Een leven lang op de Molendijk
te St.Annaland en niet meer weg
Eendracht gaat met tijd mee
'Racisme met wortel
en al uitroeien'
Collectie moet
niet verder groeien
QQIIBEIBHBBI
Wij zijn
compleet
aan denken,s<ian^s heaver- Echtpaar Van Popering-Goede zestig jaar getrouwd
Vossemeerse rederijkerskamer viert 125-jarig bestaan
mm
Motorboten bij
Oesterdam via
APV verbieden
Donderdag 2 maart 1995
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
13
huizen van de Molendijk te
Sint-Annaland. Het echt
paar Van Popering-Goede
gebuure vierde gisteren dat
ze zestig jaar in de echt
waren verbonden. Ze leid
den in die jaren een druk
leven. Hij veelal buiten de
deur, zij
thuis.
vrijwel altijd
Diepvriesvereniging
Bijen overboord
Tien rozen
Autorijden
Zuinig beleid
Tegenwoordig is het een
toneelvereniging die ieder
een als lid verwelkomt,
maar vroeger was dat
anders. Notabelen, mid
denstanders en boeren
vormden het potentieel
waaruit het rederijkersge
zelschap Eendracht te
Oud-Vossemeer putte. En
dan nog alleen na ballota
ge. Met 125 jaren is Een
dracht de oudste vereni
ging in de streek. Zaterdag
wordt dat bijzondere jubi
leum gevierd met een rece-
petie én een reünie.
Snip en Snap
Sigaar
Bode
Nieuw bestuur
Volksstukken
uitgeroepen tot
1994 van Nederland
Geuze in boekje over toekomst Meestoof:
Zichtbaar Verleden. Zo heet het boekje dat oud-voorzitter
ir. M.A. Geuze van De Meestoof schreef over twintig jaar
streekmuseum. Het wordt donderdag 9 november gepre
senteerd tijdens de algemene ledenvergadering van het
museum, in De Wellevaete te Sint-Annaland.
Napoleons tijd
Merklappen
imabo
I adkamers Daar kun ie °P bouwen
E SCHELDE
Als 17-jarig meisje ging mevr. N.M.
van Popering-Goedegebuure aan
vankelijk niet in op de avances van
L.J. van Popering. Maar al spoedig
koos ze toch voor hem en samen
ttouwden ze aan zestig jaar huwe
lijk. Het paar trouwde vanuit het
ouderlijk huis Goedegebuure aan de
Molendijk. Zelf gingen ze ook aan
de Molendijk wonen en ze zouden er
nooit meer vandaan gaan. Ze bleven
zelfs aan de even kant. Wel namen
ze later het huis van vader en moe
der Goedegebuure over. Over weg
gaan hebben ze nooit gedacht en ook
nu is daar geen sprake van. "We
wonen hier goed en ik heb boven
dien hulp van mijn dochters voor het
schoonmaken van het huis."
Van Popering begon als melkknecht
op de boerderij van Kooijman. Zelf
moest hij de koeien melken en ver
volgens het produkt aan de man
brengen. "Dat deed ik met een bak
fiets. Toen ging dat nog per liter",
zegt Van Popering. "Daar betaalde
je toen nog acht cent voor, maar veel
mensen namen maar een half liter
tje. Het waren de crisisjaren hè?"
Maar na vier jaar verruilde Van
Popering de melkkar voor een baan
op het boerenbedrijf bij zijn schoon
vader. In 1945, na de evacuatie,
deelde Goedegebuure zijn land op
en Van Popering werd zelfstandig
boer. En dat zou hij ook blijven.
De jubilaris is in Sint-Annaland
bepaald geen onbekende. Hij zat in
veel verenigingen en organisaties. In
1951 werd hij beheerder van het
koelhuis en na de ramp blokhoofd
van de bescherming burgerbevol
king (BB). "Ik weet nog dat er brood
gedropt werd en dat we boterham
men smeerden", vertelt zijn vrouw.
"Eerst in het koelhuis, maar dat was
te koud en later bij ons aan huis.
Vandaar uit brachten we het rond."
Zijn vrouw zag hem niet vaak. "Hij
heeft veel gewerkt, maar weinig in
het huishouden." Van Popering
werd namelijk ook secretaris van de
ZLM-afdeling en vervulde een rol in
de ruilverkaveling na de waters
noodramp. Daarnaast was hij één
van de oprichters van de coöperatie
ve diepvriesvereniging. "Tja, de
meeste mensen hadden toen nog
geen eigen diepvries en daarom was
Het diamanten echtpaar Van Popering-Goedegebuure in hun huis aan de Molendijk te Sint-Annaland.
er de vereniging. We hadden twee
gebouwtjes en daarin zaten de diep
vriezen n\pt voor ieder lid een
schuif', vertelt Van Popering. "Ik
denk dat we wel zo'n 120 leden had
den."
Van Popering was een echt natuur
mens. Hij was altijd buiten te vin
den. Hij werd voorzitter van de bij
envereniging. Vlak na de oorlog
werden veel mensen bijenhouder,
want omdat de bijen 's winters sui
ker eten, kreeg men extra bonnen
voor suiker. Van Popering leerde het
vak erg snel. Hij had er aanleg voor.
"We kregen wel eens mensen op
bezoek die dan kwamen kijken. Die
waren dan bang van de bijen, maar
ik liep er zo doorheen. Die beestjes
kenden me", verhaalt Van Popering.
"Ik heb wel veel steken gehad, maar
op den duur voel je daar niets meer
van. Dan haal je de angel eruit en
dan is het goed." Van Popering ving
zelf zwervende bijenvolken om ze te
korven. "Ik weet nog wel dat hij
eens in een boom moest klimmen en
dat de tak brak. Toen viel hij met
ladder en korf naar beneden en
moest naar het ziekenhuis", voegt
mevr. Van Popering toe. Deson
danks bleef de Sint-Annalandse
boer toch met bijen werken. Gedu
rende de evacuatie nam hij ze zelfs
mee naar familie in Bleiswijk. Daar
verbleef het echtpaar met hun vijf
kinderen. De jongste was toen een
half jaar. "Dan kwamen er arme kin
dertjes om eten vragen", zegt mevr.
Van Popering. "En dan smeerde ik
een boterham met honing, want die
hadden we van de bijen." Op de
terugweg naar Sint-Annaland ging
het echter fout. Er was geen trans
port en vijf Sint-Annalandse gezin
nen, waaronder Van Popering, huur
den een bootje om terug te varen. Bij
Moerdijk hield de motor er echter
mee op en het scheepje begon te
schommelen. Behalve dat de opva
renden zeeziek werden, had dat tot
gevolg dat de bijenkorven - samen
met een bok die eraan vastgebonden
was - overboord sloegen.
Daarmee houden de bezigheden die
Van Popering had echter nog niet
op. Hij volgde ook zijn schoonvader
op als voorzitter van de schietver
eniging. In een weitje aan het Domi
neesdijkje werd er geschoten op de
100 meter baan. Van Popering was
een verdienstelijk schutter. "Ik kon
inderdaad goed schieten. Ik herinner
me nog dat ik wel eens tien rozen
achter elkaar schoot", vertelt hij.
Naast deze wat wereldlijke bezighe
den, verrichtte Van Popering ook
heel wat werk voor de kerk. Ruim
25 jaar maakte hij deel uit van de
kerkvoogdij van de Hervormde
Gemeente te Sint-Annaland waar hij
zich inzette voor de verbouwing en
het orgel.
"Hij wilde op een bepaald moment
bedanken als kerkvoogd, maar toen
hij thuis kwam van de vergadering
zei hij: nou ben ik president-kerk
voogd geworden", haalt zijn vrouw
lachend op. Haar man probeerde wel
vaker te stoppen met bepaalde
bestuurstaken in de verenigingen,
maar het besturen zat hem in het
bloed en vaak werd hij dan toch
weer gestrikt.
Mevr. Van Popering kwam, in
tegenstelling tot haar man, niet vaak
buiten de deur. "Daar had ik geen
tijd voor. Ik had zeven kinderen en
dan moest ik ook nog een aantal
jaren voor mijn vader en moeder
zorgen", legt de Sint-Annalandse
uit. "Dus in verenigingen heb ik
nooit gezeten. Maar ik brei veel en
ik lees graag. Religieuze boeken van
'oude' schrijvers." Vroeger speelde
mevr. Van Popering mandoline en
vaak zong het gezin 's avonds bij het
harmonium. Een hobby die Van
Popering er op na hield was autorij
den. Pas op zijn 48ste haalde hij zijn
rijbewijs en sindsdien greep hij elke
gelegenheid aan om in de auto te
kunnen zitten. Zo deed hij ook wel
eens een rit voor het taxibedrijf van
zijn zoon J.W. van Popering. "Hij
had vrachtwagenchauffeur moeten
worden", zegt zijn vrouw, verwij
zend naar zijn voorliefde voor auto
rijden. "Hij zou nog via Stavenisse
omrijden als hij naar Bergen op
Zoom moest." Wellicht kwam het
hierdoor dat Van Popering de eerste
in Sint-Annaland was die een tractor
aanschafte. Het was een Trusty en
Van Popering schafte hem bij de
Cebeco aan omdat hij niet afhanke
lijk wilde zijn van andere ploegers.
"Er is toch wel heel wat verbeterd
sinds we getrouwd zijn", zegt mevr.
Van Popering, als ze terugblikt op
de afgelopen zestig jaar. Het Setal-
landse paar trouwde in de crisisjaren
en slechts door zuinig beleid in het
huishouden en hard werken kon
men de eindjes aan elkaar knopen.
"Mijn man verdiende elf gulden per
week als melkknecht", vertelt mevr.
Van Popering. "Daar ging al 2,5 gul
den aan huur af. Van de rest moest je
eten kopen en je kinderen kleden.
Maar we hebben het niet zo slecht
gehad als sommige anderen."
Inmiddels is de familie behoorlijk
uitgebreid. Dhr. en mevr. Van Pope
ring - respectievelijk 83 en 80 jaar -
hebben zeven kinderen, 22 kleinkin
deren en 17 achterkleinkinderen.
Met 'aanhang' erbij leverde dat een
familieportret met 73 mensen op.
"Op één dochter na, wonen alle kin
deren in Sint-Annaland en gelukkig
komen ze allemaal nog over de
vloer. Ook de klein- en achterklein
kinderen.
En we zijn nog vrij gezond, dus dat
is al een grote", besluit mevr. Van
Popering. Zij en haar man werden
gisteren door burgemeester H.A.
van der Munnik persoonlijk geluk
gewenst.
Sinds de jaren twintig van deze
eeuw houdt de rederijkerskamer
Eendracht zich nog uitsluitend bezig
met het geven van toneelvoorstellin
gen. Maar in de eerdere periode
kwamen de leden in de winter maan
delijks bijeen. Om beurten gaven ze
een lezing of hielden een voor
dracht. De belangstelling daarvoor
nam na de eeuwwisseling af. Bij zijn
aftreden als secretaris in 1911 stelde
F.W.O. Wiskerke vast dat daarente
gen de toneelvoorstellingen bloei
den. Dat betekende volgens hem
invloed van de jongere leden en die
moesten dan ook maar in het bestuur
komen. Ook in 1934 moest de komst
van nieuwe, jongere bestuurders de
vereniging - die toen maar 30 leden
meer had - nieuw elan geven. Op dit
moment telt de club 110 leden,
waarvan een tiental actief is als
toneelspeler. Het bestuur wordt
gevormd door voorzitter C.J. van
Gorsel, secretaris J. van Oorschot-
Kleppe, penningmeester M.A.M.
Veraart en lid M. van der Mark.
Eendracht werd op 14 februari 1870
opgericht. Drie dagen eerder ver
zorgde een groep inwoners een
toneelvoorstelling waarvan de
opbrengst ten goede moest komen
aan de armen van de drie plaatselij
ke kerkgenootschappen. Men had de
smaak te pakken en tijdens de
oprichtingsvergadering, in de zaal
Hof van Holland van F.J. Ampt,
meldden zich meteen 31 leden aan.
Het gezelschap, dat de zinspreuk
'Oefening kweekt kunst' aannam,
had als doel: genoegen, ontwikke
ling en beschaving, te bereiken door
het houden van lezingen, voordrach
ten en toneelvoorstellingen. Zes
keer per jaar kwamen de leden daar
voor bij elkaar, tussen oktober en
maart.
Het eerste bestuur bestond uit voor
zitter A. de Graaff (de gemeentese
cretaris), vice-voorzitter Jer. van As,
secretaris C. Schilleman en pen
ningmeester J.A. Roggeband. Tot
bode werd F. Engelvaart benoemd
tegen een vergoeding van vijf gul
den per jaar. De contributie bedroeg
een gulden. Mannen vanaf veertien
In december 1950 voerde Rederijkerskamer Eendracht het stuk 'Mrs. Patterson's chauffeur' op. V.l.n.r. M. Rombouts, mevr. M. v.d. Eyck, J.
Engelvaart, mevr. D. v.d. Jagt, J. Quist, Abr. Douw, mevr. J. Boot-Ampt, Adr. Timmermans, mevr. C. Geluk-Quist en A.M. van Engelen.
jaar konden uitsluitend lid worden
op voordracht van een bestaand lid
én met instemming van driekwart
van de leden. Dat meldt het regle
ment, dat geschreven is in het nog
altijd bewaarde eerste notulenboek.
De vereniging belegde in de winter
maandelijks een avond, die duurde
van 6 tot 10 uur. De datum die werd
geprikt, lag altijd in de buurt van
volle maan. Er was toen immers
geen straatverlichting, dus dan was
maanlicht wel zo gemakkelijk om
de weg te vinden. Een ledenavond
bestond uit een lezing én aanslui
tend enkele voordrachten. In 1873
had zo'n voordracht de titel 'Hoe
meneer Snap en mejuffrouw Snip
tot een huwelijk komen', dus de
Snip- en Snap-revue was er al vroeg
in Oud-Vossemeer. In december
1870 werd ook al meteen een toneel
avond georganiseerd - de titel van
het stuk is niet vastgelegd - maar
dan voor de eigen leden.
Dat spelen voor de eigen leden en
hun introducees bleef lange tijd
gebruik. En dan was er ook altijd bal
na, waarvoor leden van de muziek
vereniging werden ingeschakeld. Na
de eeuwwisseling werd hen
gevraagd niet op blaas-, maar op
strijkinstrumenten te spelen. De
kosten werden gedrukt door voor
het dansen een bijdrage van een
kwartje te vragen. En er waren
regels: twee mannen mochten niet
met elkaar dansen, noch mocht er
met een sigaar in de mond gedanst
worden.
Wanneer het lidmaatschap voor
vrouwen werd opengesteld, is uit de
notulen niet te achterhalen. Wél
mochten al ruim vóór de eeuwwis
seling dames de vergaderingen
bezoeken en er zelfs voordrachten
houden. In 1887 wordt melding
gemaakt van vrouwen die meedoen
aan de toneelvoorstellingen. Leden
van andere rederijkerskamers
waren, op vertoon van hun lidmaat
schapskaart, eveneens welkom op
de bijeenkomsten van Eendracht.
Dat het lidmaatschap in de beginpe
riode serieus werd genomen, blijkt
uit meerdere dingen. Al in 1871 kre
gen twee heren onvoldoende stem
men om te worden toegelaten. En bij
het eerste lustrum werd bepaald dat
leden die uit Oud-Vossemeer ver
trokken, lid af waren tenzij ze zelf
aangaven dat te willen blijven. In
1877 werd voor het eerst een lid
geroyeerd; hij had zich misdragen
tijdens de toneelvoorstelling in de
paasweek.
Ook was er in die tijd een voorstel
om de contributie te verhogen. De
indiener wilde een drempel opwer
pen, want velen wilden alleen maar
lid worden om de toneelvoorstelling
te kunnen bijwonen. De maandelijk-
Leden van Eendracht én gastspelers repeteren voor de opvoering
van het volksstuk 'Lief en leed'. Het speelde in het Oud-Vossemeer
van de jaren twintig en trok ruim twee jaar geleden volle zalen.
se bijeenkomsten lieten ze voor wat
het was. Maar de verhoging ging
niet door.
Financieel was de begintijd geen
vetpot. Zo werd het tienjarig bestaan
om financiële redenen niet groots
gevierd. Een tiental leden deed bij
die gelegenheid een voorzittersha
mer cadeau. In 1875 was bode Den
Engelsman er met het grootste deel
van de contributie vandoor gegaan,
maar hij werd achterhaald en moest
zich in Zierikzee voor het gerecht
verantwoorden.
De vereniging zag zich ook voor
andere taken gesteld: in 1873 orga
niseerde het in het dorp de festivitei
ten wegens het zilveren regeringsju
bileum van koning Willem III. Maar
een voorstel van de voorzitter, drie
jaar later, om de recette van de
toneelvoorstelling beschikbaar te
stellen voor de slachtoffers van een
watersnood elders in het land, werd
door de leden verworpen. Het stich
ten van een floralia (bloementen
toonstelling) of huisvlijtvereniging
zag Eendracht, na onderzoek, even
min als taak.
In 1901 spraken de leden over het
reorganiseren van de vereniging,
maar men besloot op de oude voet
verder te gaan. Drie jaar later was de
tanende belangstelling aanleiding
om het voortbestaan ter discussie te
stellen. Het aantal bijeenkomsten
werd naar drie teruggebracht. Ver
volgens zorgde de Eerste Wereld
oorlog er voor, dat de activiteiten op
een laag pitje kwamen. En in de
jaren dertig gooide burgemeester
J.G. Hamer (1930-1934) roet in het
eten. Hij weigerde vergunning voor
het houden van een bal, wat Een
dracht verplichtte tot het houden van
besloten voorstellingen.
In het jaar dat Hamer vertrok kwam
het voortbestaan van het rederijkers
gezelschap opnieuw ter discussie.
Men besloot nog één keer te probe
ren een toneeluitvoering te geven.
De club kreeg een volledig nieuw
bestuur: voorzitter D.J. Ampt Gzn.,
vice-voorzitter C.J. Gebraad, secre
taris C.J.C. Boot en penningmeester
T.M. Hage.
Laastgenoemde zou 38 jaar lang
bestuurslid blijven en werd bij zijn
afscheid in 1972 - samen met mede
bestuurder A.C.P. Timmermans -
benoemd tot erelid van Eendracht.
Twee jaar na de vernieuwing telde
de club alweer 66 leden. Vanaf die
tijd zijn in het verenigingsarchief
ook alle gegevens compleet van de
leden die in stukken hebben
gespeeld.
Na een onderbreking als gevolg van
de oorlog pakten 'de rederijkers'
(zoals de vereniging in de volks
mond heet) de draad weer op. Het
werd de periode van A.M. van
Engelen (bestuurder sinds 1950, en
regisseur), mevrouw Renes-van
Geer, souffleur J. van den Houten.
In 1961 werd het bespreken van
plaatsen afgeschaft. De vereniging
trok volle zalen en trad ook buiten
Oud-Vossemeer veelvuldig op. In
de jaren zeventig werd niet alleen
het eeuwfeest gevierd, maar
'schouwburg' Hof van Holland ver
ruild voor De Vossenkuil. Inmiddels
was A.L. de Rijke secretaris gewor
den en hij bleek een stuwende
kracht. Ook hij werd, samen met
Van Engelen, erelid bij het afscheid
in 1985.
Een jaar later werd een betaalde
regisseur aangetrokken in de per
soon van R. Veenstra. De publieke
belangstelling liep gaandeweg weer
wat terug, maar de laatste paar jaar
gaf Eendracht er blijk van nog
steeds een levendige vereniging te
zijn. Zes jaar geleden nam onderwij
zer C. van Broekhoven de regie
over.
Met de door hem geschreven volks
stukken 'Lief en leed' en 'De grote
dag' trok de vereniging - die in de
jaren dertig de volksuitvoeringen
nog afwees - opnieuw honderden
toneelliefhebbers. Dat de eerbied
waardige ouderdom de club niet
verhindert met haar tijd mee te gaan,
blijkt uit meer dingen. Sinds vorig
jaar is Eendracht aangesloten bij het
Zeeuws centrum voor amateur
theater, een volgende stap op weg
naar 'professionalisering' van het
amateurtoneel.
"Discriminatie en racisme moeten
met wortel en al worden uitgeroeid.
En dan is 17 cent per inwoner niet
teveel." Die krachtige taal liet de
VVD maandag bij monde van E.
Frigge-Hogesteeger horen in de
gemeenteraad. Daar was het voor
stel aan de orde om een bijdrage te
verlenen aan het anti-discriminatie
bureau Zeeland. "De instelling is al
op zoek naar een plek op Tholen om
haar spreekuur te houden", deelde
wethouder J. Versluys mee. Zo'n
spreekuur wordt door het gemeente
bestuur als voorwaarde gesteld.
"Een goede zaak", aldus mevrouw
Frigge. Ook I.C. Moeriand (PvdA)
vond het hard nodig dat het anti-dis
criminatiebureau naar Tholen komt.
"Zelfs al zou er een overlapping zijn
met het werk van andere instellin
gen, dan nog is 17 cent niet teveel."
Moerland duidde daarmee op het
argument van de tegenstemmers.
Met name SGP'er A. Kersbergen
wees op het werk van het bureau
voor rechtshulp en bureau slacht
offerhulp. En P. van Belzen
(RPF/GPV) leek het beter om aan te
haken bij een pilot-project van het
RPCZ. "Dit rendeert niet." Het CDA
gaf het anti-discriminatiebureau het
voordeel van de twijfel, maar J. de
Jager stelde wel dat in de toekomst
in de gaten moet worden gehouden/
in hoeverre er overlappingen zijn.
Wethouder J. Versluys vond het met
de overlappingen nogal meevallen:
"De taak van het anti-discriminatie
bureau is met name het signaleren
van uitingen van discriminatie en
racisme."
Om dit jaar in Tholen activiteiten te
organiseren in het kader van het fes
tival cultureel gekleurd, stemde een
raadsmeerderheid in met een bijdra
ge van 2000 gulden aan COS-Zee-
land. De SGP was tegen omdat deze
instelling elders in de provincie op
zondag activiteiten ontplooit. Het
AOV vond het opzetten van een
interculturele dag juist een positieve
ontwikkeling. En VVD-woordvoer-
der mevr. Frigge zei dat elke gele
genheid aangepakt moet worden om
mensen en culturen nader tot elkaar
te brengen.
Advertentie I.M.
Geuze kreeg de opdracht om het
boekje te schrijven in september
1993 van het museumbestuur, bij
zijn afscheid als voorzitter. De oud-
Poortvlietenaar was één van de ini
tiatiefnemers voor een streekmuse
um voor Tholen en Sint-Philipsland.
In het boekje kijkt de auteur terug,
maar ook vooruit.
Hij spreekt de wens uit dat het
museum de aangrenzende woning
kan verwerven om uit te breiden.
Het zou het ruimtegebrek oplossen,
waardoor de collectie beter tot zijn
recht kan komen. Steun van de
gemeente, zoals die er de afgelopen
vier decennia ook was, is daarbij
onontbeerlijk. Maar met deze uit
breiding is in de ogen de grens van
de groei bereikt. Geuze vindt dat het
museum de collectie niet zomaar
verder moet laten groeien, doch pri
oriteiten moet stellen.
Het idee voor een Thoolse oudheid
kamer ontstond in 1966, bij de vie
ring van 600 jaar stad Tholen. Toen
het gemeentehuis in Sint-Annaland
door de herindeling vrij kwam, werd
in 1973 een comité gevormd om tot
de oprichting van een museum te
komen. Via de Eendrachtbode wer
den de plannen ontvouwd en er
meldden zich meteen meer dan 200
leden. Ook stonden veel inwoners
voorwerpen af, of gaven ze in bruik
leen. Nog datzelfde jaar was er de
eerste expositie: Van Napoleons tijd
tot heden.
In 'Zichtbaar Verleden' geeft Geuze
een levendig beeld van alle activitei
ten: de gestage uitbreiding van de
vaste collectie, de wisseltentoonstel
lingen en lezingen. Er kwam een
schuur voor landbouwwerktuigen en
een historisch klaslokaal. Geuze laat
niet na het brede draagvlak van
zowel leden als vrijwilligers te noe
men. De laatsten staan met naam in
het boekje vermeld en ook zijn over
zichten opgenomen van de exposi
ties en lezingen.
In 1993, twintig jaar na de oprich
ting, trok De Meestoof bijna 5000
bezoekers en telde intussen meer
dan 600 leden (op dit moment zijn er
975). Ook de minder leuke momen
ten, zoals tentoonstellingen die wei
nig publiek trokken, verzwijgt Geu
ze niet. Zijn boekje zal na 9 maart
zowel in het museum als in de boek
handel verkrijgbaar zijn. Het is uit
gegeven door het streekmuseum en
De Koperen Tuin te Goes.
De vergadering in Sint-Annaland
begint om half acht. Op de agenda
staat ondermeer een bestuursverkie
zing. Mevrouw C.J. Timmers-Punt
en de heer J. Balk zijn aftredend;
eerstgenoemde is herkiesbaar. Ver
der houdt mevrouw Van Leijen een
lezing over merk- en stoplappen.
Ook wordt een videofilm getoond
over de bouw van de TH 60 op r
schaal. Beide items hebben te;
maken met de exposities voor het
komende seizoen: De merk- en stop
lappen van 1700 tot 1911, de visse
rijtentoonstelling 'Een hoogaars
vangt bot' en een vervolg op de foto
expositie van M.C. van der Weele.
Om snelle motorboten te weren uit
de kom tussen de Thoolse zeedijk en
de Bergsediepsluis, moet de
gemeente de algemene plaatselijke
verordening (APV) aanpassen. Dat
adviseren gedeputeerde staten. De
boten leveren gevaar op voor zwem
mers en surfers in het water van de
Oosterschelde.
De voorbije zomer waren er veel
klachten over de snelle motorboten
en waterscooters bij de Oesterdam.
Boten die van het Zoommeer door
de Bergsediepsluis komen en ver
volgens rechtsaf gaan richting
strandje. De politiek wilde dat daar
iets aan gedaan werd, het probleem
werd aangekaart in de provinciale
commissie milieu. Vervolgens vond
overleg plaats tussen de stuurgroep
Oosterschelde en rijkswaterstaat.
Gebleken is dat - op grond van de
scheepvaartverkeerswet - voor het
instellen van een vaarverbod het
scheepvaartbelang in het geding
moet zijn. Omdat dit niet het geval
is, meent rijkswaterstaat het juri
disch niet mogelijk is een verbod in
te stellen. Weliswaar noemt de wet
nog andere belangen - zoals hinder
of gevaar door scheepvaartverkeer
voor mensen in het water - maar die
kunnen slechts méde in de overwe
gingen worden betrokken om tot een
vaarverbod te komen.
Stuurgroep en rijkswaterstaat spe
len, na tot bovenstaande conclusie te
zijn gekomen, de gemeente de bal
toe. Die zou een vaarverbod kunnen
regelen in de APV én tegelijkertijd
het gebruik van waterscooters op die
plek kunnen verbieden. Elders in het
land zijn dergelijke regelingen ook
getroffen. Om het af te sluiten stuk
water te begrenzen, zou een drijflijn
gelegd kunnen worden. Zou de
gemeente dat willen doen, dan moet
daarover contact worden opgeno
men met rijkswaterstaat. En die wil,
aldus g.s., in beginsel medewerking
verlenen.
Bezoek
onze showroom
en ontdek
de vele
mogelijkheden
SHOWROOM
Geopend Di. t/m Do.: 09.00 - 18.00 uur
Vrijdag 09.00 - 21.00 - Zaterdag 09.00 - 17.00 uur
BOUWMATERIALEN
Geopend Ma. t/m Vr.: 07.30 - 17.30 uur
Zaterdag 08.00 - 12.00 uur
Zeelandhaven 7 - Bergen op Zoom - Tel. 01640-71500
Advertentie J.M.