Woensdagmiddag
werd het ernst
Met paarden
Gesneuveld
Laatste Stuiver
Donderdag 27 april 1995
BEVRIJDINGSNUMMER
1945 1995
BEVRIJDINGSNUMMER
1945 1995
DE THOOLSE COURANT
Brug opgeblazen
Tww doden
DE THOOLSE COURANT
21
T^V« verdediging van
Mhet eiland Tholen
JLS was toevertrouwd
aan het eerste bataljon van
het 38-ste regiment infante
rie - verminderd met één
compagnie die nabij Vlis-
singen was gedetacheerd -
met een totale sterkte van
uiteindelijk ongeveer 600
man. De commandant,
majoor J.CA. Meijer, ves
tigde zijn commandopost op
de boerderij De Laatste
Stuiver aan de Oud-Vosse-
meersedijk net buiten Tho
len.
Het voornaamste verdedigingspunt
was de oostzijde van het stadje én het
bruggehoofd (hoornwerk) op de oos
telijke (Brabantse) oever van de Een
dracht. De verdedigingssterkte
bestond uit de 2-de compagnie infan
terie, min een sectie, vermeerderd met
twee secties met totaal zes zware
mitrailleurs en een sectie met twee
mortieren.
Bij Botshoofd een sectie infanterie.
Bij Oud-Vossemeer de bijna volledige
1-ste compagnie infanterie, vermeer
derd met een sectie met vier mitrail
leurs en een sectie met twee stuks
veldgeschut. Een sectie infanterie met
één zware mitrailleur, die de beschik
king had over twee vrachtwagens, was
de mobiele bataljonsreserve. Deze
had tot taak patrouilles uit te voeren
over het eiland.
De polders aan de Brabantse kant van
de Eendracht waren onder water gezet
door het openen van de getijdesluizen,
onder andere de sluis bij de brug. In de
polders Glymes en Eendracht stond
behoorlijk veel water. In de Auverg-
nepolder stonden de hoger gelegen
landerijen en erven, alsmede de weg
van Halsteren naar Tholen, droog.
Deze weg, de enige verbinding met
Tholen, was versperd. Een paar hon
derd meter voor het hoornwerk lagen
een twintigtal omgezaagde bomen,
verder uitgerold prikkeldraad, hekver
sperringen en daarna putringen gevuld
met zand.
De secties zware mitrailleurs stonden
verdekt opgesteld, goed beschermd en
gecamoufleerd. Om op de hoogte te
blijven van de Duitse troepenbewe
gingen, werden herhaaldelijk patrouil
les uitgezonden tot op de lijn Bergen
op Zoom/Lepelstraat en richting
Nieuw-Vossemeer. De pont was daar
uit de vaart genomen.
Overmacht
De stellingen waren vanaf 3 uur 's
morgens op 10 mei 1940 volledig
bezet. De voortdurende waakzaam
heid vergde al veel van de verdedi
gers, en bovendien was men geregeld
bezig verbeteringen aan te brengen
aan de verdedigingen. Zuid-Beveland
werd, van oost naar west bezien, door
verschillende verdedigingslinies
beschermd: bij Bath, en verder de
belangrijk geachte Zanddijklinie. Het
belang van een nevenfront op Tholen
was, de Zanddijklinie te behoeden
voor een aanval vanuit noordelijke
richting.
Vroeg in de morgen werd bekendge
maakt dat Duitse troepen 's nachts om
3 uur onze grenzen hadden overschre
den. Ruim een uur later bombardeerde
de Duitse luchtmacht Nederlandse
vliegvelden en onze luchtvloot werd
binnen enkele uren danig gedeci
meerd. De slag in Limburg en in de
Peel werd verloren. De Nederlandse
troepen trokken moedeloos terug in
westelijke richting. Zij hadden de ver
schrikkingen in deze ongelijke strijd
ondervonden.
Een halve eeuw geleden
kwam er een einde aan de
Tweede Wereldoorlog. Tho
len en Sint-Philipsland waren
toen al een haff jaar bevrijd,
maar veel inwoners verbleven
nog elders in het land. Dege
nen die wèl thuis waren,
leden veel ontberingen. En
gezien de inslag van een V-l
in maart 1945te Poortvliet.
Maar hoe kwam het tot de
bezetting van deze streek?
Wat speelde er zich in de mei
dagen van 1940qf, nu 55jaar
geleden? Is er veel strijd gele
verd? Op deze vragen probe
ren we hier een antwoord te
geven. A.GA. Versw\jveren
uit Halsteren beschrijft de
verrichtingen van de Neder
landse troepen die Tholen
verdedigden (op Sint-Philips-
land waren er geen gelegerd).
Eerste Pinksterdag, 12 mei. De men
sen trokken naar hun kerk en bespra
ken de toestand van de oorlog en het
mooie weer. Twee feiten die voor
sommigen even belangrijk waren.
Men had vliegtuigen gezien. Niet
iedereen was op de hoogte van de ont
wikkelingen in de strijd; dat kende
men niet, men had immers nooit een
oorlog meegemaakt. Andere inwo
ners, die familie of kennissen hadden
die aan het front stonden, hadden ang
stige en onzekere gevoelens. Men ver
nam dat de Fransen, onze bondgeno-
De vernielde Thoolse brug, vanaf de Brabantse kant gezien, in november 1940. Met een houten voetbrug is de verbinding hersteld.
De strijd om Tholen in
de meidagen van 1940
Ons land bleef in de periode 1914-1918, en ook daarna, als
één van de weinige Europese landen, neutraal. Dit had aan
vankelijk, samen met een onjuiste defensiepolitiek, tot gevolg
dat er weinig aandacht werd besteed aan de ontwikkeling van
ons leger. Pas in 1935 werden ingrijpende wijzigingen in de
dienstplicht aangebracht teneinde de defensieve kracht van
het land op te voeren. De bedoelde wijzigingen waren echter
nog nauwelijks of niet doorgevoerd op het ogenblik dat ook
Nederland in de strijd werd betrokken.
De lichting 1938 had een oefentijd van elf maanden achter de
rug; de meeste eerdere lichtingen 51 maanden of nog korter.
Er werden zelfs troepen ingezet die slechts zes weken in dienst
waren (rekruten). De geoefendheid van de troepen was dan
ook bepaald onvoldoende en de encadrering (het indelen van
de officieren en onderofficieren) liet erg te wensen over.
Bovendien hadden ze veelal geen voldoende praktische oplei
ding.
In 1919 bestond in Nederland op het gebied van de bewape
ning een grote achterstand, in vergelijking met andere geal
lieerde landen. Deze landen hadden vóór en tijdens de Eerste
Wereldoorlog hun bewapening aanmerkelijk versterkt en aan
hen was daarna een aanzienlijke oorlogsbuit ten deel geval
len. Nederland daarentegen was niet bereid voldoende geld
voor defensie uit te trekken. In 1935 besteedde ons land er het
kleinste percentage van de staatsbegroting voor, namelijk 8,7.
Ter vergelijking: het eveneens neutrale Zweden trok 14
uit, België 16ft% en Frankrijk zelfs 35,7%.
Naderhand kwam er meer aandacht voor de bewapening,
maar de tijd was te kort. Verouderd geschut was nog niet ver
vangen. De oudste vuurmonden, ingevoerd in 1878 en 1880,
werden uit de arsenalen gehaald. Deels kwam dat, doordat de
in Duitsland bestelde moderne houwitsers niet werden gele
verd. Hetzelfde gold voor ander materieel, dat in Duitsland
was besteld of dit land moest passeren. Het voor deze vuur
monden opgeleide personeel kwam beschikbaar voor het
bedienen van het verouderde geschut.
Pantserafweergeschut was voor eenderde op de sterkte die
nodig werd geacht. Voor een aantal vuurmondsoorten, als
mede mitrailleurs en handvuurwapens, bleef de benodigde
hoeveelheid ver beneden peil. Zo zelfs, dat tijdens de mobili
satie de voor het houden van schietoefeningen nodig geachte
hoeveelheid munitie niet ter beschikking gesteld kon worden.
Onvoldoende was ook de toestand van de luchtstrijdkrachten.
Er waren 24, vooral verouderde, vliegtuigen gevechtsgereed.
Daarnaast 50 marinevliegtuigen, die niet voor de strijd zijn
ingezet. Bij het uitbreken van de oorlog lag het grootste deel
van de Nederlandse marinevloot in de Indische wateren.
De algehele mobilisatie was op dinsdag 29 augustus 1939.
Zondag 3 september lagen de troepen in de stellingen; stellin
gen die niet overal gereed waren. In plaats van te oefenen
werd veel tijd besteed aan het inrichten van de stellingen en
het maken van marsen.
Het neutrale Nederland werd paraat geacht en wachtte. Het
was tot vrede geneigd, niet in staat een moderne oorlog te voe
ren. Op de avond van 9 mei 1940 kwamen van de troepen
langs de Duitse grens de eerste verontrustende berichten bin
nen. Voor de opperbevelhebber van land- en zeemacht, gene
raal H.G. Winkelman, was dit voldoende reden om zijn troe
pen te waarschuwen: 'Weest op Uw hoede', 's Avonds laat
begreep men, dat de Duitse aanval stond te gebeuren.
ten, te hulp schoten en zag of hoorde
van de verdedigingswerken aan de
Eendracht. Aan de overkant van de
Thoolse brug waren in de loop van de
dag groepen ontredderde Peelsolda-
ten, totaal 200 man, aangekomen. In
hoofdzaak per fiets. Enkele voertui
gen lieten ze aan de Brabantse kant ter
vernieling achter. In verband met de
op de weg aangebrachte versperringen
was passeren onmogelijk, en de troep
trok over de brug Tholen in. Uit hun
verhalen was niet veel goeds te horen:
"We hadden te maken met een superi
eure overmacht'. De mannen werden
met vrachtwagens afgevoerd naar de
havens van Stavenisse, Sint-Maar
tensdijk en Sint-Annaland, en ver
scheept naar Walcheren.
De volgende dag, 13 mei, probeerde
een groep terugtrekkende Peelsolda-
ten onder leiding van de reserve luite
nant-kolonel F. v.d. Schrieck bij Oud-
Vossemeer het eiland te bereiken. Hij
en de majoor Meijer zagen het nutte
loze van deze operatie in en na overleg
met de commandant Zeeland te Mid
delburg kreeg Van der Schrieck het
bevel, zich met zijn troep via Bergen
op Zoom naar de Zeeuwse hoofdstad
te begeven.
's Avonds, toen de Duitsers al in de
richting van Roosendaal opgerukt
waren, gaf de commandant Zeeland
het bevel de brag over de Eendracht
op te blazen. Met een luide knal zeeg
het gevaarte rond middernacht ineen.
De verbinding met het hoornwerk
werd daarna met roeiboten onderhou
den.
Er gingen geruchten dat er parachutis
ten op het eiland geland zouden zijn.
De bataljonsreserve patrouilleerde
herhaaldelijk in het gebied en keerde
steeds onverrichter zake terug.
Op 14 mei concludeerde men in Tho
len, na het waarnemen van artillerie
vuur, dat de Bathstelling op Zuid-
Bevcland werd aangevallen. Diezelf
de avond werd deze stelling door de
Nederlandse soldaten grotendeels ver
laten.
Hoornwerk
Op 15 mei werden in Nieuw-Vosse
meer de eerste vijandelijke voertuigen
waargenomen, maar acties bleven van
weerskanten uit.
In de namiddag van die dag naderde
een Duitse patrouille over de weg van
Halsteren naar Tholen. De bezetting
van het hoornwerk opende het vuur en
noopte de verkenners rechtsomkeer te
maken. Enige tijd later verschenen er
op de weg twee personen met een wit
te vlag. Een Duitssprekende sergeant
werd naar de voorste versperring
gestuurd om te vernemen wat deze lie
den kwamen doen. Zij eisten de over
gave van het eiland Tholen, want het
Nederlandse leger had gecapituleerd.
Bij weigering zou Tholen zwaar
beschoten worden door hun artillerie.
Na telefonisch overleg met het com
mando Zeeland gaf majoor Meijer de
sergeant een schriftelijk antwoord
De Thoolsche Courant bracht op vrijdag 17 mei
1940 een speciaal oorlogsnummer uit. Vooral de
vernielingen in het stadje Tholen worden daarin
uitvoerig beschreven.
Maandagnacht was de eerste paniek-
nacht voor Tholen. Toen kwam de
order van den cmdt. van Zeeland dat
men de Thoolsche brug moest vernie
len. Verschillende inwoners verlieten
ijlings hun woningen en zochten zich
buiten Tholen veilig te stellen. Het zal
ongeveer kwart voor twaalf zijn
geweest toen een doffe slag klonk en
de brug in tweeën gebroken in de Een
dracht stortte. De verwoesting aange
richt door de luchtdruk was erg
genoeg.
Op de Wal was geen woning onbe
schadigd, alle sponningen waren
ingedrukt. Hotel Zeeland en Hotel
Hoek kregen veel schade, van de
woning van den heer W. Moelker ver
dween een groot gedeelte van het dak,
de smederij van Gebraad liep veel
schade op, de groote ruiten van de
bakkerij van Van Oost werden geheel
ingedrukt evenals de ramen van C.
Laban, bij G. Vis ging de spiegelruit
er ook aan. De Kruittoren, de
Bebouwdendam kreeg ook haar deel.
Op de Hoogstraat werd het pand van
Lena Nelisse zwaar beschadigd. Op
de Markt is wonder genoeg de ruit van
den manufacturier A. Geluk geheel
vernield.
Bovendien aan verschillende huizen
gebroken ruiten, vernielde daken,
kortom het is een ware ravage die
eenigszins doet zien wat de oorlog kan
brengen.
Woensdagmiddag werd het ernst.
Men hoorde een granaat explodeeren
en toen was het voor de burgerbevol
king geraden een goed heenkomen te
zoeken. Het bleek al spoedig dat Duit-
sche troepen Tholen zochten binnen te
dringen, men hoorde de doffe knallen
van geschut, terwijl de mitrailleurs in
onze stellingen verwoed blaften. Dien
avond gebeurde er verder niets meer.
Donderdagmorgen brachten de Duit-
schers zwaardere kanonnen in stelling
en werd de stad zwaar beschoten. Er
werd door in Tholen inslaande grana
ten zeer veel en groote schade aange
richt. Zoo is de gasfabriek geheel in
elkaar geschoten en zitten wij zonder
gas.
De bakkerij van Van Oost is radicaal
vernield.....(onleesbaar) De smederij
van Gebraad(onleesbaar) En nog
tal van andere huizen leden schade,
zoo is het huisje van P. Schot geheel
verwoest. Ook trof een projectiel het
dak van de groote Kerk. Over het
geheel genomen is Tholen er nogal
goed afgekomen.'
De krant meldt verder het sneuvelen
van twee Nederlandse soldaten en het
arriveren van de Duitse bezettings
macht. Ook wordt melding gemaakt
van het slaan van een noodbrug voor
voetgangers over de Eendracht.
mee ter overhandiging: 'Overgave
wordt door mijn commandant niet
erkend. Over 1 kwartier wordt het
vuur geopend'. Overigens is op het
stuk geen tijdstip vermeld. Nadat de
sergeant deze mededeling had over
handigd, vertrokken de parlementairs
weer.
Enige tijd later opende de vijand het
vuur met mortieren, infanteriegeschut
en mitrailleurs. Eenheden van het 15-
de mitrailleurbataljon behorende tot
de Grappe Wirtz, en een compagnie
Panzerjager, gingen tot de aanval
over. Het vuur werd vrijwel uitslui
tend gericht op de oostrand van Tho-
len-stad en richtte weinig schade aan.
De gashouder werd in brand gescho
ten.
De Duitse infanterie naderde over de
weg het hoornwerk en werd vandaar-
uit plotseling hevig onder vuur geno
men met mitrailleurs. Daarop hadden
de aanvallers niet gerekend. Ze stoven
van de weg af en geraakten in de vol
gelopen sloten, waardoor verschillen
den verdronken. Er waren ook gewon
den. Het café Het wapen van Zeeland
van Piet Raats, dat tot de watersnood
van 1953 op de hoek van de Lange-
weg en de Tholenseweg was geves
tigd, werd door de Duitsers gevorderd
als veldhospitaal. Het biljart werd
gebruikt als verbandtafel voor een eer
ste behandeling. Anderen waren door
nat en warmden zich bij de kachel.
Was een soldaat verbonden, dan werd
hij afgevoerd naar achter het front.
Naar het schijnt hadden de aanvallers
de verdedigingslinie aan de oostkant
van de brug niet verwacht. Evenmin
hadden ze op deze felle tegenstand
gerekend en waren ze, met het inval
len van de duisternis, genoopt zich op
Halsteren terug te trekken. De eerste
aanval was door de Nederlanders
afgeslagen. De Luftwaffe was niet bij
de strijd betrokken, kennelijk had deze
geen verkenningen uitgevoerd.
De Nederlandse krijgsmacht telde,
naast twee gewonden, twee doden. De
verliezen van de aanvallers bedroegen
ongeveer twintig doden. Het aantal
van hun gewonden is onbekend.
De Duitse commandopost was geves
tigd in 'Gasthaus von Tilburg' te
Steenbergen. Schijnbaar was de com
mandant om acht uur 's avonds nog
vrij optimistisch over het strijdver-
loop. Doch hij verzoekt om pioniers in
verband met de mogelijkheid van het
springen van de brug. Heel anders is
zijn berichtgeving anderhalf uur later.
Hem is door inwoners meegedeeld,
dat ongeveer 350 man in Tholen zijn
en evenzo in Vossemeer. In Tholen
zijn vóór de dam stellingen, draad- en
betonversperringen en mijnen. De
brug is gesprongen, de commandant
weigert overgave. Langs de enige
benaderingsweg is alles geïnundeerd,
de diepte is niet vast te stellen. Hij ver
zoekt om een batterij 15 cm veld-
houwitsers omdat de aanval is vastge
lopen.
Oververmoeid
's Nachts werd de bezetting van het
hoornwerk op de Brabantse oever met
bootjes over de Eendracht gezet. Ze
was oververmoeid geraakt, na vanaf 9
mei onophoudelijk gewaakt, gewerkt
en gevochten te hebben. Reserves om
af te lossen waren er niet, dus het ver
dedigingswerk werd ontruimd. Ook
de vliegende bataljonsreserve was aan
het einde van haar krachten. Bergen
op Zoom was een dag eerder door de
Duitsers veroverd, maar het voor
naamste was dat de Zanddijkstelling
op Zuid-Beveland was gevallen.
Op 16 mei omstreeks 10 uur ver
scheen weer een parlementair voor de
wegversperring. Dezelfde sergeant als
de vorige dag werd daarheen gestuurd
met de mededeling aan de parlemen
tair - een Nederlander! - dat men niet
meer wenste te onderhandelen. Twee
uur later nam de Duitse artillerie,
opgesteld in de nabijheid van Vrede
rust en ten zuidoosten van Halsteren,
de stad Tholen onder vuur. Nu vielen
ook granaten nabij het hoornwerk. Het
boerderijtje van Van Riet aan de Tho
lenseweg werd beschadigd, evenals
verschillende huizen en loodsen langs
de westoever van de Eendracht, waar
onder Hotel Zeeland.
Majoor Meijer stelde het commando
Zeeland telefonisch op de hoogte van
het strijdverloop. Hij kreeg toestem
ming om Tholen te verlaten en zijn
strijdmacht per schip naar Schouwen-
Duiveland over te brengen. De insche
ping diende te gebeuren bij Goris-
hoek, Stavenisse en Sint-Annaland,
met de daar gereed liggende schepen.
Alles geheel volgens een tevoren vast
gesteld plan. Het materieel moest ach
tergelaten worden.
Gevaneen
Tijdens de artilleriebeschieting, die tot
2 uur 's middags duurde, verlieten de
Nederlandse troepen Tholen. De 2-de
compagnie scheepte zich in bij Goris-
hoek en Sint-Annaland en bereikte
veilig respectievelijk Zierikzee en
Ouwerkerk. Eén sectie had derhalve
geen marsorder ontvangen, bereikte
na omzwervingen te laat Stavenisse
en werd krijgsgevangen gemaakt; de
vijand was daar toen al aangekomen.
De rond Oud-Vossemeer gelegerde 1-
ste compagnie kon zich in Sint-Anna
land niet inschepen en trok verder naar
Stavenisse. Ook deze liep in de val, er
restte niets meer dan overgave.
De eerste Duitsers, ongeveer 250
man, waren al rond vier uur 's middags
de Eendracht bij Tholen overgestoken
en daarna snel naar Stavenisse opge
rukt. Dezelfde dag werd bij Tholen
een veer in werking gesteld. Et werd
geschut mee overgezet, dat al snel bij
Stavenisse in stelling werd gebracht.
Ongelooflijk veel materiaal brachten
de Duitsers mee. In Tholen vorderden
ze de eerste de beste dag een aantal
fietsen. Dat was de eerste kennisma
king.
Met recht kan gesteld worden, dat dit
Nederlandse bataljon zijn plicht ver
vuld heeft, met beperkte middelen
dapper weerstand heeft geboden tegen
een oppermachtige vijand. De bezet
ting van Tholen was op 16 mei 1940
een feit. In de ochtend van de 15-de
was in Rijsoord de capitulatie van het
Nederlandse leger - uitgezonderd de
troepen in Zeeland - ondertekend. In
1975 werd ter nagedachtenis daarvan
een monument onthuld, met onder
meer de tekst: 'Een volk dat zijn ver
dediging verwaarloost, zet zijn vrij
heid op het spel'.
Twee Nederlandse soldaten
lieten het leven by de beschie
ting van Tholen op 15 mei
1940. De 35-jarige mitrml-
leurschutter Jacob Breen uit
Ouddorp werd dodetyk in het
hart getroffen. Vier dagen
later brachten zijn strijdmak
kers de ouders hel droevige
bericht. Na aanvankelijk op
plaats in Tholen begraven te
zijn geweest, is zyn stoffelijk
overschot met een vissersboot
opgehaald en kreeg de laatste
rustplaats in Ouddorp. Breen
was landarbeider en onge
huwd.
Op dezelfde dag sneuvelde
ook de 25-jarige mitrailleur
helper Jacob Goetheer uit
Wolphaartsdijk. Ook hij is
eerst op de r.k. begraafplaats
in Tholen begraven. Nadien
werd het lichaam van de in
Driewegen geboren Goet
heer, ook een ongehuwde
naar Oud-Sabbinge.
Kennelijk zijn de twee, samen
met de gewonden, nog over
gebracht naar het noodhospi
taal in de school te Scherpe-
nisse. Door de burgemeester
zakboekjes alsmede een door
portemonnee met rijksdaal
ders opgestuurd.
Bronnen:
Archief gemeente Tholen;
Eendrachtbode;
Jaarboek no. 4, heemkundekring
Halsteren;
Beknopt overzicht der krijgsverrich
tingen der Kon. Landmacht;
Sectie Mil. Geschiedenis Land
machtstaf, Den Haag;
Mededelingen van de families Goet
heer te Wolphaartsdijk en Breen te
Ouddorp.
Voor de aftocht van de verdedigers
van Tholen naar Stavenisse werden
alle middelen aangegrepen. Met paard
en wagen kwamen ze voorbij, herin
nert een bewoner van de Provinciale-
weg in Sint-Maartensdijk zich. Die
vervoermiddelen werden bij de boer
derij Reigersburg in de steek gelaten,
omdat daar Duitse Heinkels draaiden
die richting de Zanddijk op Zuid-
Beveland vlogen. Te voet vluchtten de
soldaten verder richting Stavenisse.
Het hoofdkwartier van de Nederland
se troepen op Tholen was in mei 1940
gevestigd op boerderij De Laatste
Stuiver, even buiten het stadje. "Ik heb
mijn vader weieens horen vertellen
dat hier militairen zaten", vertelt
bewoner J. Goorden. "Ze postten aan
het einde van de dreef, aan de weg,
waar iedereen die passeerde een
bewijs moest laten zien." Goorden, die
bij het uitbreken van de oorlog drie
maanden oud was, weet nauwelijks
iets meer te vertellen. "Alleen heb ik
ook gehoord dat ons gezin bij het
begin van de oorlog moest vluchten en
twee of drie nachten in Poortvliet ver
bleef, in de Weihoek."