Ik heb een Algemene Zeeuwse rechtshulp •-«9 De vesting St. Maartensdijk Zeeuwen en Zeeuwsen hebben een Algemene Zeeuwse voor bijzondere zekerheid. Weet u wat een advocaat kost? En hoe groot de juridi sche rompslomp is? Als u ooit rechtsbijstand nodig hebt, dan bent u nog niet jarig. Tenzij u de Algemene Zeeuwse laat zorgen voor de kosten en de lasten. Want de Alge mene Zeeuwse is goed vooralle schadeverzekeringen. Dus ook voor een komplete rechtshulp-verzekering. En voor de premie hoeft u het niet te laten. Vraag uw ver- zekeringsadviseur naar de Algemene Zeeuwse. Wist u trouwens dat de Algemene Zeeuwse een bijzonder f. breed en aantrekkelijk pakket verzekeringen voor u heeft? Levensverzekeringen natuurlijk, maar ook ziektekosten- caravan-, boot-, kostbaarheden- en reisverzeke- ringen. Ook daar weet uw adviseur meer van. Houtkaai 11, 4331JR Middelburg, tel. 01180 - 33000. Gemeente-archivaris J.P.B. Zuurdeeg schreef in de Eendrachtbode van 8 september zijn eerste artikel over de vesting St Maartensdijk. Vandaag het laatste deel met verschillende illustraties. De Westpoort, de grootste poort van de smalstad stond bij de spuikorri en de kruising van de Hogeweg (oude zeedijk) en de Groenendijk. Deze poort werd in 1 799 gesloopt. De versterkingen na 1600 Ook na 1 600 vernemen we maar weinig van de fortificaties. In 1 603 werden te Buren nieuwe plannen besproken. Thomas de Landmeter had hiervoor een nieuwe kaart getekend. Een aantal soldaten van kapitein Bevury, vermoedelijk pioniers (genie) werden naar de smalstad gehaald om adviezen te geven. Uit een resolutie van 1 605 blijkt dat de burgerij aan de versterkingen moest werken. Veel inwoners kwamen echter niet opdagen, of werkten maar halve dagen. Voortaan zou de afwezige een boete krijgen en het loon moeten betalen dat aan zijn plaatsvervanger werd gegeven. In 1 623 zijn deze werkzaamheden afgeschaft. De stad besteedde deze werken voortaan aan of liet ze in daggeld uitvoeren. Het oude systeem zal alleen in tijden van accuut gevaar hebben gewerkt. Toen het oorlogsrumoer zich verder van Tholen verplaatste, zal men gedacht hebben dat het een taak van de overheid was. Ook werd in 1 605 ongeveer 400 geleend tegen de toen zeer hoge rente van 8%, waarschijnlijk om enige grote werken uit te voeren. De desbetreffende rekening is helaas verloren gegaan, zodat niet meer is na te gaan welke werken dat waren. Mogelijk is echter toen de gracht aaögelegd buiten de Keethil in de Pluimpot en in de Muyepolder om de stad ook aan de zuidkant door water te beschermen, Uit de plattegrond van schoolmeester en landmeter Blom van 1 773 blijkt dat deze gracht in verbinding stond met de Spuikom. Ook de Noordpoort zal met dit geld zijn vernieuwd. Volgens de stadsrekening werd het hout van deze poort twee maal onderzocht en werd er kalk opgeslagen. We kunnen hieruit concluderen dat de houten Noordpoort in 1 607 door een stenen poort werd vervangen. Verder is er in deze jaren sprake van een verbod om over de nieuwe borstweringen te lopen. Het was een geliefde bezigheid van kinderen en oude lieden, die evenals varkens en andere beesten hierin putten maakten om er op te komen. Voor de dieren werden de eigenaren aansprakelijk gesteld. Twaalfjarig Bestand. Door de wapenstilstand van 1 609 - 1 621 is het op militair gebied rustig in onze gewesten. Zo ook te St. Maartensdijk. In deze jaren werd het carillon door Peter van den Ghein gegoten en in de kerktoren opgehangen (1616). Kort voor het einde van het 'bestand werden echter weer plannen opgemaakt om de stad tegen zeerovers te beschermen en hief men extra belastingen om de wallen en poorten te herstellen. De strijd tegen Spanje laaide weer op. Deze verliep de eerste jaren voor de republiek vrij ongelukkig. De oorlog werd zelfs zo dicht bij Tholen gevoerd, dat men in 1621 een aanslag vreesde De Spaanse veldheer Spinola trok het volgend jaar op naar Bergen op Zoom. Steenbergen, dat nauwelijks werd verdedigd, werd op 1 8 juli ingenomen. Maurits komt deze steden met een leger te hulp, waardoor de Spanjaarden het beleg van Bergen op Zoom moeten opbreken. Kort hierna dichtte Valerius, notaris en schepen te Veere, het bekende lied "Merck toch hoe sterckgetoonzet op een melodie van een Engels soldatenlied. Kort voor de val van Steenbergen besloot de Magistraat van St. Maartensdijk een nieuwe stenen poort te bouwen. Dit werk werd op 27 mei 1 622 aanbesteed. Het stadsbestuur hechtte veel belang aan het goede en snelle verloop van de bouw en besloot bij toerbeurt toezicht te houden zolang de arbeiders aan het werk waren. Vermoedelijk is dat jaar de Oostpoort in steen opgetrokken, die voordien van hout zal zijn geweest. De dikte van de muren werd 5 steens of ruim 90 cm. Aan deze poort werd een 2 m. lange borstwering en een wachthuisje gemaakt. Ook het gat in de dam voor de Plattegrond van St. Maartensdijk van ca. 1 620. Het valt op dat de lage wallen, waarvan in de kroniek van Boxhoom van 1 644 wordt gespro ken, niet zijn te herkennen. Keethil moest dat jaar worden hersteld. Zeerovers. In de stadsresoluties is meerdere malen sprake van zeerovers. Het doet merkwaardig aan dat deze in de Zeeuwse binnenwateren opereerden. Vermoedelijk werden hierkorte plundertochten aan land gingen. De buit was belangrijker dan het militaire voordeel van deze operaties. De Zeeuwse Admiraliteit (Marine) besloot in 1 621 na het Twaalfjarig Bestand de veiligheid van de binnenwateren te garanderen door het stationeren van 14 schepen en een jacht in de Zeeuwse wateren. Het merendeel van de schepen kwam op de Westerschelde te liggen. In de buurt van Tholen patrouilleerden drie schepen, namelijk bij Vianen op Duiveland, Yersekedam en het Lodijksegat. Vermoedelijk waren deze kleine oorlogsbodems met ca. 30 koppen bemand. Een ooggetuige van de inname van Steenbergen in 1 622 heeft het opereren van de Spanjaarden op de Zeeuwse wateren beschreven. 'Oock hebben sij aireede eenighe van de sloupen, dewelcke sij op wagens gebracht (meegenomen) hebben, in't water, van meninge de vaert tussen Holland en Zeeland onvrij te maecken. De matroosen meenen dat haer dit abuysieren (krijgslist) becomen sal gelijck den hont den worst dede". Ook bij de slag op het Slaak tussen Oud- en Nieuw-Vossemeer en St. Philipsland bleek hoe makkelijk de Spaanse schepen de wateren rond Tholen konden bereiken. Men moet hierbij bedenken dat Zuid-Beveland eerst in 1867 door de spoordam met Brabant werd verbonden. Angst voor zeerovers had ook een inwoner uit St. Maartensdijk. Hij verborg in 1 622 zijn geld in de grond. Het aardenwerk-potje met de 387 gouden munten werd eerst op 22 mei 1 980 bij het graven een een kabelsleuf in de Blauwstraat gevonden. Verval der versterkingen. Reeds voor het einde van de Tachtig-jarige oorlog raakten de 'fortificaties uit de belangstelling. Ze zijn nog maar zelden onderwerp van besluiten van het stadsbestuur. Jaarlijks werd in de 1 7de eeuw het onderhoud van de poorten aanbesteed. Zo nu en Prentbriefkaart uit het begin van deze eeuw met hierop de laatste res tanten van de Noordpoort. dan werden de wallen van onkruid gezuiverd. In het rampjaar 1 672 zullen de versterkingen wel in behoorlijke staat zijn gebracht, doch zullen hierna aan verder verval zijn prijsgegeven. In 1 724 waren de poorten erg slecht. Ze waren met mos en "groente"' begroeid. Er waren stukken afgevallen en delen van muren waren naar buiten gezakt. Dat jaar werden de Oost- en Noordpoort opgeknapt door een metselaar, die de stenen moest gebruiken die rond de poorten lagen. De platte bovenkanten van de poorten werden bolvormig opgemetseld om het regenwater beter af te voeren. Rond 1731 heeft men vermoedelijk de eerste dam in de Oostvest gelegd, zodat men de tuingrond aan de overzijde van de vest makkelijker kon bereiken. In 1 742 werden nog twee dammen in de Oostvest gelegd. Ze zijn echter verwijderd toen de Fransen in 1 747 Bergen op Zoom belegerden en innamen. Ook een gedempt deel werd weer opgedolven. Op Tholen werd toen een sterke troepenmacht gelegerd om te voorkomen dat de Fransen ook Zeeland zouden intrekken. De Oostvest was deze jaren als hoofdwaterleiding buiten gebruik geraakt. De uitwatering via de zeesluis buiten de Oostpoort was geheel vervallen en verliep sinds ongeveer 1 710 via de Noordpolder, 's Winters stonden grote delen van de Oudelandpolder onder water. Hierin kwam verbetering door de bouw van een schepradmolen ter hbogte van het Stenenpad in 1 757. De oude hoofdwaterleiding tussen dpze molen en de zeesluis werd boezem, zodat het polderwater weer als vanouds via de suatiesluis in de havengeul en de Pluimpot kon worden geloosd. A tbraak van de stadspoorten. Aan het eind van de 1 8de eeuw waren de versterkingen ernstig vervallen. Hoewel het herhaaldelijk werd verboden, stortte men allerlei vuil in de grachten. Het vuil in de Oostvest kon naar zee worden afgevoerd. De afvoer poten, geraamten van geslachte koeien, varkens, honden en katten. Nadat grote brokken steen uit de Westpoort waren gevallen, heeft men deze poort in 1799 voor afbraak verkocht. Mogelijk zijn hierna ook de bogen van de Noordpoort en Oostpoort afgebroken. De muren stonden er echter nog tot in deze eeuw. In verband met de bouw van het postkantoor verdwenen de laatste restanten van de Noordpoort in 1910. In hetzelfde jaar verdween ook de zuidelijke muur van de Oostpoort in verband met dé bouw van een woning aan de Molenstraat. De noordelijke muur werd vermoedelijk enige jaren later afgebroken. De gemeente juichte de afbraak toe omdat de straat daardoor werd verbreed. Nog in de vijftiger jaren moest al het verkeer naar St. Maartensdijk en de rest van het eiland via deze smalle straat In 1 804 is er nog sprake van wallen. Vermoedelijk zijn deze kort daarna in de Westvest geschoven. De kadastrale plattegrond van 1 832 laat nog 1 maar een smalle gracht aan de westkant zien. Het deel van de Oostvest bij de Noordpoort was vermoedelijk reeds in verband met de verbetering van de afwatering in 1 757 gedempt. Aan de singel van dit gedempte deel ontstond in de 1 9de eeuw het buurtje "De Vijf Zinnen'" met een groot aantal arbeiderswoningen. De hier gelegen drinkvate voor het vee Verloren Ko(s)t genaamd-werd in 1 880 gedempt. Door de lage ligging is dit deel van de vest achter het postkantoor nog steeds te herkennen. De gracht in de Muyepolder en de Spuikom zijn waarschijnlijk na de overstroming van 1 808 afgesloten. De dam in de gracht in de Pluimpot was volgens bovengenoemde kadastrale kaart in 1 832 nog maar gedeeltelijk aanwezig. De laatste restanten. Ook aan het eind van de 1 9de eeuw was de Westvest ernstig vervuild. Deze werd in 1 903 uitgebaggerd. In het gemeente-verslag werd hierna opgemerkt dat er geen besmettelijke ziekten in de omgeving van deze vest voorkwamen en dat deze dus niet schadelijk voor de gezondheid was. De Gezondheidscommissie dacht daar anders over en drong vele jaren aan op demping en riolering van de beide einden van de Westvest, die door de omwonenden ernstig werd vervuild. Eerst in 1915 werd het zuidelijke deel ter lengte van 100 meter gedempt. Het noordelijk deel bij het z.g. Nieuwe Diep werd in 1 920 over een lengte van 97 meter gerioleerd. Het middendeel werd hierna door de eigenaren van de aanliggende percelen gedempt. Over de Oostvest had de Gezondheidscommissie geen zorgen. Het vervuilde water kon steeds via de zeesluis worden geloosd. In droge zomers liet men wel zeewater in om te voorkomen dat er kwalijke dampen uit de droogliggende watergang opstegen, die zoals men toen dacht, de Zeeuwse koorts (malaria), veroorzaakten. Sedertdien sprak men van de zoute vest. Na de februari-ramp van 1 953 werd het eiland Tholen voor een groot deel herverkaveld. Een gevolg hiervan was een ingrijpende wijziging van de waterafvoer. De uitwatering van St. Maartensdijk werd verlegd naar het nieuwe gemaal in de Noordpolder. Het in 1922 gebouwde motorgemaal aan dc Molendijk kon hierdoor vervallen. De Oostvest en de oude hoofdwaterleiding tot de rioolzuivering zijn hierna in 1 960 en 1961 gedempt en gerioleerd. Hiermee verdween het laatste restant van de militaire versterkingen van de smalstad. Alleen de straatnamen Oost-, West- en Noordpoort, Oost- en Westvest herinneren hier nog aan. J.P.B. Zuurdeeg De Oostvest gezien vanaf het qemaal aan de Molendijk. Gedempt 1960-1961. Bronnen: Gemeentearchief Thóleri. Archief van de gemeente St. Maartensdijk: resoluties, notulen, rekeningen en gemeenteverslagen. Inventaris Drossaers en inventaris Hingman van het archief van de Nassause Domeinraad. M D. Lammerts. Oorlogsellende over het eiland Tholen in de jaren 1572 - 15 76. In: Historia 1946. J.P.B. Zuurdeeg. De muntvondst te St. Maartensdijk. In Eendrachtbode 5 maart 1981. Stichting Menno van Coehoorn: aantekeningen Y. Meeter. Boxhoorn, Chronijk van Zeelandt. 1644.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1983 | | pagina 17