Brandende Engelse bommenwerper
stort neer in de Ravensoordpolder
Brieven van oma
Zes bemanningsleden komen om op augustusavond in 1941
Donderdag 27 april 1995
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
23
BEVRIJDINGSNUMMER
1945 1995
BEVRIJDINGSNUMMER
1945 1995
DE THOOLSE COURANT
DE THOOLSE COURANT
Schuller
Selectie
"¥"""V e graanoogst is bin-
E nengehaald en de
JL*S dag van 29 augus
tus 1941 wordt door een
vroege schemering gesloten.
Er dreigt onweer. Vanuit
verschillende bases in
Engeland is de luchtmacht
naar Duitsland vertrokken.
doorA.GA. Verswijveren
Hele formaties trekken hoog in de
lucht via Nederland naar hun doelen.
Op het einde van de dag keert de
RAF-vloot terug en geraakt in zwaar
weer. Het Duitse luchtafweergeschut
kan op zo'n moment niet effectief
gebruikt worden, want de priemende
stralen van de zoeklichten dringen niet
door het dichte wolkendek. Boven dat
wolkendek, waar het helder is, vliegen
de Duitse nachtjagers. Het kan een
keuze voor de veiligheid van de bom
menwerpers zijn om het wolkendek
op te zoeken.
In het dunbevolkte gebied tussen Sint-
Maartensdijk en Sint-Annaland stort,
ten zuiden van de huidige Muiterij-
weg, met veel geraas een Engelse
bommenwerper neer. Door de herver
kaveling is de situatie ter plaatse
gewijzigd; de plaats is te traceren in de
noordelijke punt van de Ravensoord
polder, over de tweede watergang die
onder de weg loopt. Het toestel, een
tweemotorige Vickers Wellington van
de serie MK 1C, behoort bij het 214de
squadron van de federale Maleise
staat, toegevoegd aan de RAF en heeft
als basis Stradishall bij Cambridge in
het graafschap Suffolk. De zes man
nen aan boord, in de rang van serge
ant, hadden als opdracht doelen te
bombarderen in Frankfurt am Main.
Op de terugweg is het toestel waar
schijnlijk door de bliksem getroffen
en brandend neergestort. In ieder
geval eisen zowel de bezetting van het
luchtafweergeschut als Duitse nacht
jagers het neerschieten van dit toestel
op. De Lageberichte Niederlande
Abwehr Woche 24.8-30.8 1941 ver
melden op 29 augustus 22.40 uur 1
Vickers Wellington abgestürzt.
Op maandag 1 september maakt de
luchtbeschermingsdienst van Sint-
Maartensdijk het volgende proces
verbaal op. 'De le september 1941
verklaar ik, Hans Heinrich Schuller,
burgemeester van de gemeente Sint-
Maartensdijk, dat in den avond van
vjrjjdag 29 augustus 1941 te omstreeks
22.40 uur (precieze tijd) een brandend
vliegtuig in de gemeente Sint-Maar
tensdijk is neergestort en wel in het
.J'
i#"
Duitse soldaten bewaakten de resten van het in de Ravensoordpolder neergestorte Engelse vliegtuig.
landelijk gedeelte daarvan, ter plaatse
genaamd Ravensoordpolder.
- dat van deze neerstorting terstond
door mij mededeling werd gedaan aan
den commandant der Duitse Weer
macht hier ter plaatse;
- dat ik bij aankomst ter plaatse waar
het vliegtuig was neergestort aantrof
de commandant voornoemd, met
eenige Duitse militairen benevens een
marechaussee;
- dat mij door den commandant werd
medegedeeld, dat het een Engelsch
vliegtuig was en nog geen piloten
waren gevonden;
- dat na het afzoeken van de omgeving
een piloot werd aangetroffen die ten
gevolge van een zware hoofdverwon
ding was overleden;
- dat den volgenden morgen door de
commandant voornoemd mij werd
medegedeeld, dat nog vijf piloten in
levenloozen toestand waren aange
troffen;
- dat geen schade aan huizen of
gewasschen is aangericht;
- dat van mijn bevindingen door mij
telefonisch mededeel ing werd gedaan
aan de bevoegde autoriteit.
Waarvan door mij, burgemeester der
gemeente Sint-Maartensdijk, per
soonlijk op den eed afgelegd bij den
aanvang van mijn ambt is opgemaakt
en gesloten dit procesverbaal te Sint-
Maartensdijk den 1 september 1941,
w.g. H.H. Schuller".
Ook de gemeentepolitie te Sint-Anna-
land maakt een proces-verbaal op.
Johannes Baas, gemeente- en onbe
zoldigd rijksveldwachter vermeldt:
'dat in den namiddag van 30 augustus
1941, omstreeks één uur, aan het
gemeentehuis werd gebracht en over
gegeven aan den Heer Burgemeester
alhier een parachute, alsmede ver
schillende onderdeelen van een vlieg
tuig gevonden in de St. Annalandsche
polder, gemeente Sint-Annaland, ver
moedelijk afkomstig van een in de
naburige gemeente Sint-Maartensdijk
brandend neergestort vliegtuig.
Bedoelde parachute, alsmede de
onderdelen zijn in den voormiddag
van 31 augustus 1941 door de Duitse
Weermacht in ontvangst genomen en
overgebracht naar Vlissingen'.
Vlissingen
Uit deze twee processen-verbaal is op
te maken dat de Wellington brandend
is neergestort en verschillende onder
delen in de omgeving zijn neergeko
men. Traditiegetrouw zal onmiddel
lijk een verbod zijn uitgevaardigd dat
geen burgers bij de plaats zouden
komen en Duitse soldaten zijn belast
met het bewaken van de resten. Door
een volijverige, doch verkeerde, Sint-
Annalander worden in opdracht van
de Duitsers de landbouwers Gunteren
Breure gelast met paard en wagen te
verschijnen. Met de paarden wordt het
wrak uit elkaar getrokken om de lijken
van de bemanningsleden er tussenuit
te krijgen. Daarna worden de zes ver
minkte lichamen op de wagens gela
den en naar het lijkenhuisje in Sint-
Annaland gebracht.
Breure is het beeld van zijn lugubere
lading nimmer kwijtgeraakt. Ik heb
niet kunnen vinden of de lijken
behoorlijk gekist zijn, ik veronderstel
van wel. Ze zijn in elk geval naar Vlis
singen vervoerd en daar op 2 septem
ber op de geallieerde Noorderbegraaf
plaats ter aarde besteld, in vak B 1 t/m
6.
Gegevens van de zes bemanningsle
den:
1. Foxlee, Edward Wilson, nr.
R/58058, RCAF (Canadese lucht
macht ingedeeld bij de RAF), piloot,
20 jaar, zoon van Harold Royson en
Olive Mary Foxlee, afkomstig van
Robson, Br. Columbia, Canada. Hij
had reeds een broer in de oorlog verlo
ren;
2. Halestrap, Ernest, nr. 948309, tele-
grafist/luchtschutter, 26 jaar, zoon van
Frederick en Mary Halestrap uit
Upminster, Essex, echtgenoot van
Joan Evelyn Halestrap uit Upminster,
3. Williamson, John Henry, nr.
1057437, piloot, 23 jaar, zoon van
Henry en Grace Catharina William
son uit Edinburgh;
4. KluskyGerald, nr. 915976, naviga
tor, leeftijd onbekend; zoon van Jack
en Lily Klusky uit Neasden, Middle
sex;
5. Jerrard, John Edward, nr. 961532,
waarnemer, 23 jaar, zoon van Gordon
Charles en Ida Louisa Jerrard uit
Walthamstow, Essex;
6. Morris, Kenneth, nr. 985066, tele-
grafist/luchtschutter, 19 jaar, zoon van
Louisa Morris, stiefzoon van Joseph
Bell uit Leeds.
De tweemotorige Wellington had een
bewapening van twee beweegbare
boordkanonnen en kon een snelheid
halen van 300 km/u.
Dezelfde avond als op Tholen is in de
gemeente Rilland-Bath eveneens een
toestel van deze bombardementsgroep
neergestort.
Zes mensen verloren hun leven voor
onze vrijheid. Een vrijheid waarop wij
toen nog ruim drie en sommigen vier
jaar moesten wachten.
ER VOLG VAN PAGINA 2
De uitlating van de luitenant der mare
chaussee uit Zierikzee, die de Sicher-
heitspolizei vergezelde, dat er bloed
zou vloeien, is gelukkig niet bewaar
heid. Elders in het land liep de staking
niet zonder slachtoffers af.
Arbeidsinzet
In de maand mei 1943 verscheen de
oproep in de dagbladen dat alle jonge
mannen geboren vóór 17 en 18 mei
1921 zich voor de arbeidsinzet moes
ten melden op het arbeidsbureau. De
bedoeling van die oproep was, om de
jongemannen na keuring voor werk in
Duitsland te bestemmen. Het was niet
de bedoeling om bij 1921 halt te hou
den; de jaren 1920, 1922, 1923 en
1924 kwamen ook aan de beurt. Tot
en met augustus 1943 werden door
deze maatregel twintig jongelieden
opgeroepen en aangewezen voor het
verrichten van arbeid in Duitsland.
Deze maatregel werd wel aangevoeld
als de ergste, daar men het vertrek
naar Duitsland, in verband met de
veelvuldige bombardementen in dat
land, weinig aanlokkelijk vond. In het
algemeen was er weinig lust om voor
Duitsland arbeid, en dan nog wel
gedwongen, te gaan verrichten.
Ofschoon de kans op vrijstelling aan:
vankelijk gering was, lukte het enke
len die in het desbetreffende land
bouwbedrijf om sociale redenen
moeilijk gemist konden worden, vrij
stelling te bekomen. Voornamelijk bij
de lichting 1924 was de kans gering,
bij de latere lichtingen kwamen de
vrijstellingen (vlot) los.
Radio's en klokken
Op 14 mei 1943 verscheen een circu
laire dat alle radio's verbeurd ver
klaard waren, en tussen 31 mei en 5
juni op een nader aan te wijzen plaats
ingeleverd moesten worden. Te Oud-
Vossemeer werd de inlevering
bepaald op 1 en 2 juni 1943 en wel in
een leegstaand lokaal van de School
met de Bijbel, dat voor deze gelegen
heid werd gevorderd. Op de genoem
de dagen werden 184 toestellen inge
leverd. Na de inlevering moesten op
last van de gewestelijke politiepresi-
dent plotseling de verkoopregisters bij
de radiohandelaren in beslag worden
genomen. En dit geschiedde bij de fir
ma Gebraad, J J. Gelok en W. Klippel.
Deze maatregel werd sommigen te
machtig om hun achtergehouden toe
stel te behouden. Ook ds. Vreugdenhil
leverde toen zijn toestel in. J.A. Hees
termans leverde op 5 juli het laatste
toestel in. Slechts enkelen hadden hun
toestel mogen behouden, namelijk een
In 1940 verdween de brug bij Tholen in twee stukken in het water van de Eendracht.
viertal NSB'ers, twee leden van het
Arbeidsfront en de Boerenleider. Een
toestel kon met hulp van de NSB met
veel moeite worden teruggevorderd.
De circulaire van 3 december 1942
hield in dat overgegaan zou worden
tot vordering van torenklokken. Voor
deze gemeente werden afgegeven: de
luidklok in de toren van de Nederland
se Hervormde kerk, de klok of luidbel
van de Rooms-Katholieke kerk en de
luidbel in het torentje van het gemeen
tehuis.
Het nodige werd gedaan om de toren
klok te behouden. Deze klok was in
1727 gegoten door Nic. de Greve te
Middelburg; ze bevatte het oudst
bekende wapen van de ambachtsheer
lijkheid Oud- en Nieuw-Vossemeer.
Op 5 maart 1943 kwam bericht van de
inspectie kunstbescherming, dat een
begin zou worden gemaakt met het
verwijderen van de klokken. De toren
klok moest worden voorzien van de
letter P in witte verf, hetgeen erop
duidde dat ze zo mogelijk behouden
moest blijven.
Het mocht niet baten. Op 15 april
1943 werden verwijderd de 280 kg
zware klok, de kleine bel (21 kg) uit
het torentje van het gemeentehuis met
het opschrift 'Jan de Clerck me fecit
1652', benevens de klok van de
Rooms-Katholieke kerk, terwijl op 6
mei 1943 vervoer naar Zierikzee
plaatsvond.
Evacueren
De meest ingrijpende maatregel
kwam in het begin van 1944. De Duit
sers waren over het toppunt van hun
macht. En zo men dit nog niet had
kunnen lezen uit de aan handen en
voeten gebonden couranten, dan zorg
den de clandestiene radio-ontvangtoe
stellen wel dat het nodige bekend
werd. Uit alle Duitse maatregelen kon
meer dan voldoende worden afgeleid,
dat er aan veel behoefte kwam. Men
had meer dan alle krachtsinspanning
nodig om de oorlogsmachinerie op
volle toeren te laten draaien. Dit op
zichzelf was, voor hen die naar de vrij
heid uitzagen, reeds een veelbelovend
teken. De geallieerden werden sterker
en sterker. De druk op de Duitse fron
ten werd groter en groter. De zorgen
voor de Duitsers vermeerderden,
waardoor de druk op de bewoners van
bezette gebieden groter werd.
En zo kwam in februari 1944 de aan
kondiging dat de bewoners van het
eiland Tholen moesten evacueren.
Was op maandag 14 februari reeds het
gerucht gegaan dat de zuidkant van
het eiland (Tholen, Poortvliet, Scher-
penisse, Sint-Maartensdijk en Stave-
nisse) zou moeten evacueren, de vol
gende dag was er ook sprake van dat
de Sint-Annalanders hun woningen
zouden moeten verlaten.
Op 15 februari werd een telegram ont
vangen van de commissaris der pro
vincie, dat er de volgende dag een ver
gadering van burgemeesters ge
houden zou worden op het gemeente
huis van Tholen. Hier werd onder lei
ding van de Duitse militairen gezegd,
dat alle mensen van het eiland Tholen
naar elders zouden moeten evacueren
met de hele levende have en de land-
bouwvoorraden. Op 5 maart moest
alles beëindigd zijn. Tot 25 februari
zou men zelf voor een onderkomen
kunnen zorgen; men noemde dit vrij
willige evacuatie. Daarna zou de
gedwongen evacuatie aanvangen voor
nog niet vertrokkenen naar de voor
hen aangewezen plaatsen. Per persoon
mocht men 200 kg meenemen, meu
belen moesten op de zolder geborgen
worden. De landbouwers moesten
eerst het vee, daarna de landbouwpro-
dukten en voorraden en vervolgens de
landbouwwerktuigen evacueren.
Paarden moesten het allerlaatst.
Verbeten
Bij het bekendmaken van de evacu
atiebepalingen wreven velen zich de
ogen uit, men kon het niet geloven.
Langzamerhand drong het tot velen
door dat het werkelijk ernst was. De
dorpsgemeenschappen werden mid
den in oorlogstijd uit elkaar gerukt. De
inwoners, her- en derwaarts verspreid,
gingen een onbekende toekomst tege
moet. Hoe men na de inundatie huis,
goed en grond zou terugvinden, bleef
een open vraag.
Met dit alles voor ogen was er geen
sprake van wanhoop. Men was verbe
ten op de vijand en wel zodanig dat
wanneer er, met uitzondering van de
NSB'ers, nog ergens van een greintje
sympathie sprake is geweest, dit toen
ook verloren is gegaan. De vuisten
werden gebald, de tanden op elkaar
gezet. En met de nodige zegewensen
aan het adres van Duitsland met zijn
edelgermanen begon voor enkelen al
op 17 februari de evacuatie.
Nieuw-Vossemeer, Halsteren, Bergen
op Zoom en andere plaatsen in west-
Brabant namen velen op. Bergen op
Zoom, waarvan de inwoners aanvan
kelijk waren aangewezen om naar
Tholen te evacueren, ontving nu zijn
aandeel eilandbewoners.
Hoe vertrok men. Hield men zich aan
de 200 kg? Zeer zeker niet, alles werd
meegenomen, meubels inbegrepen.
Vele voertuigen gingen met have en
goed over het veer te Oud-Vossemeer
en te Tholen naar Brabant. Het was
een kleine volksverhuizing, die vooral
de bejaarden bloed en tranen kostte.
Het ging ordelijk, geleidelijk en goed;
het was geen vlucht, men hield het
hoofd koel.
Ook de landbouwvoorraden werden
geleidelijk afgevoerd, voornamelijk
aardappelen werden verscheept en
vervoerd naar de grote opslagplaats te
Vogelenzang bij Halsteren.
Van tegenwerking van de Duitse
maatregel was geen sprake. Men ging,
en de wil om te gaan was meer dan
voldoende te constateren. Spoedig
was te zien dat binnen de bepaalde tijd
de evacuatie onmogelijk uitgevoerd
kon zijn, de voorraden op het eiland
waren te groot. Ook de Duitsers waren
verbaasd over de vruchtbaarheid van
de gronden. Nochtans spoorde men
Hoe het verloop was? Het aantal ver
trokken evacuees bedroeg tot en met
21 februari 170. Op de drie volgende
dagen vertrokken respectievelijk 465,
497 en 300 personen (in totaal dus
1432). Vóór 25 februari was dus meer
dan de helft van de bevolking van
Oud-Vossemeer afgevoerd, doch de
bepaling kwam af dat zij die in de
landbouw werkzaam waren niet
mochten vertrekken. Zij waren ver
plicht te helpen bij het afvoeren van de
landbouwvoorraden. Zij mochten het
eiland niet af, evenmin als paarden en
voertuigen. Alleen voor vervoer van
landbouwvoorraden was het verlaten
van het eiland toegestaan, met de ver
plichting terug te keren.
Bij het afvoeren van de bevolking
moest toen een zekere selectie worden
toegepast. Dus zij die wegens onge
steldheid, leeftijd of ziekte niet in aan
merking kwamen om te werken, kon
den vertrekken. Afgevoerd werden op
25 februari 142 personen, 26 feb. 21,
27 feb. 2,28 feb. 10,29 feb. 6,1 maart
3,2 mrt 8,3 mrt 11,4 mrt 53,6 mrt 5
en 7 mrt 3 personen.
Van 26 februari tot en met 1 maart
1944 werden 1.248.463 kg aardappe-
len afgevoerd en in de daarop volgen
de dagen respectievelijk 340.000,
280.000 en 50.000 kg. Het vervoer
met de enkele vrachtauto's en de
paardentractie ging te langzaam, op
zondag 5 maart werden daarvoor
Duitse vrachtauto's ingezet. Het lukte
toen acht dagen lang gemiddeld
300.000 kg aardappelen per dag af te
voeren.
Fragmenten uit drie brieven. De twee uit okto
ber 1944 zijn geschreven door mevrouw AJ.
van Oost-Gelderblom aan haar dochters Sien
in Middelburg en Koos in Westkapelle. De brief van 1
november 1944 door de uit Poortvliet afkomstige Jan
Mosselman, die in Halsteren geëvacueerd was.
Een kleindochter van mevrouw
Van Oost, mevrouw T.G. Pas
toor-Mosselman uit Hendrik-
I do-Ambacht, bundelde de
brieven vorig jaar, aangevuld
met informatie ova* de bevrij
ding van Tholen, en stuurde ze
haar familieleden toe.
Tholen 15 Oct 1944. Hier is het
nu nogal rustig. In Bergen wor
den ze bang. De geëvacueerden
komen naar hun huisjes hier
terug. De Bergenaren bespreken
hier ook al plaatsen, als het hen
te benauwd wordt De winkelra
men worden met planken betim
merd. LL vrijdagavond half 9
was hier zoo'n groote knallen of
gedreun als nog niet is geweest
en niemand weet, wat het
geweest is. In Bergen dachten ze
dat onze brug eraan ging en wij
dachten dat in Bergen iets opge
blazen werd of zoo. Spiegelruit
bij Laban en Metse gingen stuk,
in Halsteren ook. Vele geëva
cueerden komen terug maar
mogen eigenlijk niet en moeten
naderhand toch weer weg van
loer, zegt Meloen.
Electr. hebben we nog van 5 tot
11, hoe lang zal het duren. Gas
van half 8 tot 8, van 12 tot 1 en
van half 8 tot 9. Water van 8 tot
10 en van half 6 tot 8 's avonds.
We gaan morgen met de gaar
keuken meeëten, want ons eten
komt niet gaar. Velen doen mee,
7 is 1 week aan den gang en het
moet goed zyn. f2j25 per per
soon per week, iedere week kun
je kaarten koopen, niet per dag.
We zullen zien of het ons bevalt.
Tholen 18 Oct 1944. Zou nu nog
het ergste moeten beginnen.
Beschieting van alle zijden, we
zullen er maar niet te veel aan
denken en hopen dat het niet zo
erg moge worden, 't Is hier
anders akelig om aan te horen,
het kanongebulder daar bij
Woensdrecht en den Dam.
Hoogerheide heeft ook zoo veel
te verduren gehad, telkens gewis
seld van bezetting. Evacuees van
hier, die daar waren, zijn
gevlucht en weer hier op 't eiland
teruggekomen met achterlating
van wat zü hadden meegenomen
eerst Nu is vandaag Woensdag
18 Oct hier een biddag of boete
dag gehouden voor den oorlog in
alle kerken en aan 't einde is er
gevraagd om kleeren voor the
vluchtelingen van alle leeftijden.
Nu mogen geen vreemden hier
meer binnenvallen. Tholen is al
zoo dicht bevolkt Die vroegere
geëvacueerden mogen hier niets
in de winkels halen, ze moeten
dat in Brabant doen. Ze hebben
ook geen noodkaartbonnen
zooals wy.
Halsteren 1 nov 1944. Zooals je
misschien weet kwamen de
Canadeezen zaterdag hier bin
nen en was Halsteren vrij. Doch
niet zonder gevaar, vooral van
beschieting van Duitsche troe
pen. Dit is tot op heden nog niet
gebeurd entdis Steenbergen op
dit oogenbtik nog niet vrij, zullen
we maar hopen dat we er vanaf
zijn.
Wij waren van plan om naar
Tholen te gaan, hadden daar een
kamer. Zyn daar vrijdag op pad
naartoe geweest doch mocht
niemand over de brug. Toen heb
ben we maar besloten te blijven
en de kelder maar in te gaan als
het noodig was.
We hebben één bange nacht
gehad van zaterdag op zondag.
Er zijn toen om huis en schuur
op kleine en wat grootere afstand
14 granaten gevallen, wat
natuurlijk angstige oogenblik-
ken geweest zijn. De andere
nachten zijn voor ons kalm ver-
loopen. Halsteren zelf is weinig
beschadigd. By ons zyn er 20
ruiten stuk. Anders geen scha,
dus best afgeloopen.