Nog een keer een
hoogaars bouwen...
DE EVACUATIE 1944
veertig jaar geleden
Stijging waterafzet
r
Wens Scheepswerf Van Duivendijk in Tholen
18
EÊNDRACHTBODE
Donderdag 3 mei 1984
"Een nieuw houten schip bouwen, hier op de werf in Tholen, helemaal vanaf de
kielbalk tot en met de tuigage. Dat zou natuurlijk iets fantastisch zijn. Dan zou ik
een hoop van de fijne kneepjes, die ik weet nog aan dejongens kunnen doorgeven.
Wantje kan nog zoveel over het bouwen van houten schepen in een boek neer
schrijven, de kneepjes van het vak leer je alleen in het doen. Maar ja, een nieuw
schip bouwen zit er tegenwoordig gewoon niet meer in." Spijt klinkt door in de
stem van scheepsbouwer-in-ruste Dirk van Duivendijk.
In 1983 steeg de waterafzet bij WMZ, waartoe het
eiland Tholen behoort met 3,7% en kwam hiermee op
rond 42 miljoen m3. WMZ verwacht dat het grootste
deel van deze stijging een incidenteel karakter draagt
en hoofdzakelijk het gevolg is van het mooie zomer
weer.
Gemiddeld 238 m3
Wat een kleine wereld.
Een periode van beroering (7)
J
Aardbeien-ruzie
ook hier in de Schoolstraat te Scherpenisse, waar thans de oude school is afgebroken om plaats te maken voor de duurde dat overigens niet, want
In zwempak
Oorlogseinde
geprofiteerd.
(54) en Dirk (48), die nu met zijn
drieën de scheepsbouwtraditie
van de familie Van Duivendijk
voortzetten. De vierde generatie
Van Duivendijk op de Thoolse
werf. In 1871 stichtte de over
grootvader van het driemanschap,
dat momenteel de scepter zwaait,
de werf in het hoekje van de
Tfroolse haven, op de plaats waar
al eerder een scheepswerfje was
geweest. Hoogaarsen, botters en
schouwen verlieten de werf in een
gestadige stroom.
Overgrootvader Van Duivendijk
werd opgevolgd door zijn zoon en
die leerde zijn eigen zoon Dirk
van Duivendijk weer het vak. Met
zes klassen lagere school en een
lekenschool was het met het leren
wel gebeurd.
"Die tekenschool was van 't Nut
van 't Algemeen. Scheepsbouwte-
keningen, daar had de leraar geen
kaas van gegeten, dat kwam ei
genlijk vanzelf. Verder leerde je
het vak op de werf. Je groeide er
op en leerde van vader. Zo heeft
mijn zoon het vak geleerd en m'n
kleinzoon is eigenlijk ook niet
zo'n student, die zit nu al altijd op
de werf. Over de opvolging in de
toekomst hoef ik dus niet somber
gestemd te zijn", constateert Dirk
van Duivendijk. De werf van Van
Duivendijk heeft naam gemaakt
als bouwer van hoogaarsen. Van
alle schepen, die in de loop der
tijden in Tholen werden gebouwd,
bestond 90 procent uit dit scheep-
stype. Een goed zeilend schip, ge
makkelijk manoevreerbaar en bij
uitstek geschikt voor de Zeeuwse
wateren, aldus Dirk van Duiven
dijk. Ook is er op de werf heel wat
gerepareerd. Bijvoorbeeld de bla
zers van de vissers uit Goedereede
en veel hengsten.
Van Duivendijk wil best even af
rekenen met een kennelijk wijd
verbreid misverstand. Namelijk,
dat protestantse Zeeuwse vissers
in die tijd alleen een schip bestel
den bij een protestantse werf. Dat
wil zeggen: Van Duivendijk of
Meerman in Arnemuiden. De
katholieken zouden op hun beurt
alleen een schip bestellen bij Ver
ras in De Paal of De Klerk in
Kruispolder. "Pure nonsens",
vindt Dirk van Duivendijk. "Van
dat soort dingen hebben we hier
nooit wat gemerkt. Er waren
mensen van hier die een schip in
Kruispolder lieten bouwen en ook
het omgekeerde kwam voor. Dat
had met godsdienst niets te ma
ken. En wat maakt het nou eigen
lijk voor verschil met de gods
dienst. Als je naar Rotterdam wil,
kan je over Dordrecht gaan, maar
ook over de andere kant. In Rot
terdam komen, doe je allebei. Als
je begrijpt wat ik bedoel".
Dat bouwen van een houten schip
was vroeger een karwei, dat wel
enigszins anders in zijn werk ging,
dan tegenwoordig. Van Duiven
dijk: "Er werd een tekening op
gezet en vervolgens een model
gemaakt uit lagen hout. Als de
vorm juist was, werden die lagen
weer uit elkaar gehaald en van die
lagën kwam pas de definitieve
werktekening tot stand". Die
nieuwbouw is nu dus afgelopen.
Sinds 1940 zijn er nog maar een
viertal nieuwe houten schepen
van de werf van Van Duivendijk
te water gegaan. Het is tegen-
Terugblikkend op een leven tus
sen hoogaarzen, hengsten en bot
ters, zittend in de kamer waar hij
69 jaar geleden werd geboren,
midden op de scheepswerf Firma
M. van Duivendijk, weggedoken
in een hoekje van de haven Tho
len. Een rustiek scheepswerfje,
zoals er eens vele honderden wa
ren: een houten overkapping met
een helling voor platbodems, een
werkschuur die zo'n 200 jaren oud
moet zijn en een bejaard woon
huis, waar vroeger de eigenaren
van de werf woonden, nu "gede
gradeerd" tot een soort kantine.
Halfmodellen, werktekeningen,
wat vergeelde prenten en krante
artikelen vertellen iets uit het rijke
verleden van de Thoolse werf Van
Duivendijk. Eigenlijk om te zien
al een beetje een museum, maar
niettemin een werf die nog
springlevend is.
Vijf jaar geleden hield Dirk van
Duivendijk - samen met zijn broer
Simon (80) eigenaar van de werf-
er officieel mee op, maar sinds
dien is hij nauwelijks een dag
weggeweest. Karweien op de werf
is zijn lust en zijn leven, maar dan
wel klusjes waar hij zin in heeft. Er
moet vooral geen haast bij zijn.
Als ik zin heb om er 's middags om
4 uur mee te stoppen, dan doe ik
dat".
En nog een beetje als vraagbaak
voor zijn zoon Melis (43), en de
twee zoons van zijn broer. Melis
woordig meest reparatiewerk,
boeiend genoeg overigens. Vooral
als het om een groot karwei gaat,
waarbij een deel van een schip
gerenoveerd moet worden. De
Van Duivendijken hebben net
zo'n klus achter de rug aan de
hengst Zeeleeuw, die begin deze
eeuw in De Paal of Kruispolder is
gebouwd. Dat schip heeft vanaf
oktober in de schuur gelegen en
heeft in die tijd een aantal nieuwe
gangen en een nieuwe kuip ge
kregen. Eén van de grotere kar
weien in hout. Ook ziet de Thool
se werf regelmatig schepen terug
die daar vroeger zijn gebouwd.
"Als je op tijd naar de werf gaat.
met zo'n schip, gaan ze vreselijk
lang mee. Maar het onderhoud
moet goed gebeuren, geen ge
knoei van amateurs. In Zeeland
zijn eigenlijk nog maar twee
adressen, waar ze een houten
schip goed kunnen behandelen:
bij Meerman in Arnemuiden en
hier dan", zo meent Dirk van
Duivendijk.
De Thoolse scheepsbouwer in
ruste zegt veel respekt te hebben
voor de tientallen enthousiaste
lingen, die zich tegenwoordig in
spannen om oude zeilschepen te
behouden. "Respekt heb ik er ze
ker voor en er zitten prima schip
pers tussen, maar van scheeps
bouw en onderhoud plegen heb
ben ze toch geen kaas gegeten. Als
ik zo rond het IJsselmeer van die
schepen soms zie liggen, zou ik
toch niet altijd aan boord durven.
Zo raar is er soms gerommeld".
De nieuwe materialen, die in de
scheepsbouw hun intrede hebben
gedaan kunnen bij Dirk van Dui-,
vendijk maar Weinig enthousias
me teweeg brengen. Reparaties
aan polyester schepen, die ook op
de Thoolse werf met grote regel
maat terugkomen, mijdt hij. Daar
loop ik wel met een boog omheen,
laat Van Duivendijk weten. Er
zijn genoeg andere klussen die
zijn interesse wel hebben. Maar
een nieuw schip bouwen, dat zal
wel een onvervulde wens blijven.
"Commercieel is zoiets eigenlijk
.niet meer haalbaar. Dan zou'er
Dirk van Duivendijk (de jonge).
gesubsidieerd moeten worden en
dat is uiteindelijk niet de juiste
weg.
Als werf voor jezelf zo'n
schip bouwen, kan je ook niet aan
beginnen, want dan moetje ander
werk laten liggen. Maar voor de
jongens zou het prachtig zijn. Ze
zouden zo'n klus nu ook al prima
voor elkaar krijgen, daar is geen
twijfel over. Maar ik zou toch nog
heel wat kunnen vertellen. De fij-
ne kneepjes..."
Melis van Duivendijk
De exploitatielasten beliepen in
totaal
rond f77,4 miljoen, tegen f77,6
miljoen in 1982, terwijl de exploi
tatiebaten toenamen van 77,5
miljoen in 1982 tot 81,5 miljoen
in 1983. Het voordelig exploita
tieresultaat werd daardoor
4.077.000,— tegen een nadelig
resultaat van 109.000,— in 1982.
Aangezien er echter in 1982 nog
een voordelig saldo werd behaald
uit de post "overige baten minus
lasten" van 528.000,— en in
1983 een nadelig saldo uit die
zelfde post van 3,6 miljoen kon
het verslagjaar worden afgesloten
met een voordelig resultaat van
488.000-, tegen 419.000,- in
1982. Na toerekening van
186.000,— rente aan de egalisa
tiereserve resteert een bedrag van
302.000,— dat aan de egalisa
tiereserve is toegevoegd.
Het uit de jaarrekening 1983 blij
kende financiële resultaat is goed;
voor een gezonde bedrijfsvoering
is een positief resultaat noodza
kelijk, aldus de WMZ. In tegen
stelling tot voorgaande jaren bleef
een duidelijke lastenstijging
achterwege, waardoor het nadelig
exploitatieresultaat omsloeg in
een positief exploitatieresultaat.
Voor de toekomst wordt echter
wel weer een lastenstijging ver
wacht. Naast de inflatie vloeien
deze voort uit de volgende fakto-
WMZ schrijft af op historische
kostprijs. Vervanging van al
geruime tijd in gebruik zijnde
aktiva zal een steeds grotere
rol gaan spelen, waardoor de
lasten zullen stijgen.
De nog steeds voortgaande
toename bij het kleinverbruik
leidt tot extra investeringen in
het wijdvertakte leidingnet.
Het stichten van vervangende
produktie - voor de waterfa-
briek - zal leiden tot een las
tenverhoging.
Dit neemt echter niet weg dat
WMZ, in deze in economisch op
zicht voor onze afnemers moei
lijke jaren, er naar streeft de ta
riefverhogingen beperkt te hou
den. Naar de huidige inzichten zal
voor de eerstkomende jaren - in
dien zich geen onverwachte ge
beurtenissen voordoen - de tarief
verhoging niet hoger behoeven te
zijn dan het inflatiepeicentage,
mogelijk zelfs incidenteel lager of
zelfs nihil.
Tarieven
De tarieven voor waterlevering
werden per 1 januari 1984 met
gemiddeld 3% verhoogd voor het
huishoudelijk gebrtlik (tegen 4,4%
in 1983).
Eind 1983 was het aantal abon
nees 164.578 tegen 163.000 eind
1982. Het aantal personeelsleden
bedroeg 292. De totale lengte van
het leidingnet is met 14 km. toe
genomen tot 4.694 km. De ge
middelde verkoop per abonnee
steeg van 233 m3 in 1982 tot 238
m3 in 1983.
Als gevolg van toetreding van de
gemeenten Middelburg en Hal
steren moeten de 2146 WMZ-
aandelen herverdeeld worden.
Dat gebeurt op basis van het aan
tal inwoners, waarbij één aandeel
per 161 mensen beschikbaar is.
Tholen had 133 aandelen, maar
daalt door de herverdeling naar
119. Sint-Philipsland is bij de
Brabantse watermaatschappij
aangesloten.
"Met open armen werden we in
Amsterdam ontvangen", zo ver
telt een nu al hoogbejaarde maar
nog pientere 1944-evacué. "Maar
veertien dagen later moést je wel
steeds je hand op je portemonnee
houden", vulde hij wat lakoniek,
maar ook wat sarcastisch aan. In
derdaad was op een enkel eca-
vuatie-adres de liefde en de gast
vrijheid al snel bekoeld. Er waren
er met name in de grote steden,
die dachten te kunnen profiteren
van de evacué's van het platte
land. Daar was het immers in 1944
nog een luilekkerland in vergelij
king met de toen al komende
voedselzorgen in de grote steden.
Maar met die uitzonderingen in
den lande mag bepaald niet wor
den gegeneraliseerd. Bij een veel
groter aantal landgenoten werd
men zonder egoïsme van die kant
zeer gastvrij ontvangen en werd
nadat het van het eiland Tholen
meegebrachte voedsel na broe
derlijke verdeling op was, de
schaarste van de stad weer broe
derlijk gedeeld. Menigeen zal nu
nog willen toegeven, dat je vooral
in tijden van nood mensen kunt
leren kennen, inderdaad ook van
hun kwade-, maar niet minder
van hun goede kanten. De eva
cuatie had trouwens nóg een
voordeel. Niet alleen omdat men
sen, die vrijwel nooit de brug over
geweest waren nu heel wat reiser
varingen en zelfstandig optreden
leerden, maar ook hoe mensen
van een geheel andere geloofso
vertuiging of die zoals dat op
Tholen toen nog werd. genoemd
"nergens aan deden", gouden
harten konden hebben als het om
hulp en liefdewerk aankwam.
Juist omdat vele eilandbewoners
een uitstekend onderkomen von
den in het Brabantse, werd het
zovele jaren vastgeroest beeld, dat
men had van Rooms Katholieken
in een zeer positieve zin doorbro
ken. Het was geen uitzondering,
dat een huisje werd vrij gemaakt,
waar een oude moeder in vertoef
de en die bij de kinderen ging in
wonen om plaats te maken voor
een evacuatie-gezin. Het lijkt ons
toe dat in de meesie gevallen de
evacuatie-periode de verdraag
zaamheid vergrootte.
Nog eens terug naar onze nu
hoogbejaarde evacué van destijds.
Hij en zijn vrouw vertoefden 8
weken bij naaste familie in Am
sterdam. Toen het Thoolse eten
op was, minderde de liefde al snel,
maar bovendien kon het echtpaar
in de grote stad met z'n razzia's, de
door de bezetter met steeds harder
knoet uitgeoefende Jodenvervol
ging, kortom de veel grotere on
rust die Amsterdam in dat eva
cuatiejaar kenmerkte dan bij
voorbeeld Scherpenisse, heel
moeilijk acclamatiseren. De brui
degom was nog fit genoeg om
werk omhanden te hebben en dat
zocht hij dan ook. Er werd een
fiets uiteraard zonder luchtban
den - geleend en het baasje ging in
Haarlemmermeer de boer op om
te pogen daar werk en zo mogelijk
ook onderdak te krijgen. Hij on
dervond dat de wereld toch ei
genlijk maar klein is, want uitge
rekend daar in de vreemde bleek
de eerste de beste boer een broer
te hebben, die tussen Sint Anna-
land en Sint Maartensdijk ook een
boerderij had, maar in het Bra
bantse een goed evacuatie-onder
komen had weten te vinden. De
contacten waren er dus wel me
teen met die boer in Haarlem
mermeer en hij. bleek ook wel be
reid het nu zo oude baasje werk te
gunnen. Alleen onder de voor
waarde, dat zijn vrouw cfan als
werkster zou meekomen, want
daar was hij het meest om verle
gen.
Dat kon echter niet, want de
vrouw van de eilandbewoner kon
niet meer uit werken gaan. Zo
ging de verhuizing van Amster
dam naar Haarlemmermeer niet
door. Wat een kleine wereld, heeft
het oude baasje tot tweemaal toe
moeten erkennen. Eeen paar we
ken later bleek hij ergens in Am
sterdam te zijn verdwaald. Hij had
verhaal maar kort te houden, die
politie-agent via zijn contacten
gedaan wist te krijgen, dat het
echtpaar in Dinteloord bij een
ouderling van de Geref. Ge
meente een onderkomen kreeg,
om zoals de hoogbejaarde het nu
nog uitdrukt "je vingers aan af te
likken". Zijn verhaal was nog niet
helemaal uit, want een toenmalig
NSB burgemeester van Dinte
loord vond de wat verlate evacué
(na die eerste 8 Amsterdamse we
ken) onrechtmatig binnengedron
gen en eiste verdwijning van het
echtpaar uit de hun toegemeten
plaats daarvan werden de plaat
selijke sluiswachters verantwoor
delijk gesteld, die moesten zorgen
dat via de bediening van de slui
zen het waterpeil bleef gehand
haafd en voor de Hikkepolder was
dat al bijna 1 meter. Vanaf de
20ste april kwamen de Duitsers
tweemaal per dag de sluizen con
troleren en de aantekeningen van
de sluiswachters van een paraaf
voorzien, zoals we in een eerdere
aflevering al meldden. Op 20 april
werd de Roolandse dijk ongeveer
200 meter ten noorden van de
Molendijk te Oud-Vossemeer
alles goud wat blonk bij achter
blijvers of niet alles vruchtensap
dat lekker smaakte. Maar in Tho-
len-stad kon nog wel heel wat van
het normale leven doorgang vin
den. Zo werd op de weliswaar wat
ongewone zaterdagmiddag 10 ju
ni de ledenvergadering gehouden
van de Veilingvereniging "Een
dracht" in hotel Hoek. Veertig le
den waren aanwezig. Voorzitter
J.E. van Gorsel constateerde dat
vrijwel alle leden van Poortvliet
en Oud-Vossemeer, die ook bij
deze veiling waren aangesloten,
buiten het eiland vertoeven. Hij
al zoveel steed ervaring opgedaan
in de enkele weken, dat hij met
wat geduld toch een politie-agent
ontdekte. In zo goed mogelijk
Nederlands poogde de ras-Zeeuw
uit te leggen waar het hem om te'
doen was. Mogelijk gooide hij er
in zijn zenuwachtigheid toch een
Zeeuws woord tussen door, want
de politie-agent maakte hem rap
bekend uit Stavenisse afkomstig
te zijn, dus het Thools dialect te
kunnen volgen. Niet alleen bracht
de politie-agent hem weer op het
evacuatie-adres in de hoofdstad,
maar die eerste contacten werden
zodanig verstevigd, dat om het
woonruimte bij de ouderling. Of
het eilandelijk boertje tijdens de
acht Amsterdamse weken iets had
overgenomen van de hoofdstede
lijke bravoer, dan wel meer in zijn
mars had, dan het zo op het eerste
gezicht leek, houden we maar in
het midden. Zeker is dat hij
tegenover de NSB burgemeester
met opgeheven vinger verzekerde
te zullen blijven, omdat hij er
recht op had en omdat hij niet van
rijkssteun een onderkomen had
gevonden, maar dat uit eigen
middelen betaalde. Het waarach
tige sprookje eindigt met het tot
eind november 1944 vertoeven in
Dinteloord om vervolgens weer in
het eigen huis in de Thoolse
woonkern terug te keren... en zij
leefden nog lang en gelukkig.
De overal in den lande geëva
cueerde Tholenaren hadden hun
eigen zorgen, maar ook de op het
eiland achtergeblevenen leefden
niet doorlopend in het landje van
belofte. Daarvoor waren de om
standigheden met al dat water in
de polders en de dorpen al te
triest. In het officieel bulletin van
waterbouwkundige M. Moerland
uit Oud-Vossemeer lezen we dat
de Duitse weermacht van het
stoomgemaal veel kolen wegvoer
de naar hun posten bij de bezette
sluizen, want ook in maart en april
moest zo nu en dan nog wel wor
den gestookt, zeker als ook 's
nachts door de Duitsers bij de
Op het drooggebleven delen in de Thoolse dorpen tierde het gras in juni 1944 welig tussen de straatstenen, zoals sluizen werd gepost. Erg lang
nieuwe kerk van de Geref Gemeente. Op het plaatje o.a. veldwachter Wondergem (met zijn familie?). De foto is hetzelfde officiële bericht ver-
van vml. fotohandelaar-drukkerij B.A.K. Verkerke, van wie ook een foto werd vergroot en te zien valt op de vorige meldt, dat reeds op 19 april de
week in Middelburg geopende tentoonstelling "Verzet en Verdraagzaamheid". Het is een inundatiebeeld rond de Duitse wachtposten bij de sluizen
molen Rijstenbil. werden teruggetrokken. In de
door de weermacht opgeblazen.
Een massa water stroomde af op
de polders Broek- en Rooland. Na
een week moest dit gat weer ge
dicht worden, maar het was toen
al zo diep uitgeschuurd dat het
een moeilijk karwei werd. Aan de
binnenberm van de zeedijk in de
Leguitpolder kwamen afbrokke
lingen voor. Om verdere schade te
voorkomen werd een begin ge
maakt om mutserds en palen te
maken uit de kruinen van de bo
men aan de Molendijk, die door
de weermacht waren gerooid.
Er vielen ook vermakelijke dingen
te signaleren. Zo werd door een
achterblijver vastgelegd, dat op 31
mei een prestatie werd geleverd
door David van Daalen, die nog
wat huisraad moest halen van de
zolder van zijn woning aan de
Hoenderweg te Sint Annaland.
Op het eind van het zgn. slopje
Lanooy lag een bak, waarmee de
achtergebleven inwoners naar
drooggelegen gedeelten roeiden
om daar na inzaai te oogsten. Of
om andere werkzaamheden te
verrichten. David van Daalen
presteerde het om die dag tot
tweemaal toe een afgeladen bak
huisraad van de Hoenderweg af te
voeren via de onder water staande
Nieuwstraat en Ring en zo ver
meldt deze dagboekschrijver ons:
de verhuizer duwde de bak, ge
kleed in zwempak.
Een ander kort relaas van een
achterblijver: "Door een heer is
een aardbeienveldje ontdekt. Er
waren al 10 flesjes geweckt. Maar
anderen ontdekten het aard
beienveldje ook. Er ontstond een
aardbeienruzie. Nee, het was niet
wees dan ook op de treurige om
standigheden waaronder deze
vergadering moest worden ge
houden. Het ledental was opgelo
pen tot 250 en 1945 beloofde veel,
maar de oorlogsomstandigheden
verhinderden dat. Hij sprak de
weliswaar voorzichtige-, maar
toch wel duidelijke wens uit, dat
spoedig de tijd zou mogen aan
breken, dat de genomen maatre
gelen opgeheven zouden worden.
Of er werkelijk een agenda werd
afgewerkt, wordt in het bericht
niet vermeld.
Behalve de Thoolse Courant van
de firma Pot, die tot aan bevrij
ding bleef uitkomen, kwam er ook
nog een gestencild mededelin
genblad uit van de hervormde
ring Tholen.
In het nummer van
23 juni 1944 lezen we, dat ds J.
Batelaan een benoeming aan
vaardde als predikant-director
van de Geref. zendingsbond. Hij
zou echter, zo vermeldt dat be
richt ook, tot het eind van de oor
log de predikantsplaats in Tholen
blijven vervullen. Merkwaardig
dat aan dit bericht dan wordt toe
gevoegd, dat ds Batelaan per 1
augustus 1944 zijn nieuwe werk
hoopt aan te vangen.
De schrijver
van die tijd was dus blijkbaar van
oordeel, dat dan de oorlog afge
lopen zou zijn. Die schrijver was
de ook in Tholen-stad staande
predikant ds. A.J. van Oost. Hij
heeft waarschijnlijk de conse
quenties van deze berichtgeving
niet afgewogen, daar de profetie
van het oorlogseinde bij de Duit
sers als ze het gelezen hadden, niet
lekker had gezeten. Die hadden
het echter te druk in Normandië,
waar 6 juni de invasie was begon
nen. In datzelfde hervormd me
dedelingenblad staat dan ook, dat
bij ds. van Oost dochtertje Ant-
hona Theodora Francina was ge
boren, waarbij hem en zijn vrouw
in het bijzonder het medeleven
van uit Tholen geëvacueerden
had getroffen. In dat bl^d wordt
verder vermeld, dat voor de
achtergeblevenen te Sint Maar
tensdijk en Scherpenisse een
noodkerkeraad is gekozen en zo
lang het niet mogelijk is dat pre
dikanten daar een dienst leiden
dat via leesdiensten zal gebeuren.
Door reismoeilijkheden bleken de
diensten zoals dat werd genoemd
de noodgemeenten in West-Bra
bant (waar dus veel evacué's ver
toefden) de laatste zondagen wat
in de war te zijn geraakt, maar
voor 25 juni stond in Nieuw-Vos-
semeer toch ds. de Bres aange
kondigd. in Steenbergen ds. W.
van Griethuysen, in Halsteren ds.
de Haan en in Bergen op Zoom
ds. Damste en ds. Vroegindewey.
Juni 1944... waar was u en wat
overkwam u oudere lezers? Hitier
kondigde in die maand aan een
nieuw wapen in de strijd te bren
gen. Hij had immers op 8 novem
ber 1943 al te München verklaard:
"De heren mogen het geloven of
niet, maar het uur der vergelding
zal komen. In juni 1944 werd de
eerste VI gelanceerd, waarvan
door de Duitsers werd gemeld:
plotseling, voor de wereld geheel
onverwacht, is de vergelding be
gonnen met een nieuw wapen,
waarvan niemand buiten de
Duitse militairen nog het rechte
weet. Men spreekt van onbeman
de, draadloos bestuurde vliegtui
gen, van dynamiet-meteoren, van
robots, vliegende bommen en
hellehonden. Het rechte is niet
bekend. Dat werd het wel en de V
I's veroorzaakten weer groter
oorlogsonrust onder de burgers,
met name in Zeeland, ook op
Tholen en Sint Philipsland. Het
bleef zowel voor de geëvacueer
den als voor de achterblijvers, ja
voor het gehele Nederlandse volk
een periode van beroering. Maar
in Frankrijk rukten geallieerde
legers op om ook ons land te be
vrijden. Hoe lang nog?
(wordt vervolgd).
Nog een beeld van de Molenstraat te Oud-Vossemeer bij de begraafplaats en de splitsing weg Tholen-Sint
Annaland. Zo werd dan voor sluis of dijkverbetering het benodigde hout aangevoerd in juni 1944. (foto M.
Moerland-Oud- Vossemeer). Wie méér verhalen over de evacuatieperiode heeft of foto 's kan dat altijd kwijt aan de
redactie EB - Postbus 5 - Sint-A nnaland.