De vesting St. Maartensdijk
Modebrillen
Geef
iets meer
a.u.b.
HOOFD
Na record natte lente
een record droge zomer
Kledingbeurs
Dertig mille
voor vleugel
TAALPRAATJE
Vergunning
voor een
vergunning
Donderdag 8 september 1983
EENDRACHTBODE
9
De situatie te St.
Maartensdijk
STEMMEN
VAN
LEZERS
Vóór het Werk
Ervarings Project
Opticien Optometrist O.V Kontaktlenzen
Fortuinstraat 8 - Telefoon 34272
BERGEN OP ZOOM
Gebruik
Het Koningin
Wilhelmina Fonds voor
de kankerbestrijding
moet dit jaar meer geld
dan ooit op tafel leggen:
f46,7 miljoen om
precies te zijn.
Geef iets meer als het
kan. Maar blijf het werk
van het KWF steunen.
Voorlichting
Van het ontstaan van St. Maartensdijk is niets bekend. De
Oudelandpolder, waarin de smalstad is gelegen, zal echter
evenals het oudste deel van Poortvliet, Schakerloo en
Scherpenisse in de 12de eeuw defensief zijn bedijkt. De
Hogeweg, die aan de zuidkant van het stadje bij de Westpoort
begint, is één van die oudste dijken.
De plaats zelf zou in de 14de eeuw zijn ontstaan aan de oever
van de Borden, vermoedelijk een oude benaming van de
Pluimpot. Een charter van 1357, waarbij de bewoners van het
dorp "Haestinge in St. Martinsdike" tolvrijdom van hertog
Willem van Beieren kregen noemt de grenzen. Het lag tussen de
watermolen (getijdemolen), Sluyssee (geul van de
uitwateringssluis) en Pannekine (Keethil?) en tussen de
Middeldijk en de Borden. Bij het dorp lag het kasteel van de
heren van Overbordene, dat in 1342 door de Borseiens werd
belegerd. De plaats zelf was toen nog niet versterkt, hoewel
men in 1389 sprak van de poort ommuurde plaats) van
Haestinghen, die men heet Sente Martensdike.
Laatstgenoemde naam is afkomstig van de patroonheilige van
de kerk.
De eerste versterkingen.
Nog in 1420 en 1 485 is er
sprake van parochie en dorp.
Eerst in 1 488 is er sprake van
stad. Een aantal jaren eerder was
de plaats versterkt. We vernemen
namelijk bij de overdracht van
een huis in 1481, dat deze
woning van Alienora van
Borselen, vrouwe van St.
Maartensdijk, lag achter de kerk
tussen de Heerstraat''
(Hazenstraat) en de "Vest". Op
de zogenaamde Scheldekaart van
1468 is St. Maartensdijk als een
niet ommuurde plaats
aangegeven, dat in tegenstelling
tot Tholen. De Scheldekaart van
1 504 geeft daarentegen de
plaats als ommuurd aan en in het
eind 1 6de eeuwse afschrift van
de keur van 1518 van Floris van
Egmond wordt gesproken van de
nieuw gedolven stadsgrachten' en
worden de Oostvest, Oost- en
Westpoort genoemd
Smalstad.
De steden van Zeeland zijn
volgens de Chronijk van Zeelandt
van Boxhorn van 1 644 van ouds
verdeeld in grote-, goede- of
grafelijke steden en smalle of
simpele steden. De grafelijke
steden hadden stemrecht in de
Staten van Zeeland, zoals
Tholen. Zij is echter niet altijd
een goede stad met stemrecht
geweest. Tholen behoorde tot
1397 aan de heren van Blois.
Ook toen deze plaats in
pandschap was bij de heer van
Bergen op Zoom van 1 505 -
1 550 verscheen Tholen niet ter
statenvergadering. De andere
stemhebbende steden aan het
eind van de 1 6de eeuw waren
Middelburg, Zierikzee, Goes,
Reimerswaal, Veere en
Vlissingen.
De smalsteden (smal klein),
hadden bijzondere heren Het
waren Domburg, Westkapelle,
Brouwershaven (versterkt),
Kortgene, St. Maartensdijk
(versterkt) en sinds 1516
Arnemuiden (versterkt). Van de
bede moesten de steden of de
helft van deze landsbelasting
opbrengen, daarvan moest
Tholen als kleinste goede stad
5% en de smalstad St.
Maartensdijk 2 Vi% opbrengen.
De eind - 15de - eeuwse
toestand.
Het was in de tweede helft van
de 1 5de eeuw in deze streken
onrustig. In 1458 werden te
Tholen maatregelen tegen
zeerovers bekend gemaakt. Bijna
twintig jaar later sneuvelde de
hertog van Bourgondië, Karei de
Stoute bij Nancy. Maria van
Bourgondië volgde hem op. De
staten der verschillende
gewesten grepen deze
gelegenheid aan om meer
invloed te krijgen en de Franse
invloed te weren.
Na haar dood in' 1482 trad haar
man Maximiliaan van Oostenrijk
als regent op. Het bleef in deze
jaren onrustig Maximiliaan werd
zelfs in 1488 in Brugge
gevangen gezet.
In 1 482 werden op Walcheren
blokhuizen gebouwd om de
strooptochten van de inwoners
van Sluis te beletten. In 1485
plunderden laatstgenoemden
Vlissingen. Rond 1488 richtten
de inwoners van Gent overal
schade aan. Het is bekend dat
Gentenaren tijdens
plundertochten te Zierikzee zijn
geweest om voedsel in te slaan.
De strijd in Zeeland heette de
Jonker Fransenoorlog (1 488 -
1492). Het is de laatste periode
van de Hoekse en Kabeljabwse
twisten. Aan het hoofd van de
meer anti-Bourgondische Hoeken
stelde zich Jonker Frans van
Brederode. Hij had de sympathie
van steden zoals Goes en
Zierikzee en mogelijk ook van
Tholen.
Zijn vloot werd echter in 1 490 bij
Brouwershaven verslagen, waar
Brederode dodelijk werd
gewond. De nieuwe
hoofdaanvoerder. Jan van
Naaldwijk kon zich nog twee jaar
in Sluis handhaven. Deze stad
werd toen door Albrecht van
Saksen-Meissen, de veldheer van
Maximiliaan van Oostenrijk
ingenomen.
Wanneer we een request van
1 597 goed uitleggen, heeft in de
tweede helft van de 1 5de eeuw
ook te St. Maartensdijk strijd
gewoed. In dit request is sprake
van een oorlog of twist tussen de
heer van St. Maartensdijk en
andere heren, "daertoe oick actie
pretenderendeDe stad werd
toen "overvallen, gesucageert?,
geplondert, geruyneert ende
verbrandt", waarna St.
Maartensdijk vele jaren niet werd
bewoond. De landsheer zou toen
hebben bevolen de wapens neer
te leggen en elkaar in rechte aan
te spreken, waarna de Grote
Raad van Mechelen (hoogste
rechtscollege) op Kerstavond
1 575 uitspraak zou hebben
gedaan.
Vermoedelijk waren de
overleveringen, waarop de
Magistraat zich in dit request
baseerde, na ruim 1 00 jaar
vervaagd en zal met 1 575 het
jaar 1500 zijn bedoeld Uit
archiefstukken is namelijk
bekend dat Frank van Borselen
St. Maartensdijk in 1471 aanzijn
zuster Alienore vermaakte, die
eerst met Jan van Buren en later
met Gijsbrecht van Nijenrode
was gehuwd. In 1485 - vier
maanden voor haar dood - droeg
zij St. Maartensdijk en
Scherpenisse op aan haar
kleinzoon Floris van Egmond.
Haar kleinzoon Jasper van
Culemborch, broeder van Floris
moeder Aleid kwam hiertegen
echter in opstand. Hij zal de
plaats hierna hebben overvallen.
Maximiliaan van Oostenrijk heeft
zich hierna met de zaak bemoeid
en beide partijen naar de rechter
verwezen. Bij uitspraak van de
Grote Raad van Mechelen bleef
Floris in het bezit van
bovengenoemde lenen.
Verder blijkt nog uit een akte van
1488 dat de vermoedelijk
Hoeksgezinde Jasper van
Culemborch zijn lijf en goed had
verbeurd door zijn optreden in
Zeeland en elders en dat de heer
van Bergen op Zoom als
sequestor (bewaarder van betwist
gebied), was aangesteld.
Volgens het eerder genoemde
request was er behoudens de
huidige "troubelen"
(Tachtigjarige oorlog 1 568 -
1 648), geen oorlog meer
geweest en waren de
versterkingen niet meer hersteld.
De eerste jaren van de
Tachtigjarige oorlog.
De oudste betrouwbare
plattegrond, waarop het stadje is
te zien, is de plattegrond van
Jacob van Deventer. Duidelijk
zijn hierop de grachten
aangegeven aan de oosten
westzijde. Er waren echter nog
geen grachten in de in 1495?
bedijkte Muyepolder en voor de
Keethil. Het is merkwaardig dat
er behoudens de Oostpoort op de
Molenstraat geen poorten zijn
aangegeven. Ook zijn er geen
muren of wallen te herkennen.
Dit doet vermoeden dat deze
eerst weer in de Tachtigjarige
oorlog zijn hersteld.
St. Maartensdijk heeft evenals de
andere plaatsen op het eiland in
de eerste tien jaar van de oorlog
tegen Spanje ernstig geleden.
Er werden regelmatig soldaten
ingekwartierd, die door Filips II
slecht of niet betaald werden. Ze
eisten van de plaatselijke
bevolking wat ze nodig hadden,
zoals wijn, buskruit, lonten en
ander oorlogsmateriaal. Verlaten
huizen werden door hen
afgebroken en als brandstof
gebruikt. In 1 573 namen de
Geuzen St. Maartensdijk.
Mondragon kon het slot en de
plaats echter spoedig heroveren.
Hierna moesten St. Maartensdijk
en Scherpenisse ieder 50
soldaten van een kapitein Haro
onderhouden.
Bekend is de gewaagde tocht in
1 575 van Mondragon door het
Zijpe naar Schouwen-Duiveland
Deze tocht verliep via Tholen
naar St. Annaland. Vandaar
werden ca. 1 500 man Spaanse
troepen overgezet naar het nog
onbedijkte St. Philipsland. In de
nacht van 28 en 29 september
werd het Zijpe doorwaad
Spoedig hierna werd
Bommenede ingenomen en
begonnen de Spanjaarden aan
het beleg van Zierikzee.
Vooral in deze maanden moesten
vaak doortrekkende troepen te
St. Maartensdijk worden
ingekwartierd en gevoed. Naast
inkwartiering werd het
merendeel van de mannelijke
bevolking van het eiland Tholen
gedwongen pionierswerk te
verrichtten bij het opwerpen van
schansen. Ook moesten
ingezetenen wagens en paardèn
leveren voor het vervoer van
munitie. Het kwam voor dat van
de ca. 2000 inzetbare mannen,
er slechts 80 waren vrijgesteld.
Er lag een zware druk op de
bewoners.
Het lijden van de
burgerbevolking
De rekening van de rentmeester
van de Oranjes te St.
Maartensdijk van 1 575 getgigt
hiervan. In het totaal worden
ongeveer 70 pachters genoemd,
die kwijtschelding van de pacht
vragen, omdat ze door
vernieling, beroving en
brandstichting niet in staat waren
deze te betalen.
Cornelis Zoete is de eerste
pachter die wordt genoemd. De
soldaten hadden al zijn koren van
zijn land geroofd, gedorst en
weggevoerd. Jacob Zouckwech
en zijn zoon waren bij het begin
van de troubelen gevangen
genomen. Tijdens deze
gevangenschap moesten zij 400
gulden voor hun verteringen
betalen, terwijl de soldaten (in
1 575) meer dan 400 schapen
hadden gestolen. Ook bij andere
pachters was geroofd. Zelfs
huisraad werd door de soldaten
meegenomen. Een aantal van
hen was van verdriet, armoede
en de pest overleden.
Ook Jan Claes de Oude kwam er
slecht af. Hij hield echter het
leven. Hij woonde bij de zeedijk
langs de Schelde nabij de plaats
waar Spaanse oorlogsschepen
lagen. Hij was al zijn beesten en
andere goederen kwijtgeraakt,
zijn huis en schuren waren
verbrand. Bovendien was hij
gevangen genomen en naar de
schepen gevoerd, waar hij aan
touwen gebonden onder de kiel
van één der schepen we
doorgetrokken (het z.g.
kielhalen), zodat hij nog
nauwelijks in leven was.
Tenslotte werd hij moedernaakt
aan land gezet. Ook de
rentmeester, die op het kasteel
van St. Maartensdijk woonde
was beroofd. De pacht van de
accijns ter grootte van 108
ponden Vlaams was met zijn
ringen, andere kostbaarheden en
contant geld door de soldaten
buitgemaakt.
Baljuw Henrick van Baexen was
gevangen genomen en naar Den
Briel gevoerd en het volgend jaar
naar Zierikzee gebracht. Hij had
zijn geld begraven, doch dit werd
later op zijn verzoek door de
pastoor en de stadssecretaris
opgegraven en aan de soldaten
gegeven. Mondragon ontfermde
zich over een deel van dit geld
dat niet aan de rechtmatige
eigenaar werd teruggegeven.
Vermoedelijk hebben schout en
schepenen en ook het
polderbestuur hierna hun ontslag
aangeboden, doch hierop werd
niet gereageerd.
Men moet hierbij bedenken, dat
deze bestuurders het Spaanse
gezag trouw waren en niets van
de geuzen moesten hebben, die
zich ook aan dergelijke praktijken
schuldig maakten. Na 1573
stonden de geuzen echter onder
strenge controle van de Prins van
Oranje en de stedelijke
overheden, waarna de keuze
tussen inkwartiering van
Spaanse troepen en de overgang
naar de Prins van Oranje
makkelijker werd.
In 1 577 koos Tholen als laatste
Zeeuwse stad de zijde van de
opstand. De andere open
liggende plaatsen zullen deze
stap zijn gevolgd voor zover er
nog mensen woonden. Zo zou St.
Annaland in 1 575 drie inwoners
hebben geteld.
De vestingswerken aan
het eind van de 16de
eeuw
Het stadsarchief begint eerst in
1 586. Volgens de stadsrekening
van 1 587/89 werden de vesten
in deze jaren gedolven. Ook
worden de Oost- en Westpoort
genoemd. Laatstgenoemde poort
werd van steen en gruis
gezuiverd.
Het betekent echter niet dat
beide poortgebouwen er ook
stonden. Over de bouw of
herbouw van de Westpoort is
helaas niets bekend. Het is
ongetwijfeld de oudste stenen en
óok sterkste poort van St.
Maartensdijk, omdat het
zwaartepunt van de verdediging
aan de zeezijde lag, waar men in
dit waterrijke land snel en
makkelijk manschappen en
materiaal kon aanvoeren. In de
stadsresoluties van St.
Maartensdijk wordt meerdere
malen gesproken van de
bedreiging door zeerovers.
De landwegen waren indertijd, in
het bijzonder voor paard en
wagen, zeer moeilijk of niet
begaanbaar.
Van deze West- of Havenpoort
zijn twee eind 1 8de eeuwse
afbeeldimgen bekend, die twee
forse torens van natuursteen
tonen, met daartussen een poort.
Op de ene afbeelding is de poort
met een spitsboog getekend op
de andere met een Tudorboog.
Beide boogvormen werden aan
het eind van de 1 5de en in het
begin van de 1 6de eeuw
gebruikt. (Door Anthonis
Keldermans doet de Tudorboog
(klokvormig) zijn intrede in de
lage landen. Hij past deze boog
toe bij de uitbreiding van het
Markiezenhof te Bergen op Zoom
van 1485 - 1 51 1). In een
request aan Maria van Nassau,
zaakwaarneemster en zuster van
Philips Willem van 21 juni 1 590,
zegt de Magistraat dat de stad in
het verleden met wallen was
omsloten, waarvan nog restanten
waren te zien. Evenals in het
eerder genoemde request van
1 597 is er sprake van een
vernietiging in het verleden. Het
stadsbestuur verzocht middelen
ter beschikking te stelle,n om de
vesten te delven, de poorten,
straten en spuien te repareren,
zodat de verarmde inwoners
huizen en schuren zouden
bouwen en niet zouden
wegtrekken zoals in 1 588 was
gebeurd. Naar aanleiding van dit
verzoekschrift mag de stad een
groot aantal belastingen heffen,
doch moet ook aan de
Gecommitteerde Raden van
Zeeland hulp vragen. Volgens de
stadsrekeningen van 1589/91
zijn er deze jaren belangrijke
reparaties verricht. Een groot
aantal uitgaven betreft de
verbouw van het stadhuis. Van
de stadspoorten wordt alleen
vermeld dat er houtwerk van is
afgebroken. Dit zou kunnen
duiden op houten stadspoorten.
Wel werden de stadsvesten
gedolven, waarbij kruiwagens
werden gebruikt. Een deel van de
grachten werd door Lenaert
Pompoene en 1 4 man gedolven.
Ze werkten hieraan 145 dagen.
Ze dronken met de andere
delvers 20 tonnen bier, die hun
van stadswege werden verstrekt.
Uit het eerder genoemde request
van 1 597 blijkt dat het
stadsbestuur vreesde, dat het
stadje dat aan alle kanten open
lag, zou worden overvallen en
beroofd. Men verzocht nu de
graaf van Hohenloo, echtgenoot
van Maria van Nassau om hulp?
De stad had een raming van de
kosten gemaakt van het herstel
en de verbetering van de
versterkingen, die in totaal
£1 924 bedroeg.
Voor dit bedrag wilde men een
bolwerk maken bij de Verloren
Cost bij de Noordpoort. Deze zou
een kruin van 5 meter en een
hoogte van bijna 4 meter krijgen
met daarop nog een borstwering
van 1.40 m hoog en 1.80 m.
breed.
De gracht moest ruim 1 5 m
breed en 1.60 m diep worden.
Aan de westkant wilde men de
wal ca. 1,5 m verhogen ter
lengte van 11 0 m. Dan zou er
een bolwerk worden gelegd. Ook
de rest van de wallen tot de
Westpoort en vandaar tot de
haven en aan de oostkant wilde
het stadsbestuur verhogen.
Of deze werken ook allen zijn
uitgevoerd, is twijfelachtig. Op
1 7de eeuwse plattegronden zijn
nergens wallen en bolwerken van
enige omvang te ontdekken. Ook
niet op de bekende plattegrond
uit de Cronijk van Smallegamge
van ca. 1 695. Wel echter op het
gezicht op St. Maartensdijk van
uit het oosten dat boven.deze
plattegrond is opgenomen. Dit
gezicht is bijna identiek aan de
prent uit Speculum Zelandiae uit
het midden van de 1 7de eeuw.
Ook op het eind 1 7de eeuwse
gezicht op de smalstad vanuit het
zuiden zijn bastions en wallen
afgebeeld, evenals
ophaalbruggen voor de Oost- en
Westpoort. Deze bruggen
hebben er echter nooit gelegen.
De rest van de afbeeldingen lijkt
topografisch gezien betrouwbaar.
Ook in 1 7de en 1 8de eeuwse
stadsrekeningen wordt van
wallen gesproken. Boxhoorn
vermeldt in zijn kroniek van
1 644 dat de smalstad is
omsloten door lage wallen.
Getuige ook de plattegronden
van 1 639 en 1 696 van C. de
Bye en C. Heron is St.
Maartensdijk waarschijnlijk
alleen door aarden borstweringen
en enige lage bolwerken
omgeven en zijn de wallen op de
aangezichten veel te hoog
afgebeeld.
Het Thoolse Gemeentebestuur
heeft het werkervaringsproject
naar voor gebracht. Het doel is
jongeren die werkeloos zijn erva
ring in het bedrijfsleven te geven.
Het FNV-Zeeland (ook de FNV-
Tholen?) wil dit project blokke
ren. Het initiatief van de gemeen
te is mijns inziens juist en het is
mijns inziens onjuist van de FNV,
ook al hebben ze de wettelijke
mogelijkheden, dit project te
blokkeren.
Wij krijgen in Nederland als jonge
mensen een degelijke opleiding.
Het onderwijs is op een zodanige
wijze georganiseerd dat eenieder
zijn capaciteiten van kennisopna
me volledig kan ontwikkelen.
Hoewel we kunnen discussiëren
over de vraag of de specialisering
een goede basis voor het bedrijfs
leven is, of dat er meer algemene
GF.OPKND DINSDAG T/M ZATERDAG
leerstof gegeven zou moeten wor
den, zijn schoolverlaters goed in
zetbaar in het bedrijfsleven. Door
de economische stagnatie is er
weinig aanbod van werk. Ook al
zijn de schoolverlaters goed inzet
baar in het bedrijfsleven, er zijn
weinig arbeidsplaatsen. Als je
echter al werkervaring hebt. dan
kom je eerder aan de bak, werk
gevers hebben liever mensen met
ervaring dan zonder werkerva
ring. Het vraagt een periode van
groei om in het arbeidsproces te
komen, werkgevers hebben deze
groeiperiode over het algemeen
genomen liever niet en nemen
mensen met werkervaring die di
rect produktief kunnen zijn.
De verhouding tussen de ge
meente en de werkgevers op Tho
len is in het algemeen goed.
Mocht ik in een eerdere publicatie
in de E B. berichten over dat mijns
inziens de gemeente meer werk
aan de eigen ondernemers moest
geven, het werkervaringsproject is
een goed initiatief. Ik meen dat de
gemeente een bepaalde redelijk
heid in het economisch verkeer
met de eigen ondernemers be
tracht. Ook al kunnen er verschil
len van mening ontstaan, de ge
meentebestuurders kunnen een
andere mening hebben en deze
uitvoeren, de gemeentebestuur
ders hebben de verantwoording
voor het uitgevoerde beleid. Nu is
er een initiatief voor werkerva
ring. Een brief naar de onderne
mers van het eiland leverde naar
mijn informatie 57 positieve reac
ties. 15 jongeren kunnen nu met
behoud van uitkering voor een
geringe vergoeding werkervaring
opdoen. De jongeren kvnnen van
de opleidings/kennis atmosfeer
komen in het arbeid/produkt
proces. Daarmee krijgen ze een
goede basis om verder te sollicite
ren. Het is uitermate geschikt van
de ondernemers dat ze jongeren,
ook al kon er geen bedrijfsuit-
breiding komen, de gelegenheid
geven werkervaring op te doen.
Er zijn waarschijnlijk met de hui
dige wettelijke voorzieningen le
gio mogelijkheden het werkerva
ringsproject te stoppen. Aange
zien alle partijen die betrokken zij
in dit project, de gemeente, de
werkgevers en de jongeren die
werkervaring zullen opdoen, het
met elkaar eens zijn. is het onjuist
dat de FNV als vierde partij die er
in feite niets mee te maken heeft,
dit project wenst te sloppen Het
zou veeleer het werkervaringsge-
beuren moeten begeleiden in de
bedrijven. Het zou zijn acties
tegen de werkgevers voor een be
tere positie van de werknemers,
om moeten buigen naar de acties
om samen met werknemers en
werkgevers, naar mogelijkheden
te zoeken voor werkervaringspro
jecten.
Wim Boogaart
Dorpsweg 39
Oud Vossemeer
Advertentie 1M
Het zijn wel bijzondere uitersten
dit jaar: het voorjaar en de zomer
in grote delen van ons land plaat
selijk in de drie voorjaarsmaan
den ruim 400 mm regen: normaal
135 mm. tegen plaatselijk in deze
drie zomermaanden niet meer
dan 40 tot 70 mm regen; normaal
225 mm. Bij het opstellen van dit
overzicht lagen er nog een paar
augustusdagen voor ons. Natuur
lijk kan in het zicht van de uitge
droogde haven nog iets verande
ren wat de neerslag betreft, maar
de kans is groot dat plaatsen als
Den Helder en ook Groningen,
waar al rond 140 jaar regenwaar
nemingen worden verricht, de re
cord droogste zomer noteren. Het
droogte record voor Den Helder
staat op 66 mm in de zomer van
1899 toen Groningen op 91 mm
kwam. Deze cijfers schommelen
in het midden van vorige week bij
53 en 61 mm. Maar ook al zou in
de laatste augustusdagen wat re
gen vallen, dan nog hebben wij
een record droge periode achter
ons liggen.
Ten aanzien van de temperatuur
was de zomer nog iets warmer dan
verleden jaar, toen De Bilt op 32
zomerse dagen kwam boven de 25
graden; in het begin van vorige
week waren het er 34; normaal 19.
Wij hebben al ruim 50 uren meer
zonneschijn dan verleden jaar.
Voor het houden van vakantie
maakte het deze zomer weinig of
niets uit waar je je bevond. Niet
zelden waren de temperaturen in
ons land even hoog als elders in
midden en zuid-Europa.
Als er af en toe nog eens werd
geklaagd was het over de hitte: in
Frankrijk 41 graden, In Italië 43
graden en in Duitsland (27 juli)
werd een record van 40 graden
bereikt.
De vraag voor de landbouw, die
hier en daar om wat water staat te
springen, is nu: wanneer deze
droge hogedrukperiode zal afbre
ken om weer baan te maken voor
depressies. In lange warme zo
mers zoals in 1947 en 1959 bleef
ook september nog droog en
Naast de kinderkledingbeurs in
Tholen (12, 13, 14 en 15 septem
ber) wordt in de barakken achter
het postkantoor te Halsteren weer
de gelegenheid gegeven om alleen
modieuze winter- kinderkleding
te koop aan te bieden. De inza
meltijden zijn op woensdag van
9-12 u. en op donderdag van 9-12
en van 13-15.30 u. De verkoop is
tijdens de braderie. Dinsdag 20
september van 9-12 u. en van
13-15.30 u. kan men het geld en de
niet verkochte kleding komen ha-
Ierk Dit jaar wil men de winst be
steden aan de Algerijnse en Poolse
kinderen. Inlichtingen: M.Si
mons, tel. 01641-4181.
warm en kwam de omslag naar
regen en wind eerst half oktober.
Niemand zal daaromtrent een
betrouwbare prognose kunnen
doen. dat wachten wij maar af. Op
donderdag I september viel er al
flink wat regen, evenals zaterdag 3
september.
Nu de Stichting Cultuurspreiding
Zeeland niet langer de provinciale
Steinway-concertvleugel ter waar
de van ruim 67.000 gulden in be
heer heeft, stellen Gedeputeerde
Staten voor ten behoeve van de
kosten van beheer, onderhoud en
gebruik van deze vleugel voor 1983
een bedrag van ten hoogste 30.000
gulden beschikbaar te stellen.
Er zal een kleine commissie van
deskundigen worden ingesteld,
bestaande uit een leraar piano
conservatorium en muziekschool,
de secretaris van het Zeeuws or
kest en een ambtelijk secretaris:
de drie pleegouders van baby
Steinway. De kosten van die
commissie worden geraamd op
4.000 gulden(reis- en verblijfskos
ten en eventuele andere vergoe
dingen).
Verder is voor het onderhoud, het
regelmatig stemmen, verzekering
en dergelijke een bedrag van on
geveer 6.000 gulden per jaar no
dig. In totaal dient er voor beheer
en onderhoud 10 mille uitgetrok
ken te worden.
Beheer en onderhoud van de pia
no is gericht op het gebruik ervan.
Het doel van de uit februari 1980
daterende aankoop is dan ook ge
weest een kwalitatief goede vleu
gel voor allerlei evenementen in
de provincie voor een redelijk be
drag beschikbaar te stellen. De
hoogste kosten die daarmee ge
moeid zijn, zijn de transportkos
ten van het kostbare muziekin
strument.
De SCZ rekende voor elke uitle
ning 450 gulden. Dit bedrag werd
vooral gezien als een tegemoetko
ming in de transpo transportkos
ten. Voor een aantal organisaties
is die prijs aan de hoge kant. Om
het gebruik van de vleugel te sti
muleren stellen Gedeputeerde
Staten voor om die prijs te verla
gen tot 350 gulden.
In de periode van 1 september
1981 tot 8 juni 1982 werden 29
concerten georganiseerd met ge
bruikmaking van de vleugel, 22 in
het kader van de SCZ, 7 door
derden. In dat tijdsbestek bete
kende dat een inkomenspost van
10.500 gulden.
"Wij verwachten dat de kosten
van het gebruik van de vleugel
jaarlijks 20.000 gulden bedragen
en dat de huur 10.000 gulden per
jaar zal opleveren," aldus G.S. in
Bekend is dat de man het hoofd
van het gezin is, maar de vrouw
wel de nek waar dat hoofd op
draait.
Oud is de uitdrukking 'hals over
hoofd' (later veranderd in hals
over kop). Afkomstig van het
kopje-buitelen. De jongen buitel
de hals over kop in het gras. De
figuurlijke betekenis is ijlings.
Plotseling en zonder zich te be
denken.
'Van het hoofd tot de voeten' be
tekent geheel en al. Iemand van
het hoofd tot de voeten opnemen.
De zegswijze 'iemand een hoofd
kleiner maken' stamt uit de Mid
deleeuwen. Het was een eufemis
me voor onthoofden. De uitdruk
king is langzamerhand veranderd
in 'een kopje kleiner maken', ter
wijl ook de betekenis wat is afge
zwakt tot mores leren, terecht
wijzen.
Andere zegswijzen voor onthoof
den waren: 'het hoofd van de buik
(van de romp) slaan' en 'het hoofd
voor de voeten leggen'. Bij stem
mingen gebruikt men de term 'de
hoofden tellen'. Vergelijk 'dé
neuzen tellen'. De uitslag is dan
wel te raden.
Als er bij een evenement heel veel
mensen aanwezig zijn. zegt men:
'over de hoofden kunnen lopen'.
Hoofd in samenhang met haar
komt voor in de zegswijzen 'zoveel
hebben als haar op het hoofd'
(geld), 'geen haar op zijn hoofd
denkt eraan dat te doen', en in
Vlaanderen 'een hoofd als een
robbenjager': er een' verwarde
haarbos op na houden (als een
ragebol).
In vroeger tijden was 'zere hoofd
jes' in de provincie Utrecht een
grappige benaming voor koekjes.
Dat waren dunne stroopkoekjes
met amandelen (nootjes). Later
werden ze meestal 'kletskopjes'
genoemd. Bekend is de uitdruk
king 'het bloed stijgt hem naar het
hoofd' voor een kleur krijgen, uit
boosheid of verlegenheid.
De zegswijze 'zijn hoofd buiten de
deursteken' betekent: naar buiten
gaan. Meestal gebezigd in ont
kennende vorm. Het weer is te
slecht om een hoofd buiten de
deur te steken.
Het hoofd in de wind. in de lucht
steken, duidt op verwaandheid.
Het hoofd boven water houden,
betekent letterlijk het er levend
van afbrengen. Later: de eindjes
aan elkaar weten te knopen in
slechte tijden, ondanks geldelijke
moeilijkheden.
'Het hoofd in de schoot leggen'
voor zich gewonnen geven, is
waarschijnlijk van Bijbelse oor
sprong. Men denkt daarbij aan
het verhaal van Simson, waarbij
Delila al haar best doet Simsons
vertrouwen te winnen en hem
toch het haar laat afscheren om
achter het geheim van zijn kracht
te komen. Daar tegenover staat
'iets het hoofd bieden'. Ertegen
vechten, niet opgeven. De beken-
Koningin Wilhelmina Fonds,
Amsterdam. Giro: 26000.
Bankrekening: 70.70.70.007.
het voorstel aan Provinciale Sta
ten. Op de vergadering van 16
september zal in Middelburg blij-
keji of de vleugel een hamerstuk
wordt.
de zegswijze 'met het hoofd tegen
de muur lopen', betekent: ver
geefs iets probéren te bereiken.
Afgewezen worden en telkens het
hoofd stoten. De hoofden bij el
kaar steken wil zeggen zich vere
nigen om een bepaald doel te be
reiken. Samenwerken.
'Iemand het hoofd wassen': hem
op meestal onaangename manier
behandelen. Vandaar bestraffen.
Vergelijk het grappige dreige
ment: iemand het hoofd tussen
twee oren zetten. Ook: waar ge
niet bij bent wordt je hoofd ge
wassen. Betekenis: als men zelf
niet op zijn zaken past, worden ze
maar half of niet goed gedaan.
'Iemand de hand boven het hoofd
houden'. Letterlijke betekenis:
met de hand slagen afweren. Fi
guurlijk: iemand verdedigen,
vaak tegen beter weten in. Be
schermen, zijn fouten vergoelij
ken.
Bekend is: 'iemand boven het
hoofd groeien' voor hem de baas
worden, vaak in kennis en wijs
heid.
Van oude datum is: 'niet weten of
men op zijn hoofd of op zijn voe
ten staat'. Dat betekent: verbij
sterd zijn. Een oud spreekwoord
luidt: 'Met de kous op het hoofd
(later op de kop) thuiskomen'.
Dat wijst op mislukking en te
leurstelling. Vergelijk van een
koude kermis thuiskomen.
Het is nog niet zo erg, dat men een
vergunning voor een vergunning
moet aanvragen. Toch ondervindt
een groot aantal ondernemers
moeilijkheden bij het verkrijgen
van bijvoorbeeld een hinderwet
vergunning. Dat blijkt uit de noti
tie 'Ondernemers en Hinderwet'
van de Kamer van Koophandel en
Fabrieken te Middelburg.
Die werd ingesteldopgesteld naar
aanleiding van een inventarisatie
bij ondernemers die in de loop
van het vorige jaar een hinder
wetvergunning hebben ontvan
gen. In deze notitie geeft de Ka
mer tevens aan welke mogelijk
heden gemeentebesturen hebben
voor een meer 'ondernemers-
vriendelijke' uitvoering van de
Hinderwet.
Uit het onderzoek van de K.v.K.
blijkt onder meer dat 35% van de
ondernemers van mening is dat de
eisen die in de vergunning aan het
bedrijf worden gesteld, te hoog
zijn, dat een kwart van de onder
nemers investeringen heeft moe
ten verrichten die net zo goed óf
zelfs beter achterwege hadden
kunnen blijven, dat ruim 30%
langer dan zeven maanden op de
vergunning heeft moeten wachten
en dat ondernemers in de,.platte
landsgemeenten relatief vaker
klagen over moeilijkheden dan
hun collega's in de steden.
Gelet op deze cijfers is het volgens
de Kamer van Koophandel
noodzakelijk dat gemeentebestu
ren bij het verlenen van vergun
ningen meer aandacht schenken
aan de belangen van de onderne
mers. Er worden zelfs concrete
mogelijkheden aangegeven:
De voorlichting van de gemeente
moet afgestemd zijn op de speci
fieke situaties van de bedrijven,
ambtenaren van de gemeente
moeten de ondernemers helpen
bij het invullen van de lange en
ingewikkelde aanvraagformulie
ren, zodat geen (dure) deskundi
gen meer ingeschakeld hoeven te
worden.
Bij het vaststellen van de vergun-
ningvóorwaarden moet niet alleen
rekening gehouden worden met
milieuhygiënische wensen, maar
ook met financieel-economische
gevolgen en mogelijkheden voor
de onderneming. Op de vierde
plaats dient de vergunning sneller
te worden afgegeven en op de
laatste plaats meent de Kamer van
Koophandel dat ten aanzien van
de legestarieven alleen de direct
met de vergunning-verlening ver
bonden kosten mogen worden
doorberekend in de leges. Ook
dient de stijging van deze tarieven
niet uit te gaan boven de alge
meen toegestane stijging van de
overheidstarieven.
De notitie van de K.v.K. strekt zich
uit tot ondernemingen in het mid
den- en kleinbedrijf met minder
dan 50 arbeidskrachten. Omdat
het onderzoek zich heeft beperkt
tot de hinderwethoudende inrich
tingen, die ingeschreven zijn in het
Handelsregister van de Kamer te
Middelburg, valt de landbouwsec
tor buiten de enquête.