Mi
s-
N N
NEELTJE JANS - Het is
woensdagmiddag 15
maart, 15.15 uur als
Ferdinand, Margrietje,
Rienk, Annemarie en
Petra hun eerste baantjes
trekken in het
Oosterscheldewater.
Commissaris der koningin
dr. C. Boertien heeft
samen met LNO-Zeeland
directeur ir. C. A. C. J.
Oomen zojuist het
startsein gegeven voor het
terugzetten van vijf
zeehonden in de
Oosterschelde. Een
experiment. Een uniek
experiment omdat het de
bedoeling is dat de
bewegingen van de dieren
nauwgezet gevolgd gaan
worden. Op de vacht van
de zeehonden is een
zendertje bevestigd en
met gebruikmaking van
drie ontvangststations en
een computer kan alles
gevolgd en vastgelegd
worden. Vierentwintig
uur per dag. Doel van de
proef is om meer te weten
te komen over het gedrag
en de overlevingskansen
van zeehonden in de
zeeuwse wateren. En men
hoopt uiteraard dat de
zeehondenbevolking het
zo naar z'n zin heeft op de
Roggenplaat dat er
binnen een aantal jaren
geen vijf, maar een
veelvoud daarvan zich in
het Oosterscheldegebied
zullen vestigen. De
terugkeer van een
bewoner van oudsher.
'"W»* i
v. S
.v
f-;
^r
-
"^i^NS^SSS^ ,vvv.,v^......
Eén van de vijf op verkenningstocht. Op zijn (of haar rug) het zendertje dat alle bewegingen door moet geven.
Wie zegt dat er zich vroeger voor de
Kop van Schouwen meer dan 200
zeehonden op de zandbanken
koesterden zal wellicht wat
ongelovig worden aangekeken. Toch
is het een waarheid als een koe en
het is nog niet eens zo lang geleden.
Zo'n veertig jaar geleden was het
heel gewoon zonnebadende
zeehonden op de zandbanken voor
de Schouwse kust te ontwaren. In
veertig jaar tijd echter is het aantal
zeehonden in de zeeuwse wateren
door verschillende oorzaken
drastisch teruggelopen. Zo drastisch
dat een paar jaar geleden zelfs
gesteld werd dat de zeehond totaal
verdwenen zou zijn uit de Delta.
Maar dat bleek, gelukkig, een
misvatting. In 1987 werden er alles
bij elkaar zo'n twintig geteld en dat
staat natuurlijk in geen enkele
verhouding tot de vroegere
zeehondenpopulatie maar vormt wel
een bewijs dat de zeehond er nog
wel degelijk is. De vraag die de
wetenschappers zich nu stellen is of
de zeehonden die er nu zijn
verdwaalde exemplaren zijn of dat
ze bewust hun domicilie in de Delta
hebben gezocht.
Om een antwoord op die vraag, en
andere vragen, te krijgen hebben
verschillende orgsanisaties en
instanties de koppen bij elkaar
gestoken. De directie Milieu-
Natuur en Faunabeheer van het
ministerie van landbouw en
visserij, de Stichting
Zeehondencréche Pieterburen en het
Rijksinstituut voor Natuurbeheer
(RIN) besloten vervolgens om het
yorig jaar gestarte project
'zeehonden in de zeeuwse wateren'
uit te laten monden in het
terugzetten van een vijftal jonge
zeehonden in de Oosterschelde. Een
gebeuren dat de nodige
belangstelling trok. Niet alleen de
landelijke pers is naar Neeltje Jans
gekomen maar ook een team van de
NOS geeft acte de presence en er is
zelfs een Duits televisieteam naar
het voormalige werkeiland gekomen
om de start van dit unieke
experiment mee te maken. De
televisiejournalisten en naar
schatting zo'n twintig fotografen
hebben zich ingescheept op
motorschip De Zwaluw. Voor de
schrijvende pers is de uit 1893
daterende tjalk De Goede
Verwachting gereserveerd. Boertien
wordt met een snelle boot van de
RP te water naar de plaats jvan
handeling, De Roggenplaat,
vervoerd. Het weer is fraai en de
stemming aan boord van De Goede
Verwachting is opperbest als het
schip iets over tweeën de steven
wendt richting Roggenplaat in het
kielzog van De Zwaluw.
De vijf zeehonden zijn eerder die
dag aangekomen in de haven van
Burghsluis na een reis vanuit Texel.
Zeehond Ferdinand is de enige van
de vijf die al eerder in Zeeland is
geweest. Margrietje is afkomstig uit
Hessel, Rienk komt uit België,
Annemarie woonde eerder op een
zandbank bij Ameland en Petra is
van duitse origine. Allemaal zijn ze
te gast geweest in de
zeehondencreche van Lenie 't Hart
in Pieterburen. Tot nu toe werden
aangespoelde zieke dieren
teruggezet in de Waddenzee en het
is de eerste keer dat zeehonden
uitgezet worden in de
Oosterschelde. Alle vijf zijn ze
immuun voor het
(zee)hondenziektevirus dat de
afgelopen tijd zoveel slachtoffers
heeft gemaakt onder de dieren.
Enkele van hen zijn hersteld van de
ziekte. Anderen zijn tegen de ziekte
ingeënt.
Omstreeks half drie is de
bestemming bereikt. De Goede
Verwachting ankert op respectabele
afstand van de Roggenplaat. De
Zwaluw komt langszij bij de Urk,
het kleine schip van de dienst
Natuur- Milieu en Faunabeheer van
het ministerie. Aan boord van de
Urk de vijf jonge zeehonden. Met
het kleine schip probeert men de
zandbank zo dicht mogelijk te
naderen zonder de kans te lopen om
vast te komen zitten op de
zandbank. Dat houdt in dat de
laarzen die de meeste fotografen
hebben aangetrokken te laag
blijken. Eén van de fotografen
vertelt later dat hij en zijn collega's
door water van minstens een halve
meter diep moesten waden om hun
plaatjes te kunnen schieten.
Aan boord van De Goede
Verwachting wordt de debarkatie
via verrekijkers gevolgd. Eén van
hen doet terwille van zijn collega's
verslag van zijn bevindingen. „Ja,
ik zie Boertien. Hij stapt nu aan
land", zo luidt de rapportage. De
verrekijkers gaan van hand tot
hand en om kwart over drie klinkt
de uitroep: „De eerste zeehond is
uit zijn hok". Een blik door een
geleende verrekijker leert dat het
dier niet lang aarzelt maar al snel
het ruime sop kiest. De antenne van
het zendertje op zijn rug duikt nu
en dan op uit de golven. Al snel zijn
alle dieren bevrijd uit hun hokken.
De dieren zijn in hun element, maar
de mensen beginnen het
langzamerhand koud te krijgen.
Tijd voor de terugtocht en tijd voor
een versterkend bakje koffie. „Nou,
ik zou anders ook wel een koppie
erwtensoep lusten", stelt één van de
persmensen aan boord van De
Goede Verwachting.
De zeehonden intussen verkennen
hun nieuwe woonomgeving. „Nee
hoor, ze hebben geen enkele moeite
om hier aan voedsel te komen", stelt
Lenie 't Hart van de
zeehondencreche in Pieterburen.
„Dat is iets dat ze niet verleren.
Zeehonden zijn gewoon geen
beesten die geschikt zijn om in
gevangenschap te houden. Ze zijn
ontzettend eigenwijs", aldus 't Hart.
Zij stelt dat zeehonden qua
karakter eigenlijk nog het beste
vergeleken kunnen worden met
katten. „Zeehonden zijn niet
sociaal, maar eerder a-sociaal",
aldus 't Hart. „Ze zijn nogal solitair
ingesteld. Zijn graag op zichzelf.
Het zijn ook heel intelligente
beesten en heel nieuwsgierig van
aard". Hetgeen inhoudt dat de
dieren er volgens 't Hart ook zeker
niet voor zullen terugdeinzen om te
onderzoeken wat het enorme
bouwwerk aan hun horizon, de
stormvloedkering, nu eigenlijk is.
De mogelijkheid bestaat ook dat de
dieren besluiten om via de kering
op zoek te gaan naar een andere
woonomgeving. „Wij kunnen ze niet
dwingen om hier te blijven", aldus
't Hart. De keus is aan hen". Het is
vooralsnog een open vraag of het de
zeehonden zal bevallen op de
Roggenplaat, maar 't Hart is
optimistisch gestemd. „De
leefomstandigheden hier zijn goed".
Natuurlijk blijven er vragen over
waarop niet zo een, twee, drie een
antwoord kan worden geveven. Bij
nadering van de Roggenplaat blijkt
dat er al twee zeehonden liggen te
luieren in de zon en RIN-
vertegenwoordiger P. Reijnders
vertelt dat er ook op andere
plaatsen in de Oosterschelde
zeehonden zitten. Of de nieuw
aangekomenen zich zullen
aansluiten bij die groep is de vraag.
Ook valt nu nog niet te zeggen of de
dieren zich voort zullen planten
hoewel er geen enkele reden is om
aan te nemen dat ze dat niet zullen
doen. Maar de vijf uit Pieterburen
zijn nog maar één jaar oud en
zeehondenmannetjes zijn pas in hun
vijfde levensjaar geslachtsrijp. Nog
even afwachten dus. Aan de
randvoorwaarden die nodig zijn om
In de Oosterschelde weer een
gezonde zeehondenpopulatie te
krijgen lijkt te worden voldaan. Er
is voedsel genoeg voorhanden en
door de aanwijzing van de
Oosterschelde als beschermd
natuurmonument lijkt hun rust ook
gewaarborgd.
Op de vraag hoe groot het gevaar is
dat de zeehondenkolonie veel
recreanten zal trekken die de rust
van de dieren zullen verstoren
antwoordt ir. Th. A. J. Vette van het
consulentschap Natuur- Milieu en
Faunabeheer van het ministerie van
landbouw en visserij dat natuurlijk
nooit met honderd procent
zekerheid is te zeggen of
nieuwsgierigen wel of niet
voldoende afstand van de
zeehondenkolonie houden. Vooral in
de periode waarin jonge zeehonden
op de zankbanken worden gezoogd
is betreding van die zandbanken
een ernstige verstoring. „We zullen
dan ook de nodige maatregelen
treffen om te proberen dat te
voorkomen", aldus Vette. Hij stelt
dat het bij die maatregelen vooral
gaat om voorlichting. Het is niet de
bedoeling om meteen bekeuringen
of zoiets dergelijks uit te gaan
delen. Het gaat erom
de mensen ervan te doordringen dat
zij, hoe aantrekkelijk het ook mag
zijn om van dichtbij een kijkje te
gaan nemen, de zeehonden met rust
moeten laten. De mens moet weer
vertrouwd worden gemaakt met de
zeehond en de eisen die het dier
stelt aan zijn leefomgeving. Alleen
de praktijk kan leren of
voorlichting voldoende is om de
zeehondenpopulatie een rustig
bestaan te garanderen.
Op de vraag wanneer het project als
geslaagd kan worden beschouwd
stelt Vette dat die vraag moeilijk
beantwoord kan worden. „Als ze
weer uit dit gebied wegtrekken is
dat voor het projekt ongunstig,
maar als ze hier blijven is dat
natuurlijk prima", aldus Vette. Hij
vertelt verder dat in september dit
jaar het projekt geëvalueerd wordt.
In september namelijk krijgen de
zeehonden een nieuwe vacht en
verliezen ze met hun oude vacht ook
de daaraan bevestigde zendertjes.
Alle bewegingen van de dieren
worden in een computerbrein
opgeslagen en aan de hand van de
gegevens hoopt men meer
duidelijkheid te krijgen over de
toekomst van de zeehondenkolonie
op de Roggenplaat. Volgens drs. P.
H. J. Reijnders van het RIN kan de
kolonie in zo'n 10 a 12 jaar
uitgroeien tot 50 a 60 zeehonden. Of
de kolonie nog groter zal worden is
afhankelijk van de balans tussen
rust en voedsel. Als er voor meer
dieren voedsel voorhanden is en de
praktijk leert dat ze een rustig
leventje kunnen leiden op de
Roggenplaat is het niet uitgesloten
dat de groep uitgroeit tot 100 to 120
zeehonden. De zeehond is overigens
het enige zoogdier in de zeeuwse
wateren.
De zeehond is tevens een typische
kustbewoner. Vroeger werden de
dieren, ook in Zeeland bejaagd. In
1591 stelden de Staten van Zeeland
zelfs een premie in voor elke
gevangen of dode zeehond. Bekend
is ook dat er in 17e, 18e en 19e eeuw
elk jaar tenminste enkele
honderden zeehonden in de Zeeuwse
en Zuid-Hollandse wateren werden
geschoten en gevangen. Volgens
schattingen leefden er toen zo'n 1300
zeehonden in Zuid-West Nederland.
Door die overbejaging is het aantal
zeehonden in de Delta zienderogen
afgenomen. Maar daarnaast spelen
ook zaken als waterverontreiniging
en verstoring van de rust door
onder andere de recreatie op het
water een rol in de teruggang van
de zeehondenstand. En ook de bouw
van de stormvloedkering heeft een
aantal dieren doen zoeken naar een
ander plekje om te zonnen en hun
kroost groot te brengen.
Overigens hebben de dieren niet zo
bar veel hinder van beroepsvaart.
Mits men maar een respectabele
afstand tot de zeehondenkolonie
aanhoudt. Op jeen afstand van 1500
meter van de zandbank
Langsvarende jachten kunnen de
zeehonden al onrustig maken. Maar
vooral wandelaars op de platen
zorgen voor de grootste verstoring.
De dieren vluchten het water in en
het duurt lang voordat ze weer
terug durven naar de plaat. Als
zogende dieren een paar keer
tijdens laagwater het water in
moeten vluchten heeft dat direct
gevolgen. Jonge zeehonden zijn
weliswaar meteen na hun geboorte
de zwemkunst machtig, maar in het
snel stromende water raken zij hun
moeder gemakkelijk kwijt. En dat
betekent veelal hun dood. De dieren
hebben dus vooral rust nodig. In de
Waddenzee worden de rustgebieden
elk jaar opnieuw aangewezen. In
april/mei wordt gekeken welke
ligplaatsen de volwassen dieren
hebben gekozen. Aan de hand
daarvan worden de rustgebieden
bepaald. Ook in Zeeland is een
dergelijke aanpak mogelijk, maar
het ligt meer voor de hand aan te
sluiten bij een betredingsregeling
die voor grote delen van het
intergetijdegbied -het gebied dat
twee keer per jaar droog valt- van
de Oosterschelde wordt opgesteld.
Om te zorgen dat iedereen ook op
de hoogte is van die
betredingsregelingen komt het
ministerie van landbouw en visserij
op termijn met een grote
voorlichtingscampagne.
Commissaris der Koningin dr. C. Boertien en LNO-Zeeland-directeur ir. C.A.C.J.
Oomen viel de eer te beurt de zeehonden uit hun hokken te mogen bevrijden.
Gadegeslagen door de televisiecamera's begeven de zeehonden zich naar hun
element, het water.
Ook Boertien hield het niet droog.