Barbertje hoeft niet te hangen, maar herhalingen wel voorkomen Rechtszaak lange lijdensweg Advocaat: 'Lachende meisjes op de foto, is dat ontucht? 'Hij behandelde ons alsof we kleine kinderen waren' Tekort 8,5 ton bij de politie ff- Eis: voorwaardelijke straf om grenzen te stellen aan fotograaf Omzet is gehalveerd Hv Provincie kan de lucratieve duikvergunning niet inperken Donderdag 13 oktober 1994 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 9 Twee maanden geheel voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar. Die eis deponeerde offi cier van justitie mr. H.F. Mos vrijdagavond bij de Mid delburgse rechtbank tegen P.A.M.K. (47) uit Nieuw-Vos- semeer. De fotograaf had volgens hem tijdens een doe- dag van de openbare basisschool Ter Tolne bij drie 11 - jarige Thoolse meisjes de borsten, billen of het kruis aan geraakt of betast. Om herhalingen van dit soort 'grens overschrijdingen' te voorkomen, eiste de officier een geheel voorwaardelijke straf. De rechtbank kon de zaak echter nog niet afronden omdat er geen tijd meer was voor de verdediging en het laatste woord van K. Meisje 1 Niet aan de schandpaal Nagenoeg constante overdreven klefheid' Meisje 2 'Veelvuldig onnodig aanraken/vastpakken' Misselijkmakend Terughoudender Meisje 3 De zedenzaak tegen de Nieuw-Vossemeerse fotograaf K. blijkt een lijdensweg voor alle partijen. In mei 1992 gebeurde de 'ontucht' op de doe-dag van Ter Tolne en na vele verwikkelingen achter de schermen, volgde in juni van dit jaar de eerste openbare rechtszitting. Na vijf uren kwam de rechtbank tot de conclusie, dat het horen van de meisjes gewenst was, hoewel ze al verklaringen hadden afgelegd bij de politie, de rechter-commissaris en tijdens het kringgesprek met de leerkrachten. "Twee meisjes die elkaar lachend vertellen dat ze aange rand zijn. Lachende meisjes op de foto. Is dat ontucht? Ontucht in Tholen misschien! Als het niet schandalig is, dan is het lachwekkend, maar als eenvoudig boerenadvo- caat denk ik: ze waren niet zo geschokt." Raadsman mr. Doedens haalde vrijdagavond ferm uit na de eis van de officier van justitie, die twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf wil zien voor de handelingen op de doe- dag van fotograaf K. Klungelige vragen "Het lichamelijk contact met K. vond mijn dochter zeer overdreven, zeer onprettig en vervelend." Dat verklaarde de moeder van één van de drie Thoolse meisjes, die vrij dagavond door de raadsman van K. als getuige was opgeroepen. Zij had ook in juni al uitleg over de zaak gegeven voor de Middelburgse rechtbank. In de war Rechercheurtje gespeeld Abnormaal langzaam Diepe duisternis Imminga: We hebben keuzes moeten maken Het district Oosterscheldebekken van de politie - waar van ook Tholen en Sint-Philipsland deel uitmaken - komt dit jaar 850.000 gulden tekort op een begroting van bijna drie miljoen gulden. Van de 25 politieregio's in Neder land zijn er inmiddels 17, wat de financiën betreft, onder curatele van de minister van binnenlandse zaken gesteld. Zeeland is daar overigens niet bij. Toeristen Mr. Mos stond vrijdagavond met stellen door stemmingmakerij. Zo 'uiterst ambivalente gevoelens' (dubbelwaardig, dubbelgericht) in de Middelburgse rechtszaal omdat de zaak K. 'totaal buiten proporties is geraakt' al geloofde hij er nog 'met volle overtuiging' in. Hij verweet verdediger mr. Doedens door zijn werkwijze de zaak te hebben opge blazen. Acht maanden na aanhou ding van K. in juni 1992, had de officier hem door de politierechter willen laten berechten, maar mr. Doedens wees dat af. Hij vond, dat de officier van vervolging moest afzien en zo niet, dan zouden 16 getuigen moeten worden opgeroe pen. De officier besloot daarop in plaats van 1 politierechter de meer voudige strafkamer (3 rechters) de zaak te laten beoordelen. Dat zou in april gebeuren, maar toen kon mr. Doedens niet. In juni lukte het wel, waarbij de behandeling werd opge schort om eerst de drie meisjes te horen. Dat gebeurde vrijdagmiddag wel, maar door tijdnood kon de zaak toch niet afgerond worden. De officier van justitie wees de beschuldiging van de verdediging af, dat hij op roddel en achterklap was afgegaan in de zaak K. "Op ten- 'Na het eten klopte de fotograaf een denkbeeldig kruimeltje van mijn shirt. Het was meer dan afkloppen van een kruimeltje, dat er niet was. Ik zag en voelde dat hij drie of vier keer over mijn borsten wreef.' minste vier verschillende plaatsen is er 26 mei 1992 ongeveer gelijktijdig het signaal afgegeven, dat er door de fotograaf tijdens de doe-dag iets gedaan is wat niet kan. (Door de drie meisjes en door een jongen, ook leerling van Ter Tolne.) Op 27 mei werd naar aanleiding van de klacht van twee vaders na goed en verstan dig vooroverleg door vier leerkrach ten een kringgesprek met de betrok ken kinderen gevoerd. Het was een eerlijk en open gesprek, waarin de kinderen zeer natuurlijk hun verhaal vertelden. Allen kregen de indruk dat de leerlingen eerlijk verklaarden. Men heeft bewust gemeden gesloten vragen te stellen, terwijl tevens kriti sche vragen zijn gesteld door mevr. Van den Reijdt. In die gesprekken wordt eveneens melding gedaan van handtastelijkheden door de foto graaf. De dag na het incident is de bij de ouders ontstane indruk uit de verhalen van hun kinderen, goed deels bevestigd door de ervaringen van de leerkrachten", aldus de offi cier. Volgens mr. Mos blijkt uit de aan gifte van de ouders, dat zij écn dui delijk doel nastreven: niet dat bar bertje zal hangen, maar dat er iets gebeurt om herhaling te voorkomen. "Geen van de vaders was ingegeven door hysterie of overdreven gedre venheid om de verdachte aan de schandpaal te nagelen. Toen ik de vaders vroeg wat zij dachten dat de verdachte bij bewezenverklaring voor straf zou krijgen, was de reac tie deze: dat maakt niet uit, als hij maar gedwongen wordt zich hier voor te laten behandelen, dan wel een therapie ondergaat ter voorko ming van herhaling. Puur preventie ve gevoelens dus en geen rancune, geen klopjacht, geen emotionele taferelen. Niets van dat al! Daar ligt ook de bron voor de bij mij gedurende de voortgang van het onderzoek steeds sterker wordende ambivalente gevoelens. Immers, de verdediging koos de aanval als tac tiek. Gevolg was, dat de rechter commissaris 16 getuigen heeft gehoord met slechts als doel, de drie meisjes in een kwaad daglicht te verschuift het accent van de verde diging steeds verder weg van de beginsituatie, waarin de verdachte zich nog op het standpunt stelde, dat de door hem verrichte handelingen niet als ontucht zouden zijn aan te merken. Nu gooit de verdediging het over de boeg, dat er niet voldoende wettig of met name overtuigend bewijs zou zijn, daar de drie meisjes in hun verklaringen niet de waarheid hebben verteld of anderszins onbe trouwbaar zijn. Zo ontaardt deze zaak in een soort prestigeslag, wat zeker niet het geval mag zijn. Niet uit het oogpunt van de verdachte, die nu al twee jaar moet wachten op een rechterlijk oordeel, maar even min uit het oogpunt van de slacht- offertjes en hun ouders. Die verdie nen het immers serieus genomen te worden in hun aangiften", aldus mr. Mos. Aan de hand van de getuigenverkla ringen van de meisjes, ouders, leer krachten en mede-leerlingen bracht de officier zijn bewijsmiddelen voor de rechtbank. Hij constateerde, dat volgens de verdachte, het aanraken of betasten van borsten of billen niets met ontucht te maken heeft. "Mensen die van oordeel zijn, dat dit niet kan, hebben in zijn optiek een probleem. K. heeft geen problemen, maar tevens onderkent hij, dat zijn gedrag mensen shockeert. Hij heeft ondervonden, dat er kinderen zijn die problemen hebben met zijn gedrag, wat hem bezighoudt. Is hier sprake van ongelukjes, zoals de raadsman veronderstelt, als hij de vergelijking treft met een draaideur incident, waarbij een willekeurig persoon met een typisch vrouwelijk deel van een voorbijganger in aanra king komt? Daarvan is geen sprake. Het betrof hier geen enkel ongelukje of incident. Neen, uit de verklarin gen van de kinderen komt duidelijk naar voren, dat het hele gedrag van de fotograaf van meet af aan een bepaalde overdrevenheid uitstraal de, wat gekenmerkt werd door een veelvuldig en onnodig aanraken of vastpakken van kinderen. Zij von den dat vreemd en onprettig. In die overdreven lichamelijke bejegening van de kinderen en dan met name de De aanklager, officier van justitie mr. Mos. meisjes vinden de nu ten laste geleg de feiten plaats. Niet één incident of twee ongelukjes, neen, een nage noeg constant geuite, overdreven klefheid waarbij verschillende meis jes op meerdere momenten de han delingen ervaren. Dat zijn geen ongelukjes meer, maar een houding van verdachte tegenover kinderen." Mr. Mos citeerde verklaringen van K. om die houding nader te illustre ren: 'We zijn gewoon gek op kinde ren. Ik ben in een spiraal terecht gekomen, dat ik steeds gekker werd op kinderen. Dat ik een kindergek 'Terwijl de fotograaf en ik naar beneden liepen, zag en voelde ik dat hij mij vastpakte in mijn middel, eerst aan de zijkanten en later met een hand op mijn onderbuik en een hand op mijn billen, over mijn kle ren heen.' ben. Ik vind het fijn, als er een kind bij mij op schoot zit. Ik vind het gewoon fijn als een kind mij aan haalt. Tijdens het afdrukken van de foto's heb ik continu contact gehad met de kinderen. Ik raakte ze daarbij aan. Tijdens het wachten raakte ik de kinderen die in de buurt stonden aan om zo het wachten korter te laten duren. Ik vond dit ook wel fijn. Ik vind het gewoon fijn om de kin deren aan te halen.' Voor die houding is K., blijkens zijn eigen verklaringen, meermalen door zijn vrouw gewaarschuwd. Hij moest volgens zijn vrouw 'niet zo zot doen' met kinderen. Maar wat is nu ontucht Volgens aantekeningen bij het wetboek van strafrecht zal men kunnen denken aan een sexuele handeling die aller wegen vanwege haar aard en de omstandigheden waaronder zij wordt verricht met het oog op het slachtoffer als niet-correct, onfat soenlijk, 'not done' of laf gekwalifi ceerd wordt en wel in die mate, dat een strafrechterlijk optreden hierte gen op zijn plaats geacht wordt. Het begrip sexuele handeling moet objectief bezien worden. Niet de bedoeling van de verdachte is bepa lend, maar de aard van de handelin-. gen en de omstandigheden waaron der zij worden verricht. Let ik op de handelingen als het betasten van borsten, billen en kruis van een of meer van de meisjes, dan kan ik tot geen andere conclusie komen, dan dat verdachte ontuchtige handelin gen ten aanzien van deze meisjes heeft gepleegd. Ik kom dan ook tot het oordeel, dat bewezen kan wor den verklaard wat primair aan ver dachte is ten laste gelegd: ontucht met een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde min derjarige, meermalen gepleegd." Mr. Mos concludeerde, dat er bij K. een bepaalde geneigdheid is tot het overdreven aanhalen van kinderen. "Uit de verklaringen komt een beeld naar voren, van een bijna ziekelijke fixatie (gevoelsbinding) op kinde ren. Het contact met de kinderen is allemaal zo fijn, dat het bijna misse lijkmakend is. Door die geneigdheid en die fixatie overschrijdt verdachte grenzen, die niet overschreden mogen worden. Hij is dan ook niet meer in staat zijn - mogelijk - goede bedoelingen met de kinderen, los te zien van die fixatie. Zo komt het ook, dat verdachte moeilijk of niet kan accepteren, dat wat hij heeft gedaan, wel degelijk de grens van het betamelijke en het toelaatbare overschrijdt. Het was om die reden, dat ik destijds in het eerste telefoongesprek met de raadsman van K. in alle openheid heb meegedeeld, dat ik met het aan brengen van deze zaak, slechts nastreefde om vastgesteld te zien, dat verdachte de strafrechtelijke grenzen heeft overschreden." De officier dacht daarbij aan een geheel voorwaardelijke straf met een vorm van gedragsbeïnvloedende therapie als bijzondere voorwaarde. Met het (h)erkennen van de eigen geneigdheid en fixatie zou gewerkt kunnen worden aan het voorkomen van een herhaling van dit soort grensoverschrijdingen in de toe komst. Uit een rapport van het Leger des Heils bleek echter, dat de verde diging ervoor gekozen heeft om geen medewerking te verlenen aan een reclasseringsrapport. "Nu verdachte feitelijk aangeeft, het strafbare van zijn handelen niet in te zien, lijkt het opleggen van een bij zondere voorwaarde weinig zinvol. Daarenboven zijn sedert het plegen van de feiten inmiddels twee jaar verlopen, terwijl uit de getuigenver klaring van mevr. Schoonen valt op te maken, dat K. toch enige lering uit de zaak heeft getrokken en terug houdender is geworden in zijn con tacten met kinderen." Mr. Mos wilde bij de beoordeling nog in ogenschouw nemen, dat ver dachte 'in Tholen als een bekende en vakbekwame fotograaf geldt.' 'De fotograaf pakte in de donkere kamer op een gegeven moment een stuk papier en streek daarbij vol gens mij opzettelijk langs mijn kruis. Ik stond een eind van hem weg, hij hoefde daar helemaal niet te komen.' "Publicitair gaat een zaak als deze ongetwijfeld niet licht aan verdach te, zijn zaak en zijn familie voorbij. Daarmee houd ik dan ook rekening." De officier zei zich niet te laten beïnvloeden door de houding van de verdediging waardoor de zaak 'bui tenproportionele dimensies' is gaan vertonen, noch door het feit dat zaak diende voor de meervoudige kamer van de rechtbank. "Ik had mij al een oordeel gevormd omtrent de straf maat ten tijde van het eerder genoemde telefonisch contact met de raadsman. Ik blijf bij die redelij ke straf van een geheel voorwaarde lijke gevangenisstraf voor de duur van twee maanden met een proeftijd van twee jaar", aldus officier van justitie mr. Mos. Vrijdagmiddag om half twee zou de zitting een vervolg krijgen, maar advocaat mr. Doedens ontbrak. Hij zat nog bij het Gerechtshof in Den Haag. De per trein reizende verdedi ger kwam tegen half vier in Middel burg aan, waardoor de zaak met twee uur vertraging begon. De openbare zitting duurde maar kort, want de rechtbank ging achter gesloten deuren de drie meisjes horen, wat ruim 2Vè uur vergde van 15.45 tot 18.30 uur. Daarna werd in het openbaar een moeder van één van de meisjes gehoord, alsmede leraar Van Loen- hout. De president van de rechtbank gaf ook een samenvatting van de verhoren van de drie meisjes. Om acht uur kondigde hij aan, dat de rechtbank om negen uur met de behandeling zou stoppen. De officier van justitie had nog gele genheid om zijn eis te formuleren, maar raadsman mr. Doedens was nog niet klaar met zijn pleidooi, toen rechtbank-president mr. B.J.R.P. Verhoeven even na negen uur ingreep. "Weet u wat u mijn vrouw en kinde ren aandoet door de onzekerheid nog langer te laten voortduren", zei de verdachte. Mr. Doedens viel hem bij. "Doe het mijn cliënt niet aan om nu te stoppen, want hij heeft er alles voor vrijgemaakt." Mr. Verhoeven inventariseerde de benodigde tijd die de advocaat nog nodig zou hebben voor zijn pleidooi en K. voor zijn laatste woord en hield voet bij stuk. "Wat is de winst, wanneer u nog verder gaat praten tegen een vermoeide rechtbank, die al vanaf negen uur vanmorgen bezig is. ('s Morgens werd een drugszaak tegen een Marokkaan behandeld, valsheid in geschrifte van een Mid delburger en beroving van een taxi chauffeur door een Joegoslaaf.) Als we doorgaan, nemen we die woor den niet meer op en dat is geen goe de conditie om recht te doen. Deze zaak gaat maar door en loopt maar uit en je merkt, dat je eraan gaat ergeren en dat moet niet. Dat is niet verantwoord. Het is in uw eigen belang, dat de zaak voor onbepaalde tijd geschorst wordt. Je kunt beter over veertien dagen fris vervolgen, want ik wil u niet opjagen en uw laatste woord laten afraffelen. De rechtbank wenst deze zaak in alle opzichten goed te behandelen", zei de president. De verdediger van de fotograafde landelijk bekende advocaat mr. Doedens. 'Verschrikkelijk' noemde de advo caat het, dat het slaan van een paar kruimeltjes van een T-shirt, als on tucht aangemerkt wordt. Het begon volgens hem allemaal met het ene meisje, dat aan de dijk bij de Thool se brug een foto mocht maken van de andere leerlingen. "Die zagen ontucht: de fotograaf hield het meis je, dat een camera van 1500 gulden in haar handen had, strak vast en til de ze op een paaltje. De kinderen, die uitgelaten en luidruchtig waren tijdens de doe-dag, gaven er een zeer eigen interpretatie aan en er gingen steeds raardere dingen gebeuren. De zaak groeide via kin derogen en het kan ook raar gevon den zijn, maar in ogen van kinderen van 11, 12 jaar. De politie is blinde lings meegelopen met de overdre ven verklaringen van de kinderen en mijn cliënt werd al gauw als vieze Piet betiteld. Als iemand zich anders gedraagt, dan men in deze gemeen schap gewend is, noemt men dat al snel abnormaal." De verhoren bij de politie zijn vol gens de raadsman ook niet altijd even gelukkig geweest. "Dat had veel en veel zorgvuldiger moeten gebeuren. Wanneer je in de eerste verhoren leest, dat een meisje zegt zeven keer bij de borsten gepakt te zijn, dan deugt dat toch voor geen millimeter. Geldt het betasten van de borsten juridisch gezien trouwens voor alle drie? De politie heeft klun gelige vragen gesteld: geen open, maar gesloten vragen. Navranter hadden de verhoren niet kunnen ver lopen." Mr. Doedens ging ook in op het ver wijt van de officier, dat hij de zaak opgeblazen had. "Hoe durf je dat in vredesnaam beweren, wanneer onder verantwoordelijkheid van jus titie na de aanhouding van K. in de krant wordt gezet: fotograaf voor ontucht opgepakt. Dat is schandalig. Dqt is buiten proportie! Door die berichtgeving hang je al bijna aan de galg." De advocaat bracht naar voren, dat de gedragingen van K. door de kin deren anders worden uitgelegd dan de fotograaf bedoeld heeft. "Ontuch tige bedoelingen zijn er bij de aanra kingen nooit geweest. Dan moet er sprake van opzet zijn. Dat was er niet toen K. bijvoorbeeld in de don kere kamer een kind uit de bak met chemicaliën wilde houden. Maar hij wordt wel gedoodverfd als iemand die zijn handen niet kon thuishou den en dat klopt niet!", zei mr. Doe dens. De omzet van zijn fotozaak is bijna gehalveerd, verklaarde K. op vragen van rechtbank president mr. Verhoeven. "Toch loopt mijn zaak nog goed omdat ik de prijzen heb verhoogd om de klappen op te vangen. Maar aan eigen kapi taal heb ik ingeleverd en ook mijn zoon heeft al spaarcenten in de zaak gestoken. Deze affaire kost me heel veel", ver klaarde K. De president informeerde ver moedelijk naar de financiële situatie om daar bij het bepa len van de straf rekening mee te houden. Maar tot een uit spraak, die normaal na veer tien dagen was gekomen, kwam het niet omdat de raads man, die vrijwel zeker aan stuurde op vrijspraak, nog niet klaar was met zijn pleidooi. Bovendien krijgt K. nog het recht op het laatste woord. Er komt nog een derde zitting. Mr. Doedens informeerde, waarom de moeder niet naar de fotograaf zelf was toegegaan in plaats van naar de politie. "Ik kende hem niet en het is ook heel moeilijk om naar iemand toe te gaan, die onze dochter bena deeld heeft", vertelde ze. K. merkte op, dat de familie hem wel kende, want de vader had een gratis servicebeurt voor zijn fotoca mera gekregen. Bij die gelegenheid was hij met zijn fiets nog tegen de auto van de fotograaf gevallen, waardoor 250 gulden schade ont stond, wat volgens K. nooit betaald was. De moeder merkte op, dat het echter aan de verzekeringsmaat schappij doorgegeven was. Wat het fotograferen op de doe-dag betreft, had de moeder van haar dochter gehoord, dat zij stevig vast gepakt werd. "Ze raakte in de war van de aanraking, wat ze niet prettig vond." Mr. Doedens leidde uit de verklarin gen van het meisje af, dat ze meer gepikeerd was omdat ze zich bij de waterkant als een klein kind behan deld voelde. "Maar meisjes als kin deren behandelen, is wat anders dan ontucht! Ze vond het alleen eng, vreemd dat ze stevig op een paaltje gezet werd." De moeder meende, dat de kinderen - inmiddels 2 jaar ouder - de zaken misschien wat anders for muleren dan in 1992. "Maar er is wel degelijk wat gebeurd, alleen heeft mijn dochter er geen nadelige gevolgen van ondervonden, in tegenstelling tot een ander meisje." De advocaat citeerde nog uit een dagboek van mevr. Schoonen, dat er met de dochter van de getuige-moe- der 'niets was gebeurd.' De getuige- moeder bestreed dat en noemde dat 'eigen conclusies en eigen waarne mingen' van mevr. Schoonen. Mr. Doedens constateerde, dat de kinde ren de zaak hadden opgeblazen, maar de moeder zei, dat haar doch ter het in elk geval niet erger gemaakt had. De fotograaf verklaarde het stevig vasthouden uit het feit, dat het meis je op de steile dijk een camera van 1500 gulden in haar hand hield. "Ik was bang, dat die in het water zou vallen en dat toestel was niet verze kerd." Als tweede getuige in de openbare zitting kwam leraar C. van Loenhout van Ter Tolne aan het woord. Hij was in juni wegens ziekte verhin derd. De advocaat hield hem het lacherige gedrag van de meisjes voor, wat niet bepaald wees in de richting van door ontucht geschokte kinderen. De leraar sprak over 'ner veus gegiechel, zenuwen.' Mr. Doe dens concludeerde, dat Van Loen hout 'rechercheurtje had gespeeld.' "U had het anders kunnen aanpak ken. De leraar bracht daar tegenin, dat de affaire in feite onder school tijd was gebeurd, zodat de leer krachten van Ter Tolne ook wilden weten wat zich op de doe-dag voor gedaan had. "Maar waar is het begonnen?", zei de raadsman. "Het begin was het meisje aan de waterkant, dat stevig werd vastgepakt en zich als een baby behandeld voelde." De leraar bevestigde dat: "Dat incident buiten, daar begon het mee, maar de kleine details zijn niet ter sprake gekomen. Ze is op een paaltje gezet en vastge pakt", zei Van Loenhout. Mr. Doedens: "Is dat ontucht?" De rechtbankpresident vatte daarna de verklaringen samen, die de meis jes tevoren achter gesloten deuren, in een andere kamer en op informele wijze (de rechters hadden hun toga uitgedaan) hadden gegeven. Meisje 1: 'Een aantal aanrakingen heb ik als vervelend ervaren; ik werd nodeloos rond mijn middel vastgepakt. Kruimeltjes werden abnormaal langzaam van mijn T- shirt afgeveegd. In de donkere kamer werden er meisjes, toen de fotograaf op zoek was naar het licht knopje, bij de borsten en het middel aangeraakt. Wij vonden het vreemd wat K. deed. Hij ging echt te ver. Het was niet leuk om bij de buik, rug, heupen en het achterwerk gepakt te worden.' Meisje 2: 'Bij het nemen van foto's bij de haven ging het er vreemd aan toe. Het was niet normaal, zoals een meisje tien meter van het water werd vastgepakt en op een paaltje werd getild. En bij een ander meisje wer den langzaam kruimeltjes van haar T-shirt geklopt, waarbij ze van voren met tw.ee handen werd vastge pakt. Verder werd een meisje in haar mouw tot aan haar oksel gepakt en met de buitenkant van zijn hand werd mijn kruis geraakt. Ik was er bang van geworden en heb 's avonds niet kunnen slapen." Meisje 3: 'Ik werd opvallend stevig rond mijn middel gepakt en op een paaltje gezet. Er waren bijna geen kruimels bij een ander meisje, maar toch werden ze van haar T-shirt geklopt door de fotograaf. In de donkere kamer werden we behan deld als kleine kinderen en nodeloos stevig bij het middel gepakt of de borststreek aangeraakt.' K. verwierp de beschuldigingen. Volgens hem had het ene meisje het van horen zeggen omdat ze er in de donkere kamer niet bij was. En in de donkere kamer kon je bij het inleggen van films geen hand voor je ogen, werkelijk helemaal niets zien. Dat moet in absolute, die pe duisternis gebeuren. Bij het drogen van de films waren er vol gens K. door de kinderen 'vieze grappen' gemaakt en 'de schunnige taal' was tot beneden in de winkel te horen. De fotograaf bracht verder naar voren, dat zijn handen in de bak met chemicaliën hadden gezeten en hij wilde voorkomen dat de meisjes daar met hun kleding dichtbij kwa- Aan de hand van de foto's toonde K. aan, dat het ene meisje nooit in de oksel kan zijn geraakt omdat ze een T-shirt met wat langere mouwen tot aan de ellebogen aan had. En bij de foto's aan de waterkant had K. het meisje vastgepakt omdat je gehurkt ('dan heb je veel mooiere foto's, vol perspectief) zo je evenwicht ver liest. Bovendien speelde nog het belang van de camera van 1500 gul den. De fotograaf had, ook na afloop van de doe-dag, helemaal geen negatie ve stemming gemerkt. "Eén van de drie meisjes liep zelfs een hele dag aan mijn handje." Districtschef L. Imminga zette de situatie vorige week uiteen tijdens een vergadering van de commissie bestuurszaken van de gemeente Zierikzee. Hij gaf toe dat een half jaar na de reorganisatie een aantal zaken nog niet goed loopt. Volgens de chef moet dat groeien; hij ver trouwt erop dat alles goed komt. Imminga zei tegen de commissie dat de politie keuzes heeft moeten maken, waardoor er beperkingen zijn ontstaan in de service aan het publiek. Hij wilde de reorganisatie niet als mislukt bestempelen en zei dat de winst ervan moet zijn, dat de veiligheid van de burger wordt ver groot. Imminga wees er de commissie op, dat hij slechts 200 mensen beschik baar heeft voor een gebied dat net zo groot is als tweederde van de pro vincie Utrecht en dat qua inwonertal vergelijkbaar is met Nijmegen. Daar komt bij dat het, aldus Imminga, een - in dienstjaren gerekend - relatief oud politiekorps betreft, omdat veel politiemensen hun carrière in een grote stad beginnen en dan voor lan gere tijd naar het platteland over stappen. Op de begroting drukken, een staartje van de reorganisatie, verder een groep 55-plussers die vervroegd is uitgetreden en een aan tal mensen die nog niet ingedeeld konden worden. Imminga beklaagde zich dat hij onvoldoende materiaal heeft gekregen. En wat er is, is slecht onderhouden. De Zierikzeese commissie toonde zich bezorgd over de politiesterkte in Westerschouwen tijdens het toe ristenseizoen. Voor het eerst kreeg Schouwen daarvoor geen vijftien extra politiemensen van buiten de provincie. Den Haag heeft, ondanks een stevige lobby, geweigerd de recreatieproblematiek mee te laten tellen in de sterkteberekening voor de nieuwe districten. Imminga zei dat veel van zijn mensen op vrijwil lige basis overuren hebben gemaakt. Hoewel dat volgens hem aangeeft dat de politiemensen nog steeds gemotiveerd zijn, kan dit een tweede keer niet meer. De Zierikzeese burgemeester Assel- bergs sprak van 'een enorme druk op het sociale leven van het politieper soneel'. Districtschef L. Imminga De provincie kan op grond van de duiksportverordening het aantal duikvergunningen dat per jaar wordt afgegeven (inmiddels meer dan 7000 in 1994) niet terugbrengen. Dat antwoord gaven gedeputeerde staten aan de provinciale commissie ruimtelijke ordening, die vragen stelde naar aanleiding van proble men met de duikers. Een duikver gunning is vijf jaar geldig en de pro vincie is verplicht die af te geven aan iedereen die aan de duiksport verordening voldoet. Er zijn maar een paar gebieden die verboden zijn voor duikers; daarbij horen ook betond vaarwater, havens, sluizen en een straal van 25 meter rond uit staand vistuig. Gedeputeerde staten verwijzen naar een werkgroep van de stuurgroep Oosterschelde die zich met het probleem bezig houdt. Gedeputeerde van financiën D.J.P. Bruinooge merkte onlangs in een commissievergadering op dat de leges voor de duikvergunningen de enige zijn die meer dan kostendek kend zijn. De provincie houdt aan de uitgifte van duikvergunningen per jaar enkele tonnen over. Volgens Bruinooge is dat geld nodig om de tekorten te dukken die er bij andere leges zijn.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1994 | | pagina 9