Barbertje hoeft niet te hangen,
maar herhalingen wel voorkomen
Rechtszaak lange lijdensweg
Advocaat: 'Lachende meisjes
op de foto, is dat ontucht?
'Hij behandelde ons alsof we kleine kinderen waren'
Tekort 8,5 ton
bij de politie
ff-
Eis: voorwaardelijke straf om grenzen te stellen aan fotograaf
Omzet is
gehalveerd
Hv
Provincie kan de lucratieve
duikvergunning niet inperken
Donderdag 13 oktober 1994
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
9
Twee maanden geheel voorwaardelijke gevangenisstraf
met een proeftijd van twee jaar. Die eis deponeerde offi
cier van justitie mr. H.F. Mos vrijdagavond bij de Mid
delburgse rechtbank tegen P.A.M.K. (47) uit Nieuw-Vos-
semeer. De fotograaf had volgens hem tijdens een doe-
dag van de openbare basisschool Ter Tolne bij drie 11 -
jarige Thoolse meisjes de borsten, billen of het kruis aan
geraakt of betast. Om herhalingen van dit soort 'grens
overschrijdingen' te voorkomen, eiste de officier een
geheel voorwaardelijke straf. De rechtbank kon de zaak
echter nog niet afronden omdat er geen tijd meer was
voor de verdediging en het laatste woord van K.
Meisje 1
Niet aan de schandpaal
Nagenoeg constante
overdreven klefheid'
Meisje 2
'Veelvuldig onnodig
aanraken/vastpakken'
Misselijkmakend
Terughoudender
Meisje 3
De zedenzaak tegen de Nieuw-Vossemeerse fotograaf K.
blijkt een lijdensweg voor alle partijen. In mei 1992
gebeurde de 'ontucht' op de doe-dag van Ter Tolne en na
vele verwikkelingen achter de schermen, volgde in juni
van dit jaar de eerste openbare rechtszitting. Na vijf uren
kwam de rechtbank tot de conclusie, dat het horen van de
meisjes gewenst was, hoewel ze al verklaringen hadden
afgelegd bij de politie, de rechter-commissaris en tijdens
het kringgesprek met de leerkrachten.
"Twee meisjes die elkaar lachend vertellen dat ze aange
rand zijn. Lachende meisjes op de foto. Is dat ontucht?
Ontucht in Tholen misschien! Als het niet schandalig is,
dan is het lachwekkend, maar als eenvoudig boerenadvo-
caat denk ik: ze waren niet zo geschokt." Raadsman mr.
Doedens haalde vrijdagavond ferm uit na de eis van de
officier van justitie, die twee maanden voorwaardelijke
gevangenisstraf wil zien voor de handelingen op de doe-
dag van fotograaf K.
Klungelige vragen
"Het lichamelijk contact met K. vond mijn dochter zeer overdreven, zeer onprettig en
vervelend." Dat verklaarde de moeder van één van de drie Thoolse meisjes, die vrij
dagavond door de raadsman van K. als getuige was opgeroepen. Zij had ook in juni al
uitleg over de zaak gegeven voor de Middelburgse rechtbank.
In de war
Rechercheurtje gespeeld
Abnormaal langzaam
Diepe duisternis
Imminga: We hebben keuzes moeten maken
Het district Oosterscheldebekken van de politie - waar
van ook Tholen en Sint-Philipsland deel uitmaken - komt
dit jaar 850.000 gulden tekort op een begroting van bijna
drie miljoen gulden. Van de 25 politieregio's in Neder
land zijn er inmiddels 17, wat de financiën betreft, onder
curatele van de minister van binnenlandse zaken gesteld.
Zeeland is daar overigens niet bij.
Toeristen
Mr. Mos stond vrijdagavond met stellen door stemmingmakerij. Zo
'uiterst ambivalente gevoelens'
(dubbelwaardig, dubbelgericht) in
de Middelburgse rechtszaal omdat
de zaak K. 'totaal buiten proporties
is geraakt' al geloofde hij er nog 'met
volle overtuiging' in. Hij verweet
verdediger mr. Doedens door zijn
werkwijze de zaak te hebben opge
blazen. Acht maanden na aanhou
ding van K. in juni 1992, had de
officier hem door de politierechter
willen laten berechten, maar mr.
Doedens wees dat af. Hij vond, dat
de officier van vervolging moest
afzien en zo niet, dan zouden 16
getuigen moeten worden opgeroe
pen. De officier besloot daarop in
plaats van 1 politierechter de meer
voudige strafkamer (3 rechters) de
zaak te laten beoordelen. Dat zou in
april gebeuren, maar toen kon mr.
Doedens niet. In juni lukte het wel,
waarbij de behandeling werd opge
schort om eerst de drie meisjes te
horen. Dat gebeurde vrijdagmiddag
wel, maar door tijdnood kon de zaak
toch niet afgerond worden.
De officier van justitie wees de
beschuldiging van de verdediging
af, dat hij op roddel en achterklap
was afgegaan in de zaak K. "Op ten-
'Na het eten klopte de fotograaf een
denkbeeldig kruimeltje van mijn
shirt. Het was meer dan afkloppen
van een kruimeltje, dat er niet was.
Ik zag en voelde dat hij drie of vier
keer over mijn borsten wreef.'
minste vier verschillende plaatsen is
er 26 mei 1992 ongeveer gelijktijdig
het signaal afgegeven, dat er door de
fotograaf tijdens de doe-dag iets
gedaan is wat niet kan. (Door de drie
meisjes en door een jongen, ook
leerling van Ter Tolne.) Op 27 mei
werd naar aanleiding van de klacht
van twee vaders na goed en verstan
dig vooroverleg door vier leerkrach
ten een kringgesprek met de betrok
ken kinderen gevoerd. Het was een
eerlijk en open gesprek, waarin de
kinderen zeer natuurlijk hun verhaal
vertelden. Allen kregen de indruk
dat de leerlingen eerlijk verklaarden.
Men heeft bewust gemeden gesloten
vragen te stellen, terwijl tevens kriti
sche vragen zijn gesteld door mevr.
Van den Reijdt. In die gesprekken
wordt eveneens melding gedaan van
handtastelijkheden door de foto
graaf. De dag na het incident is de
bij de ouders ontstane indruk uit de
verhalen van hun kinderen, goed
deels bevestigd door de ervaringen
van de leerkrachten", aldus de offi
cier.
Volgens mr. Mos blijkt uit de aan
gifte van de ouders, dat zij écn dui
delijk doel nastreven: niet dat bar
bertje zal hangen, maar dat er iets
gebeurt om herhaling te voorkomen.
"Geen van de vaders was ingegeven
door hysterie of overdreven gedre
venheid om de verdachte aan de
schandpaal te nagelen. Toen ik de
vaders vroeg wat zij dachten dat de
verdachte bij bewezenverklaring
voor straf zou krijgen, was de reac
tie deze: dat maakt niet uit, als hij
maar gedwongen wordt zich hier
voor te laten behandelen, dan wel
een therapie ondergaat ter voorko
ming van herhaling. Puur preventie
ve gevoelens dus en geen rancune,
geen klopjacht, geen emotionele
taferelen. Niets van dat al!
Daar ligt ook de bron voor de bij mij
gedurende de voortgang van het
onderzoek steeds sterker wordende
ambivalente gevoelens. Immers, de
verdediging koos de aanval als tac
tiek. Gevolg was, dat de rechter
commissaris 16 getuigen heeft
gehoord met slechts als doel, de drie
meisjes in een kwaad daglicht te
verschuift het accent van de verde
diging steeds verder weg van de
beginsituatie, waarin de verdachte
zich nog op het standpunt stelde, dat
de door hem verrichte handelingen
niet als ontucht zouden zijn aan te
merken. Nu gooit de verdediging het
over de boeg, dat er niet voldoende
wettig of met name overtuigend
bewijs zou zijn, daar de drie meisjes
in hun verklaringen niet de waarheid
hebben verteld of anderszins onbe
trouwbaar zijn. Zo ontaardt deze
zaak in een soort prestigeslag, wat
zeker niet het geval mag zijn. Niet
uit het oogpunt van de verdachte,
die nu al twee jaar moet wachten op
een rechterlijk oordeel, maar even
min uit het oogpunt van de slacht-
offertjes en hun ouders. Die verdie
nen het immers serieus genomen te
worden in hun aangiften", aldus mr.
Mos.
Aan de hand van de getuigenverkla
ringen van de meisjes, ouders, leer
krachten en mede-leerlingen bracht
de officier zijn bewijsmiddelen voor
de rechtbank. Hij constateerde, dat
volgens de verdachte, het aanraken
of betasten van borsten of billen
niets met ontucht te maken heeft.
"Mensen die van oordeel zijn, dat dit
niet kan, hebben in zijn optiek een
probleem. K. heeft geen problemen,
maar tevens onderkent hij, dat zijn
gedrag mensen shockeert. Hij heeft
ondervonden, dat er kinderen zijn
die problemen hebben met zijn
gedrag, wat hem bezighoudt.
Is hier sprake van ongelukjes, zoals
de raadsman veronderstelt, als hij de
vergelijking treft met een draaideur
incident, waarbij een willekeurig
persoon met een typisch vrouwelijk
deel van een voorbijganger in aanra
king komt? Daarvan is geen sprake.
Het betrof hier geen enkel ongelukje
of incident. Neen, uit de verklarin
gen van de kinderen komt duidelijk
naar voren, dat het hele gedrag van
de fotograaf van meet af aan een
bepaalde overdrevenheid uitstraal
de, wat gekenmerkt werd door een
veelvuldig en onnodig aanraken of
vastpakken van kinderen. Zij von
den dat vreemd en onprettig. In die
overdreven lichamelijke bejegening
van de kinderen en dan met name de
De aanklager, officier van justitie mr. Mos.
meisjes vinden de nu ten laste geleg
de feiten plaats. Niet één incident of
twee ongelukjes, neen, een nage
noeg constant geuite, overdreven
klefheid waarbij verschillende meis
jes op meerdere momenten de han
delingen ervaren. Dat zijn geen
ongelukjes meer, maar een houding
van verdachte tegenover kinderen."
Mr. Mos citeerde verklaringen van
K. om die houding nader te illustre
ren: 'We zijn gewoon gek op kinde
ren. Ik ben in een spiraal terecht
gekomen, dat ik steeds gekker werd
op kinderen. Dat ik een kindergek
'Terwijl de fotograaf en ik naar
beneden liepen, zag en voelde ik dat
hij mij vastpakte in mijn middel,
eerst aan de zijkanten en later met
een hand op mijn onderbuik en een
hand op mijn billen, over mijn kle
ren heen.'
ben. Ik vind het fijn, als er een kind
bij mij op schoot zit. Ik vind het
gewoon fijn als een kind mij aan
haalt. Tijdens het afdrukken van de
foto's heb ik continu contact gehad
met de kinderen. Ik raakte ze daarbij
aan. Tijdens het wachten raakte ik
de kinderen die in de buurt stonden
aan om zo het wachten korter te
laten duren. Ik vond dit ook wel fijn.
Ik vind het gewoon fijn om de kin
deren aan te halen.'
Voor die houding is K., blijkens zijn
eigen verklaringen, meermalen door
zijn vrouw gewaarschuwd. Hij
moest volgens zijn vrouw 'niet zo
zot doen' met kinderen.
Maar wat is nu ontucht Volgens
aantekeningen bij het wetboek van
strafrecht zal men kunnen denken
aan een sexuele handeling die aller
wegen vanwege haar aard en de
omstandigheden waaronder zij
wordt verricht met het oog op het
slachtoffer als niet-correct, onfat
soenlijk, 'not done' of laf gekwalifi
ceerd wordt en wel in die mate, dat
een strafrechterlijk optreden hierte
gen op zijn plaats geacht wordt.
Het begrip sexuele handeling moet
objectief bezien worden. Niet de
bedoeling van de verdachte is bepa
lend, maar de aard van de handelin-.
gen en de omstandigheden waaron
der zij worden verricht. Let ik op de
handelingen als het betasten van
borsten, billen en kruis van een of
meer van de meisjes, dan kan ik tot
geen andere conclusie komen, dan
dat verdachte ontuchtige handelin
gen ten aanzien van deze meisjes
heeft gepleegd. Ik kom dan ook tot
het oordeel, dat bewezen kan wor
den verklaard wat primair aan ver
dachte is ten laste gelegd: ontucht
met een aan zijn zorg, opleiding of
waakzaamheid toevertrouwde min
derjarige, meermalen gepleegd."
Mr. Mos concludeerde, dat er bij K.
een bepaalde geneigdheid is tot het
overdreven aanhalen van kinderen.
"Uit de verklaringen komt een beeld
naar voren, van een bijna ziekelijke
fixatie (gevoelsbinding) op kinde
ren. Het contact met de kinderen is
allemaal zo fijn, dat het bijna misse
lijkmakend is. Door die geneigdheid
en die fixatie overschrijdt verdachte
grenzen, die niet overschreden
mogen worden. Hij is dan ook niet
meer in staat zijn - mogelijk - goede
bedoelingen met de kinderen, los te
zien van die fixatie. Zo komt het
ook, dat verdachte moeilijk of niet
kan accepteren, dat wat hij heeft
gedaan, wel degelijk de grens van
het betamelijke en het toelaatbare
overschrijdt.
Het was om die reden, dat ik destijds
in het eerste telefoongesprek met de
raadsman van K. in alle openheid
heb meegedeeld, dat ik met het aan
brengen van deze zaak, slechts
nastreefde om vastgesteld te zien,
dat verdachte de strafrechtelijke
grenzen heeft overschreden."
De officier dacht daarbij aan een
geheel voorwaardelijke straf met
een vorm van gedragsbeïnvloedende
therapie als bijzondere voorwaarde.
Met het (h)erkennen van de eigen
geneigdheid en fixatie zou gewerkt
kunnen worden aan het voorkomen
van een herhaling van dit soort
grensoverschrijdingen in de toe
komst. Uit een rapport van het Leger
des Heils bleek echter, dat de verde
diging ervoor gekozen heeft om
geen medewerking te verlenen aan
een reclasseringsrapport.
"Nu verdachte feitelijk aangeeft, het
strafbare van zijn handelen niet in te
zien, lijkt het opleggen van een bij
zondere voorwaarde weinig zinvol.
Daarenboven zijn sedert het plegen
van de feiten inmiddels twee jaar
verlopen, terwijl uit de getuigenver
klaring van mevr. Schoonen valt op
te maken, dat K. toch enige lering
uit de zaak heeft getrokken en terug
houdender is geworden in zijn con
tacten met kinderen."
Mr. Mos wilde bij de beoordeling
nog in ogenschouw nemen, dat ver
dachte 'in Tholen als een bekende en
vakbekwame fotograaf geldt.'
'De fotograaf pakte in de donkere
kamer op een gegeven moment een
stuk papier en streek daarbij vol
gens mij opzettelijk langs mijn kruis.
Ik stond een eind van hem weg, hij
hoefde daar helemaal niet te
komen.'
"Publicitair gaat een zaak als deze
ongetwijfeld niet licht aan verdach
te, zijn zaak en zijn familie voorbij.
Daarmee houd ik dan ook rekening."
De officier zei zich niet te laten
beïnvloeden door de houding van de
verdediging waardoor de zaak 'bui
tenproportionele dimensies' is gaan
vertonen, noch door het feit dat zaak
diende voor de meervoudige kamer
van de rechtbank. "Ik had mij al een
oordeel gevormd omtrent de straf
maat ten tijde van het eerder
genoemde telefonisch contact met
de raadsman. Ik blijf bij die redelij
ke straf van een geheel voorwaarde
lijke gevangenisstraf voor de duur
van twee maanden met een proeftijd
van twee jaar", aldus officier van
justitie mr. Mos.
Vrijdagmiddag om half twee zou de
zitting een vervolg krijgen, maar
advocaat mr. Doedens ontbrak. Hij
zat nog bij het Gerechtshof in Den
Haag. De per trein reizende verdedi
ger kwam tegen half vier in Middel
burg aan, waardoor de zaak met
twee uur vertraging begon.
De openbare zitting duurde maar
kort, want de rechtbank ging achter
gesloten deuren de drie meisjes
horen, wat ruim 2Vè uur vergde van
15.45 tot 18.30 uur.
Daarna werd in het openbaar een
moeder van één van de meisjes
gehoord, alsmede leraar Van Loen-
hout. De president van de rechtbank
gaf ook een samenvatting van de
verhoren van de drie meisjes. Om
acht uur kondigde hij aan, dat de
rechtbank om negen uur met de
behandeling zou stoppen.
De officier van justitie had nog gele
genheid om zijn eis te formuleren,
maar raadsman mr. Doedens was
nog niet klaar met zijn pleidooi, toen
rechtbank-president mr. B.J.R.P.
Verhoeven even na negen uur
ingreep.
"Weet u wat u mijn vrouw en kinde
ren aandoet door de onzekerheid
nog langer te laten voortduren", zei
de verdachte. Mr. Doedens viel hem
bij. "Doe het mijn cliënt niet aan om
nu te stoppen, want hij heeft er alles
voor vrijgemaakt."
Mr. Verhoeven inventariseerde de
benodigde tijd die de advocaat nog
nodig zou hebben voor zijn pleidooi
en K. voor zijn laatste woord en
hield voet bij stuk. "Wat is de winst,
wanneer u nog verder gaat praten
tegen een vermoeide rechtbank, die
al vanaf negen uur vanmorgen bezig
is. ('s Morgens werd een drugszaak
tegen een Marokkaan behandeld,
valsheid in geschrifte van een Mid
delburger en beroving van een taxi
chauffeur door een Joegoslaaf.) Als
we doorgaan, nemen we die woor
den niet meer op en dat is geen goe
de conditie om recht te doen. Deze
zaak gaat maar door en loopt maar
uit en je merkt, dat je eraan gaat
ergeren en dat moet niet. Dat is niet
verantwoord. Het is in uw eigen
belang, dat de zaak voor onbepaalde
tijd geschorst wordt. Je kunt beter
over veertien dagen fris vervolgen,
want ik wil u niet opjagen en uw
laatste woord laten afraffelen. De
rechtbank wenst deze zaak in alle
opzichten goed te behandelen", zei
de president.
De verdediger van de fotograafde landelijk bekende advocaat mr.
Doedens.
'Verschrikkelijk' noemde de advo
caat het, dat het slaan van een paar
kruimeltjes van een T-shirt, als on
tucht aangemerkt wordt. Het begon
volgens hem allemaal met het ene
meisje, dat aan de dijk bij de Thool
se brug een foto mocht maken van
de andere leerlingen. "Die zagen
ontucht: de fotograaf hield het meis
je, dat een camera van 1500 gulden
in haar handen had, strak vast en til
de ze op een paaltje. De kinderen,
die uitgelaten en luidruchtig waren
tijdens de doe-dag, gaven er een
zeer eigen interpretatie aan en er
gingen steeds raardere dingen
gebeuren. De zaak groeide via kin
derogen en het kan ook raar gevon
den zijn, maar in ogen van kinderen
van 11, 12 jaar. De politie is blinde
lings meegelopen met de overdre
ven verklaringen van de kinderen en
mijn cliënt werd al gauw als vieze
Piet betiteld. Als iemand zich anders
gedraagt, dan men in deze gemeen
schap gewend is, noemt men dat al
snel abnormaal."
De verhoren bij de politie zijn vol
gens de raadsman ook niet altijd
even gelukkig geweest. "Dat had
veel en veel zorgvuldiger moeten
gebeuren. Wanneer je in de eerste
verhoren leest, dat een meisje zegt
zeven keer bij de borsten gepakt te
zijn, dan deugt dat toch voor geen
millimeter. Geldt het betasten van
de borsten juridisch gezien trouwens
voor alle drie? De politie heeft klun
gelige vragen gesteld: geen open,
maar gesloten vragen. Navranter
hadden de verhoren niet kunnen ver
lopen."
Mr. Doedens ging ook in op het ver
wijt van de officier, dat hij de zaak
opgeblazen had. "Hoe durf je dat in
vredesnaam beweren, wanneer
onder verantwoordelijkheid van jus
titie na de aanhouding van K. in de
krant wordt gezet: fotograaf voor
ontucht opgepakt. Dat is schandalig.
Dqt is buiten proportie! Door die
berichtgeving hang je al bijna aan de
galg."
De advocaat bracht naar voren, dat
de gedragingen van K. door de kin
deren anders worden uitgelegd dan
de fotograaf bedoeld heeft. "Ontuch
tige bedoelingen zijn er bij de aanra
kingen nooit geweest. Dan moet er
sprake van opzet zijn. Dat was er
niet toen K. bijvoorbeeld in de don
kere kamer een kind uit de bak met
chemicaliën wilde houden. Maar hij
wordt wel gedoodverfd als iemand
die zijn handen niet kon thuishou
den en dat klopt niet!", zei mr. Doe
dens.
De omzet van zijn fotozaak is
bijna gehalveerd, verklaarde
K. op vragen van rechtbank
president mr. Verhoeven.
"Toch loopt mijn zaak nog
goed omdat ik de prijzen heb
verhoogd om de klappen op te
vangen. Maar aan eigen kapi
taal heb ik ingeleverd en ook
mijn zoon heeft al spaarcenten
in de zaak gestoken. Deze
affaire kost me heel veel", ver
klaarde K.
De president informeerde ver
moedelijk naar de financiële
situatie om daar bij het bepa
len van de straf rekening mee
te houden. Maar tot een uit
spraak, die normaal na veer
tien dagen was gekomen,
kwam het niet omdat de raads
man, die vrijwel zeker aan
stuurde op vrijspraak, nog niet
klaar was met zijn pleidooi.
Bovendien krijgt K. nog het
recht op het laatste woord. Er
komt nog een derde zitting.
Mr. Doedens informeerde, waarom
de moeder niet naar de fotograaf zelf
was toegegaan in plaats van naar de
politie. "Ik kende hem niet en het is
ook heel moeilijk om naar iemand
toe te gaan, die onze dochter bena
deeld heeft", vertelde ze.
K. merkte op, dat de familie hem
wel kende, want de vader had een
gratis servicebeurt voor zijn fotoca
mera gekregen. Bij die gelegenheid
was hij met zijn fiets nog tegen de
auto van de fotograaf gevallen,
waardoor 250 gulden schade ont
stond, wat volgens K. nooit betaald
was. De moeder merkte op, dat het
echter aan de verzekeringsmaat
schappij doorgegeven was.
Wat het fotograferen op de doe-dag
betreft, had de moeder van haar
dochter gehoord, dat zij stevig vast
gepakt werd. "Ze raakte in de war
van de aanraking, wat ze niet prettig
vond."
Mr. Doedens leidde uit de verklarin
gen van het meisje af, dat ze meer
gepikeerd was omdat ze zich bij de
waterkant als een klein kind behan
deld voelde. "Maar meisjes als kin
deren behandelen, is wat anders dan
ontucht! Ze vond het alleen eng,
vreemd dat ze stevig op een paaltje
gezet werd." De moeder meende, dat
de kinderen - inmiddels 2 jaar ouder
- de zaken misschien wat anders for
muleren dan in 1992. "Maar er is
wel degelijk wat gebeurd, alleen
heeft mijn dochter er geen nadelige
gevolgen van ondervonden, in
tegenstelling tot een ander meisje."
De advocaat citeerde nog uit een
dagboek van mevr. Schoonen, dat er
met de dochter van de getuige-moe-
der 'niets was gebeurd.' De getuige-
moeder bestreed dat en noemde dat
'eigen conclusies en eigen waarne
mingen' van mevr. Schoonen. Mr.
Doedens constateerde, dat de kinde
ren de zaak hadden opgeblazen,
maar de moeder zei, dat haar doch
ter het in elk geval niet erger
gemaakt had.
De fotograaf verklaarde het stevig
vasthouden uit het feit, dat het meis
je op de steile dijk een camera van
1500 gulden in haar hand hield. "Ik
was bang, dat die in het water zou
vallen en dat toestel was niet verze
kerd."
Als tweede getuige in de openbare
zitting kwam leraar C. van Loenhout
van Ter Tolne aan het woord. Hij
was in juni wegens ziekte verhin
derd. De advocaat hield hem het
lacherige gedrag van de meisjes
voor, wat niet bepaald wees in de
richting van door ontucht geschokte
kinderen. De leraar sprak over 'ner
veus gegiechel, zenuwen.' Mr. Doe
dens concludeerde, dat Van Loen
hout 'rechercheurtje had gespeeld.'
"U had het anders kunnen aanpak
ken. De leraar bracht daar tegenin,
dat de affaire in feite onder school
tijd was gebeurd, zodat de leer
krachten van Ter Tolne ook wilden
weten wat zich op de doe-dag voor
gedaan had.
"Maar waar is het begonnen?", zei
de raadsman. "Het begin was het
meisje aan de waterkant, dat stevig
werd vastgepakt en zich als een
baby behandeld voelde." De leraar
bevestigde dat: "Dat incident buiten,
daar begon het mee, maar de kleine
details zijn niet ter sprake gekomen.
Ze is op een paaltje gezet en vastge
pakt", zei Van Loenhout.
Mr. Doedens: "Is dat ontucht?"
De rechtbankpresident vatte daarna
de verklaringen samen, die de meis
jes tevoren achter gesloten deuren,
in een andere kamer en op informele
wijze (de rechters hadden hun toga
uitgedaan) hadden gegeven.
Meisje 1: 'Een aantal aanrakingen
heb ik als vervelend ervaren; ik
werd nodeloos rond mijn middel
vastgepakt. Kruimeltjes werden
abnormaal langzaam van mijn T-
shirt afgeveegd. In de donkere
kamer werden er meisjes, toen de
fotograaf op zoek was naar het licht
knopje, bij de borsten en het middel
aangeraakt. Wij vonden het vreemd
wat K. deed. Hij ging echt te ver.
Het was niet leuk om bij de buik,
rug, heupen en het achterwerk
gepakt te worden.'
Meisje 2: 'Bij het nemen van foto's
bij de haven ging het er vreemd aan
toe. Het was niet normaal, zoals een
meisje tien meter van het water werd
vastgepakt en op een paaltje werd
getild. En bij een ander meisje wer
den langzaam kruimeltjes van haar
T-shirt geklopt, waarbij ze van
voren met tw.ee handen werd vastge
pakt. Verder werd een meisje in haar
mouw tot aan haar oksel gepakt en
met de buitenkant van zijn hand
werd mijn kruis geraakt. Ik was er
bang van geworden en heb 's avonds
niet kunnen slapen."
Meisje 3: 'Ik werd opvallend stevig
rond mijn middel gepakt en op een
paaltje gezet. Er waren bijna geen
kruimels bij een ander meisje, maar
toch werden ze van haar T-shirt
geklopt door de fotograaf. In de
donkere kamer werden we behan
deld als kleine kinderen en nodeloos
stevig bij het middel gepakt of de
borststreek aangeraakt.'
K. verwierp de beschuldigingen.
Volgens hem had het ene meisje het
van horen zeggen omdat ze er in de
donkere kamer niet bij was.
En in de donkere kamer kon je bij
het inleggen van films geen hand
voor je ogen, werkelijk helemaal
niets zien. Dat moet in absolute, die
pe duisternis gebeuren. Bij het
drogen van de films waren er vol
gens K. door de kinderen 'vieze
grappen' gemaakt en 'de schunnige
taal' was tot beneden in de winkel te
horen.
De fotograaf bracht verder naar
voren, dat zijn handen in de bak met
chemicaliën hadden gezeten en hij
wilde voorkomen dat de meisjes
daar met hun kleding dichtbij kwa-
Aan de hand van de foto's toonde K.
aan, dat het ene meisje nooit in de
oksel kan zijn geraakt omdat ze een
T-shirt met wat langere mouwen tot
aan de ellebogen aan had. En bij de
foto's aan de waterkant had K. het
meisje vastgepakt omdat je gehurkt
('dan heb je veel mooiere foto's, vol
perspectief) zo je evenwicht ver
liest. Bovendien speelde nog het
belang van de camera van 1500 gul
den.
De fotograaf had, ook na afloop van
de doe-dag, helemaal geen negatie
ve stemming gemerkt. "Eén van de
drie meisjes liep zelfs een hele dag
aan mijn handje."
Districtschef L. Imminga zette de
situatie vorige week uiteen tijdens
een vergadering van de commissie
bestuurszaken van de gemeente
Zierikzee. Hij gaf toe dat een half
jaar na de reorganisatie een aantal
zaken nog niet goed loopt. Volgens
de chef moet dat groeien; hij ver
trouwt erop dat alles goed komt.
Imminga zei tegen de commissie dat
de politie keuzes heeft moeten
maken, waardoor er beperkingen
zijn ontstaan in de service aan het
publiek. Hij wilde de reorganisatie
niet als mislukt bestempelen en zei
dat de winst ervan moet zijn, dat de
veiligheid van de burger wordt ver
groot.
Imminga wees er de commissie op,
dat hij slechts 200 mensen beschik
baar heeft voor een gebied dat net zo
groot is als tweederde van de pro
vincie Utrecht en dat qua inwonertal
vergelijkbaar is met Nijmegen. Daar
komt bij dat het, aldus Imminga, een
- in dienstjaren gerekend - relatief
oud politiekorps betreft, omdat veel
politiemensen hun carrière in een
grote stad beginnen en dan voor lan
gere tijd naar het platteland over
stappen. Op de begroting drukken,
een staartje van de reorganisatie,
verder een groep 55-plussers die
vervroegd is uitgetreden en een aan
tal mensen die nog niet ingedeeld
konden worden. Imminga beklaagde
zich dat hij onvoldoende materiaal
heeft gekregen. En wat er is, is
slecht onderhouden.
De Zierikzeese commissie toonde
zich bezorgd over de politiesterkte
in Westerschouwen tijdens het toe
ristenseizoen. Voor het eerst kreeg
Schouwen daarvoor geen vijftien
extra politiemensen van buiten de
provincie. Den Haag heeft, ondanks
een stevige lobby, geweigerd de
recreatieproblematiek mee te laten
tellen in de sterkteberekening voor
de nieuwe districten. Imminga zei
dat veel van zijn mensen op vrijwil
lige basis overuren hebben gemaakt.
Hoewel dat volgens hem aangeeft
dat de politiemensen nog steeds
gemotiveerd zijn, kan dit een tweede
keer niet meer.
De Zierikzeese burgemeester Assel-
bergs sprak van 'een enorme druk op
het sociale leven van het politieper
soneel'.
Districtschef L. Imminga
De provincie kan op grond van de
duiksportverordening het aantal
duikvergunningen dat per jaar wordt
afgegeven (inmiddels meer dan
7000 in 1994) niet terugbrengen.
Dat antwoord gaven gedeputeerde
staten aan de provinciale commissie
ruimtelijke ordening, die vragen
stelde naar aanleiding van proble
men met de duikers. Een duikver
gunning is vijf jaar geldig en de pro
vincie is verplicht die af te geven
aan iedereen die aan de duiksport
verordening voldoet. Er zijn maar
een paar gebieden die verboden zijn
voor duikers; daarbij horen ook
betond vaarwater, havens, sluizen
en een straal van 25 meter rond uit
staand vistuig. Gedeputeerde staten
verwijzen naar een werkgroep van
de stuurgroep Oosterschelde die
zich met het probleem bezig houdt.
Gedeputeerde van financiën D.J.P.
Bruinooge merkte onlangs in een
commissievergadering op dat de
leges voor de duikvergunningen de
enige zijn die meer dan kostendek
kend zijn. De provincie houdt aan de
uitgifte van duikvergunningen per
jaar enkele tonnen over. Volgens
Bruinooge is dat geld nodig om de
tekorten te dukken die er bij andere
leges zijn.