Een leven lang op de Molendijk te St.Annaland en niet meer weg Eendracht gaat met tijd mee 'Racisme met wortel en al uitroeien' Collectie moet niet verder groeien QQIIBEIBHBBI Wij zijn compleet aan denken,s<ian^s heaver- Echtpaar Van Popering-Goede zestig jaar getrouwd Vossemeerse rederijkerskamer viert 125-jarig bestaan mm Motorboten bij Oesterdam via APV verbieden Donderdag 2 maart 1995 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 13 huizen van de Molendijk te Sint-Annaland. Het echt paar Van Popering-Goede gebuure vierde gisteren dat ze zestig jaar in de echt waren verbonden. Ze leid den in die jaren een druk leven. Hij veelal buiten de deur, zij thuis. vrijwel altijd Diepvriesvereniging Bijen overboord Tien rozen Autorijden Zuinig beleid Tegenwoordig is het een toneelvereniging die ieder een als lid verwelkomt, maar vroeger was dat anders. Notabelen, mid denstanders en boeren vormden het potentieel waaruit het rederijkersge zelschap Eendracht te Oud-Vossemeer putte. En dan nog alleen na ballota ge. Met 125 jaren is Een dracht de oudste vereni ging in de streek. Zaterdag wordt dat bijzondere jubi leum gevierd met een rece- petie én een reünie. Snip en Snap Sigaar Bode Nieuw bestuur Volksstukken uitgeroepen tot 1994 van Nederland Geuze in boekje over toekomst Meestoof: Zichtbaar Verleden. Zo heet het boekje dat oud-voorzitter ir. M.A. Geuze van De Meestoof schreef over twintig jaar streekmuseum. Het wordt donderdag 9 november gepre senteerd tijdens de algemene ledenvergadering van het museum, in De Wellevaete te Sint-Annaland. Napoleons tijd Merklappen imabo I adkamers Daar kun ie °P bouwen E SCHELDE Als 17-jarig meisje ging mevr. N.M. van Popering-Goedegebuure aan vankelijk niet in op de avances van L.J. van Popering. Maar al spoedig koos ze toch voor hem en samen ttouwden ze aan zestig jaar huwe lijk. Het paar trouwde vanuit het ouderlijk huis Goedegebuure aan de Molendijk. Zelf gingen ze ook aan de Molendijk wonen en ze zouden er nooit meer vandaan gaan. Ze bleven zelfs aan de even kant. Wel namen ze later het huis van vader en moe der Goedegebuure over. Over weg gaan hebben ze nooit gedacht en ook nu is daar geen sprake van. "We wonen hier goed en ik heb boven dien hulp van mijn dochters voor het schoonmaken van het huis." Van Popering begon als melkknecht op de boerderij van Kooijman. Zelf moest hij de koeien melken en ver volgens het produkt aan de man brengen. "Dat deed ik met een bak fiets. Toen ging dat nog per liter", zegt Van Popering. "Daar betaalde je toen nog acht cent voor, maar veel mensen namen maar een half liter tje. Het waren de crisisjaren hè?" Maar na vier jaar verruilde Van Popering de melkkar voor een baan op het boerenbedrijf bij zijn schoon vader. In 1945, na de evacuatie, deelde Goedegebuure zijn land op en Van Popering werd zelfstandig boer. En dat zou hij ook blijven. De jubilaris is in Sint-Annaland bepaald geen onbekende. Hij zat in veel verenigingen en organisaties. In 1951 werd hij beheerder van het koelhuis en na de ramp blokhoofd van de bescherming burgerbevol king (BB). "Ik weet nog dat er brood gedropt werd en dat we boterham men smeerden", vertelt zijn vrouw. "Eerst in het koelhuis, maar dat was te koud en later bij ons aan huis. Vandaar uit brachten we het rond." Zijn vrouw zag hem niet vaak. "Hij heeft veel gewerkt, maar weinig in het huishouden." Van Popering werd namelijk ook secretaris van de ZLM-afdeling en vervulde een rol in de ruilverkaveling na de waters noodramp. Daarnaast was hij één van de oprichters van de coöperatie ve diepvriesvereniging. "Tja, de meeste mensen hadden toen nog geen eigen diepvries en daarom was Het diamanten echtpaar Van Popering-Goedegebuure in hun huis aan de Molendijk te Sint-Annaland. er de vereniging. We hadden twee gebouwtjes en daarin zaten de diep vriezen n\pt voor ieder lid een schuif', vertelt Van Popering. "Ik denk dat we wel zo'n 120 leden had den." Van Popering was een echt natuur mens. Hij was altijd buiten te vin den. Hij werd voorzitter van de bij envereniging. Vlak na de oorlog werden veel mensen bijenhouder, want omdat de bijen 's winters sui ker eten, kreeg men extra bonnen voor suiker. Van Popering leerde het vak erg snel. Hij had er aanleg voor. "We kregen wel eens mensen op bezoek die dan kwamen kijken. Die waren dan bang van de bijen, maar ik liep er zo doorheen. Die beestjes kenden me", verhaalt Van Popering. "Ik heb wel veel steken gehad, maar op den duur voel je daar niets meer van. Dan haal je de angel eruit en dan is het goed." Van Popering ving zelf zwervende bijenvolken om ze te korven. "Ik weet nog wel dat hij eens in een boom moest klimmen en dat de tak brak. Toen viel hij met ladder en korf naar beneden en moest naar het ziekenhuis", voegt mevr. Van Popering toe. Deson danks bleef de Sint-Annalandse boer toch met bijen werken. Gedu rende de evacuatie nam hij ze zelfs mee naar familie in Bleiswijk. Daar verbleef het echtpaar met hun vijf kinderen. De jongste was toen een half jaar. "Dan kwamen er arme kin dertjes om eten vragen", zegt mevr. Van Popering. "En dan smeerde ik een boterham met honing, want die hadden we van de bijen." Op de terugweg naar Sint-Annaland ging het echter fout. Er was geen trans port en vijf Sint-Annalandse gezin nen, waaronder Van Popering, huur den een bootje om terug te varen. Bij Moerdijk hield de motor er echter mee op en het scheepje begon te schommelen. Behalve dat de opva renden zeeziek werden, had dat tot gevolg dat de bijenkorven - samen met een bok die eraan vastgebonden was - overboord sloegen. Daarmee houden de bezigheden die Van Popering had echter nog niet op. Hij volgde ook zijn schoonvader op als voorzitter van de schietver eniging. In een weitje aan het Domi neesdijkje werd er geschoten op de 100 meter baan. Van Popering was een verdienstelijk schutter. "Ik kon inderdaad goed schieten. Ik herinner me nog dat ik wel eens tien rozen achter elkaar schoot", vertelt hij. Naast deze wat wereldlijke bezighe den, verrichtte Van Popering ook heel wat werk voor de kerk. Ruim 25 jaar maakte hij deel uit van de kerkvoogdij van de Hervormde Gemeente te Sint-Annaland waar hij zich inzette voor de verbouwing en het orgel. "Hij wilde op een bepaald moment bedanken als kerkvoogd, maar toen hij thuis kwam van de vergadering zei hij: nou ben ik president-kerk voogd geworden", haalt zijn vrouw lachend op. Haar man probeerde wel vaker te stoppen met bepaalde bestuurstaken in de verenigingen, maar het besturen zat hem in het bloed en vaak werd hij dan toch weer gestrikt. Mevr. Van Popering kwam, in tegenstelling tot haar man, niet vaak buiten de deur. "Daar had ik geen tijd voor. Ik had zeven kinderen en dan moest ik ook nog een aantal jaren voor mijn vader en moeder zorgen", legt de Sint-Annalandse uit. "Dus in verenigingen heb ik nooit gezeten. Maar ik brei veel en ik lees graag. Religieuze boeken van 'oude' schrijvers." Vroeger speelde mevr. Van Popering mandoline en vaak zong het gezin 's avonds bij het harmonium. Een hobby die Van Popering er op na hield was autorij den. Pas op zijn 48ste haalde hij zijn rijbewijs en sindsdien greep hij elke gelegenheid aan om in de auto te kunnen zitten. Zo deed hij ook wel eens een rit voor het taxibedrijf van zijn zoon J.W. van Popering. "Hij had vrachtwagenchauffeur moeten worden", zegt zijn vrouw, verwij zend naar zijn voorliefde voor auto rijden. "Hij zou nog via Stavenisse omrijden als hij naar Bergen op Zoom moest." Wellicht kwam het hierdoor dat Van Popering de eerste in Sint-Annaland was die een tractor aanschafte. Het was een Trusty en Van Popering schafte hem bij de Cebeco aan omdat hij niet afhanke lijk wilde zijn van andere ploegers. "Er is toch wel heel wat verbeterd sinds we getrouwd zijn", zegt mevr. Van Popering, als ze terugblikt op de afgelopen zestig jaar. Het Setal- landse paar trouwde in de crisisjaren en slechts door zuinig beleid in het huishouden en hard werken kon men de eindjes aan elkaar knopen. "Mijn man verdiende elf gulden per week als melkknecht", vertelt mevr. Van Popering. "Daar ging al 2,5 gul den aan huur af. Van de rest moest je eten kopen en je kinderen kleden. Maar we hebben het niet zo slecht gehad als sommige anderen." Inmiddels is de familie behoorlijk uitgebreid. Dhr. en mevr. Van Pope ring - respectievelijk 83 en 80 jaar - hebben zeven kinderen, 22 kleinkin deren en 17 achterkleinkinderen. Met 'aanhang' erbij leverde dat een familieportret met 73 mensen op. "Op één dochter na, wonen alle kin deren in Sint-Annaland en gelukkig komen ze allemaal nog over de vloer. Ook de klein- en achterklein kinderen. En we zijn nog vrij gezond, dus dat is al een grote", besluit mevr. Van Popering. Zij en haar man werden gisteren door burgemeester H.A. van der Munnik persoonlijk geluk gewenst. Sinds de jaren twintig van deze eeuw houdt de rederijkerskamer Eendracht zich nog uitsluitend bezig met het geven van toneelvoorstellin gen. Maar in de eerdere periode kwamen de leden in de winter maan delijks bijeen. Om beurten gaven ze een lezing of hielden een voor dracht. De belangstelling daarvoor nam na de eeuwwisseling af. Bij zijn aftreden als secretaris in 1911 stelde F.W.O. Wiskerke vast dat daarente gen de toneelvoorstellingen bloei den. Dat betekende volgens hem invloed van de jongere leden en die moesten dan ook maar in het bestuur komen. Ook in 1934 moest de komst van nieuwe, jongere bestuurders de vereniging - die toen maar 30 leden meer had - nieuw elan geven. Op dit moment telt de club 110 leden, waarvan een tiental actief is als toneelspeler. Het bestuur wordt gevormd door voorzitter C.J. van Gorsel, secretaris J. van Oorschot- Kleppe, penningmeester M.A.M. Veraart en lid M. van der Mark. Eendracht werd op 14 februari 1870 opgericht. Drie dagen eerder ver zorgde een groep inwoners een toneelvoorstelling waarvan de opbrengst ten goede moest komen aan de armen van de drie plaatselij ke kerkgenootschappen. Men had de smaak te pakken en tijdens de oprichtingsvergadering, in de zaal Hof van Holland van F.J. Ampt, meldden zich meteen 31 leden aan. Het gezelschap, dat de zinspreuk 'Oefening kweekt kunst' aannam, had als doel: genoegen, ontwikke ling en beschaving, te bereiken door het houden van lezingen, voordrach ten en toneelvoorstellingen. Zes keer per jaar kwamen de leden daar voor bij elkaar, tussen oktober en maart. Het eerste bestuur bestond uit voor zitter A. de Graaff (de gemeentese cretaris), vice-voorzitter Jer. van As, secretaris C. Schilleman en pen ningmeester J.A. Roggeband. Tot bode werd F. Engelvaart benoemd tegen een vergoeding van vijf gul den per jaar. De contributie bedroeg een gulden. Mannen vanaf veertien In december 1950 voerde Rederijkerskamer Eendracht het stuk 'Mrs. Patterson's chauffeur' op. V.l.n.r. M. Rombouts, mevr. M. v.d. Eyck, J. Engelvaart, mevr. D. v.d. Jagt, J. Quist, Abr. Douw, mevr. J. Boot-Ampt, Adr. Timmermans, mevr. C. Geluk-Quist en A.M. van Engelen. jaar konden uitsluitend lid worden op voordracht van een bestaand lid én met instemming van driekwart van de leden. Dat meldt het regle ment, dat geschreven is in het nog altijd bewaarde eerste notulenboek. De vereniging belegde in de winter maandelijks een avond, die duurde van 6 tot 10 uur. De datum die werd geprikt, lag altijd in de buurt van volle maan. Er was toen immers geen straatverlichting, dus dan was maanlicht wel zo gemakkelijk om de weg te vinden. Een ledenavond bestond uit een lezing én aanslui tend enkele voordrachten. In 1873 had zo'n voordracht de titel 'Hoe meneer Snap en mejuffrouw Snip tot een huwelijk komen', dus de Snip- en Snap-revue was er al vroeg in Oud-Vossemeer. In december 1870 werd ook al meteen een toneel avond georganiseerd - de titel van het stuk is niet vastgelegd - maar dan voor de eigen leden. Dat spelen voor de eigen leden en hun introducees bleef lange tijd gebruik. En dan was er ook altijd bal na, waarvoor leden van de muziek vereniging werden ingeschakeld. Na de eeuwwisseling werd hen gevraagd niet op blaas-, maar op strijkinstrumenten te spelen. De kosten werden gedrukt door voor het dansen een bijdrage van een kwartje te vragen. En er waren regels: twee mannen mochten niet met elkaar dansen, noch mocht er met een sigaar in de mond gedanst worden. Wanneer het lidmaatschap voor vrouwen werd opengesteld, is uit de notulen niet te achterhalen. Wél mochten al ruim vóór de eeuwwis seling dames de vergaderingen bezoeken en er zelfs voordrachten houden. In 1887 wordt melding gemaakt van vrouwen die meedoen aan de toneelvoorstellingen. Leden van andere rederijkerskamers waren, op vertoon van hun lidmaat schapskaart, eveneens welkom op de bijeenkomsten van Eendracht. Dat het lidmaatschap in de beginpe riode serieus werd genomen, blijkt uit meerdere dingen. Al in 1871 kre gen twee heren onvoldoende stem men om te worden toegelaten. En bij het eerste lustrum werd bepaald dat leden die uit Oud-Vossemeer ver trokken, lid af waren tenzij ze zelf aangaven dat te willen blijven. In 1877 werd voor het eerst een lid geroyeerd; hij had zich misdragen tijdens de toneelvoorstelling in de paasweek. Ook was er in die tijd een voorstel om de contributie te verhogen. De indiener wilde een drempel opwer pen, want velen wilden alleen maar lid worden om de toneelvoorstelling te kunnen bijwonen. De maandelijk- Leden van Eendracht én gastspelers repeteren voor de opvoering van het volksstuk 'Lief en leed'. Het speelde in het Oud-Vossemeer van de jaren twintig en trok ruim twee jaar geleden volle zalen. se bijeenkomsten lieten ze voor wat het was. Maar de verhoging ging niet door. Financieel was de begintijd geen vetpot. Zo werd het tienjarig bestaan om financiële redenen niet groots gevierd. Een tiental leden deed bij die gelegenheid een voorzittersha mer cadeau. In 1875 was bode Den Engelsman er met het grootste deel van de contributie vandoor gegaan, maar hij werd achterhaald en moest zich in Zierikzee voor het gerecht verantwoorden. De vereniging zag zich ook voor andere taken gesteld: in 1873 orga niseerde het in het dorp de festivitei ten wegens het zilveren regeringsju bileum van koning Willem III. Maar een voorstel van de voorzitter, drie jaar later, om de recette van de toneelvoorstelling beschikbaar te stellen voor de slachtoffers van een watersnood elders in het land, werd door de leden verworpen. Het stich ten van een floralia (bloementen toonstelling) of huisvlijtvereniging zag Eendracht, na onderzoek, even min als taak. In 1901 spraken de leden over het reorganiseren van de vereniging, maar men besloot op de oude voet verder te gaan. Drie jaar later was de tanende belangstelling aanleiding om het voortbestaan ter discussie te stellen. Het aantal bijeenkomsten werd naar drie teruggebracht. Ver volgens zorgde de Eerste Wereld oorlog er voor, dat de activiteiten op een laag pitje kwamen. En in de jaren dertig gooide burgemeester J.G. Hamer (1930-1934) roet in het eten. Hij weigerde vergunning voor het houden van een bal, wat Een dracht verplichtte tot het houden van besloten voorstellingen. In het jaar dat Hamer vertrok kwam het voortbestaan van het rederijkers gezelschap opnieuw ter discussie. Men besloot nog één keer te probe ren een toneeluitvoering te geven. De club kreeg een volledig nieuw bestuur: voorzitter D.J. Ampt Gzn., vice-voorzitter C.J. Gebraad, secre taris C.J.C. Boot en penningmeester T.M. Hage. Laastgenoemde zou 38 jaar lang bestuurslid blijven en werd bij zijn afscheid in 1972 - samen met mede bestuurder A.C.P. Timmermans - benoemd tot erelid van Eendracht. Twee jaar na de vernieuwing telde de club alweer 66 leden. Vanaf die tijd zijn in het verenigingsarchief ook alle gegevens compleet van de leden die in stukken hebben gespeeld. Na een onderbreking als gevolg van de oorlog pakten 'de rederijkers' (zoals de vereniging in de volks mond heet) de draad weer op. Het werd de periode van A.M. van Engelen (bestuurder sinds 1950, en regisseur), mevrouw Renes-van Geer, souffleur J. van den Houten. In 1961 werd het bespreken van plaatsen afgeschaft. De vereniging trok volle zalen en trad ook buiten Oud-Vossemeer veelvuldig op. In de jaren zeventig werd niet alleen het eeuwfeest gevierd, maar 'schouwburg' Hof van Holland ver ruild voor De Vossenkuil. Inmiddels was A.L. de Rijke secretaris gewor den en hij bleek een stuwende kracht. Ook hij werd, samen met Van Engelen, erelid bij het afscheid in 1985. Een jaar later werd een betaalde regisseur aangetrokken in de per soon van R. Veenstra. De publieke belangstelling liep gaandeweg weer wat terug, maar de laatste paar jaar gaf Eendracht er blijk van nog steeds een levendige vereniging te zijn. Zes jaar geleden nam onderwij zer C. van Broekhoven de regie over. Met de door hem geschreven volks stukken 'Lief en leed' en 'De grote dag' trok de vereniging - die in de jaren dertig de volksuitvoeringen nog afwees - opnieuw honderden toneelliefhebbers. Dat de eerbied waardige ouderdom de club niet verhindert met haar tijd mee te gaan, blijkt uit meer dingen. Sinds vorig jaar is Eendracht aangesloten bij het Zeeuws centrum voor amateur theater, een volgende stap op weg naar 'professionalisering' van het amateurtoneel. "Discriminatie en racisme moeten met wortel en al worden uitgeroeid. En dan is 17 cent per inwoner niet teveel." Die krachtige taal liet de VVD maandag bij monde van E. Frigge-Hogesteeger horen in de gemeenteraad. Daar was het voor stel aan de orde om een bijdrage te verlenen aan het anti-discriminatie bureau Zeeland. "De instelling is al op zoek naar een plek op Tholen om haar spreekuur te houden", deelde wethouder J. Versluys mee. Zo'n spreekuur wordt door het gemeente bestuur als voorwaarde gesteld. "Een goede zaak", aldus mevrouw Frigge. Ook I.C. Moeriand (PvdA) vond het hard nodig dat het anti-dis criminatiebureau naar Tholen komt. "Zelfs al zou er een overlapping zijn met het werk van andere instellin gen, dan nog is 17 cent niet teveel." Moerland duidde daarmee op het argument van de tegenstemmers. Met name SGP'er A. Kersbergen wees op het werk van het bureau voor rechtshulp en bureau slacht offerhulp. En P. van Belzen (RPF/GPV) leek het beter om aan te haken bij een pilot-project van het RPCZ. "Dit rendeert niet." Het CDA gaf het anti-discriminatiebureau het voordeel van de twijfel, maar J. de Jager stelde wel dat in de toekomst in de gaten moet worden gehouden/ in hoeverre er overlappingen zijn. Wethouder J. Versluys vond het met de overlappingen nogal meevallen: "De taak van het anti-discriminatie bureau is met name het signaleren van uitingen van discriminatie en racisme." Om dit jaar in Tholen activiteiten te organiseren in het kader van het fes tival cultureel gekleurd, stemde een raadsmeerderheid in met een bijdra ge van 2000 gulden aan COS-Zee- land. De SGP was tegen omdat deze instelling elders in de provincie op zondag activiteiten ontplooit. Het AOV vond het opzetten van een interculturele dag juist een positieve ontwikkeling. En VVD-woordvoer- der mevr. Frigge zei dat elke gele genheid aangepakt moet worden om mensen en culturen nader tot elkaar te brengen. Advertentie I.M. Geuze kreeg de opdracht om het boekje te schrijven in september 1993 van het museumbestuur, bij zijn afscheid als voorzitter. De oud- Poortvlietenaar was één van de ini tiatiefnemers voor een streekmuse um voor Tholen en Sint-Philipsland. In het boekje kijkt de auteur terug, maar ook vooruit. Hij spreekt de wens uit dat het museum de aangrenzende woning kan verwerven om uit te breiden. Het zou het ruimtegebrek oplossen, waardoor de collectie beter tot zijn recht kan komen. Steun van de gemeente, zoals die er de afgelopen vier decennia ook was, is daarbij onontbeerlijk. Maar met deze uit breiding is in de ogen de grens van de groei bereikt. Geuze vindt dat het museum de collectie niet zomaar verder moet laten groeien, doch pri oriteiten moet stellen. Het idee voor een Thoolse oudheid kamer ontstond in 1966, bij de vie ring van 600 jaar stad Tholen. Toen het gemeentehuis in Sint-Annaland door de herindeling vrij kwam, werd in 1973 een comité gevormd om tot de oprichting van een museum te komen. Via de Eendrachtbode wer den de plannen ontvouwd en er meldden zich meteen meer dan 200 leden. Ook stonden veel inwoners voorwerpen af, of gaven ze in bruik leen. Nog datzelfde jaar was er de eerste expositie: Van Napoleons tijd tot heden. In 'Zichtbaar Verleden' geeft Geuze een levendig beeld van alle activitei ten: de gestage uitbreiding van de vaste collectie, de wisseltentoonstel lingen en lezingen. Er kwam een schuur voor landbouwwerktuigen en een historisch klaslokaal. Geuze laat niet na het brede draagvlak van zowel leden als vrijwilligers te noe men. De laatsten staan met naam in het boekje vermeld en ook zijn over zichten opgenomen van de exposi ties en lezingen. In 1993, twintig jaar na de oprich ting, trok De Meestoof bijna 5000 bezoekers en telde intussen meer dan 600 leden (op dit moment zijn er 975). Ook de minder leuke momen ten, zoals tentoonstellingen die wei nig publiek trokken, verzwijgt Geu ze niet. Zijn boekje zal na 9 maart zowel in het museum als in de boek handel verkrijgbaar zijn. Het is uit gegeven door het streekmuseum en De Koperen Tuin te Goes. De vergadering in Sint-Annaland begint om half acht. Op de agenda staat ondermeer een bestuursverkie zing. Mevrouw C.J. Timmers-Punt en de heer J. Balk zijn aftredend; eerstgenoemde is herkiesbaar. Ver der houdt mevrouw Van Leijen een lezing over merk- en stoplappen. Ook wordt een videofilm getoond over de bouw van de TH 60 op r schaal. Beide items hebben te; maken met de exposities voor het komende seizoen: De merk- en stop lappen van 1700 tot 1911, de visse rijtentoonstelling 'Een hoogaars vangt bot' en een vervolg op de foto expositie van M.C. van der Weele. Om snelle motorboten te weren uit de kom tussen de Thoolse zeedijk en de Bergsediepsluis, moet de gemeente de algemene plaatselijke verordening (APV) aanpassen. Dat adviseren gedeputeerde staten. De boten leveren gevaar op voor zwem mers en surfers in het water van de Oosterschelde. De voorbije zomer waren er veel klachten over de snelle motorboten en waterscooters bij de Oesterdam. Boten die van het Zoommeer door de Bergsediepsluis komen en ver volgens rechtsaf gaan richting strandje. De politiek wilde dat daar iets aan gedaan werd, het probleem werd aangekaart in de provinciale commissie milieu. Vervolgens vond overleg plaats tussen de stuurgroep Oosterschelde en rijkswaterstaat. Gebleken is dat - op grond van de scheepvaartverkeerswet - voor het instellen van een vaarverbod het scheepvaartbelang in het geding moet zijn. Omdat dit niet het geval is, meent rijkswaterstaat het juri disch niet mogelijk is een verbod in te stellen. Weliswaar noemt de wet nog andere belangen - zoals hinder of gevaar door scheepvaartverkeer voor mensen in het water - maar die kunnen slechts méde in de overwe gingen worden betrokken om tot een vaarverbod te komen. Stuurgroep en rijkswaterstaat spe len, na tot bovenstaande conclusie te zijn gekomen, de gemeente de bal toe. Die zou een vaarverbod kunnen regelen in de APV én tegelijkertijd het gebruik van waterscooters op die plek kunnen verbieden. Elders in het land zijn dergelijke regelingen ook getroffen. Om het af te sluiten stuk water te begrenzen, zou een drijflijn gelegd kunnen worden. Zou de gemeente dat willen doen, dan moet daarover contact worden opgeno men met rijkswaterstaat. En die wil, aldus g.s., in beginsel medewerking verlenen. Bezoek onze showroom en ontdek de vele mogelijkheden SHOWROOM Geopend Di. t/m Do.: 09.00 - 18.00 uur Vrijdag 09.00 - 21.00 - Zaterdag 09.00 - 17.00 uur BOUWMATERIALEN Geopend Ma. t/m Vr.: 07.30 - 17.30 uur Zaterdag 08.00 - 12.00 uur Zeelandhaven 7 - Bergen op Zoom - Tel. 01640-71500 Advertentie J.M.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1995 | | pagina 13