Gemeente Tholen kandidaatgebied voor grotere parken van windmolens
T. Hage ontfutselt
titel aan De Leeuw
Schietverenigingen
maken groei door
Duiker schuift van vrachtwagen
Historische club is
hartewens consulent
Huisvesting voor
bejaarden spreiden
Provinciale startnotitie mikt op minimaal dertig turbines
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Donderdag 21 maart 1996
19
■2-*' V
isSjHT
Tholenaren domineren Zeeuws sneldammen
De Thoolse dammer Toby Hage heeft zaterdag in Mid
delburg de koning van het Zeeuwse sneldammen van de
troon gestoten. Hage, die tegenwoordig in Vlissingen
S woont, versloeg Johnny de Leeuw uit Goes en werd daar
mee Zeeuws kampioen. Daar waren overigens wel twee
beslissingswedstrijden voor nodig. Het was in het toer
nooi Tholen dat de klok sloeg. In vijf van de zeven cate
gorieën won een Thoolse deelnemer.
D. de Vos sterkste
Denksport
Ondanks uitblijven eigen accommodatie
Het totale ledenbestand van de vier Thoolse verenigingen
die zijn aangesloten bij de Zeeuwse Schietbond (ZSB) is
vorig jaar met ruim 29% gestegen. Met 35 nieuwe leden
kwam het totaal op 155. Alleen Nederland en Oranje te
Poortvliet kende een terugloop, met vier naar 22 leden.
Dieptepunt
Windmolens, er moeten er nog heel wat komen in Zee
land. De provincie die zich vijf jaar geleden vastlegde om
in het jaar 2000 voor 250 megawatt aan windenergie
gerealiseerd te hebben, zit nu ruim op de helft van de ter
mijn en er draait nog maar voor 50 megawatt aan wind
molens. Daarom moet er snel gehandeld worden. Dit jaar
wordt onderzocht wat de beste plaatsen zijn voor wind
molenparken. Tot die gebieden behoort ook het grootste
deel van Tholen en Sint-Philipsland.
Zuidkant Tholen niet
Gevolgen
Lelijk
Hoge kosten
Tholen vormt een witte vlek in Zeeland
De Zeeuwse consulent regionale geschiedbeoefening
drs. A.P. de Klerk zou graag zien dat er een heemkundige
vereniging komt voor Tholen/Sint-Philipsland. "Het
gebied vormt een witte vlek in de provincie. Maar van
zo'n club zou een stimulans uit kunnen gaan op het ter
rein van bezig zijn met de plaatselijke geschiedenis."
Basisonderwijs
Woningen met service in Thoolse dorpen
Vijftien
Verhuizen
%£SÏ
I I
^Éfk;
Vorig jaar greep Toby Hage naast de
titel. Hij eindigde toen gelijk met De
Leeuw, maar de reglementen
bepaalden dat de regerend kampioen
in dat geval de titel behield. Inmid
dels zijn de regels aangepast en dat
betekent dat bij gelijke stand de spe
lers twee beslissingswedstrijden
moeten spelen. En aangezien de
Tholenaar en de man uit Goes
wederom gelijk eindigden, waren
deze partijen noodzakelijk. Aanvan
kelijk was echter Ronnie Gunter uit
Sint-Annaland de favoriet. Lang
stond hij aan de leiding in het klas
sement, maar in de achtste partij liep
hij tegen verlies op en 14-voudig
kampioen De Leeuw nam de koppo
sitie over.
In het eerste beslissingsduel deelde
Hage al een flinke slag uit. De 21-
jarige student aan de mts in Vlissin
gen gaf de partij een wending waar
op De Leeuw geen antwoord wist.
Ook in de tweede partij ging het
goed met Hage. Via een goede com
binatie pakte hij een dam, maar die
werd later door De Leeuw weer
afgepakt. In het vervolgspel wist
Hage echter zonder veel moeite te
winnen en daardoor stelde hij de
Zeeuwse titel veilig.
Ook Daniëlla de Vos uit Tholen wist
in Middelburg de sneldamtitel bij de
dames te veroveren. Zij ontmoette
weinig tegenstand in het toernooi. In
een tweekamp versloeg ze haar jon
gere zus Joyce en haalde daarmee
het kampioenschap binnen. Bij de
junioren deed Rombout Kousema
ker uit Tholen het goed. Eerder werd
hij al Zeeuws kampioen bij het
gewone dammen, maar daar knoop
te hij zaterdag ook nog eens de snel
damtitel aan vast. Matthijs Bink
horst uit Tholen won bij de aspiran
ten en plaatsgenoot Merijn Mulders
bleek de sterkste bij de pupillen te
zijn.
Het damtiental van De Eendracht
dat in de seniorencompetitie uit
komt, is inmiddels gedegradeerd
uit de landelijke tweede klas.
Langs de Kreekraksluizen bij de Oesterdam bouwde Delta vorig jaar
28 windmolens.
De sterkste groei deed zich voor bij
Prinses Juliana Sint-Annaland. Het
ledental steeg van 36 naar 57, waar
van 16 jeugdschutters. Prinses Julia
na Scherpenisse groeide van 36 naar
40 schutters 11 jeugdleden). Van de
22 Poortvlietse schutters zijn er vier
jeugdlid. De drie verenigingen die al
34 maanden zonder binnenaccom-
modatie zitten, groeiden het afgelo
pen jaar met ruim 21%. Ze hebben
samen 119 leden. Prinses Beatrix te
Stavenisse beschikt sinds ruim een
jaar over een eigen onderkomen en
dat heeft geleid tot een toeloop van
leden. Het aantal schutters groeide
van 22 naar 36, waarbij - voor het
eerst - zes jeugdleden.
Uit het jaarverslag van de ZSB
blijkt, dat vorig jaar over heel Zee
land het ledental met ruim 9% toe
nam. De vijftien aangesloten vereni
gingen (4 op Tholen, 4 op Walche
ren, 4 op Zuid-Beveland, 2 in
Zeeuws-Vlaanderen en 1 op Schou-
wen-Duiveland) tellen samen 956
Duiker door weg. Kot waterschap
krijgt van de provincie toestemming
een wegsloot langs de Postweg te
verbreden, een dam te verplaatsen
en onder de weg een duiker aan te
brengen in het kader van het basis
plan watervoorziening.
Verdraagzaamheid. Het thema
verdraagzaamheid verdient een pro
vinciale bijdrage van 75.000 gulden,
vinden gedeputeerde staten. Ze wil
len 50.000 gulden uittrekken voor
het festival cultureel gekleurd en
25.000 gulden voor het bevrijdings
festival Zeeland. Beide festivals
passen in het project 'Een zee van
vrijheid'.
schutters. Een teken dat de schiet
sport leeft in Zeeland, aldus bonds
voorzitter J. Wijkhuis in het verslag,
onder verwijzing naar de groeiende
belangstelling. Hij meent dat de
schietsport, toch een olympische tak
van sport, flink wordt ondergewaar
deerd.
De vijfde Thoolse schietvereniging,
Eendracht, is niet aangesloten bij de
ZSB maar bij de KNSA. Deze ver
eniging telt meer leden dan de ande
re vier bij elkaar, door toeloop van
buiten de gemeente Tholen. Het
botert al een tijdje niet tussen Een
dracht en de anderen. Ook bij de
besprekingen over een centrale
schietaccommodatie in de afgelopen
maanden is dat aan het licht geko
men. Uiteindelijk kwam men niet tot
overeenstemming.
Maar ook provinciaal kunnen beide
organisaties moeilijk door één deur.
De contacten met de KNSA zijn vol
gens het jaarverslag van de ZSB
zelfs op een dieptepunt terechtgeko
men. In september zouden beide
bonden samen Zeeuwse teamkam
pioenschappen organiseren, maar
daarvan is niets terechtgekomen. In
juli staakte de ZSB de samenwer
king, omdat naar haar mening het
districtsbestuur van de KNSA wilde
dicteren hoe de teamkampioen
schappen gestalte dienden te krij
gen. De ZSB betreurt die opstelling,
maar heeft als gevolg daarvan ook
de samenwerking met betrekking tot
andere zaken opgeschort. Eerst moet
de lucht geklaard zijn, en dat op ini
tiatief van de KNSA, aldus de ZSB.
Op een brief waarin dit uiteen is
gezet, kreeg de schietbond tot nu toe
geen antwoord.
Burgemeester H.A. van der Munnik liet in september bij de opening
van het windmolenparkje bij Stavenisse weten dat dit 'voorlopig'
genoeg was voor Tholen. Als herinnering kreeg hij een luchtfoto met
de drie molens van de voorzitter A.C. de Bruijn van Zeewind.
De provincie laat een zogenaamde
milieu-effectrapportage (MER) uit
voeren. Daarin moet komen te staan
wat de beste plaatsen zijn om wind
molenparken weg te zetten. De start
notitie werd onlangs door provincia
le staten goedgekeurd. Het hele plan
voor de windmolenparken moet
eind dit jaar gereed zijn en worden
ingepast in het streekplan van de
provincie. Overigens zal die zelf
geen windturbines weg gaan zetten.
Dat is de taak van derden zoals Del
ta Nutsbedrijven, de coöperatieve
vereniging Zeeuwind en particulie-
Eén ding is duidelijk, de tijd dringt.
In amper vijf jaar tijd 200 megawatt
aan windmolens wegzetten, is een
zware klus. De provincie wil dan
ook af van de kleinschalige projec
ten van een paar windmolens. Nee,
het moet nu groter aangepakt wor
den. De startnotitie geeft aan dat de
windmolenparken minimaal 30 en
maximaal 50 megawatt moeten gaan
leveren. Als men weet dat de gang
bare turbines tussen de 500 kilowatt
en I megawatt produceren, is een
simpel rekensommetje snel
gemaakt. Het betekent dat de toe
komstige parken minimaal 30 en
maximaal 100 turbines zullen tellen,
afhankelijk van de grote van de
molens. Ook het grootste deel van
Tholen en Sint-Philipsland valt bin
nen het studiegebied. Uitzondering
is ondermeer de zuidkant van Tho
len van Gorishoek tot aan de Oester-
dam (Scherpenissepolder, een deel
van de Poortvliet- en Mallandpol-
der, de Nieuw-Strijenpolder, Deur-
loopolder en een stukje Schaker-
loopolder). Ook alle buitendijkse
gebieden, de Speelmansplaten te
Tholen, Bruintjeskreek te Anna
Jacobapolder, het Rammegors te
Sint-Philipsland en Het Stinkgat bij
de Krabbenkreekweg naar Sint-Phi
lipsland komen niet in aanmerking
voor windmolens. Op een stuk rond
de Nieuwe Postweg bij Tholen staat
niet genoeg wind. Verder valt echter
heel de gemeente Tholen binnen het
studiegebied.
Tholen vormt zelfs een fors deel van
de gebieden in Zeeland die in aan
merking komen voor windmolens.
Andere mogelijke plaatsen zijn de
noordkant van Zeeuws-Vlaanderen,
gedeelten van Reimerswaal, een
strook dwars over Schouwen-Dui-
veland, het westen en noorden van
Zuid-Beveland en vrijwel heel
Noord-Beveland. De MER zal uit
moeten maken welke van deze
plaatsen het meest geschikt zijn en
welke soort molens er moeten
komen (gemiddeld of groot vermo
gen of van allebei een aantal). De
provincie gaat ervan uit dat plaatsen
waar de gemiddelde windsnelheid
minder dan 6 meter per seconde is,
niet geschikt zijn voor windmolens.
In de startnotitie worden alvast
enkele gevolgen en bezwaren
genoemd. Wat de natuur betreft,
kunnen met name de vogels last
hebben van de turbines. Zij kunnen
vermorzeld worden door de rotor
bladen. Maar volgens de provincie
valt het aantal slachtoffers mee. Het
is te vergelijken met de hoeveelheid
dode vogels die een snelweg ople
vert. Hoogspanningsleidingen ver
gen veel meer slachtoffers. Wel kan
de turbine broedende of rustende
vogels verstoren door schaduw en
geluid. Daarom heeft men besloten
geen turbines bij vogelgebieden te
plaatsen. Verder meldt de startnoti
tie dat windenergie wel degelijk een
goede bijdrage aan een beter milieu
kan leveren. Als de 250 megawatt
eenmaal gerealiseerd is, zal dat vol
doende zijn om alle Zeeuwse huis
houdens van 'schone' stroom te
voorzien. Ook technisch gezien zit
er veel vooruitgang in de windener
gie, de moderne turbines zijn in ver
gelijking met de eerste exemplaren
veel veiliger, vallen veel minder stil
en hebben een hoger vermogen. De
provincie verwacht - op basis van
gegevens uit de petro-chemische
industrie - dat in de nabije toekomst
windenergie in prijs kan concurre
ren met de electriciteit die wordt
opgewekt door de traditionele
methodes. Daarnaast investeren
steeds meer particulieren in wind
molenparken zodat subsidiëring
minder nodig is.
Waar over te twisten valt (en dat
wordt dan ook regelmatig gedaan) is
de aanblik van windmolens. Veel
mensen vinden het lelijke dingen die
het landschap vervormen. De pro
vincie erkent dat de turbines een
grote invloed op de aanblik van het
landschap hebben. Maar dat doen de
stormvloedkering, bruggen en hoog
spanningsmasten ook. De startnoti
tie noemt het 'een sterk persoonsge
bonden mening'. Verder zou het
bundelen van windmolens in parken
beter zijn dan veel kleinere groepjes
die verspreid een sluier over het
landschap leggen.
Iets dat ontegenzeglijk waar is, is
dat windmolens geluid produceren.
Ook dat kan een reden voor protes
ten zijn. Het aantal decibellen geluid
dat een turbine maakt, is afhankelijk
van de snelheid waarmee de rotor
bladen draaien. Om te bepalen hoe
veel last een molen veroorzaakt,
geldt de zogenaamde kritische snel
heid en die is zo'n 7 meter per secon
de. Een moderne turbine draait al bij
een windsnelheid van ongeveer 4
meter per seconde. De provincie
wijst erop dat er diverse factoren
zijn die meespelen bij deze geluids
hinder zoals het overige geluid dat
er in het gebied is.
De veiligheid van de windmolens is
volgens de startnotitie voldoende
gewaarborgd. Er is een veiligheids
norm voor. Dé belangrijkste dingen
die gevaar op kunnen leveren voor
mens of dier zijn ijspegels die naar
beneden komen of een rotorblad dat
afbreekt. Volgens de provincie komt
dat maar zeer weinig voor. Boven
dien kunnen de molens bij sterke
wind worden afgezet. Tenslotte is er
dan ook nog de landbouw. Volgens
de notitie leveren windturbines
(mits zorgvuldig geplaatst) geen last
op voor het vee. De klacht dat
onkruidzaad door windturbines zou
worden verspreid, is niet bewezen.
Alleen het gebruik van sproeivlieg-
tuigen levert echt een probleem op.
Blijven nog over de kosten. Eén
windmolen kost (met alle noodzake
lijke aanpassingen erbij) ongeveer
een miljoen. Dat betekent een flinke
investering die gedaan moet wor
den. Belangrijkste knelpunt hierbij
is de aansluiting op het electriciteits-
net. Die is duur, mede door het
monopolie van Delta nutsbedrijven.
Bovendien is dat net juist dun op die
plaatsen die geschikt zijn voor
windenergie, vanwege het feit dat er
weinig mensen wonen. Dat kan een
dilemma opleveren. Er zal gekozen
moeten worden tussen plaatsen met
een hoge windsnelheid (dus op
brengst) die iets verder van het net
liggen en plaatsen met lagere wind
snelheden die dichter bij het electri-
citeitsnet en dus dichter bij de
bebouwing staan. Gevolg van de
hoge aansluitkosten is verder dat de
windmolens zoveel mogelijk in par
ken aangelegd zullen worden. De
provincie wil eind van dit jaar de
gebieden aanwijzen waar windmo
lens mogen komen, na inspraakron
des, en vanaf 1997 is dat dan opge
nomen in het streekplan.
De Klerk heeft met voorzitter drs. heeft het idee opgevat om oudere
T.G.A. Westerveld van streekmuse
um De Meestoof gepraat over de
mogelijkheid om zo'n historische
werkgroep bij het museum onder te
brengen. In Zeeuws-Vlaanderen
bestaat een dergelijk voorbeeld.
Westerveld stelt zich terughoudend
op. "Dit is een zaak van het bestuur
van het museum." Persoonlijk vindt
de Sint-Philipslander het een goed
initiatief om te proberen met de
plaatselijke geschiedenis aan de slag
te gaan. "Naarmate je langer wacht
om dingen vast te leggen, gaan
zaken verloren."
In de gemeente Tholen is een
beperkte groep mensen met histo
risch onderzoek bezig, meestal
gekoppeld aan familie-onderzoek.
Een aantal van deze mensen werkte
enkele jaren geleden mee aan een
provinciaal project betreffende bur
gemeesters uit de vorige eeuw. Met
hen is De Klerk gaan praten over
een nieuw project. "Op Tholen
bestond geen behoefte aan een
gemeenschappelijk project." Voor
Sint-Philipsland lag dat anders. Een
aantal mensen rond J. Kempeneers
inwoners te gaan interviewen en op
die manier de ongeschreven kennis
over vroeger voor verdwijnen te
behoeden.
De Klerk zoekt verder bemoeienis
met het ontwikkelen van lesmateri
aal voor het basisonderwijs over de
eigen historie en omgeving. Hoe
wordt dit aspect nu op scholen opge
pakt? "De lesmethode biedt er welis
waar ruimte voor, maar vaak ont
breekt het de leerkrachten aan tijd",
zegt directeur A. Rijk van de Sint
Anthoniusschool in Oud-Vosse-
meer.
Overigens heeft hij wel oog voor de
geschiedenis die overal in het dorp
zichtbaar js. Schoolleider j.F. Kou
semaker van Ter Tolne wijst op
museumbezoek, het maken van een
plattegrond van de eigen woonplaats
in de aardrijkskundeles, program
ma's van de schooltelevisie. In groep
8 wordt een les gewijd aan de
geschiedenis van de leerlingen zelf:
de familie en voorouders.
Een dertien ton zware betonnen duiker is woensdagnacht rond kwart voor drie op de Postweg tussen Tholen en Poortvliet van een vracht
wagen geschoven. Het gevaarte kwam ter hoogte van de boerderij van Van der Slikke op het fietspad terecht, dat totaal werd vernield, en
schoof zo de sloot in. Mogelijk zijn daarbij ook kabels van het nutsbedrijf beschadigd. De lading van de vrachtwagen, bestuurd door een 51-
jarige Scherpenissenaar, is gaan schuiven. Van de drie duikers die erop lagen, is volgens de politie de middelste op het wegdek terecht geko
men.
De komende jaren zal het aantal ouderen in Zeeland sterk stijgen. De
stichting volksgezondheid, maatschappelijke ontwikkeling en cultuur
(VMC) Zeeland heeft daarom de spreiding van de woonvoorzieningen
onder de loep genomen. Ze doet een aantal aanbevelingen die als bouw
stenen kunnen dienen voor toekomstig beleid. In Oud-Vossemeer,
Poortvliet en Scherpenisse moeten meer bejaardenwoningen 'met servi
ce' gebouwd worden, aldus VMC in het rapport.
Omdat ouderen in toenemende mate (voor voldoende kwaliteit en een
in de eigen plaats willen blijven
wonen, keken de onderzoekers naar
een optimale spreiding van de voor
zieningen. De nadruk lag daarbij op
het platteland. Juist hier is de wens
van ouderen moeilijk te honoreren,
omdat niet elke plaats een verzor
gingshuis of woon-zorgcentrum kan
hebben. En daar zou wat aan gedaan
moeten worden.
In het rapport 'Spreiding van woon
voorzieningen in Zeeland' wordt
onderscheid gemaakt tussen woon
zorgcentra en complexen bejaarden
woningen met extra service. In
laatstgenoemde moet minimaal
sprake zijn van een alarmeringssys
teem, een ontmoetingsruimte en de
aanwezigheid van een beheerder,
zorgcoördinator of hulpverlener.
Het verschil met een woon-zorgcen
trum is, dat in dit 'laatste ruimtes
aanwezig zijn zoals een behandelka
mer, spreekkamer, wasserette en
kantoor voor een coördinator.
Bovendien wordt in een woon-zorg
centrum gewerkt op basis van een
door de betrokken instellingen en
organisaties overeengekomen zorg-
concept. Op grond van deze
beschrijving is de conclusie van de
onderzoekers dat er op Tholen en
Sint-Philipsland één woon-zorgcen
trum is: De Rozenboom met 28
woningen. Elenahof in Stavenisse (9
woningen) wordt vreemd genoeg
aangemerkt als een complex oude
renwoningen met extra service.
Door die handelwijze komt men
voor de gemeente Tholen op 103
van dergelijke woningen. Naast 9 in
Stavenisse staan deze aan de West-
vest (10) en de Pres. Rooseveltstraat
(16) in Sint-Maartensdijk, de Ver-
brandestraat (32) en de A. Crijns-
senstraat (36) in Tholen. Uitgaande
van een model waarin vijftien van
deze woningen het minimum is
financieel draagvlak voor extra faci
liteiten), zouden deze complexen
gebouwd kunnen worden in plaatsen
waar ongeveer 150 ouderen wonen;
ofwel 900 inwoners. In het jaar 2015
zal, als gevolg van de vergrijzing,
een dorp met 750 inwoners voldoen
de draagvlak bieden voor zo'n voor
ziening. Volgens dit model zouden
complexen bejaardenwoningen (met
extra service) moeten verrijzen in
Oud-Vossemeer, Poortvliet en
Scherpenisse. Voor een woon-zorg-
centrum moet een plaats 2500 inwo
ners hebben, waarvan zo'n 400
ouderen. In Sint-Maartensdijk is
deze voorziening, aldus de onder
zoekers, op haar plaats. In hun
model gaan ze uit van een onder
grens van 30 woningen (waarvan 15
plaatsen op grond van de wet bejaar
denoorden). Overigens is ook van
belang te weten, of ouderen van een
te stichten voorziening in hun dorp
gebruik willen maken.
Onderzoek leert dat 13% van de
zelfstandig wonende Zeeuwse huis
houdens van 55 jaar en ouder wil
verhuizen naar een ouderenwoning.
Het aantal plaatsen in verzorgings-
en verpleeghuizen zal de komende
jaren nauwelijks toenemen. En de
lichtere categorie verpleeghuispa
tiënten zal in toenemende mate in
verzorgingshuizen ondergebracht
worden.
Eerder publiceerde VMC het onder
zoek 'Waar woont oma?', een inven
tarisatie van woonvoorzieningen
voor ouderen. Daarbij bleek een
groeiende vraag naar plaatsen in
woon-zorgcentra, aanleunwoningen
en ouderenwoningen met service.
Ook de vraag naar serviceflats is
groter dan het aanbod. Zo'n flat met
56 woningen staat bij Ten Anker in
Tholen. Ook staan 22 aanleunwo
ningen bij dit zorgcentrum.