll van Se
rooskercke in het midden van
de 17de eeuw op de hekposten
van het slot heeft laten plaat
sen, zijn gehakt van Belgische
hardsteen, ook wel bekend als
blauwe arduin. Deze kalksteen,
die wordt gevonden in Hene
gouwen onder Brussel,
Namen en Luik, wordt veel
toegepast als stoepsteen, trap
treden en grenspalen. Het is
ook geschikt voor beeldhouw
werk. Dit soort werk is vrijwel
zonder uitzondering anoniem
en een produkt van kunstge
voelige ambachtslieden. Ook
van de beide wildemannen is
de maker niet bekend.
De beelden zijn iets meer dan
een meter hoog. In hun ene
hand houden zij een knots vast
en met hun andere hand twee
boven elkaar geplaatste
gekroonde wapenschilden. De
beide bovenste schilden zijn
gedeeld I. Effen, II. Het wapen
van Huyssen. Deze schilden
zijn ongetwijfeld bedoeld als
alliantiewapen van Tuyll van
Serooskercke en Huyssen.
Opvallend is dat de (heraldi
sche) rechterhelft van het
gedeelde schild, waar men de
drie brakkekoppen (een brak is
een jachthond die lopend wild
zoekt en volgt) van de Tuyll's
verwacht, blanco is. Het is niet
waarschijnlijk dat dit wapen in
1798, dus in de Bataafse tijd, is
weggehakt zoals is gebeurd bij
de grafzerken in de kerken van
bijvoorbeeld Sint-Maartens
dijk en Tholen. In Stavenisse is
men niet zo rigoureus te werk
gegaan. Ook het grafmonu
ment van Hieronymus met het
alliantiewapen van Tuyll van
Serooskercke-Huyssen en 32
kwartierwapens staat er nog
ongeschonden bij. Echter ook
het wapen van Huyssen is nog
op de schilden van de wilde
mannen aanwezig. Mogelijk is
deze helft van het schild echter
kaalgehakt als gevolg van het
huwelijk van de douairière met
de graaf van Dohna.
Het alliantiewapen van Marga
retha van Huyssen en de graaf
van Dohna heeft vermoedelijk
wel gestaan op de wapensteen
omdat de situatie gevaarlijk zou zijn
als gevolg van vlakbij de bocht
geparkeerde auto's. Weggebruikers
zouden moeten uitwijken naar de
andere weghelft. De Raad van State
oordeelt dat de kruising overzichte
lijk genoeg is. Bovendien is over de
periode 1988-1993 geen enkele aan
rijding in de bedoelde bocht geregi
streerd.
Ook de opdracht aan vishandelaar
J.A.P.M. Deurloo in Tholen om zijn
koelcel aan de Contr' Escarpe af te
breken was volgens de Raad van
State 'niet onredelijk'. Deurloo
bouwde zonder vergunning en
bovendien deels op grond met een
andere bestemming. De vishande
laar voerde aan dat het bouwsel
moeilijk te veranderen is, omdat
juist de technische installatie -
onmisbaar voor zijn bedrijf - staat
op de grond met een verkeersbe-
stemming. Volgens de Raad is er
geen sprake van bijzondere omstan
digheden die het gemeentebestuur
ervan hadden moeten weerhouden
om bestuursdwang toe te passen.
Tenslotte bepaalde de Raad van Sta
te dat de gemeente terecht van P.
Hartog heeft geëist dat een schuur
aan de Bloemenlaan in Sint-Maar
tensdijk werd afgebroken. De
betreffende schuur is al een paar jaar
geleden gesloopt, maar Hartogs
zoon handhaafde zijn bezwaren.
Twee andere schuren waren al eer
der afgebroken om plaats te maken
voor een nieuwe.
boven de ingang van de in
1672 gebouwde kerktoren. In
het begin van deze eeuw
waren de schilddragers op
deze steen nog herkenbaar.
Rechts stond een wildeman en
links een engel met een
gewaad tot de voeten. De
schilddragers van het wapen
van de graven van Donna zijn
twee engelen. Het wapen
schild bevat twee gekruiste
takken van een gewei van een
hert. De wapensteen is door
weer en wind zwaar aangetast
en tegenwoordig nagenoeg
onherkenbaar.
Terug naar de wildemannen.
De beide onderste schilden,
die iets kleiner zijn dan de
schilden daarboven, kunnen
worden beschreven als: A.
effen, B. vijf hermelijnstaarten
naast elkaar. Dit wapen zal
gevoerd zijn door de heren van
het middeleeuwse Stavenisse.
Zij voerden een wapen, door
sneden, A. effen rood, B. effen
zilver, dus zoals het wapen van
de voormalige gemeente Sta
venisse. Als variatie van dit
wapen komt echter voor effen
hermelijn en een effen schild
hoofd. Met dit wapen zegelde
Boudewijn Danckaardszn. van
Stavenisse op 29 juli 1296 een
in Brugge bewaarde oorkonde,
waarin hij verklaarde dat de
abt van Ter Doest noch de
broeders van Krabbendijke
aansprakelijk konden worden
gesteld voor de dood van IJs-
bout van Stavenisse, destijds
werkzaam aan de Hinkeledam
(ten noorden van het huidige
Waarde op Zuid-Beveland),
die, toen hij in zijn schip lag te
slapen, door een instortende
dijk werd bedolven.
Na de watersnoodramp zijn de
beide wildemannen naar Hil
versum overgebracht, waar zij
vele jaren de tuin van de bui
tenplaats van de heer C. Huis
ken, Corvershof, sierden. Deze
zal belangstelling voor de
beelden hebben gehad omdat
Corvershof en het in de ver
koopvoorwaarden van 1753
genoemd huis Colster in
Noord-Holland hetzelfde bezit
kunnen zijn geweest. Boven
dien lag in de onmiddellijke
omgeving Thienhoven op
Utrechts grondgebied. Hie
ronymus van Tuyll van Ser
ooskercke was ook heer van
Thienhoven. Na het vertrek
van de toenmalige bewoner
van Corvershof zijn de beelden
verkocht aan baron J.M. van
Tuijl van Serooskerken te
Oostkapelle.
Bij de uitwerking van het plan
tot aanleg van het wandelpad
tussen de Boswei en de Stoof-
dijk, een plan dat vele jaren op
de gemeentebegroting heeft
gestaan, heeft het gemeente
bestuur besloten achter het
oude slotterrein een afgietsel
te plaatsen van een van de wil
demannen. Dit werk is uitge
voerd door de beeldend kun
stenaar Leon L. Vermunt te
Halsteren. Deze heeft een rub
ber mal van het originele beeld
gemaakt, die daarna is ver
sterkt met een steunconstruc-
tie van polyester. In de zo ont
stane vorm is een kunstmortel
gegoten bestaande uit witte
cement en marmerpoeder
waaraan 3% pigment is toege
voegd. Het beeld is hierdoor
een getrouwe kopie van het
originele exemplaar.
Bronnen:
Smallegange, Cronyk van
Zeeland, 1696.
F. Nagtglas, Zelandia illustra-
ta, deel II, 1878, blz. 342-345.
lerseksche en Thoolsche Cou
rant 15 dec. 1906.
J.P.B. Zuurdeeg en B. Oele.
Het verdwenen slot te Stave
nisse. In Nehalennia nr. 87
(1992), blz. 8-12.
Mededelingen van Centraal
Bureau voor genealogie, Mr.
O. Schutte, secretaris van de
Hoge Raad van Adel, A.J.
Smits en D. Roozemond.
Het varen met waterscooters is door
de minister verboden op ondermeer
een aantal wateren rond Tholen. In
het besluit worden genoemd: de
vaargeul voor de beroepsvaart in het
Schelde-Rijnkanaal en het Kram
mer-Volkerak; de vaargeul voor de
beroepsvaart tussen de Krammer
sluizen en het Kanaal door Zuid-
Beveland (Witte Tonnen Vlije, Bra-
bantsche Vaarwater en Engelsche
Vaarwater inbegrepen); op het
Zoommeer het gebied waar water
skiën is toegestaan, de Speelmans
platen en het gebied zuid en zuid
oost van het gebied waar het snel
varen met waterscooters is toege
staan. Ook het zwemwater aan de
zoute kant van de Oesterdam - tus
sen de Thoolse zeedijk en de Berg-
sediepsluis - is verboden voor
waterscooters.
Tegelijk zijn plaatsen aangewezen
waar met deze scooters wèl gevaren
mag worden (sneller dan 20 km/u).
Op het Zoommeer is dat het gebied
in het Tholense Gat tussen de tonnen
NH2, TG30, TG25, TG23 en het
meest zuidelijk gelegen drijfbaken,
met een corridor naar de botenhel-
ling aan de oostrand van de Speel
mansplaten.
,De ontsluitingsweg voor American Phil Textiles op het industrieterrein van St. Maartensdijk in wording. De bedrijvigheid rukt alsmaar op
richting Scherpenisse.
Aannemingsbedrijf H.W.Z. uit 238.000 gulden, exclusief btw, is Het distributiebedrijf in onder- Op de 9600 m2 grond komt eet
Goes is bezig met de verlenging nodig in verband met de nieuw- goed kampt op de bestaande ves- bedrijfshal van 5200 m2, die dooi
van de Nijverheidsweg in St. bouw van American Phil Texti- tiging aan de Schakelweg met een de nieuwe weg ontsloten moe
Maartensdijk. Het karwei van les. schreeuwend gebrek aan ruimte, worden.