Expressie Donderdag 22 november 1984 EENDRACHTBODE 21 CHRISTELIJKE KLEUTERSCHOOL EN SCHOOL MET DE BIJBEL TE SINT-ANNALAND Vooraf: Groepswerk op onze school ll itgangspunten van onze scholen De 'School met de Bijbel' als basis school: Interne remedial teaching (i.r.t.) "De Chr. Kleuterschool" Ter geleqenheld van de 40ste jaargang van de Eendrachtbode presenteert zich deze week De officiële naam van onze scholen is: Vereniging tot Stichting en Instandhouding van Scholen met de Bijbel op Gerefor meerde Grondslag te Sint-Annaland. Personeel kleuterschool: Mej. J. de Rooij, hoofdleidster en Mevr. A. de Jong-Vooijs Personeel lagere school: klas 1Mej. C.A. den Braven klas 2: Dhr. M. Goedegebuur klas 3: Dhr. L.N. Rottier klas 4/5: Dhr. A P. Kasse klas 5/6: Dhr. E. van Veldhuizen (hoofd) part-time: Mevr. B.M. Fondse-deWaal handwerken: Mevr. J.C. Verspuij-Pauli Aantal leerlingen per 16 oktober 1984: kleuterschool 48 lagere school 130. De "School met de Bijbel' D.m.v. dit artikel willen we u kennis laten maken met de uitgangspunten en de praktijk van het onderwijs op de Chr. kleuterschool en de School met de Bijbel te Sint-Anna land. De beide scholen staan sinds 1 augustus 1982 onder één bestuur. Sinds die tijd werken we ais personelen heel veel samen. We beginnen en ein digen de week samen als team. 's Maandags openen we om de beurt de school week met Schriftlezing, gebed en het zingen van een psalm. Deze opening vindt plaats op de kleuterschool. Vrijdags wordt de weèk op de lagere schooi besloten met dankge bed. Drie of vier maai per maand houden we gezamen lijk een teambespreking. We bespreken dan allerlei organi satorische zaken, zoals b.v. ouderavond, contactavonden, kerstavonden en de schoolrei zen. Ook de schoolkrant vraagt drie keer per jaar onze aandacht. Op de lagere school houden we per jaar 3 contact avonden, waarop de vorde ringen van de leerlingen be sproken worden. Daarnaast hebben we een gezamenlijke kijkavond, twee kerstavonden (één voor de kleuterschool en één voor de lagere school). We hebben als personeel be sloten om vanaf klas 2 één maal per twee jaar op ouder- bezoek te gaan bij alle kinde ren. Op de kleuterschool en in klas 1, worden alle kinderen ieder jaar bezocht. In klas 6 wordt voornamelijk ouderbezoek gedaan bij twijfel over de schoolkeuze. Extra ouderbezoek wordt ge daan i.v.m. ziekte en leer- en/of gedragsmoeilijkheden. Dit om het contact school- ouders te bevorderen. Toch neemt bovenstaande niet de belangrijkste plaats in. Het belangrijkste vinden wij het lesgeven zelf. Daarom zijn wij in de teambesprekingen ook de meeste tijd bezig met het inhoudelijke van de school: Het Schoolwerkplan. We hebben afgelopen jaar de tijd besteed aan het onderdeel 'INFORMA TIE VER WER KING". Van het werken met platen en platenboeken (kleu terschool) tot en met het zelf standig werken met naslag werken en informatieve boe ken en het maken van versla gen (klas 6). We hebben ons ook een jaar gebogen over het werken in groepen en over het school werkplan Bijbelse Geschiede nis. (Dit alles van kleuter school tot en met klas 6). Hierbij werden we geholpen door een schoolbegeleider van het B.G.S. (Begeleidingscen trum voor Gereformeerd Schoolonderwijs). Dit jaar zullen we veel team besprekingen moeten gebrui ken voor het schrijven van een schoolwerkplan, zoals de mi nister het vraagt om per 1 au gustus 1985 de basisschool te kunnen vormen. I. Elke klas heeft zijn eigen les rooster en elke kleuterklas zijn eigen schema van werkzaam heden waarop de leervakken vermeld staan. U zult ze onge twijfeld nog wel kennen, b.v. het vak: Bijbelse geschiedenis, rekenen, taal, aardrijkskunde, geschiedenis enz. De vakken van de kleuterschool (die noe men we de ontwikkelingsge bieden) zullen u misschien wel minder bekend zijn, n.l. bv. godsdienstige vorming, wer ken met ontwikkelingsmate riaal enz. Maar de aandachtige lezer heeft, denk ik, al opge merkt dat het vak "groeps werk" ontbreekt op het les rooster. Inderdaad! Toch vinden wij het van bijzon der belang dat onze leerlingen leren werken in groepen, ook al staat dat niet vermeld op ons lesrooster. En dan niet alleen de oudste leerlingen, b.v. in klas 5 en 6, maar van jongsaf aan. Groepswerk begint al op onze kleuterschool! Dus het groepswerk is geen vak apart voor een bepaalde klas, maar moet gezien worden als een manier van werken binnen de gehele basisschool. Deze ma nier van werken kan toegepast worden bij vele vakken/ont wikkelingsgebieden. Aan groepswerk wordt misschien niet dagelijks, maar dan toch wel degelijk wekelijks gedaan in de klassen. Dat is wel aardig zult u wellicht denken, maar waarom vinden we dat groeps werk door leerlingen op onze school zo belangrijk? Wel, dan komen we als eerste weer te rug op het uitgangspunt: op- voedingsdoel van ons onder wijs n.l.: de leerlingen te leren hun gekregen talenten te ont plooien tot eer van God èn tot heil van hun naaste, te leren om dienstbaar te zijn. Concreet, naar onze schoolsi tuatie toegerekend wil dat zeg gen dat we d.m.v. groepswerk de leerlingen willen leren: - samen te werken en elkaar te helpen - luisteren naar elkaar - rekening te houden met el kaar - te organiseren - zelf na te denken - samen verantwoording te dragen Groepswerk is dus een hoge vorm van de sociale ontwikke ling binnen de school. Zoals reeds eerder is vermeld is het een bepaalde manier van wer ken binnen de gehele school. We hebben ons dan als leer krachten meerdere malen ver diept, tijdens teamsvergade ringen, in de manier van wer ken, wat betreft het groeps werk (en wordt ook beschreven in ons schoolwerkplan). B.v. wat wordt er in de kleuter school aan groepswerk ge daan? En hoe gaat men daar in de eerste klas mee verder? Wat zijn de aktiviteiten in de 2e, 3e klas enz.? En wat willen we be reikt hebben in de 6e klas? Wat moeten de leerlingen dan mi Wij zien de mens door God ge schapen als redelijk-zedelijk schepsel, als van nature dood in zonden en misdaden, onbe kwaam tot enig geestelijk goed en geneigd tot alle kwaad. "Kinderen des toorns", zoals in het doopformulier staat ver meld, "zodat wij in het rijk Gods niet kunnen komen tenzij wij van nieuws geboren worden". Enerzijds leggen wij de nadruk op het verderf en de ellende van de mens, anderzijds op de noodzakelijkheid en mogelijk heid van wedergeboorte en bekering, de verlossing in Christus en de eis van een dankbaar leven tot eer van God. In principe zullen alle vakken en ontwikkelingsgebieden van bovenomschreven levensop vatting uit moeten gaan. Als zeer wezenlijke onderdelen gelden daartoe vooral: Het onderwijs in de Bijbelse Geschiedenis, de Zendings- en Kerkgeschiedenis. Iedere mor gen wordt het eerste lesuur nimaal kennen en kunnen? Zo hebben we samen groepsre- gels vastgesteld over het spre ken tijdens groepswerk, het formeren van groepen, het lei derschap tijdens het groeps werk, strafmaatregelen bij overtreding van de regels enz. Verder werkten we samen aan het samenstellen van een be paalde opbouw binnen het groepswerk (van 4 tot 12 jari gen) b.v. wat betreft het leider schap tijdens groepswerk: bij 4-8 jarigen is er nog geen sprake van een specifieke leider. Er is hoogstens sprake van spontaan leiderschap, maar bij de 8-12 jarigen kan een leerling al duidelijk als leider van de groep functione ren. Tenslotte: in de onderbouw van de school wordt nog veel in tweetallen gewerkt en ge speeld tijdens groepswerk, in de hoeken van de kleuterklas met constructiemateriaal, ex pressiemateriaal, rekenspellet- jes, taalspelletjes, enz. In de bovenbouw wordt er in grotere groepen gewerkt; denk aan groepsopdrachten bij aar drijkskunde, geschiedenis, te kenen, handenarbeid, enz. Hopelijk is het nu duidelijk ge worden wat groepswerk in houdt op onze school en waar om we deze manier van werken zo belangrijk vinden! Evenals volwassenen zijn kin deren erg verschillend. Een ieder heeft bepaalde talenten van de Schepper ontvangen. Het is onze opdracht om onze talenten zo goed mogelijk te ontplooien, ten dienste van God en onze naaste. Binnen ons onderwijs trachten wij zo veel als mogelijk is rekening te houden met de verschillende gaven en talenten van de kin deren in onze klas. Het is vol gens ons niet juist om van een boven normaal begaafd kind hetzelfde te vragen als van een zwakbegaafd kind. Het is prak tisch gezien ook niet mogelijk om van deze kinderen evenveel werk binnen dezelfde tijd te vergen. Daarom hebben we gezocht naar een werkwijze waarbij met deze verschillen rekening wordt gehouden. Het duidelijkst komt deze werkwij ze naar voren bij de vakken re kenen en taal. Hierna zetten we kort uiteen waaruit deze werk wijze bestaat. Alle leerstof is verdeeld in stukken. Het eerste stuk van de les of taak noemen we de basisstof. Deze leerstof wordt door alle kinderen ge maakt, meestal na klassikale uitleg. Dit noemen we de A- stof. Kinderen die hiermee klaar zijn kunnen verder naar Kinderen met meer talenten moeten deze ook ontplooien. Ze moeten meer werk inleve ren en er worden zwaardere eisen gesteld. Door de manier van becijferen komt er ook een rechtvaardigere verdeling tot stand dan wanneer men voor alle kinderen dezelfde norm hanteert. De laatste jaren zien we overigens ook bij het voort gezet onderwijs deze manier van werken ontstaan. Ook daar kan men op verschillende ni veaus examen doen en wordt dit op de cijferlijst vermeld. "In de leeshoek" (klas 3) het volgende gedeelte van de taak of les. Zij beginnen hier mee aan de B-stof. Er zijn ech ter kinderen die hun handen voi hebben aan de A-stof. Zij gaan dan niet meer verder. Meestal hebben zij ook veel meer tijd nodig dan de ande ren. De kinderen die de B-stof afgemaakt hebben kunnen verder met het derde stuk, de C-stof. Deze C-stof is natuurlijk maar voor een klein deel van de klas haalbaar. Niet alleen moet je dan vrij snel werken, maar de C-stof is ook een stuk moei lijker dan rest van de taak. Daarnaast moeten deze kinde ren het extra werk zoveel mo gelijk zelfstandig maken, dus zonder hulp van de leerkracht. U zult zich afvragen: Hoe weten de ouders nu hoe hun kind heeft gewerkt? We maken dat kenbaar op het rapport door voor de cijfers van de betref fende vakken een a, b of c te plaatsen. Een c8 voor rekenen b.v. betekent dat het kind steeds de C-stof maakt en dat hij gemiddeld op het niveau van een 8 zit. Daar „komt dan nog bij dat kin deren die de C-stof maken ook zwaarder beoordeeld worden dan kinderen uit de A- of B- groep. We hanteren dus niet voor alle kinderen dezelfde norm. Tenslotte zij opgemerkt dat kinderen bij verschillende vak ken natuurlijk verschillende prestaties leveren. Het kan b.v. voorkomen dat een kind voor rekenen een c en voor taal en lezen een b op het rapport heeft. Ook komt het regelmatig voor dat kinderen van niveau wisselen. De grote voordelen van deze werkwijze zijn vol gens ons de volgende: De taak die het kind krijgt is aangepast aan zijn vermogens. Daardoor kan bijna elk kind de taak bin nen de bepaalde tijd afmaken. U wordt op allerlei manieren voorgelicht over de basisschool die per 1 augustus 1985 een feit zal moeten zijn. Ook voor onze scholen (Chr. Kleuterschool en de School met de Bijbel) zullen er per 1 augustus 1985 veranderingen plaatsvinden. Vooruitlopend op de toekomstige basisschool zijn de besturen van beide scho len ruim twee jaar geleden geïntegreerd. Sinds die tijd hebben we als personeel regelmatig gezamenlijke personeelsvergaderingen. Eén van de belangrijkste punten van bespreking op die vergade ringen is het toekomstige schoolwerkplan. Hierin wordt de praktijk van het lesgeven vastgelegd, (hoe, waar, waarom enz.) Per 1 augustus 1985 zullen de beide scholen die dan samenge voegd zijn tot één school met de Bijbel een eenhoofdige leiding krijgen. Uiterlijk zult u niet zoveel merken van al die veranderingen. De School met de Bijbel zal in twee gebouwen gevestigd blijven, ook nadat de basisschool een feit is. U begrijpt dat het in een tijd van bezuinigingen niet haalbaar is om de lagere school uit te breiden om daar de kleuters onder te gaan brengen. Hoewel één gebouw ideaal is, moeten we niet denken dat daar de basisschool mee staat of valt. Het komt immers veel meer aan op de praktijk van het lesgeven, Het omgaan met de kinderen, de contacten met de ouders, het samenwerken van het personeel, de begeleiding van moeilijk lerende kinderen etc. Wat zijn nu eigenlijk de eisen die door de nieuwe wet aan de basisschool worden gesteld? In de brochure "Daar komt de ba sisschool" een uitgave van het Ministerie van Onderwijs en We tenschappen, worden ze als volgt omschreven: - kinderen krijgen de kans naar eigen aanleg en tempo te leren. - de ontwikkelingen van de kinderen moet zonder onderbrekin gen plaatsvinden. - het leven op school moet aansluiten bij het milieu thuis en de buurt. - de kinderen moeten zelfstandig leren werken en nadenken en met anderen leren samenwerken. - ze moeten niet alleen met hun hoofd, maar ook met hun han den leren om te gaan. - ze moeten leren niet alleen dingen na te doen, maar ze zelf ook te bedenken. Deze eisen zijn heel anders dan wat vroeger in de wet beschreven stond. Eén ding trachten we als bestuur en personeel voor ogen te houden n.l. dat onze opdracht dezelfde zal blijven als in de 'oude' kleuterschool en de lagere school. We mogen ons niet al te zeer in beslag laten nemen door de vernieuwingen, opdat de hoofdop dracht niet vergeten worde. "In de poppenhoek op de kleuterschool' aan deze vakken gewijd. Nieu we opvattingen over wereld- en levensbeschouwing mogen voor de kinderen niet altijd "doodgezwegen" worden, maar moeten getoetst worden aan de Bijbel en de daarop ge gronde belijdenisgeschriften. Dit kan gebeuren in kring-, leer- en of klassegesprekken op het niveau van de kinderen. Het "Er staat geschreven" is dan de norm, wil men de kin deren eerbiedig doen buigen voor het gezag van Gods Woord. Op onze scholen dient, voort bouwend op de opvoeding in het gezin, gewaarschuwd te worden tegen de vervlakking van het Christelijk levenspa troon. Leer en leven moeten immers een eenheid worden. Handhaving van een goede or de en een prettige sfeer in de school trachten we te verwe zenlijken. Verder vinden we ook netheid, beleefdheid en hulpvaardigheid zaken van het grootste belang in onze scho len. Dit alles kunnen we niet in eigen kracht bereiken, enkel onder beding van Gods gena de. Voordat het kind op school komt, heeft het al een hele ontwikkelingsperiode achter de rug. Immers in deze 4 jaar heeft het kind al wel zoveel geleerd, dat de grondslag al gelegd is voor zijn verdere ontwikkeling. Het heeft zijn omgeving verkend, het heeft ervaringen opge daan, het heeft zijn gevoelens wéér kunnen geven en het heeft veel indrukken ontvangen van de hem omringende wereld. Heel deze tijd heeft het kind de gelegenheid gehad veel ken nis op te doen en veel informatie te verwerven in z'n eigen veilige omgeving. En als het goed is, dan zal het kind ook de mogelijkheid gebo den moeten worden om die kennis tot uiting te brengen. Deze uitingsmogelijkheid noemen we expressie. Gelukkig voor de kinderen, bieden de ontwik kelingsaspecten (een aantal) op de kleuter school en verschillende vakken op de lagere school, allerlei mogelijkheden om de expressie volledig te kunnen ontwikkelen. Op onze scholen is het onderwijs op dit gebied, zeer doelgericht afgestemd' Wel moeten we als leerkrachten ervoor zorgen, dat het kind zich veilig en vertrouwd voelt en dat ieder kind ook volledig wordt geaccepteerd zoals het is. Pas dan, in zo'n sfeer en omge ving, zal het kind zich kunnen en durven uiten - tot expressie kunnen komen. We zullen beginnen met een onderdeel van de middelen tot expressie, waaraan op onze scholen veel aandacht wordt besteed en wel: "Het tekenen". Uit de kindertekening kunnen we veel te weten komen. We kunnen daaruit opmaken in welk stadium het kind zich bevindt. Tekent het kind nog primitief, schematisch, komt er al bewe ging in of is er al gebruik gemaakt van de ruimte? De eerste twee vinden we terug in de kleuter school en ontwikkelen zich verder naar bewe ging en ruimte toe op de lagere school. Al deze fasen worden op de voet gevolgd en ook ont wikkeld. Om al zijn gevoelens, zijn kennis en indrukken op een goede manier en tot zijn recht te kunnen laten komen is het nodig om de technieken die bij de teken-materialen beho ren de kinderen aan te leren. We noemen er enkele: kleuren (met potlood en vetkrijt) schil deren door middel van kwast, penseel en vin gers, tamponeren: met kwast, inkt of verf. sja bloneren - waarbij de omtrek van wasco uit wordt geveegd, spatten met inkt, enz. Op onze scholen kunnen de kinderen vrij te- kekenen naar een opdracht, meestal gebon den aan een belangstellingsles of project waar we mee bezig zijn. De kleuters krijgen natuur lijk eenvoudiger opdrachten uit te voeren dan de oudere leerlingen, want op de hoogste klassen worden alle technieken nog beter toe gepast en uitgediept, zodat deze leerlingen ook moeilijker opdrachten te verwerken krijgen die bij de leeftijd en ontwikkeling past. Er is niet alleen tekenmateriaal op onze scho len, maar er zijn nog meer expressiematerialen waar de kinderen, in ruime mate gebruik van kunnen maken. Aanwezig is klei om te boetse ren, karton, allerlei soorten papier, lapjes om te plakken en stof te versieren. Ook kosteloos materiaal als: dozen, stokjes, kurken, draad, knopen, doppen enz. is bijzonder geschikt om de feitelijke wereld van het kind uit te beelden. In de bovenbouw van de lagere school komt er ook nog houtbewerking bij. Van alle produc ten, die de kinderen tijdens expressie hebben gemaakt, kunnen we verschillende bewonde ren achter in de gang van de lagere school, waar een tentoonstellingsruimte is gecreërd. Een andere mogelijkheid om tot expressie te komen vormt de muziek. Tijdens de muzikale vorming worden de kinderen in de gelegenheid gestel zo met muziek om te gaan dat ze er vreugde aan beleven. Het ritmisch en maatge voel wordt ontwikkeld, ze leren om te gaan met muziekinstrumenten en deze bespelen. Door middel van bewegingen en het gebruik van muziekinstrumenten, kan het kind zijn gevoe lens uiten. Op de kleuterschool zoekt het kind al spelend zelf de melodie op de daarvoor be stemde muziekinstrumenten en gaat daarbij af op zijn gehoor. Op de lagere school wordt er muziek gegeven m.b.v. de methode "Spelend zingen, zingend spelen". Op beide scholen is een behoorlijk assortiment van muziekinstru menten, die zo vaak mogelijk tijdens de lessen worden gebruikt. Naast de bovengenoemde facetten van ex pressie kunnen we nog lichamelijke oefening en handwerken noemen. Van klas 1 t/m 6 wordt iedere vrijdag handwerken aan de meis jes gegeven door een handwerkonderwijzeres. De meisjes leren dan breien, haken, enz. Ook leren de meisjes in klas 6 de naaimachine te gebruiken. zult ondertussen wel begrepen hebben dat het onderdeel expressie in het hedendaagse onderwijs (echt niet alleen op onze scholen) een voorname plaats inneemt. Bovenstaande term zal voor de meeste lezers een onbekend begrip zijn. We zouden het vrij kunnen vertalen met "hulp aan kinderen met leermoeilijkhe den". Deze vorm is o.i. wel één van de meest wezenlijke aspecten van een School met de Bijbel waar het gebod gekent wordt: God lief te hebben boven alles en onze naaste als onszelf". Daarbij is er voor ons de op dracht om iedere leerling te le ren met zijn ontvangen talen ten te woekeren. Maarhulp bieden aan kin deren met leerproblemen is geen gemakkelijke of vanzelf sprekende zaak. Vandaar dat twee leerkrachten in het schooljaar '81-'82 een cursus hebben gevolgd, uitgaande van het Begeleidingscentrum voor Gereformeerd Schoolon derwijs (B.G.S.). Over wat er allemaal op die cursus is be handeld, gaat het niet in dit stukje. Het gaat nu om het hulp bieden in de praktijk. Na het afsluiten van de cursus hebben we als personeel een plannetje ontworpen om hulp aan kinderen met leermoeilijk heden in de praktijk toe te pas sen. Uit dit plannetje wullen we u graag het volgende doorgeven: - Leerlingen die te kampen hebben met moeilijkheden op het gebied van rekenen en taal worden getest. Hier voor zijn speciale testen beschikbaar. - Nadat de leerlingen getest zijn, wordt er een behande lingsplannetje opgesteld. Materiaal wordt gezocht. Tevens wordt bekeken op welk tijdstip de hulp gege ven kan worden. Ook pro beren we vooraf de duur van de hulp te bepalen. - Vervolgens komen we tot het uitvoeren van de plan nen. De kinderen krijgen de hulp voornamelijk in de klas. Daarnaast begeleidt het schoolhoofd op de dag dat hij vrijgesteld is van les geven, leerlingen in het 'ka mertje'. Dit gebeurt meestal onder de reken- en taaiu ren. Een andere mogelijk heid is om het kind, even tueel in overleg met de ou ders, na schooltijd bij te werken. - Ook een onderdeel van re medial teaching is het ver vaardigen van toetsen. Bij de rekenmethode b.v. heb ben we eindtoetsen ge maakt. D.m.v. deze toetsen wordt de basisstof twee keer per jaar getoetst. 'Uit vallers' komen nu zeker boven water. De gegevens worden vermeld op een overzicht waarop tevens het probleem omschreven kan worden. De toetsen zijn zo samengesteld dat meteen duidelijk is in welke taak de leerling de stof niet be heerst. Om kinderen op een efficiënte wijze hulp te bieden, komt er heel wat om de hoek kijken, zoals u ondertussen wel be grepen zult hebben. "De eerste woorden in klas 1

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1984 | | pagina 21