Stuwen en extra gemaal moeten polder droog houden Zoet-wateraanvoer Tholen biedt de landbouw nieuwe kansen Oostelijk deel Welhoek moet weer grasland worden Waterschap stelt aankoop gronden uit Wegennet in Zeeland moet beter worden Donderdag 15 september 1994 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 13 Het bouwen van een gemaal in de buurt van de Enge- laarsdijk, én van drie stuwen, moet een betere beheersing van het waterpeil in de Poortvlietse Weihoek mogelijk maken. Dat plan is door het waterschap gepresenteerd aan de ingelanden uit het gebied, naar aanleiding van de wateroverlast rond de jaarwisseling. Geen blokkade waterschapsfusie door Schouwen Grasland Stuwen Mobiele pomp door P. Pijpelink Nederland is waterstaatkundig gezien een land van uitersten. Perioden van wateroverlast en droogte wisselen elkaar regelmatig af. Het ene moment staat het water ons tot aan de lippen en draaien de gemalen op volle capaciteit om de voeten droog te houden. Even later is er, vaak in de periode van groei en bloei, een tekort aan het onmisbare zoete water. Verdroging en verzilting spelen de natuur en de landbouw de laatste jaren in toenemende mate parten. Zoet water wordt dan ook in vele opzichten steeds meer als een kostbaar goed beschouwd. Initiatieven om het op de juiste tijdstippen op de gewenste plaats te krijgen, zijn talrijk. Het proefproject zoet-wateraanvoer Tholen, gestart in 1989, nadert het einde. De balans voor landbouw, natuur en waterbeheer kan worden opgemaakt Voor natuur geldt: bijzondere verdwijntalgemene verschijnt Kostbaar goed Inrichting Studie-object Af- en aanvoer Fosfaten en bloedzuigers Mee- en tegenvallers Financiën Voortzetting In het kader van de landinrichting zou er weer meer grasland moeten komen in het oostelijke deel van de Poortvlietse Weihoek. Het dagelijks bestuur heeft al inge stemd met het plan, dat naar schat ting 1,1 miljoen zal vergen. Op 20 oktober wordt het aan de algemene vergadering van hoofdingelanden voorgelegd. De algemene vergadering van het waterschap Schouwen-Duiveland heeft zich in overgrote meerderheid geschaard achter de fusievoorstel- len. Tegen het getrapt verkiezen van de hoofdingelanden voor het inte rim-bestuur maakten slechts enkele hoofdingelanden bezwaar. Toch werd de vergadering nog geschorst, omdat de vertegenwoordigers van de categorie ingezetenen wilden overleggen. Uiteindelijk gingen ze 'met grote moeite' akkoord, om geen blokkade tegen de fusie op te wer pen. De argumentatie in Zierikzee was dezelfde als eerder op Tholen: er wordt geen recht gedaan aan de uitspraak van de kiezer. Met de eis van extra verkiezingen staat het waterschap Tholen van de vier fusiepartners alleen, zo blijkt. Schouwen-Duiveland op zijn beurt is het enige waterschap dat een punt maakt van de aankoop van het gebouw Magnolia in Goes. Dat zou het nieuwe waterschapskantoor moeten worden. Maar de Schouwse hoofdingelanden hebben hun twij fels. Sommigen vinden dat beter nieuw gebouwd kan worden, ook al kost dat meer. En één van de bestuurders zei over een lagere offerte te beschikken dan de nieuw- bouwprijs waarmee het bestuurlijk overleg schermt. Uiteindelijk werd ingestemd met de aankoop, tenzij onderzoek door een onafhankelijk bureau uitwijst dat nieuwbouw een behoorlijk stuk goedkoper is. In januari verschenen de boeren uit de Weihoek in groten getale op het Polderhuis. Ze wilden weten hoe het kon gebeuren dat het gebied na hevi ge regenval een aantal dagen onder water stond. Het waterschap stelde daarop een onderzoek in naar de gemalen Kadijk en Eendracht. Hoogtemetingen wezen uit, dat de bodem in de laagste delen gemid deld 20 centimeter was gezakt sinds de verkaveling eind jaren vijftig. K. Dekker van de landinrichtingsdienst kreeg de opdracht het toekomstige peilbeheer van het gebied te onder zoeken. Dekker komt tot een aantal aanbeve lingen: het gemiddeld winterpolderpeil van 2,80 m -NAP handhaven, maar in perioden met neerslagoverschot tijdelijk verlagen tot 2,90 m -NAP; het gemiddeld zomerpolderpeil verlagen van 2,50 naar 2,60 m -NAP om - rekening houdend met de opge treden dalingen van het maaiveld - op een aanvaardbare diepte te kun nen draineren; ontwatering en afwatering verbe teren door aanpassing van de draina ge, vergroting van de bemalingsca paciteit en inperking van de boe zemfunctie van de laagste peilvak- ken; bij de vergroting van de capaciteit van gemaal Kadijk rekening houden met de capaciteit van de gemalen Eendracht en Drie Grote Polders; het peilverloop in hogere peilvak- ken afstemmen op dat in de Wei hoek, om de boezemfunctie van het lage gebied te vermijden. Daartoe dienen enkele stuwen geplaatst en zonodig geautomatiseerd te worden; het lage gebied met veen ondieper dan 0,50 tot 0,60 m een graslandbe stemming geven en daar de waterbe heersing op afstemmen; in het kader van de landinrich tingsplannen op Tholen proberen om, ondermeer door uitruil van gronden, een aaneengesloten gras landcomplex in het gebied te verwe zenlijken. De twee laatstgenoemde punten hebben ertoe geleid, dat de landin richtingscommissie Poortvliet bij de zaak is betrokken. Op een voorlich tingsbijeenkomst, donderdag in 't Ouwe Raed'uus, zei voorzitter M.D. Geuze dat de commissie het laagste veengebied ten oosten van de Bram Groenewegeweg als grasland zou willen inrichten. Dat kan, door bij de toedeling van gronden het akkerland zoveel mogelijk buiten de lage gedeelten te concentreren. "Maar u moet het zelf willen, dat is niet aan de commissie", hield secretaris P.W.M. Roks de kleine veertig aan wezigen voor. Dekker gaat in zijn rapport uit van een peilbeheer gebaseerd op een agrarisch gebruik van het gebied. In het oostelijke deel van de Weihoek zit het veen vaak erg dicht aan de oppervlakte. Voor dat soort gronden werkt peilverlaging averechts. De lage gronden zijn, aldus Dekker, eigenlijk alleen geschikt voor gras land. "De nadelen bij ander gebruik Eigenaren en gebruikers van grond die nodig is voor het deelplan zuid van het basisplan watervoorziening op Tholen kunnen vooralsnog over hun grond blijven beschikken. Dat heeft het dagelijks bestuur van het waterschap hen laten weten. Het passeren van de noodzakelijke akten voor grondaankoop - waarover al overeenstemming was bereikt - is uitgesteld. De beslissing van het waterschap vloeit voort uit een subsidiestop bij het rijk. Zolang onzeker is of er sub sidie voor het deelplan los komt, zal de aanbesteding en gunning van het werk niet plaatsvinden. Aanvanke lijk was het de bedoeling plan zuid dit najaar uit te voeren. zijn nooit helemaal te compense ren", aldus Roks. Werd begin jaren vijftig nog 76% van het gebied als grasland gebruikt, na de verkaveling eind jaren vijftig was dat maar 51 meer. Sindsdien is het areaal wei land alleen nog maar afgenomen. "Kennelijk was dat voor de bedrijfs voering wenselijk", zei Roks. De landinrichtingscommissie sluit niet uit, dat de Weihoek bij de wens- zittingen ondervraagd zal blijken te zijn. Van de ongeveer 380 hectare in het oostelijke deel zal het om 50 tot 100 hectare gaan. Daardoor zou er ruimte komen voor twee weidebe- drijven van elders, hetzij van Tholen of daarbuiten. Bedrijven die van akkerbouw of gemengd overstappen op veehouderij, hoeven niet op een rijkssubsidie voor deze bedrijfsaan- passing te rekenen, kreeg een vra gensteller te horen. Hoofd technische dienst J.A. Dees van het waterschap ging in op de aanbevelingen van Dekker die met de waterbeheersing van doen had den. Hij vertelde dat er stuwen komen bij de Bram Groenewegeweg (tussen de Boneputteweg en de Wei- hoekweg), de Noormansweg en de Engelaarsdijk. De bemalingscapaci teit voor het gebied zou uitgebreid moeten worden van 140 naar 180 kubieke meter, ofwel 10 kubieke meter per minuut per 100 hectare (nodig is: 8 kubieke meter). De toe voeging van 40 kub is nodig om te voorkomen dat het water tot maai veldhoogte kan stijgen. De kans daarop is klein: twee keer per eeuw regent het zoveel. Uitbreiden van het gemaal Kadijk bleek een moeilijke zaak. Daarom werd richting Loohoek gekeken. Want vroeger ging het water uit het gebied Engelaarsdijk richting Poort vliet, wat aan de waterlopen nog te zien is. Als daar gebouwd wordt, kan geprofiteerd worden van de al aanwezige electriciteitsleidingen. Het bouwen van de stuwen en het gemaal kost, inclusief het vergroten van enkele waterlopen, 843.000 gul den. Voor automatisering van de stuwen komt daar nog eens 295.000 gulden bij, vertelde Dees. Door het mee te nemen in de landinrichting, kan er subsidie gevraagd worden. Hoewel Roks de kans daarop 'niet klein' noemde, durfde hij de hoogte van de rijksbijdrage op niet meer dan een kwart te schatten. "Meer ruimte is er niet binnen de 1500 gul- Waterschapsbond. De Zeeuwse waterschapsbond zal na de fusie van de vier waterschappen boven de Westerschelde in afgeslankte vorm blijven bestaan. De twee personeels leden - secretaris/penningmeester en voorlichter - die werden ingeleend van het waterschap Walcheren, ver liezen hun baan per 1 januari. In de fusiebesprekingen wordt voor hen naar een oplossing gezocht. Peilboot. De Zeeuwse waterschap pen gaan hun peilboot onderbrengen in een gemeenschappelijke regeling. Verder wordt er 427.000 gulden geïnvesteerd in een nieuw peilsys- teem. De boot wordt gebruikt voor peilingen van de kust- en vooroe vers. den per hectare die deze landinrich ting mag kosten." Het werk kan niet meer meegenomen worden in het landinrichtingsplan, waarover 27 oktober gestemd wordt. "Uitstel van de stemming zou een vertraging met driekwart jaar betekenen." Als de algemene vergadering van het waterschap met het plan instemt, kan het voor de winter 1995/1996 uitgevoerd zijn, aldus Dees. Overi gens is het niet voldoende, reparatie Het wegennet in Zeeland is drin gend aan verbetering toe. Dat schrijft het platform logistiek Zee land in de nota 'Wegen naar bereik baarheid' die onlangs aan gedepu teerde J.I. Hennekeij van verkeer en waterstaat werd aangeboden. In de nota zegt het platform dat de concur rentiepositie van het Zeeuwse bedrijfsleven in gevaar komt als er geen structurele verbeteringen in het wegennet komen. Naast bestaande wegen worden ook een aantal pro jecten genoemd die nog op stapel van gemaal de Eendracht blijft nodig om de problemen op te lossen. Voor de komende winter heeft het waterschap een mobiele pomp stand-by, er is een duiker onder de Noordhoekseweg gelegd en gemaal de Eendracht is provisorisch gerepa reerd zodat het verlies aan capaciteit van pomp 2 met de helft is terugge bracht. A. Geluk was er niet gerust op dat de uiteindelijke beslissing bij de alge mene vergadering van het water schap ligt. Dijkgraaf I.C. Hage zei dat dat nu eenmaal de democratisch staan. Tot de meest urgente behoren volgens het platform de Zoomweg- noord, de Midden-Zeelandroute, de dammenroute Middelburg-Veerse- gatdam en de ontsluiting van nieuwe gekozen vertegenwoordigers zijn. "Er zijn vanavond enkele leden van de algemene vergadering aanwezig. Wat u hier te berde brengt, zal hun gedachten mede bepalen", merkte Geuze op. C.P. de Rijke wilde nog kwijt dat volgens hem ook een overloop van uit de Van Haaftenpolder de proble men rond de jaarwisseling mede veroorzaakt moet hebben, maar Dees en de dijkgraaf wilden daar niet van weten. "Ik heb dat eerder al uitvoerig toegelicht", aldus het hoofd technische dienst. bedrijventerreinen en havens. "Door een betere bereikbaarheid zullen niet alleen Zeeuwse bedrijven beter functioneren, maar ook zal het vesti gingsklimaat in de provincie verbe teren", vindt het platform logistiek Zeeland. De nota is mede tot stand gekomen door middel van een enquête onder middelgrote en grote handels- en produktiebedrijven. Het platform logistiek Zeeland vertegen woordigt de belangen van het bedrijfsleven op het gebied van ver keer en vervoer. Voor de aanvoer van zoet water worden flinke watergangen gegraven, zoals hier in de Weihoek. Door het bufferen van regen water, het nauwkeurig regelen van de polderpeilen en het ver kleinen van de peilgebieden, springen gebruikers de laatste jaren voorzichtiger om met de aanwezige voorraad zoet water. Bij het waterschap Noord- en Zuid-Beveland zijn dit jaar proeven van start gegaan met het benutten van het gezuiverde afvalwater uit de rioolwaterzuiveringsinstal laties. De aanvoer van gebieds- vreemd water is een andere benadering van het 'droogte probleem'. De Mosselhoek, een gebied van zo'n 200 ha ten zuidwesten van de stad Tho len, is sinds 1989 proeflocatie voor de inlaat van zoet water uit het Zoommeer. Doel van het onderzoek is het vaststel len van de effecten die de aan voer van het Zoommeerwater op ondermeer de kwelstroom en de waterkwaliteit zal heb ben. Ook waterpeilen, de stroomsnelheden en de grond waterstanden worden in het onderzoek betrokken. De proef heeft effecten op de bestendig heid van sloottaluds, op de slootvegetatie en op het leven in de sloot, van karpers tot wier. Hoe ontwikkelt de natuur zich en wat is de invloed op de landbouwgronden en de gewasopbrengsten? Land- en tuinbouwbedrijven kunnen in elk geval gebruik maken van het zoete water voor begieting en druppelbevloeiing. Kortom, de reactie van het gebied op het aangevoerde water staat centraal bij deze vijfjarige proef, die op verzoek van het waterschap met twee jaar is verlengd. Het overwegend brakke pol dergebied Mosselhoek is ten behoeve van het onderzoek grotendeels geïsoleerd van het aangrenzende poldergebied. Door de aanleg van een duiker en het vergraven van een bestaande kavelsloot tot een primaire waterloop, kon het gebied gevrijwaard worden van de aan- en doorvoer van overtollig water vanuit de ernaast gelegen polders. Ook het plaatsen van dammen en keerwanden was noodzakelijk om de resultaten van de proef zuiver te houden. Met de bouw van een automatisch bedien- baar inlaatwerk en een hand bediende schuifstuw op de grens van het proefgebied werd het mogelijk het Zoom meerwater in het gebied te laten stromen. Een vlakbij de inlaatsluis gebouwde pomp zorgde voor een sterke verho ging van het polderpeil in een hooggelegen deel van het proefgebied. Tussen de inlaatsluis en de stuw zorgt een datacommuni- catielijn voor voortdurend con tact. Het aantal kubieke meters water dat het inlaatpunt pas seert, kan zo gestuurd worden. Het effect van deze infiltratie met water van een laag zout gehalte werd bij de start met veel belangstelling tegemoet gezien. Het project is uitgevoerd door het waterschap Tholen in samenwerking met de Com missie waterbeheersing en ontzilting (CWO). De CWO is een orgaan waarin de Zeeuw se waterschappen, de land bouworganisaties, de provin cie Zeeland en het ministerie van landbouw, natuurbeheer en visserij samenwerken. De commissie, die sinds 1953 bestaat, richtte zich in het ver leden ondermeer op zaken als schadeafwikkeling bij verande ringen in de waterhuishou ding, peilverhoging door zout- waterinlaat en infiltratie op zoet-waterbellen. De proef in Tholen had bij de aanvang een duidelijke studiefunctie: voor het eerst werd in Zeeland zoet water voor de landbouw aan gevoerd. De keuze van de loca tie Tholen was voor de hand liggend; op veel plaatsen elders was zoet water te ver weg om het te transporteren. Vlak na de aanleg van het Zoommeer in 1987 ontwikkel de Heidemij voor het water schap een plan om verdroging van de poldergebieden tegen te gaan. Deel één, het zoge naamde basisplan, voorziet in het nauwkeurig regelen van de polderpeilen, zodat niet te veel water zou worden ingelaten of afgevoerd. Automatisch wer kende gemalen en stuwen, en de verkleining van de peilge bieden, maken het mogelijk om voor gebieden met een verschillende functie (land bouw, natuur) meer aan de wensen van de gebruiker/eige naar tegemoet te komen. Deel twee van het plan is gericht op een goede zoet waterkwaliteit in een voldoen de aantal poldersloten. Om het zoete water uit het Zoommeer op de plaats van bestemming te krijgen, moet een verfijnd waterlopenstelsel worden gegraven. De gebruikers beslissen mee over de mate van vertakking van de aanvoerkanalen. De grondeigenaren betalen namelijk de kosten voor deze waterlevering. In Sint-Philips- land heeft de onzekere situatie in de landbouw ertoe geleid dat dit verdichtingsplan, zoals deze watertoevoer ook wel wordt genoemd, voorlopig is opgeschort. Bij de start van het proefpro ject bestond er zowel bij de landbouw- als de natuurorga nisaties enthousiasme om mee te werken. De doelstelling van het onderzoek was tweele dig. Dijkgraaf I.C. Hage van het waterschap Tholen: "De inte resse ging uit naar zowel de ervaring voor het beheren van zoet water in een brak milieu, als de mogelijkheden voor nieuwe en bestaande teelten als gevolg van beregening." A.W. Fortuin, die het project begeleidde namens de gemeenschappelijke advies dienst van de waterschappen Schouwen-Duiveland, Tholen en Walcheren, onderstreept dat door de proef de water kwaliteit in het gebied duidelijk is veranderd: "Zowel het fos faat- als het zoutgehalte in de sloten in het proefgebied is duidelijk naar beneden gegaan. Ook de hoeveelheid plankton nam af door de aan voer van het Zoommeerwater. Omdat het water nu minder voedselrijk is, krijgen algen minder kans om te groeien." Een andere wijziging doet zich voor bij de waterbodems. Afhankelijk van de bodemsa menstelling treedt er verzoe ting van de bodem op. Fortuin: "De kweldruk wordt vooral door de hogere peilen terug gebracht. Zodra de aanvoer van het zoete water stopt, is de bodem echter snel weer zout." De vegetatie in de slootkant vertoont langs de rand van het water een verschraling. Enkele planten uit het brakke milieu, zoals de zeeaster en de zilte rus, hielden het voor gezien. De vraag of er door de aanvoer van het Zoommeerwater ook microverontreinigingen wor den aangevoerd, kan groten deels ontkennend worden beantwoord. Alleen bij het inlaatpunt wer den meer verontreinigende stoffen in de bodem gemeten dan, elders. Ook voor de macrofauna had de proef con sequenties. Soorten uit het brakke water milieu, zoals bepaalde soorten vlokreeftjes, gingen sterk ach teruit of verdwenen totaal in het gebied. Andere families, waaronder diverse soorten muggen en bloedzuigers, kon den juist beter hun stek vinden op het terrein van de proeflo catie. Een onderzoek naar de vis stand wees, gezien de verdub beling van het aantal, uit dat de vis zich spreekwoordelijk goed in het water voelt. Veel jonge vis komt uit het Zoom meer de polder in. Met name de karperpopulatie groeide sterk. Het doorzicht van het water, dat aanvankelijk sterk verbe terde, werd door de toename van deze soort negatief beïn vloed: karpers woelen de bodem om. De mogelijkheden voor tuin bouw en kleinschalige groen teteelt noemt Fortuin één van de grootste meevallers van het project. "Het basisplan heeft het mogelijk gemaakt dat het waterschap de streefpeilen kan aanhouden. De verdroging is daarmee duidelijk tegenge gaan. De landbouw, en met name de tuinbouw, zou kun nen profiteren van het verdich tingsplan." Voor Hage geldt als belangrijk ste conclusie bij de proef dat het waterschap in staat is een peil optimaal te beheersen. "Het peil kan goed aangepast worden aan de desbetreffende grondsoort. Iets wat de opbrengst van de gewassen ten goede komt." Ing. J.W. Busser (CWO) geeft aan dat het onderzoek ecolo gisch gezien met een open vraagstelling was gestart, zodat er op dit terrein niet over mee- of tegenvallende resulta ten kan worden gesproken. "Er was geen vast verwachtings patroon. Toch is er bijvoor beeld een grotere verzoeting geconstateerd dan waarop was gerekend. Biologisch gezien was de groei van de karperpopulatie een verras sing." Hagè rekent het effect van de peilverhoging in de sloten op de grondwaterstand tot de grote meevallers. De hogere zomerpeilen zorgen er name lijk voor dat het grondwater minder ver wegzakt; meer vocht uit de bodem is dan voor de plantenwortels bereikbaar. En dat geeft wat meer kilo's. Een kleine tegenvaller was de extra slibafzetting in het water bij het inlaatpunt, waardoor in enkele drainbuizen wat mod der kwam. "Deze kinderziekte. ontstaan door de wervelingen van het water, was na een een voudige aanpassing snel ver holpen", aldus de Thoolse dijkgraaf. De provincie Zeeland, de CWO en het waterschap Tholen betalen gezamenlijk de kosten van het onderzoek. Met de inrichting en het jaarlijkse meetprogramma, zowel de techniek als het milieudeel, was gedurende zeven jaren globaal 800.000 gulden gemoeid. De CWO betaalde, met de pro vincie Zeeland, het leeuwedeel van deze kosten. Het water schap Tholen, de directie milieu en waterstaat van de provincie Zeeland, de landin richtingsdienst en de proef- boerderij Rusthoeve leverden gezamenlijk de mankracht voor het project. Of het project na de beëindi ging van de proefperiode ook op grotere schaal wordt toege past, hangt volgens Hage vol ledig af van de wensen van de grondgebruikers. "Het water schap zal met deze positieve resultaten in elk geval een plan uitwerken voor verdichting binnen het gehele water- schapsgebied. Het is dan aan de gebruikers van de gronden om te beslissen of de kosten voor de realisatie van de zoet- wateraanvoer opwegen tegen de baten. Technisch gezien zijn er geen belemmeringen. Dat is uit het onderzoek duidelijk geworden." Hage acht voort zetting van de zoet-waterinlaat op grotere schaal van belang voor het integraal waterbe heer. Het ingelaten water beïnvloedt de waterkwaliteit in positief opzicht. De waargenomen ver laging van het zoutgehalte is goed voor de groei en de ont wikkeling. De proef was pri mair bedoeld om te zien hoe zoet-wateraanvoer moet wor den beheerd. Als in de toe komst de aanvoer verder inge past wordt in het integraal waterbeheer, gaat het belang veel verder dan het handhaven van de streefpeilen en een vol doende laag zoutgehalte. "Bij het gebruik van de mogelijkhe den om de wateraanvoer te sturen, zal ook rekening gehouden moeten worden met de natuur", aldus Fortuin. "Door het onderzoek in de afgelopen jaren weten we in elk geval wat ons dan te wach ten staat. Tegen de zoet-water aanvoer is weinig in te bren gen. Voor de landbouw ligt er nu de uitdaging op het zoet wateraanbod in te spelen." P. Pijpelink is voorlichter bij de Zeeuwse waterschapsbond.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1994 | | pagina 13