Concentratie van waterschappen
kost inwoners alleen maar geld
Toen was er de bevrijding f9)
Onbillijk Tholen-St.Philipsland laten betalen voor anderen
Volop Animo
expositie
verzet 40-45
Donderdag 6 december 1984
EENDRACHTBODE
13
Dijkgraaf I.C. Hage van het waterschap Tholen on
derschrijft niet de hier en daar opduikende gedachte,
dat een verdergaande concentratie van waterschap
pen vele problemen zou oplossen. "Er ontstaan wel
iswaar beheersgebieden met een groter financieel
draagvlak, maar er wordt geen enkele waarborg ge
geven voor een doelmatiger waterkwaliteitsbeheer."
Samengaan met het waterschap Noord- en Zuid-Be
veland betekent volgens griffier J.D. de Korte per
Thools en Fliplands gezin 123 gulden meer aan zui
veringslasten: 3 x 95 in plaats van 3 x 54 gulden per
vervuilingseenheid v.e. De polderlasten zouden iets
omlaag gaan.
Centen opgebracht
Technologische dienst
Onnodig opgeblazen
Ernstig vertraagd
Drainage
Automatisering
Excursie
Wetland
Drie miljoen
voor Oesterdam
Noad positief
tegen Smerdiek
Rolbezem voor
sneeuw fietspad
De bunkeroverval te Stavenisse
Majoor Marsh
Een misleidend
telefoontje
Om 4 uur 's ochtends
v.
Door een voortvarende aanpak is
het waterschap Tholen met de
bouw van zuiveringsinstallaties in
een afrondende fase gekomen, zei
de dijkgraaf. "Daarvan dragen we
zelf de financiële lasten. Het fors
meebetalen aan investeringen bij
andere waterschappen die door
bepaalde omstandigheden nog
aanzienlijke werken moeten uit
voeren, zou dan ook grote weer
standen bij de inwoners opwek
ken. Al te lichtvaardig wordt ve
rondersteld, dat het geringe
draagvlak(de grootte) van de wa
terschappen van invloed is op het
uitoefenen van de taak en de
hoogte van de heffingen. Door
regionale aanpak per waterschap
zijn resultaten bereikt, die in gro
ter verband (misschien) niet be
reikt zouden zijn.
Uit vergelijkbare cijfers binnen de
Zeeuwse waterschappen is niet
gebleken, dat grotere eenheden
leidt tot lagere heffingen. Te een
voudig is de stelling, dat door wa
terschapsconcentratie-en nivelle
ring van de verontreinigingshef
fing de oplossing gevonden is. Het
zou onbillijk zijn, ons waterschap
mee te laten betalen aan investe
ringen bij andere waterschappen
waar de situaties anders zijn dan
bij ons", aldus dijkgraaf Hage.
Hoofdingelande J. Versluijs was
het daarmee volledig eens. "Ik
ben bereid alle betere dingen te
onderzoeken, maar uniformering
van zuiveringslasten betekent niet
anders dan verhoging voor onze
inwoners. De centen voor de zui
veringsinstallaties zijn in deze re
gio opgebracht, vroeger door de
gemeenten, nu door het water
schap. Daarom moeten we de las
ten niet verhogen", aldus Ver
sluijs.
"We zouden het bijzonder be
treuren, als de lasten door con
centratie hoger zouden worden",
zei de dijkgraaf. Ik wil dit echter
voorzichtig benaderen en me niet
begeven in vragen als: doen de
andere waterschappen het wel
goed gezien de hoogte van hun
lasten. We hebben ieder onze ei
gen verantwoordelijkheid. We
willen ook geen negatieve kritiek,
maar alleen positieve. Alle veran
deringen met verdergaande wa
terschapsconcentratie in heel
Zeeland, zie ik echter niet als
gunstig", zei de dijkgraaf.
Dijkgraaf Hage schetste de ont
wikkelingen met de Technologi
sche Dienst van de Zeeuwse wa
terschappen. Volgens het organi
satiebureau Twijnstra en Gudde
zou de dienst meer bestuurlijk ge
wicht moeten krijgen, maar de
nieuwe wet Gemeenschappelijke
Regelingen zou het toekennen
van grotere bevoegdheden volle
dig blokkeren.
Bij het uitstippelen van het toe
komstig beleid dienen volgens de
Thoolse dijkgraaf drie hoofdlij
nen in het oog gehouden te wor
den:
1. de minister acht het van groot
belang dat waterkwantiteits-
en waterkwaliteitsbeheer in
een hand blijven
2. de provincie wil een krachtig
waterkwaliteitsbeheer voeren,
waarbij eenheid van beleid
wordt nagestreefd en de ver
schillen in hoogte van de ve
rontreiniging beperkt blijven
3. de waterschappen hebben zich
op de uitvoering van het wa
terkwaliteitsbeheer ingesteld
en het zou een uitholling van
het waterschap zijn, wanneer
deze taak in andere handen
overging.
Hoofdingelande Versluijs vroeg
zich af, of het argument van de
gewijzigde wet Gemeenschappe
lijke regelingen, niet oneigenlijk
was. "Voor mij is het volkomen
nieuw en onbegrijpelijk". Volgens
de dijkgraaf heeft het wetsont
werp een andere inhoud voor wa
terschappen dan voor gemeenten.
"Twijnstra en Gudde wist het zelf
ook niet. "Hage geloofde het niet,
maar het zou hem goed uitkomen
als Versluijs gelijk zou hebben.
Ook burgemeester Vogel mengde
zich nog in de discussie, maar
helder werd het nog niet.
Alles overwegende concludeerde
de dijkgraaf, dat de huidige wa
terschapssituatie dient te worden
gehandhaafd, tenzij studie op za
kelijke gronden het tegendeel zou
aantonen. Hij vond het verschil in
de zuiveringslasten tussen ver
schillende waterschappen geen
argument voor concentratie. "Dat
verschil is onlosmakelijk verbon
den aan meerdere beheerders. We
zien dat bij tal van andere belas
tingen, waarbij het verschil in de
gemeentelijke onroerend goedbe-
lasting wel het meest sprekende
voorbeeld is. Waar dit verschil bij
andere belastingen als vanzelf
sprekend wordt aanvaard, mag
dat bij de zuiveringslasten niet
onnodig worden opgeblazen", al
dus Hage.
Hij vond dat veranderingen in de
organisatie van het waterkwali-
teits zorgvuldig dienen te worden
bestudeerd en pas te worden uit
gevoerd wanneer een duidelijke
verbetering van de bestaande si
tuatie verwacht mag worden.
Hoewel het zonnetje maandag
middag in het Holland Huis
scheen, had de vele regenval van
de laatste maanden toch voor
vertraging gezorgd bij het delf-
werk en de uitvoering van de wa-
terbeheersingsplan St. Philips-
land.
Het was vaak moeilijk werken
voor de delvers, terwijl sommige
grondgebruikers niet tijdig de
delfstrook vrij hadden. In goed
overleg is waar mogelijk enige to
lerantie betracht om de schade tot
een minimum te beperken. De
achterstand van enkele weken is
weer ingelopen. De bouw van
nieuwe gemalen te Poortvliet en
St. Philipsland gaat onder moei
lijke omstandigheden door. Al
leen het graven van toevoerlei
dingen naar het gemaal te St.
Philipsland is ernstig vertraagd.
Na een vlotte start is het werk
volkomen stil komen te liggen.
Gelet op de capaciteit die de aan
nemer kan inzetten, had dijkgraaf
Hage geeft zorg, dat het werk niet
in de herfst van 1985 opgeleverd
zou kunnen worden.
Hij stipte ook de vernieuwing van
de gemeenschappelijke drainage
aan, waarvoor de dijkgraaf een
rijkssubsidie van 50% verwachtte,
die het waterschap zal moeten
voorfinancieren. Het waterschap
heeft een toezichthoudende func
tie op de instandhouding van ge
meenschappelijke drainage, die
tijdens de herverkaveling om
technische redenen vaak noodza
kelijk was. Bij onderhoud en nog
sterker bij vernieuwing kan dat
aanleiding geven tot conflictsi
tuaties. "Wij zijn daar de laatste
jaren verschillende keren mee ge
confronteerd. De enige juiste op
lossing is vernieuwen van de bes
taande drainage om de naastlig
gende percelen onafhankelijk te
maken.
Om vernieuwing van drainage -
ook voor percelen waar deze nog
redelijk functioneert - te bevorde
ren. hebben we ons in nauwe sa
menwerking met landbouworga
nisaties en gemeente ingezet om
hiervoor een gunstige regeling te
bewerkstelligen. Na een lange en
moeizame voorbereidingsperiode
is enige weken geleden een toe
zegging door de minister gedaan
hiervoor gelden beschikbaar te
stellen.
Voorwaarde is, dat de water
schappen bereid zijn coördine
rend op te treden en plannen op te
stellen ter sanering van bedoelde
situaties. Gaarne zijn we bereid
om hieraan onze medewerking te
verlenen. De organisatie die in
samenwerking met andere instan
ties zal worden opgezet, is in
voorbereiding", zei de dijkgraaf.
Volgens Hage blijkt juist onder
extreme omstandigheden, dat de
automatisering van de gemalen in
belangrijke mate bijdraagt aan
een optimale peilbeheersing. Van
groot belang noemde hij verder
het schoonhouden van de water
lopen om daarmee een snelle toe
stroming van het water naar de
gemalen mogelijk te maken. "Met
voldoening constateren we, dat de
nu gedeeltelijke omschakeling
van chemisch naar mechanisch
onderhoud van de waterlopen
geen nadelige invloed op de
doorstroming van het water heeft
gehad. Te velde staande gewassen
bemoeilijken doelmatig werken,
maar toch slagen we erin naar be
horen te opereren. Hoewel 1 sei
zoen te kort is om een definitieve
uitspraak te doen, is de eerste in
druk gunstig en geeft het vertrou
wen op de ingeslagen weg verder
te gaan", aldus de Thoolse dijk
graaf.
De agenda werd vlot afgewerkt.
Het waren allemaal hamerstuk
ken en zelfs over de begroting
1985 voerde geen enkele hoofdin
gelande het woord. De dijkgraaf
dankte voor het vertrouwen. De
financiële commissie had ook
geen bemerkingen, zo bleek uit
het verslag van griffier de Korte.
E. Hage vond wel, dat de hoofd
ingelanden meer bij het wel en
wee van het waterschap betrok
ken moesten worden. Daarvoor
achtte hij excursies naar grote
werken gewenst, wat een jaarlijkse
traditie zou kunnen worden. Ook
D. Vermaas voelde daarvoor, nu
al tijdens de bouw van de gemalen
bij Poortvliet en St. Philipsland.
"Misschien bij de oplevering",
antwoordde de dijkgraaf. "Het
verbaast me wel eens, dat hoofd
ingelanden onvoldoende kennis
van waterschapszaken nemen,
terwijl ze daar toch ook privé be
langstelling voor zouden moeten
hebben".
M.J. Giljam, hoofd Technische
Diénst, achtte het bezoeken van
de werken met een grote groep
ook moeilijk. "Er is ook weinig
spectaculairs aan te zien. 't Is een
gewoon bouwwerk. Volgend jaar
mei, als de persleidingen door de
dijk zijn, lijkt me een excursie be
ter".
De dijkgraaf vulde aan, dat bij
Poortvliet de vloer is gestort en de
bewapening is aangebracht. Het
gemaal St. Philipsland is bijna al
gelijkvloers. E. Hage hechtte toch
aan zo'n excursie en pleitte er ook
voor om dan de nieuwe zuive-
Van de scholieren was al bekend,
dat mede door de medewerking
van de gemeentebesturen van
Tholen en St. Philipsland een voor
Zeeland ongekend aantal jonge
ren naar de tentoonstelling 'Ver
zet en vervolging 1933-19NU'
kwam kijken. Daarnaast zijn er in
de Koorkerk bij de N.H. Kerk in
Tholen toch ook vele particulieren
geweest. Als men een vergelijking
maakt met Brouwershaven op
Schouwen-Duiveland, waar totaal
600 bezoekers kwamen, dan over
treft Tholen en St. Philipsland dat
aantal met vele honderden. Dat
lukte met de twee hoogste klassen
van de lagere scholen en de vier
scholen voor Voortgezet Onder
wijs, maar zaterdagmiddag waren
er bijvoorbeeld meer dan 125
particulieren bij de tentoonstel
ling. Het liep zelfs nog aardig op
in de laatste dinsdagmiddag. Lang
niet iedereen heeft het gastenboek
getekend, maar 700 particulieren
zijn er in totaal wel geweest. Van
het Voortgezet Onderwijs maak
ten verschillende klassen een pro
ject van de Tweede Wereldoorlog.
Leerlingen stelden veel vragen
aan de begeleiders (verzetsmen
sen uit geheel Zeeland). Met na
me over Tholen en St. Philipsland.
Met name de gepensioneerde ka
pitein Mabelis uit Tholen ge
troostte zich daarvoor de nodige
moeite. Hij was ook in de andere
Zeeuwse regio's op de tentoon
stelling aanwezig. De gemeente
besturen van Tholen en St. Phi
lipsland hebben zich ook van hun
goede kant laten zien, want dat
ging lang niet overal op. Aan de
voorbereiding werd door de
Thoolse gemeentevoorlichter Per
ry Bakx hard gewerkt met colle
ga's van de provincie Zeeland. De
belangstelling heeft de moeite vo
lop beloond.
ringsinstallatie te St. Maartensdijk
te bezoeken en een demonstratie
van een nieuwe machine te bekij
ken.
Over de aanwijzing van de Oos-
terschelde als wetland informeer
de A.G.M. Wisse nog naar het
binnendijks gebied. Volgens de
dijkgraaf wil men tegen de zin van
het waterschap in natuurgebie
den, karrevelden, oude kreken en
zeedijken onder het wetland laten
vallen. De buitenteen van de dijk
moet volgens het waterschap ech
ter de grens zijn, zodat er geen
beperkingen aan de landbouw
gronden gesteld worden. De dijk
graaf meende, dat het toch de
richting uitgaat, dat alle natuur
gebieden onder het wetland zul
len vallen. Er is echter verzekerd,
dat geen enkele beperking aan het
huidige gebruik wordt gesteld.
De voorfinanciering van werken
die met rijkssubsidie uitgevoerd
worden, kwam nog aan de orde.
Het waterschap Tholen had
maandag voor de twee gemalen
900.000 betaald, maar diezelfde
dag kwam het bericht binnen, dat
het rijk 522.000 gulden zou terug
betalen. "We zijn' dan ook opge
werkt naar deze vergadering ge
komen", zei de dijkgraaf. Gemid
deld moet er zo'n half miljoen ge
durende zes weken voorgefinan
cierd worden. Dat geeft rentever
lies - dat moet het waterschap zelf
betalen maar het peil is op dit
moment in ons voordeel, aldus
dijkgraaf Hage van het water
schap Tholen:
De commissie bestuurszaken van
provinciale staten heeft in de be
groting 1985 voor investeringen in
de Oesterdam in totaal
3.038.280,— gereserveerd. Eén
miljoen van dit bedrag wordt ont
trokken aan de algemene reserve;
770.600 gulden aan de reserve
voorzieningen ten behoeve van
het wegverkeer (Dit bedrag is be
schikbaar doordat van de 4%
WUW-reserve in 1985 2% bes
temd wordt voor de quartaire we
gen en 2% voor de Oesterdam).
1.267.680,— komt beschikbaar
uit het secundaire gedeelte van de
na-uitkering WUW en is in 1984
toegevoegd aan de reserve af
schrijving secundaire wegen.
Zaterdag begint het tweede deel
van de KNVB-competitie met de
derby Smerdiek-Noad in de vier
de klas. Sinds de Smerdiekse
overwinning bij de Fliplanders is
er al enige tekening in de kracht
sverhoudingen gekomen. Smer
diek is kampioenskandidaat met
een tweede plaats, Noad zit onde
raan de middenmoot met 6 pun
ten uit 8 wedstrijden.
"Het is ons een beetje tegengeval
len", zegt Noad-trainer Ko Stout-
jesdijk uit St. Maartensdijk. "We
moeten eerst wennen. Misschien
waren de verwachtingen te hoog.
Bovendien viel onze beste speler
Joop Quist al snel weg wegens een
meniscus. Nee, het gaat nog niet
naar wens. Door blessures en stu
die hadden we dinsdagavond
maar een samengeraapt elftal
voor de oefenwedstrijd tegen FSV
(0-0). Tegen Smerdiek zijn Wim
Verhage en mogelijk Frans Stols
er wegens blessures niet bij. Ons
tweede elftal speelt te laag om dat
goed op te vangen".
Stoutjesdijk noemt het terecht, dat
Smerdiek de tweede plaats in
neemt. "Als het meezit, worden ze
kampioen. Ze hebben meer routi
ne, maar hopelijk denken ze za
terdag dat ze de kat al in het bakje
hebben. Dan komen ze bedrogen
uit, want Noad staat op scherp en
probeert zeker een punt af te
snoepen. Onze speelwijze is posi
tief: Noad is vrij aanvallend in
gesteld. Dat is de stijl van onze
jongens: ze zien teveel de goal.
Taktisch moet dat bijgeschaafd
worden, maar voor het publiek is
dat aantrekkelijk, want er vallen
doelpunten. Smerdiek gooit de
zaak na een voorsprong dicht en
aast op een counter. Dat kunnen
wij nog niet", aldus Noad-trainer
en Oud-Smerdiek-speler Ko
Stoutjesdijk.
Gemeentewerken schaft een rol
bezem aan om zo nodig sneeuw te
kunnen ruimen op het nieuwe
fietspad Poortvliet/St. Annaland.
Er blijkt namelijk nog geld over te
zijn van de post gladheidsbestrij-
ding 1984, zo deelde wethouder
Koopman mee in de commissie
openbare werken.
"Ons gezin was ver in het land geëvacueerd en wij kwamen laat terug.
Zelf was ik nog maar 8 jaar en ik heb nooit gehoord dat er die gevechten
rond het Veer te Oud-Vossemeer zijn geweest. Het was daarom bijzonder
boeiend daarvan 40 jaar na dien nog kennis te kunnen nemen". Dat
vertelde ons een geboren Vossemeerder na het lezen van de achtste
aflevering. Hij had het uitvoeriger kunnen lezen in het boekje "Slechts
een plicht", dat ongetwijfeld in de bibliotheken nog wel te leen zal zijn.
Het droevige slot van de gevech
ten te Oud-Vossemeer vond op 6
november plaats op de begraaf
plaats te Sint-Annaland, waar
Bou Kooijman met militaire eer
werd begraven, aan weerszijden
van de baar de gewapende O.D.-
ers. Op de baar een krans van
H.M. de Koningin en van Prins
Bernhard, de bevelhebber der
Binnenlandse Strijdkrachten. Met
de O.D. band om de arm brachten
zijn vrienden een laatste saluut.
Cornelis Franken werd in Bergen
op Zoom begraven. Na die dagen
van groot gevaar moesten de
O.D.-ers andere opdrachten uit
voeren, die hen de keel uithing.
Zeker bij de oorspronkelijke ver-
zetskem. Maar het was wel een
bevel van hogerhand: te arreste
ren N.S.B.-ers die 6 maanden na
de bezetting nog niet uit de "Be
weging" waren getreden, sympat
hiserende leden van de N.S.B.
Leden van N.S.D.A.P., W.A. en
het Vrijwilligerlegioen Neder
land. Verder landwachters, verr
aders, rijksduitsers en nog een
aantal andere categorieën. Veel
moet daarover in dit kader niet
worden verteld. Slechts dat de
"fouten" van geluk mochten
spreken dat ze op Tholen zaten,
waar buitensporigheden zoveel
mogelijk werden vermeden, want
de plaatselijke commandant wen
ste alleen maar rechtspreking via
het wettig gezag. Zo werd het be
ruchte kaalknippen in Tholen tot
een enkeling beperkt, omdat de
verzetsgroep toen te veel andere
zorgen had in Oud-Vossemeer.
Niettemin was vooral de plaatse
lijke commandant blij toen de
provinciale militaire gezagsdra
gers alles omtrent internering
overnamen.
Terwijl de Canadezen verder
richting Moerdijk oprukten, kreeg
de Engelse majoor Marsh, com
mandant van de 274 Anti Tank
Batterij R.A. de opdracht zich met
Tholen en Sint Philipsland te be
moeien. Frontgebied. Die gaf de
oorspronkelijke verzetsgroep
Tholen opdracht de bewakings-
groep tot een 300 man uit te brei
den om de kust Stavenisse - Oud-
Vossemeer te bewaken. Dat was
geen kleinigheid. Met 300 man
komt er vanzelfsprekend kaf on
der koren. Ook bij wat voorheen
de O.D. was. Het leekAvel mooi,
maar was het niet. De" districts en
plaatselijke O.D. commandant
Tholen speelde het met zijn naaste
medewerkers klaar, dat er uit de
bijna 300 mensen peletons werden
gelegerd te Stavenisse, Gorishoek.
Sint Philipsland, Tholen en er één
reseve-peleton overbleef.
Het peleton dat te Stavenisse werd
gelegerd en na elke 12 dagen werd
afgelost, zat het dichtst bij de
frontlinie. Maar ook die te Sint-
Annaland liepen gevaar van te
worden overvallen door Duitse
commando's. Het bewaken ging
zo weken door. De O.D. leiding
werkte zo ongeveer dag en nacht
aan een behoorlijke militaire or
ganisatie. Zowel in Sint Annaland
als aan het Veer te Stavenisse wa
ren Engelse militairen gelegen.
Het O.D. peleton te Stavenisse
bezette de 2e bunkergroep van het
Scheldt, dat was een kilometer of
3 links van het Veer, waar de En
gelse militairen waren onderge
bracht. Vanaf die middelste bun
kergroep lag 2500 meter verder
een tweede O.D. groep links van
de middelste, richting St. Maar
tensdijk.
Ondertussen zakte geleidelijk aan
het water in de Thoolse polders,
evenals in de omgeving Sint Phi
lipsland. Op 16 december kon
men Poortvliet op korte laarzen
bereiken. Steeds omvangrijker
werden de dorre, kale ziltige
vlakten met kapotte huizen, ge
barsten waterleidingen, verwoeste
elektrische-(nog bovengronds) en
telefoondraden. Von Rundstedt
ontketende tegen Kerstmis het
laatste Duiste wanhopige offen
sief en het werd opnieuw span
nend op Tholen en Sint Philips
land, juist omdat hier de vijand
(op Schouwen-Duiveland) nog zo
dichtbij was. Majoor Marsh had
de O.D. inmiddels al betiteld als
de "oranje-brigade". Hij had er
veel respect voor. Maar als het
maart 1945 wordt lijkt er toch een
eind aan te zullen komen. De
naam O.D. was al vervangen door
B.S. (Binnenlandse Strijdkrach
ten).
Op het Sint-Annalandse (oude)
schoolplein bij de kerk bleven de
Engelse tanks en kanonnen ge
reed als de Duitsers alsnog zouden
pogen vanaf Schouwen -Duive-
land aan te vallen. Dan worden op
een donkere nacht aan de kleine
Nol te Sint Annaland drie Engelse
militairen op patrouille door een
Duits commando overvallen en
neergestoken. Ze liggen op de
Sint-Annalandse begraafplaats
als blijvend teken van geallieerde
inspanning voor de bevrijding van
ons land. Drie van de zovele gra
ven in den lande.
Onbekend waren de burgers
eveneens met het feit, dat op ze
kere nacht 2 Thoolse verzetsmen
sen naar Schouwen roeiden om
een groep illegalen op te halen.
De Schouwse groep werd verra
den en 10 mensen werden van hen
op 10 december 1944 opgehan
gen, waarbij de familie moest
toezien.
Het is eind februari - een jaar na
de evacuatie 1944 - dat het peleton
te Stavenisse onder leiding van de
bekwame, vooral onbevreesde
Bram de Hond uit Tholen wordt
afgelost. In zijn plaats komt de
voormalige sergeant van het Ne
derlands Leger, Jacob Moerland
uit Sint Annaland voor 12 dagen
in post Simon II, de bunkers bij
het Scheldt. Hij verdeelt zijn
mannen over post Simon 3, bijna
3 km verder richting Sint Maar
tensdijk. Rechts van hem zitten
een km. of 3 van post Simon II, de
Engelse militairen aan het veer.
Dat is de post "Allon". Er is tussen
de bunkers bij het Scheldt en post
"Allon" bij het Veer telefonische
verbinding aangelegd. Dat is niet
het geval tussen post Simon II en
III. Dagelijks gaat de peletons-
commandant met zijn ordonnans
(die goed Engels spreekt en ver
staat) dan ook naar Simon 3 en
heeft om de paar uur telefonisch
zich neer te leggen. Ze gaan.
Moerland en zijn Engels spreken
de ordonnans. Bij post Allan laten
ze hun laarzen flink dreunen,
want de Engelsen zijn ook nooit
op hun gemak. Ze staan snel
schietklaar. Merkwaardigerwijs
blijkt de bevelvoerder van de En
gelse post aan het veer niets af te
weten van een telefoontje.
Zijn soldaten lachen er maar wat
om. De Engelse officier echter
niet. Dan wordt telefonisch over
leg gepleegd met het hoofdkwar
tier te Sint Annaland (vm. open
bare lagere school). Daar weet
men ook van niks. De vraagtekens
blijven, maar Moerland en zijn
medewerker kunnen weinig an
ders doen, dan ijlings naar de
bunker op het Scheldt teruggaan.
Er valt een pak van hun hart, als
daar alles nog in orde blijkt te zijn.
Bovenop de bunker (zeedijk staan
de 2 wachtposten zoals de vorige
weken in de richting van Schou
wen te turen.) Er gebeurt niks en
als de nacht van 4 op 5 maart in
gaat, is men het telefonisch inci-
teergeweer van Belgische makelij
in stelling. "Kijk", zo stoot de ene
wachtpost zijn maat aan: "daar
gaat de 12e". Iedere nacht tellen
de wachtposten immers de mon
sterachtige gevaarten, die langs
het luchtruim brommen en bur
gers onrust bezorgen: de v'l's.
Hitler had dit wapen aangekon
digd als de beslissing voor de oor
log in zijn voordeel. Het werd
voor het zuidwesten wel de ver
schrikking na de bevrijding. Die
dingen hadden soms de neiging
op hun spoor terug te keren. Wat
een hellewapens waren dat. "Daar
komt de dertiende", zei de wacht
post boven op de Scheldtse bun
ker in Stavenisse in de nog don
kere morgen van 4 maart 1945.
Strengen afweervuur van de geal
lieerden schieten omhoog naar de
V 1Laat ze dat kreng alsjeblieft
neerschieten. Pietsist opeens de
langste wachtpost. Maar ook Piet
heeft het al gezien. Er dommen
enkele meters verder schaduwen
op, vier, vijf, zes... uit het niets zijn
ze daar op eens. "Sta of ik schiet
heraus."! "Nooit" brult Moerland
terug en tot zijn mannen in de
bunker zegt hij: "niet overgeven
jongens, dan sterf je toch". De
vastberadenheid van Moerland
steunt zijn mannen, al zijn er die
innerlijk doodsbang zijn. Weer
vuurt de Duitse mitrailleur en
weer vallen handgranaten voor de
ingang. Een poging vanuit de
bunker nog telefonisch contact te
krijgen, mislukt. De Duitsers
hebben, naar later bleek, eerst de
telefoondraden doorgesneden.
Hield dat toch verband met het
telefoontje van de 2e maart? Zo
ver denken de mannen in de bun
ker niet. Daar is de situatie 90k
niet naar. Moerland pakt, staande
voor de ramen of zo wel men wil
schietgaten, een handgranaat,
trekt af, rekt zich even door het
raam en smijt het ding boven op
de bunker. Het vijandelijk vuur
stopt als de granaat daar ontploft.
Maar een seconde later trilt de
hele bunker en volgt een ontplof
fing als een hevige donderslag. De
Duitsers zijn van hun eigen bun-
contact met de Engelse groep. Als
Moerland na een controle bij Si
mon 3 op de avond van de 2e
maart 19451 de bunkers op het
Scheldt terugkeert, zegt zijn
plaatsvervanger, dat er van de
verbindingsofficier te Sint Anna
land een telefoontje kwam, dat hij
zich nog moet melden in de post
"Allon'VDus aan het Veer bij de
Engelse groep. De wat vermoeide
peletonscommandant na de wan
deling 3 km heen en 3 terug,
bromt wat :"kunnen ze niet door
de telefoon zeggen, wat ze willen".
Het is immers al donker en dan
laat hij zijn mannen niet meer
graag achter. Toch eerst wat eten
en daarvoor heeft Jan de kok pri
ma gezorgd. Hij kent zijn com
mandant, die altijd weer voorop
gaat en tijdens die 12 dagen als het
ware dag en nacht doorsjouwt.
Onder het eten zijn er de vraagte
kens, waarom Moerland naar post
Allan moet komen, want men
werkt normaal alles telefonisch af.
Maar ook voor Moerland was zo'n
geallieerd bevel niet één om naast
dent van de 2e maart vergeten.
Dat was vergeten gebleven, als
niet die nacht Duitse commando's
waren gekomen
Als om 4 uur 's ochtends op de 5e
maart de weer afgeloste posten in
de woonbunker op het Scheldt
binnenkomen, kunnen ze wat
huivierig en slaperig melden:
geen bijzonderheden.
De plaatsvervangend comman
dant noteert het in het "logboek".
In een hoek van de bunker ligt
half ontkleed zijn comrrmndant
wat te pitten. Zijn geladen sten
naast hem op de strozak. De af-
gelosten kunnen tot 8 uur ook wel
een dutje doen. Dan moeten ze
weer op post. Buiten.... in de don
kere nacht, enkele meters links
van de in de bunker slapende
vrienden, zitten 2 posten in de
schuttersputten. De maan dringt
deze nacht niet door het dichte
wolkendek. Meer dan 20 meter
zicht is er dan ook niet. Voor die
twee staat een automatisch repe
brult de langste wachtpost,
ziet de schaduwen wegduiken en
knalt meteen. Dan weigert het re
peteergeweer, "De bunker waar
schuwen", roepen ze beiden gelijk
en springen de dijk af. Maar
slechts Piet brult een minuut later
"alarm". Waar de langste wacht
post bleef, was toen onduidelijk.
Geweldig is de consternatie in de
bunker. Ieder is meteen klaar
wakker. De wapens in de hand.
Commandant Moerland snelt met
zijn geladen sten naar de uitgang
en roept z'n mannen toe hem te
volgen. Buiten klinken geweer
schoten. Waarschijnlijk afkomstig
van de twee andere wachtposten,
die wat verderop waren gepos
teerd, maar nu ook zijn gealar
meerd. Maar Moerland en zijn
mannen komen niet buiten de
bunker, want de eerste handgra
naten ontploffen al voor de in
gang.
Even later brult de Duitse bevel
voerder van boven op de bunker,
terwijl een mitrailleur de ingang
vanaf de zijkant bestrijkt: "kom
kers goed op de hoogte en hebben
een pantservuist door de schoor
steen gegooid. De situatie is nu
ondraaglijk door wegspattend
puin en rook. Toch blijven de
mannen van Moerland vuren, zij
het dat ze vanuit het inwendige
van de bunker daar bovenop niets
kunnen raken. Zo gaat het bijna
een kwartier door. Horen de En
gelsen in de post Allan niet wat er
in post Simon 1 gebeurd? Komen
ze niet ijlings te hulp. Zal die sec
tie in de bunker worden vernie
tigd? Iedereen weet daar nu zeker,
dat hun leven aan een zijden
draad hangt. Tussen de vuurpau-
ze's door klinkt het nog eens: kom
heraus. In de bunker zitten 2
schoorstenen en de vijand krijgt
opeens een idee: ook nog een
pantservuist door die andere
schoorsteen. Weer een knal als
een donderslag. Zijn er nu ge
wonden? Men schreeuwt en kermt
in de bunker en Moerland krijgt
de laatste handgranaat van een
van zijn mannen in handen. Nie
mand kan nog wat zien of horen.
Eind maart 1945 vertrok een grote groep Thoolse oorlogsvrijwilligers naar Frankrijk voor een zesweekse militaire opleiding om vervolgens als hewakings
troepen te worden ingezet in Duitsland. Als afscheid van het Thools gebeuren werd dit plaatje even voor het vertrek naar Frankrijk gemaakt.
Ze zijn stokdoof van de ver
schrikkelijke knallen,. Voor de
ingang smijten de Duitsers een
rookbom. Moerland kreeg tevo
ren een stuk puin van de door de
pantservuist vernietigende tus
senmuur op zijn dijbeen. Hij voelt
het op dat moment nauwelijks.
Nu is er nog maar een manier om
aan de dood te ontsnappen. Dat is
uit de bunker, want bij nog een
pantservuist blijft daar niemand
meer in leven. Buiten misschien
de dood, binnen onherroepelijk.
Vaag ziet Moerland een schaduw
door een raam naar buiten sprin
gen. Later bleek dat zijn ordan-
nans te zijn geweest. Terwijl weer
een rookbom voor de ingang ont
ploft, gooit Moerland de laatste
handgranaat boven op de bunker
en roept tot zijn mannen, terwijl
hij niet eens weet of ze er nog zijn:
nu eruit. Hij ziet een paar scha
duwen en volgt naar hij meent als
laatste in een verwoestende situa
tie die onbeschrijflijk is. Half
hoort hij bovenop de bunker een
stem in het Zeeuws. Die is gevan
gen genomen flitst nog door zijn
hoofd. Dan loopt hij voor zijn
leven met een dijbeen dat niet
goed meewil. Wat zijn de gevol
gen? Dat weet men pas goed de
andere morgen. Van de tien B.S.-
ers waren er twee gevlucht nadat
de 2e pantservuist in een schoor
steen was gegooid. Een derde
volgde, maar werd buiten in zijn
been geschoten. Toch sleepte hij
zich naar Stavenisse. Twee ande
ren slaagden er in post Simon II te
bereiken. Hoe, hebben ze nooit
kunnen navertellen. Een zesde
was de al genoemde ordannans,
die Moerland door het raam zag
springen. Hij bracht het er ook le
vend af. Hoe liep het dan met de
overige vier af? Als commandant
Moerland uit de bunker is onts
napt, houdt even later het vuren
op. Dan komen een paar Duitsers
met schietklare wapens de half
verwoeste bunker in. Ze zijn ook
gehaast en nerveus. Zitten hier
nog partisanen? Terwijl die Duit
sers snel de bunker onderzoeken,
hier en daar over puin springend,
ligt onder een strozak langs de
wand nog een B.S.-er. Ze lopen er
vlak langs en de strozak trilt bijna
van de spanning, die door het
bloed van de man daaronder
gutst. Zelfs het kloppen van zijn
hart zou hem kunnen verraden.
Maar de gehate en nu ook weer
gevreesde vijand schopt tegen
puin, zodat er meer leven in de
bunker is om een hartslag van een
dodelijk angstig mens te kunnen
horen. Ze zijn voorbij, lopen naar
de blandstoffenopslagplaats,
waar ze een korte blik in werpen
en zien ook daar Jan niet, die als
kok dienst deed. Hij verborg zich
achter wat balken en oude rom
mel in dat opslagplaatsje en ook
hier gunden de Duitsers zich niet
de tijd voor grondig onderzoek.
Waarschijnlijk is niet eens de ge
dachte bij hem opgekomen, dat er
nergens gesneuvelden waren
achtergebleven in die chaos. Ku
chend en proestend van de rooki-
nademing verdwijnen de Duit
sers, een ook sidderende kok
achterlatend, die duidelijk de
zwartgemaakte gezichten van de
moffen had geziep, de helmen zag
blinken als een van hen nog met
een lantaarn zwaaide. Het pittige
kokje had seconden van dood
sangst uitgestaan. Acht B.S.-ers
bleken zij het met één gewonde in
het been en allen stokdoof, waar
van Moerland blijvend oorletsel
bleek te hebben opgelopen, maar
het dijbeenletsel, waar het puin
opviel, niet ernstig was. Is het
werkelijk mogelijk, dat 11 men
sen, van alle kanten beschoten en
door granaten bestookt, buiten
door mitrailleurkogels om
zwermd, toch zijn ontsnapt. Ja en
nee. Voor acht wel, maar 2 waren
gevangen genomen. Kees van der
Werff uit Scherpenisse en Goud
zwaard uit Sint Annaland. Er
werd de andere dag in de omge
ving een O.D. band gevonden.
Later bleek die van Goudzwaard
te zijn geweest, die kans had ge
zien in het half uur van de ge
vechten de band weg te gooien.
Hij deed zich bij de Duitsers voor
als te zijn gevorderd door de
"partisanen" en werd later na tel
kens te zijn verhoord in Hamburg
door de Amerikanen bevrijd om
in juni 1945 behouden in zijn
woonplaats terug te keren. Maar
Kees van der Werff, die een geal
lieerd uniform aanhad als oor
logsvrijwilliger (dat was al bij vele
B.S.-ers het geval) en waarvan de
O.D. groep meende, dat die toch
wel als normaal krijgsgevangene
zou worden behandeld, werd
slachtoffer van het Duitse barba
risme. Hij werd laaghartig neer
geschoten en in augustus 1945 met
militaire eer herbegraven te
Scherpenisse. Opnieuw stonden
de makkers uit het verzet en die
van na de brvrijding rond de
groeve van één hunner. Temidden
ook van de diepe rouw en droef
heid van de nabestaanden.
Veel vragen zijn rond die bunke
roverval gebleven. Hadden de
Engelsen aan het veer, hemels
breed zo dichtbij dan helemaal
niets van het geweld gehoord, dat
2,5 km. verder plaats vond. Ja, dat
hadden ze en ze hadden de En
gelse commandat te Sint Anna
land opgebeld. Kunt u telefonisch
contact opnemen met post Simon
II? Dat zouden ze doen, ze belden
de bunker, maar kregen uiteraard
geen gehoor. Verder lieten ze het
blauw, blauw, tot de andere mor
gen werd ontdekt, wat er in de
vroegte had plaatsgevonden. Op
nieuw een overtuigend, maar te
gelijkertijd dramatisch bewijs van
de nog maar halve vrijheid, die
Tholen en Sint-Philipsland van
oktober 1944 tot de 5e mei 1945
beleefden. Wat de verzetskern en
later de veel grotere groep Bin
nenlandse Strijdkrachten op Tho
len en Sint-Philipsland presteer
de, was meer dan gevergd kon
worden. Zo werd ook door hen in
niet geringe mate gepoogd tot de
echte bevrijding bij te dragen.
N iet zonder de offers van jeugdige
medeburgers. Niet zonder leed
dat daardoor families overkwam
met een nooit meer uit te wissen
lidteken. Dat brengt oorlog mee,
waarvan we hopen dat het nooit
meer zal komen.
slot volgt.
\J
V
T