Nieuwjaarswensen 1992 Roemrijke historie van Thoolse buitenplaatsen Ostrea en Buitenzorg 'Het werd mij nu te groot' Jonker Jan betaalde 10% van de gemeentelijke belastingen Mevr. Labouchère vertrokken Het eerste Ostrea, thans bekend als de hofstede Bui tenzorg, liet notaris mr. T.A. Wagtho in 1877 bouwen aan de Postweg (Hertenkamp) even buiten Tholen. Deze hofstede was bestemd voor zijn toen 19-jarige zoon Johannes Wilhelm die zich bezig ging houden met de landbouw. Het bedrijf werd modern opgezet want al direkt werd er een stoommachine geïnstal leerd voor het aandrijven van enige landbouwma chines. DOOR J.RB. ZUURDEEG Villa Buitenzorg Tholen Na 34 jaar villa Ostrea aan het Hertenkamp te heb ben bewoond, heeft mevr. A.M.W.J. Labouchère- Crommelin (80) Tholen verlaten. Ze woont nu in Zeist, tien hoog en kijkt uit over de bossen. "Het werd mij in Tholen te groot en de uitgaven van het tuinonderhoud e.d. te veel. Maar ik ben erg blij, dat het huis bij de familie Bootsma in goede handen is." Hoewel de jonge Wagtho vol gens de bevolkingsregisters van beroep landbouwer was, was deze ook betrokken bij de oestercultuur. In 1878 werd hij opgenomen in de door zijn va der en oudere broer Willem Frederik opgerichte oester maatschappij de firma Wagtho en zoon. Later werd dit bedrijf omgezet in een familie N.V. on der de naam De Tholensche Oestermaatschappij (1894). De oestercultuur was een lu cratief bedrijf waarin veel geld kon worden verdiend. Zijn band met de teelt van oesters bracht hij tot uitdrukking door zijn hofstede de wetenschap pelijke benaming voor oester, Ostrea te geven. In verband met zijn huwelijk met Jobje Christiaanse in 1885 liet hij de woning aan de oostkant ver groten. Eerst na de dood van zijn vader in 1892 werd het pand op zijn naam gezet. Hagenaar In 1900 kwam de geboren Ha genaar Jonkheer Johan van Vredenburch bij hem wonen die in Wageningen een oplei ding had gevolgd aan de Rijks Landbouw en Tuinbouw school. Bijna drie jaar later zal Wagtho zijn huis met bijbeho rende gebouwen, waaronder enige arbeiderswoningen op het terrein van de voormalige meestoof en ruim 83 ha grond aan hem verkopen voor een bedrag van f 157.359,32; een bedrag dat 4x zo groot was als dat waar de gemeente Tholen het dat jaar mee moest doen. Zoals gebruikelijk werd de boe- reninspan in het openbaar ver kocht. Deze bestond uit 22 paarden, 5 melkkoeien, 86 schapen, een locomobiel, land bouwgereedschappen, karn- machines, een kaaskuip, boter- kneder en vele andere zaken. De jonker kocht hiervan veel op, onder meer het beste paard. Deze verkoping bracht meer dan tienduizend gulden op. Volgens de lerseksche en Thoolsche Courant zag men zelden bij een dergelijke gele genheid zoveel mensen bijeen. Rond 1870 was het in Tholen gebruikelijk dat lieden die zich dat konden permitteren een huis lieten bouwen aan de Ou- delandsepoort. Ook dokter Boom bouwde daar in 18(69) een woning. (Thans staat hier Nieuw-Molenvliet dat van 1909 dateert). Zoals elders stichtte men dergelijke wonin gen toen vooral langs de uit valswegen van steden en dorpen. Bovendien gold dit deel van Tholen dat tegen de tot wandelpark herschapen wallen en de brede vest lag, als een van de fraaiste delen. Zuid Oudaan Wagtho was in 1903 de eerste die buiten de vest liet bouwen. Later volgden anderen. In 1909 bouwde rijksontvanger Noske de naar zijn vrouw ge noemde villa Gizelina tegen over Buitenzorg (afgebroken circa 1970) terwijl de oneven nummers van de huidige Zuid Oudaan in 1914 werden ge bouwd. De direkteur van de Waterleiding Maatschappij, ir. C. Wagtho liet in 1927 't Heult je (4) bouwen. Voor de panden 2 en 6 werden respectievelijk in 1921 en 1929 bouwvergun ningen verleend. Na de inwerkingtreding van de Woningwet (1902) was de bouwvergunning van Ostrea voor de gemeente Tholen de tweede die werd verleend. De ze is echter nog zo weinig om vattend dat zelfs de bouw meester niet wordt genoemd. Uit de begintijd van deze ver gunningen ontbreken boven dien bijna alle bouwtekenin gen, zo ook die van dit pand. Het werd echter een eigentijds gebouw waarvan de rijke ar chitectuur invloeden vertoont van de chaletstijl en de ju- genstil. Ook zijn nieuwe villa noemt Wagtho Ostrea. Eerst na zijn vertrek uit Tholen wordt de Tholensche Oestermaat schappij verkocht aan de oestermaatschappij Bona Fi des (1925) die in verband met de bouw van de brug een an der werkterrein zocht. Gezien de prijs van de overname van de putten, f 12.500,— terwijl de aanlegkosten f 110.000,— hebben bedragen, zal het be drijf slecht hebben gefunctio neerd of was het reeds teniet gegaan. In 1914 wordt J.W. Wagtho burgemeester van Tholen. De ze functie heeft hij een ambtstermijn uitgeoefend en nam ontslag in 1920. Op 63-jarige leeftijd verliet hij in 1921 Tholen en vestigde hij zich in Oostkapelle. Hij stierf in 1933 in Vlissingen. Landbou wer Pieter Marinuszoon Mol, die met Jacoba A.C. Geluk was gehuwd, wordt de nieuwe ei gen van Ostrea. In 195(7) wordt de villa waar nog alleen gasverlichting aanwezig was en de waterleiding slechts was doorgetrokken tot de keuken, verkocht aan de kunsthistori cus dr. C.C. Labouchère. On langs verliet zijn weduwe dit pand en kreeg het opnieuw een nieuwe eigenaar. Vooraanstaand paardenfokker Het eerste Ostrea werd door de nieuwe eigenaar van de hofstede Jhr. J. van Vreden burch herdoopt in Buitenzorg. Jonker Jan, zoals hij in Tholen werd genoemd, bracht nogal wat veranderingen en vernieu wingen aan. Zo liet hij in 1908 een houten bijkeuken bouwen en in 1913 kreeg hij vergunning de zuivelkamer in de schuur te vernieuwen. In verband met zijn huwelijk met de 11 jaar jongere in Hulst geboren Hen- riëtte L.M.L. Hombach werd Buitenzorg in 1914 aan de westkant uitgebreid met een nieuwe vleugel van twee woonlagen en een zolderver dieping. Ook de rest van het pand werd vernieuwd. Het woonhuis telde hierna 23 ver trekken. Architect was J. Wis se te Zaamslag, terwijl het werk door de Tholense aanne mer Scheffelaar voor ruim f 19.000,— werd uitgevoerd. Zowel in Tholen als daarbuiten was de jonker een geziene fi guur. Als vooraanstaand paar denfokker verwierf hij bekend heid. In zijn Thoolse periode deed hij veel voor de streek. Hij was lid van de gemeenteraad Villa Ostrea in december 1991. Buitenzorg in zijn bloeitijd (1915). De rechter vleugel werd in 1914 gebouwd en 6 jaar later afgebroken evenals de linker vleugel. van Tholen van 1903-1920 en algemeen voorzitter van de Z.L.M. van 1916-1920. Verder was hij een der oprichters en president van de N.V. Waterlei ding Maatschappij Tholen. Hij maakte in die jaren een bewo- Ostrea" Tholen. De in 1903 gebouwde villa Ostrea te Tholen, circa 1920. gen periode van de Thoolse geschiedenis mee toen voor- en tegenstanders van de wa terleiding vele kolommen in de lerseksche en Thoolse Courant vulden. Mede door de Eerste Wereldoorlog en de schaarste aan pijpmateriaal na de oorlog kon de drinkwaterleiding eerst in 1923 in gebruik worden genomen. Tuinen De tuinen van Buitenzorg ge noten grote bekendheid en werden jaarlijks op de open da gen druk bezocht. Zo waren er in 1910 bijna 700 personen, waarvan vele van buiten het eiland, die de fraai aangelegde rozenhof bezochten. De jonker vierde dat jaar zijn tienjarig verblijf op Tholen feestelijk. Het personeel, be staande uit 38 personen, ver sierde de voorgevel van zijn woning met guirlandes en bloemen, 's Avonds was de tuin verlicht. Het was die avond in augustus bladstil waardoor ook het vuuryverk schitterend slaagde. Om dit spektakel bij te wonen was een groot deel van dè bevol king uitgelopen. Concordia verhoogde de feestelijkheid met muziek. Of Buitenzorg in 1910 al van electrisch licht was voorzien is niet duidelijk. In 1913 werd echter vergunning verleend electriciteit op te wekken met een locomobiel en een genera tor. Tholen kende toen nog al leen gaslicht. Rond 1910 werden de tuinen uitgebreid met broeikassen en een orangerie voor tropische planten en enige jaren later werd het Hertenkamp ver groot. Tuinbaas op de buiten plaats was Walrave Blaas, die in 1912 en daarna werd bij gestaan door zijn zoon Pieter. In 1920 zullen ze de jonker naar zijn nieuwe woonplaats Beukenhof volgen. De tuinen van Buitenzorg, waarvan vele ansichtkaarten zijn gemaakt, waren zo aanlokkelijk dat ar chivaris C. Hollestelle er een gedicht op maakte dat in de krant van 9 augustus 1919 werd afgedrukt. Politiek niet populair Ondanks de vele verdiensten was de jonker politiek gezien niet populair. In een verkie zingspamflet van 1917 schrijft In mei 1957 kwam de toenmalige mevr. Crommelin van het landgoed Groot Molenbeek in Nieuw Borgvliet te Bergen op Zoom naar Tho len. In september volgde haar uit Renswgude afkomstige man, de kunsthistoricus dr. G.C. Labouchère. Ze trouwden in Tholen. "Ik ken de er niemand, maar het was heel druk", herinnert mevr. Labouchère zich nog goed. "De dag tevoren was het gerestaureerde stadhuis of ficieel in gebruik genomen en daarom waren er nog heel veel bloe men. 't Was dus extra feestelijk. Van de mensen hoorde ik, dat ik er beeldig uitzag." Het echtpaar had van een kennis gehoord, dat villa Ostrea te koop stond. "Het was toen allemaal kaal, maar het huis beviel ons goed. We hadden op verschillende plaatsen gezocht, o.a. Bilthoven, maar dit huis had hoge kamers en dat wilde mijn man ook graag voor zijn hoge kasten. Bovendien hield mijn man van Zeeland. Tijdens zijn dienstplicht was hij in Bergen op Zoom gelegerd geweest." In januari 1971 overleed dhr. Labouchère. Zijn vrouw bleef niet al leen, want sinds februari 1958 woonde mevr. Droogers als huis houdster al in villa Ostrea. Mevr. Labouchère schilderde ook en op verzoek van de beheerscommissie van de Gasthuiskapel stelde ze haar werkstukken een keer ten toon in Tholen. Enkele jaren geleden had ze nog een expositie in Geleen, waar haar zoon aan een zieken huis verbonden is. Na 34 jaar heeft villa Ostrea nieuwe bewoners. Mevr. Labouchère is naar Zeist en huishoudster mevr. Droogers naar Scherpenisse. De fa milie A.D. Bootsma uit Bergen op Zoom is de nieuwe eigenaar van de fraaie Thoolse buitenplaats. Dhr. Bootsma heeft een staffunctie bij General Electric Plastics in Bergen op Zoom. een onbekende dat zaken voor de raadsvergaderingen op Bui tenzorg worden doorgespro ken. Ten aanzien van burge meester Wagtho die in die da gen nogal aan kritiek bloot stond, schrijft dezelfde auteur "En wij wenschen onze burge meester Wagtho niet te verrui len tegen burgemeester Vre- denburg. Dat doen wij nooit. Hij is als Tholenaar met ons opgegroeid en hebben hem trouw beloofd te steunen". Kennelijk moesten de Tholena- ren de gelederen tegen vreem de invloeden sluiten. Uit de uitslag van de gemeenteraads verkiezingen valt op te maken dat dit ook is gebeurd. De jon ker kreeg 222 stemmers tegen 385 de burgemeester. Toen laatstgenoemde in 1920 ont slag nam werd hij niet door de jonker opgevolgd. Met ingang van 1 februari 1921 trad name lijk J.G. Diepenhorst in functie. Hij was de eerste burgemees ter van de toenmalige gemeen te Tholen die niet in Tholen was geboren. Groot verlies Ruim een jaar eerder bracht de lerseksche en Thoolse Courant van 1 januari 1920 geschokt de tijding dat Jhr. J. van Vre denburch het eiland ging verla ten "Wat dit voor den vooruit gang van onze streek en vele andere zaken beteekent zal ieder kunnen weten die be merkt heeft op welke wijze Jhr. Van Vredenburch moeite noch geld ontziende en zijn ge- heele persoon gevende het gestelde doel trachtte te berei ken". Het zou volgens de krant ook voor de gemeente finan ciën een groot verlies zijn door het gemis aan hoofdelijke om slag. Dit was een gemeentelij ke belasting die werd geheven op het inkomen. De jonker werd in 1914 aangeslagen voor een inkomen van f 40.000,— waarvoor f 1.537,97 moest worden betaald. In 1919 was zijn inkomen echter meer dan verdubbeld en moest hij f 4.383,16 betalen. Dit was 10% van de opbrengst van de ze belasting. De geschatte in komsten van de jonker waren meer dan 1/3 van het bedrag waarmee de gemeente Tholen het dat jaar moest doen. Vol gens de krant zou ook het veer belangrijke inkomsten derven. Blijkbaar was Van Vreden burch, één der eerste automo bilisten op het eiland, een fre quent gebruiker van de pont. Dagen hofstede geteld De schrijver van het artikel stelt zich verder de vraag wat er van Huize Buitenzorg zal worden. "We gelooven niet dat dit in zijn huidigen toe stand zal kunnen blijven bestaan. In ons land zijn weinig grondbezitters die voor het hebben van een siertuin zich zoovele geldelijke offers ge troosten als de tegenwoordige eigenaar, afgezien nog het feit dat de tegenwoordige belastin gen het zeer moeilijk maken een dergelijk bezit in stand te houden". Wat de reden is geweest dat de jonker vertrok vermeldt de berichtgever niet. Mogelijk was het belastingsklimaat in België beter en/of voelde zijn in Antwerpen opgevoede vrouw van rooms-katholieke huize zich daar beter op haar gemak. Jonkheer Jan van Vredenburch stierf in 1969 op 89-jarige leef tijd op zijn landgoed Beuken hof in Kapelle waar hij zich na zijn vertrek uit Tholen had ge vestigd. Buitenzorg werd verkocht aan E. van der Slikke. Wat precies de reden is geweest dat het 6 jaar oude deel van Buitenzorg door de nieuwe eigenaar werd gesloopt is in de krant niet te vinden. Op 18 september wer den eiken palen, planken, deu ren en dakpannen verkocht. "Alleen het oudste deel bleef bewaard, evenals de schuren. Ook het Hertenkamp en de kassen werden afgebroken. De ruim 4 ha. grote tuin en boom gaard werd omgezet in bouw en weiland. Thans liggen de restanten van de buitenplaats in de snel opdringende nieuwe woonwijk Buitenzorg en lijken de dagen van de hofstede gesteld. J.P.B. Zuurdeeg Bronnen: Gemeentearchief Tholen; lerseksche en Thool sche courant; Kadastrale leg gers; Archief oestermaat schappij Bona Fides; Bevol kingsregisters; Gemeentereke ningen. Buitenzorg te Tholen. De orangerie en het rosarium van Jhr. J. van Vredenburch, circa 1918. Thans ligt hier het meest westelijke deel van Watervliethof.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1991 | | pagina 17