Nieuwjaarswensen 1993 't Is geen oprakelen van emoties, maar het zoeken naar de waarheid Journalist Kees Slager over totstandkoming 'De ramp, een reconstructie'; 'Correctie op geschiedenis zoals die in boeken staat' 'Ik raakte aan de ramp verslaafd' Woensdag 30 december 1992 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT Twee jaar lang is journalist Kees Slager dag en nacht bezig geweest met het onderzoek naar de achter gronden van één van de grootste natuurrampen uit de Nederlandse geschiedenis, de watersnoodramp van 1953. Het resultaat van al dat werk ligt inmiddels in de boekwinkels. 'De ramp, een reconstructie' geeft aan de hand van archiefmateriaal, maar vooral door verhalen van ooggetuigen, een aangrijpend beeld van wat er zich tussen zaterdag 31 januari en dinsdag nacht 3 februari afspeelde in het rampgebied. Van uur tot uur en van plaats tot plaats beschrijft Slager op gedetailleerde wijze ondermeer de chaos, de doods angsten en de heldenmoed van de bevolking en de apathie van bestuurders gedurende de eerste uren. Scherpenisse Derde keer Reconstrueren Kasteleins Moed Vrouwen I Kapitein G. Suurd is dins dag al met 450 inwoners in het ruim van zijn kust vaarder 'Crescendo' van Stavenisse onderweg naar Rotterdam. Maandag iaat in de middag is hij in het Thoolse dorp aangekomen en heeft er meteen te ho ren gekregen, dat de men sen hun dorp niet willen verlaten. Dat verandert als de eerste militairen Stave nisse bereiken. Want dan krijgen ze te horen, dat ze moéten. Niemand komt op het idee, dat in het dorp of in de pol ders misschien nog men sen slapen, die de sirene niet gehoord hebben om dat ze te ver weg of 'boven de wind' wonen. Of die wel iets hebben gehoord, maar denken dat er brand is en lekker in bed blijven na zich ervan te hebben overtuigd, dat de brand niet in de buurt is. Een paar kilometer ten oosten van de veerhaven van Anna Jacobapolder ligt de Noorddijk. In de dijk zit een coupure voor het RTM-trammetje, dat pas sagiers van Steenbergen naar de veerhaven ver voert. Niemand die eraan denkt om die nacht dat gat te sluiten. Het gevolg is, dat later die nacht het aan stormende water zó de Kramerpolder in kan lopen. 'Vele mensen uit overig Nederland bieden hun hulp aan. De bedoelingen van deze mensen zijn goed, maar de hulp heeft weinig practisch nut, want het ontbreekt aan geschoolde arbeidskrachten.' 'We besloten om eerst te rug naar Tholen te roeien. Het was bijna niet te doen tegen de storm in. Om kwart voor 10 waren we eindelijk terug. Ik weet het nog goed, want we gingen even naar huis om droge kleren te halen en toen kwamen we mensen tegen die naar de kerk gingen. Die wisten toen nog niet wat er gebeurd was; ze hadden die nacht niks gemerkt!' Bijna iedereen ervaart de ramp als een mijlpaal in de geschiedenis. Vandaar dat nog tientallen jaren later iedereen het verleden in deelt in twee periodes: 'vóór de ramp' en 'na de ramp'. 'Hier aan de Noorddijk stonden drie van die huis jes bij een boerderij. Nou, die lagen meteen tegen de grond. En hoe ver was dat nou niet van het gat in de dijk? Daar is het water echt niet met een grote klap te genaan gekomen. En toch gingen ze tegen de vlakte. En dat was in Sint Philips- land ook zo. De ouwe huis jes aan de Achterstraat en in het Karreveld zijn in gestort. Daar woonden de arbeiders.' In de haven van Stavenisse liggen op wat stro in het ruim van het vracht scheepje 'Le Bon Espoir' meer dan driehonderd mensen opeen gepakt. Ze zijn in de loop van de dag uit de lage delen van het dorp weggehaald met roei bootjes. Maar omdat de huizen op het hoge stukje al stampvol zitten, vragen ze schipper Dies Dane of ze aan boord mogen komen. De presentatie van het boek, te lefoontjes, interviews met journa listen; ook nadat hij zijn boek heeft voltooid blijft het een druk ke tijd voor Kees Slager. De erg ste 'storm' is voorbij en in zijn verbouwde boerderijtje in 's-Hee- renhoek komt de sympathieke journalist bij van alle beslomme ringen. Om hem heen de over blijfselen van een roerige periode. Dossiers, boeken en verslagen liggen metershoog opgestapeld in zijn aan de boerderij gebouwde werkkamer. Slager is content: "Aan het boek heb ik een gevoel van tevreden heid overgehouden. Twee jaar van mijn leven ben ik bezig ge weest met de geschiedenis van mijn geboortestreek. Als je dan het resultaat in handen hebt, kun je alleen maar tevreden zijn." Slager wordt in 1938 geboren in Scherpenisse. De voorliefde voor de journalistiek wordt al snel dui delijk. Terwijl hij zijn studie aan de hbs in Bergen op Zoom volgt, le vert Slager al op 18-jarige leeftijd bijdragen aan een jongerenpagi na in Het Vrije Volk. In september 1956 krijgt hij een contract bij de krant aangeboden. "Als een uit de Zeeuwse klei getrokken jon gen vertrok ik naar Amsterdam," herinnert Slager zich deze begin periode van wat zou uitgroeien tot een lange journalistieke loop baan, ondermeer ook bij Nieuwe Revue. Na veertien jaar maakt hij de overstap naar de Vara-radio. Hij heeft kritiek op het starre be leid van deze omroep en kan ver volgens part-time aan de slag bij de Vpro. In de jaren '79/'80 interviewt Kees Slager voor zijn boek 'Land arbeiders', dat in 1981 uitkomt, arbeiders uit de streek. Voor het eerst komt hij in aanraking met de 'andere' verhalen van de ramp. Elfduizend exemplaren van dit boek vinden via de boekhandel de weg naar de lezer. "Ik had de smaak te pakken en probeerde bij de Vpro meer 'oral history' (het achterhalen van het verleden via interviews - red.) op de radio te krijgen," vervolgt Slager. Als in 1984 de Vpro de A-status krijgt, komt hiervoor de ruimte. Slager wordt eindredacteur van het pro gramma 'Spoor Terug', waarvoor hij tot vorig jaar reportages maakt. Zijn betrokkenheid bij de Oosterschelde leidt tot oprichting van de actiegroep Oosterschelde Open. Tegelijkertijd is hij bezig met het schrijven van het boek 'Vissers verhalen', waarbij hij wederom meer nieuwe inzichten over de ramp verwerft. In 1986 maakt hij voor 'Spoor Terug' een serie over de watersnoodramp van 1953. "Voor de derde keer was ik bezig met de ramp. Ik merkte dat veel gegevens niet waren vastgelegd en het plan tot het boek 'De ramp, een reconstructie' was een feit. Tot dan toe was de ramp al leen van bovenaf belicht. Door mensen te interviewen die er middenin stonden, wilde ik een completer, rijker beeld schetsen. Om zo te komen tot vooral een toevoeging, maar ook een correc tie op de geschiedenis zoals die in de boeken stond." Door een juridisch steekspel met de uitgeverij over het uitbrengen van het boek 'Vissers verhalen' kan Slager pas in 1990 zijn idee oppakken. Omdat hijzelf en Jan Bruins van uitgeverij De Koperen Tuin het boek vóór de veertigjari ge herdenking van de ramp af willen hebben, is het kort dag. Het geluk helpt Slager een hand je. Minister Hedy d'Ancona roept, bij wijze van experiment, in het najaar van 1990 het Fonds Bij zondere Journalistieke Projecten in het leven. Slager komt in aan merking voor subsidiëring van zijn onderzoek. Met medewer king van zijn baas, de Vpro, kan Slager vijf maanden vrij nemen om zich volledig te richten op het werken aan zijn nieuwe boek. Tijd die hij hard nodig heeft. Met in zijn achterhoofd het idee de ramp te reconstrueren, achter haalt Slager in archieven, raads- notulen en andere geschriften van gemeenten in het getroffen gebied wat er over deze gebeur tenis staat beschreven. Op deze wijze komt hij ook achter de na men en adressen van mensen die de ramp van nabij hebben mee gemaakt. Per streek houdt hij vervolgens interviews met verte genwoordigers van het toenmali ge polderbestuur, politiemensen, burgemeesters, brandweercom mandanten, dijkgraven en de 'ge wone man'. "Bewust heb ik voor deze opzet gekozen, omdat ik door mijn ba siskennis minder kans liep het slachtoffer te worden van de (on bewuste) fantasie van mensen over hoe zij de ramp hadden er varen. Door veel te lezen en te praten kwam ik stap voor stap dichter bij de waarheid." 's Avonds en 's nachts zit Slager achter zijn computer om de ge gevens per onderwerp uit te tik ken. Als het veldwerk is voltooid, begint hij in maart met het daad werkelijke schrijven. "Dat ging langzaam; per dag schreef ik slechts twee A-viertjes. Uit de hoeveelheid materiaal moest ik een boek maken waarbij de feiten en verhalen in elkaar overvloei den," blikt Slager terug. Een handicap bij de interviews blijkt, dat veel mensen die toen tertijd een verantwoordelijke functie bekleedden, zijn overle den. Toch wist hij uit iedere cate gorie personen te achterhalen. Hierbij stuitte hij op een aantal merkwaardigheden. Zo bleken Kees Slager reikte bij de presentatie van zijn boek op Neeitje Jans in de Oosterscheidemonding een aantal exemplaren uit. Zeeuws commissaris Van Gelder (midden) kreeg het eerste. met name brandweerlieden zich met volle overgave te hebben in gezet bij het reddingswerk. Een andere vreemde bevinding was de rol van de plaatselijke kaste leins. Cafés werden tot centra van hulpverlening waar slachtof fers en reddingswerkers werden opgevangen en aangesterkt met drank. Tal van voorbeelden wor den in het boek vermeld. Versteld staat Slager van andere ontdekkingen over zaken die fout zijn gegaan. "Meest opzienba rende ontdekking was de apathie van bestuurders gedurende de eerste uren, van 0.00 tot 3.00 uur op zaterdagnacht 1 februari. Aan de dijk zagen ze hoe hoog het water stond en ze konden uit rekenen hoe ver het nog zou stij gen. Toch deden velen niets. Hoewel je je goed kan voorstellen dat mensen in een dergelijke si tuatie zo reageren, is dit van le vensbelang geweest." Zondagmorgen blijkt opnieuw op veel plaatsen in het ramp gebied hoe weinig daadkracht er in deze crisis-situatie van sommige burgemeesters uit gaat. Velen blijken geen enkel talent voor improvisatie te hebben. Dat geldt bijvoorbeeld voor burgemeester L. de Jon ge van Sint Philipsland. Hij is 's nachts veilig thuisgebleven toen hij gewaarschuwd werd door wachtmeester Jan van der Velde dat het mis ging op het dorp. Hij is ook op zondag morgen tot niets in staat. Bur gemeester De Gou (van Steenbergen - red.), die al sinds 6 uur 's ochtends vluch telingen uit Sint Philipsland opvangt en onderbrengt, pro beert hem op te sporen. Als dat mislukt neemt hij contact op met Commissaris De Quay in Den Bosch en legt hem de situatie uit: "Nou, toen heeft De Quay contact opgenomen met zijn ambtsgenoot De Ca- sembroot in Middelburg.En een van de eerste telefoontjes, die ik daarna kreeg was, dat ik tijdelijk belast werd met de waarneming van het burge meestersambt van Sint Phi lipsland." (Uit: De ramp, een reconstructie). Nog een ontdekking van Slager was dat een speciale commissie van rijkswaterstaat in 1946 alle dijken langs was geweest. Op basis van het hoogwater in 1943, toen dertien kilometer Zeeuwse dijk was overstroomd en bij nog eens dertien kilometer het water tot aan de kruin stond, werd aan gegeven waar de dijken te laag waren. "Dit vond ik in het rijksar chief in Den Haag. Met letterlijke waarschuwende citaten over bij voorbeeld Stavenisse, waar later 153 mensen verdronken.... De mensen deden niets met de ge gevens. ledereen was bezig met de wederopbouw van het land na de tweede wereldoorlog." "Bij het waterschap Stavenis se is de situatie nog erger. Vrij wel over de gehele lengte komen daar tekorten in hoog te voor. Ze variëren van 92 tot 27 centimeter. Op één plaats is het hoogtetekort niet min der dan 1,80 meter. Omdat de dijk hier een waterschap be schermt, waarin zich de plaats Stavenisse bevindt, vereist dit punt dringend voorziening. Het gevaar is niet denkbeeldig dat bij een volgende storm vloed een belangrijk stuk van Tholen geïnundeerd wordt." (Uit: De ramp, een reconstruc tie, het rapport van rijkswa terstaat). Steeds meer kwam Kees Slager op zijn weg naar voltooiing van het boek achter nieuwe, nooit eerder gepubliceerde gegevens. Overigens niet alleen over zaken die fout waren gegaan. Ook de moed, doortastendheid en inzet van velen staat beschreven. Gedurende zijn speurtocht was de ramp zijn leven gaan beheer sen. "Ik raakte er aan verslaafd. Op de spaarzame verjaardagen waar ik nog kwam, wist ik bin nen de kortste tijd het gesprek op de ramp te krijgen. Voor ik mijn interviews hield, liep ik eerst een uurtje in het desbetreffende ge bied rond en ging kijken bij de dij ken. Met ogen voor de ramp reed en wandelde ik door het Zeeuw se gebied." De interviews waren niet altijd makkelijk. Mensen wer den soms voor het eerst sinds lange tijd met nare ervaringen ge confronteerd. "De vraaggesprek ken heb ik zo zakelijk mogelijk aangepakt. Ik was er niet op uit om emoties op te rakelen, ik was op zoek naar de waarheid." Het boek is af, de klus geklaard. 'De ramp, een reconstructie' geeft een compleet beeld van de watersnoodramp van 1953. "Het liefst was ik nog een jaar doorge gaan. Zo zijn in dit boek de Bies- bosch, Rotterdam en Zeeuws-Vlaanderen onderbelicht. Ik had er eenvoudigweg de tijd niet voor," zegt Kees Slager met spijt. Plannen voor een nieuw boek heeft hij wel, maar eerst wil hij zich weer richten op het radio werk, het opknappen van de tuin en het huis. Ook wil hij voor het eerst sinds twee jaar weer eens op vakantie. "Maar het gebied blijft me interesseren, dus er komt wel weer wat. Uit mijn gesprekken met vissers en land arbeiders ben ik te weten geko men dat vrouwen hun emoties beter kunnen uiten dan mannen. Stof voor het maken van een por tret over Zeeuwse vrouwen." Dit verhaal is tot stand gekomen in samenwerking met de Zierik- zeesche Nieuwsbode. De citaten in de linker kolom zijn uit het boek 'De ramp, een re constructie'. Na het doorbreken van de vloedplanken perste het water zich door de Voorstraat in Sint-Annaland, een enorme ravage achterlatend. Met man en macht werd gewerkt aan hei herstel van de dijk bij Stavenisse.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1992 | | pagina 17