'Bij het controleren sloegen we
peilschalen dieper de grond in'
Het is altijd mijn droom geweest
om een keer naar Thoien te komen
06-8802
BEL DE INFO-LIJN
Vossemeerder Jan Gelok werkte tijdens inundatie aan de sluizen
Evacuatielied
Donderdag 30 april 1992
EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT
11
Enkele weken geleden ontving de streek-VVV Eiland
Thoien een brief van het VVV-kantoor in Hillegom.
Daar was een brief bezorgd van een 69-jarige En
gelsman uit Lydiate bij Liverpool.
Oud-soldaat Ernest Barlow uit Engeland werkte aan loopbrug over Eendracht:
Met de bus
VRAGEN OVER
HEPATITIS A/B/C/D/E?
Zevenenveertig jaar geleden kwam er met de Duitse capitu
latie op 5 mei een einde aan de tweede wereldoorlog. Tho
ien en Sint-Philipsland waren eind oktober en begin
november 1944 al bevrijd. Maar een groot deel van de bevol
king was daar niet bij betrokken, omdat men elders in het
land verbleef. Geëvacueerd. De eilanden stonden immers
onder water. Thoien was, met uitzondering van het stadje
zelf, verlaten. Slechts een handjevol mensen bleef in de dor
pen achter. Smid Jan Gelok uit Oud-Vossemeer was een van
hen. Hij was gevorderd om onderhoudswerk te doen aan
desluizen. Gewapend met een fotocamera trok hij door de
polders rond zijn woonplaats. Schoot, soms stiekem omdat
het niet mocht, talrijke plaatjes van het verlaten en verdron
ken land. Gelok is nu 88 jaar. Hij kijkt terug.
"Ik woonde bij m'n schoon
ouders in Thoien. De anderen al
lemaal in de hooggelegen
huisjes Onder de Molen, tegen
over de Molenstraat. Dijkbaas
Marien Moerland, Tonis Hage,
politie Witte, bakker Stoutjes-
dijk, Leenhouts van de PZEM,
Lau Filé, Johan de Later, Bram
den Engelsman en Jan van Driel
waren daar bij. Stroom hadden
ze, want rond het transformator
huis aan de Patrijzenweg was
een dijk gelegd. En ook de wa
terleiding functioneerde.
Het water werd ingelaten via het
stoomgemaal (in de Hikkepolder
- red.) en via de sluis bij de Kar-
nemelkspot. Daarmee was al be
gonnen nog voordat de mensen
allemaal weg waren. Ik moest de
windwerken onderhouden en
daarvoor waren grote ijzeren bal
ken nodig. Maar ik stuurde Jan
van Driel met de lichtere materi
alen voor het stoomgemaal naar
de Karnemelkspot en omge
keerd. Ondanks dat de houten
balken los zaten en ik waar
schuwde, begonnen de Duitsers
De Duitsers wilden op die ma
nier de kustverdediging verster
ken. Vier dagen later kwam het
bericht, dat Tholen-stad, binnen
de oude wallen, droog zou blij
ven. De bevolking kreeg tot 25
februari de gelegenheid zelf el
ders een onderkomen te zoeken,
na die datum zou men een ver
blijfplaats krijgen toegewezen.
Noord-Brabant
Op 5 maart moest iedereen weg
zijn. In zijn boek 'Zeeland
1940-1945, deel 2' meldt G. van
der Ham dat de mensen eigenlijk
ten oosten van de lijn
Amsterdam-Gouda-Dordrecht-
Roosendaal-Breda moesten ver
blijven, maar de werkelijkheid
was anders. Van de Oud-
Vossemeerse bevolking streek
70% westelijk van genoemde
lijn neer, voornamelijk in Nieuw-
Vossemeer, Halsteren, Bergen
op Zoom en Steenbergen. Van
de Thoolse bevolking week 52%
uit naar Noord-Brabant, 22%
naar Zuid-Holland en 13% naar
elders in Zeeland.
tranen kostte. Het ging ordelijk,
geleidelijk en goed; het was
geen vlucht, men hield het hoofd
koel'. Mensen die in de land
bouw werkten moesten eerst
helpen de landbouwvoorraden
af te voeren. Zo werd in acht da
gen tijd 1,9 miljoen kilo aard
appelen met behulp van paard
en wagen en Duitse vrachtauto's
naar de grote opslagplaats Voge
lenzang bij Halsteren gebracht.
Op 10 maart waren uit het eiland
Thoien 10.500 mensen vertrok
ken. De secretarieën van alle ge
meenten werden in stad Thoien
ondergebracht.
Hoewel al op 20 februari sluizen
waren open gezet, ging het on
derlopen niet snel genoeg naar
de zin van de Duitsers. Ze gaven
bevel om de binnendijken door te
graven. Bij de Zoutendijk (in de
volksmond Zwaandijkje) misluk
te het leggen van buizen, zodat
op twee plaatsen gaten ontston
den. Daardoor steeg het water in
de Kerkepolder en kwam in de
Molenstraat te Oud-Vossemeer
ongeveer 30 cm hoog te staan
(Naderhand stond op het laagste
punt in die straat meer dan een
meter). Gedeelten van de Oud-
Vossemeersepolder, Vrijberghe-
polder, Deurloopolder en Dalem
polder waren vrij van water,
meldt E.D. van de Velde in zijn
aantreden en ten overstaan van
het publiek kregen ze van een of
ficier stuk voor stuk een harde
klap in het gezicht. Ik zie het nog
voor me," haalt Gelok op.
Hij vertelt dat de dorpsring in zijn
woonplaats vrij van water bleef.
"Je kon precies zien wie er kool
zaad had gedraaid (dat was ver
boden - red.), want dat groeide
voor de woningen tussen de
straatstenen. De eerste paar
maanden wemelde het van de
katten, maar toen de ratten en
muizen op waren, verdwenen ze.
Misschien aten ze elkaar wel
op." Natuurlijk waren er weieens
spanningen tussen de achterblij
vers, maar tijd voor een lolletje
was er ook. Gelok: "Stoutjesdijk
en Witte sliepen in het huis van
De Wilde. Op een keer was er
heel hoog water, tot in de kamer
toe. Stoutjesdijk ontdekte dat 's
morgens vroeg en riep: Witte,
Witte. De politieman, die op de
divan sliep, werd wakker en
stapte van de bank met beide
voeten in het water. Wat is er?
wilde hij weten. Ik wil je maar
waarschuwen dat er water bin
nen staat en je dus niet van de
divan moet stappen, anders krijg
je natte voeten, antwoordde
Stoutjesdijk." Gelok heeft nog
plezier als hij dit ophaalt. Hij her
innert zich ook dat rijmen op de
nogal eens naar Sint-Annaland.
"In de Voorstraat draaide nog
een bakker (Van Bendegom). De
vrouw die in de winkel stond
noemden we 'Mina bakgraag'.
Ze had eierkoeken om te stelen,"
herinnert hij zich. In de Hollaere-
polder, waar de broers Polder
man met hun arbeider Meijll
waren achtergebleven, maakte
de Vossemeerder het mee dat
uit een overkomend Engels
vliegtuig iets naar beneden viel.
Het bleek een reservetank met
brandstof te zijn. "Met een pol
lepel schepte Polderman de ben
zine eruit, want hij kon die
gebruiken voor zijn motorfiets.
Door het te hoge octaangehalte
lag de motor echter al snel in
puin." In de Van Haaftenpolder
onderhield een Den Engelsman
het sluisje dat daar water inliet.
Peilschaal
Van de Velde schrijft in zijn re
laas dat de inundatie van Thoien
op 1 april 1944 vrijwel voltrok
ken was. 'Het dorp Poortvliet
was van geen enkele kant meer
te bereiken. Om naar Scherpe-
nisse te gaan moest men via
Oud-Vossemeer, St.Annaland en
St.Maartensdijk. Ook naar Sta-
venisse moest men via Oud-
Vossemeer en St.Annaland'. De
(10.358 hectare) was geïnun
deerd. Op Sint-Philipsland ble
ven de Oudepolder en de
Henriëttepolder - en dus ook het
dorp - droog.
In Oud-Vossemeer deden de
achterblijvers er alles aan om de
hoeveelheid water zo laag moge
lijk te houden. "Als we gingen
controleren, sloegen we de peil
schalen dieper de grond in, zo
dat het leek of het water
gestegen was," aldus Gelok.
Lagers
Om te voorkomen dat er bema
len kon worden, hadden de Duit
sers lagers en lagerkappen uit
het gemaal in de Hikkepolder ge
haald. Toen de achtergebleven
Vossemeerders dat hoorden,
besloten ze de lagers opnieuw te
maken. Gelok liet zijn draaibank
uit Thoien komen. De onderde
len daarvan waren op verschil
lende plaatsen ondergebracht,
om te voorkomen dat de Duit
sers die zouden vorderen. De bij
na vier ton wegende machine
werd door voerman Van der Zan-
de met paard en wagen ge
bracht, waarna veertien dagen
nodig waren om hem in elkaar te
zetten. Inmiddels was Gelok
naar het gemaal geweest, zoge-
Dijkbaas Moerland op een bruggetje over een gat in een van
de binnendijken.
gaf ik gaf hen (Lijnolie wordt ge
bruikt voor het maken van verf).
Drie dagen hebben ze nadien
hun huis moeten luchten," lacht
Gelok. De lagers gingen naar
Thoien, naar een De Jong die
wat met de provinciale overheid
van doen had. Zodra de Duitsers
echter vertrokken waren, wer
den de onderdelen gehaald en in
de machine geplaatst. "Binnen
twee tot drie uren hadden we
stoom. Er werd dag en nacht ge
draaid en binnen een week lagen
de drie grote polders (Hikke, Ker
ke en Oud-Vossemeer - red.)
droog," aldus Gelok. In novem
ber keerden al Vossemeerders
naar hun dorp terug. Bakker C.
Zoom alle films opgekocht die er
te krijgen waren, om zoveel mo
gelijk te kunnen vastleggen. Een
deel van het fotopapier was ech
ter niet best, zodat heel wat
kiekjes mislukten. Enkele opna
men zijn bij dit artikel geplaatst.
Knoopsgat
"Door het knoopsgat van mijn
jas heb ik destijds foto's ge
maakt van de Duitse wachtpost
aan het einde van de Kalisbuurt.
De negatieven heb ik naar de Ca
nadezen in Putte gebracht. Ook
heb ik mijn toestel nogal eens
moeten weggooien, als er een
patrouille aankwam." Het af
drukken van de opnamen ge-
Het transformatorhuis van de PZEM aan de Patrijzenweg, om
geven door een dijkje om het water weg te houden.
Bomen in de Molenstraat weerspiegelen in het water.
Een ploeg aan het werk bij het gat in de Roolandsedijk, onder
meer dijkbaas Moerland en T. Hage.
De Voorstraat in Oud-Vossemeer ligt er verlaten bij. Het on
kruid tiert welig tussen de straatklinkers.
met vloeien. De houten sluisdeu
ren stroomden zo de kreek in,"
weet Gelok nog. "Het omruilen
van de materialen en gereedma
ken van de sluis nam zeker veer
tien dagen in beslag. Zo
saboteerden we de zaak, wat
ons overigens bijna in het ge
vang deed belanden. In elk geval
werd de inlaat van zout water in
Oud-Vossemeer, ten opzichte
van de rest van het eiland, ver
traagd."
Op 15 februari 1944 werd be
kendgemaakt dat het eiland
Thoien zou worden geïnundeerd.
Uit een verslag van gemeentese
cretaris W. van der Ploeg blijkt
iets van het verloop van de eva
cuatie te Oud-Vossemeer. Tot en
met 21 februari waren 170 inwo
ners vertrokken, de drie dagen
daarna gingen respectievelijk
465, 497 en 300 mensen. Op
25 februari vertrokken nog 142
inwoners en tussen 26 februari
en 7 maart 122. 'Alles werd
meegenomen, meubels inbegre
pen (eigenlijk was slechts 200
kilo goederen toegestaan). Het
was een kleine volksverhuizing,
die vooral de bejaarden bloed en
publicatie 'De evacuatie en inun
datie van het eiland Thoien in
het oorlogsjaar 1944'.
Kadaverdiscipline
"Een Duitse ruimingsploeg blies
voorbij de Bagijnhoeve, het laag
gelegen wegdek van de Roo
landsedijk op. Maar dat was
verkeerd, want nu liep er teveel
water de Vossemeersepolder in.
Op de Markt in Thoien heb ik
toen een sterk staaltje van kada
verdiscipline gezien. De hele
ploeg, twaalf soldaten, moest
muur werden geschreven, zoals:
Wanneer de mof is arm en kaal,
dan spreekt hij zeer bescheiden
taal.
Tegen de Molendijk lag een boot
je, wat door Filé werd bediend.
Hij roeide er Leenhouts dagelijks
mee naar het transformatorhuis
en de anderen naar het dorp
voor controle. "Ik had van ver
schillende mensen de huissleu
tels," aldus Gelok. Overal op
Thoien stonden borden met de
tekst: Verboden toegang zonder
speciale vergunning van de Duit-
sche weermacht. Gelok fietste
peilschaal wees op 1 april een
hoogte aan van 1.65 m boven de
vloer van de zeesluis, acht da
gen later was dat al 1.70 m. Op
22 april kwam er een vernie-
lingsploeg die dijken moest
doorgraven en laten springen,
bomen omzagen en dwars over
de weg leggen e.d. Thoien werd
tot spergebied verklaard, zodat
een vergunning nodig was om er
binnen te komen. Volgens Van
der Ham werd in mei de hoogste
waterstand bereikt. Hij noemt
voor Poortvliet 18 cm boven
NAP. Ruim 91% van het eiland
naamd om het koperwerk te
poetsen. "In de woning verble
ven zeven of acht Duitse solda
ten als bewaking. Ze hielden van
blinkende machines. Één van
hen bleef bij ons, dus toen vroeg
ik om koffie. Dat ging de man
zetten en snel nam ilcondertus-
sen de maat en maakte een
schetsje."
De onderdelen werden gemaakt,
maar tijdens het draaien kwam
er een patrouille langs. "Die
maakte ik wijs dat het om een
oliepers ging. Ze vroegen daarop
lijnolie om vis in te bakken en die
Lindhout, die in Halsteren zat,
bracht toen het brood voor zijn
klanten bij G. Havermans Pzn. in
de Dorpsweg. Daar werd het
dan afgehaald. Op de Dorpsweg
stond nog water, maar vlak
langs de huizen viel het droog en
werden planken gelegd.
In Sint-Annaland werd op dolle
dinsdag de sluis opengezet,
waardoor er water naar buiten
kon stromen, meldt het Mede-
deelingenblad voor het Eiland
Thoien.
Jan Gelok had in Bergen op
beurde bij Gelok's schoonvader
Zaltbommel in Thoien, die daar
voor de apparatuur bezat. De
Vossemeerder werd zelf in 1939
gemobiliseerd en kwam terecht
bij het herstellingskorps (motor-
dienst).
"De oorlog heeft me veel geld
gekost, want mijn landbouwme-
chanisatiebedrijf lag stil. En ik
wilde juist gaan uitbreiden, de
tekeningen waren al klaar." Ge
lok ervaart de bezettingstijd als
een zwart gat in zijn leven. "Die
haat tegen de Duitsers raak je
nooit kwijt," verzucht hij.
De Engelsman Ernest Barlow
schrijft dat hij via een Hollandse
bloemenfirma in Engeland aan
het adres van de VVV in Hille
gom was gekomen. Dat was ook
de adressering: 'To VVV Infor
mation Hillegom Holland'. Meer
niet.
Barlow legt in zijn brief uit dat hij
tijdens de tweede wereldoorlog
kennis heeft gemaakt met een
gezin in Thoien. Hij was daar na
de bevrijding om te helpen de
verbinding tussen Thoien en
Halsteren te herstellen nadat de
brug over de Eendracht een paar
dagen voor de bevrijding (op 30
oktober 1944) door de Duitsers
was opgeblazen. "Ik was daar
met de Royal Engineers," schrijft
Barlow, "we brachten goederen
over van Halsteren naar Thoien
omdat de brug onklaar was ge
maakt door de Duitsers. We
bouwden een voetbrug voor de
lokale bevolking om over te kun
nen steken."
Barlow bewaart goede herinne
ringen aan zijn verblijf op Tho-
len."We kregen kennis aan een
hele vriendelijke familie. Ik ken
de kinderen. Hun ouders zijn
overleden. Ik schreef naar de
burgemeester en stuurde wat fo
to's mee. Daar bedankte hij me
voor. Hij schreef dat ik de enige
Engelsman was die contact
zocht en belangstelling toonde
voor de inwoners. De mensen bij
wie ik was ingekwartierd waren
nog jong en gingen nog naar
school. De burgemeester zocht
contact met hen; de jongste is
nu de eigenaar van een klein ho
tel dat van zijn ouders is ge
weest." Barlow wilde na die
briefwisseling graag naar Thoien
komen, maar nadat zijn vrouw
was overleden kon hij de over
tocht niet betalen. Bovendien
raakte hij de brief kwijt. Dat hij
graag naar Thoien wil komen
blijkt uit zijn schrijven: "Om hen
nog eens te zien is altijd mijn
droom geweest vanaf het mo
ment dat ik uit het leger ben ge
komen."
Barlow heeft geprobeerd uit te
zoeken hoe hij het beste naar
Thoien zou kunnen komen. Via
een reisbureau kwam hij te we
ten wat de goedkoopste manier
is om naar Thoien te reizen. Dat
zou met de trein zijn vanuit Am
sterdam naar Bergen op Zoom.
En daarna met de bus. "Maar de
bus gaat alleen om de drie uur,
dat betekent dat ik niet veel tijd
heb omdat ik weer een bus terug
moet nemen."
Na zijn werk als pontonnier in
Thoien werd Barlow naar Palesti
na gestuurd. Naar de Gazastrook
'to keep peace between the
Arabs an de Jews' (om de vrede
te bewaken tussen de Arabieren
en de Joden). Hij bleef daar twee
jaar. Daarna mocht hij op vakan
tie naar huis. "Dat hadden we in
vijf jaar niet gehad. Wat kregen
we een ontvangst van het Engel
se volk!"
Barlow stuurt maar liefst 8 fo
tootjes mee waarop soldaten en
Tholenaren staan afgebeeld bij
de brug over de Eendracht. De
Engelsman wil in de maand juli
naar Thoien komen. Hij vraagt
om inlichtingen hoe het beste
naar Thoien te reizen.
Het hotel waarop Barlow in zijn
brief doelt, is hotel De Kroon van
de familie Van Zanten in de
Visstraat. Op een van de foto's
staan de kinderen Van Zanten,
de zusjes Corrie en Pietje van de
latere eigenaar Dies van Zanten
en diens broer Marinus. Corrie
Heijboer-Van Zanten (de oudste
van de kinderen) is nu 66 jaar en
woont al 40 jaar in Vlissingen.
(Haar zus Pietje is later bij een
ongeval om het leven gekomen).
Corrie herinnert zich dat er in die
tijd veel soldaten ingekwartierd
waren. "Ik was'toen 20 en mijn
broer 14. We waren met zijn zes
sen, nog jong en allemaal thuis.
Er kwamen veel soldaten bij ons,
in de zaal, in het café, op de ka
mers." Omdat er zoveel militai
ren over de vloer kwamen,
herinnert mevrouw Heijboer zich
de naam van Barlow niet. "Je
zag ze een paar weken en ze wa
ren weer weg."
Wijze: Wilhelmus
O dierb're Zeeuwse gronden
Ontworteld aan de zee.
Waar w'ons bestaan in vonden
Gelukkig en tevree.
Wij bouwden onze akkers
Tot welzijn van ons land.
Wij voedden onze makkers
Door heel ons Vaderland.
Toen kwamen oorlogstijden
Met woest en wreed geweld,
't Bezorgde ons veel lijden
Toen 't vonnis werd geveld.
Ons land moet onder water,
Klonk het van mond tot mond.
Wij moesten u verlaten
O dierbaar Zeeuwse grond.
Van huis en hof verdreven
Moesten wij op de vlucht.
Waartoe dient nu ons leven,
Zoo spraken wij met een zucht
Wij werden opgenomen
In gastvrij Noord-Brabant.
God moge hun belonen
En sparen voor zoo'n ramp.
Toch zijn wij niet verslagen
Al trof ons leed ons zwaar.
Mag weer de vrede dagen.
Wij zijn tot werken klaar.
Wij laten de moed niet zakken,
Vertrouwend allen op Hem
Die 't weer kan laten klinken:*
Ik worstel en ontzwem.
Luctor et emergo
Een beeld van de werkzaamheden van de pontonniers tegen de achtergrond van de opgeblazen brug (met Soldaten en Thoolse meisjes op de loopbrug die de verbinding van Thoien naar Halsteren herstelde,
daarop de loopbrug) en de werf van Van Duivendijk.
(20 cent per minuut)
Nederlandse Lever Darm Stichting
Nederlandse Leverpatiënten Vereniging
Postbus 25 3620 AA Breukelen