het gezelschap van flipland WHS-Smerdiek 1-1 Wat is A.A.? Thijs Fase verbaasde winnaar Eerste wedstrijd Eendrachtcup PZEM tweede windturbine Oud-strijders TAALPRAATJE Bij verhuizing Donderdag 19 mei 1983 EENDRACHTRODE 15 GROEI DOOR VESTIGING Groei door geboorte Groei door uittreding Groei door open deuren deel 5 door J.M. Vermeulen Groei door karakter Groei door groei De eerste wedstrijd in de voorronden van de Een drachtcup heeft dinsdagavond al direct een verrassing opgeleverd met een 1-1 gelijkspel tussen WHS en Smerdiek. Vanavond om half acht speelt WHS tegen SPS, eveneens in Oud-Vossemeer, waar het achttiende Eendrachtcuptournooi wordt gehouden. Zaterdag Finale 26 mei Uien 30 cent Ontevredenheid Kernenergiecentrale weer in bedrijf Brengen a.u.b. tijdig een adreswij ziging sturen aan Een- drachtbode, Postbus 5, St. Annaland of aan uw bezorger. DE ZEEHOND "Zijn dat niet die lui van de Blauwe Knoop?" "A.A. betekent zeker Anti-Alcohol?" "Als ik AA hoor, heb ik een heel vaag idee,.... zoiets van mensen, die in catacomben geheimzinnige avondjes houden!". De eerste uittreding uit de Hervormde Kerk van Sint-Philipsland was werke lijkheid geworden. De vorige keer werd er iets van genoemd. Op de meest sympathieke manier was het niet tot die scheiding gekomen. We derzijds begrip ontbrak. Het bleek ei genlijk ook wel, dat de kerk weigerde de werkelijkheid te aanvaarden. De man die wilde vertrekken kreeg die mogelijkheid in principe niet. Evenwel begon het direkt toch wel duidelijk te worden dat het rode licht van de kerk andere uittredingen niet zou kunnen tegenhouden. De twee dochters van Adriaan Kunst waren in ieder geval niet meer op de belijdeniscatechisaties verschenen. Maar we zeiden al dat het gezelschap van Flipland beslist niet 'zomaar' met de kerk wilde breken. Aan de andere kant was het ook weer niet tegen te houden. Het ging door. We vonden enkele redenen die zorg den voor een onverwachte en snelle ontplooiing. Met andere woorden; waar kwamen de mensen vandaan. De Fliplanders van toen, die het gezel schap gebracht hebben op een weg naar een meer onafhankelijk bestaan. We zien Sint-Philipsland, dwars door een bewogen tijd, snel groeiend, zelf standig wordend, in alle rust, op weg naar de grote veranderingen van be gin 1 837. Het was begin 1 835 toen de bekende schipper Leendert van Ree naar Sint- Philipsland verhuisde. Lid van de Her vormde Kerk werd hij niet. Hij voelde meer voor het leesgezelschap. We twijfelen er niet aan, of hij had het totaal op zichzelf staande gezelschap veel te vertellen. Afkomstig uit Noord- wijk wist Van Ree als zeevarende pre cies wat er in de rest van het vaderland aan de hand was. Reeds vanaf 1 790 kende zijn vroegere woonplaats een gezelschap. Bovendien was daar een bekende oefenaar, in de persoon van Cors Noorduin. Deze laatste was op zijn beurt weer niet geheel onbekend met de bekende afgescheiden leraar H P. Scholte. Het is dus wel duidelijk dat Leendert van Ree al verschillende gezelschappen gezien had, die omge zet werden in een kerkelijke gemeen te. Hij kwam in ieder geval uit een plaats die, wat dit betreft, Sint-Phi lipsland ver voor was. En dan is het eigenlijk ook weer niet zo vreemd als we zien dat de nieuwe schipper de eerste was die zijn jongste zoontje niet door ds. Everaers liet dopen. Het was een hele stap. Er was moed voor nodig om in 1835 zelfs nog maar aan een bezoekende predikant te denken. De afgescheiden leraars, in Zeeuwse ogen ergens heel ver weg, begonnen zwaar vervolgd te worden. Ds. De Cock had drie maanden gevangenis straf uitgezeten. Scholte werd ook ge pakt en hij zat preventief. Daarnaast hadden de weinige voorgangers niet een eigen gemeente te bedienen maar een eigen provincie. Ondanks dit, en ondanks nog zoveel meer, was er bij Leendert van Ree en zijn Fliplandse Rozetta Steyn een ongedoopt kind. En niet alleen bij hen. Het werden er meer. De kleine Willem van Ree, de pas ge boren dochter van Johannes Verwijs en Neeltje Reyngoudt, en de onge doopte zoon van Marinus van den Bos, het waren zoiets als 'gezelschapskin deren'. De vraag rijst waar we deze ongedoopte kinderen moeten plaat sen. Hebben ze meegewerkt aan de groei van het gezelschap, of hebben ze dat niet. Het waren kinderen van ou ders die niet meer bij de kerk behoor den. De vaders en moeders hadden zich 'afgescheiden'. Eerst dit even. Hoe zou de situatie geweest zijn wan neer de kinderen uit wel Hervormde ouders geboren waren. Behoorden ze dan bij de kerk of hoorden ze er niet bij. Het nieuwe regelement uit 1816 vertelt precies wie er lid van de kerk waren. Daar komt artikel 1'Tot het hervormd kerkgenootschap behoren allen, die op belijdenis des geloofs zijn aangenomen, en dezulken die in de hervormde kerken gedoopt zijn Geen lidmaatschap dus voor onge doopte kinderen. Bijna zou je geneigd zijn om te concluderen dat deze klei nen bij de geboorte in het niet verd wenen waren om bij doop of belijdenis weer voor de dag te komen. Nu terug naar het gezelschap. Daar was het precies andersom. Als ze daar nu eens goed in bijvoorbeeld het doopsformu- lier hadden gekeken, dan hadden ze hun pasgeborenen wel degelijk een plaats gegeven in het kerkelijk leven. Het waren, zoals het daar zo duidelijk stond, jonge kinderen die '...als lid maten der gemeenten behoren ge doopt te wezen...'. Dus toch lid! En dan nog even de Catechismus. Daar moet zondag 27 toch ook wel duidelijk zijn. De kinderen moeten gedoopt worden omdat ze evenals de volwas senen'....in zijn gemeente begrepen zijn...'. Ook hier zijn ze weer lid, hoe wel de kerk er officieel anders over dacht. Het is niet moeilijk om te zeg gen dat het gezelschap geen kerk was. Misschien zagen de gezelschapsmen sen zichzelf niet eens als een gemeen te. Het was gewoon een gezelschap. Niet meer, maar ook niet minder. Het is in wezen helemaal niet zo belangrijk hoe we ze noemen. Of je die kinderen nu wel of niet meeneemt. Of de kerk nu met nieuwe regelementen geko men was, nieuwe wetten die niet meer 'gereformeerd' waren. De kinderen van de gezelschapsmensen hoorden als leden gewoon bij het gezelschap. De eerste mogelijkheid om iets naders van het aantal officieel-afgescheide- nen te vernemen doet zich voor in 1836. Sint-Philipsland werd ge noemd in een merkwaardig docu ment. Een stuk papier met een lange naam. Het heet: 'Tabellarisch over zicht nopens de woelingen in de Ne derlandse Hervormde Kerk, bijzonder met betrekking tot het aantal, en den invloed der Separatisten, opgemaakt uit de rapporten der Classicale Bestu renDe naam van dat stuk zegt eigenlijk al voldoende. De kerk had een landelijke inventarisatie gehou den. De gezelschappen of inmiddels al afgescheiden gemeenten hadden bij zonder snel aan invloed gewonnen. Het was dringend noodzakelijk om precies te weten hoe het er met de kerk voor stond. Predikanten uit het hele land gaven hun medewerking en zo vinden wij in dit 'Tabellarisch over zicht' van plaats tot plaats opgave over de omvang die de afscheiding na ruim een jaar aangenomen had. Er waren merkwaardige rapporten bij. De ker keraden waren duidelijk geweest. Er zou een interessante bloemlezing uit zijn samen te stellen. We doen even beidersstand Eén van weinig betee- kenis wordt er én te Stavenisse én te Sint Maartensdijk gevonden Terwijl te Oud Vossemeer zich zes hebben af gescheiden.Tot op dezen ogen blik hebben zich in geene der andere Gemeenten zich iemand openlijk af gescheiden'. Adriaan Kunst was dus veel te voorbarig geweest. De mensen van het gezelschap van Flipland had den de band met de kerk niet massaal verbroken. Vijf personen waren Kunst door direkte 'uittreding' gevolgd. Wie de rapporten van de Classis Zie- rikzee nog eens doorleest, zal heel duidelijk het 'waarom' vinden dat er maar zo weinigen Kunst gevolgd wa ren. We noemen eerst de uitleg van de Classis: 'het is de onzekerheid welke velen nog terug houdt om hun lid maatschap op te zeggenEn na tuurlijk zat daar wat in. Velen twijfel den wegens de genoemde 'onzeker heid'. Maar op een andere plaats gaat diezelfde Classis verder. Welke 'onze kerheid' is het die hier bedoeld wordt. Dat is een belangrijke vraag. De Clas- dat de mensen er van weerhield om met de kerk te breken. De onbekend heid met alles wat zich buiten de een zame en verlaten polder afspeelde, was te groot. Het werk was zwaar en veel. De dag bij de boer duurde lang. Daarnaast kunnen we eigenlijk wel vragen wie er rond 1836 gezorgd kon hebben voor een zware vervolging van het gezelschap Het gezelschap was in verhouding tot de kerk vrij machtig. Nu we het hier over 'open.deuren' hebben, wil ik nog even doorgaan over 'gesloten deuren'. Die tijd heeft de gemeente ook gekend. Een periode van de meest afschuwelijke vervol ging. Maar dat was 7 jaar later. Toen was de vervolging 'georganiseerd'. Nu niet. Bij de ouderwordende ds. Everaers moet het wel rustig gebleven! zijn. De vervolging zou in principe pas gaan beginnen bij de komst van diens opvolger ds. Gerlach. Hij werd beroe pen met de speciale opdracht om met geweld terug te halen wat bij zijn voorganger verloren was gegaan. En dat was veel. In de jaren 1843 en 1844 bereikte die vervolging haar hoogtepunt. Toen waren de deuren een greep voor we naar Flipland gaan. Degenen die de kerk verlaten hadden, werden genoemd:...uit de onkundig- ste stand... niet loffelijk van ge drag...sinds jaren als dwepers be kend...van werken afkerig...door bij geloof en dweperij een spot der ge meente... kunnende lezen noch schrij ven...aan sterke drank te buiten gaan de...mensen van ruwe zeden...een verregaande geest van domheid... bij vlagen krankzinnig. Evenwel bleek een zekere burgemeester over mis schien nog wel meer fantasie te be schikken. Hij noemde in ieder geval zijn mensen:...'niet dan, door spraak vermogen van het redelooze vee on derscheiden.' Reden genoeg om even naar Sint-Philipsland te kijken' Maar misschien is het op deze plaats wel juist om gelijk even iets van het eiland Tholen mee te nemen. Het waren ge lukkig vrij gunstige uitzonderingen geworden. Iets uit het rapport van de Classis Zierikzee laten we volgen: .In de gemeente van Tholen bevinden zich drie der zoodanigen uit den Vis- scherstand, zijnde arm aan kennis en goederen. Evenzoo is dit gelegen te Philipsland met een zestal uit den ar sis gaat het precies vertellen. Nog maals Zierikzee: Tntusschen zijn er veele ontevredenen die zich bij de Se paratisten zouden voegen als hun vrije godsdienstoefening werd toegestaan, waarom het Classicaal Bestuur den wensch te kennen geeft, dat zulks nimmer moge plaats hebbenEn bij die Classis Zierikzee behoorde ook de gemeente van Sint-Philipsland. Reden tot onzekerheid? Over het alge meen zeer zeker. De berichten over de losgebarsten vervolging van de afge scheidenen zullen ongetwijfeld een groot gedeelte van Zeeland bereikt hebben. Verhalen genoeg over kuras siers, dragonders en muskettiers. Een door de Hervormde Kerk georgani seerde strijdmacht, die al of niet met de bajonet op het geweer de preken de-, oefenende-, of lezende afgeschei denen te lijf ging. Hoewel het in Zee land tot 1837 in zekere zin nog wel rustig was, waren er toch duidelijk re denen aan te wijzen die duidden op 'onzekerheid'. Toch mogen we wel stellen dat de verklaring van de Classis voor het gezelschap van Flipland niet op ging. Op het zo volkomen geïso leerde eiland was het niet het onzekere van Fliplands Oud Gereformeerde Ge meente gesloten. Dat was om precies te zijn van 30 april 1843 tot 10 no vember 1 844. Maar daarmee hoefden de diensten niet perse stil te liggen. We weten dat gezelschappen van minder dan 20 personen niet verbo den waren. Zo weinig mensen konden nooit, zoals dat genoemd werd, staatsgevaarlijk zijn. Heel eenvoudig eigenlijk. We zijn terecht gekomen bij een heel andere vorm van gezel- schaphouden. Kleine gezelschappen, maar wel veel. ledereen zat thuis te lezen. Bijeenkomsten met dichte deu ren dus. Dankzij Gerlach. Het is echter wel duidelijk dat we op deze plaats aan deze hoogst interessante 'noodgezel- schappen' niet toe zijn. In de tijd waar we het nu over hebben, was er maar één enkel gezelschap. Het was groot, het werd groter, en de deuren stonden zonder enige 'onzekerheid' zo ver mo gelijk open. Wie het bij Kunst, Verwijs en Van Ree wel zag zitten, die hoefde zich door niets te laten weerhouden. Er was nog een andere manier om naar het gezelschap te gaan. Ook op Sint- Philipsland kwam die voor. In heel bijzondere zin eigenlijk. Al heel spoe dig na de kerkelijke 'inventarisatie' van 1836 zou het gebeuren. Een to tale en algehele verandering op het kerkelijke erf van Flipland. De grootste omwenteling in de plaatselijke ge schiedenis zou gaan beginnen. Over het grote keerpunt in zijn leven is al veel geschreven. Tientallen keren werd het in allerlei boeken en boekjes, op vele manieren naverteld. Reden genoeg om de gebeurtenissen niet te gaan herhalen. Pieter van Dijke hoeft voor niemand een onbekende te zijn. In het zo bekende, en nog volop te te verkrijgen boek 'Het veelbewogen levenstaat de jonge landbouwer voor ons. Als het ware in levende lijve. Wat er precies gebeurde, hoe het toe ging, maar ook wat er aan vooraf ging, kunnen we in dat werk op de voet vol gen. Levensechter dan een fotoboek. We moeten er aan voorbij gaan. We hebben trouwens het gezelschap.te bezien in haar betekenis voor Van Dij ke. Niet andersom. In een volgend ar.- tikel hopen we het om te draaien. Het was dezelfde Pieter van Dijke die als Hervormde diaken van nauwelijks 22 jaren oud, meehielp om de proble men rond Adriaan Kunst op te lossen. Dat was in 1 834. Plotseling was hij bij Everaers weg. Zoals gewoonlijk zweeg de predikant over ook deze uittreding. Maar de gebeurtenissen zijn niet ver loren gegaan. De tijd er van wel. En dat is zeer te betreuren. Op zeer bij zondere wijze was de jonge diaken bepaald bij een zeker Schriftwoord. Het greep hem aan. Ontzet las hij ver der. Het kan niet anders of hij moet bij Everaers geweest zijn om raad. Hij moet het onmogelijke gedaan hebben om uitleg te krijgen. Een oud verhaal vertelt dat het niet lukte. Van Dijke kreeg zoals het genoemd wordt 'stee- nen inplaats van broodDe ge beurtenissen zijn bekend. De 'elite' landbouwer kwam na bange worste lingen terecht bij het gezelschap. De vernedering was groot voor hem, die gewend was om als landheer, met groot machtsvertoon, 's zondags voor de dorpskerk uit te spannen. Het ge zelschap had 'arbeiders'. Alles had hij gedaan om hen uit han den te blijven. Tot het niet langer kon. Toen Van Dijke bij de verwonderde eenvoudigen zijn eerste samenkomst bijwoonde, bleek direkt het Gerefor meerde karakter van het gezelschap. Niemand kende zijn omstandigheden. Het staat er uitdrukkelijk. We lezen er van: '...Hij had niemand iets van zij nen toestand gezegd MaarHet gezelschap was niet 'zomaar' een ge zelschap. Helemaal niet. Precies die eerste keer werd een preek gelezen over het betreffende gedeelte!! De verzen die hem het allermeest hadden aangesproken, werden uitvoerig be handeld. Deze keer was de uitleg vol komen duidelijk. De gebeurtenissen rondom Van Dijke zijn uiteraard voor uitbreiding vatbaar. Deelnemen aan het kerkelijke leven van de Hervormde Gemeente kon hij niet meer. Pieter werd een zeer geziene figuur bij het gezelschap. Maar het was niet alleen zijn hoge maatschappelijke positie. Er was meer. Vol ongeduld wachtten de Fliplanders op het voor hen zo grote moment dat Van Dijke aan de beurt was om te eindigen. Zo kon niemand het. Maar dat was oók niet alles. Er was nog veel meer. Diep verborgen was het. Niemand wist nog van het grote geheim dat Pieter van Dijke zo zorgvuldig bewaarde. Het plaatje begint compleet te raken. Leendert van Ree, Pieter van Dijke en Adriaan Kunst kennen we. Ook Jo hannes Verwijs is niet onbekend meer. Ongetwijfeld hadden ook Abraham Reyngoudt en Marinus Kunst zicfci al aangesloten. Kortom de hele toekom stige kerkeraad. Het waren niet meer uitsluitend arbeiders. Ook de 'onkun de' ging meevallen. Een enkele mid denstander, een schipper, een here- boer en niet te vergeten een voorma- lig-diaken. Zeker de laatste twee, ve renigd in één persoon, zorgden voor de nodige nieuwe gezelschapsmen sen. Begin 1837 was het zover. Het kon eigenlijk ook niet uitblijven. Er moest gedoopt worden, het Heilig Avondmaal bediend. Enkele kandida ten voor openbare belijdenis hadden zich aangediend. Vele faktóren bevor derden het verlangen naar een meer zelfstandig bestaan. Het gezelschap van Flipland nodigde een predikant uit om te komen helpen. Het woord 'in stitueren' viel. Ze dachten er dus aan om zomaar even het gezelschap te gaan 'constitueren' als een wettige kerkelijke gemeente. Eenvoudig was dat niet. De overheid had nog maar enkele maanden geleden op verzoek van de kerk alle 'onwettige' afge scheiden gemeenten zogenaamd 'ontbonden'. Te overzien was het ook niet. Wanneer Van Dijke, Van Ree, Verwijs en Marinus Kunst geweten hadden wat die 'constituering' zou gaan kosten, dan was er misschien nog wel eens een keer extra verga derd. En nog wat. Sint-Philipsland had begin 1837 niet eens een burge meester om vergunning voor die toe komstige ontwikkelingen te vragen. Het zou nog een paar maanden duren voordat Marinus Dorst, een van de grootste vijanden van het gezelschap, geinstalleerd werd. Een machtige tegenstander van alles wat niet 'her vormd' was. Ondanks het vele onmo gelijke, zei een Zeeuwse prediker toch dat ze op hem konden rekenen. (wordt vervolgd) Op een prima bespeelbare gras mat gaf WHS dinsdagavond te toon aan. Het lichte veldoverwicht wist men echter niet in doelpun ten uit te drukken. Slecht schieten van de St. Annalandse voorhoede was daarvan niet altijd de oor zaak, want Smerdiek-doelman Jan Guiljam verkeerde in glan zende vorm. Na een kwartier moest hij echter toch buigen voor een niet eens zo sterk schot van Nico Hage. In het verdere verloop gaf de Smerdiek- se keeper geen krimp. Menigmaal bracht hij de handen van de 16Ó betalende bezoekers op elkaar. De WHS-verdediging wist mees- Voor Thijs Fase was er succes tijdens zijn debuut achter de motore.. In d dernyrace te Goes ging hij als eerste over de streep, maar die zege kwam op een vreemde wijze tot stand. Toen het peloton zich op de Bergweg opmaakte voor de slotomloop, kreeg het van de jury te horen dat men niet verder hoefde. De profs van de ronde van Midden-Zeeland naderden. Een ver baasde winnaar Fase, die bekende derbyspecialisten als Pronk en Min- neboo achter zich liet, ging op dat moment aan de leiding en kon meteen de bloemen in ontvangst nemen. Blijkbaar is Thijs in goede vorm, want in Wouw reed hij mee in de kopgroep en spurtte naar een vierde plaats. Nap Hage vervulde ditmaal geen hoofdrol tussen de topcoureurs in de tweedaagse Omloop van Zeeuwsch Vlaanderen. De eerste etappe, een rit in lijn over 160 km., beëindigde Hage op een 40e plaats en bij de overige onderdelen was er ook geen prijs. Een 41e plaats in het algemeen klassement op 13 min. achterstand op winnaar Nico Verhoeven was een tegenvaller. Hage start niet in Olympia's Toer door Nederland, omdat zijn sponsor het hoge inschrijfgeld onverantwoord vindt. De rennerskwaliteiten van Nap blijven echter niet onopgemerkt, want hij ontving, een uitnodiging voor de officieuze Nederlandse titelstrijd achter de dernies op 19 juni in Bergen op Zoom. Heieen Hage nam prijzen mee uit Ba- vel(l Ie) en het Belgische Zichem(7e). Een etappekoers in de buurt van het Franse Nancy besloot ze met een achtste plaats in het eindklassement. In het Pinksterweekeinde is er een ruime keus met koersen in Halsteren, Kapelle en Kloosterzande(21 mei), Nieuw-Vossemeer(22 mei), Ouden bosch, Hansweert(23 mei) en Axel(24 mei). tal wel raad met de Smerdiekse aanvallen. In de tweede helft toond^ Smerdiek grote inzet, waardoor de spelverhouding in een beter evenwicht kwam. Na een halfuur viel de gelijkmaker pas via Addie Stoutjesdijk. Smer diek drong nog even aan, maar toen men er niet in slaagde een tweede doorbraak te forceren, trok men zich op eigen helft terug. WHS begon aan een slotoffensief, dat drie minuten voor het einde succes leek te hebben. Peter Scherpenisse kon vrij aanleggen, maar zijn harde schot werd door keeper Guiljam bekwaam uit de bovenhoek gehaald. Met WHS in de aanval klonk het eindsignaal. Bij het nemen van strafschoppen bleek Smerdiek de sterkste met 3-2. Beide doelverdedigers stop ten elk een penalty, WHS schoot op de lat en over en Smerdiek naast. Tegen SPS wordt uitgaamkt, wie er in poule a finalist wordt, waar bij na dit gelijkspel de doelpunten belangrijk kunnen zijn. De door-de-weekse wedstrijden waren nodig omdat voor het eerst in achttien jaar, de Eendrachtcup op Hemelvaartsdag moet worden afgelast. Na de langdurige regen val van woensdag, regende het op Hemelvaartsdag 's morgens weer volop, zodat het veld onbespeel baar werd. De zon van donder dagmiddag ten spijt, zij het dat de stormachtige wind het spel ook niet gunstig had beïnvloed. Gezien de lange competitie in de tweede klas was WHS a.s. zater dag niet beschikbaar, terwijl er voor tweede Pinksterdag al tour- nooi-verplichtingen waren aange gaan. Vosmeer zat op het eigen veld ook met geplande activitei ten. Met wedstrijden voor WHS op dinsdag- en vanavond kwamen de organisatoren eruit, terwijl zater dag de volledige b-poule en de laatste wedstrijd uit de a-poule wordt gespeeld. 14.00 u. Tholense Boys-Stavenisse, 14.30 u. Smer- diek-SPS, 16.00 u. Stavenisse- Vosmeer en 18.00 u. Tholense Boys-Vosmeer. De wedstrijden in de a-poule duren normaal 90 mi nuten, in de b-poule 70 minuten. De Thoolse voetbalfederatie be sloot de finalewedstrijden op donderdagavond 26 mei te hou den. 18.30 Uur 5e/6e plaats, 19.00 uur 3e/4e plaats (allebei 2 x 35 min.) en om 20.00 uur de beslis sing om de le en 2e plaats (90 mi nuten). Verlenging is mogelijk want de voetbalvereniging Vos meer beschikt over een uitsteken de lichtinstallatie. Toegangsbe wijzen voor vanavond zijn ook zaterdag geldig, maar niet voor de finale. Sint Annaland: dinsdag 17 mei 1983. Uien maat 40 opwaarts klasse 2 NL ƒ30,-. Aanvoer 40 ton. De PZEM trekt één miljoen gul den uit voor de aanschaf van een tweede grote windturbine, die on der de naam PEP-3 in het Sloege- bied komt te staan. Het is de bedoeling van de PZEM om met de twee turbines vergelij- kingsgegevens te vergaren. De eerste windturbine in het Sloe, PEP(PZEM Energie Project)-2, is van het fabricaat FDO, terwijl de machine waarvoor de bestelling inmiddels geplaatst is van de Po- lenko fabriek afkomstig is. Beide Nederlandse opwekeenheden hebben specifieke eigenschappen, maar een vrijwel identiek elec- trisch vermogen, circa 300 kilo- Watt. De FDO-windturbine heeft een zeer modern regelsysteem, waarvan het hart wordt gevormd door een computer. De windtur bines van Polenko zijn voortge komen uit eenvoudiger mole- nontwerpen. Om deze twee ver schillende types - onder meer in het belang van de advisering aan verbruikers die zelf windturbines willen exploiteren - te kunnen vergelijken is een opstelling van twee turbines naast elkaar nood zakelijk. De PZEM heeft al een Polenko- molen(60kW) op het werkeiland Neeltje Jans in de Oosterschelde. In april werd het 100.000e kilo- Wattuur geproduceerd. Dat staat gelijk aan de jaarlijkse electrici- teitsbehoefte van ongeveer 30 ge zinnen. De 60 kW-turbine draait sinds augustus van het vorig jaar. Een groep van 54 Engelsen heeft vrijdag het eiland Tholen bezocht. Er waren oud-strijders bij van het Gloucestershire regiment, dat in 1944 Stampersgat en de Westhoek van Brabant bevrijdde. Na een rondleiding door het Thoolse stadhuis, de Gasthuiskapel en de Grote Kerk in Tholen (archivaris J.P.B. Zuurdeeg zorgde voor in formatie) vertrok het gezelschap naar St. Annaland. Het gemeen tebestuur van Oud Gastel bood de Engelse gasten daar een lunch aan. Ter afwisseling ditmaal een Taai praatje over de synoniemen (woorden met ongeveer gelijke betekenis) ontevredenheid, mis noegen en ongenoegen. Bovenge noemde woorden drukken een onaangename gewaarwording uit, die door iets tegen onze zin in, voor korte of langere tijd. wordt opgewekt. Bij ontevredenheid is die gewaarwording het minst sterk. Over kleine dingen kan men al ontevreden zijn. "Het kind was ontevreden toen het geen koekje kreeg". Ook voor ingrijpender za ken. "De man was ontevreden over zijn werkkring, zijn positie". Ontevredenheid kan een blijven de karaktereigenschap zijn (dat mens is altijd ontevreden), maar ook en meestal van voorbijgaande aard zijn. Gebeurt er na een ver velend voorval iets prettigs, dan is de ontevredenheid snel vergeten. Veel sterker is misnoegen. De on tevredenheid gaat dan gepaard met verdriet. "Het wekte het mis noegen van de bejaarde op, dat zijn vroegere vrienden hem bijna nooit bezochten". Bij ongenoegen is de ontevredenheid het sterkst. Dan is er bovendien sprake van wrevel en verbolgenheid. In plaats van ongenoegen gebruikte men vroeger ook vaak onvergenoegd heid. Thaps nog wel goed, maar ongebruikelijk en verouderd. "Tot zijn ongenoegen was hij door De kernenergiecentrale van de nv PZEM te Borssele is 5 mei, na een stilstand van zes dagen, weer "op het net" gekomen. De reden van de stilstand was, dat de bedrijf sleiding een inspectie heeft laten uitvoeren op een tussen 23 maart en 18 april uitgevoerde reparatie. De reparatie bestond uit de ver vanging van een aantal drukont- lastkleppen op de drukhouder in het primaire systeem van de cen trale. De vervanging van de kleppen was nodig, omdat er roestvorming in deze kleppen was geconsta teerd, veroorzaakt door chloor, dat was gevormd tengevolge van een chemische reactie in vetop- lossende middelen die tijdens de grote "stop" van de centrale zijn gebruikt. Aangenomen werd dat er resten van deze middelen in het primair systeem moesten zijn achtergebleven. Men gaat er van uit dat de cen trale zonder verdere onderbre kingen zal doordraaien tot de volgende jaarlijkse splijtstofwis seling. Deze is voorzien voor 19 maart 1984 - een maand later dan volgens het schema vereist wordt. Dit komt omdat de splijtstof in de reactor gedurende de vier weken stilstand ongebruikt is gebleven en dus een maand langer warmte kan produceren. dezelfde persoon tot drie keer toe benadeeld". Zich iemands onge noegen op de hals halen. Tegen woordig dikwijls ook in de bete- kerfis van onenigheid. "Zij heb ben ongenoegen gekregen". "De oude man leefde in ongenoegen met zijn familie". Het werkwoord brengen betekent van oorsprong eigenlijk niets an ders dan iets of iemand van plaats doen veranderen, met zich mee doen gaan naar en komen op een andere plaats. Dit is tegenstelling tot halen. Vandaar de uitdrukking "halen en brengen". Tegenwoor dig dikwijls gebruikt met betrek king tot slecht weer. Als tussen twee stortbuien even een vals zonnetje schijnt, hoort men onte vreden opmerken: 't Is weer ha len en brengen vandaag". Deze Zegswijze is afkomstig van de handel, vooral bij de koop vaardij. Schepen brachten waren van het ene land naar het andere en laadden daar koopwaar voor de terugvaart in. Behalve boven staande eigenlijke betekenis heeft het werkwoord brengen een mas sa mogelijkheden opgeleverd. We kennen allang de termen iemand in verrukking brengen, ter wereld brengen, een gesprek op gang brengen, iemand tot wanhoop brengen, iemand iets onder de ogen brengen, in aanraking bren gen met de justitie, tot razernij brengen, ter dood brengen en nog tal van andere zaken meer. De laatste decennia is het mode ge worden het werkwoord brengen te bezigen in gevallen, dat veel bete re werkwoorden voorhanden zijn. Als voorbeelden noemen we: "Het toneelgezelschap brengt za terdag een tragedie" (opvoeren, spelen). "De burgemeester bracht een nieuw standpunt naar voren" (opperen, bekendmaken, aan dacht vragen voor, meedelen). Hij brengt immers niets naar voren en blijft rustig achter de bestuurstafel zitten. "Het ochtendblad brengt een opzienbarend artikel over he roïnesmokkel" (in het ochtend blad staat). Maar al te dikwijls leest u "het muziekgezelschap bracht het Wilhelmus ten gehore". We heb ben niets tegen het Wilhelmus en horen het zelfs reuze graag, maar laat het gezelschap het volkslied gewoon "spelen", dat is zeker zo goed. Er zijn nog wel meer voor beelden van ongewenst gebruik van brengen te noemen. We be sluiten met het tegenwoordig veel gehoorde "liedjes brengen". De popgroep bracht een nieuwe hit". We houden het liever op het ge degen zingen. De Wadden. Een paradijselijk rijk van land en water, waar een zee dier iedere dag zijn tafeltje gedekt vindt. Maar ook een onbereken baar en onbeschut oord vol roeri ge beweging van stormachtig wa tergeweld en het dagelijks ritme van eb en vloed. Dat vereist aan passing. Van al zijn soortgenoten voelt de gewone zeehond zich hier het best op zijn gemak. Bovendien is hij nog het enige zoogdier dat hier permanent rondzwemt. An dere vaste wadbewoners, zoals de bruinvis en de tuimelaar, zijn hier in de jaren zestig verdwenen. Bij hoge uitzondering worden er af en toe nog grijze en gewone dolfij nen, walrussen en zwaardvissen gesignaleerd, maar dit zijn dwaal gasten en op doorreis. De platvis bepaalt de reislust van de zee hond. 's Winters trekken de zee honden achter bot, scholen schar aan naar de warmere Noordzee en zijn de banken vrijwel verlaten. In de lente keren zij, net als de vis, huiswaarts naar de ondiepe gron den. Daarom is de zeehond 's zo mers honkvast en kan men spre ken van enig familieleven. In het aprilnummer van Grasduinen staan in een artikel van 14 pagi na's de laatste wetenschappelijke gegevens over de trek van de waddenzeehond. Op het wad heeft de gewone zeehond alles bij de hand om als typische kustbe woner een ongestoord leventje te leiden. Zandplaten om op te luie ren en te stoeien, te zonnebaden, jongen te baren en te ruien. Water uit de Noordzee, dat bij vloed grote hoeveelheden plankton aanvoert waar de vissen weer van leven, die op hun beurt worden opgepeuzeld door de zeehond. Bovendien ontbreken hier zijn natuurlijke vijanden zoals de orca of zwaardwalvis en de ijsbeer. Toch leeft de zeehond hier onder barre omstandigheden. Ook al' heeft hij zich uitstekend weten aan te passen, de sterfte onder zijn jongen is groot. Uit gegevens van het Rijksinstituut voor Natuurbe heer (RIN) op Texel blijkt, dat ongeveer 60 procent van de eer stejaars zeehonden doodgaat. In gebieden waar het leefmilieu voor de gewone zeehond een stuk vriendelijker is, bijvoorbeeld in de kustwateren rond Engeland en Canada, ligt de jeugdsterfte slechts op 20 procent. De cijfers laten zien dat er in de zeehondenpopulatie in Neder land sinds de zestiger jaren nogal wat veranderd is. In 1966 werden bij ons nog 1450 zeehonden geteld op het wad en 325 voor de Zuid hollandse en Zeeuwse kust. In 1968 zelfs 1500 en 300 in het del tagebied. In 1974 waren dat er 530 in totaal waarvan 60 jongen en in 1981 telde men er 584 waaronder 69 jongen. De grote daling zette in rond 1970, hoewel de laatste tien jaar het aantal weer vrijwel gelijk is gebleven. De sterfte onder de jonge zeehon den. mag in het waddengebied dan erg groot zijn, er worden nog voldoende baby's geboren om de groep in stand te houden. Een jong is bij de geboorte ongeveer 85 centimeter lang. Enkele dagen daarvoor verliest hij zijn langha rige witte vacht, zodat hij met een geelbruin 'boxpakje' aan op de wereld komt. Die wereld is de zandplaat, waarop de moeder een rustig plekje heeft uitgezocht, ver van andere zeehonden, waarmee ze normaal luiert op de platen. Binnen enkele minuten is de ge boorte achter de rug. Twee uur later al neemt de moeder haar jong mee naar het water om hem zwemmen en duiken te leren. Merkwaardig genoeg kan een jonge zeehond dit niet vanzelf. Hij drukt zich tegen haar aan. zich stevig vasthoudend aan haar vacht met zijn voorvinnen. Na drie dagen kan hij twee minuten onder water blijven; na tien dagen Wij, van de anonieme alcoholis ten, zijn geen drankbestrijdersor ganisatie, we zijn niet tegen alco hol, en we hebben onze wekelijkse groepsavond gewoon in een zaaltje, waar anders gebingood, of geklaverjast wordt. We leven net als u, alleen met een handicap: wij kunnen niet tegen alcohol. Of zoals het officieel bij de A.A. heet: Wij zijn een gemeenschap van vrouwen en mannen die samen hun ervaring, kracht en hoop de len om hun gemeenschappelijke probleem tot een oplossing te brengen. Het verlangen om op te willen houden met drinken is de enige eis voor het A.A. lidmaat schap. De A.A. kent geen contri buties of verplichte bijdragen van deze leden. Zij houdt zich in stand door vrijwillige bijdragen van de ze leden en wijst principieel sub sidies of dergelijke van de hand. De A.A. is met gen enkel kerkge nootschap, sekte, partij, organisa tie of instituut verbonden en wenst geen enkel debat of discus sie aan te gaan noch enige zaak te verdedigen of te bestrijden. Ons hoofddoel is nuchter blijven en andere alcoholisten te helpen dit te worden. De A.A. is ontstaan in 1935 i n Amerika en in 1948 is de eerste A.A. groep gestart in Am sterdam. Iemand die bij de A.A. is, bezoekt wekelijks de groeps avond, met de bedoeling om tot herstel te komen, en met herstel bedoelen we bij de A.A.feeste lijk herstel. Een eerste voorwaarde om geestelijk te herstellen is geen alcohol meer in te nemen. De A.A. kent de 12 stappen van her stel. Tijdens de groepsavond wordt 1 stap behandeld en ieder kan, naar aanleiding hiervan, zijn eigen jrvaringen vertellen. Een groepsavond is geen discussie avond! Er komen problemen op tafel, die rechtstreeks te maken hebben met gebruik/misbruik van alcohol en het stoppen ermee. Het zijn ges- zelfs al acht minuten. Het zogen gebeurt aan land. Het grote ge vaar daarbij is verstoring door wadlopers of watersporters. De moeder verdwijnt in paniek en het jong is nog niet snei genoeg om haar te volgen. In zo'n geval kan de mens beter zo snel mogelijk weer verdwijnen, zodat de moeder naar haar jong kan terugkeren. In een aantal gevallen raakt een jon ge zeehond zijn moeder in het water kwijt, bijvoorbeeld door storm. In dat geval kruipt het jong op een plaat en schreeuwt erbar melijk. Zulke jongen worden 'huilers' genoemd. Dat zijn de zeehondjes die regelmatig worden binnengebracht bij het zeehonde nopvangcentrum van Leni 't Hart in Pieterburen. prekken tussen gelijkgestemde mensen, die allemaal met dezelf de handicap moeten leven. De gesprekken blijken bevrijdend en verlossend te werken en zodanige kracht te geven dat de zucht naar alcohol tot staan gebracht wordt. Iedere A.A.-ster/er zal bekennen, dat zij of hij het in zijn eentje niet kan redden, hoe goed de wil en bedoeling ook was. Het anderen in de AA blijkt het velen te luk ken. A.A. mensen spreken elkaar aan met de voornaam; de plaats waar men woont wordt vaak de achternaam. Het is ten behoeve van onze anonimiteit. A.A. leden vertellen nooit naar buiten over hun ervaringen met andere A.A leden. De gesprekken op de groepsavonden zijn vertrouwelijk. De A.A. registreert niets, houdt geen dossiers bij. Iémand die weggaat bij A.A. verdwijnt even anoniem als zij of hij gekomen is. Dat is de veiligheid die de A.A. wil bieden aan iedere alcoholist, die zijn alcoholproblemen met de A.A. wil oplossen. Zonder het toepassen van de 12 stappen en 12 tradities welke de therapie bevat ten in A.A. is geen enkele groepe ring gerechtigd gebruikt te maken van de naam van Anonieme Al coholisten. Wel is samenwerking met andere instanties, zonder zich te binden aan deze instanties, mogelijk en wenselijk. Het door verwijzen naar b.v. consultatie bureau's, alcohol en drugs wordt in bijna geheel Nederland met goede resultaten bewezen (Er wordt ook samengewerkt met het Zeeuws consultatiebureau voor alcohol en drugs en het Welzij n- sorgaan Tholen). Bijna 35 jaar doet de A.A. haar werk in Neder land en bestaat momenteel uit plus minus 150 groepen. De A.A. is inmiddels overgewaaid naar 118 landen in de wereld en de dag van vandaag kunnen we zeggen: A.A. HET WERKT!!

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1983 | | pagina 15