Vroege aardappel
gedijt in Tsjechië
'Hier lopen de melkprijzen op,
terwijl ze in Nederland dalen'
Waterscooter vaart
in op speedboot
Tholenaar doorkruist heel Indië
Smalstads
mannenkoor
op festival
Twee db-leden
fusiewaterschap
nog niet bekend
Toestemming
voor deelplan
zuid basisplan
zoet water
Tholenaren pendelen al anderhalf jaar naar Mecklenburg
Slagbomen
Oesterdam vijf
maanden open
M. Klippel krijgt herinneringsmedaille Nieuw-Guinea
Donderdag 3 augustus 1995
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
Op oude coöperatie in tuinbouwgebied
Tholen is gekend om de teelt van vroege aardappelen,
maar dit gewas doet het ook prima in Tsjechië. "We heb
ben 30 hectare gepoot en het gaat heel goed", vertelt
M.J.C. Geluk uit Oud-Vossemeer. Samen met zijn plaats
genoot M.A.M. Veraart en C.P. de Rijke uit Tholen bezit
hij sinds februari een landbouwbedrijf van 1000 hectare
in het Middeneuropese land.
Zwarte grond
Voorop
De autorit van 900 kilometer is al gewoon geworden.
Akkerbouwer A.W.C. van Nieuwenhuyzen van boerderij
Molenvliet uit Tholen maakt de trip naar Mecklenburg-
Vörpommern elke drie weken. Zijn schoonzoon in spé
A.J. Verjaal waarschijnlijk nog vaker. Samen bezitten ze
sinds anderhalfjaar een gemengd bedrijf in de voormali
ge DDR. Met 1400 koeien, 600 stuks jongvee, een melk
quotum van 6,3 miljoen kilo en 1000 hectare akkerbouw
grond.
Vijftien maanden
Geen superheffing
Zuivelfabrieken
Flats
Hoogtijdagen politie bij Oesterdam
Met het op gang komen van het toeristenseizoen zijn er
ook drukke tijden aangebroken voor de politie te water.
Snelheidsovertredingen, stropers en 'kapiteins' zonder
vaarbewijs. Zondag was het erg druk op het Zoommeer
aan de Oesterdam. In die drukte ramde een waterscooter
een speedboot. Volgens getuigen was het een wonder dat
er geen gewonden zijn gevallen.
Waterskiën
Te jong
Stroperij
Aan de 70-jarige M. Klippel is door het ministerie van
defensie het Nieuw-Guinea herinneringskruis toegekend.
De Tholenaar verbleef in 1949/1950 als dienstplichtig
militair een half jaar lang in de Nederlandse kolonie. De
rest van zijn diensttijd bracht hij in Nederlands-Indië
door.
Vliegveld Biak
Chauffeur
Onafhankelijk
De schaarste aan akkerbouwgrond
in Nederland én de daardoor hoge
grondprijs heeft de drie onderne
mers naar het voormalige Oostblok
doen kijken. Geluk komt daar al
twintig jaar voor zijn werk, in dienst
van graszaadbedrijf Barenbrug. Het
leidde uiteindelijk tot de koop van
een bedrijf tegen de Oostenrijkse
grens.
"Het IJzeren Gordijn, in de vorm
Er wordt in de wandelgangen wel
over gesproken, maar duidelijkheid
is er nog steeds niet, welke twee
Tholenaren in het dagelijks bestuur
van het nieuwe waterschap Zeeuwse
Eilanden komen. "In principe zijn er
13 kandidaten van 5 categorieën",
zegt de Thoolse dijkgraaf J.L. van
Gorsel. "Er wordt eerst gekeken
welke categorie uit welk waterschap
mag komen. Vervolgens gaat het er
om: wie stelt zich kandidaat en hoe
valt dat? Zowel horizontaal als ver
ticaal moet het allemaal in elkaar
passen. Dat ligt moeilijk."
In september komt aan alle onzeker
heid een einde, want dan kiezen de
62 hoofdingelanden (onder wie 13
Tholenaren) van het waterschap
Zeeuwse Eilanden hun dagelijks
bestuur. Het fusiewaterschap gaat
dan al direct vanuit gebouw Magno
lia in Goes aan de slag, hoewel daar
naast de vier waterschappen boven
de Westerschelde en het wegschap
Walcheren tot en met 31 december
nog blijven functioneren. De dage
lijks bestuurders van Zeeuwse
Eilanden zullen 21/2 dag per week
aan het nieuwe waterschap moeten
besteden.
Het basisplan watervoorziening
deelplan zuid kan aanbesteed wor
den. Dat goede bericht kreeg het
dagelijks bestuur van het water
schap Tholen dinsdag op tafel. "We
hadden gehoopt dat deelplan oost
tegelijk zou kunnen, maar dat wordt
volgend jaar", zegt dijkgraaf J.L.
van Gorsel. "De pot was leeg. Ook
voor zuid komt het geld al uit een
andere pot dan gebruikelijk: her-
structering akkerbouw."
De yerwachting is, dat het karwei in
september aanbesteed wordt en
direct daarna wordt uitgevoerd. De
algemene vergadering van het
waterschap kan daar 12 september
over beslissen. Zuid omvat het
gebied rond Poortvliet en Scherpe-
nisse, waar grote waterlopen gegra
ven zullen worden. Eerder werden
op Tholen plan noord en west uitge
voerd. Alleen plan oost resteert nog,
maar dat zal onder verantwoorde
lijkheid van het nieuwe waterschap
Zeeuwse Eilanden worden uitge
voerd.
van een prikkeldraadversperring,
staat er nog. Die willen we als herin
nering intact houden", vertelt Geluk.
De boerderij is de eerste na de grens
tussen beide landen en ligt ook vlak
bij Slowakije. Strategisch gunstig,
menen de drie Tholenaren. Wenen
ligt maar 70 km naar het zuiden, de
Slowaakse hoofdstad Bratislava 95
km en Bmo 60 km naar het noorden.
"Het land is bovendien een potentië
le kandidaat voor het lidmaatschap
van de Europese Gemeenschap."
Zuid-Moravië, waarin het bedrijf
van de Tholenaren ligt, is een tuin
bouwgebied met een goed klimaat
(na maart nog nauwelijks nacht
vorst) en goede grond. Het is vlak en
er komen geen stenen in de bodem
voor, zoals elders in het land. "Van
de 1000 hectare bestaat 700 hectare
uit zwarte grond. Bovendien liggen
er stalen pijpen in de grond waarmee
we kunnen beregenen", aldus Geluk.
Daarvoor is altijd voldoende water
beschikbaar, want het wordt uit de
vlakbij gelegen rivier aangevoerd.
Langs die rivier ligt 250 hectare
zware grond, die als gevolg van de
hoge kwel nooit verdroogt en
geschikt is voor de teelt van granen.
Naast aardappelen is nu 150 hectare
ingezaaid met Westerwolds raaigras
en de rest met graan.
Voor volgend jaar wordt ook
gedacht aan wortelen en uien. Ver
der is het de bedoeling om 200
melkkoeien te gaan houden, waartoe
de voorzieningen aanwezig zijn.
De voormalige coöperatie die de
drie Tholenaren overnamen,
beschikte over teveel personeel en
onvoldoende materiaal. Nu is er
iemand voor de dagelijkse leiding
aangesteld en werkt er een twintigtal
mensen. Dat aantal zal nog omlaag
gaan.
"De lonen zijn relatief laag, dus voor
arbeidsintensieve produkten kun je
concurrerend produceren. We moe
ten telen voor de wereldmarktprijs.
Dat betekent dat je voor graan wei
nig krijgt, maar aardappelen zijn er
soms zelfs duurder dan bij ons",
aldus Geluk. Voor de afzet kijken de
drie partners richting Wenen, terwijl
in Tsjechië ook vestigingen zijn van
Fri-d'Or, Ahold, Nutricia en Dano-
Met name in de aanloopperiode zijn
de Tholenaren veelvuldig aanwezig
op hun bedrijf. "Vooral Veraart zit
er heel veel." Ze hebben een vrouw
in dienst genomen, die jaren in
Nederland heeft gewoond en die
zodoende als tolk kan optreden. "De
jongere generatie spreekt echter in
toenemende mate Engels of Duits",
zegt Geluk. Hij stelt vast dat de
levensstandaard en de faciliteiten in
het land in snel tempo verbeteren.
De drie Thoolse agrariërs zijn dan
ook positief gestemd over de toe
komst van hun onderneming.
Bij het omschakelen naar een markt
economie door de voormalige Oost
bloklanden loopt Tsjechië voorop.
Uit een door de Europese bank voor
reconstructie en ontwikkeling gepu
bliceerd rapport blijkt, dat vorig jaar
65% van alle diensten en goederen
in het land door de pariculiere sector
werden geproduceerd. In Slowakije
en Polen was dat 55%, Rusland 50,
Bulgarije 40 en Roemenië 35%.
Het bedrijf van Van Nieuwenhuyzen en Verjaal in Bandelin. Links de twee grote stallen, op de voorgrond ondermeer het bedrijfsbureau en
de weegbrug. Rechts achter de silo's staan gebouwen voor het machinepark.
Van Nieuwenhuyzen zocht al sinds
eind jaren tachtig naar mogelijkhe
den om zijn 130 hectare groot
bedrijf uit te breiden. En wel op zo'n
schaal dat dit in Nederland, waar
bovendien de grond duur is, niet
mogelijk was.
Er werd aan Frankrijk gedacht, maar
toen viel de Berlijnse muur. Beide
Tholenaren - Verjaal |comt uit Sint-
Maartensdijk - besloten in 1991 een
kijkje te gaan nemen in de ex-DDR.
"We hebben gekeken hoe het er daar
uitzag en met verschillende mensen
gesproken", vertelt Van Nieuwen
huyzen.
Het leidde tot serieuze onderhande
lingen, maar op het allerlaatste
moment liep dat op niets uit. De
Treuhand, de Duitse organisatie die
de verkoop van overheidsbedrijven
regelt, kwam met eisen die onaan
vaardbaar waren. Ondermeer met
betrekking tot de oude schulden van
het bedrijf.
In oktober 1992 kwam een ander
bedrijf in beeld; in Bandelin, een
plaatsje met 1000 inwoners zo'n 250
kilometer ten noordoosten van Ber
lijn, richting Oostzeekust nabij
Greifswald. "We troffen op een 18
hectare groot erf twee stallen aan
voor elk 2000 melkkoeien, een aan
tal andere bedrijfsgebouwen en
silo's", vertelt Verjaal. Het bedrijf
werd in 1977 gesticht. "Ooit werk
ten er 350 mensen en stonden er
5000 koeien." De werknemers die
het na de val van het communisme
overnamen, werden geconfronteerd
met een miljoenenschuld en dat brak
hen op.
Van Nieuwenhuyzen en Verjaal
onderhandelden vijftien maanden
over de overname, die 1 januari
1994 een feit was. "Dat moest erg
tactisch gebeuren, want de verhou
dingen met bijvoorbeeld leveran
ciers waren flink verstoord", aldus
Verjaal. Met de schuldeisers van het
praktisch failliete bedrijf werd over
eenstemming bereikt, de schulden
last bleef buiten de overname maar
wél namen de Tholenaren de 33 per
soneelsleden over en zegden miljoe-
neninvesteringen toe. Ondertussen
werkte Verjaal - van beroep assis
tent-accountant, maar hij wilde voor
zichzelf beginnen - negen maanden
in de directie van Bandelin. "Om
alvast een kijkje in de keuken te
nemen", vertelt hij. In oktober vorig
jaar kwam 1000 hectare pachtland
beschikbaar. Er wordt tarwe, gerst,
koolzaad en maïs op verbouwd, gro
tendeels bedoeld om in de eigen
behoefte aan veevoeder te voorzien.
Agrarproduktion Bandelin GmbH
draait op dit moment met 31 werk
nemers, waaronder een eigen die
renarts. De overstap naar een nieu
we melktechniek - nu vergt het twee
keer melken tien uren per dag - kost
nog eens drie arbeidsplaatsen en
tenslotte zal in de loop van volgend
jaar nog één baan worden geschrapt.
De voormalige Duitse bedrijfsleider
is nu verantwoordelijk voor de
melkveepoot van de onderneming.
Voor de akkerbouwpoot is een
Nederlandse bedrijfsleider aange
trokken. "Met het personeel hebben
we geen problemen", vertelt Van
Nieuwenhuyzen. "De mensen zijn
gemotiveerd en de personeelsraad is
akkoord gegaan met een prestatie-
loon gebaseerd op de kwaliteit en de
hoeveelheid melk die geproduceerd
wordt." De Tholenaren benadrukken
dat hun werknemers een goed sala
ris verdienen. "De besparing zit hem
niet zozeer in de hoogte van het loon
als wel in de loonkosten per liter
melk", zegt Verjaal. "We werken
met één man op 250 koeien en zoiets
kan in Nederland niet." De gemid
delde bedrijfsgrootte in Mecklen
burg-Vorpommern is 500 koeien,
tegen 40 in Nederland en 24 in
West-Duitsland.
Door technische veranderingen
wordt in Bandelin ook bespaard op
de voer-, energie- en reparatiekos
ten. Het oude bedrijf was voor de
levering van voer en afzet van mest
volledig afhankelijk van derden,
vertelt Verjaal. Nu is dat door de
akkerbouwpoot anders geworden,
met de leveranciers worden zaken
gedaan op kleinere schaal. Daar
naast wordt mest verkocht en de zes
tien grassilo's verhuurd voor graan-
opslag. De melktanks worden dage
lijks geleegd; de literprijs ligt
momenteel op 72 tot 73 cent. Al met
al is de efficiëncy van de onderne
ming behoorlijk verbeterd. "De
omzet is sterk gestegen en de kosten
dalen nog steeds. Eind dit jaar zijn
alle grote aanpassingen afgerond",
aldus Verjaal.
Hij wijst erop dat de regelgeving
niet afwijkt van die in Nederland,
aangezien het gebied tot de Europe
se gemeenschap behoort. Alleen
wordt bij het overschrijden van het
melkquotum geen superheffing
opgelegd, omdat het landenquotum
niet vol is. Er wordt dan ook naar
gestreefd om in Bandelin een quo
tum van tien miljoen kilo te krijgen.
De ontwikkelingen gaan snel in de
voormalige DDR, sinds de hereni
ging met de Bondsrepubliek. De
modernste machines en technieken
komen beschikbaar en in korte tijd
zijn er in Mecklenburg negen nieu
we, hypermoderne zuivelfabrieken
gebouwd. "Er komt concurrentie
voor de Nederlandse zuivelindus
trie. Hier lopen de melkprijzen op,
terwijl ze in Nederland juist dalen",
aldus Verjaal, die de perspectieven
goed noemt.
De Tholenaren zijn vorig jaar
begonnen met het zelf opfokken van
jongvee. Op die manier kan de ver
vanging van de veestapel - jaarlijks
een kwart - goedkoper gerealiseerd
worden. Per dier scheelt dat, bij de
huidige prijzen voor vaarzen, 600
tot 700 marken. Volgend jaar zullen
de eerste resultaten merkbaar zijn.
Wat de toekomst betreft, kijken Van
Nieuwenhuyzen en Verjaal naar één
van de twee stallen die nu nog leeg
staat. Het opfokken van jongvee,
wat nu bij derden gebeurt, zou daar
in kunnen plaatsvinden. Jaarlijks
500 vaarzen. En daarbij nog een
stierenmesterij met 800 dieren. Dit
zou weer in een afzonderlijke onder
neming ondergebracht moeten wor
den. Maar ze wachten af tot de
vleesprijzen beter zijn.
De ondernemende Tholenaren zijn,
zonder dat het de bedoeling was,
ook nog huizenbezitter geworden.
Want in de overname van het bedrijf
zaten zeven flats met in totaal 120
woningen en nog 2,3 hectare grond
voor toekomstige woningbouw. Het
is 60% van het woningbestand in
Bandelin. Beiden zien het als een
belegging. "Het is een aparte onder
neming, een soort woningstichting,
met een eigen bedrijfsleider. Eens
per maand kijk ik mee in de boeken,
of de huren binnenkomen en derge
lijke", vertelt Verjaal.
Volgens Van Nieuwenhuyzen boert
momenteel een vijftigtal Nederlan
ders in de voormalige DDR. "Bij
voorbeeld Pon, de importeur van
Volkswagen. Die heeft er twee
bedrijven."
Het gebeurde omstreeks half vijf.
De speedboot, met vier inzittenden
uit België, werd aan bakboord aan
gevaren door de waterscooter die
eveneens werd bestuurd door een
Belg. "Gezien de schade aan de
speedboot moet het met een aan
zienlijke snelheid zijn gebeurd",
meldt brigadier T. van der Linde van
de waterpolitie Reimerswaal. "Uit
het onderzoek tot nu toe blijkt, dat
de bestuurder van de waterscooter
pas zag dat er een speedboot met
'gestrekte koers' naar de wal voer,
toen hij op 20 meter afstand was. Hij
trachtte nog het vaartuig te ontwij
ken, maar daar was het te laat voor.
Ook op roepen van de opvarenden
van de speedboot reageerde hij.niet.
Getuigen op de oever verklaarden
dat de waterscooter vol in de speed
boot was gevaren en dat het een
wonder mag heten dat er geen
slachtoffers gevallen zijn. Het was
zo druk op dat stuk van het Zoom
meer, dat er zelfs mensen waren die
hun speedboot niet in het water heb
ben gelaten."
De politie voerde verder nog contro
les op motorboten en waterscooters
uit bij de Speelmansplaten. Een paar
keer moest proces-verbaal worden
opgemaakt, ondermeer wegens het
niet bezitten van een vaarbewijs en
het waterskiën in gebied waar dit
verboden is. Volgens brigadier Van
der Linde voeren er tussen de 30 en
40 waterscooters op het Zoommeer.
Mensen aan de kant verklaarden dat
veel waterscooters naar de wal voe
ren zodra de politie op kwam dagen.
"Kennelijk heeft nog niet iedereen
een vaarbewijs", concludeert Van
der Linde. Ook wees de politie een
aantal speedbootbestuurders erop,
dat ze aan de rechterkant bij de wal
moesten gaan varen. "Men gaat in
het midden van het vaarwater varen,
zonder zich te bekommeren om de
beroepsvaart die de hele dag door
gaat."
Ook zaterdag patrouilleerde de
waterpolitie op het Zoommeer met
een speedboot. Omstreeks twee uur
zagen de agenten bij de Speelmans
platen een waterscooter die er snel
vandoor ging. "Bij de oever geko
men sprong de bestuurder van het
voertuig af en dook in het water. Bij
controle bleek hij slechts 14 jaar oud
te zijn. De jongen had het vaartuig in
een onbewaakt ogenblik van pa
geleend", zegt Van der Linde. Van
dit geval is proces-verbaal opge
maakt.
Aan de andere kant van de Oester
dam, op de Oosterschelde, trof de
politie drie speedboten aan waarmee
men aan het waterskiën was. Dit is
echter verboden op de Oosterschel
de. De toegestane maximumsnel
heid is 20 km per uur. Ook werden
er nog diverse controles uitgevoerd
waarbij opvarenden geen vaarbewijs
konden tonen. Een zeiljacht bleek in
het bezit van een marifoon die niet
aan de eisen voldeed. De communi
catieapparatuur werd in beslag
genomen omdat niet goedgekeurde
exemplaren storingen kunnen ver
oorzaken. Aan de wal sommeerde
de politie drie Aziatische automobi
listen om hun voertuig dat ze op de
glooiing van de dam hadden gepar
keerd, weg te halen.
Ook wat de stroperij betreft, was er
werk aan de winkel voor de water
politie. Zondag trof Van der Linde
een man aan die aan het duiken was
in een gebied waar dat verboden is,
ten oosten van de lijn Gorishoek-
Yerseke. De man bleek geen ont
heffing voor dit gebied te hebben en
werd geverbaliseerd. De politie con
troleerde een dag eerder een vaar
tuig dat in het Gaatje van de Bol
(tussen Tholen en Yerseke) voor
anker lag. Ook van deze boot werd
gedoken, terwijl dat in het betreffen
de gebied niet mag. Toen de duiker
weer boven water was, bleek hij
geen ontheffing te hebben en ook
zijn duikvergunning had hij niet bij
zich. Die zou hij thuis hebben laten
liggen. Die uitleg baatte hem echter
niet. Hij kreeg een proces-verbaal.
Het Smalstads mannenkoor uit Sint-
Maartensdijk doet zaterdag 23 sep
tember mee aan het kamermuziek
festival in Goes. Dit tweejaarlijkse
festival wordt voor de zesde keer
georganiseerd. Er schreven zich 60
koren en ensembles in. Noodge
dwongen kunnen er maar 33 mee
doen, zodat de organisatie een selec
tie moest maken. Het Smalstads
mannenkoor kwam hierdoor. De
ruim 350 musici die deelnemen aan
het festival treden van half elf tot
half vijf op in de Grote Kerk, het
museum voor Noord- en Zuid-Beve
land en de Zeeuwse muziekschool.
Tussen vijf en zes is er een slotmani
festatie in de Grote Kerk. In dit
gebouw treedt ook het Smalstads
mannenkoor op van drie uur tot half
vier.
Tussen 1 oktober en 1 maart zullen
de slagbomen op de parallelweg van
de Oesterdam, als proef, buiten
gebruik worden gesteld. Maar de
provincie peinst er niet over om de
installaties te verwijderen. Het land
bouwschap had daarop aangedron
gen in verband met problemen voor
het landbouwverkeer. Vorig najaar
meldde het schap, dat de slagbomen
nogal eens defect waren, waardoor
landbouwverkeer gedwongen werd
de hoofdrijbaan (een autoweg) te
gebruiken. Dit leidt volgens het
landbouwschap en de Thoolse land
bouworganisaties - met name in de
oogsttijd - tot levensgevaarlijke situ
aties gezien de snelheid van het ove
rige verkeer. Het advies van provin
ciale ambtenaren aan agrariërs om
de slagbomen zelf met een steek-
sleutel te verwijderen, noemen de
organisaties 'niet werkbaar'. Het
landbouwschap zag liever dat op de
parallelweg een geheel of gedeelte
lijk verbod voor autoverkeer werd
ingesteld.
Klippel bewaart goede herinnerin
gen aan zijn jaren in de Oost. "Ik heb
er een heel gemakkelijke tijd gehad,
er was weinig te doen", vertelt hij
eerlijk. "Het is dan ook geen onder
scheiding, maar een herinnering",
zegt hij over de medaille - met het
opschrift Nederland Nieuw-Guinea
- aan een groen lint met rood-wit-
blauwe bies.
Het kruis is in 1962 in het leven
geroepen voor militairen die tussen
28 december 1949 en 23 november
1962 minstens drie maanden in
Nieuw-Guinea hebben gediend. De
vereniging oud-militairen Indiëgan-
gers (Vomi), waarvan Klippel sinds
enige tijd lid is, nam het initiatief om
de medaille voor hem aan te vragen.
"Het is natuurlijk al een hele tijd
geleden", zegt Klippel, die voor de
uitreiking in de marinekazerne te
Vlissingen verhinderd was en de
medaille daarom thuisbezorgd
kreeg.
De Tholenaar werd eind 1949 - hij
was toen al twee jaar bij de lucht
macht in Indië - overgeplaatst naar
Nieuw-Guinea. Vanuit Batavia (het
huidige Djakarta, op Java) was hij
per schip bijna een maand onder
weg, via Surabaja, Makasar (op
Celebes), Ambon (waar in fort Vic
toria twee weken op een andere boot
gewacht moest worden), Fak-Fak,
Sorong en Manokwari (alledrie op
Nieuw-Guinea) naar het koraalei
land Biak aan de noord-westkant
van de Nederlandse kolonie. Daar
was een militair vliegveld.
Klippel en zijn collega's moesten er
'verwaaide' bommen van de Ameri
kanen opruimen. De Tholenaar reed
de bommen met een vrachtauto naar
een verzamelpunt, waar ze tot ont
ploffing gebracht werden. "Ik reed
voor de ontploffing meestal naar een
kruispunt iets verderop, maar op een
keer viel er een flinke scherf vlakbij
me uit de lucht." Klippel weet ook
nog dat hij een keer een bom ver
loor. "Maar dat gaf niet, want er zat
geen ontsteking meer in." Ook para
chutefakkels en granaten ruimde hij
op. Klippel laat foto's zien van over
woekerde vliegtuigen die door de
Amerikanen op Biak gedumpt
waren. "Ze werden opgekocht door
iemand die er al het aluminium uit
haalde. Met de propellerbladen
alleen al werd een heel schip
gevuld."
Een ander restant van de oorlog was
de zogenaamde Jappengrot. "Dat
was een grot waarin Japanse solda
ten zich schuil hielden. De Amerika
nen dropten er vaten benzine en
bommen, om hen op die manier uit
te schakelen. Wij vonden er nog wel
botten en schedels." Het grootste
deel van zijn tijd bracht Klippel door
met zwemmen. "Dat kon ik niet,
maar ik heb het op Ambon geleerd."
In maart 1950 zat zijn periode
Nieuw-Guinea er op. Met een Dako
ta vloog hij in drie dagen via het
Molukse eiland Morotai, Celebes en
Borneo naar Batavia. Daar verbleef
hij nog een maand, waarna hij
scheep ging voor de thuisreis.
April/mei was Klippel weer terug in
Tholen. "Ik ging aan de slag bij mijn
oude werkgever Bierens aan de Ket-
tingdijk en had die eerste week
negen blaren op mijn handen", ver
telt hij.
De Tholenaar werd aanvankelijk
ingelijfd bij de artillerie en in Breda
opgeleid tot chauffeur. Bij aankomst
in het kamp Berenlaan in Batavia in
1947 - "mijn vriend Izak de Heer
haalde me daar af' - werden hij en
zijn maats bij de luchtmacht gedeta
cheerd. Klippel moest als enige naar
Ambon. De reis ging per schip naar
Makasar en verder in een B-25 bom
menwerper. "Het was de eerste keer
dat ik vloog en ik had het er dan ook
niet zo erg op", vertelt hij. Op
Ambon bleek maar één vrachtwagen
te zijn en die was al bemand, zodat
hij aan zijn rijopleiding weinig had.
Na een half jaar kwam Klippel terug
op Java en koos ervoor om in Ban-
dung-Tjimahi opnieuw een rijoplei
ding te volgen. Na de eerste was
namelijk nog geen rijbewijs uitge
reikt. Vervolgens kwam de Thole
naar terug in Batavia, op het vlieg
veld Tililitan. Een jaar lang bracht
hij de kinderen van officieren en
onderofficieren met een bus naar
school. "Dan moest ik wel 13 a 14
scholen af." Ook begeleidde hij offi
ciersvrouwen die inkopen moesten
doen.
Van de spanningen die er in die
periode waren rondom de onafhan-
kelijheidsstrijd in Indonesië, merkte
Klippel nauwelijks iets. "Alleen tij
dens de tweede politionele actie
(eind december 1948 - red.) moest
ik een wapen bij me hebben in de
bus." Gedurende zijn verblijf ont
moette de Tholenaar ook enkele
bekenden van het bataljon Zeeland,
die als oorlogsvrijwilliger in Indië
waren.
Na al die jaren heeft Klippel nog
altijd contact met dienstmaten uit
Groningen en Capelle aan den Us-
sel. En onlangs bezocht hij in Den
Helder een reünie van de lucht
macht. "Het valt niet mee om daar je
maten van toen weer te herkennen",
zegt de Tholenaar.
Het westelijke deel van Nieuw-Gui
nea - bijna de helft van het eiland
omvattend - werd in 1828 door ons
land in bezit genomen en in de jaren
M. Klippel uit Tholen kreeg het herinneringskruis Nieuw-Guinea.
twintig van deze eeuw bestuurlijk
onder de Molukken gebracht. Op 27
december 1949 werd Indonesië
onafhankelijk na het ondertekenen
van de soevereiniteitsoverdracht,
maar Nieuw-Guinea werd daarvan
uitgesloten. (Soekamo en Hatta rie
pen al op 17 augustus 1945 de repu
bliek Indonesia uit en die datum
wordt in het land nog altijd als onaf
hankelijkheidsdag gevierd.) Het
leidde ertoe, dat Indonesië in 1960
de diplomatieke betrekkingen met
Nederland verbrak. Eind 1961 en
begin 1962 landden Indonesische
parachutisten op het eiland, wat tot
een 'klein oorlogje' leidde. Onder
Amerikaanse druk en vanwege bin
nenlandse spanning gaf Nederland
uiteindelijk toe. Op 1 oktbber 1962
droeg ons land het bestuur over aan
de United Nations Temporary Exe
cutive Authority. Die tijdelijke
bestuurscommissie droeg de macht
op 1 mei 1963 over aan Indonesië.
In maart van dat jaar waren de
betrekkingen tussen beide landen
weer hervat.