Van labadissen tot kousebeurzen Glijbaan op dijktalud strandje Mee t'n waehen deu't toaverkot Nellie Ruissen-Westveer geeft demonstratie kralenbreien Braderie John Russel in programma vakantieshow Donderdag 4 augustus 1994 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 9 Cursus Nellie Ruissen-Westveer uit Wemeldinge heeft een bij zondere hobby. Ze is een kralenbreister en heeft een enorme verzameling reticules, tabakszakken en andere objecten gemaakt van kraaltjes. Daar moet niet te licht over worden gedacht, want mevr. Ruissen gebruikt daar voor vier breipennen en kralen van slechts zo'n millime ter groot. In streekmuseum De Meestoof in Sint-Anna land exposeert ze een groot deel van haar werk en verza meling. Op diverse dagen geeft ze er demonstraties. Spinnetje Nauwkeurig Predikant Kousebeurs In een rijtuigie. Dat liedje kan bijna niet toepasselijker gezongen worden dan in een huifkar. Schommelend door dorpen en polders, langs historische plekjes en mooie bloemvelden. Woensdag genoten toeristen en inwoners van een dergelijke huifkartocht door Sint-Annaland. Onder een stralend zonnetje en met een lekker briesje trok het landschap voorbij. Huifkartochten met VW-gids zijn op Tholen succes Bieheloaf Schoolreisje Zwemboot Vervolg De kralenbeurzen bestaan al heel lang. In het damesblad Penelope uit 1830 staan al een groot aantal exem plaren afgebeeld. Oorspronkelijk waren het echter de heren die ermee liepen. Het begon namelijk met de kousebeurs. Dit was een soort sok van kralen, maar de uiteinden waren allebei dicht en in het midden zat de opening. Het ding werd in de hand of tussen de kouseband (vandaar de naam) gedragen. Naarmate iemand rijker was, had hij ook een grotere beurs. Hieruit is dan ook het spreekwoord: wie het breed heeft, laat het breed hangen ontstaan. Later maakten de dames 'reticules'. Dit woord komt uit het Frans en een reticule was oor spronkelijk een beurs die geen knip Mevr. N. Ruissen-Westveer legt uit hoe het nu precies zit met het kralenbreien. had, maar van boven dichtgeregen werd met een veter. In Zeeland raakten de kralenbeurzen in de Biedermeiertijd erg in zwang. Tot 1890 werden er veel bloemen en dieren in de voorstellingen gebruikt. Van 1890 tot aan het eind van de eerste wereldoorlog was de ster het meest in de mode, met name bij de Zeeuwen. Na de oorlog verdween het kralenbreien, voornamelijk Nellie Ruissen-Westveer geeft nog op 11, 13 en 25 augustus, 8 en 22 september en 20 oktober demonstraties kralenbreien in streekmuseum De Meestoof in Sint-Annaland. Het streekmuse um is geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 12.15 t/m 16.45 uur. Ook op de braderie in Sint-Anna land op 13 augustus is ze aanwe zig. Verder organiseert De Meestoof die dag van tien tot ongeveer zeven uur meerdere activiteiten. Zo is er een mini- trekkertrek. In een bak van drie bij drie meter rijden kleine, radio grafisch bestuurde tractoren rond die vrachten trekken. Er wordt verder een snuffelmarkt gehou den. Naast diverse oude ambach ten zoals mutshaken en stoelen- matten, kan er geraden worden naar de naam van een konijn. De winnaar krijgt het dier plus een hok, gemaakt door Jeroen Quist uit Sint-Philipsland. Evenzo gaat het met een pop in klederdracht. Wie de naam raadt, krijgt de pop. Het winkeltje met ouderwets snoepgoed is ook weer open. Tekenares en schilderes Adrie Boxhoorn-Urbanus uit Tholen is aanwezig en ook wordt de hand werktechniek tiffany getoond. De opbrengst van de activiteiten is voor de uitbreiding van het muse um. wegens de armoede. De mensen hadden wel wat anders aan hun hoofd dan handwerken. Mevr. Ruissen zit bepaald niet stil. Als ze het ene werk af heeft, gaat ze verder met een ander. Ze heeft inmiddels de grootste verzameling van Nederland; meer dan honderd beurzen. Ze was te zien op hobby-tv van de EO en maakte een beurs voor het handwerkblad Ariadne. "Ik ken zo'n beetje iedereen die in Neder land aan kralenbreien doet", zegt mevr. Ruissen. "Het komt ook steeds meer in de belangstelling te staan. Ik ben uitgenodigd door de stichting tot behoud van volkscul tuur om in Orvelte bij Utrecht een cursus te gaan geven. Daarvoor heb ik veel van mijn werk op dia's laten zetten." Ondanks de drukte vindt de Wemeldingse het echter nog steeds leuk. "Ik heb er de tijd voor en elk patroon is weer een uitdaging." Ei. In Vlissingen kan men woens dagavond om zeven uur, en morgen en op 12 augustus om half twaalf 's morgens vanaf het Arsenaal mee gaan met de kunstroute gekookt ei. Een gids voert de belangstellenden langs diverse 'ei-objecten' in Vliss ingen. De musicus Big fat John Russel is één van de artiesten die woensdag middag optreedt op de Speelmans platen, tijdens de Radio 10 Gold tel en bel show. Naast de gitaar beheerst hij elf andere Instrumenten, en hij speelt soul, reggae, rock and roll en pop. Behalve de 200 kilo wegende Russel is de zanger Rob Ronalds te horen, die ondermeer het repertoire van René Froger brengt. Ook de veelzijdige Amerikaanse artiest Joe Bourne werkt mee aan het programma, dat wordt gepresen teerd door Ger van den Brink. Het duurt van twee tot zes uur en is gra tis toegankelijk. Woensdagavond komen de country- liefhebbers aan hun trekken, als op de Speelmansplaten de Jimmy Law- ton USA Country Show te zien en te horen is. Dit spektakel duurt vijf uren. Toegangskaarten zijn verkrijg baar bij de VVV, Haestinge, de Speelmansplaten en drukkerij Limo- vi in Scherpenisse. In één van de expositieruimten van De Meestoof is alles ingericht voor de spullen van mevr. Ruissen. Ze geeft er les en demonstraties en ver telt de bezoekers over de tentoonge stelde dingen. Ze zijn er in allerlei soorten en maten. Van sommige werkjes is nauwelijks te zien of ze nu nieuw zijn, of antiek. "Het overgrote deel heb ik zelf gemaakt. Ik denk wel negentig pro cent", zegt de Wemeldingse. "Maar ze zijn wel nageteld van oude patro nen. Ik verzin nooit iets nieuws. Waarom zou ik? De oude patronen zijn zo mooi. Ik maak ook nooit puz zels of zoiets. Dat kan ik niet. Die dingen liggen allemaal van tevoren al vast. Als ik aan een werkstuk bezig ben, wil ik graag weten hoe het er uit komt te zien als het af is. En als ik klaar ben, ligt er altijd wel een ander patroon klaar waar ik aan kan beginnen." Wie langs de verzameling in De Meestoof loopt, doet er goed aan elke vitrine minstens twee keer te bekijken. De overvloed aan details laat zich niet in één keer vatten. Sommige beurzen zijn met zulke fij ne kraaltjes gebreid dat je je afvraagt hoe men dat voor elkaar heeft gekre gen. Behalve de beurzen zelf, zijn ook de beugels meer dan de moeite waard. Wie een vluchtige blik over de kasten werpt, krijgt wellicht de indruk dat alle beugels hetzelfde zijn, maar niets is minder waar. Elk exemplaar is verschillend. Zowel wat vorm betreft als de versiering. Het is hierbij moeilijk om te onder scheiden of iets nieuw of oud en van echt zilver is. "Er is natuurlijk verschil in de diver se beurzen. Meestal waren ze niet weggelegd voor de armere mensen. Ze werden gedragen door rijke dames en boerinnen", legt mevr. Ruissen uit. "Toch was er ook bur gerdracht. Die beurzen waren wat simpeler. Een voorbeeld daarvan was het 'spinnetje'. Een klein, rond tasje dat werd gegeven voor belijde nis of communie. Ze werden meest al in één kleur gemaakt en daarom waren ze relatief goedkoop." Het beursje heeft de vorm van een spin- neweb, vandaar de naam spinnetje. Mevr. Ruissen begon eigenlijk met haar hobby toen ze tien jaar was en een kralenbeursje van haar groot moeder erfde. Het zou echter nog heel wat jaren duren voordat ze leer de hoe het maken van zoiets in zijn werk ging. "Zo'n veertien jaar gele den begon ik zelf met het kralenbrei en en sindsdien is het erg hard gegaan. Je komt steeds weer andere mensen tegen met patronen die je nog niet hebt", zegt de kralenbrei ster. "Ik ben ook al snel les gaan geven, maar ik noem dat liever uit leggen." Omringd door een groepje belang stellenden, legt mevr. Ruissen uit hoe het principe van kralenbreien werkt. Met vier erg dunne breinaal den wordt rij voor rij het patroon afgewerkt. Alle kraaltjes moeten worden uitgeteld en in de juiste volgorde aan een draad geregen. "Veel mensen denken dat de kralen aan de breinaald zitten, maar ze worden echt met de draad meegeno men", zegt de Wemeldingse. "Het komt weliswaar op de millimeter aan, maar na verloop van tijd gaat dat vanzelf." Desondanks is het kra lenbreien een werkje met veel geduld: het kost de nodige tijd. Het grootste karwei van mevr. Ruissen was een tabakszak (hierin werd vroeger zowel geld als tabak ver voerd) waar ze vier weken aan werkte. Soms zelfs de gehele dag. Naast de kralenbeurzen, bekend van de Zeeuwse klederdracht, laat de verzameling van mevr. Ruissen nog meer zien op het gebied van kralen breien. Zo zijn er diverse 'beukstuk- ken' te zien. Deze werden door de vrouwen op de borst en rug gedra gen. Ook rouwbeurzen en kettingen liggen in de vitrines. Wel heel bij zonder zijn twee 'labadissen'. Dat zijn een soort mouwen van de elle boog tot aan de pols. "Vroeger stond er in Middelburg een predikant Jean de Labadis. Deze man stoorde zich aan de blote onderarmen van de vrouwen in klederdracht. Hij gebood de dames ook dat deel van hun lichaam te bedekken. Ze maak ten daarvoor de losse mouwtjes en noemden die 'labadissen' naar de naam van de predikant", vertelt mevr. Ruissen. Ook een graftak, gemaakt van ijzerdraad met kralen er rond, maakt onderdeel uit van de collectie. Maar er zijn ook toepas singen uit andere landen zoals Afri ka, Frankrijk en Engeland te zien. Uit dat laatste land heeft mevr. Ruis sen het idee voor een naaldenkoker tje opgedaan. Daar werd een konij nebotje gebruikt om de naalden in te bewaren. Eromheen werd dan met kralen een hoesje gebreid. Glijen van de zeedijk. Dat konden de kinderen van camping De Pluimpot in Scherpenisse vrijdagmiddag aan het strandje. Een groepje vrij willigers van de camping spanden een groot zeil op het talud van de dijk en goten er vloeibare zeep en water over zodat de ondergrond zo glad als een spiegel werd. Het was voor de kinderen een sport om er tegenop de klauteren. Soms lukte dat als de zeep uitgewerkt was. Dan werd er een nieuwe fla connetje aangesproken en haalden de vrijwilligers de zoveelste emmer water uit de Oosterschelde. Net als de inzittenden, genoot ook VW-gids Els Frigge-Hogesteeger (links) van de rit. De 15-jarige Sylvia en haar halfzus de 14-jarige Mydenos zorgen voor de voorstuwing van twee paarde- krachten. De haflinger merries zijn volgens hun eigenaar en menner Ted Frigge uit Oud-Vossemeer voor honderd procent verkeersmak. "Toen ze drie jaar oud waren, zijn we er een paar weken mee op vakan tie gegaan. Ze stonden toen elke dag voor de huifkar. Daar hebben zowel zij als ik veel van geleerd", vertelt Frigge. "Ze dragen ook geen oog kleppen. Dat maakt ze alleen maar zenuwachtiger. Nu kunnen ze zien wat er gebeurt. Als je naast je aller lei geluiden hoort en je ziet niet wat het is, dan zou je toch ook gek wor den? Nee, ze kunnen nu alles in de gaten houden en dan schrikken ze ook niet zo snel. Het enige nadeel zou kunnen zijn dat ik nu niet de zweep kan gebruiken. Als je een lui en een vurig paard hebt, moet je de een wat aansporen. Zonder oogklep pen merkt het enthousiaste paard echter ook de klap en wordt nog vuriger, terwijl het andere de klap afwacht. Maar ik heb genoeg aan de teugels en ik ka'n altijd nog met mijn voeten bij hun kont." De animo voor de tochten is groter dan verwacht. Op het Havenplein staan meer mensen te wachten dan er in de kar kunnen. Dus volgt er nog een tweede ronde. "Het klinkt misschien gek, maar ik reken niet in het aantal mensen dat mee kan. Ik reken in kilo's", zegt Frigge. "De paarden moeten het namelijk wel kunnen trekken. De kar weegt zelf ongeveer een ton, daarbij reken ik dan ook nog eens een ton aan lading. Als het meer is, worden de paarden en remmen te zwaar belast." Na de eerste ronde met een volle kar, komt de wagen na een uurtje terug op het Havenplein. Vanuit café Havenzicht wordt meteen gezorgd voor emmers water. "Er zit ten zelfs ijsklontjes in", lacht Frigge. "Daar keken de paarden even van op, maar ze vonden het wel lekker." Voor de tweede rit zit de huifkar niet helemaal vol, maar voor de tien belangstellenden, onder wie een aantal Sint-Annalanders, is het toch de moeite waard. De reis begint in de Voorstraat. Daar staat de wagen even stil voor het Nonnetjeshuis, het monumentale pand dat tijdens de grote brand in St. Annaland gespaard is gebleven. VW-gids Els Frigge-Hogesteger geeft de passa giers uitleg over alles wat op de rit voorbij komt. "Er woonden hier drie zusters die altijd de luiken voor de ramen hielden. Pas toen de laatste was gestorven, kreeg men de ruiten te zien." Het duo Sylvia en Mydenos zet er weer de pas in en voert het gezel schap over de Ring langs de Neder landse Hervormde kerk. Vroeger stonden er boerderijen rond de kerk. Enkele van de gebouwen zijn nog overgebleven en daarin herkenden sommige passagiers het 'klinket'; een klein deurtje in de grote, dubbe le schuurpoort. In de Kloosterstraat gekomen, legt mevr. Frigge uit hoe Sint-Annaland aan de bijnaam 'toaverkot' is geko men. "Dat had met de molen te maken. Op een dag wilde het ding niet meer draaien en wat de mole naar ook deed, hij kreeg de molen niet meer aan de gang. De dorpelin gen dachten dat het een betovering was. Later bleek er een klein kope ren gewichtje tussen de molenstenen te zijn gevallen. Maar het bijgeloof bleef. Ook de gewoonte om een glimmende bol op te hangen komt voort uit bijgeloof. De Sint-Anna landers dachten, als er nu eens een heks komt en die kijkt in de bol, dan schrikt ze zo van haar spiegelbeeld dat ze wegvlucht", vertelt de VW- gids. "Mer da's bieheloaf', merkt één van de meerijdende dames op. Via de Schoolstraat en de Bierens- straat rijdt de huifkar naar De Schut- se. Molen 'De Vier Winden', die tot in de jaren vijftig dienst deed om koren te malen, staat nu te koop. De bloemzaadvelden langs de F.M. Boogaardweg en de Oudelandseweg liggen er kleurig bij. "Dit is mijn schoolreisje", lacht een passagiere die net als de anderen - en in het bij zonder de jeugd - geniet van het moment dat de paarden overgaan in lichte draf. Op de Molendijk staan de bereklauwen manshoog in de berm. Uitgebloeid, maar nog steeds imposant. "Het leuke van het gids- werk is dat je mensen kunt wijzen op de mooie dingen van Tholen", zegt mevr. Frigge. "Veel toeristen weten niet dat het eiland zo mooi is. Er is veel meer te zien dan ze den ken." Koetsier Frigge draait zijn span de Nieuwlandseweg in. Uit de richting van de haven nadert ook een flink aantal paardekrachten, maar nu gebundeld in blik. De bestuurder parkeert even in de berm. "Je ziet gelukkig dat veel automobilisten positief reageren en even aan de kant gaan als we met de paarden langs komen", zegt mevr. Frigge. Intussen nadert de huifkar de paling rokerij van P.M. Scherpenisse. De vorige groep wilde hier uitstappen om een rondleiding te krijgen. "Op zich vind ik dat geen bezwaar", zegt de VW-gids. "Maar er wachtte nog een tweede groep, dus er was geen tijd voor." Verder gaat het langs camping de Krabbenkreek, gelegen aan het gelijknamige water. Het kleine strandje wordt altijd druk bezocht en is eigenlijk wat aan de krappe kant. "Bij hoog water moeten er altijd mensen de dijk op", zegt een passa gier. De paarden moeten nu even een flink heuveltje trekken richting de haven. Daar ligt het schip Dispo nibel voor de Cebecoloods. Om wat verkoeling te hebben, is een deel van het ruim onder water gezet. Zo schiep men een privézwembad van respectabele diepte. Op de haven trekt het gezelschap in de kar de aandacht van de Sint-Annalanders die vanaf een bankje over het water uitkijken. Over en weer worden er familieleden of kennissen begroet. Via de Havenweg en de Spuistraat bereikt de wagen het eindpunt op het Havenplein waar al weer twee emmers water gereed staan voor de paarden die vooral de aandacht van de jeugd hebben. Ted Frigge inspecteert zijn dieren en merkt op dat er een hoefijzer niet goed vast zit. "Maar morgen komt de smid en worden ze gekapt", zegt de menner die ook huifkartochten voor diverse Thoolse campings ver zorgt. De VVV organiseerde voor deze zomer drie huifkartochten in Oud- Vossemeer, Sint-Annaland en Sint- Maartensdijk. In Oud-Vossemeer werd 20 juli rondgereden en ook daar was er ruim voldoende animo. Gisteren leidde mevr. Frigge belangstellenden door Sint-Maar tensdijk. "Misschien wordt het vol gend jaar ook wel op de andere plaatsen op Tholen georganiseerd", zegt koetsier Frigge. "Ik zou het niet erg vinden, het is tenslotte mijn hob by. Hoe vaker ik weg kan met de paarden, hoe leuker het is." Geleid door Ted Frigge trekken Sylvia en Mydenos de eerste volle wagen over de Ring in Sint-Annaland. k

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1994 | | pagina 9