DE BRANDWEER VAN
THOLEN IN DE LOOP
DER EEUWEN
J
Ereprijs Olympia en
WIK in springtoernooi
Grootse viering 700
jaar Bergen op Zoom
Boekennieuws
Variatie spreekt toeschouwers aan in Meulvliet
Donderdag 27 maart 1986
DE EENDRACHTBODE
Stadsrechtprivilege
Stadsbrand van 1452
Subsidiëring pannen
daken
Iets nieuws
De eerste brandspuiten
Prijzen
Reuzen
Bergiade
Europese reizigers naar
de Grote Khan
Het reglement van
1823
De brand in de
Minneputtestraat
Op 22 juni 1287 beleende hertog Jan I van Brabant de
edelen Raso van Liedekerke en Gerard van Wezemaal
elk voor de helft met de heerlijkheid Breda. Na het
overlijden van Arnoud van Leuven op 30 juli 1287
werd dit van kracht en verwierf de genoemde Gerard
de stad Bergen op Zoom met omgeving. Daarmee was
de heerlijkheid Bergen op Zoom ontstaan, volgend
jaar precies 700 jaar geleden. Een groep inwoners wil
de dit niet ongemerkt voorbij laten gaan en zo ont
stond de Stichting 700 jaar Heerlijkheid. Deze toog
door middel van werkgroepen aan het werk om een
uitgebreid programma van festiviteiten voor 1987 sa
men te stellen. Afgelopen zaterdag werd dat in grote
lijnen gepresenteerd.
9
Eén der oudste taken van een
stadsbestuur is de zorg voor
het weren van brand. Door
allerlei preventieve
maatregelen heeft men reeds
vroeg getracht het
brandgevaar te beteugelen. Dit
was in onze Middeleeuwse
steden met de hoofdzakelijk
uit hout opgetrokken en met
riet en stro gedekte, dicht op
elkaar staande huizen en
schuren en de gebrekkige
blusmiddelen een eerste
vereiste. Hoewel onze voor
ouders voorzichtiger met vuur
waren dan de huidige
generatie ging het wel eens
mis, met het gevolg dat soms
grote delen van dorpen en
steden een prooi der vlammen
werden. Ook op het eiland
Tholen kennen we een aantal
grote branden zoals in 1692
te Sint-Annaland, in 1781 te
Oud-Vossemeer en in 1831 te
Sint-Maartensdijk. De grootste
en oudst bekende brand
woedde in 1452 in het stadje
Tholen.
In één der oudste archiefstuk
ken van Tholen, namelijk het
stadsrechtprivilege van 1366,
zijn reeds bepalingen opgeno
men inzake de brandweer. Zo
bepaalde de heer van Tholen,
Jan van Blois, in deze oorkonde
dat wanneer iemand zijn vuur
zo stookte dat zijn huis in brand
vloog hij een jaar zijn poorter
schap of zijn hoofd verbeurde.
Dit laatste betekende de
doodstraf. Deze straffen kon
den echter worden afgekocht
door het betalen van 10 pond
zwarten of Tournoois (Franse
rekeneenheid die in de 13de en
14de eeuw in de Nederlanden in
gebruik was). Ook moest hij de
veroorzaakte schade betalen,
evenals de mensen die de brand
bestreden.
De voorgeboden (soort politie
verordening) uit de tweede helft
van de 1 5de eeuw zijn op het
gebied van brand uitvoeriger.
Hierin is onder meer de bepaling
opgenomen dat men geen an
dere "wapens" naar de brand
mocht meenemen dan ladders,
hoosvaten, gieters, emmers en
haken. Verder was het gebruik
van open vuur bij dorsen en he
kelen van vlas, waarbij gemak
kelijk brandbare stof vrij kwam,
verboden.
Ook mocht men niet met de
huisraad vluchten voordat de
brand het vijfde huis vanaf de
eigen woning had bereikt, leder
had er dan ook belang bij dat
het vuur werd geblust.
Deze voorgeboden melden ook
het bestaan van een nachtwa
ker, die voor de veiligheid op
straat en voor brand moest wa
ken. Hij werd betaald door ieder
huisgezin.
Deze voorgeboden dateren ver
moedelijk van na de stadsbrand
van 1452. Of hierin bepalingen
zijn opgenomen die de oorzaak
van deze brand in de toekomst
moesten voorkomen, is moeilijk
te zeggen.
Uit een oorkonde van 12 sep
tember 1452 weten we dat op
16 mei van dat jaar 5/6 deel van
het stadje Tholen in de as werd
Het eerste springtoernooi van de
Zeeuws-Brabantse turnkring op
Tholen is ook voor de Thoolse
deelnemers bijzonder succesvol
verlopen. Zowel de organiserende
vereniging Olympia uit Tholen als
WIK uit St.Annaland hielden een
ereprijs over aan de soms specta
culaire wedstrijden, die door het
enthousiaste publiek werden ge
waardeerd.
'De ereprijs op de minitramp was
boven verwachting, maar de lange
mat viel tegen. Daar hadden we
teveel concurrentie', zei Jacob Pe-
kelsma, een van de leiders van
Olympia. 'De kleintjes deden ech
ter voor het eerst mee. We zijn te
vreden, want 't is goed verlopen.'
Ook J.P.Smulders, voorzitter van
gelegd. Ook het Gasthuis in de
Kerkstraat, het stadhuis en de
stadspoorten werden ver
woest. Van een reparatiereke
ning van 1463 weten we dat de
St. Andriespoort aan het eind
van de Oudelandsestraat en de
poort op Dalem (Kruittoren) ern
stig van de brand hadden gele
den. Enkele jaren eerder zijn het
stadhuis en vermoedelijk ook
het gasthuis herbouwd.
Hollestelle zegt in zijn boek
"Tholen en omstreken" dat
toen ook schepen in de haven
verloren zijn gegaan. Hij leidde
dit af van het stadswapen met
de onttakelde kogge. Dit is ech
ter niet juist. Er is namelijk een
ouder stadswapen bekend met
een soortgelijke voorstelling.
Mogelijk herinnert de straat
naam Verbrandestraat nog aan
deze ramp. In deze straat stond
ter hoogte van de bejaardenwo
ningen de in de 18de eeuw
gesloopte Verbrandepoort.
Het zal duidelijk zijn dat in een
tijd dat er geen brandverzeke
ring was velen door deze brand
in korte tijd hun hele bezit met
huisraad en voedselvoorraden
waren kwijtgeraakt en tot de
bedelstaf waren gebracht. Een
aantal poorters zal na de brand
zeker het stadje hebben
verlaten.
Met hulp van hertog Philips van
Bourgondië, die tien jaar de gra
felijke bede afstond aan hen die
hun huizen wilden opbouwen,
is Tholen echter herbouwd.
Opvallend is dat hoewel het
stadhuis verbrandde er toch 29
oorkonden van voor 1452 be
waard zijn gebleven. Deze zul
len tijdig naar elders zijn overge
bracht.
Ook uit andere zaken weten we
dat men indertijd veel zorg
besteedde aan de bewaring van
deze privileges.
Toen in 1522 enige charters
van Aalbrecht van Beieren, die
men voor de rentmeester van
Beoosten Schelde ter inzage
had gelegd, op de kamer van de
burgemeesters in* het stadhuis
verbrandden, vreesde het
stadsbestuur het ergste, name
lijk dat hierdoor de voofrechten
zouden vervallen. Keizer Karei
V heeft deze privileges echter
bevestigd en vernieuwd.
Een belangrijke preventieve
maatregel ter beteugeling van
het brandgevaar was een stede
lijke subsidieregeling voor de
aanleg van daken van leien en
pannen, die aan het eind van de
de Thoolse turnfederatie, was in
genomen met de resultaten. 'Vrij
dagavond zei ik bij de training
van WIK nog tegen de jongens:
jullie komen zo nergens. De ere
prijs was dan ook een volkomen
verrassing. Ik zag nog veel fouten,
maar misschien ben ik te kritisch.'
Vooral de springploeg uit Goes en
dan met name de jongens brengen
de handen op elkaar. Met een
trommel en gezang zorgen de sup
porters voor een oververdovend
enthousiasme. 'Het is voor het
publiek heel leuk om te zien', zegt
Pekelsma. "t Is mooier dan gewo
ne verenigingswedstrijden, het
16de eeuw van kracht is ge
worden. Ook elders kende men
dit soort regelingen.
Zowel bij de bouw van nieuwe
huizen als bij vervanging van
daken van stro en riet betaalde
de stad nadien 1/3 deel van de
kosten van de dakpannen. Later
is dit zelfs verhoogd tot de
helft.
Van 1 587 af en ook in de 17de
eeuw vinden we hiervan regel
matig posten in de stadsreke
ningen. Toch bleef men daken
van riet aanleggen, ook nadat
dit in (1663) was verboden. Dit
verbod werd in de keur van
1670 herhaald, evenals in de
19de eeuwse verordeningen op
de brandweer.
Zoals gezegd wordt in de 1 5de
eeuwse voorgeboden een
nachtwaker genoemd die onder
meer moest waken voor brand.
Door een instructie van 1613
weten we wat meer van de
werkzaamheden van de "klep
pers". Dat jaar zijn er twee aan
gesteld die elke nacht moesten
rondgaan en op de hoeken van
de straten het uur roepen dat de
klok had geslagen en kleppen.
Na hun ronde mochten ze uit
rusten in het wachthuis op de
Markt. De laatste nachtwaker
verveelt niet zo gauw. Het stimu
leert ook, want 1 jongen die weg
wilde bij Olympia, blijft nu.' De
jongens zijn sterk in de minder
heid bij de gymnastiek: van de 42
deelnemers die Olympia inzette,
waren er maar 3 jongens, evenveel
als bij WIK, dat ook leden van
SHF uit Scherpenisse en Spido
Oud-Vossemeer opgenomen had
in de ploeg.
Het springen is wel een blessure-
gevoelig onderdeel: enkels en
knieën hebben het zwaar te verdu
ren. Voor de wedstrijd raakten er
twee Olympia-turners gekwetst
omdat ze bij het inspringen nog te
koud waren. Eén slaagde er toch
nog in om mee te doen.
was Marinus Prince die met in
gang van 1 mei 1932 zijn werk
zaamheden in dienst van de ge
meente beëindigde.
Slechts een enkele maal wordt
in het 17de eeuwse stadsar
chief een brand genoemd, zoals
in 1615 toen iedereen opgave
moest doen van het tijdens de
brand verloren gegane brandge-
weer. Hetzelfde jaar werd ook
gecontroleerd of ieder één of
twee brandemmers bezat. Dit
zal in de loop der eeuwen regel
matig hebben plaats gevonden
door de door de stad aangestel
de brandmeesters. Zij moesten
ook nieuw gebouwde bakkerso
vens controleren, evenals ande
re zaken op het gebied van de
brandveiligheid.
In 1687 kreeg het lid van het
stadsbestuur, de heer Van Cop-
pendamme, het verzoek tijdens
zijn bezoek aan Amsterdam een
waterspuit ten dienste van de
stad te kopen.
De stadsrekeningen vermelden
deze aankoop niet, doch het ge
beurde wel meer dat dergelijke
zaken uit andere bronnen wer
den betaald. Vermoedelijk is
Turnen op de brug is een stuk
rustiger dan springen op de lange
mat, de minitramp, de kast en het
paard. Vooral de afzet en de in
sprong zijn belangrijk. Jongens
hebben niet alleen een krachtiger
afzet, maar durven ook meer, zo
leggen de deskundigen uit.
De Arabier loopoverslag, de
schaapsprong, de salto gehurkt,
gespreid, gehoekt en gestrekt, de
radslag, de flick flack, het was za
terdagmiddag allemaal te zien in
Meulvliet. Magda Verbiest, Ria
Kleppe, Jacob Pekelsma en André
Smulders volgden er een speciale
springcursus voor in Goes.
Het resultaat bleef niet uit. Jaco-
bien Hage van Olympia nam een
ereprijs in ontvangst, evenals Pe
tra de Wilde en André Smulders
van WIK na acht meer en minder
succesvolle sprongen.
Na een spannende middag werd
organisator Olympia bedankt, de
juryleden kregen bloemen en de
jurymeisjes ontvingen een ca
deautje.
Uit heel Zeeland en West-Brabant
kwamen er meer dan 200 sprin
gers in actie. Op de minitramp
veroverde Olympia in de categorie
12-16 jaar ereprijs I met 16.5 pun
ten voor WIK met ereprijs II voor
14.5 punten. De Thoolse ploegen
domineerden hier, al had Prins
Hendrik evenveel punten als
WIK. De groep tot 12 jaar van
Olympia viel met 10.5 punten bui
ten de prijzen, terwijl WIK in de
groep 16 jaar en ouder een derde
prijs won met 13 punten.
Op de lange mat, kast, minitramp
veroverde de gemengde ploeg van
WIK in de categorie 16 jaar en
ouder een ereprijs met 14.50 p.
Van 12-16 jaar haalden zowel
Olympia als WIK een derde prijs
met respectievelijk 13.30 en 12.60
P-
Olympia was op de lange mat in
de categorie 16 jaar en ouder goed
voor een tweede prijs met 13.8 p.
Tenslotte de minitramp/paard:
Olympia II derde prijs met 12.60
p en Olympia I eerste prijs met
11.20 p in de categorie tot 12 jaar.
In de groep van 16 jaar en ouder
was WIK goed voor een eerste
prijs met 15.10 p en Olympia voor
een tweede met 13.70 p. Voor een
eerste prijs waren tenminste 15 p
nodig, voor een tweede 13 en voor I
een derde 12 p.
dertien jaar later een grotere
spuit aangekocht. Uit de stads-
resolutie blijkt dat deze betaald
zou worden door een aparte
contributie van de inwoners.
Ook in het 18de eeuwse stad
sarchief zijn maar weinig gege
vens te vinden over branden en
de brandweer. Wel blijkt uit eni
ge posten in de stadsrekenin
gen dat Franse ruiters, die on
der leiding van brigadier Jac
ques Pasteur op 24 augustus
1712 de stad Tholen overvie
len, brand hebben gesticht, mo
gelijk om kracht bij te zetten
aan hun eis van een grote
brandschatting. Er was na de
plundering echter niet genoeg
geld meer in de stad om deze te
betalen, waarna de Fransen een
aantal Tholenaren gijzelden en
naar Namen voerden. Het zou
meer dan twee jaar duren voor
dat allen terug waren.
De eerste vermelding van een
beproeving van de brandspuit
vinden we in de stadsrekening
van 1717-1718. Enige jaren la
ter vermelden de archieven de
aankoop van een grote
brandspuit van het zwaarste ka
liber bij Evert van Houten,
brandspuitmaker te Middel
burg. Deze zal in 1720 zijn ge
leverd.
De stichting wil met haar pro
gramma vooral Bergen op Zoom
in 1987 promoten. Een financiële
commissie bracht inmiddels ruim
1,4 miljoen gulden (en toezeggin
gen) bijeen, zodat een groot deel
van de door de commissies ont
wikkelde ideeën kan worden ver
wezenlijkt. De financiële commis
sie blijft inmiddels doorgaan met
het werven vaji fondsen. Er is na
melijk ruim 1,9 miljoen nodig om
alle gewenste programma
onderdelen te kunnen verwezenlij
ken. Zaterdag presenteerden de di
verse commissies hun program
ma. Het algemeen bestuur wil de
feestelijkheden op 3 januari 1987
openen met een fakkelloop en het
ontsteken van een "reuzenverlich-
ting". Bovendien wordt er een
concert verzorgd met o.a. het Bra
bants Orkest. Op 31 juli wordt in
de Gertrudiskerk een officiële zit
ting gehouden. Elke heerlijk
heidsgemeente zal een dag muziek
worden aangeboden. Er zullen
herdenkingspenningen en -boeken
worden uitgegeven. Bovendien
wordt een architectuur-prijsvraag
uitgeschreven.
De commissie stadsversiering en
aankleding burgerij heeft, behalve
het stimuleren van historische kle
ding, vooral ook de versiering van
In het reglement op de brand
weer dat de stad in 1730 liet
drukken om orde op zaken te
stellen is een fraaie gravure op
genomen van deze brand-
balkspuit in de bergplaats.
Hierdoor weten we dat deze be
stond uit een perspomp en een
aparte zuigpomp. Met laatstge
noemde pomp bracht men wa
ter uit bijvoorbeeld een gracht
in een van de drie brandbakken.
Deze brandbakken werden dan
naar de brandspuit nabij het
vuur gedragen en in de watér-
bak van de perspomp geleegd.
Dit laatste werktuig was de
eigenlijke brandspuit. Deze had
twee perspompen die het water
via een slang in het vuur konden
spuiten.
Dit soort brandweermateriaal
bestaande uit een aparte zuig
en een aparte perspomp is on
der meer te Sint-Maartensdijk
tot in de laatste wereldoorlog
gebruikt.
De twee Thoolse brandspuiten
stonden tot 1798 in de Hal op
de Markt. Dat jaar werd met de
kerk een overeenkomst geslo
ten, waarbij de pompen en de
rest van het brandweermateri
aal in de Grote Kerk werden ge
plaatst.
In 1 755 heeft men vermoedelijk
de kleinste spuit ingeruild voor
een nieuwe perspomp, die zon
der wielen met 80 voet leren
slang en 100 voet (ruim 30 m)
velddoeken slang voor
f 780,— geleverd werd door
Hendrik van Vark.
In de rekeningen van de jaren
nadien worden regelmatig uit
gaven genoemd die de
brandspuiten betreffen. Hieruit
blijkt dat ze jaarlijks werden be
proefd en gerepareerd. Bij een
beproeving in 1795 bleek dat
de kleine spuit totaal onbruik
baar was. Er is toen een nieuwe
te Middelburg gekocht. De ver
sleten spuit werd door de
brandspuitmaker over
genomen.
de stad en haar invalswegen tot
taak. Er is een plan opgesteld om
met vlaggen en programmabor
den op de festiviteiten opmerk
zaam te maken. Bovendien advi
seert men bij de straatversiering.
Op alle invalswegen naar het cen
trum zullen de reuzen uit het
stadswapen worden geplaatst, die
de wapens van de heerlijkheidsge
meenten tussenin dragen. Deze
commissie beijvert zich ook voor
het ontwikkelen van specifieke ge
rechten en lekkernijen, zoals de
Berghsen Bas-taert, die zaterdag
werd gepresenteerd. De commissie
activiteiten burgerij wil in mei een
"auto-cinema" organiseren op
het veilingterrein. Op 16 mei is er
de "Nacht van Bergen" met thea
ter, muziek, poëzie en volkskunst.
Verder in augustus een "natte
week" op de Binnenschelde en op
Koninginnedag kinderspelen op
de Grote Markt.
De commissie sport heeft een zeer
uitgebreid programma samen
gesteld, waarbij in 1987 tal van
sporten in Bergen op Zoom te zien
zullen zijn. Een flink aantal inter
lands en nationale of zelfs inter
nationale kampioenschappen
staat op het lijstje. Op 13 en 14 ju
ni zal op de terreinen van Ro-
zenoord een groots sportfeest
worden georganiseerd onder de
naam "Bergiade". De commissie
cultuur ijvert naar een kunstroute
in de stad, waar op 12 plaatsen
een kunstwerk zal worden ont
huld. De belangstelling van
kunstenaars hiervoor is zeer
groot. De commissie streeft op al
le gebied naar kwaliteit en betrok
kenheid van de inwoners. Er zal
klassieke muziek zijn, ballet,
volksdansen, de zangersdagen
Brabant en Zeeland, orgelconcer
ten, draaiorgeldag. Verder een
"heerlijk spektakel", een speciaal
geschreven stuk voor dit feest.
Ook zijn er diverse tentoonstellin
gen in het Markiezenhof. Het jaar
1987 zal voor Bergen op Zoom en
de heerlijkheidsgemeenten werke
lijk bruisen van activiteiten als het
aan de Stichting ligt.
Veronica meisjes op dreef
De meisjes van Veronica hebben het
uitstekend gedaan door in Haestinge
het Zevenbergse Groene Ster met een
2-1 nederlaag naar huis te sturen. In
een spannende eerste set nam Veronica
vijf punten voorsprong door goed ser
veren van Anita Priem. Maar daarna
was het Groene Ster wat de klok sloeg
en Veronica wist de beginset niet meer
in winst om te zetten. In een spannen
de tweede set ging de strijd gelijk op.
Het publiek kon genieten van fraaie
combinaties van vooral Jacky van
Nieuwenhuijzen en Anniemieke Ree
dijk. De bezoekers gaven zich niet zo
maar gewonnen en gebruikten volop
wissels en time-outs. Veronica wissel
de als antwoord hierop beurtelings
Tanja Lindhout en Marleen Ou-
desluys. Door goed serveren van Ilze
Groffen werd de set uiteindelijk met
16-14 gewonnen. In de beslissende der
de set liep het beide kanten wat min
der. De passing bleef onder de maat,
zodat er minder fraai aanvalsspel te
zien was. Om Groene Ster uit het rit
me te halen werden Linda Stoutjesdijk
en Diana Hengstmengel gewisseld. En
met succes want Veronica trok de volle
winst naar zich toe.
In de elfde eeuw waren het de
Franciscaner monniken, die als
eersten de moed opbrachten om
de lange tocht dwars door Azie te
maken, terwijl men in Europa
toen nog nauwelijks wist, dat
Azië bestond. Voor de wereldwij
de veroveringen van "Djenghis
Khan" (1162-1227) kende men in
Europa van Azië alleen de gebie
den die aan de Middelandse en de
Zwarte Zee grensden. Dat kwam
omdat er geen rechtstreeks con
tact met China bestond. Bij de
handel in zijde, die reeds in de tijd
van de Romeinen plaatsvond,
vormden de Arabieren, de Perzen
en de Syriërs de tussenpersonen.
Zij voerden dit product via Cen
traal Azië langs karavaanwegen,
de zgn. zijdewegen, naar het Na
bije Oosten. Eén van de directe
gevolgen van het optreden van
Djenghis Khan was de pijnlijke
gewaarwording in Europa dat
men niet sterk genoeg was de har
de Mongoolse krijgers te
weerstaan. Men poogde het ge
vaar te bezweren door het zenden
van gezantschappen naar de ge
vreesde Tartaren, zoals de Mon
golen in die tijd in ons werelddeel
werden genoemd. De Paus was de
eerste die tot die oplossing
besloot, later overgenomen door
de Franse Koning Lodewijk IX en
vervolgens door Venetianen en
Genuezen. Ze trokken allen langs
de zijde-wegen naar het Oosten.
In het bij Hollandia te Baarn ver
schenen boek van Leo de Hartog
wordt op zeer boeiende wijze be
schreven, hoe de Europese reizi
gers, waarbij ook Marco Polo het
verre Oosten bereikten. Met name
de reizen van de franciscaner
monniken als de moedige pioniers
zijn boeiende hoofdstukken in het
geheel. Een bijzonder werk over
een bijzondere, weinig beschreven
periode. In paperback kost het
24,90.
Afbeelding van de brandspuit op een slede van de stad Tholen uit
1733. A. Perspomp met daarop de spuitslang en waterzak. M. Zuig
pomp. N. Waterslangbak. S. Lampetten met pekkransen voor verlich
ting van het werkterrein.
De Tholense vrijwillige brandweer in 1936. Van links naar rechts,
achter: 1. C. Bal, 2. Simon Schot, 3. A. Engelvaart, 4. A. Sakko (met
touw), 5. B. W. Schot, 6. Simon van Duivendijk, 7. Kees den Ouden,
8. L.W. Blaas commandant, 9. Dihgeman v.d. Linde(achter), 10. C.
van Noort, 11. Jan Blaas (Op brandspuit), 12. Andries Prince, 13. Arie
van Dijke(met touw), 14. Kees Bijl, 15. Jap Vos(achter), 16. Jan van
Dijk.
Voor: 1. M. Geuze(liggend), 2. Kees Gebraad (geknield), 3. J. Vis, 4.
H. Deurloo, 5. A. de Korte, 6. Frans v.d. Linde, 7. L. Laban, 8. Kees
Duine(met standpijp), 9. Gabriel Contant, 10. P.J. Blaas.
Het jaar daarop is er een wagen
voor de brandweer gemaakt.
Mogelijk is deze gebruikt om de
spuiten, die op sleden stonden,
makkelijker te kunnen ver
voeren.
De archieven uit de Franse tijd
en daarna zijn uitgebreider. We
kunnen hierin ook meer bijzon
derheden over de brandweer
vinden. Het nieuwe reglement
op de brandweer van 1823 be
paalde dat er te Tholen twee
brandspuiten en een hand-
brandspuitje zouden zijn. Het
laatstgenoemde spuitje werd
op het stadhuis bewaard en
staat er nog steeds. De twee
grote spuiten stonden in het
noorderkoor van de kerk.
Het reglement bepaalde verder
dat het stadsbestuur de brand
meester en de onderbrand
meester speciaal zou kiezen uit
metselaars, timmerlieden en
loodgieters.
Ter herkenning van hun funktie
kregen zij een "gedistingeerden
stok" van respectievelijk 1.90
m en 1.30 m geschilderd in de
kleuren rood en geel.
De rest van het dienstplichtig
personeel dat door loting voor
tien jaar werd aangewezen, zou
een muts met het nummer van
de spuit en een volgnummer
krijgen, waaruit hun funktie zou
blijken. Vermoedelijk zijn echter
armbanden aangeschaft. Ook
zou premie worden gegeven
aan de bemanning van de spuit
die het eerst bij de brand water
gaf. Het alarm bleef als voor
heen het overluid "brand" roe
pen, waarna de conciërge het
klokje op het stadhuis zou klep
pen en de in het stadhuis be
waarde brandemmers gereed
moest zetten.
Met bovengenoemd materiaal
moest men op 24 augustus
1838 een uitslaande brand in de
Minneputtestraat bestrijden,
waar in een smalle straat dicht
aaneen houten schuren daken
van stro en riet stonden.
De brand werd iets vóór 12 uur
's middags ontdekt. De
brandspuiten waren er snel,
doch aan blussen van de met
hooi, stro en brandstoffen ge
vulde schuren viel niet te
denken.
Door het omhalen van heinin
gen en schuurtjes en het nat
houden van andere gebouwen
trachtte men de brand te stui
ten. Rond half twee was de
toestand kritiek. Het zag er naar
uit dat ook de huizen in de
Kerkstraat en de Dalemsestraat
een prooi van de vlammen zou
den worden. Door het gebruik
van brandzeilen en het nat hou
den van de hoekpanden heeft
men dit echter kunnen
voorkomen.
Om 18 uur was men de brand
meester. Het was toen windstil
geworden. Het nablussen duur
de de hele nacht. In totaal zijn
zes schuren afgebrand. Er zijn
geen mensen of dieren omgeko
men. Het gemeentebestuur
was vol lof over het personeel
van de spuiten en de te hulp
gesnelde brandweren van Oud-
Vossemeer en Poortvliet. Ook
de inzet van de ingezetenen
werd geprezen.
Direkt na de brand ging in Mid-
delburg het gerucht dat de spui
ten in Tholen werkeloos waren
gebleven doordat de slangen
waren verteerd. Hoewel het
stadsbestuur dit per brief aan
de Commissaris der Koningin
fel bestreed zal dat gerucht ge
deeltelijk waar zijn geweest. Uit
bewaard gebleven nota's blijkt
namelijk dat er tijdens de brand
nogal wat bindtouw en zoge
naamde kempedekens bij de
touwslager waren gekocht. Dit
waren de normale middelen om
slangen te repareren.
Het stadsbestuur schreef wel
dat er andere moeilijkheden wa
ren geweest. Doordat de spui
ten nog geen zuigpomp hadden
moest men het bluswater met
emmertjes naar de waterbak
van de perspomp voeren. Toen
de waterputten in de nabijheid
leeg waren moest een lange ke
ten van mensen de brandem
mers met water doorgeven. Het
bleek moeilijk deze lange keten
vele uren gesloten te houden.
Daarnaast gebeurde het dat de
kleine leren emmers, die moei
lijk waren te vullen (te licht), bij
na leeg op de plaats van be
stemming kwamen. Het door
geven van de zinken en houten
emmers, die de ingezetenen
hadden meegenomen ging be
ter. Hoelang die keten is ge
weest, is niet vermeld, doch
waarschijnlijk is er na het leeg-
raken van de waterputten wa
ter uit de gracht geschept.
Dames van Olympia uit Tholen in actie, zaterdag tijdens het grote springtoernooi
van de Zeeuws-Brabantse turnkring in de Thoolse sporthal Meulvliet.