De vesting St. Maartensdijk Modebrillen Geef iets meer a.u.b. HOOFD Na record natte lente een record droge zomer Kledingbeurs Dertig mille voor vleugel TAALPRAATJE Vergunning voor een vergunning Donderdag 8 september 1983 EENDRACHTBODE 9 De situatie te St. Maartensdijk STEMMEN VAN LEZERS Vóór het Werk Ervarings Project Opticien Optometrist O.V Kontaktlenzen Fortuinstraat 8 - Telefoon 34272 BERGEN OP ZOOM Gebruik Het Koningin Wilhelmina Fonds voor de kankerbestrijding moet dit jaar meer geld dan ooit op tafel leggen: f46,7 miljoen om precies te zijn. Geef iets meer als het kan. Maar blijf het werk van het KWF steunen. Voorlichting Van het ontstaan van St. Maartensdijk is niets bekend. De Oudelandpolder, waarin de smalstad is gelegen, zal echter evenals het oudste deel van Poortvliet, Schakerloo en Scherpenisse in de 12de eeuw defensief zijn bedijkt. De Hogeweg, die aan de zuidkant van het stadje bij de Westpoort begint, is één van die oudste dijken. De plaats zelf zou in de 14de eeuw zijn ontstaan aan de oever van de Borden, vermoedelijk een oude benaming van de Pluimpot. Een charter van 1357, waarbij de bewoners van het dorp "Haestinge in St. Martinsdike" tolvrijdom van hertog Willem van Beieren kregen noemt de grenzen. Het lag tussen de watermolen (getijdemolen), Sluyssee (geul van de uitwateringssluis) en Pannekine (Keethil?) en tussen de Middeldijk en de Borden. Bij het dorp lag het kasteel van de heren van Overbordene, dat in 1342 door de Borseiens werd belegerd. De plaats zelf was toen nog niet versterkt, hoewel men in 1389 sprak van de poort ommuurde plaats) van Haestinghen, die men heet Sente Martensdike. Laatstgenoemde naam is afkomstig van de patroonheilige van de kerk. De eerste versterkingen. Nog in 1420 en 1 485 is er sprake van parochie en dorp. Eerst in 1 488 is er sprake van stad. Een aantal jaren eerder was de plaats versterkt. We vernemen namelijk bij de overdracht van een huis in 1481, dat deze woning van Alienora van Borselen, vrouwe van St. Maartensdijk, lag achter de kerk tussen de Heerstraat'' (Hazenstraat) en de "Vest". Op de zogenaamde Scheldekaart van 1468 is St. Maartensdijk als een niet ommuurde plaats aangegeven, dat in tegenstelling tot Tholen. De Scheldekaart van 1 504 geeft daarentegen de plaats als ommuurd aan en in het eind 1 6de eeuwse afschrift van de keur van 1518 van Floris van Egmond wordt gesproken van de nieuw gedolven stadsgrachten' en worden de Oostvest, Oost- en Westpoort genoemd Smalstad. De steden van Zeeland zijn volgens de Chronijk van Zeelandt van Boxhorn van 1 644 van ouds verdeeld in grote-, goede- of grafelijke steden en smalle of simpele steden. De grafelijke steden hadden stemrecht in de Staten van Zeeland, zoals Tholen. Zij is echter niet altijd een goede stad met stemrecht geweest. Tholen behoorde tot 1397 aan de heren van Blois. Ook toen deze plaats in pandschap was bij de heer van Bergen op Zoom van 1 505 - 1 550 verscheen Tholen niet ter statenvergadering. De andere stemhebbende steden aan het eind van de 1 6de eeuw waren Middelburg, Zierikzee, Goes, Reimerswaal, Veere en Vlissingen. De smalsteden (smal klein), hadden bijzondere heren Het waren Domburg, Westkapelle, Brouwershaven (versterkt), Kortgene, St. Maartensdijk (versterkt) en sinds 1516 Arnemuiden (versterkt). Van de bede moesten de steden of de helft van deze landsbelasting opbrengen, daarvan moest Tholen als kleinste goede stad 5% en de smalstad St. Maartensdijk 2 Vi% opbrengen. De eind - 15de - eeuwse toestand. Het was in de tweede helft van de 1 5de eeuw in deze streken onrustig. In 1458 werden te Tholen maatregelen tegen zeerovers bekend gemaakt. Bijna twintig jaar later sneuvelde de hertog van Bourgondië, Karei de Stoute bij Nancy. Maria van Bourgondië volgde hem op. De staten der verschillende gewesten grepen deze gelegenheid aan om meer invloed te krijgen en de Franse invloed te weren. Na haar dood in' 1482 trad haar man Maximiliaan van Oostenrijk als regent op. Het bleef in deze jaren onrustig Maximiliaan werd zelfs in 1488 in Brugge gevangen gezet. In 1 482 werden op Walcheren blokhuizen gebouwd om de strooptochten van de inwoners van Sluis te beletten. In 1485 plunderden laatstgenoemden Vlissingen. Rond 1488 richtten de inwoners van Gent overal schade aan. Het is bekend dat Gentenaren tijdens plundertochten te Zierikzee zijn geweest om voedsel in te slaan. De strijd in Zeeland heette de Jonker Fransenoorlog (1 488 - 1492). Het is de laatste periode van de Hoekse en Kabeljabwse twisten. Aan het hoofd van de meer anti-Bourgondische Hoeken stelde zich Jonker Frans van Brederode. Hij had de sympathie van steden zoals Goes en Zierikzee en mogelijk ook van Tholen. Zijn vloot werd echter in 1 490 bij Brouwershaven verslagen, waar Brederode dodelijk werd gewond. De nieuwe hoofdaanvoerder. Jan van Naaldwijk kon zich nog twee jaar in Sluis handhaven. Deze stad werd toen door Albrecht van Saksen-Meissen, de veldheer van Maximiliaan van Oostenrijk ingenomen. Wanneer we een request van 1 597 goed uitleggen, heeft in de tweede helft van de 1 5de eeuw ook te St. Maartensdijk strijd gewoed. In dit request is sprake van een oorlog of twist tussen de heer van St. Maartensdijk en andere heren, "daertoe oick actie pretenderendeDe stad werd toen "overvallen, gesucageert?, geplondert, geruyneert ende verbrandt", waarna St. Maartensdijk vele jaren niet werd bewoond. De landsheer zou toen hebben bevolen de wapens neer te leggen en elkaar in rechte aan te spreken, waarna de Grote Raad van Mechelen (hoogste rechtscollege) op Kerstavond 1 575 uitspraak zou hebben gedaan. Vermoedelijk waren de overleveringen, waarop de Magistraat zich in dit request baseerde, na ruim 1 00 jaar vervaagd en zal met 1 575 het jaar 1500 zijn bedoeld Uit archiefstukken is namelijk bekend dat Frank van Borselen St. Maartensdijk in 1471 aanzijn zuster Alienore vermaakte, die eerst met Jan van Buren en later met Gijsbrecht van Nijenrode was gehuwd. In 1485 - vier maanden voor haar dood - droeg zij St. Maartensdijk en Scherpenisse op aan haar kleinzoon Floris van Egmond. Haar kleinzoon Jasper van Culemborch, broeder van Floris moeder Aleid kwam hiertegen echter in opstand. Hij zal de plaats hierna hebben overvallen. Maximiliaan van Oostenrijk heeft zich hierna met de zaak bemoeid en beide partijen naar de rechter verwezen. Bij uitspraak van de Grote Raad van Mechelen bleef Floris in het bezit van bovengenoemde lenen. Verder blijkt nog uit een akte van 1488 dat de vermoedelijk Hoeksgezinde Jasper van Culemborch zijn lijf en goed had verbeurd door zijn optreden in Zeeland en elders en dat de heer van Bergen op Zoom als sequestor (bewaarder van betwist gebied), was aangesteld. Volgens het eerder genoemde request was er behoudens de huidige "troubelen" (Tachtigjarige oorlog 1 568 - 1 648), geen oorlog meer geweest en waren de versterkingen niet meer hersteld. De eerste jaren van de Tachtigjarige oorlog. De oudste betrouwbare plattegrond, waarop het stadje is te zien, is de plattegrond van Jacob van Deventer. Duidelijk zijn hierop de grachten aangegeven aan de oosten westzijde. Er waren echter nog geen grachten in de in 1495? bedijkte Muyepolder en voor de Keethil. Het is merkwaardig dat er behoudens de Oostpoort op de Molenstraat geen poorten zijn aangegeven. Ook zijn er geen muren of wallen te herkennen. Dit doet vermoeden dat deze eerst weer in de Tachtigjarige oorlog zijn hersteld. St. Maartensdijk heeft evenals de andere plaatsen op het eiland in de eerste tien jaar van de oorlog tegen Spanje ernstig geleden. Er werden regelmatig soldaten ingekwartierd, die door Filips II slecht of niet betaald werden. Ze eisten van de plaatselijke bevolking wat ze nodig hadden, zoals wijn, buskruit, lonten en ander oorlogsmateriaal. Verlaten huizen werden door hen afgebroken en als brandstof gebruikt. In 1 573 namen de Geuzen St. Maartensdijk. Mondragon kon het slot en de plaats echter spoedig heroveren. Hierna moesten St. Maartensdijk en Scherpenisse ieder 50 soldaten van een kapitein Haro onderhouden. Bekend is de gewaagde tocht in 1 575 van Mondragon door het Zijpe naar Schouwen-Duiveland Deze tocht verliep via Tholen naar St. Annaland. Vandaar werden ca. 1 500 man Spaanse troepen overgezet naar het nog onbedijkte St. Philipsland. In de nacht van 28 en 29 september werd het Zijpe doorwaad Spoedig hierna werd Bommenede ingenomen en begonnen de Spanjaarden aan het beleg van Zierikzee. Vooral in deze maanden moesten vaak doortrekkende troepen te St. Maartensdijk worden ingekwartierd en gevoed. Naast inkwartiering werd het merendeel van de mannelijke bevolking van het eiland Tholen gedwongen pionierswerk te verrichtten bij het opwerpen van schansen. Ook moesten ingezetenen wagens en paardèn leveren voor het vervoer van munitie. Het kwam voor dat van de ca. 2000 inzetbare mannen, er slechts 80 waren vrijgesteld. Er lag een zware druk op de bewoners. Het lijden van de burgerbevolking De rekening van de rentmeester van de Oranjes te St. Maartensdijk van 1 575 getgigt hiervan. In het totaal worden ongeveer 70 pachters genoemd, die kwijtschelding van de pacht vragen, omdat ze door vernieling, beroving en brandstichting niet in staat waren deze te betalen. Cornelis Zoete is de eerste pachter die wordt genoemd. De soldaten hadden al zijn koren van zijn land geroofd, gedorst en weggevoerd. Jacob Zouckwech en zijn zoon waren bij het begin van de troubelen gevangen genomen. Tijdens deze gevangenschap moesten zij 400 gulden voor hun verteringen betalen, terwijl de soldaten (in 1 575) meer dan 400 schapen hadden gestolen. Ook bij andere pachters was geroofd. Zelfs huisraad werd door de soldaten meegenomen. Een aantal van hen was van verdriet, armoede en de pest overleden. Ook Jan Claes de Oude kwam er slecht af. Hij hield echter het leven. Hij woonde bij de zeedijk langs de Schelde nabij de plaats waar Spaanse oorlogsschepen lagen. Hij was al zijn beesten en andere goederen kwijtgeraakt, zijn huis en schuren waren verbrand. Bovendien was hij gevangen genomen en naar de schepen gevoerd, waar hij aan touwen gebonden onder de kiel van één der schepen we doorgetrokken (het z.g. kielhalen), zodat hij nog nauwelijks in leven was. Tenslotte werd hij moedernaakt aan land gezet. Ook de rentmeester, die op het kasteel van St. Maartensdijk woonde was beroofd. De pacht van de accijns ter grootte van 108 ponden Vlaams was met zijn ringen, andere kostbaarheden en contant geld door de soldaten buitgemaakt. Baljuw Henrick van Baexen was gevangen genomen en naar Den Briel gevoerd en het volgend jaar naar Zierikzee gebracht. Hij had zijn geld begraven, doch dit werd later op zijn verzoek door de pastoor en de stadssecretaris opgegraven en aan de soldaten gegeven. Mondragon ontfermde zich over een deel van dit geld dat niet aan de rechtmatige eigenaar werd teruggegeven. Vermoedelijk hebben schout en schepenen en ook het polderbestuur hierna hun ontslag aangeboden, doch hierop werd niet gereageerd. Men moet hierbij bedenken, dat deze bestuurders het Spaanse gezag trouw waren en niets van de geuzen moesten hebben, die zich ook aan dergelijke praktijken schuldig maakten. Na 1573 stonden de geuzen echter onder strenge controle van de Prins van Oranje en de stedelijke overheden, waarna de keuze tussen inkwartiering van Spaanse troepen en de overgang naar de Prins van Oranje makkelijker werd. In 1 577 koos Tholen als laatste Zeeuwse stad de zijde van de opstand. De andere open liggende plaatsen zullen deze stap zijn gevolgd voor zover er nog mensen woonden. Zo zou St. Annaland in 1 575 drie inwoners hebben geteld. De vestingswerken aan het eind van de 16de eeuw Het stadsarchief begint eerst in 1 586. Volgens de stadsrekening van 1 587/89 werden de vesten in deze jaren gedolven. Ook worden de Oost- en Westpoort genoemd. Laatstgenoemde poort werd van steen en gruis gezuiverd. Het betekent echter niet dat beide poortgebouwen er ook stonden. Over de bouw of herbouw van de Westpoort is helaas niets bekend. Het is ongetwijfeld de oudste stenen en óok sterkste poort van St. Maartensdijk, omdat het zwaartepunt van de verdediging aan de zeezijde lag, waar men in dit waterrijke land snel en makkelijk manschappen en materiaal kon aanvoeren. In de stadsresoluties van St. Maartensdijk wordt meerdere malen gesproken van de bedreiging door zeerovers. De landwegen waren indertijd, in het bijzonder voor paard en wagen, zeer moeilijk of niet begaanbaar. Van deze West- of Havenpoort zijn twee eind 1 8de eeuwse afbeeldimgen bekend, die twee forse torens van natuursteen tonen, met daartussen een poort. Op de ene afbeelding is de poort met een spitsboog getekend op de andere met een Tudorboog. Beide boogvormen werden aan het eind van de 1 5de en in het begin van de 1 6de eeuw gebruikt. (Door Anthonis Keldermans doet de Tudorboog (klokvormig) zijn intrede in de lage landen. Hij past deze boog toe bij de uitbreiding van het Markiezenhof te Bergen op Zoom van 1485 - 1 51 1). In een request aan Maria van Nassau, zaakwaarneemster en zuster van Philips Willem van 21 juni 1 590, zegt de Magistraat dat de stad in het verleden met wallen was omsloten, waarvan nog restanten waren te zien. Evenals in het eerder genoemde request van 1 597 is er sprake van een vernietiging in het verleden. Het stadsbestuur verzocht middelen ter beschikking te stelle,n om de vesten te delven, de poorten, straten en spuien te repareren, zodat de verarmde inwoners huizen en schuren zouden bouwen en niet zouden wegtrekken zoals in 1 588 was gebeurd. Naar aanleiding van dit verzoekschrift mag de stad een groot aantal belastingen heffen, doch moet ook aan de Gecommitteerde Raden van Zeeland hulp vragen. Volgens de stadsrekeningen van 1589/91 zijn er deze jaren belangrijke reparaties verricht. Een groot aantal uitgaven betreft de verbouw van het stadhuis. Van de stadspoorten wordt alleen vermeld dat er houtwerk van is afgebroken. Dit zou kunnen duiden op houten stadspoorten. Wel werden de stadsvesten gedolven, waarbij kruiwagens werden gebruikt. Een deel van de grachten werd door Lenaert Pompoene en 1 4 man gedolven. Ze werkten hieraan 145 dagen. Ze dronken met de andere delvers 20 tonnen bier, die hun van stadswege werden verstrekt. Uit het eerder genoemde request van 1 597 blijkt dat het stadsbestuur vreesde, dat het stadje dat aan alle kanten open lag, zou worden overvallen en beroofd. Men verzocht nu de graaf van Hohenloo, echtgenoot van Maria van Nassau om hulp? De stad had een raming van de kosten gemaakt van het herstel en de verbetering van de versterkingen, die in totaal £1 924 bedroeg. Voor dit bedrag wilde men een bolwerk maken bij de Verloren Cost bij de Noordpoort. Deze zou een kruin van 5 meter en een hoogte van bijna 4 meter krijgen met daarop nog een borstwering van 1.40 m hoog en 1.80 m. breed. De gracht moest ruim 1 5 m breed en 1.60 m diep worden. Aan de westkant wilde men de wal ca. 1,5 m verhogen ter lengte van 11 0 m. Dan zou er een bolwerk worden gelegd. Ook de rest van de wallen tot de Westpoort en vandaar tot de haven en aan de oostkant wilde het stadsbestuur verhogen. Of deze werken ook allen zijn uitgevoerd, is twijfelachtig. Op 1 7de eeuwse plattegronden zijn nergens wallen en bolwerken van enige omvang te ontdekken. Ook niet op de bekende plattegrond uit de Cronijk van Smallegamge van ca. 1 695. Wel echter op het gezicht op St. Maartensdijk van uit het oosten dat boven.deze plattegrond is opgenomen. Dit gezicht is bijna identiek aan de prent uit Speculum Zelandiae uit het midden van de 1 7de eeuw. Ook op het eind 1 7de eeuwse gezicht op de smalstad vanuit het zuiden zijn bastions en wallen afgebeeld, evenals ophaalbruggen voor de Oost- en Westpoort. Deze bruggen hebben er echter nooit gelegen. De rest van de afbeeldingen lijkt topografisch gezien betrouwbaar. Ook in 1 7de en 1 8de eeuwse stadsrekeningen wordt van wallen gesproken. Boxhoorn vermeldt in zijn kroniek van 1 644 dat de smalstad is omsloten door lage wallen. Getuige ook de plattegronden van 1 639 en 1 696 van C. de Bye en C. Heron is St. Maartensdijk waarschijnlijk alleen door aarden borstweringen en enige lage bolwerken omgeven en zijn de wallen op de aangezichten veel te hoog afgebeeld. Het Thoolse Gemeentebestuur heeft het werkervaringsproject naar voor gebracht. Het doel is jongeren die werkeloos zijn erva ring in het bedrijfsleven te geven. Het FNV-Zeeland (ook de FNV- Tholen?) wil dit project blokke ren. Het initiatief van de gemeen te is mijns inziens juist en het is mijns inziens onjuist van de FNV, ook al hebben ze de wettelijke mogelijkheden, dit project te blokkeren. Wij krijgen in Nederland als jonge mensen een degelijke opleiding. Het onderwijs is op een zodanige wijze georganiseerd dat eenieder zijn capaciteiten van kennisopna me volledig kan ontwikkelen. Hoewel we kunnen discussiëren over de vraag of de specialisering een goede basis voor het bedrijfs leven is, of dat er meer algemene GF.OPKND DINSDAG T/M ZATERDAG leerstof gegeven zou moeten wor den, zijn schoolverlaters goed in zetbaar in het bedrijfsleven. Door de economische stagnatie is er weinig aanbod van werk. Ook al zijn de schoolverlaters goed inzet baar in het bedrijfsleven, er zijn weinig arbeidsplaatsen. Als je echter al werkervaring hebt. dan kom je eerder aan de bak, werk gevers hebben liever mensen met ervaring dan zonder werkerva ring. Het vraagt een periode van groei om in het arbeidsproces te komen, werkgevers hebben deze groeiperiode over het algemeen genomen liever niet en nemen mensen met werkervaring die di rect produktief kunnen zijn. De verhouding tussen de ge meente en de werkgevers op Tho len is in het algemeen goed. Mocht ik in een eerdere publicatie in de E B. berichten over dat mijns inziens de gemeente meer werk aan de eigen ondernemers moest geven, het werkervaringsproject is een goed initiatief. Ik meen dat de gemeente een bepaalde redelijk heid in het economisch verkeer met de eigen ondernemers be tracht. Ook al kunnen er verschil len van mening ontstaan, de ge meentebestuurders kunnen een andere mening hebben en deze uitvoeren, de gemeentebestuur ders hebben de verantwoording voor het uitgevoerde beleid. Nu is er een initiatief voor werkerva ring. Een brief naar de onderne mers van het eiland leverde naar mijn informatie 57 positieve reac ties. 15 jongeren kunnen nu met behoud van uitkering voor een geringe vergoeding werkervaring opdoen. De jongeren kvnnen van de opleidings/kennis atmosfeer komen in het arbeid/produkt proces. Daarmee krijgen ze een goede basis om verder te sollicite ren. Het is uitermate geschikt van de ondernemers dat ze jongeren, ook al kon er geen bedrijfsuit- breiding komen, de gelegenheid geven werkervaring op te doen. Er zijn waarschijnlijk met de hui dige wettelijke voorzieningen le gio mogelijkheden het werkerva ringsproject te stoppen. Aange zien alle partijen die betrokken zij in dit project, de gemeente, de werkgevers en de jongeren die werkervaring zullen opdoen, het met elkaar eens zijn. is het onjuist dat de FNV als vierde partij die er in feite niets mee te maken heeft, dit project wenst te sloppen Het zou veeleer het werkervaringsge- beuren moeten begeleiden in de bedrijven. Het zou zijn acties tegen de werkgevers voor een be tere positie van de werknemers, om moeten buigen naar de acties om samen met werknemers en werkgevers, naar mogelijkheden te zoeken voor werkervaringspro jecten. Wim Boogaart Dorpsweg 39 Oud Vossemeer Advertentie 1M Het zijn wel bijzondere uitersten dit jaar: het voorjaar en de zomer in grote delen van ons land plaat selijk in de drie voorjaarsmaan den ruim 400 mm regen: normaal 135 mm. tegen plaatselijk in deze drie zomermaanden niet meer dan 40 tot 70 mm regen; normaal 225 mm. Bij het opstellen van dit overzicht lagen er nog een paar augustusdagen voor ons. Natuur lijk kan in het zicht van de uitge droogde haven nog iets verande ren wat de neerslag betreft, maar de kans is groot dat plaatsen als Den Helder en ook Groningen, waar al rond 140 jaar regenwaar nemingen worden verricht, de re cord droogste zomer noteren. Het droogte record voor Den Helder staat op 66 mm in de zomer van 1899 toen Groningen op 91 mm kwam. Deze cijfers schommelen in het midden van vorige week bij 53 en 61 mm. Maar ook al zou in de laatste augustusdagen wat re gen vallen, dan nog hebben wij een record droge periode achter ons liggen. Ten aanzien van de temperatuur was de zomer nog iets warmer dan verleden jaar, toen De Bilt op 32 zomerse dagen kwam boven de 25 graden; in het begin van vorige week waren het er 34; normaal 19. Wij hebben al ruim 50 uren meer zonneschijn dan verleden jaar. Voor het houden van vakantie maakte het deze zomer weinig of niets uit waar je je bevond. Niet zelden waren de temperaturen in ons land even hoog als elders in midden en zuid-Europa. Als er af en toe nog eens werd geklaagd was het over de hitte: in Frankrijk 41 graden, In Italië 43 graden en in Duitsland (27 juli) werd een record van 40 graden bereikt. De vraag voor de landbouw, die hier en daar om wat water staat te springen, is nu: wanneer deze droge hogedrukperiode zal afbre ken om weer baan te maken voor depressies. In lange warme zo mers zoals in 1947 en 1959 bleef ook september nog droog en Naast de kinderkledingbeurs in Tholen (12, 13, 14 en 15 septem ber) wordt in de barakken achter het postkantoor te Halsteren weer de gelegenheid gegeven om alleen modieuze winter- kinderkleding te koop aan te bieden. De inza meltijden zijn op woensdag van 9-12 u. en op donderdag van 9-12 en van 13-15.30 u. De verkoop is tijdens de braderie. Dinsdag 20 september van 9-12 u. en van 13-15.30 u. kan men het geld en de niet verkochte kleding komen ha- Ierk Dit jaar wil men de winst be steden aan de Algerijnse en Poolse kinderen. Inlichtingen: M.Si mons, tel. 01641-4181. warm en kwam de omslag naar regen en wind eerst half oktober. Niemand zal daaromtrent een betrouwbare prognose kunnen doen. dat wachten wij maar af. Op donderdag I september viel er al flink wat regen, evenals zaterdag 3 september. Nu de Stichting Cultuurspreiding Zeeland niet langer de provinciale Steinway-concertvleugel ter waar de van ruim 67.000 gulden in be heer heeft, stellen Gedeputeerde Staten voor ten behoeve van de kosten van beheer, onderhoud en gebruik van deze vleugel voor 1983 een bedrag van ten hoogste 30.000 gulden beschikbaar te stellen. Er zal een kleine commissie van deskundigen worden ingesteld, bestaande uit een leraar piano conservatorium en muziekschool, de secretaris van het Zeeuws or kest en een ambtelijk secretaris: de drie pleegouders van baby Steinway. De kosten van die commissie worden geraamd op 4.000 gulden(reis- en verblijfskos ten en eventuele andere vergoe dingen). Verder is voor het onderhoud, het regelmatig stemmen, verzekering en dergelijke een bedrag van on geveer 6.000 gulden per jaar no dig. In totaal dient er voor beheer en onderhoud 10 mille uitgetrok ken te worden. Beheer en onderhoud van de pia no is gericht op het gebruik ervan. Het doel van de uit februari 1980 daterende aankoop is dan ook ge weest een kwalitatief goede vleu gel voor allerlei evenementen in de provincie voor een redelijk be drag beschikbaar te stellen. De hoogste kosten die daarmee ge moeid zijn, zijn de transportkos ten van het kostbare muziekin strument. De SCZ rekende voor elke uitle ning 450 gulden. Dit bedrag werd vooral gezien als een tegemoetko ming in de transpo transportkos ten. Voor een aantal organisaties is die prijs aan de hoge kant. Om het gebruik van de vleugel te sti muleren stellen Gedeputeerde Staten voor om die prijs te verla gen tot 350 gulden. In de periode van 1 september 1981 tot 8 juni 1982 werden 29 concerten georganiseerd met ge bruikmaking van de vleugel, 22 in het kader van de SCZ, 7 door derden. In dat tijdsbestek bete kende dat een inkomenspost van 10.500 gulden. "Wij verwachten dat de kosten van het gebruik van de vleugel jaarlijks 20.000 gulden bedragen en dat de huur 10.000 gulden per jaar zal opleveren," aldus G.S. in Bekend is dat de man het hoofd van het gezin is, maar de vrouw wel de nek waar dat hoofd op draait. Oud is de uitdrukking 'hals over hoofd' (later veranderd in hals over kop). Afkomstig van het kopje-buitelen. De jongen buitel de hals over kop in het gras. De figuurlijke betekenis is ijlings. Plotseling en zonder zich te be denken. 'Van het hoofd tot de voeten' be tekent geheel en al. Iemand van het hoofd tot de voeten opnemen. De zegswijze 'iemand een hoofd kleiner maken' stamt uit de Mid deleeuwen. Het was een eufemis me voor onthoofden. De uitdruk king is langzamerhand veranderd in 'een kopje kleiner maken', ter wijl ook de betekenis wat is afge zwakt tot mores leren, terecht wijzen. Andere zegswijzen voor onthoof den waren: 'het hoofd van de buik (van de romp) slaan' en 'het hoofd voor de voeten leggen'. Bij stem mingen gebruikt men de term 'de hoofden tellen'. Vergelijk 'dé neuzen tellen'. De uitslag is dan wel te raden. Als er bij een evenement heel veel mensen aanwezig zijn. zegt men: 'over de hoofden kunnen lopen'. Hoofd in samenhang met haar komt voor in de zegswijzen 'zoveel hebben als haar op het hoofd' (geld), 'geen haar op zijn hoofd denkt eraan dat te doen', en in Vlaanderen 'een hoofd als een robbenjager': er een' verwarde haarbos op na houden (als een ragebol). In vroeger tijden was 'zere hoofd jes' in de provincie Utrecht een grappige benaming voor koekjes. Dat waren dunne stroopkoekjes met amandelen (nootjes). Later werden ze meestal 'kletskopjes' genoemd. Bekend is de uitdruk king 'het bloed stijgt hem naar het hoofd' voor een kleur krijgen, uit boosheid of verlegenheid. De zegswijze 'zijn hoofd buiten de deursteken' betekent: naar buiten gaan. Meestal gebezigd in ont kennende vorm. Het weer is te slecht om een hoofd buiten de deur te steken. Het hoofd in de wind. in de lucht steken, duidt op verwaandheid. Het hoofd boven water houden, betekent letterlijk het er levend van afbrengen. Later: de eindjes aan elkaar weten te knopen in slechte tijden, ondanks geldelijke moeilijkheden. 'Het hoofd in de schoot leggen' voor zich gewonnen geven, is waarschijnlijk van Bijbelse oor sprong. Men denkt daarbij aan het verhaal van Simson, waarbij Delila al haar best doet Simsons vertrouwen te winnen en hem toch het haar laat afscheren om achter het geheim van zijn kracht te komen. Daar tegenover staat 'iets het hoofd bieden'. Ertegen vechten, niet opgeven. De beken- Koningin Wilhelmina Fonds, Amsterdam. Giro: 26000. Bankrekening: 70.70.70.007. het voorstel aan Provinciale Sta ten. Op de vergadering van 16 september zal in Middelburg blij- keji of de vleugel een hamerstuk wordt. de zegswijze 'met het hoofd tegen de muur lopen', betekent: ver geefs iets probéren te bereiken. Afgewezen worden en telkens het hoofd stoten. De hoofden bij el kaar steken wil zeggen zich vere nigen om een bepaald doel te be reiken. Samenwerken. 'Iemand het hoofd wassen': hem op meestal onaangename manier behandelen. Vandaar bestraffen. Vergelijk het grappige dreige ment: iemand het hoofd tussen twee oren zetten. Ook: waar ge niet bij bent wordt je hoofd ge wassen. Betekenis: als men zelf niet op zijn zaken past, worden ze maar half of niet goed gedaan. 'Iemand de hand boven het hoofd houden'. Letterlijke betekenis: met de hand slagen afweren. Fi guurlijk: iemand verdedigen, vaak tegen beter weten in. Be schermen, zijn fouten vergoelij ken. Bekend is: 'iemand boven het hoofd groeien' voor hem de baas worden, vaak in kennis en wijs heid. Van oude datum is: 'niet weten of men op zijn hoofd of op zijn voe ten staat'. Dat betekent: verbij sterd zijn. Een oud spreekwoord luidt: 'Met de kous op het hoofd (later op de kop) thuiskomen'. Dat wijst op mislukking en te leurstelling. Vergelijk van een koude kermis thuiskomen. Het is nog niet zo erg, dat men een vergunning voor een vergunning moet aanvragen. Toch ondervindt een groot aantal ondernemers moeilijkheden bij het verkrijgen van bijvoorbeeld een hinderwet vergunning. Dat blijkt uit de noti tie 'Ondernemers en Hinderwet' van de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Middelburg. Die werd ingesteldopgesteld naar aanleiding van een inventarisatie bij ondernemers die in de loop van het vorige jaar een hinder wetvergunning hebben ontvan gen. In deze notitie geeft de Ka mer tevens aan welke mogelijk heden gemeentebesturen hebben voor een meer 'ondernemers- vriendelijke' uitvoering van de Hinderwet. Uit het onderzoek van de K.v.K. blijkt onder meer dat 35% van de ondernemers van mening is dat de eisen die in de vergunning aan het bedrijf worden gesteld, te hoog zijn, dat een kwart van de onder nemers investeringen heeft moe ten verrichten die net zo goed óf zelfs beter achterwege hadden kunnen blijven, dat ruim 30% langer dan zeven maanden op de vergunning heeft moeten wachten en dat ondernemers in de,.platte landsgemeenten relatief vaker klagen over moeilijkheden dan hun collega's in de steden. Gelet op deze cijfers is het volgens de Kamer van Koophandel noodzakelijk dat gemeentebestu ren bij het verlenen van vergun ningen meer aandacht schenken aan de belangen van de onderne mers. Er worden zelfs concrete mogelijkheden aangegeven: De voorlichting van de gemeente moet afgestemd zijn op de speci fieke situaties van de bedrijven, ambtenaren van de gemeente moeten de ondernemers helpen bij het invullen van de lange en ingewikkelde aanvraagformulie ren, zodat geen (dure) deskundi gen meer ingeschakeld hoeven te worden. Bij het vaststellen van de vergun- ningvóorwaarden moet niet alleen rekening gehouden worden met milieuhygiënische wensen, maar ook met financieel-economische gevolgen en mogelijkheden voor de onderneming. Op de vierde plaats dient de vergunning sneller te worden afgegeven en op de laatste plaats meent de Kamer van Koophandel dat ten aanzien van de legestarieven alleen de direct met de vergunning-verlening ver bonden kosten mogen worden doorberekend in de leges. Ook dient de stijging van deze tarieven niet uit te gaan boven de alge meen toegestane stijging van de overheidstarieven. De notitie van de K.v.K. strekt zich uit tot ondernemingen in het mid den- en kleinbedrijf met minder dan 50 arbeidskrachten. Omdat het onderzoek zich heeft beperkt tot de hinderwethoudende inrich tingen, die ingeschreven zijn in het Handelsregister van de Kamer te Middelburg, valt de landbouwsec tor buiten de enquête.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1983 | | pagina 9