De Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm te Oud-Vossemeer het gezelschap van flipland Natuurvereniging Tholen F underend onderwijs? 12 EENDRACHTBODE Donderdag 27 januari 1983 Bij het 75-jarig bestaan van de Oud Gereformeerde Gemeente in Sint- Philipsland is in het kort op de Fliplandse kerkgeschiedenis ingegaan. Dhr. J.M. Vermeulen heeft zich grondig verdiept in 'het gezelschap van Flipland', dat als voorloper van de huidige Oud Gereformeerde Gemeente kan worden gezien. In een aantal artikelen zal hij de achtergronden belichten. Miranda Noorthoek, zesde klasservan de Koningin Julianaschool, vermeldde onlangs in grote lijnen de Fliplandse kerkgeschiedenis. Het in 1496 ingedijkte dorpje Philipskercke had een rooms kerkje, toegewijd aan de apostel Philippus. Na de grote vloed van 1 532 kwamen er in 1645 weer mensen, die ook de Reformatie meebrachten. De eerste predikant was ds. D. Ketelaar in 1657. De diensten werden in een huis gehouden, want de Nederlands Hervormde Kerk werd in 1 668 in gebruik genomen. Tot nu toe hebben 38 predikanten de N.H. Kerk gediend. Ds. van Hattem is in 1 672 bekend geworden in de vaderlandse kerkgeschiedenis. Hij leerde dat God niet toomt over de zonde, maar alleen schenkende liefde is. Op 29 mei 1683 werd hij als predikant afgezet. Zijn volgelingen werden Hattemisten genoemd. In 1834 kwam de Afscheiding, maar volgens de kerkeraadsnotulen van de N.H. Kerk bestond er toen al 'een gezelschap' waar een preek werd gelezen. Veel invloed bij dit gezelschap kreeg Pieter van Dijke, een boerenzoon van Bouwlust, die in 1851 werd bevestigd tot herder en leraar. In 1871 werd de Oud Gereformeerde Kerk in de Achterstraat in gebruik genomen. De Gereformeerde Gemeente is ontstaan op 2 mei 1939. Café de Kroon in de Voorstraat werd tot kerk verbouwd. Een heel bekende ouderling was Joh. van Hekken, landbouwer op de Stelhoeve, aldus de gegevens van Miranda Noorthoek. Naam Oorspronkelijk Oefenaars deel 1 door J.M. Vermeulen Sint-Philipsland Vanwaar Reaktie I Het insigne van de Bij zonderen Vrijwilligen Landstorm. De gekruiste geweren mogen tevens herinneren aan het feit, dat met name de comman danten van de afdelingen het niet erg nauw namen met het op Duits bevel in te leveren geweren. Dat maakte het de ondergrondse enkele jaren later mogelijk over wat vuurwapens te beschikken, zij het bepaald niet van het modernste soort. t Landstorm is een begrip dat in de grondwet van 1814 is opgeno men. Deze werd uit de plaatselijke schutterijen geformeerd in geval van oorlog en rellen om het vaderland te verdedigen. Zo heeft de landstorm de Noordelijke Ne derlanden in 1830 beschermd tegen het opstandige België. Kort voor de Eerste Wereldoorlog werd in 1913 opnieuw een land storm als een soort extra reserve opgericht. Deze bestond uit per sonen die niet voor de militie (le ger) of de landweer (voormalige) schutterijen) werden opgeroepen en vormde als zodanig een on derdeel van het leger. Na vier jaar oorlog werd op 11 november 1918 de wapenstil stand gesloten tussen de Geal lieerden en de Duitsers. Als ge volg van de oorlogstoestand bra ken er in Duitland ongeregeldhe den uit onder leiding van de com munisten en socialisten. De revo lutie in Rusland brak reeds in 1917 uit. De Csaar werd met zijn gezin vermoord. De Duitse keizer vluchtte op 10 november 1918 over de Nederlandse grens. Ook in Nederland ontstond onrust. De leider van de Sociaal Democrati sche Arbeiders Partij (S.D.A.P.) Troelstra meende dat ook in Ne derland de tijd was gekomen om de proletarische revolutie aan te kondigen (11 november 1918). Met terzijde stelling van de be staande bestuurscolleges zou het bestuur aan arbeiders- en solda- tenraden worden opgedragen. Hij rekende hierbij op de meerder heid van politie en leger. De regering dacht echter niet aan wijken en overal ontstonden uit gedemobiliseerde dienstplichti gen, naast de vrijwilligen land storm als onderdeel, burger wachten (1 3 november 1918). Kort hierna demonstreerde een grote menigte óp het Malieveld te Den Haag haar trouw aan het Ko ningshuis. Troelstra ziet in dat hij zich in de machtsverhoudingen heeft vergist en last de revolutie af. Bovengenoemde vrijwillige bur gerwachten vormden later dé Bij zonderen Vrijwilligen Landstorm. De plaatselijke afdelingen konden door de burgemeester als hoofd van de plaatselijke politie worden ingezet bij revolutionaire bewe gingen om het wettig gezag te beschermen en de orde te hand haven. Het zal duidelijk zijn dat de B.V.L. vooral leefde in protestant se en katholieke kringen en ge richt was tegen linkse bewegin gen. Deze B.V.L. moet niet verward worden met de Vrijwillige Land storm, een afdeling van het Ne derlandse leger dat bestond uit: 1vrijwilligers korpsen voor bij zondere diensten (motordienst opgericht in 1914, spoorweg dienst, vaartuigendienst, lucht wachtdienst opgericht in 1917) 2. het vooroefeninstituut 1918-1935, dat toekomstige dienstplichtige militairen in de gelegenheid stelde zich te oefe nen ter verkrijging van het bewijs van geoefendheid, hetgeen ge deeltelijk vrijstelling van dienstp licht gaf (4 maanden). Het perso neel van de vrijwillige landstorm was jonger, dat van de B.V.L. ouder dan 30 jaar. De Bijzonderen Vrijwilligen Land storm te Oud-Vossemeer ontstond in augustus 1 91 9 na een rede van luitenant-kolonel A.Klont, com mandant van de Vrijwilligen Landstorm in Zeeland, te Oud- Vossemeer. Hij spoorde oudge dienden aan zich te melden. Sergeant Jac. van der Klooster, korporaal W.J. Gunter en 28 an deren vormden hierna de B.V.L te Oud-Vossemeer. Van der Klooster werd de plaatselijk leider. Hij bleef dit tot de liquida tie in 1 940. Van de eerste jaren is in het gemeentearchief van Oud- Vossemeer weinig te vinden. Ver moedelijk heeft men in 1 922 voor het eerst een schietwedstrijd georganiseerd. Er was echter nog geen schietbaan. Wel werd geza- menlijk met de scherpschutters vereniging Koningin Emma toe stemming gevraagd voor de aan leg van een baan in de Vogelen zangpolder. Laatstgenoemde ve reniging zal kort hierna zijn opge heven. De schietbaan is er toen niet gekomen. Voor oefeningen maakte de B.V.L. de eerste jaren gebruik van de schietbanen te Tholen en St. Annaland. De overige bijeenkomsten vonden plaats in de openbare lagere school. De afdeling te Oud-Vos semeer droeg geen uniform Eerst in 1 929 werd de schietbaan op de binnenberm van de dijk van de Vogelenzangpolder ten zuiden van het veer naar Nieuw-Vosse- meer aangelegd met een rente loos voorschot van de gemeente en de hulp van de 80 man sterke afdeling van de B.V.L.. Ook het vooropleidingsinstituut van de Vrijwilligen Landstorm maakte van de schietbaan gebruik. De schietwedstrijden van 9 en 1 1 juli 1931 zijn waarschijnlijk het hoogtepunt van de B.V.L. te Oud-Vossemeer. Hieraan namen ook de afdelingen St.Annaland, Poortvliet, Scherpenisse, St.Maartensdijk, Stavenisse en Publiek bij een schietwedstrijd te Oud- Vossemeer in de Vogelenzangpolder. Geheel rechts ziet men op de dijk de kogelvanger Bronnen: Gemeentearchief Oud- Vossemeer, ingekomen stukken. Staatsbladen. Iersek- sche en Thoolsche Courant 1919 en 1931. St.Philipsland deel. Ook Tholen had een afdeling van de B.V.L. De afdeling te St.Annaland werd winnaar. De schietbaan werd in 1 934 en 1938 hersteld In laatstgenoemd jaar werd de houten kogelvanger op de dijk aan de Eendracht ver nieuwd. Op initiatief van Jac. van der Klooster werd in april 1937 een bazar georganiseerd in de la gere school om een vaandel aan te schaffen. Deze slaagde en in juni kon men zich op de landdag te Goes achter het nieuwe vaan del scharen. Dat jaar werd ook de plaatselijke commissie van de B.V.L. uitge breid, die voordien steeds had bestaan uit de burgemeester en de gemeentesecretaris. Deze commissie werd uitgebreid met H.J. de Rijke, L. Ampt, M C. Deurloo en A.Beye. Eind 1 938 telde de afdeling 69 vrijwilligers. Oud-Vossemeer had hiermee een der sterkste afdelin gen in Zeeland. In het totaal wa ren er in Zeeland 103 afdelingen met ca. 3000 leden (1 934). Met de mobilisatie in 1939 wer den verschillende leden van de B.V.L. door het leger opgeroepen. Het Nederlandse leger capituleer de in de meidagen van 1 940 en moest, evenals de B.V.L. de wa pens inleveren. Eind juli kwam er van de bezetters bericht dat alle werkzaamheden van de B.V.L. moesten worden beëindigd en dat men tot liquidatie moest over gaan. J.P.B. Zuurdeeg januari 1 983 Sint-Philipsland was, zoals de Eendrachtbode van 9 december 1 982 terecht vermeldde, omstreeks 1830, een dorp met "een gezelschap". Naar aanleiding daarvan zou ik nog enkele herinneringen aan de bijeenkomsten van dat gezelschap naar voren willen brengen. Veel aandacht werd er tot op heden, voor zover mij bekend, niet aan besteed. Steeds wordt er melding gemaakt van een gezelschap, maar verder dan een paar zinnen kom je niet. Toch is dat eigenlijk vreemd. Het was een ingrijpende zaak, dat gezelschap. Aan de andere kant is die onbekendheid begrijpelijk. De geschiedenis van de gezelschapsmensen werd nu eenmaal niet van minuut tot minuut vastgelegd. Zelfs niet van jaar tot jaar. Een paar keer maar kwamen ze naar buiten. Maar zelfs dan was er nog geen sprake van opzet. Van zichzelf vertelden ze eigenlijk niet zoveel. Anderen deden dat wat meer. Maar hoe deden die dat. Naar hun eigen ideeën die ze er over hadden, Het zijn dus maar enkele momentopnamen van Fliplanders van toen. Gezelschapsmensen, gehuld in nevels, dampen en misten. We noemden de samenkomsten 'gezelschap'. Die naam is correct en wellicht het meest gebruikelijk. Wat variaties hier op zijn 'Godsdienstig oefeningengezelschap' of wat korter 'oefeningengezelschap'. Ook de wat minder vriendelijke naam 'conventikel' wordt wel gebruikt. We lazen een keer een naam die wat dit betreft ook wel duidelijk moet zijn, namelijk 'huispredikatie'. De benaming kan ook nog langer: Wekelijksche Godsdienstoefenings Samenkomst'. Dit is nu niet de term waarmee het Fliplandse gezelschap iedere dag werd aangesproken. We kwamen hem maar één keer tegen. Het is uiteraard niet de bedoeling dat uitvoerig wordt ingegaan op verschillende variaties en mogelijkheden. We willen het bij Sint-Philipsland houden. Toch kunnen we er eigenlijk niet onderuit om even naar twee soorten gezelschappen te kijken. Vooraf willen we vaststellen dat deze vormen in Flipland niet bestonden. Ook nu moet er weer aan worden toegevoegd: voor zover we konden nagaan. Maar even gemakkelijk waren ze er wél geweest. Eerst de meest oorspronkelijke in de goede zin van het woord. Er is een tijd geweest, mede als gevolg van de zogenaamde Nadere Reformatie, dat er sprake was van dit betere soort gezelschappen. In aansluiting op de openbare eredienst werd de preek van de dominee besproken. Men zat gezellig rond de tafel en het kon dan ook nog wel gebeuren dat er een preek werd gelezen van een 'oude schrijver'. De verhouding tot de predikanten was veelal uitstekend. De mensen van de gezelschappen onttrokken zich niet aan hun leraar en de vrede tussen kerk en gezelschap bleef bewaard. Eerst stonden deze bijeenkomsten op een hoog peil. Een eeuw later reeds waren deze gezelschappen dusdanig ontaard in 'partijschappen' dat er druk tegen gewaarschuwd ging worden. Het snoeimes der kerk bleek dus nodig om de conventikelplant voor uitwassen te behoeden. De tweede vorm van gezelschaphouden had meer het karakter van openbare prediking. Het was er eigenlijk, toen de tijd terug liep, een vervanger van geworden. Dikwijls was er een 'oefenaar' die voorging. Een lid van het gezelschap van wie ze dachten dat hij het wel kon. De samenkomst bestond uit een inleidend gesprek en het behandelen en toepassen van een gedeelte uit de Bijbel. Het behoeft nauwelijks betoog dat behalve positieve ook schaduwzijden aan deze bijeenkomsten verbonden waren. Het was zelfs heel eenvoudig om het gezelschap uit te spelen tegen de kerk. Ook in deze gezelschappen ging het op de duur niet goed. Tenslotte kreeg je ook nog rondreizende oefenaars die zo hier en daar hun diensten aanboden. Ongetwijfeld kwam het voor dat er leer die men door de voordeur meende buiten te houden, door de achterdeur gemakkelijk in kwam. Dat de meest eenvoudige oefenaars trouw bleven aan de oude Gereformeerde leer kon namelijk niet altijd gezegd worden. Bij het gezelschap van Sint-Philipsland lagen de zaken duidelijk anders. We zullen er, om gemakkelijker een vergelijking te kunnen maken met de bovengenoemde, eerst een paar dingen van zeggen. Misschien mogen we het wat vrij zien als een combi natie van beide. Enkele eigenschappen die we vonden: er werd niet gepreekt of geoefend maar gelezen (iets van mogelijkheid 1) en het was de vervanger van de openbare eredienst (mogelijkheid 2). Toch was het niet helemaal de 'leeskerk' zoals we die in het algemeen nog wel kennen. Het was en bleef een gezelschap met alle eigenschappen die daar aan verbonden waren. Nog drie kenmerken: de Fliplanders hadden onderlinge samenspraken, er werd om beurten geëindigd en er was een man die als voorganger dienst deed Deze laatste was, in tegenstelling tot een oefenaar, niet iemand die het gezelschap wat de leer betreft, veel kon beïnvloeden. Naar alle waarschijnlijkheid regelde hij wat. Hij zal ook degene geweest zijn die de preken las van leraars zoals ds. Smytegelt, ds. Groenewegen, ds. Hellenbroek en vele anderen. Kortom tot en met ds. Van der Groe waarmee de beweging van de Nadere Reformatie was uitgebloeid. De oorzaak van deze 'oefen' en 'leesgezelschappen'. Het is niet eenvoudig er iets van te zeggen. De gezelschappen hadden onderling weinig of geen band. Elke had zijn eigen eigen verleden. Daarom zochten we iets op hoger niveau. Een betrouwbaar, landelijk en de gezelschappen overkoepelend citaat van zeker niet de eerste de beste. Een zeer hoog geplaatst persoon zond het in 1 833 aan de Koning. Voorlopig maar enkele zinnen die duidelijk zeggen waarom er in Nederland in die tijd tientallen gezelschappen waren opgericht. De inwoners... leven op de meeste plaatsen in onmin en in kleine oorlog met hunne leraars, naardien zij zich met de dwaalleer die men hun opdringen wil, niet vereenigen kunnen, en blijven alzoo veelal terug uit de openbare godsdienstoefeningen. Zich dus van een gezette godsdienstige opleiding verstoken ziende, is het bij deze godsdienstige menschen eene behoefte geworden zich onderling te vereenigen..' Een donkere kring met alleen het wit van de boerenmutsen. Flipland zat in gezelschap. Het is 1 50 jaar geleden. Een half verlichte kamer. Een stuk kaars bij het indrukwekkende boek van de voorlezer. Allen aandachtig bij de altijd maar doorgaande stem. De praktijk was, dat deze gezelschappen opvangcentra voor de rechtzinnigheid geworden waren. Er was dus volgens hetgeen de Koning te lezen kreeg een onlosmakelijke band tussen de 'diepte' van de dorpspredikant en de 'breedte' van het gezelschap. Er waren nog geen 'afgescheiden' gemeenten en de leden hoorden gewoon bij de kerk. Toch is het eigen, lijk niet zo vreemd dat het wel gebeuren kon dat een plaatselijke kerkeraad vroeg om actie tegen de nevensamenkomsten. Dat was geen eenvoudige zaak. We noemen alleen maar artikel 1 93 van de grondwet. Daar lezen we: Geene openbare oefening van Godsdienst kan worden belemmerd, dan in gevalle dezelve de openbare orde of veiligheid zoude verstoren'. Nu was het ten tweede altijd zo, dat gezelschapsmensen zich niet anders gedroegen dan kerkmensen. De oproerpolitie van toen hoefde geen charges uit te voeren. Met rookbommen werd niet gegooid. Het huis was niet gekraakt en de energie-rekening betaald. Het zwarte boek was van iemand gekregen. Het viel dus voor kerk en overheid niet mee om de gezelschapsmensen te pakken. Men vond het volgende. Er bestond nog steeds.een oud wetsartikel uit de tijd van Napoleon. Nederland was toen een Franse provincie. Ook na de bevrijding was dat artikel van kracht gebleven. De wet maakte mogelijk dat staatsgevaarlijke bijeenkomsten van meer dan 20 personen, die onder het mom van godsdienst werden gehouden, konden worden tegengegaan. Dat werd gebruikt. De hoge regering zou aan de hand hiervan speciale toestemming moeten geven om te mogen preeklezen. Maar die vergunning was door Sint-Philipsland niet gevraagd, nog minder gekregen. (wordt vervolgd) Kleuters van De Sint Anna- huwelijk was getreden met Jan juf wilde trouwen. Een goo- landse De Casembrootschool stonden vrijdagmiddag met versierde bogen bij De Wimpel in Sint Philipsland, nadat hun juf Carin op den Brouw in het van der Kleijn uit Sint Philip- slanö, meet- en regeltechnicus bij de Esso. Eén van Carin's kleuters wilde eerst niet naar het feest, omdat hij zelf met de chelaar zorgde na de limonade met gebak voor veel plezier. Het echtpaar Van der Kleijn woont in Sint Annaland. Rubberlaarzen en een verrekijker, zie daar de noodzakelijke attribu ten voor de leden van de jongste vereniging van het eiland Tholen. "Natuurvereniging Tholen", ge boren uit de cursussen "Natuur op Tholen",die in 1982 in Meulvliet gehouden werden. Het initiatief tot het houden van die cursussen kwam van M. Wiersma uit Goes, provinciaal Consulent Natuur en Milieu Educatie Zeeland. De ge meente Tholen reageerde positief op het voorstel van dhr. Wiersma tot organisatie yan een dergelijke cursus, en verzocht toen enkele mensen om deze cursus op te starten. In de werkgroep zaten o.a. de dames Boissevain en Heij- broek, en de heren Loenhout en Wiersma. Namens de gemeente was Mevr. Ine Wilbrink vertegen woordigd. Zij verzorgde publica tie en inschrijvingen. Deze in schrijvingen liepen als "een trein". Op de eerste advertentie reageerden meer dan 60 personen, zodat meteen 2 cursussen konden worden gepland. De cursus be stond uit lessen over: ecologie - Oosterschelde - vogels - buiten dijkse flora - binnendijkse flora de invloed van de mens op natuur en landschap en milieu en natuur- en milieubescherming in Nederland. Inmiddels hadden zich diverse mensen, waaronder enkele biolo gen, aan de Werkgroep toege voegd zoals L.Sauter, H. Vene kamp, W. Heijbroek, F. Boelé, G. Westerweel, P.v.d. Raast en dhr. Kooijman, landbouwer, jager en lid van het Waterschap Tholen. In augustus '82 startte de tweede cursus. Evenals de vorige cursisten maakte ook deze groep een ex cursie naar Rammegors en naar de Oosterschelde bij Strijenham. Vooral vanuit deze 2e groep kwam het idee naar voren dat er zeker adspirant-leden ondeaten voor een Natuurvereniging. Dat bleek ook wel evaluatie, toen uit drukkelijk werd geïnformeerd om toch vooral de natuur op het ei land zelf, zoals vogels, planten, insecten en vissen e.d. nog eens ter sprake te brengen. In november '82 ontvingen alle deelnemers van de 2 cursussen, plus diegenen die zich reeds voor de derde cursus (aanvang maart '83) inschreven, een enquete-for- mulier van Louis Sauter. Hiermee werd gepolst of het werkelijk de moeite waard was om tot oprich ting van 'een dergelijke natuur vereniging te komen. De betref fende vergadering werd op 8 de cember 1982 gehouden, waarbij tevens een boeiende rolprent over het verdronken land van Saef- tinghe werd vertoond. Op deze geanimeerde bijeen komst werden meteen spijkers met koppen geslagen. De "Na tuurvereniging Tholen" was ver wekt. Een werkgroep werd ge vormd om oprichting en leden vergadering voor te bereiden. Hierin zaten 9 personen die voor stellen, statuten, doelstellingen op papier zetten, contributie voor stelden en taken verdeelden. Dit alles kreeg op donderdag 20 ja nuari bij van Zanten zijn beslag. Daar kon dhr. Sauter bijna 25 na tuurliefhebbers welkom heten, en werd om te beginnen een defini tief bestuur gekozen. Dat zal be staan uit Mevr. Heijbroek, Ten Ankerweg 41, Tholen, secretaris. Mevr. M. Polderman, Hollaere- weg 9, Oud-Vossemeer, penning- meesteresse. Leden: J. Mees, Burg. Versluijsstraat 12, Oud- Vossemeer. Mevr. W. Steendijk, Anjerstraat 19, St.Maartensdijk. P. Stols, Hoogstraat 36, Tholen. Reglementair werd door de leden van de vereniging de voorzitter gekozen en dat werd Louis Sauter, Oudelandsestraat 39, Tholen, voor de periode van een jaar. Sauter is leraar biologie aan de Rijksscholengemeenschap te Bergen op Zoom. De statuten liggen voor alle leden ter inzage bij het secretariaat, ter wijl men zich naar buiten toe wil presenteren met de volgende doelstellingen: informatie uitdra gen over de natuur, in welke vorm dan ook. Bijvoorbeeld: cursussen, excursies, tentoonstellingen e.d.. Verder aktief bezig zijn met het milieu-beheer, zoals wilgen knot ten, beschermen van natuurge bieden. Men ziet het dus, een am bitieuze vereniging waarvan vele aktiviteiten afhangen van de in spraak van de leden zelf. Er zijn thans 35 personen ingeschreven, die een bedrag van 15 gulden per jaar als contributie betalen. Ge zinslidmaatschap is ook mogelijk, dat kost 25 gulden per jaar. De eerste excursie is reeds afgespro ken. Dat gaat zaterdag 29 januari gebeuren naar het vogelgebied De Pluimpot. Half 2 start men vanaf De Zeester, vandaar rubberlaar zen en verrekijker meebrengen. De rondvraag bracht naar voren dat dhr. Venekamp graag zijn bij zonder interessante serie foto's over de kiekendief zal exposeren, en tevens vertelde dhr. Venekamp dat hij Piet Steltman van NCRV's "Ja, Natuurlijk" geïnspireerd had het schitterende gebied Ramme gors eens op zijn agenda te ne men. Wellicht zou er met dhr. Steltman ook contact gezocht kunnen worden voor een spreek beurt of iets van dien aard. Deze eerste vergadering werd be sloten met een film van dhr. v.d. Houten die de titel droeg: "De natuur het hele jaar door". In maart gaat dus de derde cursus Natuur op Tholen van start, nu nog onder verantwoording van de Werkgroep Natuur op Tholen. Maar wellicht kan in de toekomst de Natuurvereniging Tholen, hier haar steenlje aan bijdragen. Geïnteresseerden, van alle kernen van het eiland Tholen, kunnen zich voor inlichtingen wenden tot de voorzitter L. Sauter. De PvdA fractie van de Thoolse gemeenteraad stelde maandag een schriftelijke vraag met be trekking tot het funderend onder wijs. Hoe staat het met de kansen op een afbouwjaar, informeerden de vraagstellers. Ook of er al iets bekend was omtrent een even tueel experiment voortgezet ba sis-onderwijs. De fractie acht het van groot belang, dat dit doorgang kan vindeü, ook in het belang van de werkgelegenheid en voor het behoud van goede onderwijs voorzieningen. Zorgen waren er bij deze fractie ook nu de Minister van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur (WVC) Tholen en Sint Philips land wil schöappen van het werk gebied Zeeuws Instituut Geeste lijke Volksgezondheid en onder brengen bij dat van W. Brabant. De PvdA fractie informeerde (schriftelijk) of er tevoren overleg is geweest met b en w van Tholen over deze verschuiving en zo ja, hoe het advies luidde. Zo niet, hoe denkt het college daarover. Een tweede vraag was of er klachten waren over genoemd Zeeuws In stituut en of het college ook niet vindt de gehele Provincie Zeeland als één Regio te beschouwen. Ge vraagd wordt aan b en w al het mogelijke te doen Tholen bij de regio Zeeland te houden.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1983 | | pagina 12