Vroege aardappel gedijt in Tsjechië 'Hier lopen de melkprijzen op, terwijl ze in Nederland dalen' Waterscooter vaart in op speedboot Tholenaar doorkruist heel Indië Smalstads mannenkoor op festival Twee db-leden fusiewaterschap nog niet bekend Toestemming voor deelplan zuid basisplan zoet water Tholenaren pendelen al anderhalf jaar naar Mecklenburg Slagbomen Oesterdam vijf maanden open M. Klippel krijgt herinneringsmedaille Nieuw-Guinea Donderdag 3 augustus 1995 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Op oude coöperatie in tuinbouwgebied Tholen is gekend om de teelt van vroege aardappelen, maar dit gewas doet het ook prima in Tsjechië. "We heb ben 30 hectare gepoot en het gaat heel goed", vertelt M.J.C. Geluk uit Oud-Vossemeer. Samen met zijn plaats genoot M.A.M. Veraart en C.P. de Rijke uit Tholen bezit hij sinds februari een landbouwbedrijf van 1000 hectare in het Middeneuropese land. Zwarte grond Voorop De autorit van 900 kilometer is al gewoon geworden. Akkerbouwer A.W.C. van Nieuwenhuyzen van boerderij Molenvliet uit Tholen maakt de trip naar Mecklenburg- Vörpommern elke drie weken. Zijn schoonzoon in spé A.J. Verjaal waarschijnlijk nog vaker. Samen bezitten ze sinds anderhalfjaar een gemengd bedrijf in de voormali ge DDR. Met 1400 koeien, 600 stuks jongvee, een melk quotum van 6,3 miljoen kilo en 1000 hectare akkerbouw grond. Vijftien maanden Geen superheffing Zuivelfabrieken Flats Hoogtijdagen politie bij Oesterdam Met het op gang komen van het toeristenseizoen zijn er ook drukke tijden aangebroken voor de politie te water. Snelheidsovertredingen, stropers en 'kapiteins' zonder vaarbewijs. Zondag was het erg druk op het Zoommeer aan de Oesterdam. In die drukte ramde een waterscooter een speedboot. Volgens getuigen was het een wonder dat er geen gewonden zijn gevallen. Waterskiën Te jong Stroperij Aan de 70-jarige M. Klippel is door het ministerie van defensie het Nieuw-Guinea herinneringskruis toegekend. De Tholenaar verbleef in 1949/1950 als dienstplichtig militair een half jaar lang in de Nederlandse kolonie. De rest van zijn diensttijd bracht hij in Nederlands-Indië door. Vliegveld Biak Chauffeur Onafhankelijk De schaarste aan akkerbouwgrond in Nederland én de daardoor hoge grondprijs heeft de drie onderne mers naar het voormalige Oostblok doen kijken. Geluk komt daar al twintig jaar voor zijn werk, in dienst van graszaadbedrijf Barenbrug. Het leidde uiteindelijk tot de koop van een bedrijf tegen de Oostenrijkse grens. "Het IJzeren Gordijn, in de vorm Er wordt in de wandelgangen wel over gesproken, maar duidelijkheid is er nog steeds niet, welke twee Tholenaren in het dagelijks bestuur van het nieuwe waterschap Zeeuwse Eilanden komen. "In principe zijn er 13 kandidaten van 5 categorieën", zegt de Thoolse dijkgraaf J.L. van Gorsel. "Er wordt eerst gekeken welke categorie uit welk waterschap mag komen. Vervolgens gaat het er om: wie stelt zich kandidaat en hoe valt dat? Zowel horizontaal als ver ticaal moet het allemaal in elkaar passen. Dat ligt moeilijk." In september komt aan alle onzeker heid een einde, want dan kiezen de 62 hoofdingelanden (onder wie 13 Tholenaren) van het waterschap Zeeuwse Eilanden hun dagelijks bestuur. Het fusiewaterschap gaat dan al direct vanuit gebouw Magno lia in Goes aan de slag, hoewel daar naast de vier waterschappen boven de Westerschelde en het wegschap Walcheren tot en met 31 december nog blijven functioneren. De dage lijks bestuurders van Zeeuwse Eilanden zullen 21/2 dag per week aan het nieuwe waterschap moeten besteden. Het basisplan watervoorziening deelplan zuid kan aanbesteed wor den. Dat goede bericht kreeg het dagelijks bestuur van het water schap Tholen dinsdag op tafel. "We hadden gehoopt dat deelplan oost tegelijk zou kunnen, maar dat wordt volgend jaar", zegt dijkgraaf J.L. van Gorsel. "De pot was leeg. Ook voor zuid komt het geld al uit een andere pot dan gebruikelijk: her- structering akkerbouw." De yerwachting is, dat het karwei in september aanbesteed wordt en direct daarna wordt uitgevoerd. De algemene vergadering van het waterschap kan daar 12 september over beslissen. Zuid omvat het gebied rond Poortvliet en Scherpe- nisse, waar grote waterlopen gegra ven zullen worden. Eerder werden op Tholen plan noord en west uitge voerd. Alleen plan oost resteert nog, maar dat zal onder verantwoorde lijkheid van het nieuwe waterschap Zeeuwse Eilanden worden uitge voerd. van een prikkeldraadversperring, staat er nog. Die willen we als herin nering intact houden", vertelt Geluk. De boerderij is de eerste na de grens tussen beide landen en ligt ook vlak bij Slowakije. Strategisch gunstig, menen de drie Tholenaren. Wenen ligt maar 70 km naar het zuiden, de Slowaakse hoofdstad Bratislava 95 km en Bmo 60 km naar het noorden. "Het land is bovendien een potentië le kandidaat voor het lidmaatschap van de Europese Gemeenschap." Zuid-Moravië, waarin het bedrijf van de Tholenaren ligt, is een tuin bouwgebied met een goed klimaat (na maart nog nauwelijks nacht vorst) en goede grond. Het is vlak en er komen geen stenen in de bodem voor, zoals elders in het land. "Van de 1000 hectare bestaat 700 hectare uit zwarte grond. Bovendien liggen er stalen pijpen in de grond waarmee we kunnen beregenen", aldus Geluk. Daarvoor is altijd voldoende water beschikbaar, want het wordt uit de vlakbij gelegen rivier aangevoerd. Langs die rivier ligt 250 hectare zware grond, die als gevolg van de hoge kwel nooit verdroogt en geschikt is voor de teelt van granen. Naast aardappelen is nu 150 hectare ingezaaid met Westerwolds raaigras en de rest met graan. Voor volgend jaar wordt ook gedacht aan wortelen en uien. Ver der is het de bedoeling om 200 melkkoeien te gaan houden, waartoe de voorzieningen aanwezig zijn. De voormalige coöperatie die de drie Tholenaren overnamen, beschikte over teveel personeel en onvoldoende materiaal. Nu is er iemand voor de dagelijkse leiding aangesteld en werkt er een twintigtal mensen. Dat aantal zal nog omlaag gaan. "De lonen zijn relatief laag, dus voor arbeidsintensieve produkten kun je concurrerend produceren. We moe ten telen voor de wereldmarktprijs. Dat betekent dat je voor graan wei nig krijgt, maar aardappelen zijn er soms zelfs duurder dan bij ons", aldus Geluk. Voor de afzet kijken de drie partners richting Wenen, terwijl in Tsjechië ook vestigingen zijn van Fri-d'Or, Ahold, Nutricia en Dano- Met name in de aanloopperiode zijn de Tholenaren veelvuldig aanwezig op hun bedrijf. "Vooral Veraart zit er heel veel." Ze hebben een vrouw in dienst genomen, die jaren in Nederland heeft gewoond en die zodoende als tolk kan optreden. "De jongere generatie spreekt echter in toenemende mate Engels of Duits", zegt Geluk. Hij stelt vast dat de levensstandaard en de faciliteiten in het land in snel tempo verbeteren. De drie Thoolse agrariërs zijn dan ook positief gestemd over de toe komst van hun onderneming. Bij het omschakelen naar een markt economie door de voormalige Oost bloklanden loopt Tsjechië voorop. Uit een door de Europese bank voor reconstructie en ontwikkeling gepu bliceerd rapport blijkt, dat vorig jaar 65% van alle diensten en goederen in het land door de pariculiere sector werden geproduceerd. In Slowakije en Polen was dat 55%, Rusland 50, Bulgarije 40 en Roemenië 35%. Het bedrijf van Van Nieuwenhuyzen en Verjaal in Bandelin. Links de twee grote stallen, op de voorgrond ondermeer het bedrijfsbureau en de weegbrug. Rechts achter de silo's staan gebouwen voor het machinepark. Van Nieuwenhuyzen zocht al sinds eind jaren tachtig naar mogelijkhe den om zijn 130 hectare groot bedrijf uit te breiden. En wel op zo'n schaal dat dit in Nederland, waar bovendien de grond duur is, niet mogelijk was. Er werd aan Frankrijk gedacht, maar toen viel de Berlijnse muur. Beide Tholenaren - Verjaal |comt uit Sint- Maartensdijk - besloten in 1991 een kijkje te gaan nemen in de ex-DDR. "We hebben gekeken hoe het er daar uitzag en met verschillende mensen gesproken", vertelt Van Nieuwen huyzen. Het leidde tot serieuze onderhande lingen, maar op het allerlaatste moment liep dat op niets uit. De Treuhand, de Duitse organisatie die de verkoop van overheidsbedrijven regelt, kwam met eisen die onaan vaardbaar waren. Ondermeer met betrekking tot de oude schulden van het bedrijf. In oktober 1992 kwam een ander bedrijf in beeld; in Bandelin, een plaatsje met 1000 inwoners zo'n 250 kilometer ten noordoosten van Ber lijn, richting Oostzeekust nabij Greifswald. "We troffen op een 18 hectare groot erf twee stallen aan voor elk 2000 melkkoeien, een aan tal andere bedrijfsgebouwen en silo's", vertelt Verjaal. Het bedrijf werd in 1977 gesticht. "Ooit werk ten er 350 mensen en stonden er 5000 koeien." De werknemers die het na de val van het communisme overnamen, werden geconfronteerd met een miljoenenschuld en dat brak hen op. Van Nieuwenhuyzen en Verjaal onderhandelden vijftien maanden over de overname, die 1 januari 1994 een feit was. "Dat moest erg tactisch gebeuren, want de verhou dingen met bijvoorbeeld leveran ciers waren flink verstoord", aldus Verjaal. Met de schuldeisers van het praktisch failliete bedrijf werd over eenstemming bereikt, de schulden last bleef buiten de overname maar wél namen de Tholenaren de 33 per soneelsleden over en zegden miljoe- neninvesteringen toe. Ondertussen werkte Verjaal - van beroep assis tent-accountant, maar hij wilde voor zichzelf beginnen - negen maanden in de directie van Bandelin. "Om alvast een kijkje in de keuken te nemen", vertelt hij. In oktober vorig jaar kwam 1000 hectare pachtland beschikbaar. Er wordt tarwe, gerst, koolzaad en maïs op verbouwd, gro tendeels bedoeld om in de eigen behoefte aan veevoeder te voorzien. Agrarproduktion Bandelin GmbH draait op dit moment met 31 werk nemers, waaronder een eigen die renarts. De overstap naar een nieu we melktechniek - nu vergt het twee keer melken tien uren per dag - kost nog eens drie arbeidsplaatsen en tenslotte zal in de loop van volgend jaar nog één baan worden geschrapt. De voormalige Duitse bedrijfsleider is nu verantwoordelijk voor de melkveepoot van de onderneming. Voor de akkerbouwpoot is een Nederlandse bedrijfsleider aange trokken. "Met het personeel hebben we geen problemen", vertelt Van Nieuwenhuyzen. "De mensen zijn gemotiveerd en de personeelsraad is akkoord gegaan met een prestatie- loon gebaseerd op de kwaliteit en de hoeveelheid melk die geproduceerd wordt." De Tholenaren benadrukken dat hun werknemers een goed sala ris verdienen. "De besparing zit hem niet zozeer in de hoogte van het loon als wel in de loonkosten per liter melk", zegt Verjaal. "We werken met één man op 250 koeien en zoiets kan in Nederland niet." De gemid delde bedrijfsgrootte in Mecklen burg-Vorpommern is 500 koeien, tegen 40 in Nederland en 24 in West-Duitsland. Door technische veranderingen wordt in Bandelin ook bespaard op de voer-, energie- en reparatiekos ten. Het oude bedrijf was voor de levering van voer en afzet van mest volledig afhankelijk van derden, vertelt Verjaal. Nu is dat door de akkerbouwpoot anders geworden, met de leveranciers worden zaken gedaan op kleinere schaal. Daar naast wordt mest verkocht en de zes tien grassilo's verhuurd voor graan- opslag. De melktanks worden dage lijks geleegd; de literprijs ligt momenteel op 72 tot 73 cent. Al met al is de efficiëncy van de onderne ming behoorlijk verbeterd. "De omzet is sterk gestegen en de kosten dalen nog steeds. Eind dit jaar zijn alle grote aanpassingen afgerond", aldus Verjaal. Hij wijst erop dat de regelgeving niet afwijkt van die in Nederland, aangezien het gebied tot de Europe se gemeenschap behoort. Alleen wordt bij het overschrijden van het melkquotum geen superheffing opgelegd, omdat het landenquotum niet vol is. Er wordt dan ook naar gestreefd om in Bandelin een quo tum van tien miljoen kilo te krijgen. De ontwikkelingen gaan snel in de voormalige DDR, sinds de hereni ging met de Bondsrepubliek. De modernste machines en technieken komen beschikbaar en in korte tijd zijn er in Mecklenburg negen nieu we, hypermoderne zuivelfabrieken gebouwd. "Er komt concurrentie voor de Nederlandse zuivelindus trie. Hier lopen de melkprijzen op, terwijl ze in Nederland juist dalen", aldus Verjaal, die de perspectieven goed noemt. De Tholenaren zijn vorig jaar begonnen met het zelf opfokken van jongvee. Op die manier kan de ver vanging van de veestapel - jaarlijks een kwart - goedkoper gerealiseerd worden. Per dier scheelt dat, bij de huidige prijzen voor vaarzen, 600 tot 700 marken. Volgend jaar zullen de eerste resultaten merkbaar zijn. Wat de toekomst betreft, kijken Van Nieuwenhuyzen en Verjaal naar één van de twee stallen die nu nog leeg staat. Het opfokken van jongvee, wat nu bij derden gebeurt, zou daar in kunnen plaatsvinden. Jaarlijks 500 vaarzen. En daarbij nog een stierenmesterij met 800 dieren. Dit zou weer in een afzonderlijke onder neming ondergebracht moeten wor den. Maar ze wachten af tot de vleesprijzen beter zijn. De ondernemende Tholenaren zijn, zonder dat het de bedoeling was, ook nog huizenbezitter geworden. Want in de overname van het bedrijf zaten zeven flats met in totaal 120 woningen en nog 2,3 hectare grond voor toekomstige woningbouw. Het is 60% van het woningbestand in Bandelin. Beiden zien het als een belegging. "Het is een aparte onder neming, een soort woningstichting, met een eigen bedrijfsleider. Eens per maand kijk ik mee in de boeken, of de huren binnenkomen en derge lijke", vertelt Verjaal. Volgens Van Nieuwenhuyzen boert momenteel een vijftigtal Nederlan ders in de voormalige DDR. "Bij voorbeeld Pon, de importeur van Volkswagen. Die heeft er twee bedrijven." Het gebeurde omstreeks half vijf. De speedboot, met vier inzittenden uit België, werd aan bakboord aan gevaren door de waterscooter die eveneens werd bestuurd door een Belg. "Gezien de schade aan de speedboot moet het met een aan zienlijke snelheid zijn gebeurd", meldt brigadier T. van der Linde van de waterpolitie Reimerswaal. "Uit het onderzoek tot nu toe blijkt, dat de bestuurder van de waterscooter pas zag dat er een speedboot met 'gestrekte koers' naar de wal voer, toen hij op 20 meter afstand was. Hij trachtte nog het vaartuig te ontwij ken, maar daar was het te laat voor. Ook op roepen van de opvarenden van de speedboot reageerde hij.niet. Getuigen op de oever verklaarden dat de waterscooter vol in de speed boot was gevaren en dat het een wonder mag heten dat er geen slachtoffers gevallen zijn. Het was zo druk op dat stuk van het Zoom meer, dat er zelfs mensen waren die hun speedboot niet in het water heb ben gelaten." De politie voerde verder nog contro les op motorboten en waterscooters uit bij de Speelmansplaten. Een paar keer moest proces-verbaal worden opgemaakt, ondermeer wegens het niet bezitten van een vaarbewijs en het waterskiën in gebied waar dit verboden is. Volgens brigadier Van der Linde voeren er tussen de 30 en 40 waterscooters op het Zoommeer. Mensen aan de kant verklaarden dat veel waterscooters naar de wal voe ren zodra de politie op kwam dagen. "Kennelijk heeft nog niet iedereen een vaarbewijs", concludeert Van der Linde. Ook wees de politie een aantal speedbootbestuurders erop, dat ze aan de rechterkant bij de wal moesten gaan varen. "Men gaat in het midden van het vaarwater varen, zonder zich te bekommeren om de beroepsvaart die de hele dag door gaat." Ook zaterdag patrouilleerde de waterpolitie op het Zoommeer met een speedboot. Omstreeks twee uur zagen de agenten bij de Speelmans platen een waterscooter die er snel vandoor ging. "Bij de oever geko men sprong de bestuurder van het voertuig af en dook in het water. Bij controle bleek hij slechts 14 jaar oud te zijn. De jongen had het vaartuig in een onbewaakt ogenblik van pa geleend", zegt Van der Linde. Van dit geval is proces-verbaal opge maakt. Aan de andere kant van de Oester dam, op de Oosterschelde, trof de politie drie speedboten aan waarmee men aan het waterskiën was. Dit is echter verboden op de Oosterschel de. De toegestane maximumsnel heid is 20 km per uur. Ook werden er nog diverse controles uitgevoerd waarbij opvarenden geen vaarbewijs konden tonen. Een zeiljacht bleek in het bezit van een marifoon die niet aan de eisen voldeed. De communi catieapparatuur werd in beslag genomen omdat niet goedgekeurde exemplaren storingen kunnen ver oorzaken. Aan de wal sommeerde de politie drie Aziatische automobi listen om hun voertuig dat ze op de glooiing van de dam hadden gepar keerd, weg te halen. Ook wat de stroperij betreft, was er werk aan de winkel voor de water politie. Zondag trof Van der Linde een man aan die aan het duiken was in een gebied waar dat verboden is, ten oosten van de lijn Gorishoek- Yerseke. De man bleek geen ont heffing voor dit gebied te hebben en werd geverbaliseerd. De politie con troleerde een dag eerder een vaar tuig dat in het Gaatje van de Bol (tussen Tholen en Yerseke) voor anker lag. Ook van deze boot werd gedoken, terwijl dat in het betreffen de gebied niet mag. Toen de duiker weer boven water was, bleek hij geen ontheffing te hebben en ook zijn duikvergunning had hij niet bij zich. Die zou hij thuis hebben laten liggen. Die uitleg baatte hem echter niet. Hij kreeg een proces-verbaal. Het Smalstads mannenkoor uit Sint- Maartensdijk doet zaterdag 23 sep tember mee aan het kamermuziek festival in Goes. Dit tweejaarlijkse festival wordt voor de zesde keer georganiseerd. Er schreven zich 60 koren en ensembles in. Noodge dwongen kunnen er maar 33 mee doen, zodat de organisatie een selec tie moest maken. Het Smalstads mannenkoor kwam hierdoor. De ruim 350 musici die deelnemen aan het festival treden van half elf tot half vijf op in de Grote Kerk, het museum voor Noord- en Zuid-Beve land en de Zeeuwse muziekschool. Tussen vijf en zes is er een slotmani festatie in de Grote Kerk. In dit gebouw treedt ook het Smalstads mannenkoor op van drie uur tot half vier. Tussen 1 oktober en 1 maart zullen de slagbomen op de parallelweg van de Oesterdam, als proef, buiten gebruik worden gesteld. Maar de provincie peinst er niet over om de installaties te verwijderen. Het land bouwschap had daarop aangedron gen in verband met problemen voor het landbouwverkeer. Vorig najaar meldde het schap, dat de slagbomen nogal eens defect waren, waardoor landbouwverkeer gedwongen werd de hoofdrijbaan (een autoweg) te gebruiken. Dit leidt volgens het landbouwschap en de Thoolse land bouworganisaties - met name in de oogsttijd - tot levensgevaarlijke situ aties gezien de snelheid van het ove rige verkeer. Het advies van provin ciale ambtenaren aan agrariërs om de slagbomen zelf met een steek- sleutel te verwijderen, noemen de organisaties 'niet werkbaar'. Het landbouwschap zag liever dat op de parallelweg een geheel of gedeelte lijk verbod voor autoverkeer werd ingesteld. Klippel bewaart goede herinnerin gen aan zijn jaren in de Oost. "Ik heb er een heel gemakkelijke tijd gehad, er was weinig te doen", vertelt hij eerlijk. "Het is dan ook geen onder scheiding, maar een herinnering", zegt hij over de medaille - met het opschrift Nederland Nieuw-Guinea - aan een groen lint met rood-wit- blauwe bies. Het kruis is in 1962 in het leven geroepen voor militairen die tussen 28 december 1949 en 23 november 1962 minstens drie maanden in Nieuw-Guinea hebben gediend. De vereniging oud-militairen Indiëgan- gers (Vomi), waarvan Klippel sinds enige tijd lid is, nam het initiatief om de medaille voor hem aan te vragen. "Het is natuurlijk al een hele tijd geleden", zegt Klippel, die voor de uitreiking in de marinekazerne te Vlissingen verhinderd was en de medaille daarom thuisbezorgd kreeg. De Tholenaar werd eind 1949 - hij was toen al twee jaar bij de lucht macht in Indië - overgeplaatst naar Nieuw-Guinea. Vanuit Batavia (het huidige Djakarta, op Java) was hij per schip bijna een maand onder weg, via Surabaja, Makasar (op Celebes), Ambon (waar in fort Vic toria twee weken op een andere boot gewacht moest worden), Fak-Fak, Sorong en Manokwari (alledrie op Nieuw-Guinea) naar het koraalei land Biak aan de noord-westkant van de Nederlandse kolonie. Daar was een militair vliegveld. Klippel en zijn collega's moesten er 'verwaaide' bommen van de Ameri kanen opruimen. De Tholenaar reed de bommen met een vrachtauto naar een verzamelpunt, waar ze tot ont ploffing gebracht werden. "Ik reed voor de ontploffing meestal naar een kruispunt iets verderop, maar op een keer viel er een flinke scherf vlakbij me uit de lucht." Klippel weet ook nog dat hij een keer een bom ver loor. "Maar dat gaf niet, want er zat geen ontsteking meer in." Ook para chutefakkels en granaten ruimde hij op. Klippel laat foto's zien van over woekerde vliegtuigen die door de Amerikanen op Biak gedumpt waren. "Ze werden opgekocht door iemand die er al het aluminium uit haalde. Met de propellerbladen alleen al werd een heel schip gevuld." Een ander restant van de oorlog was de zogenaamde Jappengrot. "Dat was een grot waarin Japanse solda ten zich schuil hielden. De Amerika nen dropten er vaten benzine en bommen, om hen op die manier uit te schakelen. Wij vonden er nog wel botten en schedels." Het grootste deel van zijn tijd bracht Klippel door met zwemmen. "Dat kon ik niet, maar ik heb het op Ambon geleerd." In maart 1950 zat zijn periode Nieuw-Guinea er op. Met een Dako ta vloog hij in drie dagen via het Molukse eiland Morotai, Celebes en Borneo naar Batavia. Daar verbleef hij nog een maand, waarna hij scheep ging voor de thuisreis. April/mei was Klippel weer terug in Tholen. "Ik ging aan de slag bij mijn oude werkgever Bierens aan de Ket- tingdijk en had die eerste week negen blaren op mijn handen", ver telt hij. De Tholenaar werd aanvankelijk ingelijfd bij de artillerie en in Breda opgeleid tot chauffeur. Bij aankomst in het kamp Berenlaan in Batavia in 1947 - "mijn vriend Izak de Heer haalde me daar af' - werden hij en zijn maats bij de luchtmacht gedeta cheerd. Klippel moest als enige naar Ambon. De reis ging per schip naar Makasar en verder in een B-25 bom menwerper. "Het was de eerste keer dat ik vloog en ik had het er dan ook niet zo erg op", vertelt hij. Op Ambon bleek maar één vrachtwagen te zijn en die was al bemand, zodat hij aan zijn rijopleiding weinig had. Na een half jaar kwam Klippel terug op Java en koos ervoor om in Ban- dung-Tjimahi opnieuw een rijoplei ding te volgen. Na de eerste was namelijk nog geen rijbewijs uitge reikt. Vervolgens kwam de Thole naar terug in Batavia, op het vlieg veld Tililitan. Een jaar lang bracht hij de kinderen van officieren en onderofficieren met een bus naar school. "Dan moest ik wel 13 a 14 scholen af." Ook begeleidde hij offi ciersvrouwen die inkopen moesten doen. Van de spanningen die er in die periode waren rondom de onafhan- kelijheidsstrijd in Indonesië, merkte Klippel nauwelijks iets. "Alleen tij dens de tweede politionele actie (eind december 1948 - red.) moest ik een wapen bij me hebben in de bus." Gedurende zijn verblijf ont moette de Tholenaar ook enkele bekenden van het bataljon Zeeland, die als oorlogsvrijwilliger in Indië waren. Na al die jaren heeft Klippel nog altijd contact met dienstmaten uit Groningen en Capelle aan den Us- sel. En onlangs bezocht hij in Den Helder een reünie van de lucht macht. "Het valt niet mee om daar je maten van toen weer te herkennen", zegt de Tholenaar. Het westelijke deel van Nieuw-Gui nea - bijna de helft van het eiland omvattend - werd in 1828 door ons land in bezit genomen en in de jaren M. Klippel uit Tholen kreeg het herinneringskruis Nieuw-Guinea. twintig van deze eeuw bestuurlijk onder de Molukken gebracht. Op 27 december 1949 werd Indonesië onafhankelijk na het ondertekenen van de soevereiniteitsoverdracht, maar Nieuw-Guinea werd daarvan uitgesloten. (Soekamo en Hatta rie pen al op 17 augustus 1945 de repu bliek Indonesia uit en die datum wordt in het land nog altijd als onaf hankelijkheidsdag gevierd.) Het leidde ertoe, dat Indonesië in 1960 de diplomatieke betrekkingen met Nederland verbrak. Eind 1961 en begin 1962 landden Indonesische parachutisten op het eiland, wat tot een 'klein oorlogje' leidde. Onder Amerikaanse druk en vanwege bin nenlandse spanning gaf Nederland uiteindelijk toe. Op 1 oktbber 1962 droeg ons land het bestuur over aan de United Nations Temporary Exe cutive Authority. Die tijdelijke bestuurscommissie droeg de macht op 1 mei 1963 over aan Indonesië. In maart van dat jaar waren de betrekkingen tussen beide landen weer hervat.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1995 | | pagina 3