Onderwijzer is een kleine zelfstandige, toch een beetje baas in eigen klas Eben Haëzer met 253 de grootste Funest voor dorp Directeur J. Plekkenpol van openbare basisschool De Luyster: -Mill DONDERDAG 17 NOVEMBER SPECIALE EDITIE EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 25 JUBILEUMNUMMER 1944 1994 DE THOOLSE COURANT JUBILEUMNUMMER 1944 1994 DE THOOLSE COURANT Oosterschelde kleinste openbare m i n nu gaan we het allermoeilijkste doen M J wat je op school kunt doen. Pak je potlood en liniaal maar. Wie weet wat ik bedoelMaandag ochtend kwart voor tien taalles voor groep acht van de openbare basisschool De Luyster in Sint-Philipsland. Directeur J. Plekkenpol her haalt de vraag. Jeroen, een van de tien kinderen in de klas, steekt zijn vinger op: "Luisteren.Het antwoord is goed. Waarschijnlijk heeft Plekkenpol het er al vaker over gehad. Hij legt uit dat er een luisteroefening volgt. En zegt benieuwd te zijn hoe de leerlingen het er vanaf zullen brengen. "Vorig jaar was er, tot mijn grote schrik en ontzet ting, niet ééntje die goed kon luisteren. Ik hoop dat het dit jaar wel zo zal zijn. Ik verwacht dat van de tien leerlingen, twee of drie het helemaal goed zullen hebben." Plekkenpol heeft er de spanning bij de kinderen ingebracht. Wie van ons zal het goed hebben, zie je ze denken. Luisteren is een probleem, legt de directeur later uit als hij een uurtje geen les hoeft te geven maar vrijge steld is om aan de administratie van de school te werken. Het baart hem zor gen. "Hoe het komt? Door de televisie. Kinderen zijn tegenwoordig heel visu eel ingesteld. Auditief gezien (het gehoor betreffende - red.) zijn ze zwak. En dat begint al bij de kleuters. We leven in een televisie- en video- tijd. Ik weet zeker dat sommige kinde ren tekenfilms kijken nog voordat ze 's ochtends naar school komen. En dat tussen de middag de tv ook aan staat." Maar sommige ouders vinden het al lang leuk en ook wel makkelijk dat de kinderen rustig voor de buis zitten, zegt hij. "Veel vaders en moeders kij ken naar soap-series. Die beginnen om zeven uur 's avonds. Dan hebben ze geen aandacht voor de kinderen." Plekkenpol vindt het een slechte zaak. De 47-jarige leerkracht stelt het klip en klaar. Zoals hij over andere kwes ties ook een duidelijke visie heeft. De directeur schroomt niet om enkele papieren tijgers in het onderwijs aan te wijzen. Maar hij weet ook waar in de school het afwasmiddel staat. Een dagje uit het leven van een onderwij zer uit Breskens die graag hoofd van een lom-school (voor leer- en opvoe dingsmoeilijkheden) wilde worden, maar naar Sint-Philipsland kwam en er bleef. Plekkenpol vindt dat de kinderen beter een boek kunnen gaan lezen dan als maar voor de tv te hangen. Maar zegt geen Don Quichot te willen spelen. "Het is te hopen dat kinderen selectie! leren kijken." Maar hij beseft tegelij kertijd dat ze daarin gesteund moeten worden door de ouders. "Moeilijk, want er komen steeds meer netten met kinderprogramma's bij." De Luyster heeft ook televisie op school. "Met vlag en wimpel hebben we dat ding binnengehaald. De kinde ren vonden het ontzettend mooi. Als je nu een uitzending van de schooltelevi- Landkaarten en schoolplaten, maar ook posters van de hobby van de meester: zeilen. sie draait, vinden de meesten er niks meer aan. Ze worden overvoerd." Hoorspelen Toch wordt het toestel op school nog gebruikt. Voor het schooltv- week- joumaal dat elke vrijdagmorgen om elf uur wordt uitgezonden. En voor de aardrijkskundeles. Plekkenpol draait- steevast een band over de Nederland se Antillen. "Ik vind het wel nodig dat de kinderen hier iets van zien. Het behoort tenslotte bij Nederland." Toen Plekkenpol 25 jaar geleden voor het eerst voor de klas stond (aan De Toekomst in Kralingseveer te Rotter dam) luisterden de kinderen beter, zo stelt hij. "De televisie had geen invloed. Ik herinner me nog wel de schoolradiolessen en de hoorspelen. Kom daar nu maar eens mee aan." (Terug naar de les). Maurits deelt klei ne blaadjes uit, met een diagram van puntjes, letters en cijfers. De kinderen moeten op aanwijzing van de meester in totaal 26 lijntjes trekken, van C3 naar C4, van F13 naar F18 enz. Ze zijn de nieuwe gemeente Tholen is De Luyster met 98 leerlingen niet de kleinste openbare basisschool. Vol gens de telling van het aantal leerlingen op 1 oktober (nodig voor de bepaling van de rijksvergoeding) is de Oos- terscheldeschool in Scherpenisse de kleinste met 60 leerlin gen. Gevolgd door De Schalm in Stavenisse: 71. De Eevliet in Poortvliet heeft 74 leer lingen, Die Heenetrechtschool in Oud-Vossemeer 109. De Casem- brootschool in Sint-Annaland telt 176 leerlingen. Twee scholen komen boven de 200 leerlingen: Ter Tolne in Tholen met 202 en De Rieburch te Sint-Maartensdijk met 215 leerlingen. Lange tijd was Ter Tolne de grootste, maar door de komst van de Montes sorischool aan de Zoekweg heeft Ter Tolne wat leerlingen af moeten staan. Bij elkaar opgeteld gaat het om 1005 kinderen van 4 tot en met 12 jaar. In het openbaar basisonderwijs werken 60 leerkrachten, inclusief parttimers. In de loop van het schooljaar wordt het aantal door de komst van 4-jarigen meer, maar het rijk telt tegenwoordig maar eenmaal per jaar. Vroeger vond dat drie keer plaats, waardoor het gemiddelde zuiver werd bepaald. Nu krijgen de scholen 3% compensatie omdat er alleen aan het begin van het schooljaar geturfd wordt. In het bijzonder onderwijs behoort de christelijke basisschool Koningin Juliana in Sint-Philipsland met 145 leerlingen tot de middenmoot. De School met de Bijbel in Anna Jacoba- polder telt 50 leerlingen, tien meer dan de School met de Bijbel in Oud-Vos semeer dat daarmee de kleinste school is van alle scholen. In Poortvliet heeft de School met de Bijbel 66 leerlingen, vijf minder dan de Sint-Anthoniusschool te Oud-Vos semeer. De Juliana van Stolberg- school in Sint-Maartensdijk heeft 94 kinderen, de Montessorischool in Tholen 103, De Groen van Prinsterer- school in Scherpenisse 118 en de School met de Bijbel in Sint-Anna land 186. Die bijzondere scholen hebben meer dan 200 leerlingen: de Rehobothschool in Stavenisse 230, CNS de Regenboog in Tholen 239 en de Eben Haezerschool in Tholen 253. In totaal 1595 leerlingen. muisstil en geconcentreerd bezig. Uit eindelijk ontstaat er een figuur: een vliegtuig. Als het toestel is ingekleurd mogen ze het komen laten zien. Zes kinderen hebben de lijnen niet goed getrokken. De vliegtuigen hebben de vleugels net niet op de juiste plek. Het ene toestel lijkt op een raket, het ande re te veel op een vis. "Je ziet het. Ik heb niet overdreven. Jullie zien nu zelf hoe moeilijk dit is." Esther en Lavina gaan de klas uit om koffie te zetten. Ze lopen op pantof fels. Zoals alle kinderen en leerkrach ten op pantoffels, slippers of kousen door het schoojgebouw lopen. Je hoort ze niet op de vloerbedekking. Iedereen trekt bij binnenkomst in de hal zijn schoenen uit. Die verdwijnen in een grote houten bak onder de kap stokken. Een maatregel die Plekken pol bij de nieuwbouw van de school in 1978 invoerde. "Het is geluiddempend, gezellig, warm en hygiënisch. Ook nog makke lijk schoon te houden. Die vloerbe dekking ligt er al sinds de school er staat," zegt hij niet zonder trots. Geen geweeklaag Het dragen van sloffen draagt bij tot de ongedwongen sfeer in de klas. Met pantoffels (vele exemplaren met de kop van een dier op de neus) is het makkelijker om een voet op de stoel te leggen of op je knieën op de stoel te gaan zitten en dan diep over de tafel te buigen. De kinderen zijn er aan gewend. Plekkenpol zegt er niets van. "Kinderen kunnen zo ook rustig op de vloer gaan zitten om een boek te lezen." Bovendien heeft het weren van straat schoeisel ook voordelen voor het schoonmaken van het gebouw. Dat doet Helga Filius. Zij viel in 1988 in voor iemand van een schoonmaakbe drijf (voorheen hield een echtpaar de boel schoon). "Dat beviel heel goed. Ik heb gezegd dat ze gewoon een eigen bedrijf moest beginnen. Een telefoontje naar de Kamer van Koop handel was genoeg." Filius mocht van de gemeente ook inschrijven op dit werk, dat haar gegund werd. "Het is een unieke oplossing want wij kunnen altijd de baas zelf aanspreken. Geen geweeklaag zoals op Tholen waar het is uitbesteed aan een schoonmaakbe drijf met steeds andere mensen." Volgens Plekkenpol is het simpel. Het gaat niet om het aantal uren dat je afspreekt, maar over wat er gedaan moet worden. "Die normen staan vast, elke dag de we's, een keer in de week de vloerbedekking, enz. Dat moet gewoon gebeuren. Dat staat elk jaar in het contract. Je moet niet in uren pra ten, want de een doet veel in één uur en een ander doet bijna niks in drie uren." Het is kenmerkend voor Plekkenpol. Een praktische oplossing zoeken voor een praktisch probleem. Niet te lang zeuren, snel handelen. Volgens de directeur is de schoolart- sendienst dan ook heel tevreden over de propere staat van de school. "Die vindt De Luyster een voorbeeld voor andere scholen." Piano In het lokaal staan de computer en de piano rug aan rug. Een uitzonderlijke combinatie op het eerste gezicht. Tij dens de rekenles gaan de leerlingen om de beurt achter het beeldscherm zitten om rekensommetjes op te los sen. Ze moeten binnen een bepaalde tijd het juiste antwoord intoetsen. Als dat niet lukt, krijgt de leerling te lezen dat de tijd om is en moet dan een vol gende opdracht uitvoeren. 'Dit ging niet zo goed. We proberen het de vol gende keer nog eens', zegt het beeld scherm tegen Esther nadat ze alle opdrifchten heeft volbracht. De computer houdt de vorderingen van de leerling bij. Aan de hand daar van kan de leerkracht een ander niveau of een andere oefening invoe ren. Via het Comenius/Print-project wor den kinderen op de basisscholen sinds 1990 vertrouwd gemaakt met de com puter. Tenminste dat is de bedoeling. Niet alle scholen gebruiken de appara tuur optimaal, zo is onlangs uit een landelijk onderzoek gebleken. Niet alle leerkrachten zijn al deskundig genoeg om de computer te gebruiken. Ook ontbreekt het nog weieens aan beeldschermen en voldoende pro gramma's. Volgens Plekkenpol gaat er op De Luyster echter geen dag voorbij of de computer wordt gebruikt. Stellig: "Als de kinderen hier van school afkomen, kunnen ze met een computer werken. Allemaal." Een rondje door de school leert dat in elke klas een computer staat opge steld. "Ik vind dat de kinderen er a la minute mee moeten kunnen werken." Om dat tc bereiken heeft de school er voor gekozen de apparatuur niet elke middag na schooltijd in een aparte ruimte achter slot en grendel op te ber gen. "Het risico dat ze gestolen wor den, nemen we. We kiezen ervoor, er elke dag mee te kunnen werken. Als je dat niet doet, streef je je doel voorbij." Plekkenpol vindt dat de computer toe komst heeft omdat hij niet meer is weg te denken uit onze samenleving. "Dan is het ook maar beter om er meteen aan te beginnen. Hij zegt de enige directeur te zijn van de openba re basisscholen op Tholen en Sint-Phi lipsland die het Comeniusproject begeleidt. "Voor de voortgang is het belangrijk dat ik het doe. Leerkrachten vertrekken nogal eens. Dan kan ik het beter zelf doen. Ik blijf hier toch." En de piano? "Daar begeleid ik de kin deren op bij het zingen. We hebben een liedboek. In de muzieklessen van groep zeven en acht zingen we altijd liedjes." Het eerste wat Plekkenpol de kinderen leert, is het Wilhelmus en het Zeeuwse volkslied. "Dat moeten ze kunnen, vind ik. Federatie Plekkenpol houdt zich ook bezig met het 'uitdokteren' van een administra tiesysteem voor de toekomstige fede ratie van alle acht openbare basisscho len op Tholen en Sint-Philipsland. Samen met leerkracht H. Bos van de Oosterscheldeschool in Scherpenisse bekijkt hij welk programma het meest geschikt is. In januari moet er een beslissing over genomen worden. Het vergt tijd, maar Plekkenpol gaat daar zuinig mee om. Zoals hij streng is bij het selecteren van de post die elke dag op de deurmat valt. Een mededelin genblad van het ministerie van onder wijs heeft voor hem alleen waarde als er iets over het basisonderwijs in staat. "Dat lees ik, de rest niet. Je moet schif ten." Een vraag waarmee de scholen op dit ogenblik worstelen is, of er één direc teur voor alle scholen moet komen. Plekkenpol: "Dat zie ik persoonlijk niet zitten. Dat wordt veel te duur en het is bovendien overbodig. We heb ben alleen maar een directeur uit ons midden nodig die de andere directeu ren wat administratieve taken uit han den neemt. Met de gang van zaken op school kan een bovenschoolse direc teur zich niet gaan bezighouden. Het is een utopie om te denken dat één directeur alle directeuren kan vervan gen." Plekkenpol zegt dat de meeste scholen er ook zo over denken. "We denken aan een directeur die voor een aantal uren wordt vrijgemaakt. Dat betalen de scholen gezamenlijk. Dat is veel economischer dan dat je een boven schoolse directeur benoemt. Een school is tegenwoordig wel een bedrijf, maar bestaat toch voor negen tig procent uit handwerk. Je bent met kinderen en leerstof bezig. Bovendien moet je je ook geen overdreven taken toe gaan zitten eigenen. Onderwijzen is nog steeds kinderen wat leren." Afwasmiddel Eén van de koffiemeisjes komt mel den dat het afwasmiddel op is. De meester legt uit waar ze een nieuwe Bacon kan vinden. De directeur vindt, dat de scholen door de invoering van zo'n adminis tratiesysteem de kans krijgen naar elkaar toe te groeien. "Natuurlijk moet er overeenstemming zijn over een methode. Maar dit zijn de voorzichti- steeds veel belangstelling voor moei lijk lerende kinderen. Dc Luyster doet net als vele andere scholen mee aan het project 'Weer samen naar school'. Dat houdt in dat moeilijk lerende kin deren op school zoveel mogelijk begeleid worden om te voorkomen dat ze naar een school voor speciaal of- buitengewoon onderwijs gaan. Per week besteedt een leerkracht een paar uur extra aan een kind, of groepje kin deren, met leer- en of gedragsproble men. "Het is bedoeld om de groei van speciale scholen tegen te gaan. Maar ze blijven maar groeien. Het project is een doodgeboren kindje. Het stelt niks voor. Zwakke leerlingen hebben een apart programma nodig. Maar dat moet je met gekwalificeerd personeel doen, met een remedial teacher. En daar is geen geld voor. Een beetje meer helpen, zoals nu gebeurt, is niet afdoende." Volgens Plekkenpol zou elke onder wijzer die aan het project deelneemt, ervaring op moeten doen op een lom school, wil hij "helemaal inzetbaar zijn'. Dit project betitelt Plekkenpol ook als een papieren tijger. Maar aan de andere kant is hij ook blij dat deze kinderen op hun eigen school kunnen blijven. "Als leerlingen zo'n kind 's morgens met eèn busje weg zien gaan, zeggen ze: die is stom. Het krijgt een stempel. Een kind dat naar De Veste in Tholen gaat, maar vrij dags op zijn eigen school zit, behoudt zijn vriendjes op het dorp." Plekkenpol kwam in 1978 naar Sint- Philipsland, na vijf jaar Capelle aan den IJssel en Schiedam. In 1974 stond hij een jaar lang voor de klas in Rot terdam. Daarna vier jaar op de W.A. Lieflandschool in Schiedam. Het leek hem aantrekkelijk om hoofd te wor den van een lom-school, maar die gelegenheid deed zich toen niet voor. Wel was er een vacature voor school hoofd in Sint-Philipsland. Hij sollici teerde en werd aangenomen op de Koningin Julianaschool in de Wilhel- minastraat (waar openbare en christe lijke school toen nog onder één dak zaten). Twee klasjes telde de school met 48 leerlingen en een collega, Harm Tom van der Linden. Waarom Sint-Philipsland? "Omdat het leven me in de stad niet aanstond. Twaalf hoog op een flat, daar voelt een Zeeuw zich niet zo op zijn gemak. Het stonk er en er was veel smog. Als Bressiaander wou ik wel terug naar Zeeland." Piekeren De affiches en posters in de klas, van zeilboten en catamarans, verraden de hobby van de meester. Plekkenpol is lid en terreincommissaris van de Cat- club Bru in Bruinisse. In Rotterdam deed hij al aan kanovaren, daarna stond hij zo'n tien jaar op de surfplank en sinds enkele jaren heeft hij zich verslingerd aan het catamaranzeilen. Bovendien zwemt hij elke week en wil ook nog wel eens op een toerfiets stappen. Een tegenwicht voor het les geven op school. De combinatie van lichamelijke inspanning èn concentratie maken het snelle zeilen op een catamaran voor hem tot een uitdaging. "Het geeft een kick. De snelheid die je maakt met zo'n boot, die heel gevoelig is voor wind. Als je een fractie van een secon- In de dorpsgemeenschap speelt Plekkenpol buiten de school ook een rol. Hij regisseert blijspelen voor de voetbal- en de muziekvereniging, die in De Wimpel worden opgevoerd. Elk jaar wordt hij daarvoor gevraagd. Twintig jaar was hij actief lid van de Oranjevereniging. Daarnaast zat hij in een comité dat culturele evenementen organiseerde. Plekkenpol moet er als directeur van een kleine dorpsschool niet aan denken dat zijn school opgeheven zou worden omdat er te weinig leer lingen zijn. "Dat lijkt me funest voor het dorp en de gemeenschap. Dan is het beter om één school te hebben, dan dat de kinderen met bussen moeten gaan rijden. Ik ben principieel voorstander van openbaar onder wijs, maar dan kunnen we hier beter een compromisschoo! oprichten van neutraal en christelijk onderwijs waarvan de ouders het bestuur vormen. Zo gauw ze twaalf zijn, gaan de kinderen toch het dorp al uit. De politiek moet zich er hard voor maken als de nood aan de man komt." Gewogen Naast deze telling wordt een leerling ook 'gewogen'. Dat wil zeggen dat een kind voor meer dan I leerling kan tel len door bijzondere omstandigheden. Bijvoorbeeld wanneer een kind uit een gezin komt dat uit één ouder bestaat die weinig onderwijs heeft genoten. Of wanneer het kind uit een pleeggezin of een schippersgezin komt. Dat geldt ook voor kinderen van wie een van de ouders geboren is in bijvoorbeeld Griekenland, Italië, Marokko, de Nederlandse Antillen, ex-Joegoslavië of Turkije. Of kinde ren van vluchtelingen. Zo kan een school met honderd leerlingen bij voorbeeld 124 'gewogen' leerlingen hebben. Aan de hand van dit cijfer wordt bepaald hoeveel leerkrachten de school meer mag inzetten om deze kinderen die aandacht te geven die nodig wordt geacht. Meester Plekkenpol tijdens de Engelse les in groep acht. ge stapjes naar de federatie. We heb ben niks aan een papieren tijger als een bovenschoolse directeur." Bij een fusie zou volgens Plekkenpol het totale aantal leerlingen worden geteld. Dat zou een vermindering van het aantal leerkrachten betekenen. Op honderd leerlingen zijn er nu vijf leer krachten. "Het werkt progressief: hoe meer kinderen, hoe minder leerkrach ten. Nu staan er op een kleine school 2 leerkrachten op 30 leerlingen. Bij een grote school zou dat er 1 zijn. Bij een fusie verlies je formatieplaatsen. Als we dat zouden doen, dan zou het ministerie natuurlijk hard lachen. In een federatie kun je het aantal plaatsen handhaven. Bovendien kost het ook veel als onderwijzers op wachtgeld gezet worden." Op De Luyster werken nu zes leer krachten (waarvan twee parttimers, dus vijf volledige functies). Na een fusie zouden dat er maar drie zijn. "Dan kunnen we hier ook geen goed onderwijs meer geven." Geen geld De onderwijzer stond vier jaar voor de klas in een lom-school. Met zijn akte buitengewoon onderwijs heeft hij nog de niet oplet, dan lig je om. Met water en wind moet je het doen. Je kan niet zitten piekeren." Hij vaart ermee rond Texel en rond het eiland Tien Geme ten. Om de boot zelf op het strand te kunnen brengen schafte Plekkenpol er een auto voor aan, met vierwielaan- drijving. "Anders moet je staan wach ten tot anderen over het strand rijden. Dat duurt me te lang." Niks voor Plek kenpol die zichzelf op de boot als een 'einzelganger1 beschouwt, waar hij met 'niemand enige bemoeienis heeft'. In het onderwijs is dat juist niet zo, maar in de klas is Plekkenpol toch de baas, zo zegt hij. In die zin is er een overeenkomst met het alleen zeilen. "Niemand heeft hier iets te vertellen. Wie er ook binnenkomt, wat ze er ook van zeggen, ik doe toch wat ik denk dat goed is voor de kinderen. Je maakt afspraken met collega's, maar een onderwijzer is op zijn manier alleen in de klas." Maar dat maakt het volgens Plekkenpol ook moeilijk om het gedrag van een onderwijzer te veran deren. "Hij is tenslotte een kleine zelf standige, een beetje baas in eigen klas." De directeur respecteert dat. Plekkenpol wil niet bevoogdend optreden als iedereen de richtlijnen en de afspraken maar volgt die op school zijn gemaakt.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1994 | | pagina 49