De Bijzonderen Vrijwilligen
Landstorm te Oud-Vossemeer
het gezelschap
van
flipland
Natuurvereniging Tholen
F underend
onderwijs?
12
EENDRACHTBODE
Donderdag 27 januari 1983
Bij het 75-jarig bestaan van de Oud Gereformeerde
Gemeente in Sint- Philipsland is in het kort op de
Fliplandse kerkgeschiedenis ingegaan. Dhr. J.M.
Vermeulen heeft zich grondig verdiept in 'het gezelschap
van Flipland', dat als voorloper van de huidige Oud
Gereformeerde Gemeente kan worden gezien. In een
aantal artikelen zal hij de achtergronden belichten.
Miranda Noorthoek, zesde klasservan de Koningin
Julianaschool, vermeldde onlangs in grote lijnen de
Fliplandse kerkgeschiedenis. Het in 1496 ingedijkte
dorpje Philipskercke had een rooms kerkje, toegewijd aan
de apostel Philippus. Na de grote vloed van 1 532
kwamen er in 1645 weer mensen, die ook de Reformatie
meebrachten. De eerste predikant was ds. D. Ketelaar in
1657. De diensten werden in een huis gehouden, want
de Nederlands Hervormde Kerk werd in 1 668 in gebruik
genomen. Tot nu toe hebben 38 predikanten de N.H.
Kerk gediend. Ds. van Hattem is in 1 672 bekend
geworden in de vaderlandse kerkgeschiedenis. Hij leerde
dat God niet toomt over de zonde, maar alleen
schenkende liefde is. Op 29 mei 1683 werd hij als
predikant afgezet. Zijn volgelingen werden Hattemisten
genoemd.
In 1834 kwam de Afscheiding, maar volgens de
kerkeraadsnotulen van de N.H. Kerk bestond er toen al
'een gezelschap' waar een preek werd gelezen. Veel
invloed bij dit gezelschap kreeg Pieter van Dijke, een
boerenzoon van Bouwlust, die in 1851 werd bevestigd
tot herder en leraar. In 1871 werd de Oud Gereformeerde
Kerk in de Achterstraat in gebruik genomen.
De Gereformeerde Gemeente is ontstaan op 2 mei 1939.
Café de Kroon in de Voorstraat werd tot kerk verbouwd.
Een heel bekende ouderling was Joh. van Hekken,
landbouwer op de Stelhoeve, aldus de gegevens van
Miranda Noorthoek.
Naam
Oorspronkelijk
Oefenaars
deel 1
door J.M. Vermeulen
Sint-Philipsland
Vanwaar
Reaktie
I
Het insigne van de Bij zonderen Vrijwilligen Landstorm. De gekruiste
geweren mogen tevens herinneren aan het feit, dat met name de comman
danten van de afdelingen het niet erg nauw namen met het op Duits bevel
in te leveren geweren. Dat maakte het de ondergrondse enkele jaren later
mogelijk over wat vuurwapens te beschikken, zij het bepaald niet van het
modernste soort.
t
Landstorm is een begrip dat in de
grondwet van 1814 is opgeno
men. Deze werd uit de plaatselijke
schutterijen geformeerd in geval
van oorlog en rellen om het
vaderland te verdedigen. Zo heeft
de landstorm de Noordelijke Ne
derlanden in 1830 beschermd
tegen het opstandige België.
Kort voor de Eerste Wereldoorlog
werd in 1913 opnieuw een land
storm als een soort extra reserve
opgericht. Deze bestond uit per
sonen die niet voor de militie (le
ger) of de landweer (voormalige)
schutterijen) werden opgeroepen
en vormde als zodanig een on
derdeel van het leger.
Na vier jaar oorlog werd op 11
november 1918 de wapenstil
stand gesloten tussen de Geal
lieerden en de Duitsers. Als ge
volg van de oorlogstoestand bra
ken er in Duitland ongeregeldhe
den uit onder leiding van de com
munisten en socialisten. De revo
lutie in Rusland brak reeds in
1917 uit. De Csaar werd met zijn
gezin vermoord. De Duitse keizer
vluchtte op 10 november 1918
over de Nederlandse grens. Ook
in Nederland ontstond onrust. De
leider van de Sociaal Democrati
sche Arbeiders Partij (S.D.A.P.)
Troelstra meende dat ook in Ne
derland de tijd was gekomen om
de proletarische revolutie aan te
kondigen (11 november 1918).
Met terzijde stelling van de be
staande bestuurscolleges zou het
bestuur aan arbeiders- en solda-
tenraden worden opgedragen. Hij
rekende hierbij op de meerder
heid van politie en leger.
De regering dacht echter niet aan
wijken en overal ontstonden uit
gedemobiliseerde dienstplichti
gen, naast de vrijwilligen land
storm als onderdeel, burger
wachten (1 3 november 1918).
Kort hierna demonstreerde een
grote menigte óp het Malieveld te
Den Haag haar trouw aan het Ko
ningshuis. Troelstra ziet in dat hij
zich in de machtsverhoudingen
heeft vergist en last de revolutie
af.
Bovengenoemde vrijwillige bur
gerwachten vormden later dé Bij
zonderen Vrijwilligen Landstorm.
De plaatselijke afdelingen konden
door de burgemeester als hoofd
van de plaatselijke politie worden
ingezet bij revolutionaire bewe
gingen om het wettig gezag te
beschermen en de orde te hand
haven. Het zal duidelijk zijn dat de
B.V.L. vooral leefde in protestant
se en katholieke kringen en ge
richt was tegen linkse bewegin
gen.
Deze B.V.L. moet niet verward
worden met de Vrijwillige Land
storm, een afdeling van het Ne
derlandse leger dat bestond uit:
1vrijwilligers korpsen voor bij
zondere diensten (motordienst
opgericht in 1914, spoorweg
dienst, vaartuigendienst, lucht
wachtdienst opgericht in 1917)
2. het vooroefeninstituut
1918-1935, dat toekomstige
dienstplichtige militairen in de
gelegenheid stelde zich te oefe
nen ter verkrijging van het bewijs
van geoefendheid, hetgeen ge
deeltelijk vrijstelling van dienstp
licht gaf (4 maanden). Het perso
neel van de vrijwillige landstorm
was jonger, dat van de B.V.L.
ouder dan 30 jaar.
De Bijzonderen Vrijwilligen Land
storm te Oud-Vossemeer ontstond
in augustus 1 91 9 na een rede van
luitenant-kolonel A.Klont, com
mandant van de Vrijwilligen
Landstorm in Zeeland, te Oud-
Vossemeer. Hij spoorde oudge
dienden aan zich te melden.
Sergeant Jac. van der Klooster,
korporaal W.J. Gunter en 28 an
deren vormden hierna de B.V.L
te Oud-Vossemeer. Van der
Klooster werd de plaatselijk
leider. Hij bleef dit tot de liquida
tie in 1 940. Van de eerste jaren is
in het gemeentearchief van Oud-
Vossemeer weinig te vinden. Ver
moedelijk heeft men in 1 922 voor
het eerst een schietwedstrijd
georganiseerd. Er was echter nog
geen schietbaan. Wel werd geza-
menlijk met de scherpschutters
vereniging Koningin Emma toe
stemming gevraagd voor de aan
leg van een baan in de Vogelen
zangpolder. Laatstgenoemde ve
reniging zal kort hierna zijn opge
heven. De schietbaan is er toen
niet gekomen. Voor oefeningen
maakte de B.V.L. de eerste jaren
gebruik van de schietbanen te
Tholen en St. Annaland.
De overige bijeenkomsten vonden
plaats in de openbare lagere
school. De afdeling te Oud-Vos
semeer droeg geen uniform Eerst
in 1 929 werd de schietbaan op de
binnenberm van de dijk van de
Vogelenzangpolder ten zuiden
van het veer naar Nieuw-Vosse-
meer aangelegd met een rente
loos voorschot van de gemeente
en de hulp van de 80 man sterke
afdeling van de B.V.L.. Ook het
vooropleidingsinstituut van de
Vrijwilligen Landstorm maakte
van de schietbaan gebruik.
De schietwedstrijden van 9 en 1 1
juli 1931 zijn waarschijnlijk het
hoogtepunt van de B.V.L. te
Oud-Vossemeer. Hieraan namen
ook de afdelingen St.Annaland,
Poortvliet, Scherpenisse,
St.Maartensdijk, Stavenisse en
Publiek bij een schietwedstrijd te Oud- Vossemeer in de Vogelenzangpolder. Geheel rechts ziet men op de dijk de
kogelvanger
Bronnen: Gemeentearchief
Oud- Vossemeer, ingekomen
stukken. Staatsbladen. Iersek-
sche en Thoolsche Courant
1919 en 1931.
St.Philipsland deel. Ook Tholen
had een afdeling van de B.V.L.
De afdeling te St.Annaland werd
winnaar.
De schietbaan werd in 1 934 en
1938 hersteld In laatstgenoemd
jaar werd de houten kogelvanger
op de dijk aan de Eendracht ver
nieuwd. Op initiatief van Jac. van
der Klooster werd in april 1937
een bazar georganiseerd in de la
gere school om een vaandel aan
te schaffen. Deze slaagde en in
juni kon men zich op de landdag
te Goes achter het nieuwe vaan
del scharen.
Dat jaar werd ook de plaatselijke
commissie van de B.V.L. uitge
breid, die voordien steeds had
bestaan uit de burgemeester en
de gemeentesecretaris. Deze
commissie werd uitgebreid met
H.J. de Rijke, L. Ampt, M C.
Deurloo en A.Beye.
Eind 1 938 telde de afdeling 69
vrijwilligers. Oud-Vossemeer had
hiermee een der sterkste afdelin
gen in Zeeland. In het totaal wa
ren er in Zeeland 103 afdelingen
met ca. 3000 leden (1 934).
Met de mobilisatie in 1939 wer
den verschillende leden van de
B.V.L. door het leger opgeroepen.
Het Nederlandse leger capituleer
de in de meidagen van 1 940 en
moest, evenals de B.V.L. de wa
pens inleveren. Eind juli kwam er
van de bezetters bericht dat alle
werkzaamheden van de B.V.L.
moesten worden beëindigd en dat
men tot liquidatie moest over
gaan.
J.P.B. Zuurdeeg
januari 1 983
Sint-Philipsland was, zoals de
Eendrachtbode van 9 december
1 982 terecht vermeldde, omstreeks
1830, een dorp met "een
gezelschap". Naar aanleiding
daarvan zou ik nog enkele
herinneringen aan de bijeenkomsten
van dat gezelschap naar voren willen
brengen. Veel aandacht werd er tot
op heden, voor zover mij bekend, niet
aan besteed. Steeds wordt er melding
gemaakt van een gezelschap, maar
verder dan een paar zinnen kom je
niet. Toch is dat eigenlijk vreemd. Het
was een ingrijpende zaak, dat
gezelschap. Aan de andere kant is die
onbekendheid begrijpelijk. De
geschiedenis van de
gezelschapsmensen werd nu eenmaal
niet van minuut tot minuut
vastgelegd. Zelfs niet van jaar tot jaar.
Een paar keer maar kwamen ze naar
buiten. Maar zelfs dan was er nog
geen sprake van opzet. Van zichzelf
vertelden ze eigenlijk niet zoveel.
Anderen deden dat wat meer. Maar
hoe deden die dat. Naar hun eigen
ideeën die ze er over hadden, Het zijn
dus maar enkele momentopnamen
van Fliplanders van toen.
Gezelschapsmensen, gehuld in
nevels, dampen en misten.
We noemden de samenkomsten
'gezelschap'. Die naam is correct en
wellicht het meest gebruikelijk. Wat
variaties hier op zijn 'Godsdienstig
oefeningengezelschap' of wat korter
'oefeningengezelschap'. Ook de wat
minder vriendelijke naam
'conventikel' wordt wel gebruikt. We
lazen een keer een naam die wat dit
betreft ook wel duidelijk moet zijn,
namelijk 'huispredikatie'. De
benaming kan ook nog langer:
Wekelijksche Godsdienstoefenings
Samenkomst'. Dit is nu niet de term
waarmee het Fliplandse gezelschap
iedere dag werd aangesproken. We
kwamen hem maar één keer tegen.
Het is uiteraard niet de bedoeling dat
uitvoerig wordt ingegaan op
verschillende variaties en
mogelijkheden. We willen het bij
Sint-Philipsland houden. Toch
kunnen we er eigenlijk niet onderuit
om even naar twee soorten
gezelschappen te kijken. Vooraf
willen we vaststellen dat deze vormen
in Flipland niet bestonden. Ook nu
moet er weer aan worden
toegevoegd: voor zover we konden
nagaan. Maar even gemakkelijk
waren ze er wél geweest. Eerst de
meest oorspronkelijke in de goede zin
van het woord. Er is een tijd geweest,
mede als gevolg van de zogenaamde
Nadere Reformatie, dat er sprake was
van dit betere soort gezelschappen. In
aansluiting op de openbare eredienst
werd de preek van de dominee
besproken. Men zat gezellig rond de
tafel en het kon dan ook nog wel
gebeuren dat er een preek werd
gelezen van een 'oude schrijver'. De
verhouding tot de predikanten was
veelal uitstekend. De mensen van de
gezelschappen onttrokken zich niet
aan hun leraar en de vrede tussen
kerk en gezelschap bleef bewaard.
Eerst stonden deze bijeenkomsten op
een hoog peil. Een eeuw later reeds
waren deze gezelschappen dusdanig
ontaard in 'partijschappen' dat er
druk tegen gewaarschuwd ging
worden. Het snoeimes der kerk bleek
dus nodig om de conventikelplant
voor uitwassen te behoeden.
De tweede vorm van
gezelschaphouden had meer het
karakter van openbare prediking. Het
was er eigenlijk, toen de tijd terug
liep, een vervanger van geworden.
Dikwijls was er een 'oefenaar' die
voorging. Een lid van het gezelschap
van wie ze dachten dat hij het wel
kon. De samenkomst bestond uit een
inleidend gesprek en het behandelen
en toepassen van een gedeelte uit de
Bijbel. Het behoeft nauwelijks betoog
dat behalve positieve ook
schaduwzijden aan deze
bijeenkomsten verbonden waren. Het
was zelfs heel eenvoudig om het
gezelschap uit te spelen tegen de
kerk. Ook in deze gezelschappen ging
het op de duur niet goed. Tenslotte
kreeg je ook nog rondreizende
oefenaars die zo hier en daar hun
diensten aanboden. Ongetwijfeld
kwam het voor dat er leer die men
door de voordeur meende buiten te
houden, door de achterdeur
gemakkelijk in kwam. Dat de meest
eenvoudige oefenaars trouw bleven
aan de oude Gereformeerde leer kon
namelijk niet altijd gezegd worden.
Bij het gezelschap van
Sint-Philipsland lagen de zaken
duidelijk anders. We zullen er, om
gemakkelijker een vergelijking te
kunnen maken met de
bovengenoemde, eerst een paar
dingen van zeggen. Misschien mogen
we het wat vrij zien als een
combi natie van beide. Enkele
eigenschappen die we vonden: er
werd niet gepreekt of geoefend maar
gelezen (iets van mogelijkheid 1) en
het was de vervanger van de
openbare eredienst (mogelijkheid 2).
Toch was het niet helemaal de
'leeskerk' zoals we die in het
algemeen nog wel kennen. Het was
en bleef een gezelschap met alle
eigenschappen die daar aan
verbonden waren. Nog drie
kenmerken: de Fliplanders hadden
onderlinge samenspraken, er werd
om beurten geëindigd en er was een
man die als voorganger dienst deed
Deze laatste was, in tegenstelling tot
een oefenaar, niet iemand die het
gezelschap wat de leer betreft, veel
kon beïnvloeden. Naar alle
waarschijnlijkheid regelde hij wat. Hij
zal ook degene geweest zijn die de
preken las van leraars zoals ds.
Smytegelt, ds. Groenewegen, ds.
Hellenbroek en vele anderen. Kortom
tot en met ds. Van der Groe waarmee
de beweging van de Nadere
Reformatie was uitgebloeid.
De oorzaak van deze 'oefen' en
'leesgezelschappen'. Het is niet
eenvoudig er iets van te zeggen. De
gezelschappen hadden onderling
weinig of geen band. Elke had zijn
eigen eigen verleden. Daarom
zochten we iets op hoger niveau. Een
betrouwbaar, landelijk en de
gezelschappen overkoepelend citaat
van zeker niet de eerste de beste. Een
zeer hoog geplaatst persoon zond het
in 1 833 aan de Koning. Voorlopig
maar enkele zinnen die duidelijk
zeggen waarom er in Nederland in die
tijd tientallen gezelschappen waren
opgericht. De inwoners...
leven op de meeste plaatsen in onmin
en in kleine oorlog met hunne leraars,
naardien zij zich met de dwaalleer die
men hun opdringen wil, niet
vereenigen kunnen, en blijven alzoo
veelal terug uit de openbare
godsdienstoefeningen. Zich dus van
een gezette godsdienstige opleiding
verstoken ziende, is het bij deze
godsdienstige menschen eene
behoefte geworden zich onderling te
vereenigen..'
Een donkere kring met alleen het wit
van de boerenmutsen. Flipland zat in
gezelschap. Het is 1 50 jaar geleden.
Een half verlichte kamer. Een stuk
kaars bij het indrukwekkende boek
van de voorlezer. Allen aandachtig bij
de altijd maar doorgaande stem. De
praktijk was, dat deze gezelschappen
opvangcentra voor de rechtzinnigheid
geworden waren. Er was dus volgens
hetgeen de Koning te lezen kreeg een
onlosmakelijke band tussen de
'diepte' van de dorpspredikant en de
'breedte' van het gezelschap. Er
waren nog geen 'afgescheiden'
gemeenten en de leden hoorden
gewoon bij de kerk. Toch is het eigen,
lijk niet zo vreemd dat het wel
gebeuren kon dat een plaatselijke
kerkeraad vroeg om actie tegen de
nevensamenkomsten. Dat was geen
eenvoudige zaak. We noemen alleen
maar artikel 1 93 van de grondwet.
Daar lezen we: Geene openbare
oefening van Godsdienst kan worden
belemmerd, dan in gevalle dezelve de
openbare orde of veiligheid zoude
verstoren'. Nu was het ten tweede
altijd zo, dat gezelschapsmensen zich
niet anders gedroegen dan
kerkmensen. De oproerpolitie van
toen hoefde geen charges uit te
voeren. Met rookbommen werd niet
gegooid. Het huis was niet gekraakt
en de energie-rekening betaald. Het
zwarte boek was van iemand
gekregen. Het viel dus voor kerk en
overheid niet mee om de
gezelschapsmensen te pakken. Men
vond het volgende. Er bestond nog
steeds.een oud wetsartikel uit de tijd
van Napoleon. Nederland was toen
een Franse provincie. Ook na de
bevrijding was dat artikel van kracht
gebleven. De wet maakte mogelijk
dat staatsgevaarlijke bijeenkomsten
van meer dan 20 personen, die onder
het mom van godsdienst werden
gehouden, konden worden
tegengegaan. Dat werd gebruikt. De
hoge regering zou aan de hand
hiervan speciale toestemming moeten
geven om te mogen preeklezen. Maar
die vergunning was door
Sint-Philipsland niet gevraagd, nog
minder gekregen.
(wordt vervolgd)
Kleuters van De Sint Anna- huwelijk was getreden met Jan juf wilde trouwen. Een goo-
landse De Casembrootschool
stonden vrijdagmiddag met
versierde bogen bij De Wimpel
in Sint Philipsland, nadat hun
juf Carin op den Brouw in het
van der Kleijn uit Sint Philip-
slanö, meet- en regeltechnicus
bij de Esso. Eén van Carin's
kleuters wilde eerst niet naar
het feest, omdat hij zelf met de
chelaar zorgde na de limonade
met gebak voor veel plezier.
Het echtpaar Van der Kleijn
woont in Sint Annaland.
Rubberlaarzen en een verrekijker,
zie daar de noodzakelijke attribu
ten voor de leden van de jongste
vereniging van het eiland Tholen.
"Natuurvereniging Tholen", ge
boren uit de cursussen "Natuur op
Tholen",die in 1982 in Meulvliet
gehouden werden. Het initiatief
tot het houden van die cursussen
kwam van M. Wiersma uit Goes,
provinciaal Consulent Natuur en
Milieu Educatie Zeeland. De ge
meente Tholen reageerde positief
op het voorstel van dhr. Wiersma
tot organisatie yan een dergelijke
cursus, en verzocht toen enkele
mensen om deze cursus op te
starten. In de werkgroep zaten o.a.
de dames Boissevain en Heij-
broek, en de heren Loenhout en
Wiersma. Namens de gemeente
was Mevr. Ine Wilbrink vertegen
woordigd. Zij verzorgde publica
tie en inschrijvingen. Deze in
schrijvingen liepen als "een
trein". Op de eerste advertentie
reageerden meer dan 60 personen,
zodat meteen 2 cursussen konden
worden gepland. De cursus be
stond uit lessen over: ecologie -
Oosterschelde - vogels - buiten
dijkse flora - binnendijkse flora de
invloed van de mens op natuur en
landschap en milieu en natuur- en
milieubescherming in Nederland.
Inmiddels hadden zich diverse
mensen, waaronder enkele biolo
gen, aan de Werkgroep toege
voegd zoals L.Sauter, H. Vene
kamp, W. Heijbroek, F. Boelé, G.
Westerweel, P.v.d. Raast en dhr.
Kooijman, landbouwer, jager en
lid van het Waterschap Tholen. In
augustus '82 startte de tweede
cursus. Evenals de vorige cursisten
maakte ook deze groep een ex
cursie naar Rammegors en naar
de Oosterschelde bij Strijenham.
Vooral vanuit deze 2e groep
kwam het idee naar voren dat er
zeker adspirant-leden ondeaten
voor een Natuurvereniging. Dat
bleek ook wel evaluatie, toen uit
drukkelijk werd geïnformeerd om
toch vooral de natuur op het ei
land zelf, zoals vogels, planten,
insecten en vissen e.d. nog eens ter
sprake te brengen.
In november '82 ontvingen alle
deelnemers van de 2 cursussen,
plus diegenen die zich reeds voor
de derde cursus (aanvang maart
'83) inschreven, een enquete-for-
mulier van Louis Sauter. Hiermee
werd gepolst of het werkelijk de
moeite waard was om tot oprich
ting van 'een dergelijke natuur
vereniging te komen. De betref
fende vergadering werd op 8 de
cember 1982 gehouden, waarbij
tevens een boeiende rolprent over
het verdronken land van Saef-
tinghe werd vertoond.
Op deze geanimeerde bijeen
komst werden meteen spijkers
met koppen geslagen. De "Na
tuurvereniging Tholen" was ver
wekt. Een werkgroep werd ge
vormd om oprichting en leden
vergadering voor te bereiden.
Hierin zaten 9 personen die voor
stellen, statuten, doelstellingen op
papier zetten, contributie voor
stelden en taken verdeelden. Dit
alles kreeg op donderdag 20 ja
nuari bij van Zanten zijn beslag.
Daar kon dhr. Sauter bijna 25 na
tuurliefhebbers welkom heten, en
werd om te beginnen een defini
tief bestuur gekozen. Dat zal be
staan uit Mevr. Heijbroek, Ten
Ankerweg 41, Tholen, secretaris.
Mevr. M. Polderman, Hollaere-
weg 9, Oud-Vossemeer, penning-
meesteresse. Leden: J. Mees,
Burg. Versluijsstraat 12, Oud-
Vossemeer. Mevr. W. Steendijk,
Anjerstraat 19, St.Maartensdijk.
P. Stols, Hoogstraat 36, Tholen.
Reglementair werd door de leden
van de vereniging de voorzitter
gekozen en dat werd Louis Sauter,
Oudelandsestraat 39, Tholen,
voor de periode van een jaar.
Sauter is leraar biologie aan de
Rijksscholengemeenschap te
Bergen op Zoom.
De statuten liggen voor alle leden
ter inzage bij het secretariaat, ter
wijl men zich naar buiten toe wil
presenteren met de volgende
doelstellingen: informatie uitdra
gen over de natuur, in welke vorm
dan ook. Bijvoorbeeld: cursussen,
excursies, tentoonstellingen e.d..
Verder aktief bezig zijn met het
milieu-beheer, zoals wilgen knot
ten, beschermen van natuurge
bieden. Men ziet het dus, een am
bitieuze vereniging waarvan vele
aktiviteiten afhangen van de in
spraak van de leden zelf. Er zijn
thans 35 personen ingeschreven,
die een bedrag van 15 gulden per
jaar als contributie betalen. Ge
zinslidmaatschap is ook mogelijk,
dat kost 25 gulden per jaar. De
eerste excursie is reeds afgespro
ken. Dat gaat zaterdag 29 januari
gebeuren naar het vogelgebied De
Pluimpot. Half 2 start men vanaf
De Zeester, vandaar rubberlaar
zen en verrekijker meebrengen.
De rondvraag bracht naar voren
dat dhr. Venekamp graag zijn bij
zonder interessante serie foto's
over de kiekendief zal exposeren,
en tevens vertelde dhr. Venekamp
dat hij Piet Steltman van NCRV's
"Ja, Natuurlijk" geïnspireerd had
het schitterende gebied Ramme
gors eens op zijn agenda te ne
men. Wellicht zou er met dhr.
Steltman ook contact gezocht
kunnen worden voor een spreek
beurt of iets van dien aard.
Deze eerste vergadering werd be
sloten met een film van dhr. v.d.
Houten die de titel droeg: "De
natuur het hele jaar door". In
maart gaat dus de derde cursus
Natuur op Tholen van start, nu
nog onder verantwoording van de
Werkgroep Natuur op Tholen.
Maar wellicht kan in de toekomst
de Natuurvereniging Tholen, hier
haar steenlje aan bijdragen.
Geïnteresseerden, van alle kernen
van het eiland Tholen, kunnen
zich voor inlichtingen wenden tot
de voorzitter L. Sauter.
De PvdA fractie van de Thoolse
gemeenteraad stelde maandag
een schriftelijke vraag met be
trekking tot het funderend onder
wijs. Hoe staat het met de kansen
op een afbouwjaar, informeerden
de vraagstellers. Ook of er al iets
bekend was omtrent een even
tueel experiment voortgezet ba
sis-onderwijs. De fractie acht het
van groot belang, dat dit doorgang
kan vindeü, ook in het belang van
de werkgelegenheid en voor het
behoud van goede onderwijs
voorzieningen.
Zorgen waren er bij deze fractie
ook nu de Minister van Welzijn
Volksgezondheid en Cultuur
(WVC) Tholen en Sint Philips
land wil schöappen van het werk
gebied Zeeuws Instituut Geeste
lijke Volksgezondheid en onder
brengen bij dat van W. Brabant.
De PvdA fractie informeerde
(schriftelijk) of er tevoren overleg
is geweest met b en w van Tholen
over deze verschuiving en zo ja,
hoe het advies luidde. Zo niet, hoe
denkt het college daarover. Een
tweede vraag was of er klachten
waren over genoemd Zeeuws In
stituut en of het college ook niet
vindt de gehele Provincie Zeeland
als één Regio te beschouwen. Ge
vraagd wordt aan b en w al het
mogelijke te doen Tholen bij de
regio Zeeland te houden.