In de Goese stadhuistoren 'Ik ben zo lang gebleven omdat zich telkens weer wat nieuws voordeed' Burgemeester pleit voor rondweg Poortvliet in statencommissie Max Havelaar verslaat Douwe Egberts Donderdag 8 februari 1990 EENDRACHTBODE, DE THOOLSE COURANT 15 "De groeicijfers van het verkeer door Poortvliet bete kenen een steeds krachtiger aanslag op de leefbaarheid van deze kern." Burgemeester H.A. van der Munnik heeft dat gezegd in een vergadering van de Zeeuwse statencommissie waterstaat en verkeer. Hij maakte ge bruik van het spreekrecht vóór de vergadering, waar de bochtafsnijding in de provinciale weg bij Scherpe- nisse aan de orde kwam. Unaniem LEDEBOERtANEN (23): door J.M. Vermeulen Buddings persoon Buddings gijzeling Van Dijke Hulpaktie J. H. Stoutjesdijk neemt na 17 jaar afscheid als directeur Federatie Maatschappelijke Dienstverlening Zeventien jaar was J. H. Stoutjesdijk uit Oosterland werkzaam als directeur van de Federatie Maatschap pelijke Dienstverlening Noord-Zeeland. De organisatie van waaruit gezinsverzorgsters en maatschappelijk werksters naar gezinnen of alleenstaanden gaan die hulp nodig hebben. Stoutjesdijk werd benoemd als de eerste directeur toen de Federatie in 1973 (in zijn eerste vorm) ontstond uit een fusie van de Gereformeerde en de Hervormde Stichting voor Maatschappelijke Dienstverlening. Van de vier beroepen die hij in zijn veertigjarige loopbaan uitoefende werd het de baan waar Stoutjesdijk het langste zou blijven. „Terwijl ik bij de Federatie werkte deed zich een paar keer de kans voor om iets anders te gaan doen. Ik heb dat niet ge daan omdat zich binnen de organisatie steeds weer veranderingen aandienden die een nieuwe uitdaging voor mij betekenden". Organisaties Geen ervaring Vergrijzing Alarmeringssysteem Goedlopend bedrijf 'Groei verkeer aanslag op leefbaarheid' Het begin van de Stoofstraat in Poortvliet, met op de achtergrond het Zuidplantsoen in de richting Tholen. Van der Munnik zei dat de ge meente Tholen een rondweg om Poortvliet als eerste prioriteit be schouwt. "Deze weg zal het dorp moeten verlossen van de steeds in omvang toenemende plaag van het door die kern denderende ver keer," aldus de burgemeester. Hij maakte tevens kenbaar dat de ge meente op deze weg zal blijven aandringen, temeer daar de pro vincie in het secundair wegenplan nog geen geld voor de rondweg heeft gereserveerd, noch een tijds bestek heeft aangegeven. Met de voorbereiding van de weg- verbetering bij Scherpenisse was de burgemeester 'verheugd', hoe wel het jaar van uitvoering (1994) wat aan de late kant is. "De nood zaak van verbetering doet zich steeds sterker gevoelen," zei Van der Munnik. Behalve de verkeers veiligheid noemde hij de bereik baarheid van het industrieterrein in Sint-Maartensdijk als argu ment voor de bochtafsnijding. "De gemeente Tholen heeft er al le belang bij om mee te delen in de ontwikkeling van de economische bedrijvigheid in westelijk Noord- Brabant, waarvan Tholen onder meer in dit opzicht deel uitmaakt. Dat betekent dat Tholen de be schikking moet hebben over een goede infra-structuur, ook ten be hoeve van de ontwikkeling van westelijk Tholen, in casu het in dustrieterrein te Sint- Maartensdijk," aldus Van der Munnik. Het plan tot verbetering van het wegvlak werd door de commissie unaniem ondersteund. De hele procedure moet nog worden door lopen, waarmee zo'n 2 1/2 jaar gemoeid zal zijn. Daarna moeten de benodigde gronden aange kocht worden. Naar alle waar schijnlijkheid, zo werd meegedeeld, kan de uitvoering - als alles meezit - iets vroeger plaatsvinden dan 1994. De VVD- fractie informeerde naar de moge lijkheid van voorfinanciering door de gemeente, waarop Van der Munnik zei dat daarover altijd offcrleg mogelijk is. Gedeputeerde J.D. de Voogd vond voorfinancie ring alleen acceptabel, wanneer dat zonder rentebetaling kan. Op de opmerkingen over de rondweg Poortvliet ging de commissie niet in. De rondweg om Poortvliet blijft voor de gemeente hoge prioriteit houden. De burgemeester wees in de statencommissie voor waterstaat en verkeer nog eens op de onleefbare situatie voor de bewo ners van de Stoofstraat als gevolg van het toenemende verkeer. Hoewel we de vorige keer constateerden dat die wonderlij ke vervolgingg ons er eigenlijk toe dwingt de pen maar neer te leggen, zullen we dit keer eens bij ds. Budding achter de tralies kruipen. Na het stukje ge- loofstaal van ds. Ledeboer, ke ren wij terug tot de historie. Eerst dus naar Goes. Hoe zat het ook weer met ds. Budding? Op de Zeeuwse eilanden kent men na de scheuring van 1839, vanwege 'vrijheid' en 'psalmen', twee kerkformaties: Christelijk Afgescheidenen en de Budding- gemeenten. De eerstgenoem- den, die herderloos geworden zijn omdat er met Budding niet te praten valt, krijgen op zondag 25 februari 1841 een splinter nieuwe kerk en op zondag 13 ju ni van datzelfde jaar een eigen dominee in de persoon van Cor nelius van der Meulen; een be kwaam en aantrekkelijk predi kant, die echter niet wettig (door de classis) is toegelaten en eveneens niet wettig (door een dominee) is bevestigd, omdat de twee leraars die men daarvoor op het oog heeft, ds. Scholte en ds. Kleijn, het op het laatste mq- ment laten afweten. Toch is het bij velen alles ds. Budding wat de klok slaat. Mystiek, levend bij ingevingen en gestalten, is hij individualist met paranormale begaafdheden. Een zekere mate van helder ziendheid is hem niet vreemd en 'zijn aanhang vindt dat het top punt van vroomheid. Ds. Schol- te daarentegen stelt dat Budding 'de wankelbare grond van het wisselvallig gemoed in de plaatst stelt van Christus'. Al in de herfst van 1836 wordt Budding, omdat hij in Tholen geen verblijfsvergunning heeft, te Zierikzee gevangen gezet. Dit duurt maar een paar dagen en de volgende keer dat Budding achter slot en grendel belandt, is van 18 juni 1 838 tot 15 januari 1839. Terwijl de Christelijk Af gescheidenen overal in het land, in alle rust, hun nieuwe psalmen zingen, worden Budding, Lede boer en Van Dijke gezien als ver stokte revolutionairen. Buddings kerk staat in de Wijngaardstraat; een pakhuis, de houtschuur van bakker De Jonge, die immers veel hout voor zijn oven nodig heeft. In Goes regent het boeten een soms wordt er vonnis ge veld. Wanneer Budding en ou derling De Jonge, als voorgan ger en eigenaar van de schuur- kerk, 122 processen-verbaal hebben opgelopen, worden zij beiden op 10 maart 1842 op gesloten in de plaatselijke cel, de gijzelkamer in de Goese Stad huistoren. Maar Budding is enorm populair. Het duurt maar heel even of op het marktplein ziet het zwart van de mensen, die ademloos luisteren hoe in het cachot Psalm 84 vers 3 uit Datheen gezongen wordt: Saligh is hij 't allen stonden, Wiens cracht Heer' Ghy zyt be vonden, Die naerstig bewaert uwe wegen. Uit vrees voor verdere relletjes worden Budding en De Jonge de volgende ochtend (al heel vroeg) naar Middelburg gebracht. Mo lenaar De Bruijne is echter al wakker. Hij ziet de wagen met de (opnieuw psalmzingende) ge vangenen langskomen en zet zijn molen in rouw. In zijn geïso leerde cel in Middelburg krijgt Budding een bed, zijn ouderling rust in een hangmat. Het we melt er van de wandluizen, waar vooral Budding van ijst, maar 'die krijgen ze biddend weg'. Wonderlijk. Pieter van Dijke is die dagen toe vallig in Goes. Van Buddings gij zeling wist hij niet af. Maar als hij voor de zondag naar huis wil, moet hij dat maar vergeten. De reis is niet makkelijk en boven dien staat Goes erop dat hij - je bent oefenaar of je bent het niet - in Buddings plaats optreedt. En dat doet Pieter dan maar. 's Morgens preekt hij, zo herinnert zich De Jonge's vrouw, over de offerande van Abram. Dit moe dige optreden zorgt voor relle tjes; de straat zit potdicht en on der de afschuwelijkste scheld partijen moet Pieter proberen zich verstaanbaar te maken. Op een van de volgende zondagen wordt er 's morgens preek gele zen door Jan de Jonge en Adri- aan Rosenraad. Opvallend in de ze diensten is dat Maria de Leeuw en Janna Visser de psal men opgeven en voorgaan in gebed. Narigheid alom voor de Zeeuw se vrije-kerken. Thuis, in St. Phi- lipsland, na de verhuizing van de kerkboerderij naar de Achter straat, is Pieter juist deze maand voor het eerst ook al in aanva ring gekomen met de overheid. De nood klimt hoog, en de laat ste week van april komen wat ambtsdragers uit de noordelijke Budding-gemeenten gezamenlijk naar Tholen om er een verzoek schrift op te stellen ter vrijlating van Budding en zijn ambtsdra gers. Het zijn Pieter van Dijke en Johannes Verwijs uit St. Philips- land; Pieter van Driel, Dirk van Hiele en Adriaan Bergers uit Tholen; Johannes Charpentier en C.A. de Koning uit Sint- Maartensdijk; Jacob de Waal en Marien van den Berg uit Bruinis- se; en Paul van Vessem en Dirk van Farowé uit Nieuwerkerk. De Nederlandse vorst werd gewe zen op zijn dure plicht de oude kerkorde te handhaven. Ze bele den diezelfde godsdienst en wensten hun gangen gericht te zien naar die aloude en beproef de waarheid. De afschaffing van die aloude gebruiken zou Neder land duur komen te staan. De onschuldigen moesten van boe ten worden ontheven. Wee hem, als de koning dat niet deed: 'De kwellers van Gods dienstknechten worden ge dreigd dat hunne namen in ver vloekingen zijn voor de navol gende geslachten...' (Tussen haakjes: een gedeelte van dit schrijven is afkomstig van John Knox uit 1577 en het tweede gedeelte van dit rekest komt uit Benthuizen en toont duidelijk taal en stijl van ds. Ledeboer). Na vier en een halve maand ko men Budding en zijn ouderlingen op vrije voeten en direkt begint Budding te preken in de Wijn gaardstraat, waar het drukker is dan ooit en waar men fijntjes lacht als men hoort hoe Budding uithaalt naar de overheid; onver zettelijk en streng, een ijveraar voor de zaak van God, met alle consequenties van dien. Roofvogels. Vanaf 16 februari is in het Zeeuws Biologisch Museum in Oostkapelle een tentoonstelling te zien van Nederlandse roofvo gels. Deze kwam tot stand in sa menwerking met het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie te Leiden. De ambtenaren en bestuurders van de gemeente Tholen drinken sinds 1 januari duurdere koffie. De PvdA-fractie had vorig jaar aangedrongen op de aanschaf van Max Havelaar koffie. B en W heb ben aan die wens voldaan, ook al is dat op jaarbasis 1750 gulden duurder dan koffie van Douwe Egberts. Er is gekozen voor de soort Residentie. Bij Max Have laar koffie houdt de koffieprodu cent in de Derde Wereld meer over. Raadslid I.C. Moerland zei er zeer verheugd over te zijn. "We had den ernaar gevraagd op verzoek van een burger", liet hij weten. "Het was toch wel even wennen", merkte raadslid P. vaji Belzen wat gekscherend op. "Het was pittige koffie." De burgemeester had andere erva ringen. "We hadden de nieuwe koffie al een keer gedronken, zon der dat we het in de gaten hadden. Het is goede koffie", concludeer de Van der Munnik. Bijna 60 jaar geleden werd J. H. Stoutjesdijk geboren in Ooster land waar hij nog steeds woont. In tegenstelling tot die honkvast heid geeft het verloop van zijn carrière een zeer afwisselend beeld. Aansluitend op zijn militai re diensttijd werd de Oosterlander militair vlieger. Maar na vier jaar 'stapte hij 'vanuit de lucht' over naar het fruittelersbedrijf van zijn vader in Oosterland. „Het feit dat je een zelfstandig be drijf had hield ook in dat je in al lerlei organisaties zat. De provinciale afdeling Tuinbouw van de ZLM, het Landbouw schap, de Vereniging van Neder landse fruittelers". Daarnaast had Stoutjesdijk diverse functies in het maatschappelijk leven. Zo le verde hij als voorzitter van het bestuur van het Bruse bejaarden oord In 't Opper een belangrijke bijdrage aan het tot stand komen van deze voorziening. „Door al die nevenfuncties was het een druk leven. Ik kwam nau welijks meer op het bedrijf". Me de omdat zijn beide zoons niet in het bedrijf kwamen werken, besloot Stoutjesdijk het fruitteelt- bedrijf af te stoten toen zich de noodzaak voordeed om uit te breiden. „Die uitbreiding beteken de dat er meer personeel moest komen en dat het voor mij nog drukker zou worden". In plaats daarvan reed Stoutjesdijk elke dag op en neer naar Rotterdam waar hij bij de gemeente een baan kreeg bij de afdeling voorlichting van de plantsoenendienst. 1\vee jaar later verplaatste zijn werkterrein zich terug naar Schouwen-Duiveland. „Door die nevenfuncties kende ik veel men sen. Men verzocht mij te sollicite ren naar de baan van directeur van de Protestantse Stichting voor Maatschappelijke Dienstverle ning. Een organisatie die toen juist was gevormd door de fusie van de Gereformeerde en de Her vormde Stichting voor Maat schappelijke Dienstverlening". „Ik kende noch de instelling, noch de baan omdat ik geen ervaring had met het maatschappelijk werk". Dat bleek voor het bestuur van de stichting geen belemme ring te zijn. In 1973 werd Stoutjes dijk benoemd als directeur. „Dat kwam omdat de baan vooral met organiseren te maken had. Voor het inhoudelijke gedeelte van het werk, de zorg bij de mensen thuis, waren deskundige mensen aanwezig". Stoutjesdijk rolde gelijk in de eer ste van de uitdagingen die zijn werk zou geven: Het samenvoegen van nog meer kleinere stichtingen voor maatschappelijk werk. „In 1975 kwam de Katholieke stich ting erbij. Toen heette het de In terkerkelijke Stichting voor Maatschappelijke Dienstverle ning". 1\vee jaar later, toen ook het Welzij nsorgaan Tholen met de stichting fuseerde, kreeg de stich ting zijn huidige naam: Federatie Maatschappelijke Dienstverlening Noord-Zeeland. Vanuit de Federatie werd vorig jaar door de afdeling gezinsver zorging hulp verleend in 1400 ge zinnen. En vanuit de afdeling maatschappelijk werk in 600 ge zinnen. Werk waarmee de onge veer 400 gezinsverzorgsters en maatschappelijk werksters van de Federatie 350.000 uur bezig wa ren. Heel wat meer tijd dan in 1973 toen Stoutjesdijk zijn werk zaamheden als directeur begon. „Toen had de Federatie 200 men sen in dienst en werd 125.000 uur hulp verleend". Die groei werd veroorzaakt door dat het werkgebied werd uitge breid met Tholen. Maar vooral door de toenemende vergrijzing van de bevolking en het overheids beleid dat er op was gericht om die ouderen via aanvullende zorg thuis zo lang mogelijk zelfstandig te houden. Ook de aard van de werkzaamhe den van het Federatiepersoneel veranderde in de loop van de ja ren. „Vroeger was het vooral huis houdelijke hulp die we konden bieden, tussen 8.00 en 18.00 uur. Nu is die hulp uitgegroeid tot een meer verzorgende taak. Het klaar maken van het ontbijt, de mensen helpen met aankleden. En als het nodig is zijn onze medewerkers ook inzetbaar op minder gangba re uren, zelfs 's nachts. Vroeger moesten de mensen zich aanpas sen aan wat wij konden bieden. Nu is het net omgekeerd. Wij pro beren als Federatie in te spelen op de behoefte die bestaat". Dat alles was het gevolg van een andere uitdaging waarmee Stout jesdijk in zijn werk te maken kreeg: De budgettering en de be zuiniging die vanuit het ministerie van WVC werd opgelegd. „Vroe ger was het geld dat we van het ministerie kregen precies afgepast voor de diverse onderdelen van ons werk, een soort keurslijf. Nu krijgen we een totaalbudget dat we naar eigen inzicht kunnen ver delen. Ik wil het niet idealiseren hoor. We kunnen niet alles doen. Vooral niet omdat we in totaal minder geld krijgen. Maar we kunnen nu wel zelf nagaan waar aan de meeste behoefte bestaat bij de mensen en daarop inspelen". Zo werd op initiatief van de Fede ratie Maatschappelijke Dienstver lening het alarmeringssysteem voor ouderen en gehandicapten opgezet en in Tholen een warme maaltijdvoorziening. „Als die diensten er eenmaal zijn kunnen we daarvan ook weer gebruik ma ken om onze medewerkers effec tiever te laten werken. Vroeger bleef de gezinsverzorgster vaak een paar uur langer in een gezin om ook de maaltijd klaar te ma ken. Dat hoeft nu niet meer om dat gebruik gemaakt kan worden van een maaltijdvoorziening". Stoutjesdijk heeft er altijd plezier in gehad om de Federatie op een zodanige manier te leiden dat de prestaties die de werknemers leve ren zo optimaal mogelijk kunnen zijn. „En dat het personeel ook zelf plezier kan hebben in het werk. Want een goede sfeer is heel belangrijk". Zijn eigen werk be stond vooral uit het geven van de dagelijkse leiding, het mede ont wikkelen van het beleid en het ver zorgen van de in- en externe contacten. „Mijn baan houdt in dat ik de zaak moet runnen. Er voor zorgen dat het bedrijf goed loopt". Een baan waar Stoutjesdijk na 17 jaar mee stopt op een moment dat de onderhandelingen over een fu sie van de Federatie met de kruis vereniging het Groene Kruis net weer terug in de ijskast zijn gezet. „Het werk van de wijkverpleging heeft grote raakvlakken met dat van onze medeewerkers. Daarom zou het naar mijn mening een heel goede zaak zijn om beide instel lingen te fuseren. Wanneer die sa menwerking niet op vrijwillige wijze tot stand komt, wordt het over een poosje toch opgelegd door de overheid. Dat weet ik ze ker. Het is de algemene tendens en een politieke zaak". Stoutjesdijk nam het besluit om met zijn werkzaamheden voor de Federatie te stoppen omdat hij er graag afscheid neemt op een mo ment dat hij nog goed functio neert. „Ik ga liever weg op een tijdstip dat ze me eigenlijk liever nog willen houden dan wanneer ze beginnen te denken: zou hij nog niet vertrekken. Ik vind het prettig om een goedlopend bedrijf achter te laten". Stoutjesdijk wordt opgevolgd door J. van der Veer uit Zierikzee die nu nog hoofd gezinsverzor ging is bij de Federatie Maat schappelijke Dienstverlening. „Het is bij ons gewoonte dat de medewerkers binnen het eigen be drijf de kans krijgen om te'sollici teren wanneer er een functie vrijkomt. Maar er wordt net zo goed gelet op capaciteiten als wanneer het iemand van buitenaf is hoor". Op 9 maart wordt tij dens een besloten bijeenkomst in restaurant Mondragon te Zierik zee afscheid genomen van direc teur Stoutjesdijk. P*' Directeur J.H. Stoutjesdijk van de Federatie Maatschappelijke Dienstverlening Noord-Zeeland, waarvan sinds 1977 ook het Welzijnsorgaan Tholen deel uitmaakt.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1990 | | pagina 15