Nog een keer een hoogaars bouwen... DE EVACUATIE 1944 veertig jaar geleden Stijging waterafzet r Wens Scheepswerf Van Duivendijk in Tholen 18 EÊNDRACHTBODE Donderdag 3 mei 1984 "Een nieuw houten schip bouwen, hier op de werf in Tholen, helemaal vanaf de kielbalk tot en met de tuigage. Dat zou natuurlijk iets fantastisch zijn. Dan zou ik een hoop van de fijne kneepjes, die ik weet nog aan dejongens kunnen doorgeven. Wantje kan nog zoveel over het bouwen van houten schepen in een boek neer schrijven, de kneepjes van het vak leer je alleen in het doen. Maar ja, een nieuw schip bouwen zit er tegenwoordig gewoon niet meer in." Spijt klinkt door in de stem van scheepsbouwer-in-ruste Dirk van Duivendijk. In 1983 steeg de waterafzet bij WMZ, waartoe het eiland Tholen behoort met 3,7% en kwam hiermee op rond 42 miljoen m3. WMZ verwacht dat het grootste deel van deze stijging een incidenteel karakter draagt en hoofdzakelijk het gevolg is van het mooie zomer weer. Gemiddeld 238 m3 Wat een kleine wereld. Een periode van beroering (7) J Aardbeien-ruzie ook hier in de Schoolstraat te Scherpenisse, waar thans de oude school is afgebroken om plaats te maken voor de duurde dat overigens niet, want In zwempak Oorlogseinde geprofiteerd. (54) en Dirk (48), die nu met zijn drieën de scheepsbouwtraditie van de familie Van Duivendijk voortzetten. De vierde generatie Van Duivendijk op de Thoolse werf. In 1871 stichtte de over grootvader van het driemanschap, dat momenteel de scepter zwaait, de werf in het hoekje van de Tfroolse haven, op de plaats waar al eerder een scheepswerfje was geweest. Hoogaarsen, botters en schouwen verlieten de werf in een gestadige stroom. Overgrootvader Van Duivendijk werd opgevolgd door zijn zoon en die leerde zijn eigen zoon Dirk van Duivendijk weer het vak. Met zes klassen lagere school en een lekenschool was het met het leren wel gebeurd. "Die tekenschool was van 't Nut van 't Algemeen. Scheepsbouwte- keningen, daar had de leraar geen kaas van gegeten, dat kwam ei genlijk vanzelf. Verder leerde je het vak op de werf. Je groeide er op en leerde van vader. Zo heeft mijn zoon het vak geleerd en m'n kleinzoon is eigenlijk ook niet zo'n student, die zit nu al altijd op de werf. Over de opvolging in de toekomst hoef ik dus niet somber gestemd te zijn", constateert Dirk van Duivendijk. De werf van Van Duivendijk heeft naam gemaakt als bouwer van hoogaarsen. Van alle schepen, die in de loop der tijden in Tholen werden gebouwd, bestond 90 procent uit dit scheep- stype. Een goed zeilend schip, ge makkelijk manoevreerbaar en bij uitstek geschikt voor de Zeeuwse wateren, aldus Dirk van Duiven dijk. Ook is er op de werf heel wat gerepareerd. Bijvoorbeeld de bla zers van de vissers uit Goedereede en veel hengsten. Van Duivendijk wil best even af rekenen met een kennelijk wijd verbreid misverstand. Namelijk, dat protestantse Zeeuwse vissers in die tijd alleen een schip bestel den bij een protestantse werf. Dat wil zeggen: Van Duivendijk of Meerman in Arnemuiden. De katholieken zouden op hun beurt alleen een schip bestellen bij Ver ras in De Paal of De Klerk in Kruispolder. "Pure nonsens", vindt Dirk van Duivendijk. "Van dat soort dingen hebben we hier nooit wat gemerkt. Er waren mensen van hier die een schip in Kruispolder lieten bouwen en ook het omgekeerde kwam voor. Dat had met godsdienst niets te ma ken. En wat maakt het nou eigen lijk voor verschil met de gods dienst. Als je naar Rotterdam wil, kan je over Dordrecht gaan, maar ook over de andere kant. In Rot terdam komen, doe je allebei. Als je begrijpt wat ik bedoel". Dat bouwen van een houten schip was vroeger een karwei, dat wel enigszins anders in zijn werk ging, dan tegenwoordig. Van Duiven dijk: "Er werd een tekening op gezet en vervolgens een model gemaakt uit lagen hout. Als de vorm juist was, werden die lagen weer uit elkaar gehaald en van die lagën kwam pas de definitieve werktekening tot stand". Die nieuwbouw is nu dus afgelopen. Sinds 1940 zijn er nog maar een viertal nieuwe houten schepen van de werf van Van Duivendijk te water gegaan. Het is tegen- Terugblikkend op een leven tus sen hoogaarzen, hengsten en bot ters, zittend in de kamer waar hij 69 jaar geleden werd geboren, midden op de scheepswerf Firma M. van Duivendijk, weggedoken in een hoekje van de haven Tho len. Een rustiek scheepswerfje, zoals er eens vele honderden wa ren: een houten overkapping met een helling voor platbodems, een werkschuur die zo'n 200 jaren oud moet zijn en een bejaard woon huis, waar vroeger de eigenaren van de werf woonden, nu "gede gradeerd" tot een soort kantine. Halfmodellen, werktekeningen, wat vergeelde prenten en krante artikelen vertellen iets uit het rijke verleden van de Thoolse werf Van Duivendijk. Eigenlijk om te zien al een beetje een museum, maar niettemin een werf die nog springlevend is. Vijf jaar geleden hield Dirk van Duivendijk - samen met zijn broer Simon (80) eigenaar van de werf- er officieel mee op, maar sinds dien is hij nauwelijks een dag weggeweest. Karweien op de werf is zijn lust en zijn leven, maar dan wel klusjes waar hij zin in heeft. Er moet vooral geen haast bij zijn. Als ik zin heb om er 's middags om 4 uur mee te stoppen, dan doe ik dat". En nog een beetje als vraagbaak voor zijn zoon Melis (43), en de twee zoons van zijn broer. Melis woordig meest reparatiewerk, boeiend genoeg overigens. Vooral als het om een groot karwei gaat, waarbij een deel van een schip gerenoveerd moet worden. De Van Duivendijken hebben net zo'n klus achter de rug aan de hengst Zeeleeuw, die begin deze eeuw in De Paal of Kruispolder is gebouwd. Dat schip heeft vanaf oktober in de schuur gelegen en heeft in die tijd een aantal nieuwe gangen en een nieuwe kuip ge kregen. Eén van de grotere kar weien in hout. Ook ziet de Thool se werf regelmatig schepen terug die daar vroeger zijn gebouwd. "Als je op tijd naar de werf gaat. met zo'n schip, gaan ze vreselijk lang mee. Maar het onderhoud moet goed gebeuren, geen ge knoei van amateurs. In Zeeland zijn eigenlijk nog maar twee adressen, waar ze een houten schip goed kunnen behandelen: bij Meerman in Arnemuiden en hier dan", zo meent Dirk van Duivendijk. De Thoolse scheepsbouwer in ruste zegt veel respekt te hebben voor de tientallen enthousiaste lingen, die zich tegenwoordig in spannen om oude zeilschepen te behouden. "Respekt heb ik er ze ker voor en er zitten prima schip pers tussen, maar van scheeps bouw en onderhoud plegen heb ben ze toch geen kaas gegeten. Als ik zo rond het IJsselmeer van die schepen soms zie liggen, zou ik toch niet altijd aan boord durven. Zo raar is er soms gerommeld". De nieuwe materialen, die in de scheepsbouw hun intrede hebben gedaan kunnen bij Dirk van Dui-, vendijk maar Weinig enthousias me teweeg brengen. Reparaties aan polyester schepen, die ook op de Thoolse werf met grote regel maat terugkomen, mijdt hij. Daar loop ik wel met een boog omheen, laat Van Duivendijk weten. Er zijn genoeg andere klussen die zijn interesse wel hebben. Maar een nieuw schip bouwen, dat zal wel een onvervulde wens blijven. "Commercieel is zoiets eigenlijk .niet meer haalbaar. Dan zou'er Dirk van Duivendijk (de jonge). gesubsidieerd moeten worden en dat is uiteindelijk niet de juiste weg. Als werf voor jezelf zo'n schip bouwen, kan je ook niet aan beginnen, want dan moetje ander werk laten liggen. Maar voor de jongens zou het prachtig zijn. Ze zouden zo'n klus nu ook al prima voor elkaar krijgen, daar is geen twijfel over. Maar ik zou toch nog heel wat kunnen vertellen. De fij- ne kneepjes..." Melis van Duivendijk De exploitatielasten beliepen in totaal rond f77,4 miljoen, tegen f77,6 miljoen in 1982, terwijl de exploi tatiebaten toenamen van 77,5 miljoen in 1982 tot 81,5 miljoen in 1983. Het voordelig exploita tieresultaat werd daardoor 4.077.000,— tegen een nadelig resultaat van 109.000,— in 1982. Aangezien er echter in 1982 nog een voordelig saldo werd behaald uit de post "overige baten minus lasten" van 528.000,— en in 1983 een nadelig saldo uit die zelfde post van 3,6 miljoen kon het verslagjaar worden afgesloten met een voordelig resultaat van 488.000-, tegen 419.000,- in 1982. Na toerekening van 186.000,— rente aan de egalisa tiereserve resteert een bedrag van 302.000,— dat aan de egalisa tiereserve is toegevoegd. Het uit de jaarrekening 1983 blij kende financiële resultaat is goed; voor een gezonde bedrijfsvoering is een positief resultaat noodza kelijk, aldus de WMZ. In tegen stelling tot voorgaande jaren bleef een duidelijke lastenstijging achterwege, waardoor het nadelig exploitatieresultaat omsloeg in een positief exploitatieresultaat. Voor de toekomst wordt echter wel weer een lastenstijging ver wacht. Naast de inflatie vloeien deze voort uit de volgende fakto- WMZ schrijft af op historische kostprijs. Vervanging van al geruime tijd in gebruik zijnde aktiva zal een steeds grotere rol gaan spelen, waardoor de lasten zullen stijgen. De nog steeds voortgaande toename bij het kleinverbruik leidt tot extra investeringen in het wijdvertakte leidingnet. Het stichten van vervangende produktie - voor de waterfa- briek - zal leiden tot een las tenverhoging. Dit neemt echter niet weg dat WMZ, in deze in economisch op zicht voor onze afnemers moei lijke jaren, er naar streeft de ta riefverhogingen beperkt te hou den. Naar de huidige inzichten zal voor de eerstkomende jaren - in dien zich geen onverwachte ge beurtenissen voordoen - de tarief verhoging niet hoger behoeven te zijn dan het inflatiepeicentage, mogelijk zelfs incidenteel lager of zelfs nihil. Tarieven De tarieven voor waterlevering werden per 1 januari 1984 met gemiddeld 3% verhoogd voor het huishoudelijk gebrtlik (tegen 4,4% in 1983). Eind 1983 was het aantal abon nees 164.578 tegen 163.000 eind 1982. Het aantal personeelsleden bedroeg 292. De totale lengte van het leidingnet is met 14 km. toe genomen tot 4.694 km. De ge middelde verkoop per abonnee steeg van 233 m3 in 1982 tot 238 m3 in 1983. Als gevolg van toetreding van de gemeenten Middelburg en Hal steren moeten de 2146 WMZ- aandelen herverdeeld worden. Dat gebeurt op basis van het aan tal inwoners, waarbij één aandeel per 161 mensen beschikbaar is. Tholen had 133 aandelen, maar daalt door de herverdeling naar 119. Sint-Philipsland is bij de Brabantse watermaatschappij aangesloten. "Met open armen werden we in Amsterdam ontvangen", zo ver telt een nu al hoogbejaarde maar nog pientere 1944-evacué. "Maar veertien dagen later moést je wel steeds je hand op je portemonnee houden", vulde hij wat lakoniek, maar ook wat sarcastisch aan. In derdaad was op een enkel eca- vuatie-adres de liefde en de gast vrijheid al snel bekoeld. Er waren er met name in de grote steden, die dachten te kunnen profiteren van de evacué's van het platte land. Daar was het immers in 1944 nog een luilekkerland in vergelij king met de toen al komende voedselzorgen in de grote steden. Maar met die uitzonderingen in den lande mag bepaald niet wor den gegeneraliseerd. Bij een veel groter aantal landgenoten werd men zonder egoïsme van die kant zeer gastvrij ontvangen en werd nadat het van het eiland Tholen meegebrachte voedsel na broe derlijke verdeling op was, de schaarste van de stad weer broe derlijk gedeeld. Menigeen zal nu nog willen toegeven, dat je vooral in tijden van nood mensen kunt leren kennen, inderdaad ook van hun kwade-, maar niet minder van hun goede kanten. De eva cuatie had trouwens nóg een voordeel. Niet alleen omdat men sen, die vrijwel nooit de brug over geweest waren nu heel wat reiser varingen en zelfstandig optreden leerden, maar ook hoe mensen van een geheel andere geloofso vertuiging of die zoals dat op Tholen toen nog werd. genoemd "nergens aan deden", gouden harten konden hebben als het om hulp en liefdewerk aankwam. Juist omdat vele eilandbewoners een uitstekend onderkomen von den in het Brabantse, werd het zovele jaren vastgeroest beeld, dat men had van Rooms Katholieken in een zeer positieve zin doorbro ken. Het was geen uitzondering, dat een huisje werd vrij gemaakt, waar een oude moeder in vertoef de en die bij de kinderen ging in wonen om plaats te maken voor een evacuatie-gezin. Het lijkt ons toe dat in de meesie gevallen de evacuatie-periode de verdraag zaamheid vergrootte. Nog eens terug naar onze nu hoogbejaarde evacué van destijds. Hij en zijn vrouw vertoefden 8 weken bij naaste familie in Am sterdam. Toen het Thoolse eten op was, minderde de liefde al snel, maar bovendien kon het echtpaar in de grote stad met z'n razzia's, de door de bezetter met steeds harder knoet uitgeoefende Jodenvervol ging, kortom de veel grotere on rust die Amsterdam in dat eva cuatiejaar kenmerkte dan bij voorbeeld Scherpenisse, heel moeilijk acclamatiseren. De brui degom was nog fit genoeg om werk omhanden te hebben en dat zocht hij dan ook. Er werd een fiets uiteraard zonder luchtban den - geleend en het baasje ging in Haarlemmermeer de boer op om te pogen daar werk en zo mogelijk ook onderdak te krijgen. Hij on dervond dat de wereld toch ei genlijk maar klein is, want uitge rekend daar in de vreemde bleek de eerste de beste boer een broer te hebben, die tussen Sint Anna- land en Sint Maartensdijk ook een boerderij had, maar in het Bra bantse een goed evacuatie-onder komen had weten te vinden. De contacten waren er dus wel me teen met die boer in Haarlem mermeer en hij. bleek ook wel be reid het nu zo oude baasje werk te gunnen. Alleen onder de voor waarde, dat zijn vrouw cfan als werkster zou meekomen, want daar was hij het meest om verle gen. Dat kon echter niet, want de vrouw van de eilandbewoner kon niet meer uit werken gaan. Zo ging de verhuizing van Amster dam naar Haarlemmermeer niet door. Wat een kleine wereld, heeft het oude baasje tot tweemaal toe moeten erkennen. Eeen paar we ken later bleek hij ergens in Am sterdam te zijn verdwaald. Hij had verhaal maar kort te houden, die politie-agent via zijn contacten gedaan wist te krijgen, dat het echtpaar in Dinteloord bij een ouderling van de Geref. Ge meente een onderkomen kreeg, om zoals de hoogbejaarde het nu nog uitdrukt "je vingers aan af te likken". Zijn verhaal was nog niet helemaal uit, want een toenmalig NSB burgemeester van Dinte loord vond de wat verlate evacué (na die eerste 8 Amsterdamse we ken) onrechtmatig binnengedron gen en eiste verdwijning van het echtpaar uit de hun toegemeten plaats daarvan werden de plaat selijke sluiswachters verantwoor delijk gesteld, die moesten zorgen dat via de bediening van de slui zen het waterpeil bleef gehand haafd en voor de Hikkepolder was dat al bijna 1 meter. Vanaf de 20ste april kwamen de Duitsers tweemaal per dag de sluizen con troleren en de aantekeningen van de sluiswachters van een paraaf voorzien, zoals we in een eerdere aflevering al meldden. Op 20 april werd de Roolandse dijk ongeveer 200 meter ten noorden van de Molendijk te Oud-Vossemeer alles goud wat blonk bij achter blijvers of niet alles vruchtensap dat lekker smaakte. Maar in Tho- len-stad kon nog wel heel wat van het normale leven doorgang vin den. Zo werd op de weliswaar wat ongewone zaterdagmiddag 10 ju ni de ledenvergadering gehouden van de Veilingvereniging "Een dracht" in hotel Hoek. Veertig le den waren aanwezig. Voorzitter J.E. van Gorsel constateerde dat vrijwel alle leden van Poortvliet en Oud-Vossemeer, die ook bij deze veiling waren aangesloten, buiten het eiland vertoeven. Hij al zoveel steed ervaring opgedaan in de enkele weken, dat hij met wat geduld toch een politie-agent ontdekte. In zo goed mogelijk Nederlands poogde de ras-Zeeuw uit te leggen waar het hem om te' doen was. Mogelijk gooide hij er in zijn zenuwachtigheid toch een Zeeuws woord tussen door, want de politie-agent maakte hem rap bekend uit Stavenisse afkomstig te zijn, dus het Thools dialect te kunnen volgen. Niet alleen bracht de politie-agent hem weer op het evacuatie-adres in de hoofdstad, maar die eerste contacten werden zodanig verstevigd, dat om het woonruimte bij de ouderling. Of het eilandelijk boertje tijdens de acht Amsterdamse weken iets had overgenomen van de hoofdstede lijke bravoer, dan wel meer in zijn mars had, dan het zo op het eerste gezicht leek, houden we maar in het midden. Zeker is dat hij tegenover de NSB burgemeester met opgeheven vinger verzekerde te zullen blijven, omdat hij er recht op had en omdat hij niet van rijkssteun een onderkomen had gevonden, maar dat uit eigen middelen betaalde. Het waarach tige sprookje eindigt met het tot eind november 1944 vertoeven in Dinteloord om vervolgens weer in het eigen huis in de Thoolse woonkern terug te keren... en zij leefden nog lang en gelukkig. De overal in den lande geëva cueerde Tholenaren hadden hun eigen zorgen, maar ook de op het eiland achtergeblevenen leefden niet doorlopend in het landje van belofte. Daarvoor waren de om standigheden met al dat water in de polders en de dorpen al te triest. In het officieel bulletin van waterbouwkundige M. Moerland uit Oud-Vossemeer lezen we dat de Duitse weermacht van het stoomgemaal veel kolen wegvoer de naar hun posten bij de bezette sluizen, want ook in maart en april moest zo nu en dan nog wel wor den gestookt, zeker als ook 's nachts door de Duitsers bij de Op het drooggebleven delen in de Thoolse dorpen tierde het gras in juni 1944 welig tussen de straatstenen, zoals sluizen werd gepost. Erg lang nieuwe kerk van de Geref Gemeente. Op het plaatje o.a. veldwachter Wondergem (met zijn familie?). De foto is hetzelfde officiële bericht ver- van vml. fotohandelaar-drukkerij B.A.K. Verkerke, van wie ook een foto werd vergroot en te zien valt op de vorige meldt, dat reeds op 19 april de week in Middelburg geopende tentoonstelling "Verzet en Verdraagzaamheid". Het is een inundatiebeeld rond de Duitse wachtposten bij de sluizen molen Rijstenbil. werden teruggetrokken. In de door de weermacht opgeblazen. Een massa water stroomde af op de polders Broek- en Rooland. Na een week moest dit gat weer ge dicht worden, maar het was toen al zo diep uitgeschuurd dat het een moeilijk karwei werd. Aan de binnenberm van de zeedijk in de Leguitpolder kwamen afbrokke lingen voor. Om verdere schade te voorkomen werd een begin ge maakt om mutserds en palen te maken uit de kruinen van de bo men aan de Molendijk, die door de weermacht waren gerooid. Er vielen ook vermakelijke dingen te signaleren. Zo werd door een achterblijver vastgelegd, dat op 31 mei een prestatie werd geleverd door David van Daalen, die nog wat huisraad moest halen van de zolder van zijn woning aan de Hoenderweg te Sint Annaland. Op het eind van het zgn. slopje Lanooy lag een bak, waarmee de achtergebleven inwoners naar drooggelegen gedeelten roeiden om daar na inzaai te oogsten. Of om andere werkzaamheden te verrichten. David van Daalen presteerde het om die dag tot tweemaal toe een afgeladen bak huisraad van de Hoenderweg af te voeren via de onder water staande Nieuwstraat en Ring en zo ver meldt deze dagboekschrijver ons: de verhuizer duwde de bak, ge kleed in zwempak. Een ander kort relaas van een achterblijver: "Door een heer is een aardbeienveldje ontdekt. Er waren al 10 flesjes geweckt. Maar anderen ontdekten het aard beienveldje ook. Er ontstond een aardbeienruzie. Nee, het was niet wees dan ook op de treurige om standigheden waaronder deze vergadering moest worden ge houden. Het ledental was opgelo pen tot 250 en 1945 beloofde veel, maar de oorlogsomstandigheden verhinderden dat. Hij sprak de weliswaar voorzichtige-, maar toch wel duidelijke wens uit, dat spoedig de tijd zou mogen aan breken, dat de genomen maatre gelen opgeheven zouden worden. Of er werkelijk een agenda werd afgewerkt, wordt in het bericht niet vermeld. Behalve de Thoolse Courant van de firma Pot, die tot aan bevrij ding bleef uitkomen, kwam er ook nog een gestencild mededelin genblad uit van de hervormde ring Tholen. In het nummer van 23 juni 1944 lezen we, dat ds J. Batelaan een benoeming aan vaardde als predikant-director van de Geref. zendingsbond. Hij zou echter, zo vermeldt dat be richt ook, tot het eind van de oor log de predikantsplaats in Tholen blijven vervullen. Merkwaardig dat aan dit bericht dan wordt toe gevoegd, dat ds Batelaan per 1 augustus 1944 zijn nieuwe werk hoopt aan te vangen. De schrijver van die tijd was dus blijkbaar van oordeel, dat dan de oorlog afge lopen zou zijn. Die schrijver was de ook in Tholen-stad staande predikant ds. A.J. van Oost. Hij heeft waarschijnlijk de conse quenties van deze berichtgeving niet afgewogen, daar de profetie van het oorlogseinde bij de Duit sers als ze het gelezen hadden, niet lekker had gezeten. Die hadden het echter te druk in Normandië, waar 6 juni de invasie was begon nen. In datzelfde hervormd me dedelingenblad staat dan ook, dat bij ds. van Oost dochtertje Ant- hona Theodora Francina was ge boren, waarbij hem en zijn vrouw in het bijzonder het medeleven van uit Tholen geëvacueerden had getroffen. In dat bl^d wordt verder vermeld, dat voor de achtergeblevenen te Sint Maar tensdijk en Scherpenisse een noodkerkeraad is gekozen en zo lang het niet mogelijk is dat pre dikanten daar een dienst leiden dat via leesdiensten zal gebeuren. Door reismoeilijkheden bleken de diensten zoals dat werd genoemd de noodgemeenten in West-Bra bant (waar dus veel evacué's ver toefden) de laatste zondagen wat in de war te zijn geraakt, maar voor 25 juni stond in Nieuw-Vos- semeer toch ds. de Bres aange kondigd. in Steenbergen ds. W. van Griethuysen, in Halsteren ds. de Haan en in Bergen op Zoom ds. Damste en ds. Vroegindewey. Juni 1944... waar was u en wat overkwam u oudere lezers? Hitier kondigde in die maand aan een nieuw wapen in de strijd te bren gen. Hij had immers op 8 novem ber 1943 al te München verklaard: "De heren mogen het geloven of niet, maar het uur der vergelding zal komen. In juni 1944 werd de eerste VI gelanceerd, waarvan door de Duitsers werd gemeld: plotseling, voor de wereld geheel onverwacht, is de vergelding be gonnen met een nieuw wapen, waarvan niemand buiten de Duitse militairen nog het rechte weet. Men spreekt van onbeman de, draadloos bestuurde vliegtui gen, van dynamiet-meteoren, van robots, vliegende bommen en hellehonden. Het rechte is niet bekend. Dat werd het wel en de V I's veroorzaakten weer groter oorlogsonrust onder de burgers, met name in Zeeland, ook op Tholen en Sint Philipsland. Het bleef zowel voor de geëvacueer den als voor de achterblijvers, ja voor het gehele Nederlandse volk een periode van beroering. Maar in Frankrijk rukten geallieerde legers op om ook ons land te be vrijden. Hoe lang nog? (wordt vervolgd). Nog een beeld van de Molenstraat te Oud-Vossemeer bij de begraafplaats en de splitsing weg Tholen-Sint Annaland. Zo werd dan voor sluis of dijkverbetering het benodigde hout aangevoerd in juni 1944. (foto M. Moerland-Oud- Vossemeer). Wie méér verhalen over de evacuatieperiode heeft of foto 's kan dat altijd kwijt aan de redactie EB - Postbus 5 - Sint-A nnaland.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1984 | | pagina 18