'Mensen op 't Oudeland zijn nu meer bij elkaar betrokken' De Sluis en de Duitsers in 1944 Oorlogsherinneringen uit Stavenisse Federatie basisscholen Schakerloo; van welvarend dorp tot gehucht bij Tholen Donderdag 3 augustus 1995 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 9 Ten zuidwesten van het stadje Tholen ligt 't Oudeland, ofwel Schakerloo. Dit gehucht is al heel oud en het is een typisch voorbeeld van een ontluisterd dorp Het bestond al toen er van Tholen nog niets te vinden was. Het had een eigen kerk, tol, veerdienst en haven. Met de opkomst van Tholen verviel Schakerloo steeds verder totdat er alleen nog maar een paar huizen, boerderijen en een kerkhof over waren. Hier woont het echtpaar Van de Vel de-Jansen. De 87-jarige mevr. L.C. van de Velde groeide er op en kwam er 25 jaar geleden weer terug. Kleur bekennen Vluchteling Benauwd in de stad Omkoping Onthoofd 4 Moederkerk door A.J. Smits Vrijdags en zaterdags GEOPEND Met meer dan gewone belangstelling heb ik in het afge lopen weekeinde de Eendrachtbode gelezen. Als voorma lig poldergast (of eigenlijk polderkneu, zoals we werden genoemd) had ik vanzelfsprekend grote interesse in het artikel over De Sluis waarin C. van der Reest aan het woord komt. Hoewel een vijftiental jaren jonger dan Van der Reest, heb ik de situatie op de Sluis voor en tijdens de oorlog goed gekend. Ausweis verlopen Post bestellen Stemmen van lezers Bevrijd langs brengen. Van de vooroorlogse bebouwing is vrijwel niets meer over. Veel huisjes zijn verdwenen of helemaal opgeknapt. Zo biedt "t Ouwland' een rustieke aanblik met zijn bosschages, knusse pandjes en het weidse uitzicht. Het echtpaar Van de Velde wil hier in ieder geval niet meer weg. "Waar om zouden we? En waar moeten we dan naartoe?", vraagt mevr. Van de Velde. "Ik kan niet in een straatje in de stad leven. Daar krijg je het benauwd. Hier heb je de ruimte. Zo lang we nog gezond mogen zijn, vinden wij het wel goed." En haar man knikt instemmend. Mevr. Van de Velde herinnert zich nog dat er in het pand naast haar ouderlijk huis een winkeltje was. "Dat was een soort kruidenierszaak van de familie Beukelaar. Het was het enige winkeltje hier. Maar de bakker kwam langs de deur. Je gaf meel mee en de volgende keer als hij kwam, bracht de bakker dan het brood mee." Er is geen winkel meer in 't Oudeland, maar de bakker uit Tholen komt nog wel het brood Een rustiek stukje van de straat Oudeland in Schakerloo. Wie eeuwen geleden dit weggetje volgde, zou zijn uitgekomen bij de haven. land. De vroegste grafsteen dateert uit 1608. Schakerloo's kerk had een 'schoonen hoogen toren' en het bedehuis stond bekend als één van de voornaamste 'capellen' van het land. De Kerkweg die van de Oudelandsedijk naar de Veerweg loopt, herinnert nog aan het bestaan van het godshuis. Mevr. Van de Velde-Jansen werd geboren in de Kerkstraat te Tholen. Kort daarop verhuisde de familie Jansen naar het Oudeland. De groot ouders van mevr. Van de Velde had den aan de Gortzakweg een boerde rij en zo woonde de hele familie dus op Schakerloo. "En dat hebben we altijd met veel plezier gedaan", zegt mevr. Van de Velde. Zij trouwde met M.M. van de Velde. Diens grootouders woonden op 't Stenen Kruis aan de Postweg. Dit gebied behoorde oorspronkelijk ook nog tot Schakerloo. Van de Veldes ouders verhuisden naar de Kadijk in Poort vliet en toen zijn grootouders gestorven waren, verhuisde het gezin weer terug naar 't Stenen Kruis. Nadat ze getrouwd waren, vertrok het echtpaar naar Den Haag waar Van de Velde bode werd op het gemeentehuis. "Ik heb in de veertig jaar dat ik bode was, 4500 huwelij ken helpen sluiten", vertelt de 90- jarige Van de Velde terwijl hij diverse oude foto's van getrouwde stelletjes tevoorschijn haalt. Daarbij zit ook het pronkstuk van het huwe lijk van prinses Juliana. In de oorlog zou Van de Velde eigenlijk te werk gesteld worden in Duitsland, maar hij nam een jaar 'non-actief bij de gemeente en ging met zijn vrouw terug naar het Oude land. Daar verzorgden ze de zieke grootmoeder van mevr. Van de Vel de totdat ze stierf. "Toen ik terug kwam op het gemeentehuis, zaten er allemaal NSB'ers. De chef, die aan het oostfront gevochten had, vroeg aan mij: welke kleur beken je? Toen heb ik gezegd 'oranje' en ik heb nooit last van hem gehad", vertelt Van de Velde. "Toen ik na de bevrij ding op kantoor kwam, was ik alleen. Want alle NSB'ers waren gevlucht." Na de oorlog bleef het echtpaar in Den Haag. Tijdens de rampdagen van 1953 spoedde Van de Velde zich echter in bode-uniform naar Schakerloo om te zien hoe het met de ouders van mevr. Van de Velde ging. "Maar de dijk was hier niet doorgebroken", vertelt hij. "Toen zag ik een vrouw met een baby lopen. Het waren vluchtelingen uit Krabbendijke. Ik vroeg waar ze naartoe moest, maar dat wist ze niet. Ik heb ze meegenomen naar Den Haag en ze is twee maanden bij ons gebleven. Tja, waar moest ze anders heen? En het leuke is, dat die men sen nu nog altijd bij ons komen.' Tot 1970 bleef het echtpaar Van de Velde in de residentie wonen. Toen stopte Van de Velde met werken, want hij had er veertig dienstjaren op zitten. Intussen was ook de zieke moeder van mevr. Van de Velde bij het gezin in Den Haag komen wonen. Het huis op 't Oudeland werd als vakantiehuis aangehouden. Aanvankelijk was er nog geen spra ke van dat het echtpaar terug zou keren naar Tholen. "Er werd ons gevraagd waar we in Den Haag wil den gaan wonen", zegt mevr. Van de Velde. "Want omdat mijn man bode was, woonden we boven het gemeentehuis. En nu moesten we er weg. Ik wilde eigenlijk wel in Den Haag blijven. Ik had het er goed naar mijn zin, maar mijn man wilde weg. Bovendien waren de vrijstaande huizen duur en in een rijtjeshuis moet je maar afwachten wat voor buren je krijgt." Eerst wilde Van de Velde nog in Tholen gaan wonen en dan wat var kens en kippen houden bij het huis op 't Oudeland. "Maar toen dacht ik: Ja, jij straks hele dagen naar die var kens en kippen en ik zit hier. Dat zullen we maar niet doen", vertelt zijn echtgenote. "Toen besloten we om mijn ouderlijk huis te verbou wen. En nu wonen we hier alweer 25 jaar met veel plezier. Ik moet zeg gen dat ik prettiger woon dan vroe ger. Toen wist je van iedereen hoe laat hij naar bed ging en wat hij at en deed, maar men was niet echt betrokken bij elkaar. Zeker de boe ren niet. Die stonden toch hoger dan de arbeiders. Nu hebben we een goed contact met de mensen die hier wonen. Het zijn allemaal vreemden die niet hier geboren zijn, maar ze zijn wel heel vriendelijk. Vroeger stond het Oudeland ook niet zo in aanzien hoor, de huisjes waren hier maar heel eenvoudig. Maar nu is het in trek. Er staat zelfs geen varkens hok meer leeg." Hoe Schakerloo aan zijn naam is gekomen, weet men niet zeker. De één suggereert dat 'loo' een bos was en 'schaken' is dan roven, ontvoeren of stelen. Zo zou er dus een dicht bos gestaan moeten hebben dat zich goed leende voor roverij. Waar schijnlijk is dat echter niet, want de zilte bodem, met de zoute veenlaag, leent zich niet goed voor dergelijke bossen. Weer anderen beweerden dat loo op het water slaat en dat schaker van 'sacred' (heilig) komt. Zo zou het 'heilig water' betekenen, vanwege de kerk die er stond. Maar schaker zou ook net zo goed kunnen betekenen: gemeen, ontvoerd of niet rechtmatig verkregen. Het woord loo kwam en komt op Tholen meer dere malen voor zoals in Deurloo, Maarloo, Grote en Kleine Loo. Dat doet vermoeden dat het wel iets met water te maken heeft. Schakerloo was aanvankelijk bezit van de hertog van Brabant en werd op leenheren 'verleid'. Zo was het 't bezit van Godevaart, heer van Bre da. De hertog pakte het hem echter weer af omdat er gewelddadigheden zouden zijn gepleegd tegen de bevolking. De leenheren verzorgden ook de tolheffing. Dat gebeurde vanuit de haven met twee koggen. Blijkbaar werd er nogal eens de hand gelicht met de tol en namen de tolheffers wijn aan als steekpenning. De hertog van Brabant stelde daar om een strenge straf hierop in. De omgekochte man werd onterfd en de koopman die hem de wijn had aan geboden, raakte het kostbaarste vat wijn op zijn schip kwijt. Hertog Hendrik I van Brabant gaf de helft van Schakerloo in 1220 ter leen aan graaf Willem I van Holland en Zee land. Door aankoop bracht de stad Tholen de heerlijkheid Schakerloo uiteindelijk onder haar rechtsgebied. Maar Oudeland hield nog tot 1796 een eigen regering bestaande uit een burgemeester, schout, secretaris en vier schepenen. De tol verhuisde in de loop van de 13-de eeuw naar Tholen omdat het water waarin ze werd geheven (de Striene) afge damd was. Eén van de onduidelijkheden van Schakerloo is of er nu een kasteel gestaan heeft of niet. Er is in ieder geval niets meer van terug te vinden. Niemand weet waar het precies gestaan moet hebben. De Encyclo pedie van Zeeland geeft echter wel aanwijzingen voor het bestaan. Hendrik Buffels was de eerste ambachtsheer van Schakerloo. Hij werd er in 1248 mee beleend door graaf Willem II van Holland en Zee land. Daaruit blijkt dat Schakerloo toen niet langer als Brabantse, maar als Zeeuwse grond werd gezien. De heer van Breda en de hertog van Brabant namen daarmee (uiteraard) geen genoegen en graaf Willem moest zijn leenman laten bescher men. Deze Hendrik zou in de polder Vijftienhonderdgemeten een kasteel 'Klein Egypte' hebben gebouwd. Toen graaf Jan I als laatste telg uit het Hollandse huis in 1299 overleed, ontstond onenigheid over diens opvolging. Hendrik Buffels koos in dit geschil de kant van de Vlaamse graaf. Dat bleek een verkeerde keus, want hij werd in 1304 bij een strijd op de Gouwe gevangen genomen en onthoofd als opstandeling. Zijn goe deren werden verbeurd verklaard. Bronnen: A. Holle stelle, Geschiedkundige beschrijving van Tholen en omstre ken. I. Tirions, Tegenwoordige staat van Zeeland deel 2. Encyclopedie van Zeeland. T" yrWP- i» '~(4 i ,v Op deze terp - die zo'n twee meter hoger ligt dan de rest van 't Oudeland - stond ooit de kerk van Scha kerloo. Nu is er alleen nog een begraafplaats te zien. kerloopolder zijn diverse plaatsen aangetroffen waar hoogten zijn aan gelegd. Daarvan is de terp in het Oudeland nog over. De overige waren echter waarschijnlijk geen stel- of vliedbergen, maar verhogin gen waarop molens en huizen wer den weggezet. Op de grote terp aan de Kerkweg stond het voormalige kerkdorp. Zo was het beschermd tegen opgezet polderwater en storm vloeden. De Schakerloopolder over stroomde in 1570 en 1682. De kerk van Schakerloo viel onder het bisdom Luik, evenals later die van Tholen en Oud-Vossemeer. Het was de oudste parochie op Tholen. De kerk die in 1576 werd verwoest, was de moederkerk van de Onze Lieve Vrouwekerk in Tholen. Toen die laatste in 1404 tot kapittelkerk werd verheven, werd de kerk van Schakerloo hierbij ingelijfd. De begraafplaats bleef bestaan en werd tot voor kort nog steeds, zij het zeer zelden, gebruikt. Inmiddels is het een monument en de Nederlandse Hervormde Gemeente staat alleen nog toe dat degenen die al een graf gekocht hebben er begraven wor den. Daarmee komt dan een einde aan eeuwen van begraven op het Oude- Enkele bewoners van 't Oudeland maken een praatje in het zonnetje. Van links naar rechts: Petra Burremans, Aaltje Geluk, Bart Geluk en Marinelle Heijboer. Veel is er niet bekend over het begin van Schakerloo. In de polder is een woonplaats uit de ijzertijd (rond het begin van de jaartelling) gevonden. In 968 en 976 wordt er in geschrif ten gesproken over een 'papingalant met kerk' ofwel een tol met kerk in de Schelde en dat slaat waarschijn lijk op Schakerloo. Het wordt echter voor het eerst bij name genoemd in 1212. Het was destijds een polderei land en de enige bedijkte grond tus sen de Striene en de Eendracht. Schakerloo behoorde toe aan het hertogdom Brabant. Het eiland Schakerloo werd omge ven door uitgebreide slikken waarop nederzettinkjes stonden zoals Ver- Ee (of Vrouwe-Ee), Chono, Water vliet, Molenvliet, Eehoef, Luchten- burg en ook Tholen. Schakerloo werd in het westen begrensd door de later ingepolderde rivier de Striene. In het noorden stroomden de Ee en (wat verder weg) de Crompfliet. In het oosten liep de Mossel-Ee en in het zuiden stroomde de Schelde. Het dorp Oudeland lag aan de oostkant van het eiland en was deels gebouwd op de zeedijk. In de Scha- (deel 2) A.J. Smits uit Stavenisse was 11 jaar toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Het maakte een diepe indruk op hemAchttien jaar na de bevrij ding stelde hij zijn herinneringen aan die tijd op schrift. Als feuilleton zijn ze de komende weken in deze krant te lezen. ZMO op radio. Akkerbouwster Aly Wisse uit Colijnsplaat presenteert vanaf 4 september op Omroep Zee land wekelijks een radioprogramma over de Zeeuwse landbouw. Het programma - elke maandagmorgen tussen 10 en 11 uur te beluisteren - wordt gefinancierd door de ZMO. Diverse kanten van de Zeeuwse land- en tuinbouw zullen in het pro gramma de revue passeren, om de bedrijfstak op die manier dichter bij de mensen te brengen en duidelijk te maken waar de Zeeuwse boeren dagelijks mee bezig zijn. De gerenommeerde LIJSTENMAKER voor het eiland Tholen Molenstraat 13, tel./fax: 01666-4041 4695 CK Sint-Maartensdijk Een paar dagen later, ik meen dat het donderdag 16 mei geweest is, werden we meer van nabij met de oorlóg geconfronteerd. De Nederlandse soldaten die in Tholen en Oud-Vossemeer gelegerd waren, de verdedigers van ons eiland, kwamen in de loop van de dag allemaal naar Stavenisse gevlucht. Heel Nederland was door de Duitse indringer bezet, zo vertelde men. Behal ve Zeeland, dat vocht door. Ik was in deze dagen, dat herinner ik me heel goed, tamelijk kalm. Door de vele geruchten en verhalen die ik hoorde, ging ik me een heel andere voor stelling van de oorlog maken dan ik voorheen gedaan had. Ik ging me reali seren dat het, in plaats van een verjaagd en in bloed gesmoord volk, meer een bezetting door de vijand was. De bewaarschool zat vol met gevluchte soldaten; overal stonden vrachtau to's waar ze mee gekomen waren, 's Middags, ik zie het nog voor me, stroomde de Stoofdijk vol met mannen in groene uniformen. Een ontzetten de verwarring; niemand wist wat er zou gaan gebeuren. Soldaten en burgers, allemaal even bang. Enkele mensen hielden het hoofd koel, althans, die dachten nog na. Zo beluisterde ik een groepje mannen van ons dorp, dat het een schande vond: "Zonder dat ze één vijand gezien hadden, ja, eer er één schot gevallen was, ging de bezetting aan de Eendracht op de vlucht. Wat moeten ze hier nu komen doen. Kijk eens, ze gaan allemaal naar het veer. Ze Advertentie I.M. bin oamae as wezels, zo vérre a ze kunne, kruupe ze weg. Ze höoie oales in de zèèje, ze a 'n auto mee waepens van 't steiher laete rieje. 't Is oamae 'n verraeje zootje...." Ik beluisterde dit alles met gemengde gevoelens. Het leek me wel vreemd, dat al die soldaten als benauwde jongens naar het veer trokken en daar hun geweer 'tènnen steiger' gooiden. Maar eigenlijk was ik maar wat blij. Ik dacht, dan wordt er hier toch niet gevochten. Er waren ook enkele soldaten die probeerden bij de mensen een burgerpak te krijgen, om zodoende aan krijgsgevangenschap te ontkomen. Een man uit Sint-Maartensdijk liep schreiend van angst over de Stoofdijk. Hij had het al aan verschillende mensen gevraagd, maar niemand durfde hem - ook uit angst - een burgerpak te lenen. Ten einde raad trok hij ook maar naar het veer. Rond half zes moest ik voor mijn moeder om een bos droge vis bij de vis boer. Die woonde toen aan de Molendijk, recht voor de Achterweg. Ik was blij, want ik had van mijn vader heel de dag niet verder mogen komen dan bij ons bovenop de Stoofdijk. Nu kon ik dan toch eens 'op 't durp kieke' en bij de bewaarschool. Want daar moest een heel leger verzameld zijn, naar ik jongens had horen vertellen die er geweest waren. Maar....ik was nog nooit zo vlug terug geweest van de visboer. Bij de bewaarschool zag ik twee a drie soldaten, maar ik hoorde daar vertellen dat de Duitsers in Tholen waren en dat ze al onderweg waren naar hier. Ik als de wind naar huis met mijn vis! We gingen eten. Na het eten weer naar buiten. Weinig mensen te zien op de Stoofdijk, soldaten niet één meer. Er ging een gerucht dat de Duitsers 'op 't durp' waren. Ik mocht van mijn vader niet weg van achter de schuur. "Dan hae je ma in 't waehun'uus stae kieke." Ik dat gedaan. Zelf ging vader aan de Stoofdijk staan, zó, dat hij met zijn hoofd net boven de kruin kwam. Op een gegeven ogenblik komt me daar een colonne Duitse soldaten aan. Ik zag ze maar even, ze kwamen van achter de schuur langs de winkel van M. Moer land en sloegen de Veerweg in. Het waren jonge kerels, ze droegen met net ten en groensel gecamoufleerde helmen, hadden zwart besmeurde gezich ten. Aan hun koppels hingen handgranaten. Allemaal zwaar bewapend. Sommigen droegen met zijn tweeën een zware mitrailleur. Ze loerden alle maal wantrouwend naar mijn vader, die daar maar aan de dijk stond met zijn hoofd zichtbaar. Toen had ik daar geen erg in, maar later begreep ik hoe gevaarlijk hij daar stond. Hij zou veel beter in zijn volle lengte op de dijk gestaan kunnen hebben. Nu leek het net of hij de soldaten in de rug zou schieten. (Wordt vervolgd) Dordrecht en de En Avant die bemand werd door de gebroeders Piet en Dirk Sterkman. Ook was er wel eens post voor de Feldwebel, want die had een liefje in Kruisland zitten. Deze Feldwebel was een aan genaam mens ondanks het feit dat hij een nazi was die vast geloofde in de eindoverwinning van Duitsland en probeerde om mij daar óók van te overtuigen (hetgeen uiteraard niet lukte). In die tijd waren er in de Pol der ook al de zogenoemde 'Arme- nen', een ietwat ruig volkje waar voor zelfs de Duitsers mij waar schuwden. Het waren schietgrage lui. Op de kop van de tramhaven (links als je van Sint-Philipsland kwam) stond zelfs een stuk luchtdoelge schut of een luchtdoelmitrailleur die altijd bemand was. Ten tijde van de luchtlandingen in de buurt van Am- hem vond de schutter het nodig om op een Engels vliegtuig te schieten, hetgeen niet op prijs werd gesteld. Een Mosquito van de RAF is toen even teruggekeerd en heeft de stel ling grondig opgeruimd. Ik heb naderhand gehoord dat er van de stelling noch de schutter ook maar iets is teruggevonden. Ik heb zo maandenlang post bezorgd bij de bemanning van die twee sleepboten. Zij moesten namelijk paraat liggen als er officieren naar Schouwen en Duiveland gebracht moesten worden. Ik heb bij deze mensen heel wat kopjes koffie gedronken. Bovendien kon ik de Met één ding ben ik het echter* bepaald niet eens, te weten: dat de Duitsers aan het eind van de oorlog de Polder onder water zetten en daarna naar Schouwen en Duiveland vluchtten. Reeds omstreeks maart 1944 werd de Polder onder water gezet. Echter zodanig dat bij nor maal weer de Rijksweg nét boven water bleef. De Duitsers waren niet naar Schouwen en Duiveland gevlucht, maar zaten in een paar bunkers op de tramhaven van de RTM Mijn vader was destijds postbestel- ler in Anna Jacobapolder en wij moesten, net als de rest van de bevolking, evacueren. Wij gingen naar Sint-Philipsland. In die tijd had mijn vader veel last van zijn maag, waardoor ik later vrijwel iedere dag post bracht bij de bemanning van twee sleepboten die in de tramhaven lagen. Dit waren de Zeeland van de gebroeders Jo en Leen Muller uit Consulent geschiedbeoefening. De dit jaar benoemde consulent regio nale geschiedbeoefening, drs. A.P. de Klerk, heeft niet alleen als taak het opzetten en begeleiden van onderzoeken en cursussen, maar vervult tevens een vraagbaakfunc tie. Zelf wil hij initiatieven ontplooi en met betrekking tot heemkunde- onderwijs op basisscholen. De con sulent is op maandag, dinsdag en woensdagmorgen bereikbaar op het rijksarchief te Middelburg. laatste stand van zaken mededelen, want iedere avond luisterde ik samen met onder andere Henk Bos- sers bij Gradus van der Dussen (kan toorhouder van de PTT op Sint-Phi lipsland) naar de 'Engelse zender'. Ik heb op de Sluis ook vrij veel gevist. Van Lieven Abrahamse, werkzaam in de Polder, mocht ik een kruisnet lenen en ving dan regelmatig bliek en soms wat kleine platvis. Het zal denk ik september of okto ber 1944 geweest zijn dat mijn 'aus weis' verlopen was. De gemeentepo litie van Sint-Philipsland, in de per soon van J. Labruyère, mocht dit niet meer uitgeven. Ik moest voor taan naar de Ortskommandant in Dinteloord voor zo'n papiertje. Ik had echter geen enkele officiële sta tus. Ik was geen PTT-beambte, maar een hbs-leerling die niet meer naar Zierikzee kon en ook niet naar Ber gen op Zoom omdat daar de hbs eerst door de Duitsers en later door de Canadezen was gevorderd. Bovendien voelde ik me als 17-jari- ge nou niet bepaald geroepen om mij in het hol van de leeuw te bege ven, temeer daar ik kort tevoren op een zeer onaangename manier ken nis had gemaakt met de opvolger van de 'aardige' Feldwebel. Dit was een 'hond' van een vent, ook voor zijn manschappen. Nou ja, iedereen op Sint-Philipsland weet het. Op 4 november 1944 wer den we bevrijd door de Canadezen. Ik denk dat we zo eind november teruggegaan zijn naar de Polder, maar na het Ardennen-offensief moesten we in januari 1945 weer naar Sint-Philipsland omdat de Duitsers nog eens waren teruggeko men om de watertoren op te blazen. We werden toen inderdaad bescho ten vanaf Schouwen, Duiveland en Flakkee. Ik weet niet meer precies wanneer we terug konden naar de Polder, maar in elk geval ruim schoots voor 4 mei 1945. Ik zat toen al geruime tijd op de hbs in Bergen op Zoom. A.J. van de Velde De Manning 8 Heerjansdam. Sinds 1 augustus is de federatie van openbare basisscholen op Tholen en St. Philipsland een feit. De beoogde overkoepelende directeur is er ech ter nog niet. Pas half augustus wor den de advertenties gezet om in deze vacature te voorzien. "We hebben de gemeenteraad beloofd om de proce dure zorgvuldig aan te pakken, zodat je niet in de vakantie sollici tanten kunt oproepen", zegt wethou der J. Versluys. Hij verwacht dat de nieuwe directeur in oktober of november benoemd kan worden. "Voorlopig verandert er weinig. Twee mensen hebben niet .vrijwillig ingestemd met hun functiewijzi ging. De heren Plekkenpol (De Luyster St. Philipsland) en Bril (De Casembrootschool St. Annaland) blijven nog tot 1 oktober in hun oude functie. Voor hen moeten we de volledige opzegtermijn in acht nemen", aldus de wethouder. De overige zes directeuren zijn wel accoord met beperking van functie tot plaatselijke schooldirecteur, waardoor ze leidinggevende bevoegdheden aan de nog te benoe men algemeen directeur moeten overdragen. Ze kunnen daardoor meer tijd aan de leerlingen besteden.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1995 | | pagina 9