Stuwen en extra gemaal
moeten polder droog houden
Zoet-wateraanvoer Tholen biedt
de landbouw nieuwe kansen
Oostelijk deel Welhoek moet weer grasland worden
Waterschap
stelt aankoop
gronden uit
Wegennet in
Zeeland moet
beter worden
Donderdag 15 september 1994
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
13
Het bouwen van een gemaal in de buurt van de Enge-
laarsdijk, én van drie stuwen, moet een betere beheersing
van het waterpeil in de Poortvlietse Weihoek mogelijk
maken. Dat plan is door het waterschap gepresenteerd
aan de ingelanden uit het gebied, naar aanleiding van de
wateroverlast rond de jaarwisseling.
Geen blokkade
waterschapsfusie
door Schouwen
Grasland
Stuwen
Mobiele pomp
door P. Pijpelink
Nederland is waterstaatkundig gezien een land
van uitersten. Perioden van wateroverlast en
droogte wisselen elkaar regelmatig af. Het ene
moment staat het water ons tot aan de lippen en
draaien de gemalen op volle capaciteit om de
voeten droog te houden. Even later is er, vaak in
de periode van groei en bloei, een tekort aan het
onmisbare zoete water. Verdroging en verzilting
spelen de natuur en de landbouw de laatste
jaren in toenemende mate parten. Zoet water
wordt dan ook in vele opzichten steeds meer als
een kostbaar goed beschouwd. Initiatieven om
het op de juiste tijdstippen op de gewenste
plaats te krijgen, zijn talrijk. Het proefproject
zoet-wateraanvoer Tholen, gestart in 1989,
nadert het einde. De balans voor landbouw,
natuur en waterbeheer kan worden opgemaakt
Voor natuur geldt: bijzondere verdwijntalgemene verschijnt
Kostbaar goed
Inrichting
Studie-object
Af- en aanvoer
Fosfaten en
bloedzuigers
Mee- en tegenvallers
Financiën
Voortzetting
In het kader van de landinrichting zou er weer meer grasland moeten komen in het oostelijke deel van de Poortvlietse Weihoek.
Het dagelijks bestuur heeft al inge
stemd met het plan, dat naar schat
ting 1,1 miljoen zal vergen. Op 20
oktober wordt het aan de algemene
vergadering van hoofdingelanden
voorgelegd.
De algemene vergadering van het
waterschap Schouwen-Duiveland
heeft zich in overgrote meerderheid
geschaard achter de fusievoorstel-
len. Tegen het getrapt verkiezen van
de hoofdingelanden voor het inte
rim-bestuur maakten slechts enkele
hoofdingelanden bezwaar. Toch
werd de vergadering nog geschorst,
omdat de vertegenwoordigers van
de categorie ingezetenen wilden
overleggen. Uiteindelijk gingen ze
'met grote moeite' akkoord, om geen
blokkade tegen de fusie op te wer
pen. De argumentatie in Zierikzee
was dezelfde als eerder op Tholen:
er wordt geen recht gedaan aan de
uitspraak van de kiezer. Met de eis
van extra verkiezingen staat het
waterschap Tholen van de vier
fusiepartners alleen, zo blijkt.
Schouwen-Duiveland op zijn beurt
is het enige waterschap dat een punt
maakt van de aankoop van het
gebouw Magnolia in Goes. Dat zou
het nieuwe waterschapskantoor
moeten worden. Maar de Schouwse
hoofdingelanden hebben hun twij
fels. Sommigen vinden dat beter
nieuw gebouwd kan worden, ook al
kost dat meer. En één van de
bestuurders zei over een lagere
offerte te beschikken dan de nieuw-
bouwprijs waarmee het bestuurlijk
overleg schermt. Uiteindelijk werd
ingestemd met de aankoop, tenzij
onderzoek door een onafhankelijk
bureau uitwijst dat nieuwbouw een
behoorlijk stuk goedkoper is.
In januari verschenen de boeren uit
de Weihoek in groten getale op het
Polderhuis. Ze wilden weten hoe het
kon gebeuren dat het gebied na hevi
ge regenval een aantal dagen onder
water stond. Het waterschap stelde
daarop een onderzoek in naar de
gemalen Kadijk en Eendracht.
Hoogtemetingen wezen uit, dat de
bodem in de laagste delen gemid
deld 20 centimeter was gezakt sinds
de verkaveling eind jaren vijftig. K.
Dekker van de landinrichtingsdienst
kreeg de opdracht het toekomstige
peilbeheer van het gebied te onder
zoeken.
Dekker komt tot een aantal aanbeve
lingen:
het gemiddeld winterpolderpeil
van 2,80 m -NAP handhaven, maar
in perioden met neerslagoverschot
tijdelijk verlagen tot 2,90 m -NAP;
het gemiddeld zomerpolderpeil
verlagen van 2,50 naar 2,60 m -NAP
om - rekening houdend met de opge
treden dalingen van het maaiveld -
op een aanvaardbare diepte te kun
nen draineren;
ontwatering en afwatering verbe
teren door aanpassing van de draina
ge, vergroting van de bemalingsca
paciteit en inperking van de boe
zemfunctie van de laagste peilvak-
ken;
bij de vergroting van de capaciteit
van gemaal Kadijk rekening houden
met de capaciteit van de gemalen
Eendracht en Drie Grote Polders;
het peilverloop in hogere peilvak-
ken afstemmen op dat in de Wei
hoek, om de boezemfunctie van het
lage gebied te vermijden. Daartoe
dienen enkele stuwen geplaatst en
zonodig geautomatiseerd te worden;
het lage gebied met veen ondieper
dan 0,50 tot 0,60 m een graslandbe
stemming geven en daar de waterbe
heersing op afstemmen;
in het kader van de landinrich
tingsplannen op Tholen proberen
om, ondermeer door uitruil van
gronden, een aaneengesloten gras
landcomplex in het gebied te verwe
zenlijken.
De twee laatstgenoemde punten
hebben ertoe geleid, dat de landin
richtingscommissie Poortvliet bij de
zaak is betrokken. Op een voorlich
tingsbijeenkomst, donderdag in 't
Ouwe Raed'uus, zei voorzitter M.D.
Geuze dat de commissie het laagste
veengebied ten oosten van de Bram
Groenewegeweg als grasland zou
willen inrichten. Dat kan, door bij de
toedeling van gronden het akkerland
zoveel mogelijk buiten de lage
gedeelten te concentreren. "Maar u
moet het zelf willen, dat is niet aan
de commissie", hield secretaris
P.W.M. Roks de kleine veertig aan
wezigen voor.
Dekker gaat in zijn rapport uit van
een peilbeheer gebaseerd op een
agrarisch gebruik van het gebied. In
het oostelijke deel van de Weihoek
zit het veen vaak erg dicht aan de
oppervlakte. Voor dat soort gronden
werkt peilverlaging averechts. De
lage gronden zijn, aldus Dekker,
eigenlijk alleen geschikt voor gras
land. "De nadelen bij ander gebruik
Eigenaren en gebruikers van grond
die nodig is voor het deelplan zuid
van het basisplan watervoorziening
op Tholen kunnen vooralsnog over
hun grond blijven beschikken. Dat
heeft het dagelijks bestuur van het
waterschap hen laten weten. Het
passeren van de noodzakelijke akten
voor grondaankoop - waarover al
overeenstemming was bereikt - is
uitgesteld.
De beslissing van het waterschap
vloeit voort uit een subsidiestop bij
het rijk. Zolang onzeker is of er sub
sidie voor het deelplan los komt, zal
de aanbesteding en gunning van het
werk niet plaatsvinden. Aanvanke
lijk was het de bedoeling plan zuid
dit najaar uit te voeren.
zijn nooit helemaal te compense
ren", aldus Roks. Werd begin jaren
vijftig nog 76% van het gebied als
grasland gebruikt, na de verkaveling
eind jaren vijftig was dat maar 51
meer. Sindsdien is het areaal wei
land alleen nog maar afgenomen.
"Kennelijk was dat voor de bedrijfs
voering wenselijk", zei Roks.
De landinrichtingscommissie sluit
niet uit, dat de Weihoek bij de wens-
zittingen ondervraagd zal blijken te
zijn. Van de ongeveer 380 hectare in
het oostelijke deel zal het om 50 tot
100 hectare gaan. Daardoor zou er
ruimte komen voor twee weidebe-
drijven van elders, hetzij van Tholen
of daarbuiten. Bedrijven die van
akkerbouw of gemengd overstappen
op veehouderij, hoeven niet op een
rijkssubsidie voor deze bedrijfsaan-
passing te rekenen, kreeg een vra
gensteller te horen.
Hoofd technische dienst J.A. Dees
van het waterschap ging in op de
aanbevelingen van Dekker die met
de waterbeheersing van doen had
den. Hij vertelde dat er stuwen
komen bij de Bram Groenewegeweg
(tussen de Boneputteweg en de Wei-
hoekweg), de Noormansweg en de
Engelaarsdijk. De bemalingscapaci
teit voor het gebied zou uitgebreid
moeten worden van 140 naar 180
kubieke meter, ofwel 10 kubieke
meter per minuut per 100 hectare
(nodig is: 8 kubieke meter). De toe
voeging van 40 kub is nodig om te
voorkomen dat het water tot maai
veldhoogte kan stijgen. De kans
daarop is klein: twee keer per eeuw
regent het zoveel.
Uitbreiden van het gemaal Kadijk
bleek een moeilijke zaak. Daarom
werd richting Loohoek gekeken.
Want vroeger ging het water uit het
gebied Engelaarsdijk richting Poort
vliet, wat aan de waterlopen nog te
zien is. Als daar gebouwd wordt,
kan geprofiteerd worden van de al
aanwezige electriciteitsleidingen.
Het bouwen van de stuwen en het
gemaal kost, inclusief het vergroten
van enkele waterlopen, 843.000 gul
den. Voor automatisering van de
stuwen komt daar nog eens 295.000
gulden bij, vertelde Dees. Door het
mee te nemen in de landinrichting,
kan er subsidie gevraagd worden.
Hoewel Roks de kans daarop 'niet
klein' noemde, durfde hij de hoogte
van de rijksbijdrage op niet meer
dan een kwart te schatten. "Meer
ruimte is er niet binnen de 1500 gul-
Waterschapsbond. De Zeeuwse
waterschapsbond zal na de fusie van
de vier waterschappen boven de
Westerschelde in afgeslankte vorm
blijven bestaan. De twee personeels
leden - secretaris/penningmeester en
voorlichter - die werden ingeleend
van het waterschap Walcheren, ver
liezen hun baan per 1 januari. In de
fusiebesprekingen wordt voor hen
naar een oplossing gezocht.
Peilboot. De Zeeuwse waterschap
pen gaan hun peilboot onderbrengen
in een gemeenschappelijke regeling.
Verder wordt er 427.000 gulden
geïnvesteerd in een nieuw peilsys-
teem. De boot wordt gebruikt voor
peilingen van de kust- en vooroe
vers.
den per hectare die deze landinrich
ting mag kosten." Het werk kan niet
meer meegenomen worden in het
landinrichtingsplan, waarover 27
oktober gestemd wordt. "Uitstel van
de stemming zou een vertraging met
driekwart jaar betekenen."
Als de algemene vergadering van
het waterschap met het plan instemt,
kan het voor de winter 1995/1996
uitgevoerd zijn, aldus Dees. Overi
gens is het niet voldoende, reparatie
Het wegennet in Zeeland is drin
gend aan verbetering toe. Dat
schrijft het platform logistiek Zee
land in de nota 'Wegen naar bereik
baarheid' die onlangs aan gedepu
teerde J.I. Hennekeij van verkeer en
waterstaat werd aangeboden. In de
nota zegt het platform dat de concur
rentiepositie van het Zeeuwse
bedrijfsleven in gevaar komt als er
geen structurele verbeteringen in het
wegennet komen. Naast bestaande
wegen worden ook een aantal pro
jecten genoemd die nog op stapel
van gemaal de Eendracht blijft
nodig om de problemen op te lossen.
Voor de komende winter heeft het
waterschap een mobiele pomp
stand-by, er is een duiker onder de
Noordhoekseweg gelegd en gemaal
de Eendracht is provisorisch gerepa
reerd zodat het verlies aan capaciteit
van pomp 2 met de helft is terugge
bracht.
A. Geluk was er niet gerust op dat de
uiteindelijke beslissing bij de alge
mene vergadering van het water
schap ligt. Dijkgraaf I.C. Hage zei
dat dat nu eenmaal de democratisch
staan. Tot de meest urgente behoren
volgens het platform de Zoomweg-
noord, de Midden-Zeelandroute, de
dammenroute Middelburg-Veerse-
gatdam en de ontsluiting van nieuwe
gekozen vertegenwoordigers zijn.
"Er zijn vanavond enkele leden van
de algemene vergadering aanwezig.
Wat u hier te berde brengt, zal hun
gedachten mede bepalen", merkte
Geuze op.
C.P. de Rijke wilde nog kwijt dat
volgens hem ook een overloop van
uit de Van Haaftenpolder de proble
men rond de jaarwisseling mede
veroorzaakt moet hebben, maar
Dees en de dijkgraaf wilden daar
niet van weten. "Ik heb dat eerder al
uitvoerig toegelicht", aldus het
hoofd technische dienst.
bedrijventerreinen en havens. "Door
een betere bereikbaarheid zullen
niet alleen Zeeuwse bedrijven beter
functioneren, maar ook zal het vesti
gingsklimaat in de provincie verbe
teren", vindt het platform logistiek
Zeeland. De nota is mede tot stand
gekomen door middel van een
enquête onder middelgrote en grote
handels- en produktiebedrijven. Het
platform logistiek Zeeland vertegen
woordigt de belangen van het
bedrijfsleven op het gebied van ver
keer en vervoer.
Voor de aanvoer van zoet water worden flinke watergangen gegraven, zoals hier in de Weihoek.
Door het bufferen van regen
water, het nauwkeurig regelen
van de polderpeilen en het ver
kleinen van de peilgebieden,
springen gebruikers de laatste
jaren voorzichtiger om met de
aanwezige voorraad zoet
water. Bij het waterschap
Noord- en Zuid-Beveland zijn
dit jaar proeven van start
gegaan met het benutten van
het gezuiverde afvalwater uit
de rioolwaterzuiveringsinstal
laties.
De aanvoer van gebieds-
vreemd water is een andere
benadering van het 'droogte
probleem'. De Mosselhoek,
een gebied van zo'n 200 ha ten
zuidwesten van de stad Tho
len, is sinds 1989 proeflocatie
voor de inlaat van zoet water
uit het Zoommeer. Doel van
het onderzoek is het vaststel
len van de effecten die de aan
voer van het Zoommeerwater
op ondermeer de kwelstroom
en de waterkwaliteit zal heb
ben. Ook waterpeilen, de
stroomsnelheden en de grond
waterstanden worden in het
onderzoek betrokken. De proef
heeft effecten op de bestendig
heid van sloottaluds, op de
slootvegetatie en op het leven
in de sloot, van karpers tot
wier.
Hoe ontwikkelt de natuur zich
en wat is de invloed op de
landbouwgronden en de
gewasopbrengsten? Land- en
tuinbouwbedrijven kunnen in
elk geval gebruik maken van
het zoete water voor begieting
en druppelbevloeiing. Kortom,
de reactie van het gebied op
het aangevoerde water staat
centraal bij deze vijfjarige
proef, die op verzoek van het
waterschap met twee jaar is
verlengd.
Het overwegend brakke pol
dergebied Mosselhoek is ten
behoeve van het onderzoek
grotendeels geïsoleerd van het
aangrenzende poldergebied.
Door de aanleg van een duiker
en het vergraven van een
bestaande kavelsloot tot een
primaire waterloop, kon het
gebied gevrijwaard worden
van de aan- en doorvoer van
overtollig water vanuit de
ernaast gelegen polders. Ook
het plaatsen van dammen en
keerwanden was noodzakelijk
om de resultaten van de proef
zuiver te houden. Met de bouw
van een automatisch bedien-
baar inlaatwerk en een hand
bediende schuifstuw op de
grens van het proefgebied
werd het mogelijk het Zoom
meerwater in het gebied te
laten stromen. Een vlakbij de
inlaatsluis gebouwde pomp
zorgde voor een sterke verho
ging van het polderpeil in een
hooggelegen deel van het
proefgebied.
Tussen de inlaatsluis en de
stuw zorgt een datacommuni-
catielijn voor voortdurend con
tact. Het aantal kubieke meters
water dat het inlaatpunt pas
seert, kan zo gestuurd worden.
Het effect van deze infiltratie
met water van een laag zout
gehalte werd bij de start met
veel belangstelling tegemoet
gezien.
Het project is uitgevoerd door
het waterschap Tholen in
samenwerking met de Com
missie waterbeheersing en
ontzilting (CWO). De CWO is
een orgaan waarin de Zeeuw
se waterschappen, de land
bouworganisaties, de provin
cie Zeeland en het ministerie
van landbouw, natuurbeheer
en visserij samenwerken. De
commissie, die sinds 1953
bestaat, richtte zich in het ver
leden ondermeer op zaken als
schadeafwikkeling bij verande
ringen in de waterhuishou
ding, peilverhoging door zout-
waterinlaat en infiltratie op
zoet-waterbellen. De proef in
Tholen had bij de aanvang een
duidelijke studiefunctie: voor
het eerst werd in Zeeland zoet
water voor de landbouw aan
gevoerd. De keuze van de loca
tie Tholen was voor de hand
liggend; op veel plaatsen
elders was zoet water te ver
weg om het te transporteren.
Vlak na de aanleg van het
Zoommeer in 1987 ontwikkel
de Heidemij voor het water
schap een plan om verdroging
van de poldergebieden tegen
te gaan. Deel één, het zoge
naamde basisplan, voorziet in
het nauwkeurig regelen van de
polderpeilen, zodat niet te veel
water zou worden ingelaten of
afgevoerd. Automatisch wer
kende gemalen en stuwen, en
de verkleining van de peilge
bieden, maken het mogelijk
om voor gebieden met een
verschillende functie (land
bouw, natuur) meer aan de
wensen van de gebruiker/eige
naar tegemoet te komen.
Deel twee van het plan is
gericht op een goede zoet
waterkwaliteit in een voldoen
de aantal poldersloten. Om het
zoete water uit het Zoommeer
op de plaats van bestemming
te krijgen, moet een verfijnd
waterlopenstelsel worden
gegraven.
De gebruikers beslissen mee
over de mate van vertakking
van de aanvoerkanalen. De
grondeigenaren betalen
namelijk de kosten voor deze
waterlevering. In Sint-Philips-
land heeft de onzekere situatie
in de landbouw ertoe geleid
dat dit verdichtingsplan, zoals
deze watertoevoer ook wel
wordt genoemd, voorlopig is
opgeschort.
Bij de start van het proefpro
ject bestond er zowel bij de
landbouw- als de natuurorga
nisaties enthousiasme om
mee te werken. De doelstelling
van het onderzoek was tweele
dig. Dijkgraaf I.C. Hage van het
waterschap Tholen: "De inte
resse ging uit naar zowel de
ervaring voor het beheren van
zoet water in een brak milieu,
als de mogelijkheden voor
nieuwe en bestaande teelten
als gevolg van beregening."
A.W. Fortuin, die het project
begeleidde namens de
gemeenschappelijke advies
dienst van de waterschappen
Schouwen-Duiveland, Tholen
en Walcheren, onderstreept
dat door de proef de water
kwaliteit in het gebied duidelijk
is veranderd: "Zowel het fos
faat- als het zoutgehalte in de
sloten in het proefgebied is
duidelijk naar beneden
gegaan. Ook de hoeveelheid
plankton nam af door de aan
voer van het Zoommeerwater.
Omdat het water nu minder
voedselrijk is, krijgen algen
minder kans om te groeien."
Een andere wijziging doet zich
voor bij de waterbodems.
Afhankelijk van de bodemsa
menstelling treedt er verzoe
ting van de bodem op. Fortuin:
"De kweldruk wordt vooral
door de hogere peilen terug
gebracht. Zodra de aanvoer
van het zoete water stopt, is de
bodem echter snel weer zout."
De vegetatie in de slootkant
vertoont langs de rand van het
water een verschraling. Enkele
planten uit het brakke milieu,
zoals de zeeaster en de zilte
rus, hielden het voor gezien.
De vraag of er door de aanvoer
van het Zoommeerwater ook
microverontreinigingen wor
den aangevoerd, kan groten
deels ontkennend worden
beantwoord.
Alleen bij het inlaatpunt wer
den meer verontreinigende
stoffen in de bodem gemeten
dan, elders. Ook voor de
macrofauna had de proef con
sequenties.
Soorten uit het brakke water
milieu, zoals bepaalde soorten
vlokreeftjes, gingen sterk ach
teruit of verdwenen totaal in
het gebied. Andere families,
waaronder diverse soorten
muggen en bloedzuigers, kon
den juist beter hun stek vinden
op het terrein van de proeflo
catie.
Een onderzoek naar de vis
stand wees, gezien de verdub
beling van het aantal, uit dat
de vis zich spreekwoordelijk
goed in het water voelt. Veel
jonge vis komt uit het Zoom
meer de polder in. Met name
de karperpopulatie groeide
sterk.
Het doorzicht van het water,
dat aanvankelijk sterk verbe
terde, werd door de toename
van deze soort negatief beïn
vloed: karpers woelen de
bodem om.
De mogelijkheden voor tuin
bouw en kleinschalige groen
teteelt noemt Fortuin één van
de grootste meevallers van het
project. "Het basisplan heeft
het mogelijk gemaakt dat het
waterschap de streefpeilen
kan aanhouden. De verdroging
is daarmee duidelijk tegenge
gaan. De landbouw, en met
name de tuinbouw, zou kun
nen profiteren van het verdich
tingsplan."
Voor Hage geldt als belangrijk
ste conclusie bij de proef dat
het waterschap in staat is een
peil optimaal te beheersen.
"Het peil kan goed aangepast
worden aan de desbetreffende
grondsoort. Iets wat de
opbrengst van de gewassen
ten goede komt."
Ing. J.W. Busser (CWO) geeft
aan dat het onderzoek ecolo
gisch gezien met een open
vraagstelling was gestart,
zodat er op dit terrein niet over
mee- of tegenvallende resulta
ten kan worden gesproken. "Er
was geen vast verwachtings
patroon. Toch is er bijvoor
beeld een grotere verzoeting
geconstateerd dan waarop
was gerekend. Biologisch
gezien was de groei van de
karperpopulatie een verras
sing."
Hagè rekent het effect van de
peilverhoging in de sloten op
de grondwaterstand tot de
grote meevallers. De hogere
zomerpeilen zorgen er name
lijk voor dat het grondwater
minder ver wegzakt; meer
vocht uit de bodem is dan voor
de plantenwortels bereikbaar.
En dat geeft wat meer kilo's.
Een kleine tegenvaller was de
extra slibafzetting in het water
bij het inlaatpunt, waardoor in
enkele drainbuizen wat mod
der kwam. "Deze kinderziekte.
ontstaan door de wervelingen
van het water, was na een een
voudige aanpassing snel ver
holpen", aldus de Thoolse
dijkgraaf.
De provincie Zeeland, de CWO
en het waterschap Tholen
betalen gezamenlijk de kosten
van het onderzoek. Met de
inrichting en het jaarlijkse
meetprogramma, zowel de
techniek als het milieudeel,
was gedurende zeven jaren
globaal 800.000 gulden
gemoeid.
De CWO betaalde, met de pro
vincie Zeeland, het leeuwedeel
van deze kosten. Het water
schap Tholen, de directie
milieu en waterstaat van de
provincie Zeeland, de landin
richtingsdienst en de proef-
boerderij Rusthoeve leverden
gezamenlijk de mankracht
voor het project.
Of het project na de beëindi
ging van de proefperiode ook
op grotere schaal wordt toege
past, hangt volgens Hage vol
ledig af van de wensen van de
grondgebruikers. "Het water
schap zal met deze positieve
resultaten in elk geval een plan
uitwerken voor verdichting
binnen het gehele water-
schapsgebied. Het is dan aan
de gebruikers van de gronden
om te beslissen of de kosten
voor de realisatie van de zoet-
wateraanvoer opwegen tegen
de baten. Technisch gezien zijn
er geen belemmeringen. Dat is
uit het onderzoek duidelijk
geworden." Hage acht voort
zetting van de zoet-waterinlaat
op grotere schaal van belang
voor het integraal waterbe
heer.
Het ingelaten water beïnvloedt
de waterkwaliteit in positief
opzicht. De waargenomen ver
laging van het zoutgehalte is
goed voor de groei en de ont
wikkeling. De proef was pri
mair bedoeld om te zien hoe
zoet-wateraanvoer moet wor
den beheerd. Als in de toe
komst de aanvoer verder inge
past wordt in het integraal
waterbeheer, gaat het belang
veel verder dan het handhaven
van de streefpeilen en een vol
doende laag zoutgehalte. "Bij
het gebruik van de mogelijkhe
den om de wateraanvoer te
sturen, zal ook rekening
gehouden moeten worden
met de natuur", aldus Fortuin.
"Door het onderzoek in de
afgelopen jaren weten we in
elk geval wat ons dan te wach
ten staat. Tegen de zoet-water
aanvoer is weinig in te bren
gen. Voor de landbouw ligt er
nu de uitdaging op het zoet
wateraanbod in te spelen."
P. Pijpelink is voorlichter bij de
Zeeuwse waterschapsbond.