Dochter van schipper na vijftig jaar
weer aan het roer van de Verwisseling
Pispot op bakens
in de Pluimpot
Leen Schot in 1944 gedood bij beschieting op Oosterschelde
Smalstad als domicilie
Gered van schroothoop
DONDERDAG 1 NOVEMBER
SPECIALE EDITIE EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
DE THOiLSE COURANT
1944
1994
DE THOOLSE COURANT
5
JUBILEUMNUMMER
1944 1994
De inundatie van
Tholen en grote
delen var, Sint-Phi-
lipsland in 1944 betekende
een ware volksverhuizing.
Duizenden inwoners uit de
dorpen (het staije Tholen
bleef droog) meesten maar
zien elders oncerdak te vin
den nadat op 15 februari
bekend werd cat de Duitse
bevelhebber ii Nederland
opdracht hac gekregen om
Tholen, macr ook Schou-
wen-Duivehnd, Goeree-
Overflakket, Voorne Putte
en Beijerlaid onder water
te zetten.
Op die manie moest de landing van
geallieerde toepen op het Westeuro-
pese continnt bemoeilijkt worden.
Bovendien hd de Wehrmacht te wei
nig manschppen om deze gebieden te
verdedigen Hoe het onder water zet
ten van Tiolen in zijn werk moest
gaan, wer op 20 februari besproken
in Scherpnisse. Door het openzetten
van de suisluizen zou het zoute zee
water uide Oosterschelde de polders
instromn. Ook werd bepaald dat
begin raart het eiland ontvolkt moest
zijn. Idereen maakte voorbereidin
gen or te vertrekken.
Dat d inundatie zijn schaduw vooruit
wierf getuige het volgende verhaal.
Het het relaas van Dingena Prak-
Schi, 65 jaar geleden geboren in
SinMaartensdijk. Over een drama op
de Dosterschelde en een bijzondere
gefcurtenis vijftig jaar later.
Oi 29 februari 1944 is het binnen-
vitrtschip de Verwisseling op weg
vn Zijpe naar Sint-Maartensdijk.
,an boord schipper Leendert Schot,
ijn vrouw Elisabeth van Dijke en hun
nige dochter Dingena of 'Dientje'.
Jet schippersgezin is op weg naar de
smalstad om Dingena's grootmoeder,
van vaders kant, op te halen. Ze had
den immers gehoord dat Tholen door
de Duitsers onder water zou worden
gezet en dat de bevolking geëva
cueerd moest worden.
De Verwisseling stevent via het Kee-
ten de Oosterschelde op. Ze halen een
konvooi met schepen in dat onder
Rode Kruisvlag vaart. Dingena: "Het
gebeurde vaak dat Duitsers schepen in
beslag namen en meevoeren in een
konvooi met de vlag van het Rode
Kruis."
Het is stralend helder weer. Nadat ze
het konvooi gepasseerd zijn gebeurt
De Verwisseling in Utrecht, omst
reeks 1935. Voor de stuurhut
vlnr:Leendert Schot, Ko Moer
land, Dingena Schot, haar moeder
Elisabeth-Schot-van Dijke en de
heer Van der Stel. De rechtop
staande buizen dienden om de
zonnetent op te houden.
JUBILEUMNUMMER
Dingena Frak-Schot temidden van de huidige eigenaars Jane en Geoffry Bradshaw in de stuurhut van de Avanti B in de haven van Tholen.
Dingena Pnk-Schot praat met veel liefde over haar jeugd
op de Vervisseling die Sint-Maartensdijk als domicilie
had. Ze verd op 7 april 1929 in Sint-Maartensdijk gebo
ren maar na enkée weken al aan boord genomen voor reisjes door
Nederland en Begië en een paar keer naar Duitsland.
Haar vader Leendrt Schot was zelf Via de Pluimpot voerde Verwisseling
het. Een Engels vliegtuig opent het
vuur op de schepen die op dat ogen
blik tussen Wemeldinge en de Platen
van de Dortsman varen. Ook op de
Verwisseling. "Wij zijn naar beneden
gevlucht. In de slaapkamer had jc
links en rechts een kooi. Daar hadden
we een matras over gelegd om onder
te zitten. Toen we daar zaten hoorden
we niks meer. Mijn vader zei: ik ga
weer naar boven want anders varen
we nog op een mijn. Moeder ging ook
mee en ik wilde als kind niet alleen
beneden blijven."
Hels kabaal
Op het moment dat Leendert Schot
het roer weer in handen heeft, scheert
het vliegtuig voor een tweede en laat
ste maal laag over en vuurt een salvo
af op het schip. Het treft de stuurhut en
de 40-jarige schipper in de hartstreek.
Leendert Marinus Schot overlijdt ter
plekke. Zijn vrouw raakt een stuk van
haar hand kwijt, afgeschoten terwijl
deze op Schots schouder rust. Dinge
na staat op het trapje.
"Het gebeurde in een fractie van een
seconde. Ik zag een heel groot gevaar
te. Het was een hels kabaal. Ik zou het
niet goed kunnen beschrijven. Voor
zover ik weet was het één vliegtuig.
Die was natuurlijk teruggekomen en
had het waarschijnlijk op de motor
gemunt."
Volgens Dingena is bij een van die
aanvallen ook een vriend van haar
vader dodelijk getroffen. Zijn naam
kan ze zich niet herinneren.
Haar oud-oom Marinus Ponse heeft,
naar ze later vernomen heeft, de
beschieting gehoord. Ponse (getrouwd
met een zuster van Dientje's groot
moeder) woonde toen in de Noord
Leendert Schot op de Verwisseling in de haven van Scherpenisse aan de
staande hor bij het laden van aardappelen. De arbeiders droegen de
zakken van de boerenwagen het schip op en gooiden ze leeg op de hor.
Pootaardappelen en aarde vielen erdoorheen en werden opgevangen
op lege zakken. De boeren moesten dit als 'tarra' weer mee terug nemen.
Links een commissionair. Op de achtergrond het 'diekje' met de sluis
van de spuikom.
vlakbij de zeedijk in een huisje dat De
Hel werd genoemd. Tijdens de inun
datie werd het verwoest.
Vissers die met hun hoogaarzen in de
een zoon van en schipper, Dirk
Schot. Vader en zon hebben zelf nog
'onder zeilen' gevren. Leendert kocht
de Verwisseling^p 23 januari 1928.
Het schip, ruirr24 meter lang, 41
meter breed en en laadvermogen van
84.390 ton, vcvoerde aardappelen,
vlas en suikeaieten. Schot haalde
deze landbou'Pr°dukten op in de
kleine landboivhaventjes op de Zuid-
Hollandse eiinden en op Tholen,
onder meer ut Scherpenisse, Sint-
Maartendijkaint-Annaland en Stave-
nisse. "De ksten met nieuwe aardap
pelen lieten i van de boerenwagen op
een plank .an boord glijden. Late
aardappelei werden in zakken aan
boord gebicht. Tussen de nieuwe en
de late aarappelen lag het schip op de
werf in \beswijk. Daar ging het op
de hellin om geteerd en geverfd te
worden.'Maar vooral het transport
van vla'herinnert ze zich nog heel
goed. "lie werd hoog opgetast. Dan
zat de uurhut helemaal ingebouwd.
Het wr een hoge last en dan moest er
aan detuurinrichting een verlengstuk
gemait worden zodat je hoog op de
ladinkon sturen." Namen van schip
pers it de crisisjaren schieten haar te
binm, zoals Cor van Damme, Tinus
Hag Jan Koopman, Krijn Bevelan-
dern de beurtschippers A. IJsseldijk
en-'- Vermeulen uit Sint-Maartens-
dii Bram van de Boogaard en
Airies Fase uit Sint-Annaland, en
Die uit Stavenisse. "In die jaren heeft
rjn vader altijd werk gehad. Toen ik
«geveer vijf jaar was kwam Ko
ioerland uit Stavenisse als schippers-
necht aan boord. Ongeveer een jaar
iter zijn we voor een vaste baas gaan
/aren. Een groothandelaar in aardap
pelen, Van Oostrum in Utrecht. Soms
reisden we drie keer per week naar
Zeeland om aardappelen te halen."
naar de haventjes van Sint-Maartens
dijk en Scherpenisse. In deze geul, tot
1957 de open verbinding tussen de
havens en de Oosterschelde, moesten
de schippers oppassen om niet aan de
grond te varen. "Er stonden bakens op
de platen. Soms met een vlaggetje of
een pispot eraan." Omdat ze enig kind
was vonden haar ouders het prettiger
dat ze aan boord bleef en niet op haar
achtste, naar een schippersschool zou
gaan. "Daar moest je dan drie jaar
intern. Maar mijn vader wilde dat ik
eerder leerde lezen en rekenen. Hij
onderwees me al vanaf mijn vijfde.
Toen ik zes was kwam er elke maand
een onderwijzeres aan boord die mijn
ouders via kennissen in Utrecht had
leren kennen. Zij kreeg regelmatig
presentexemplaren van schoolboeken
en daar mocht ik uit leren. Ik herinner
me nog 'Werken en Denken' van Wol-
ters uit Groningen. Die juffrouw vond
het interessant dat er een kind was dat
niet naar school ging maar aan boord
leerde." Dien omschrijft Ko Moerland
als een 'tweede vader'. "Hij hield van
kinderen en is erg goed voor ons
geweest. Met hem of met mijn vader
ging ik boodschappen doen. Mijn
moeder bleef veel aan boord." In 1940
lag de Verwisseling in Utrecht. "Dat
was de enige keer dat we rollen prik
keldraad moesten vervoeren voor de
Nederlandse militairen. Het schip was
nog niet volgeladen toen de capitulatie
werd afgekondigd en de rollen werden
er weer net zo snel uitgegooid." In
1942 moest de dekknecht Moerland
van boord omdat er te weinig werk
was. Schot werd weer een 'losse'
schipper. Het schip lag in 1943 enke
le weken in Drenthe. "Mijn vader wil
de niet graag voor de oorlogsindustrie
varen. Dikwijls hebben we in achteraf
kanaaltjes in Drenthe gelegen."
De Verwisseling wordt gebouwd in Woubrugge op werf de Dageraad. In december 1927 wordt het schip te water
gelaten.
In 1928 wordt L. Schot uit Sint-Maartensdijk eigenaar. Hij doopt het schip de Verwisseling. Het is uitgerust met
een 1 cilinder 30 PK Kromhoutmotor, 1 vooronder, 1 laadruimte van 83 m' en 1 salonroef. Lang 24f>6 meter,
breed 4fi6m. Laadvermogen 84390 ton.
Ko Moerland is vanaf 1944 tot 1951 zetschipper op de Verwisseling. En eigenaar van 27 september 1951 tot 23
september 1952. Moerland vervoert voornamelijk aardappelen en verkoopt het schip aan A. van der Zwaag uit
Groningen. Deze verandert de naam in Geziena en transporteert grind.
Op 7 mei 1960 wordt beurtschipper J. Maarse uit Aalsmeer de nieuwe eigenaar. Geziena wordt Grietje en Maar-
se verhoogt de den (de opstaande rand in het dek om de laadruimtemetéén meter om meer plaats te krijgen voor
het vervoer van graan. De firma Stoop uit Raamsdonkveer plaatst een nieuwe 6 cilinder 120 PK Daf motor.
Op 20 maart 1975 koopt P. Breedveld uit Nieuw Lekkerland het schip. Grietje wordt A vanti 1 en vervoert veevoer.
In 1981 kopen Jane en Geoffrey Bradshaw voor 30.000 gulden de A vanti. Ze redden daarmee het schip van de
schroothoop. Zij waren op zoek naar een schip waarmee ze de Europese wateren kunnen bevaren. De Avanti
wordt flink aangepakt op de scheepswerf in Stavoren. Er wordt 25 ton beton in het ruim gestort.
Bradshaw is oprichter en voorzitter van de Dutch Barge Association, een vereniging van liefhebbers en eigenaars
van Nederlandse binnenvaartschepen. Het telt 310 leden, waarvan 275 een schip bezitten. De Avanti wordt in
1988 naar Engeland gevaren. In mei 1993 vaart de A vanti B met twee andere Nederlandse binnenschepen terug
naar het vasteland van Europa en doet voor het eerst Tholen aan.
Dingena Prak-Schot voer met de Avanti B naar de haven van Tholen.
buurt liggen brengen de Verwisseling
naar de haven van Wemeldinge. "Dat
waren dappere mannen want ze ris
keerden toch ook om beschoten te
worden." Wie die vissers zijn geweest,
is haar niet bekend. "Door alle com
motie destijds is daar te weinig aan
dacht aan geschonken. Dat spijt me
me nog altijd." Er wordt een dokter
gewaarschuwd, maar volgens Dinge
na was het ogenblikkelijk te zien dat
haar vader dood was. Ze vertelt dat zij
en haar moeder veel steun hebben
gehad van de lijkdienaar en diens
vrouw uit Wemeldinge die Arie
Schipper heette. "Ze hielpen overal
mee. Die verdienen veel lof." Schot
wordt in het ruim opgebaard.
Thoolse muts
Schot's moeder die ondertussen in
Tholen verblijft, hoort dat haar enige
zoon is omgekomen en gaat op weg
naar Wemeldinge. Ze reist in een auto
die wordt aangedreven door een gas
generator. Onderweg vliegt die in
brand. "Ze kwam met een verschroei
de Thoolse muts aan. Na een paar
dagen overleed ze aan een hersenbloe
ding. Ze was 79. Toen hadden we heel
kort na elkaar twee keer een dode aan
boord." Dingena Petronella Schot-de
Graaf overlijdt op 10 maart 1944.
Schot en zijn moeder worden in
Wemeldinge begraven. Voor Dingena
en haar moeder eindigt het leven op
het schip de Verwisseling abrupt. Ze
roepen de vroegere schippersknecht
Ko Moerland uit Stavenisse te hulp.
Die vaart het schip naar de werf in
Vreeswijk en zou de Verwisseling in
1951 overnemen. Moerland zelf komt
in 1958 om het leven in het Belgische
Harelbeke door een klap van de slin
ger van de sluisdeur. Na diens dood
verliest Dien ook het contact met de
schipperswereld.
Het drama op de Oosterschelde veran
dert het leven van de 14-jarige schip-
persdochter en haar moeder ingrij
pend. Ze vertrekken over land naar
Utrecht.
Haar moeder leert daar weduwnaar
De Bruijn kennen die tien kinderen
heeft. In 1947 trouwt ze en gaat met
zes kinderen in Sint-Maartensdijk
wonen. In het huisje aan de Westvest
A338, nu 17. Dingena gaat op kamers
en blijft in Utrecht waar ze Max Prak
ontmoet, met wie ze in 1952 in Sint-
Maartensdijk huwt. Het echtpaar gaat
in Utrecht wonen. De band met Sint-
Maartensdijk blijft bestaan maar het
schip verdwijnt volledig uit het
gezicht van Dingena totdat een kennis
van haar het schip op weet te sporen.
"In de loop van de jaren heb ik er weer
meer belangstelling voor gekregen.
Vooral na het sterven van mijn moe
der in 1990. Toen was er weer iets ver
broken. Ik vroeg me af wat er van het
schip terecht gekomen was. Tenslotte
heb ik er 14 jaar op gevaren. Dat blijft
altijd trekken. Ik wilde toen eens bij de
schippersvereniging Schuttevaer gaan
informeren."
Ze pluist het uiteindelijk niet zelf uit.
Wie wel naar de Verwisseling op zoek
gaat is haar vriendin Gerda van Scher-
penzeel. Zij wil Dingena en haar man
verrassen op hun 40-jarige bruiloft in
1992. Na een lange speurtocht langs
archieven, na vele telefoontjes en een
inzage in het kadaster in Stavoren,
lukt haar dat.
Geert twijfel
In 1981 is het schip gekocht door Jane
en Geoffry Bradshaw uit Londen met
wie Gerda contact weet te leggen. Op
het bruiloftsfeest kan zij zelfs meede
len dat de Verwisseling als de Avanti
B naar Nederland komt varen en dat
Dien en Max aan boord een kijkje
mogen komen nemen.
Dien krijgt eerst foto's te zien. Ze ziet
dat de laadruimte verhoogd is en dat
de stuurhut groter is maar er is voor
haar geen twijfel mogelijk:"Als die
tussen andere schepen had gelegen,
zou ik hem er onmiddellijk uitgehaald
hebben."
In oktober 1993 ziet ze het schip weer
terug. Als ze in het roefje stapt valt
haar mond open van verbazing: het
buffetje van teakhout staat er nog pre
cies zoals vijftig jaar geleden. "Dat
was het eerste wat ik zei:"Hee, het
buffetje." De keuken met de witte
tegeltjes is onveranderd, de klerenkast
hetzelfde, het geslepen glaswerk in de
schuifdeuren, het houten plafond, de
koperen houdertjes en haakjes. "Het is
ongelooflijk dat daar niets aan veran
derd is."
Vijftig jaar na dato staat Dingena,
weer aan het roer van het schip waarin
ze is opgegroeid en van haar vader
heeft geleerd te sturen. Ze vaart er nu
ruim drie uur mee, van de Volkerak-
sluizen tot voorbij de Thoolse brug op
het Schelde-Rijnkanaal. Het schip lag
in Willemstad en was op weg naar
Tholen. Met haar man, Gerda en de
eigenaars. In het ruim geen last aard
appelen. suikerbieten of vlas maar een
luxe salon van het Engelse echtpaar
dat de Verwisseling als tweede
woning gebruikt.
Bevoorrecht
"Het is toch een wonderlijk toeval dat
er nu Engelsen op varen," zegt ze. Met
de huidige eigenaars is een vriend
schapsband ontstaan. De Bradshaws
hebben enthousiast gereageerd op het
verzoek van Gerda om meer over het
schip te vertellen. Zelf zijn ze ook
geïnteresseerd in de voorgeschiedenis
van hun Avanti B. Dat het uitgerekend
Engelsen zijn die nu op het schip
varen, doet Dingena niets. "Het is een
totale oorlog geweest. Dat Engelsen
ons hebben beschoten, dat moest
gebeuren. Dat was een samenloop van
omstandigheden. Op schepen werd
geschoten zoals er ook op treinen
werd geschoten. Ik vind dat ik dat niet
moet ophalen. Zij weten het en klaar.
Ik heb meer het gevoel dat het door de
Duitsers is gekomen. Die voeren mee
in konvooien op gevorderde schepen."
De Bradshaws zelf zeggen zich
bevoorrecht te voelen nu ze zoveel
van de geschiedenis van hun schip te
weten zijn gekomen. Zij hebben met
hart en ziel het schip opgeknapt en
verandert in een luxe salonboot. Din
gena: "Ik denk dat mijn vader het ont
zettend leuk zou hebben gevonden dat
deze mensen nu zoveel plezier aan het
schip beleven."
Dingena lijkt zich na al die jaren weer
thuis te voelen op het schip. De tocht
die ze met het schip maakte was
'eigenlijk heel gewoon.' "Het is alleen
een ander geluid. Er zit een andere
motor in. Die zet je aan alsof je een
auto start. Vroeger moest de motor
aangeslingerd worden."
De kleine ruimte in de stuurhut en het
roefje waar ze als kind speelde zijn
haar vertrouwd en roepen veel herin
neringen op. Niet de beelden van die
dramatische ogenblikken op de Oos
terschelde in 1944. "Daar is al zoveel
over gesproken. Dat heb ik ook al lang
verwerkt. Er komen geen nare herin
neringen naar boven, alleen maar leu
ke. Maar het verwondert me wel dat
het zo eigen is. Op het schip liggen
mijn wortels."
Over de beschieting op de Ooster
schelde is tot op heden weinig bekend.
Op het archief van de gemeente
Kapelle, waar Wemeldinge nu onder
valt, is geen proces-verbaal van de
gebeurtenis te vinden. Ook de Provin
ciale Zeeuwse Courant, noch de Yer-
seksche/Thoolsche Courant maken er
melding van. Op de begraafplaats van
Wemeldinge hebben de graven van
Leendert Schot en zijn moeder enkel
een nummer.
De familie Prak-Schot blijft de banden
met Sint-Maartensdijk onderhouden.
Enkele jaren geleden kochten ze het
kleine huisje aan de Westvest (zij het
met veel moeite omdat het een tweede
woning betreft). Ze ontvingen er het
echtpaar Bradshaw met wie ze een
wandeling maakten over de Haven
naar de Pluimpot. Daar waar de Ver
wisseling in had willen varen, vijftig
jaar geleden.