het gezelschap
van flipland
WHS-Smerdiek 1-1
Wat is A.A.?
Thijs Fase
verbaasde
winnaar
Eerste wedstrijd Eendrachtcup
PZEM
tweede
windturbine
Oud-strijders
TAALPRAATJE
Bij verhuizing
Donderdag 19 mei 1983
EENDRACHTRODE
15
GROEI DOOR VESTIGING
Groei door geboorte
Groei door uittreding
Groei door open deuren
deel 5
door J.M. Vermeulen
Groei door karakter
Groei door groei
De eerste wedstrijd in de voorronden van de Een
drachtcup heeft dinsdagavond al direct een verrassing
opgeleverd met een 1-1 gelijkspel tussen WHS en
Smerdiek.
Vanavond om half acht speelt WHS tegen SPS,
eveneens in Oud-Vossemeer, waar het achttiende
Eendrachtcuptournooi wordt gehouden.
Zaterdag
Finale 26 mei
Uien 30 cent
Ontevredenheid
Kernenergiecentrale
weer in bedrijf
Brengen
a.u.b. tijdig een adreswij
ziging sturen aan Een-
drachtbode, Postbus 5,
St. Annaland of aan uw
bezorger.
DE ZEEHOND
"Zijn dat niet die lui van de Blauwe Knoop?"
"A.A. betekent zeker Anti-Alcohol?"
"Als ik AA hoor, heb ik een heel vaag idee,.... zoiets
van mensen, die in catacomben geheimzinnige
avondjes houden!".
De eerste uittreding uit de Hervormde
Kerk van Sint-Philipsland was werke
lijkheid geworden. De vorige keer
werd er iets van genoemd. Op de
meest sympathieke manier was het
niet tot die scheiding gekomen. We
derzijds begrip ontbrak. Het bleek ei
genlijk ook wel, dat de kerk weigerde
de werkelijkheid te aanvaarden. De
man die wilde vertrekken kreeg die
mogelijkheid in principe niet. Evenwel
begon het direkt toch wel duidelijk te
worden dat het rode licht van de kerk
andere uittredingen niet zou kunnen
tegenhouden. De twee dochters van
Adriaan Kunst waren in ieder geval
niet meer op de belijdeniscatechisaties
verschenen. Maar we zeiden al dat het
gezelschap van Flipland beslist niet
'zomaar' met de kerk wilde breken.
Aan de andere kant was het ook weer
niet tegen te houden. Het ging door.
We vonden enkele redenen die zorg
den voor een onverwachte en snelle
ontplooiing. Met andere woorden;
waar kwamen de mensen vandaan. De
Fliplanders van toen, die het gezel
schap gebracht hebben op een weg
naar een meer onafhankelijk bestaan.
We zien Sint-Philipsland, dwars door
een bewogen tijd, snel groeiend, zelf
standig wordend, in alle rust, op weg
naar de grote veranderingen van be
gin 1 837.
Het was begin 1 835 toen de bekende
schipper Leendert van Ree naar Sint-
Philipsland verhuisde. Lid van de Her
vormde Kerk werd hij niet. Hij voelde
meer voor het leesgezelschap. We
twijfelen er niet aan, of hij had het
totaal op zichzelf staande gezelschap
veel te vertellen. Afkomstig uit Noord-
wijk wist Van Ree als zeevarende pre
cies wat er in de rest van het vaderland
aan de hand was. Reeds vanaf 1 790
kende zijn vroegere woonplaats een
gezelschap. Bovendien was daar een
bekende oefenaar, in de persoon van
Cors Noorduin. Deze laatste was op
zijn beurt weer niet geheel onbekend
met de bekende afgescheiden leraar
H P. Scholte. Het is dus wel duidelijk
dat Leendert van Ree al verschillende
gezelschappen gezien had, die omge
zet werden in een kerkelijke gemeen
te. Hij kwam in ieder geval uit een
plaats die, wat dit betreft, Sint-Phi
lipsland ver voor was. En dan is het
eigenlijk ook weer niet zo vreemd als
we zien dat de nieuwe schipper de
eerste was die zijn jongste zoontje niet
door ds. Everaers liet dopen. Het was
een hele stap. Er was moed voor nodig
om in 1835 zelfs nog maar aan een
bezoekende predikant te denken. De
afgescheiden leraars, in Zeeuwse
ogen ergens heel ver weg, begonnen
zwaar vervolgd te worden. Ds. De
Cock had drie maanden gevangenis
straf uitgezeten. Scholte werd ook ge
pakt en hij zat preventief. Daarnaast
hadden de weinige voorgangers niet
een eigen gemeente te bedienen maar
een eigen provincie. Ondanks dit, en
ondanks nog zoveel meer, was er bij
Leendert van Ree en zijn Fliplandse
Rozetta Steyn een ongedoopt kind. En
niet alleen bij hen. Het werden er
meer.
De kleine Willem van Ree, de pas ge
boren dochter van Johannes Verwijs
en Neeltje Reyngoudt, en de onge
doopte zoon van Marinus van den Bos,
het waren zoiets als 'gezelschapskin
deren'. De vraag rijst waar we deze
ongedoopte kinderen moeten plaat
sen. Hebben ze meegewerkt aan de
groei van het gezelschap, of hebben ze
dat niet. Het waren kinderen van ou
ders die niet meer bij de kerk behoor
den. De vaders en moeders hadden
zich 'afgescheiden'. Eerst dit even.
Hoe zou de situatie geweest zijn wan
neer de kinderen uit wel Hervormde
ouders geboren waren. Behoorden ze
dan bij de kerk of hoorden ze er niet
bij. Het nieuwe regelement uit 1816
vertelt precies wie er lid van de kerk
waren. Daar komt artikel 1'Tot het
hervormd kerkgenootschap behoren
allen, die op belijdenis des geloofs zijn
aangenomen, en dezulken die in de
hervormde kerken gedoopt zijn
Geen lidmaatschap dus voor onge
doopte kinderen. Bijna zou je geneigd
zijn om te concluderen dat deze klei
nen bij de geboorte in het niet verd
wenen waren om bij doop of belijdenis
weer voor de dag te komen. Nu terug
naar het gezelschap. Daar was het
precies andersom. Als ze daar nu eens
goed in bijvoorbeeld het doopsformu-
lier hadden gekeken, dan hadden ze
hun pasgeborenen wel degelijk een
plaats gegeven in het kerkelijk leven.
Het waren, zoals het daar zo duidelijk
stond, jonge kinderen die '...als lid
maten der gemeenten behoren ge
doopt te wezen...'. Dus toch lid! En
dan nog even de Catechismus. Daar
moet zondag 27 toch ook wel duidelijk
zijn. De kinderen moeten gedoopt
worden omdat ze evenals de volwas
senen'....in zijn gemeente begrepen
zijn...'. Ook hier zijn ze weer lid, hoe
wel de kerk er officieel anders over
dacht. Het is niet moeilijk om te zeg
gen dat het gezelschap geen kerk was.
Misschien zagen de gezelschapsmen
sen zichzelf niet eens als een gemeen
te. Het was gewoon een gezelschap.
Niet meer, maar ook niet minder. Het
is in wezen helemaal niet zo belangrijk
hoe we ze noemen. Of je die kinderen
nu wel of niet meeneemt. Of de kerk
nu met nieuwe regelementen geko
men was, nieuwe wetten die niet meer
'gereformeerd' waren. De kinderen
van de gezelschapsmensen hoorden
als leden gewoon bij het gezelschap.
De eerste mogelijkheid om iets naders
van het aantal officieel-afgescheide-
nen te vernemen doet zich voor in
1836. Sint-Philipsland werd ge
noemd in een merkwaardig docu
ment. Een stuk papier met een lange
naam. Het heet: 'Tabellarisch over
zicht nopens de woelingen in de Ne
derlandse Hervormde Kerk, bijzonder
met betrekking tot het aantal, en den
invloed der Separatisten, opgemaakt
uit de rapporten der Classicale Bestu
renDe naam van dat stuk zegt
eigenlijk al voldoende. De kerk had
een landelijke inventarisatie gehou
den. De gezelschappen of inmiddels al
afgescheiden gemeenten hadden bij
zonder snel aan invloed gewonnen.
Het was dringend noodzakelijk om
precies te weten hoe het er met de kerk
voor stond. Predikanten uit het hele
land gaven hun medewerking en zo
vinden wij in dit 'Tabellarisch over
zicht' van plaats tot plaats opgave over
de omvang die de afscheiding na ruim
een jaar aangenomen had. Er waren
merkwaardige rapporten bij. De ker
keraden waren duidelijk geweest. Er
zou een interessante bloemlezing uit
zijn samen te stellen. We doen even
beidersstand Eén van weinig betee-
kenis wordt er én te Stavenisse én te
Sint Maartensdijk gevonden Terwijl
te Oud Vossemeer zich zes hebben af
gescheiden.Tot op dezen ogen
blik hebben zich in geene der andere
Gemeenten zich iemand openlijk af
gescheiden'. Adriaan Kunst was dus
veel te voorbarig geweest. De mensen
van het gezelschap van Flipland had
den de band met de kerk niet massaal
verbroken. Vijf personen waren Kunst
door direkte 'uittreding' gevolgd.
Wie de rapporten van de Classis Zie-
rikzee nog eens doorleest, zal heel
duidelijk het 'waarom' vinden dat er
maar zo weinigen Kunst gevolgd wa
ren. We noemen eerst de uitleg van de
Classis: 'het is de onzekerheid welke
velen nog terug houdt om hun lid
maatschap op te zeggenEn na
tuurlijk zat daar wat in. Velen twijfel
den wegens de genoemde 'onzeker
heid'. Maar op een andere plaats gaat
diezelfde Classis verder. Welke 'onze
kerheid' is het die hier bedoeld wordt.
Dat is een belangrijke vraag. De Clas-
dat de mensen er van weerhield om
met de kerk te breken. De onbekend
heid met alles wat zich buiten de een
zame en verlaten polder afspeelde,
was te groot. Het werk was zwaar en
veel. De dag bij de boer duurde lang.
Daarnaast kunnen we eigenlijk wel
vragen wie er rond 1836 gezorgd kon
hebben voor een zware vervolging van
het gezelschap Het gezelschap was in
verhouding tot de kerk vrij machtig.
Nu we het hier over 'open.deuren'
hebben, wil ik nog even doorgaan over
'gesloten deuren'. Die tijd heeft de
gemeente ook gekend. Een periode
van de meest afschuwelijke vervol
ging. Maar dat was 7 jaar later. Toen
was de vervolging 'georganiseerd'.
Nu niet. Bij de ouderwordende ds.
Everaers moet het wel rustig gebleven!
zijn. De vervolging zou in principe pas
gaan beginnen bij de komst van diens
opvolger ds. Gerlach. Hij werd beroe
pen met de speciale opdracht om met
geweld terug te halen wat bij zijn
voorganger verloren was gegaan. En
dat was veel. In de jaren 1843 en
1844 bereikte die vervolging haar
hoogtepunt. Toen waren de deuren
een greep voor we naar Flipland gaan.
Degenen die de kerk verlaten hadden,
werden genoemd:...uit de onkundig-
ste stand... niet loffelijk van ge
drag...sinds jaren als dwepers be
kend...van werken afkerig...door bij
geloof en dweperij een spot der ge
meente... kunnende lezen noch schrij
ven...aan sterke drank te buiten gaan
de...mensen van ruwe zeden...een
verregaande geest van domheid... bij
vlagen krankzinnig. Evenwel bleek
een zekere burgemeester over mis
schien nog wel meer fantasie te be
schikken. Hij noemde in ieder geval
zijn mensen:...'niet dan, door spraak
vermogen van het redelooze vee on
derscheiden.' Reden genoeg om even
naar Sint-Philipsland te kijken' Maar
misschien is het op deze plaats wel
juist om gelijk even iets van het eiland
Tholen mee te nemen. Het waren ge
lukkig vrij gunstige uitzonderingen
geworden. Iets uit het rapport van de
Classis Zierikzee laten we volgen: .In
de gemeente van Tholen bevinden
zich drie der zoodanigen uit den Vis-
scherstand, zijnde arm aan kennis en
goederen. Evenzoo is dit gelegen te
Philipsland met een zestal uit den ar
sis gaat het precies vertellen. Nog
maals Zierikzee: Tntusschen zijn er
veele ontevredenen die zich bij de Se
paratisten zouden voegen als hun vrije
godsdienstoefening werd toegestaan,
waarom het Classicaal Bestuur den
wensch te kennen geeft, dat zulks
nimmer moge plaats hebbenEn
bij die Classis Zierikzee behoorde ook
de gemeente van Sint-Philipsland.
Reden tot onzekerheid? Over het alge
meen zeer zeker. De berichten over de
losgebarsten vervolging van de afge
scheidenen zullen ongetwijfeld een
groot gedeelte van Zeeland bereikt
hebben. Verhalen genoeg over kuras
siers, dragonders en muskettiers. Een
door de Hervormde Kerk georgani
seerde strijdmacht, die al of niet met
de bajonet op het geweer de preken
de-, oefenende-, of lezende afgeschei
denen te lijf ging. Hoewel het in Zee
land tot 1837 in zekere zin nog wel
rustig was, waren er toch duidelijk re
denen aan te wijzen die duidden op
'onzekerheid'. Toch mogen we wel
stellen dat de verklaring van de Classis
voor het gezelschap van Flipland niet
op ging. Op het zo volkomen geïso
leerde eiland was het niet het onzekere
van Fliplands Oud Gereformeerde Ge
meente gesloten. Dat was om precies
te zijn van 30 april 1843 tot 10 no
vember 1 844. Maar daarmee hoefden
de diensten niet perse stil te liggen.
We weten dat gezelschappen van
minder dan 20 personen niet verbo
den waren. Zo weinig mensen konden
nooit, zoals dat genoemd werd,
staatsgevaarlijk zijn. Heel eenvoudig
eigenlijk. We zijn terecht gekomen bij
een heel andere vorm van gezel-
schaphouden. Kleine gezelschappen,
maar wel veel. ledereen zat thuis te
lezen. Bijeenkomsten met dichte deu
ren dus. Dankzij Gerlach. Het is echter
wel duidelijk dat we op deze plaats aan
deze hoogst interessante 'noodgezel-
schappen' niet toe zijn. In de tijd waar
we het nu over hebben, was er maar
één enkel gezelschap. Het was groot,
het werd groter, en de deuren stonden
zonder enige 'onzekerheid' zo ver mo
gelijk open. Wie het bij Kunst, Verwijs
en Van Ree wel zag zitten, die hoefde
zich door niets te laten weerhouden.
Er was nog een andere manier om naar
het gezelschap te gaan. Ook op Sint-
Philipsland kwam die voor. In heel
bijzondere zin eigenlijk. Al heel spoe
dig na de kerkelijke 'inventarisatie'
van 1836 zou het gebeuren. Een to
tale en algehele verandering op het
kerkelijke erf van Flipland. De grootste
omwenteling in de plaatselijke ge
schiedenis zou gaan beginnen. Over
het grote keerpunt in zijn leven is al
veel geschreven. Tientallen keren
werd het in allerlei boeken en boekjes,
op vele manieren naverteld. Reden
genoeg om de gebeurtenissen niet te
gaan herhalen. Pieter van Dijke hoeft
voor niemand een onbekende te zijn.
In het zo bekende, en nog volop te te
verkrijgen boek 'Het veelbewogen
levenstaat de jonge landbouwer
voor ons. Als het ware in levende lijve.
Wat er precies gebeurde, hoe het toe
ging, maar ook wat er aan vooraf ging,
kunnen we in dat werk op de voet vol
gen. Levensechter dan een fotoboek.
We moeten er aan voorbij gaan. We
hebben trouwens het gezelschap.te
bezien in haar betekenis voor Van Dij
ke. Niet andersom. In een volgend ar.-
tikel hopen we het om te draaien.
Het was dezelfde Pieter van Dijke die
als Hervormde diaken van nauwelijks
22 jaren oud, meehielp om de proble
men rond Adriaan Kunst op te lossen.
Dat was in 1 834. Plotseling was hij bij
Everaers weg. Zoals gewoonlijk zweeg
de predikant over ook deze uittreding.
Maar de gebeurtenissen zijn niet ver
loren gegaan. De tijd er van wel. En
dat is zeer te betreuren. Op zeer bij
zondere wijze was de jonge diaken
bepaald bij een zeker Schriftwoord.
Het greep hem aan. Ontzet las hij ver
der. Het kan niet anders of hij moet bij
Everaers geweest zijn om raad. Hij
moet het onmogelijke gedaan hebben
om uitleg te krijgen. Een oud verhaal
vertelt dat het niet lukte. Van Dijke
kreeg zoals het genoemd wordt 'stee-
nen inplaats van broodDe ge
beurtenissen zijn bekend. De 'elite'
landbouwer kwam na bange worste
lingen terecht bij het gezelschap. De
vernedering was groot voor hem, die
gewend was om als landheer, met
groot machtsvertoon, 's zondags voor
de dorpskerk uit te spannen. Het ge
zelschap had 'arbeiders'.
Alles had hij gedaan om hen uit han
den te blijven. Tot het niet langer kon.
Toen Van Dijke bij de verwonderde
eenvoudigen zijn eerste samenkomst
bijwoonde, bleek direkt het Gerefor
meerde karakter van het gezelschap.
Niemand kende zijn omstandigheden.
Het staat er uitdrukkelijk. We lezen er
van: '...Hij had niemand iets van zij
nen toestand gezegd MaarHet
gezelschap was niet 'zomaar' een ge
zelschap. Helemaal niet. Precies die
eerste keer werd een preek gelezen
over het betreffende gedeelte!! De
verzen die hem het allermeest hadden
aangesproken, werden uitvoerig be
handeld. Deze keer was de uitleg vol
komen duidelijk. De gebeurtenissen
rondom Van Dijke zijn uiteraard voor
uitbreiding vatbaar. Deelnemen aan
het kerkelijke leven van de Hervormde
Gemeente kon hij niet meer. Pieter
werd een zeer geziene figuur bij het
gezelschap. Maar het was niet alleen
zijn hoge maatschappelijke positie. Er
was meer. Vol ongeduld wachtten de
Fliplanders op het voor hen zo grote
moment dat Van Dijke aan de beurt
was om te eindigen. Zo kon niemand
het. Maar dat was oók niet alles. Er
was nog veel meer. Diep verborgen
was het. Niemand wist nog van het
grote geheim dat Pieter van Dijke zo
zorgvuldig bewaarde.
Het plaatje begint compleet te raken.
Leendert van Ree, Pieter van Dijke en
Adriaan Kunst kennen we. Ook Jo
hannes Verwijs is niet onbekend meer.
Ongetwijfeld hadden ook Abraham
Reyngoudt en Marinus Kunst zicfci al
aangesloten. Kortom de hele toekom
stige kerkeraad. Het waren niet meer
uitsluitend arbeiders. Ook de 'onkun
de' ging meevallen. Een enkele mid
denstander, een schipper, een here-
boer en niet te vergeten een voorma-
lig-diaken. Zeker de laatste twee, ve
renigd in één persoon, zorgden voor
de nodige nieuwe gezelschapsmen
sen. Begin 1837 was het zover. Het
kon eigenlijk ook niet uitblijven. Er
moest gedoopt worden, het Heilig
Avondmaal bediend. Enkele kandida
ten voor openbare belijdenis hadden
zich aangediend. Vele faktóren bevor
derden het verlangen naar een meer
zelfstandig bestaan. Het gezelschap
van Flipland nodigde een predikant uit
om te komen helpen. Het woord 'in
stitueren' viel. Ze dachten er dus aan
om zomaar even het gezelschap te
gaan 'constitueren' als een wettige
kerkelijke gemeente. Eenvoudig was
dat niet. De overheid had nog maar
enkele maanden geleden op verzoek
van de kerk alle 'onwettige' afge
scheiden gemeenten zogenaamd
'ontbonden'. Te overzien was het ook
niet. Wanneer Van Dijke, Van Ree,
Verwijs en Marinus Kunst geweten
hadden wat die 'constituering' zou
gaan kosten, dan was er misschien
nog wel eens een keer extra verga
derd. En nog wat. Sint-Philipsland had
begin 1837 niet eens een burge
meester om vergunning voor die toe
komstige ontwikkelingen te vragen.
Het zou nog een paar maanden duren
voordat Marinus Dorst, een van de
grootste vijanden van het gezelschap,
geinstalleerd werd. Een machtige
tegenstander van alles wat niet 'her
vormd' was. Ondanks het vele onmo
gelijke, zei een Zeeuwse prediker toch
dat ze op hem konden rekenen.
(wordt vervolgd)
Op een prima bespeelbare gras
mat gaf WHS dinsdagavond te
toon aan. Het lichte veldoverwicht
wist men echter niet in doelpun
ten uit te drukken. Slecht schieten
van de St. Annalandse voorhoede
was daarvan niet altijd de oor
zaak, want Smerdiek-doelman
Jan Guiljam verkeerde in glan
zende vorm.
Na een kwartier moest hij echter
toch buigen voor een niet eens zo
sterk schot van Nico Hage. In het
verdere verloop gaf de Smerdiek-
se keeper geen krimp. Menigmaal
bracht hij de handen van de 16Ó
betalende bezoekers op elkaar.
De WHS-verdediging wist mees-
Voor Thijs Fase was er succes tijdens
zijn debuut achter de motore.. In d
dernyrace te Goes ging hij als eerste
over de streep, maar die zege kwam op
een vreemde wijze tot stand. Toen het
peloton zich op de Bergweg opmaakte
voor de slotomloop, kreeg het van de
jury te horen dat men niet verder
hoefde. De profs van de ronde van
Midden-Zeeland naderden. Een ver
baasde winnaar Fase, die bekende
derbyspecialisten als Pronk en Min-
neboo achter zich liet, ging op dat
moment aan de leiding en kon meteen
de bloemen in ontvangst nemen.
Blijkbaar is Thijs in goede vorm, want
in Wouw reed hij mee in de kopgroep
en spurtte naar een vierde plaats.
Nap Hage vervulde ditmaal geen
hoofdrol tussen de topcoureurs in de
tweedaagse Omloop van Zeeuwsch
Vlaanderen. De eerste etappe, een rit
in lijn over 160 km., beëindigde Hage
op een 40e plaats en bij de overige
onderdelen was er ook geen prijs. Een
41e plaats in het algemeen klassement
op 13 min. achterstand op winnaar
Nico Verhoeven was een tegenvaller.
Hage start niet in Olympia's Toer door
Nederland, omdat zijn sponsor het
hoge inschrijfgeld onverantwoord
vindt. De rennerskwaliteiten van Nap
blijven echter niet onopgemerkt, want
hij ontving, een uitnodiging voor de
officieuze Nederlandse titelstrijd
achter de dernies op 19 juni in Bergen
op Zoom.
Heieen Hage nam prijzen mee uit Ba-
vel(l Ie) en het Belgische Zichem(7e).
Een etappekoers in de buurt van het
Franse Nancy besloot ze met een
achtste plaats in het eindklassement.
In het Pinksterweekeinde is er een
ruime keus met koersen in Halsteren,
Kapelle en Kloosterzande(21 mei),
Nieuw-Vossemeer(22 mei), Ouden
bosch, Hansweert(23 mei) en Axel(24
mei).
tal wel raad met de Smerdiekse
aanvallen. In de tweede helft
toond^ Smerdiek grote inzet,
waardoor de spelverhouding in
een beter evenwicht kwam. Na
een halfuur viel de gelijkmaker
pas via Addie Stoutjesdijk. Smer
diek drong nog even aan, maar
toen men er niet in slaagde een
tweede doorbraak te forceren,
trok men zich op eigen helft terug.
WHS begon aan een slotoffensief,
dat drie minuten voor het einde
succes leek te hebben. Peter
Scherpenisse kon vrij aanleggen,
maar zijn harde schot werd door
keeper Guiljam bekwaam uit de
bovenhoek gehaald. Met WHS in
de aanval klonk het eindsignaal.
Bij het nemen van strafschoppen
bleek Smerdiek de sterkste met
3-2. Beide doelverdedigers stop
ten elk een penalty, WHS schoot
op de lat en over en Smerdiek
naast.
Tegen SPS wordt uitgaamkt, wie
er in poule a finalist wordt, waar
bij na dit gelijkspel de doelpunten
belangrijk kunnen zijn.
De door-de-weekse wedstrijden
waren nodig omdat voor het eerst
in achttien jaar, de Eendrachtcup
op Hemelvaartsdag moet worden
afgelast. Na de langdurige regen
val van woensdag, regende het op
Hemelvaartsdag 's morgens weer
volop, zodat het veld onbespeel
baar werd. De zon van donder
dagmiddag ten spijt, zij het dat de
stormachtige wind het spel ook
niet gunstig had beïnvloed.
Gezien de lange competitie in de
tweede klas was WHS a.s. zater
dag niet beschikbaar, terwijl er
voor tweede Pinksterdag al tour-
nooi-verplichtingen waren aange
gaan. Vosmeer zat op het eigen
veld ook met geplande activitei
ten.
Met wedstrijden voor WHS op
dinsdag- en vanavond kwamen de
organisatoren eruit, terwijl zater
dag de volledige b-poule en de
laatste wedstrijd uit de a-poule
wordt gespeeld. 14.00 u. Tholense
Boys-Stavenisse, 14.30 u. Smer-
diek-SPS, 16.00 u. Stavenisse-
Vosmeer en 18.00 u. Tholense
Boys-Vosmeer. De wedstrijden in
de a-poule duren normaal 90 mi
nuten, in de b-poule 70 minuten.
De Thoolse voetbalfederatie be
sloot de finalewedstrijden op
donderdagavond 26 mei te hou
den. 18.30 Uur 5e/6e plaats, 19.00
uur 3e/4e plaats (allebei 2 x 35
min.) en om 20.00 uur de beslis
sing om de le en 2e plaats (90 mi
nuten). Verlenging is mogelijk
want de voetbalvereniging Vos
meer beschikt over een uitsteken
de lichtinstallatie. Toegangsbe
wijzen voor vanavond zijn ook
zaterdag geldig, maar niet voor de
finale.
Sint Annaland: dinsdag 17 mei
1983. Uien maat 40 opwaarts
klasse 2 NL ƒ30,-. Aanvoer 40
ton.
De PZEM trekt één miljoen gul
den uit voor de aanschaf van een
tweede grote windturbine, die on
der de naam PEP-3 in het Sloege-
bied komt te staan.
Het is de bedoeling van de PZEM
om met de twee turbines vergelij-
kingsgegevens te vergaren. De
eerste windturbine in het Sloe,
PEP(PZEM Energie Project)-2, is
van het fabricaat FDO, terwijl de
machine waarvoor de bestelling
inmiddels geplaatst is van de Po-
lenko fabriek afkomstig is. Beide
Nederlandse opwekeenheden
hebben specifieke eigenschappen,
maar een vrijwel identiek elec-
trisch vermogen, circa 300 kilo-
Watt. De FDO-windturbine heeft
een zeer modern regelsysteem,
waarvan het hart wordt gevormd
door een computer. De windtur
bines van Polenko zijn voortge
komen uit eenvoudiger mole-
nontwerpen. Om deze twee ver
schillende types - onder meer in
het belang van de advisering aan
verbruikers die zelf windturbines
willen exploiteren - te kunnen
vergelijken is een opstelling van
twee turbines naast elkaar nood
zakelijk.
De PZEM heeft al een Polenko-
molen(60kW) op het werkeiland
Neeltje Jans in de Oosterschelde.
In april werd het 100.000e kilo-
Wattuur geproduceerd. Dat staat
gelijk aan de jaarlijkse electrici-
teitsbehoefte van ongeveer 30 ge
zinnen. De 60 kW-turbine draait
sinds augustus van het vorig jaar.
Een groep van 54 Engelsen heeft
vrijdag het eiland Tholen bezocht.
Er waren oud-strijders bij van het
Gloucestershire regiment, dat in
1944 Stampersgat en de Westhoek
van Brabant bevrijdde. Na een
rondleiding door het Thoolse
stadhuis, de Gasthuiskapel en de
Grote Kerk in Tholen (archivaris
J.P.B. Zuurdeeg zorgde voor in
formatie) vertrok het gezelschap
naar St. Annaland. Het gemeen
tebestuur van Oud Gastel bood de
Engelse gasten daar een lunch
aan.
Ter afwisseling ditmaal een Taai
praatje over de synoniemen
(woorden met ongeveer gelijke
betekenis) ontevredenheid, mis
noegen en ongenoegen. Bovenge
noemde woorden drukken een
onaangename gewaarwording uit,
die door iets tegen onze zin in,
voor korte of langere tijd. wordt
opgewekt. Bij ontevredenheid is
die gewaarwording het minst
sterk. Over kleine dingen kan men
al ontevreden zijn. "Het kind was
ontevreden toen het geen koekje
kreeg". Ook voor ingrijpender za
ken. "De man was ontevreden
over zijn werkkring, zijn positie".
Ontevredenheid kan een blijven
de karaktereigenschap zijn (dat
mens is altijd ontevreden), maar
ook en meestal van voorbijgaande
aard zijn. Gebeurt er na een ver
velend voorval iets prettigs, dan is
de ontevredenheid snel vergeten.
Veel sterker is misnoegen. De on
tevredenheid gaat dan gepaard
met verdriet. "Het wekte het mis
noegen van de bejaarde op, dat
zijn vroegere vrienden hem bijna
nooit bezochten". Bij ongenoegen
is de ontevredenheid het sterkst.
Dan is er bovendien sprake van
wrevel en verbolgenheid. In plaats
van ongenoegen gebruikte men
vroeger ook vaak onvergenoegd
heid. Thaps nog wel goed, maar
ongebruikelijk en verouderd.
"Tot zijn ongenoegen was hij door
De kernenergiecentrale van de nv
PZEM te Borssele is 5 mei, na een
stilstand van zes dagen, weer "op
het net" gekomen. De reden van
de stilstand was, dat de bedrijf
sleiding een inspectie heeft laten
uitvoeren op een tussen 23 maart
en 18 april uitgevoerde reparatie.
De reparatie bestond uit de ver
vanging van een aantal drukont-
lastkleppen op de drukhouder in
het primaire systeem van de cen
trale.
De vervanging van de kleppen
was nodig, omdat er roestvorming
in deze kleppen was geconsta
teerd, veroorzaakt door chloor,
dat was gevormd tengevolge van
een chemische reactie in vetop-
lossende middelen die tijdens de
grote "stop" van de centrale zijn
gebruikt. Aangenomen werd dat
er resten van deze middelen in het
primair systeem moesten zijn
achtergebleven.
Men gaat er van uit dat de cen
trale zonder verdere onderbre
kingen zal doordraaien tot de
volgende jaarlijkse splijtstofwis
seling. Deze is voorzien voor 19
maart 1984 - een maand later dan
volgens het schema vereist wordt.
Dit komt omdat de splijtstof in de
reactor gedurende de vier weken
stilstand ongebruikt is gebleven
en dus een maand langer warmte
kan produceren.
dezelfde persoon tot drie keer toe
benadeeld". Zich iemands onge
noegen op de hals halen. Tegen
woordig dikwijls ook in de bete-
kerfis van onenigheid. "Zij heb
ben ongenoegen gekregen". "De
oude man leefde in ongenoegen
met zijn familie".
Het werkwoord brengen betekent
van oorsprong eigenlijk niets an
ders dan iets of iemand van plaats
doen veranderen, met zich mee
doen gaan naar en komen op een
andere plaats. Dit is tegenstelling
tot halen. Vandaar de uitdrukking
"halen en brengen". Tegenwoor
dig dikwijls gebruikt met betrek
king tot slecht weer. Als tussen
twee stortbuien even een vals
zonnetje schijnt, hoort men onte
vreden opmerken: 't Is weer ha
len en brengen vandaag".
Deze Zegswijze is afkomstig van
de handel, vooral bij de koop
vaardij. Schepen brachten waren
van het ene land naar het andere
en laadden daar koopwaar voor
de terugvaart in. Behalve boven
staande eigenlijke betekenis heeft
het werkwoord brengen een mas
sa mogelijkheden opgeleverd. We
kennen allang de termen iemand
in verrukking brengen, ter wereld
brengen, een gesprek op gang
brengen, iemand tot wanhoop
brengen, iemand iets onder de
ogen brengen, in aanraking bren
gen met de justitie, tot razernij
brengen, ter dood brengen en nog
tal van andere zaken meer. De
laatste decennia is het mode ge
worden het werkwoord brengen te
bezigen in gevallen, dat veel bete
re werkwoorden voorhanden zijn.
Als voorbeelden noemen we:
"Het toneelgezelschap brengt za
terdag een tragedie" (opvoeren,
spelen). "De burgemeester bracht
een nieuw standpunt naar voren"
(opperen, bekendmaken, aan
dacht vragen voor, meedelen). Hij
brengt immers niets naar voren en
blijft rustig achter de bestuurstafel
zitten. "Het ochtendblad brengt
een opzienbarend artikel over he
roïnesmokkel" (in het ochtend
blad staat).
Maar al te dikwijls leest u "het
muziekgezelschap bracht het
Wilhelmus ten gehore". We heb
ben niets tegen het Wilhelmus en
horen het zelfs reuze graag, maar
laat het gezelschap het volkslied
gewoon "spelen", dat is zeker zo
goed. Er zijn nog wel meer voor
beelden van ongewenst gebruik
van brengen te noemen. We be
sluiten met het tegenwoordig veel
gehoorde "liedjes brengen". De
popgroep bracht een nieuwe hit".
We houden het liever op het ge
degen zingen.
De Wadden. Een paradijselijk rijk
van land en water, waar een zee
dier iedere dag zijn tafeltje gedekt
vindt. Maar ook een onbereken
baar en onbeschut oord vol roeri
ge beweging van stormachtig wa
tergeweld en het dagelijks ritme
van eb en vloed. Dat vereist aan
passing. Van al zijn soortgenoten
voelt de gewone zeehond zich hier
het best op zijn gemak. Bovendien
is hij nog het enige zoogdier dat
hier permanent rondzwemt. An
dere vaste wadbewoners, zoals de
bruinvis en de tuimelaar, zijn hier
in de jaren zestig verdwenen. Bij
hoge uitzondering worden er af en
toe nog grijze en gewone dolfij
nen, walrussen en zwaardvissen
gesignaleerd, maar dit zijn dwaal
gasten en op doorreis. De platvis
bepaalt de reislust van de zee
hond. 's Winters trekken de zee
honden achter bot, scholen schar
aan naar de warmere Noordzee en
zijn de banken vrijwel verlaten. In
de lente keren zij, net als de vis,
huiswaarts naar de ondiepe gron
den. Daarom is de zeehond 's zo
mers honkvast en kan men spre
ken van enig familieleven. In het
aprilnummer van Grasduinen
staan in een artikel van 14 pagi
na's de laatste wetenschappelijke
gegevens over de trek van de
waddenzeehond. Op het wad
heeft de gewone zeehond alles bij
de hand om als typische kustbe
woner een ongestoord leventje te
leiden. Zandplaten om op te luie
ren en te stoeien, te zonnebaden,
jongen te baren en te ruien. Water
uit de Noordzee, dat bij vloed
grote hoeveelheden plankton
aanvoert waar de vissen weer van
leven, die op hun beurt worden
opgepeuzeld door de zeehond.
Bovendien ontbreken hier zijn
natuurlijke vijanden zoals de orca
of zwaardwalvis en de ijsbeer.
Toch leeft de zeehond hier onder
barre omstandigheden. Ook al'
heeft hij zich uitstekend weten
aan te passen, de sterfte onder zijn
jongen is groot. Uit gegevens van
het Rijksinstituut voor Natuurbe
heer (RIN) op Texel blijkt, dat
ongeveer 60 procent van de eer
stejaars zeehonden doodgaat. In
gebieden waar het leefmilieu voor
de gewone zeehond een stuk
vriendelijker is, bijvoorbeeld in de
kustwateren rond Engeland en
Canada, ligt de jeugdsterfte
slechts op 20 procent.
De cijfers laten zien dat er in de
zeehondenpopulatie in Neder
land sinds de zestiger jaren nogal
wat veranderd is. In 1966 werden
bij ons nog 1450 zeehonden geteld
op het wad en 325 voor de Zuid
hollandse en Zeeuwse kust. In
1968 zelfs 1500 en 300 in het del
tagebied. In 1974 waren dat er 530
in totaal waarvan 60 jongen en in
1981 telde men er 584 waaronder
69 jongen. De grote daling zette in
rond 1970, hoewel de laatste tien
jaar het aantal weer vrijwel gelijk
is gebleven.
De sterfte onder de jonge zeehon
den. mag in het waddengebied
dan erg groot zijn, er worden nog
voldoende baby's geboren om de
groep in stand te houden. Een
jong is bij de geboorte ongeveer 85
centimeter lang. Enkele dagen
daarvoor verliest hij zijn langha
rige witte vacht, zodat hij met een
geelbruin 'boxpakje' aan op de
wereld komt. Die wereld is de
zandplaat, waarop de moeder een
rustig plekje heeft uitgezocht, ver
van andere zeehonden, waarmee
ze normaal luiert op de platen.
Binnen enkele minuten is de ge
boorte achter de rug. Twee uur
later al neemt de moeder haar
jong mee naar het water om hem
zwemmen en duiken te leren.
Merkwaardig genoeg kan een
jonge zeehond dit niet vanzelf. Hij
drukt zich tegen haar aan. zich
stevig vasthoudend aan haar
vacht met zijn voorvinnen. Na
drie dagen kan hij twee minuten
onder water blijven; na tien dagen
Wij, van de anonieme alcoholis
ten, zijn geen drankbestrijdersor
ganisatie, we zijn niet tegen alco
hol, en we hebben onze wekelijkse
groepsavond gewoon in een
zaaltje, waar anders gebingood, of
geklaverjast wordt. We leven net
als u, alleen met een handicap: wij
kunnen niet tegen alcohol. Of
zoals het officieel bij de A.A. heet:
Wij zijn een gemeenschap van
vrouwen en mannen die samen
hun ervaring, kracht en hoop de
len om hun gemeenschappelijke
probleem tot een oplossing te
brengen. Het verlangen om op te
willen houden met drinken is de
enige eis voor het A.A. lidmaat
schap. De A.A. kent geen contri
buties of verplichte bijdragen van
deze leden. Zij houdt zich in stand
door vrijwillige bijdragen van de
ze leden en wijst principieel sub
sidies of dergelijke van de hand.
De A.A. is met gen enkel kerkge
nootschap, sekte, partij, organisa
tie of instituut verbonden en
wenst geen enkel debat of discus
sie aan te gaan noch enige zaak te
verdedigen of te bestrijden. Ons
hoofddoel is nuchter blijven en
andere alcoholisten te helpen dit
te worden. De A.A. is ontstaan in
1935 i n Amerika en in 1948 is de
eerste A.A. groep gestart in Am
sterdam. Iemand die bij de A.A.
is, bezoekt wekelijks de groeps
avond, met de bedoeling om tot
herstel te komen, en met herstel
bedoelen we bij de A.A.feeste
lijk herstel. Een eerste voorwaarde
om geestelijk te herstellen is geen
alcohol meer in te nemen. De
A.A. kent de 12 stappen van her
stel. Tijdens de groepsavond
wordt 1 stap behandeld en ieder
kan, naar aanleiding hiervan, zijn
eigen jrvaringen vertellen. Een
groepsavond is geen discussie
avond!
Er komen problemen op tafel, die
rechtstreeks te maken hebben met
gebruik/misbruik van alcohol en
het stoppen ermee. Het zijn ges-
zelfs al acht minuten. Het zogen
gebeurt aan land. Het grote ge
vaar daarbij is verstoring door
wadlopers of watersporters. De
moeder verdwijnt in paniek en het
jong is nog niet snei genoeg om
haar te volgen. In zo'n geval kan
de mens beter zo snel mogelijk
weer verdwijnen, zodat de moeder
naar haar jong kan terugkeren. In
een aantal gevallen raakt een jon
ge zeehond zijn moeder in het
water kwijt, bijvoorbeeld door
storm. In dat geval kruipt het jong
op een plaat en schreeuwt erbar
melijk. Zulke jongen worden
'huilers' genoemd. Dat zijn de
zeehondjes die regelmatig worden
binnengebracht bij het zeehonde
nopvangcentrum van Leni 't Hart
in Pieterburen.
prekken tussen gelijkgestemde
mensen, die allemaal met dezelf
de handicap moeten leven. De
gesprekken blijken bevrijdend en
verlossend te werken en zodanige
kracht te geven dat de zucht naar
alcohol tot staan gebracht wordt.
Iedere A.A.-ster/er zal bekennen,
dat zij of hij het in zijn eentje niet
kan redden, hoe goed de wil en
bedoeling ook was. Het anderen
in de AA blijkt het velen te luk
ken. A.A. mensen spreken elkaar
aan met de voornaam; de plaats
waar men woont wordt vaak de
achternaam. Het is ten behoeve
van onze anonimiteit. A.A. leden
vertellen nooit naar buiten over
hun ervaringen met andere A.A
leden. De gesprekken op de
groepsavonden zijn vertrouwelijk.
De A.A. registreert niets, houdt
geen dossiers bij. Iémand die
weggaat bij A.A. verdwijnt even
anoniem als zij of hij gekomen is.
Dat is de veiligheid die de A.A. wil
bieden aan iedere alcoholist, die
zijn alcoholproblemen met de
A.A. wil oplossen. Zonder het
toepassen van de 12 stappen en 12
tradities welke de therapie bevat
ten in A.A. is geen enkele groepe
ring gerechtigd gebruikt te maken
van de naam van Anonieme Al
coholisten. Wel is samenwerking
met andere instanties, zonder zich
te binden aan deze instanties,
mogelijk en wenselijk. Het door
verwijzen naar b.v. consultatie
bureau's, alcohol en drugs wordt
in bijna geheel Nederland met
goede resultaten bewezen (Er
wordt ook samengewerkt met het
Zeeuws consultatiebureau voor
alcohol en drugs en het Welzij n-
sorgaan Tholen). Bijna 35 jaar
doet de A.A. haar werk in Neder
land en bestaat momenteel uit
plus minus 150 groepen. De A.A.
is inmiddels overgewaaid naar
118 landen in de wereld en de dag
van vandaag kunnen we zeggen:
A.A. HET WERKT!!