DE BRANDWEER VAN THOLEN IN DE LOOP DER EEUWEN J Ereprijs Olympia en WIK in springtoernooi Grootse viering 700 jaar Bergen op Zoom Boekennieuws Variatie spreekt toeschouwers aan in Meulvliet Donderdag 27 maart 1986 DE EENDRACHTBODE Stadsrechtprivilege Stadsbrand van 1452 Subsidiëring pannen daken Iets nieuws De eerste brandspuiten Prijzen Reuzen Bergiade Europese reizigers naar de Grote Khan Het reglement van 1823 De brand in de Minneputtestraat Op 22 juni 1287 beleende hertog Jan I van Brabant de edelen Raso van Liedekerke en Gerard van Wezemaal elk voor de helft met de heerlijkheid Breda. Na het overlijden van Arnoud van Leuven op 30 juli 1287 werd dit van kracht en verwierf de genoemde Gerard de stad Bergen op Zoom met omgeving. Daarmee was de heerlijkheid Bergen op Zoom ontstaan, volgend jaar precies 700 jaar geleden. Een groep inwoners wil de dit niet ongemerkt voorbij laten gaan en zo ont stond de Stichting 700 jaar Heerlijkheid. Deze toog door middel van werkgroepen aan het werk om een uitgebreid programma van festiviteiten voor 1987 sa men te stellen. Afgelopen zaterdag werd dat in grote lijnen gepresenteerd. 9 Eén der oudste taken van een stadsbestuur is de zorg voor het weren van brand. Door allerlei preventieve maatregelen heeft men reeds vroeg getracht het brandgevaar te beteugelen. Dit was in onze Middeleeuwse steden met de hoofdzakelijk uit hout opgetrokken en met riet en stro gedekte, dicht op elkaar staande huizen en schuren en de gebrekkige blusmiddelen een eerste vereiste. Hoewel onze voor ouders voorzichtiger met vuur waren dan de huidige generatie ging het wel eens mis, met het gevolg dat soms grote delen van dorpen en steden een prooi der vlammen werden. Ook op het eiland Tholen kennen we een aantal grote branden zoals in 1692 te Sint-Annaland, in 1781 te Oud-Vossemeer en in 1831 te Sint-Maartensdijk. De grootste en oudst bekende brand woedde in 1452 in het stadje Tholen. In één der oudste archiefstuk ken van Tholen, namelijk het stadsrechtprivilege van 1366, zijn reeds bepalingen opgeno men inzake de brandweer. Zo bepaalde de heer van Tholen, Jan van Blois, in deze oorkonde dat wanneer iemand zijn vuur zo stookte dat zijn huis in brand vloog hij een jaar zijn poorter schap of zijn hoofd verbeurde. Dit laatste betekende de doodstraf. Deze straffen kon den echter worden afgekocht door het betalen van 10 pond zwarten of Tournoois (Franse rekeneenheid die in de 13de en 14de eeuw in de Nederlanden in gebruik was). Ook moest hij de veroorzaakte schade betalen, evenals de mensen die de brand bestreden. De voorgeboden (soort politie verordening) uit de tweede helft van de 1 5de eeuw zijn op het gebied van brand uitvoeriger. Hierin is onder meer de bepaling opgenomen dat men geen an dere "wapens" naar de brand mocht meenemen dan ladders, hoosvaten, gieters, emmers en haken. Verder was het gebruik van open vuur bij dorsen en he kelen van vlas, waarbij gemak kelijk brandbare stof vrij kwam, verboden. Ook mocht men niet met de huisraad vluchten voordat de brand het vijfde huis vanaf de eigen woning had bereikt, leder had er dan ook belang bij dat het vuur werd geblust. Deze voorgeboden melden ook het bestaan van een nachtwa ker, die voor de veiligheid op straat en voor brand moest wa ken. Hij werd betaald door ieder huisgezin. Deze voorgeboden dateren ver moedelijk van na de stadsbrand van 1452. Of hierin bepalingen zijn opgenomen die de oorzaak van deze brand in de toekomst moesten voorkomen, is moeilijk te zeggen. Uit een oorkonde van 12 sep tember 1452 weten we dat op 16 mei van dat jaar 5/6 deel van het stadje Tholen in de as werd Het eerste springtoernooi van de Zeeuws-Brabantse turnkring op Tholen is ook voor de Thoolse deelnemers bijzonder succesvol verlopen. Zowel de organiserende vereniging Olympia uit Tholen als WIK uit St.Annaland hielden een ereprijs over aan de soms specta culaire wedstrijden, die door het enthousiaste publiek werden ge waardeerd. 'De ereprijs op de minitramp was boven verwachting, maar de lange mat viel tegen. Daar hadden we teveel concurrentie', zei Jacob Pe- kelsma, een van de leiders van Olympia. 'De kleintjes deden ech ter voor het eerst mee. We zijn te vreden, want 't is goed verlopen.' Ook J.P.Smulders, voorzitter van gelegd. Ook het Gasthuis in de Kerkstraat, het stadhuis en de stadspoorten werden ver woest. Van een reparatiereke ning van 1463 weten we dat de St. Andriespoort aan het eind van de Oudelandsestraat en de poort op Dalem (Kruittoren) ern stig van de brand hadden gele den. Enkele jaren eerder zijn het stadhuis en vermoedelijk ook het gasthuis herbouwd. Hollestelle zegt in zijn boek "Tholen en omstreken" dat toen ook schepen in de haven verloren zijn gegaan. Hij leidde dit af van het stadswapen met de onttakelde kogge. Dit is ech ter niet juist. Er is namelijk een ouder stadswapen bekend met een soortgelijke voorstelling. Mogelijk herinnert de straat naam Verbrandestraat nog aan deze ramp. In deze straat stond ter hoogte van de bejaardenwo ningen de in de 18de eeuw gesloopte Verbrandepoort. Het zal duidelijk zijn dat in een tijd dat er geen brandverzeke ring was velen door deze brand in korte tijd hun hele bezit met huisraad en voedselvoorraden waren kwijtgeraakt en tot de bedelstaf waren gebracht. Een aantal poorters zal na de brand zeker het stadje hebben verlaten. Met hulp van hertog Philips van Bourgondië, die tien jaar de gra felijke bede afstond aan hen die hun huizen wilden opbouwen, is Tholen echter herbouwd. Opvallend is dat hoewel het stadhuis verbrandde er toch 29 oorkonden van voor 1452 be waard zijn gebleven. Deze zul len tijdig naar elders zijn overge bracht. Ook uit andere zaken weten we dat men indertijd veel zorg besteedde aan de bewaring van deze privileges. Toen in 1522 enige charters van Aalbrecht van Beieren, die men voor de rentmeester van Beoosten Schelde ter inzage had gelegd, op de kamer van de burgemeesters in* het stadhuis verbrandden, vreesde het stadsbestuur het ergste, name lijk dat hierdoor de voofrechten zouden vervallen. Keizer Karei V heeft deze privileges echter bevestigd en vernieuwd. Een belangrijke preventieve maatregel ter beteugeling van het brandgevaar was een stede lijke subsidieregeling voor de aanleg van daken van leien en pannen, die aan het eind van de de Thoolse turnfederatie, was in genomen met de resultaten. 'Vrij dagavond zei ik bij de training van WIK nog tegen de jongens: jullie komen zo nergens. De ere prijs was dan ook een volkomen verrassing. Ik zag nog veel fouten, maar misschien ben ik te kritisch.' Vooral de springploeg uit Goes en dan met name de jongens brengen de handen op elkaar. Met een trommel en gezang zorgen de sup porters voor een oververdovend enthousiasme. 'Het is voor het publiek heel leuk om te zien', zegt Pekelsma. "t Is mooier dan gewo ne verenigingswedstrijden, het 16de eeuw van kracht is ge worden. Ook elders kende men dit soort regelingen. Zowel bij de bouw van nieuwe huizen als bij vervanging van daken van stro en riet betaalde de stad nadien 1/3 deel van de kosten van de dakpannen. Later is dit zelfs verhoogd tot de helft. Van 1 587 af en ook in de 17de eeuw vinden we hiervan regel matig posten in de stadsreke ningen. Toch bleef men daken van riet aanleggen, ook nadat dit in (1663) was verboden. Dit verbod werd in de keur van 1670 herhaald, evenals in de 19de eeuwse verordeningen op de brandweer. Zoals gezegd wordt in de 1 5de eeuwse voorgeboden een nachtwaker genoemd die onder meer moest waken voor brand. Door een instructie van 1613 weten we wat meer van de werkzaamheden van de "klep pers". Dat jaar zijn er twee aan gesteld die elke nacht moesten rondgaan en op de hoeken van de straten het uur roepen dat de klok had geslagen en kleppen. Na hun ronde mochten ze uit rusten in het wachthuis op de Markt. De laatste nachtwaker verveelt niet zo gauw. Het stimu leert ook, want 1 jongen die weg wilde bij Olympia, blijft nu.' De jongens zijn sterk in de minder heid bij de gymnastiek: van de 42 deelnemers die Olympia inzette, waren er maar 3 jongens, evenveel als bij WIK, dat ook leden van SHF uit Scherpenisse en Spido Oud-Vossemeer opgenomen had in de ploeg. Het springen is wel een blessure- gevoelig onderdeel: enkels en knieën hebben het zwaar te verdu ren. Voor de wedstrijd raakten er twee Olympia-turners gekwetst omdat ze bij het inspringen nog te koud waren. Eén slaagde er toch nog in om mee te doen. was Marinus Prince die met in gang van 1 mei 1932 zijn werk zaamheden in dienst van de ge meente beëindigde. Slechts een enkele maal wordt in het 17de eeuwse stadsar chief een brand genoemd, zoals in 1615 toen iedereen opgave moest doen van het tijdens de brand verloren gegane brandge- weer. Hetzelfde jaar werd ook gecontroleerd of ieder één of twee brandemmers bezat. Dit zal in de loop der eeuwen regel matig hebben plaats gevonden door de door de stad aangestel de brandmeesters. Zij moesten ook nieuw gebouwde bakkerso vens controleren, evenals ande re zaken op het gebied van de brandveiligheid. In 1687 kreeg het lid van het stadsbestuur, de heer Van Cop- pendamme, het verzoek tijdens zijn bezoek aan Amsterdam een waterspuit ten dienste van de stad te kopen. De stadsrekeningen vermelden deze aankoop niet, doch het ge beurde wel meer dat dergelijke zaken uit andere bronnen wer den betaald. Vermoedelijk is Turnen op de brug is een stuk rustiger dan springen op de lange mat, de minitramp, de kast en het paard. Vooral de afzet en de in sprong zijn belangrijk. Jongens hebben niet alleen een krachtiger afzet, maar durven ook meer, zo leggen de deskundigen uit. De Arabier loopoverslag, de schaapsprong, de salto gehurkt, gespreid, gehoekt en gestrekt, de radslag, de flick flack, het was za terdagmiddag allemaal te zien in Meulvliet. Magda Verbiest, Ria Kleppe, Jacob Pekelsma en André Smulders volgden er een speciale springcursus voor in Goes. Het resultaat bleef niet uit. Jaco- bien Hage van Olympia nam een ereprijs in ontvangst, evenals Pe tra de Wilde en André Smulders van WIK na acht meer en minder succesvolle sprongen. Na een spannende middag werd organisator Olympia bedankt, de juryleden kregen bloemen en de jurymeisjes ontvingen een ca deautje. Uit heel Zeeland en West-Brabant kwamen er meer dan 200 sprin gers in actie. Op de minitramp veroverde Olympia in de categorie 12-16 jaar ereprijs I met 16.5 pun ten voor WIK met ereprijs II voor 14.5 punten. De Thoolse ploegen domineerden hier, al had Prins Hendrik evenveel punten als WIK. De groep tot 12 jaar van Olympia viel met 10.5 punten bui ten de prijzen, terwijl WIK in de groep 16 jaar en ouder een derde prijs won met 13 punten. Op de lange mat, kast, minitramp veroverde de gemengde ploeg van WIK in de categorie 16 jaar en ouder een ereprijs met 14.50 p. Van 12-16 jaar haalden zowel Olympia als WIK een derde prijs met respectievelijk 13.30 en 12.60 P- Olympia was op de lange mat in de categorie 16 jaar en ouder goed voor een tweede prijs met 13.8 p. Tenslotte de minitramp/paard: Olympia II derde prijs met 12.60 p en Olympia I eerste prijs met 11.20 p in de categorie tot 12 jaar. In de groep van 16 jaar en ouder was WIK goed voor een eerste prijs met 15.10 p en Olympia voor een tweede met 13.70 p. Voor een eerste prijs waren tenminste 15 p nodig, voor een tweede 13 en voor I een derde 12 p. dertien jaar later een grotere spuit aangekocht. Uit de stads- resolutie blijkt dat deze betaald zou worden door een aparte contributie van de inwoners. Ook in het 18de eeuwse stad sarchief zijn maar weinig gege vens te vinden over branden en de brandweer. Wel blijkt uit eni ge posten in de stadsrekenin gen dat Franse ruiters, die on der leiding van brigadier Jac ques Pasteur op 24 augustus 1712 de stad Tholen overvie len, brand hebben gesticht, mo gelijk om kracht bij te zetten aan hun eis van een grote brandschatting. Er was na de plundering echter niet genoeg geld meer in de stad om deze te betalen, waarna de Fransen een aantal Tholenaren gijzelden en naar Namen voerden. Het zou meer dan twee jaar duren voor dat allen terug waren. De eerste vermelding van een beproeving van de brandspuit vinden we in de stadsrekening van 1717-1718. Enige jaren la ter vermelden de archieven de aankoop van een grote brandspuit van het zwaarste ka liber bij Evert van Houten, brandspuitmaker te Middel burg. Deze zal in 1720 zijn ge leverd. De stichting wil met haar pro gramma vooral Bergen op Zoom in 1987 promoten. Een financiële commissie bracht inmiddels ruim 1,4 miljoen gulden (en toezeggin gen) bijeen, zodat een groot deel van de door de commissies ont wikkelde ideeën kan worden ver wezenlijkt. De financiële commis sie blijft inmiddels doorgaan met het werven vaji fondsen. Er is na melijk ruim 1,9 miljoen nodig om alle gewenste programma onderdelen te kunnen verwezenlij ken. Zaterdag presenteerden de di verse commissies hun program ma. Het algemeen bestuur wil de feestelijkheden op 3 januari 1987 openen met een fakkelloop en het ontsteken van een "reuzenverlich- ting". Bovendien wordt er een concert verzorgd met o.a. het Bra bants Orkest. Op 31 juli wordt in de Gertrudiskerk een officiële zit ting gehouden. Elke heerlijk heidsgemeente zal een dag muziek worden aangeboden. Er zullen herdenkingspenningen en -boeken worden uitgegeven. Bovendien wordt een architectuur-prijsvraag uitgeschreven. De commissie stadsversiering en aankleding burgerij heeft, behalve het stimuleren van historische kle ding, vooral ook de versiering van In het reglement op de brand weer dat de stad in 1730 liet drukken om orde op zaken te stellen is een fraaie gravure op genomen van deze brand- balkspuit in de bergplaats. Hierdoor weten we dat deze be stond uit een perspomp en een aparte zuigpomp. Met laatstge noemde pomp bracht men wa ter uit bijvoorbeeld een gracht in een van de drie brandbakken. Deze brandbakken werden dan naar de brandspuit nabij het vuur gedragen en in de watér- bak van de perspomp geleegd. Dit laatste werktuig was de eigenlijke brandspuit. Deze had twee perspompen die het water via een slang in het vuur konden spuiten. Dit soort brandweermateriaal bestaande uit een aparte zuig en een aparte perspomp is on der meer te Sint-Maartensdijk tot in de laatste wereldoorlog gebruikt. De twee Thoolse brandspuiten stonden tot 1798 in de Hal op de Markt. Dat jaar werd met de kerk een overeenkomst geslo ten, waarbij de pompen en de rest van het brandweermateri aal in de Grote Kerk werden ge plaatst. In 1 755 heeft men vermoedelijk de kleinste spuit ingeruild voor een nieuwe perspomp, die zon der wielen met 80 voet leren slang en 100 voet (ruim 30 m) velddoeken slang voor f 780,— geleverd werd door Hendrik van Vark. In de rekeningen van de jaren nadien worden regelmatig uit gaven genoemd die de brandspuiten betreffen. Hieruit blijkt dat ze jaarlijks werden be proefd en gerepareerd. Bij een beproeving in 1795 bleek dat de kleine spuit totaal onbruik baar was. Er is toen een nieuwe te Middelburg gekocht. De ver sleten spuit werd door de brandspuitmaker over genomen. de stad en haar invalswegen tot taak. Er is een plan opgesteld om met vlaggen en programmabor den op de festiviteiten opmerk zaam te maken. Bovendien advi seert men bij de straatversiering. Op alle invalswegen naar het cen trum zullen de reuzen uit het stadswapen worden geplaatst, die de wapens van de heerlijkheidsge meenten tussenin dragen. Deze commissie beijvert zich ook voor het ontwikkelen van specifieke ge rechten en lekkernijen, zoals de Berghsen Bas-taert, die zaterdag werd gepresenteerd. De commissie activiteiten burgerij wil in mei een "auto-cinema" organiseren op het veilingterrein. Op 16 mei is er de "Nacht van Bergen" met thea ter, muziek, poëzie en volkskunst. Verder in augustus een "natte week" op de Binnenschelde en op Koninginnedag kinderspelen op de Grote Markt. De commissie sport heeft een zeer uitgebreid programma samen gesteld, waarbij in 1987 tal van sporten in Bergen op Zoom te zien zullen zijn. Een flink aantal inter lands en nationale of zelfs inter nationale kampioenschappen staat op het lijstje. Op 13 en 14 ju ni zal op de terreinen van Ro- zenoord een groots sportfeest worden georganiseerd onder de naam "Bergiade". De commissie cultuur ijvert naar een kunstroute in de stad, waar op 12 plaatsen een kunstwerk zal worden ont huld. De belangstelling van kunstenaars hiervoor is zeer groot. De commissie streeft op al le gebied naar kwaliteit en betrok kenheid van de inwoners. Er zal klassieke muziek zijn, ballet, volksdansen, de zangersdagen Brabant en Zeeland, orgelconcer ten, draaiorgeldag. Verder een "heerlijk spektakel", een speciaal geschreven stuk voor dit feest. Ook zijn er diverse tentoonstellin gen in het Markiezenhof. Het jaar 1987 zal voor Bergen op Zoom en de heerlijkheidsgemeenten werke lijk bruisen van activiteiten als het aan de Stichting ligt. Veronica meisjes op dreef De meisjes van Veronica hebben het uitstekend gedaan door in Haestinge het Zevenbergse Groene Ster met een 2-1 nederlaag naar huis te sturen. In een spannende eerste set nam Veronica vijf punten voorsprong door goed ser veren van Anita Priem. Maar daarna was het Groene Ster wat de klok sloeg en Veronica wist de beginset niet meer in winst om te zetten. In een spannen de tweede set ging de strijd gelijk op. Het publiek kon genieten van fraaie combinaties van vooral Jacky van Nieuwenhuijzen en Anniemieke Ree dijk. De bezoekers gaven zich niet zo maar gewonnen en gebruikten volop wissels en time-outs. Veronica wissel de als antwoord hierop beurtelings Tanja Lindhout en Marleen Ou- desluys. Door goed serveren van Ilze Groffen werd de set uiteindelijk met 16-14 gewonnen. In de beslissende der de set liep het beide kanten wat min der. De passing bleef onder de maat, zodat er minder fraai aanvalsspel te zien was. Om Groene Ster uit het rit me te halen werden Linda Stoutjesdijk en Diana Hengstmengel gewisseld. En met succes want Veronica trok de volle winst naar zich toe. In de elfde eeuw waren het de Franciscaner monniken, die als eersten de moed opbrachten om de lange tocht dwars door Azie te maken, terwijl men in Europa toen nog nauwelijks wist, dat Azië bestond. Voor de wereldwij de veroveringen van "Djenghis Khan" (1162-1227) kende men in Europa van Azië alleen de gebie den die aan de Middelandse en de Zwarte Zee grensden. Dat kwam omdat er geen rechtstreeks con tact met China bestond. Bij de handel in zijde, die reeds in de tijd van de Romeinen plaatsvond, vormden de Arabieren, de Perzen en de Syriërs de tussenpersonen. Zij voerden dit product via Cen traal Azië langs karavaanwegen, de zgn. zijdewegen, naar het Na bije Oosten. Eén van de directe gevolgen van het optreden van Djenghis Khan was de pijnlijke gewaarwording in Europa dat men niet sterk genoeg was de har de Mongoolse krijgers te weerstaan. Men poogde het ge vaar te bezweren door het zenden van gezantschappen naar de ge vreesde Tartaren, zoals de Mon golen in die tijd in ons werelddeel werden genoemd. De Paus was de eerste die tot die oplossing besloot, later overgenomen door de Franse Koning Lodewijk IX en vervolgens door Venetianen en Genuezen. Ze trokken allen langs de zijde-wegen naar het Oosten. In het bij Hollandia te Baarn ver schenen boek van Leo de Hartog wordt op zeer boeiende wijze be schreven, hoe de Europese reizi gers, waarbij ook Marco Polo het verre Oosten bereikten. Met name de reizen van de franciscaner monniken als de moedige pioniers zijn boeiende hoofdstukken in het geheel. Een bijzonder werk over een bijzondere, weinig beschreven periode. In paperback kost het 24,90. Afbeelding van de brandspuit op een slede van de stad Tholen uit 1733. A. Perspomp met daarop de spuitslang en waterzak. M. Zuig pomp. N. Waterslangbak. S. Lampetten met pekkransen voor verlich ting van het werkterrein. De Tholense vrijwillige brandweer in 1936. Van links naar rechts, achter: 1. C. Bal, 2. Simon Schot, 3. A. Engelvaart, 4. A. Sakko (met touw), 5. B. W. Schot, 6. Simon van Duivendijk, 7. Kees den Ouden, 8. L.W. Blaas commandant, 9. Dihgeman v.d. Linde(achter), 10. C. van Noort, 11. Jan Blaas (Op brandspuit), 12. Andries Prince, 13. Arie van Dijke(met touw), 14. Kees Bijl, 15. Jap Vos(achter), 16. Jan van Dijk. Voor: 1. M. Geuze(liggend), 2. Kees Gebraad (geknield), 3. J. Vis, 4. H. Deurloo, 5. A. de Korte, 6. Frans v.d. Linde, 7. L. Laban, 8. Kees Duine(met standpijp), 9. Gabriel Contant, 10. P.J. Blaas. Het jaar daarop is er een wagen voor de brandweer gemaakt. Mogelijk is deze gebruikt om de spuiten, die op sleden stonden, makkelijker te kunnen ver voeren. De archieven uit de Franse tijd en daarna zijn uitgebreider. We kunnen hierin ook meer bijzon derheden over de brandweer vinden. Het nieuwe reglement op de brandweer van 1823 be paalde dat er te Tholen twee brandspuiten en een hand- brandspuitje zouden zijn. Het laatstgenoemde spuitje werd op het stadhuis bewaard en staat er nog steeds. De twee grote spuiten stonden in het noorderkoor van de kerk. Het reglement bepaalde verder dat het stadsbestuur de brand meester en de onderbrand meester speciaal zou kiezen uit metselaars, timmerlieden en loodgieters. Ter herkenning van hun funktie kregen zij een "gedistingeerden stok" van respectievelijk 1.90 m en 1.30 m geschilderd in de kleuren rood en geel. De rest van het dienstplichtig personeel dat door loting voor tien jaar werd aangewezen, zou een muts met het nummer van de spuit en een volgnummer krijgen, waaruit hun funktie zou blijken. Vermoedelijk zijn echter armbanden aangeschaft. Ook zou premie worden gegeven aan de bemanning van de spuit die het eerst bij de brand water gaf. Het alarm bleef als voor heen het overluid "brand" roe pen, waarna de conciërge het klokje op het stadhuis zou klep pen en de in het stadhuis be waarde brandemmers gereed moest zetten. Met bovengenoemd materiaal moest men op 24 augustus 1838 een uitslaande brand in de Minneputtestraat bestrijden, waar in een smalle straat dicht aaneen houten schuren daken van stro en riet stonden. De brand werd iets vóór 12 uur 's middags ontdekt. De brandspuiten waren er snel, doch aan blussen van de met hooi, stro en brandstoffen ge vulde schuren viel niet te denken. Door het omhalen van heinin gen en schuurtjes en het nat houden van andere gebouwen trachtte men de brand te stui ten. Rond half twee was de toestand kritiek. Het zag er naar uit dat ook de huizen in de Kerkstraat en de Dalemsestraat een prooi van de vlammen zou den worden. Door het gebruik van brandzeilen en het nat hou den van de hoekpanden heeft men dit echter kunnen voorkomen. Om 18 uur was men de brand meester. Het was toen windstil geworden. Het nablussen duur de de hele nacht. In totaal zijn zes schuren afgebrand. Er zijn geen mensen of dieren omgeko men. Het gemeentebestuur was vol lof over het personeel van de spuiten en de te hulp gesnelde brandweren van Oud- Vossemeer en Poortvliet. Ook de inzet van de ingezetenen werd geprezen. Direkt na de brand ging in Mid- delburg het gerucht dat de spui ten in Tholen werkeloos waren gebleven doordat de slangen waren verteerd. Hoewel het stadsbestuur dit per brief aan de Commissaris der Koningin fel bestreed zal dat gerucht ge deeltelijk waar zijn geweest. Uit bewaard gebleven nota's blijkt namelijk dat er tijdens de brand nogal wat bindtouw en zoge naamde kempedekens bij de touwslager waren gekocht. Dit waren de normale middelen om slangen te repareren. Het stadsbestuur schreef wel dat er andere moeilijkheden wa ren geweest. Doordat de spui ten nog geen zuigpomp hadden moest men het bluswater met emmertjes naar de waterbak van de perspomp voeren. Toen de waterputten in de nabijheid leeg waren moest een lange ke ten van mensen de brandem mers met water doorgeven. Het bleek moeilijk deze lange keten vele uren gesloten te houden. Daarnaast gebeurde het dat de kleine leren emmers, die moei lijk waren te vullen (te licht), bij na leeg op de plaats van be stemming kwamen. Het door geven van de zinken en houten emmers, die de ingezetenen hadden meegenomen ging be ter. Hoelang die keten is ge weest, is niet vermeld, doch waarschijnlijk is er na het leeg- raken van de waterputten wa ter uit de gracht geschept. Dames van Olympia uit Tholen in actie, zaterdag tijdens het grote springtoernooi van de Zeeuws-Brabantse turnkring in de Thoolse sporthal Meulvliet.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1986 | | pagina 9