Van L.H.N.O.naarde Timpa Q Raden maan Welk volksliedje hoort U? Planning volkshuisvesting nog niet optimaal Boekennieuws Het Rode Kruis "Luister-spel" 020-214444 VERDWENEN DIALECTWOORDEN Donderdag 21 januari 1982 EENDRACHTBODE 13 Magische getallen St. Maartensdijk Bejaardentehuis met 50-75 plaatsen het meest voordelig Warmte-isolatie Geen haute couture De beste keus Jacht- en siervogels Het leven van Vincent van Gogh Het liefje van de Franse luitenant Met een voorwoord van Wim Kan Minister achter tralies Pure klasse. Niet bij spot alleen. Ir. M. A. Geuze Klimmen TAALPRAATJE Frequen ta tie ven Enkelvoud of meervoud Tweede Kamer BORREL Oud-leerlingen van de Oesterschelpaan het woord. Wilma van Iwaarden-de Kok (21) "de klassesfeer heb ik een beetje gemist toen ik ging werken." Gegeven22,10,4,8,2,14,20,12,16, !4,18,24. Bovenstaande getallen dienen zodanig in het vierkant te worden ingevuld.dat bij optelling zowel van boven naar beneden als van links naar rechts, altijd het getal 48 ontstaat. De planning van de volkshuisvesting is nog lang niet optimaal, zo wordt geconstateerd in het verslag 1979/1980 van de Directie van de Volkshuisvesting in de provincie Zeeland. Er is een groot verschil tussen de aanvragen van de gemeenten voor nieuw te bouwen woningen en het uiteindelijk advies dat wordt uitgebracht door de Advies commissie Verdeling Rijkssteun Woningboug (AVRW). De praktijk heeft geleerd dat deze adviezen dicht in de buurt blijven van de uiteindelijke resultaten en dat de aanvragen van de gemeenten vaak erg hoog uitvallen. In dit jaarverslag wordt aangegeven voor hoeveel woningen sinds 1968 de bouw werd gegund. Daaruit blijkt dat 1977 een topjaar was, toen de bouw van bijna 5000 woningen werd gegund. Twee jaar later volgde een absoluut dieptepunt toen geen 2000 woningen werden gegund. Het aantal van 2500 vergunningen in 1980 blijft ook nog on der het gemiddelde peil van de afgelo pen jaren. Bij de voorbereiding van de bouwplannen wordt veel intensiever dan voorheen overleg gevoerd met de gemeenten. Dat heeft er onder meer toe geleid dat de aanvragen voor nieuw bouw sneller konden worden afgedaan, zo blijkt uit het jaarverslag. Daarin staat ook de stand van zaken van de bouwve rordeningen in de afzonderlijke ge meenten en er zijn cijfers over de kwali teit van de Zeeuwse woningen. Op 1 ja nuari 1980 telde Zeeland 10.138 slechte eigen woningen en 3040 slechte huur woningen, samen 10,5% van de totale woningvoorraad. In de provincie waren toen 8222 tweede woningen geregis treerd. In het jaarverslag wordt ook de ontwik keling in de afgelopen tien jaar van de stads- en dorpsvernieuwing weergege ven. Met reconstructie- en sanerings plannen in diverse woonkernen was in 1979 en in 1980 een bedrag gemoeid van telkens rond 4,5 miljoen gulden. Om vangrijke stadsvernieuwingsplannen kwamen tot uitvoering in Goes, Axel. Middelburg, Sint-Maartensdijk, Vlis- singen en Zierikzee. In deze twee jaren Bij Zeeuwse bejaardentehuizen van 50-75 plaatsen zijn de exploitatiekosten per verzorgingsdag het laagst. Dat con cludeert het Economisch Technologisch Instituut voor Zeeland(ETI) na een analyse van statistische gegevens uit verschillende bronnen. De categorie 75-100 plaatsen is ook aanvaardbaar, evenals de tehuizen met 40-50 bedden. De laagste personeelskosten per verzor gingsplaats kwamen voor in de categorie 5CL75 plaatsen, gevolgd door die van 75-100. Wat de niet-huisvestingskosten betreft, zitten alle categorieën tussen de 40 en 200 plaatsen beneden het gemid delde. Overigens worden de exploitatie kosten natuurlijk ook beinvloed door andere factoren dan de capaciteit van de bejaardenoorden. werden 26 plannen goedgekeurd voor de verbetering van de woonomgeving. Er werd vergunning gegeven voor de renovatie van 381 vooroorlogse en 492 na-oorlogse woningen. Ook werden goedkeuringen verleend voor de verbe tering van 1500 particuliere woningen, waaronder 90 monumenten. Van bijna 900 woningen bedroegen de verbete- ringskosten meer dan 10.000,— per woning. Het jaarverslag signaleert dat in vrijwel alle Zeeuwse gemeenten de bouw van bejaarden- woningen gestimuleerd moet worden. Daarbij bestaat een voorkeur voor bouwplaatsen in het centrum van stad of dorp, binnen loopafstand van allerlei voorzieningen en het openbaar vervoer. Het aantal bejaarden dat een aangepaste woning kan bewonen is voor Zeeland gemiddeld 18,7%. Slechts in zeven gemeenten ligt het percentage hoger dan 25; als wenselijk wordt een percentage van 40 aangehouden. In de twee verslagjaren werden 272 goedkeuringen verleend voor de wonin gaanpassingen te behoeve van lichame lijk gehandicapten. Deze subsidierege ling is erop gericht om de zelfstandig heid van de minder valide bewoner te vergroten of in ieder geval te handha ven. Uit het oogpunt van maatschappe lijke integratie is belangrijk dat een ge handicapte op deze manier in een ge wone buurt kan (blijve wonen. Soortgelijke overwegingen spelen mee bij de huisvesting van alleenstaanden en tweepersoons huishoudens. In 1979 en 1980 zijn voor deze groepen woning zoekenden 235 kleine woningen ge bouwd als onderdeel van grotere com plexen. In 1980 kwamen 75 speciale wooneenheden gereed. De belangstelling voor de warmte-iso latie is in 1979 en in 1980 sterk gestegen. In 1979 werd ruim 6 miljoen gulden subsidie toegekend voor warmte-isole- rende voorzieningen aan 9704 wonin gen; de totale isolatiekosten bedroegen ruim 21 miljoen. In 1981 werd aan 11.829 bestaande woningen isolatie aangebracht voor ruim 25 miljoen gul den; er werd 7.3 miljoen gulden aan subsidie uitgekeerd. In het jaarverslag 1979 werd via de Di rectie Zeeland in totaal 26.5 miljoen gulden aan subsidie toegekend, waarvan 9.6 miljoen voor stadsvernieuwing. In 1980 werd 27.3 miljoen gulden subsidie toegekend, waarvan 10.3 miljoen voor stadsvernieuwing. Daarnaast is bij benadering aangegeven wat de totale stichtingskosten waren van de gesubsidieerde woningen en wat de totale renovatiekosten waren. In 1979 werd in Zeeland een investering moge lijk gemaakt van naar schatting 143.8 miljoen gulden. In 1980 was dat naar raning in totaal 214.6 miljoen gulden. Toen ik in de 6e klas zat bij meneer Fondse werd ik getest. De uitslag was L.H.N.O. dat kwam goed uit. De Oes terschelp daar ging ik graag naar toe, vanwege de praktijkvakken. Het beviel me uitstekend, een kleine klas en een leuke klasselerares. De klas- sesfeer heb ik een beetje gemist toen ik ging werken. Werk is harder en minder tijd voor gezelligheid. Er was op school tijd voor toneelspelen, dat deed ik graag, St. Nikolaas, kerst vieringen en sportdagen. Dergelijke ge beurtenissen vrolijken het leven van een scholier op. Ook herinner ik mij de bezoeken aan "de Waal", Ten Anker, beroepenmani- festatie in Utrecht en het politiebureau in Bergen op Zoom. Door deze excursies werd je alvast aan het denken gezet i.v.m. een bepaalde beroepskeuze. Op school heb ik allerlei zaken geleerd, maar wat heb ik er aan gehad. Je hebt er iets aan als je door gaat leren. Voor mijn werk in het atelier van de Timpa is het niet zo belangrijk geweest. Voor m'n werk niet maar voor m'n privé leven wel, naaldvakken en kooklessen hebben ervoor gezorgd dat ik mezelf nu goed kan redden. Geen haute couture maar een kledingstuk naaien dat heb ik wel geleerd. Mijn man krijgt niet elke dag een ge recht volgens de fijne keuken, maar een goed menu samenstellen dat heb ik wel geleerd. Als je veel van kinderen houdt dan spreken vakken als kinderverzorging, ziekenverzorging en gezondheidszorg je aan. In de klas en in de pauze werd veel over die vakken gepraat.Ik vond het de fijnste vakken, want het liefst was ik kinderverzorgster geworden. Mijn ni- veau's op het diploma waren daar echter niet goed genoeg voor. Toen ik examen gedaan had wilde ik eigenlijk niet meer doorleren, ik ben een doe-mens. Van ziekenverzorging herinner ik me dat we een zieke(klasgenoot), liggend in een bed moesten verschonen, in zulke situatie's werd er heel wat afgelachen. De klasgenoot was gezond in bed ges tapt maar kwam er ziek uit. Na het L.H.N.O. ben ik bij de Timpa êaan werken, ik werk daar nu 5 jaar met volle tevredenheid. Eerst 2 jaar op het atelier achter de naaimachine, toen een tijd op de snijzaal om patronen te tekenen. Daarna weer terug naar het atelier waar ik weer aan een naaimachine werk en de cheffin as sisteer en vervang. Tegenwoordig kun je ook een opleiding volgen die bij dit werk past, de opleiding voor modinette aan de streekschool. Zelf heb ik na het L.H.N.O. nog een cursus gevolgd, een basiscursus was dat i'v.m. gymlessen die ik gaf aan kleuters. Verder leren hoeft voor mij niet meer. Het L.H.N.O. was voor mij de beste keus vanwege de praktijkvakken. Ik ging graag naar school, met alleen theorie zou mijn schooltijd niet zo leuk zijn als Er zijn van allerlei natuurachtige libel- le-achtige uitgaven, die dan waarschijn lijk in massa papiervreters zijn en onder het mom van niet duur hun hobbyweg vinden. Maar juist degene die een enke le hobby beoefend, heeft er wat voor over om als hij of zij dan toch moet of feren, er iets goeds voor bezit. Dan maar liever niet in grote verscheidenheid, maar gericht goed. Die dat wenst en wil zal mogelijk willen onthouden, dat er ook KëM natuurboeken zijn. Een doch teronderneming van de veel meer be kende uitgeverij Hollandia te Baarn. Uitgaven met de grootste zorg omgeven. In dit opzicht mag men evengoed uitge verij Zuidhoek onthouden, want het gaat ons niet direct om bepaalde recla me voor een bepaalde uitgever te prop ageren. Veel meer om de hobbyist iets goeds aan te prijzen. Dan immers mag het ook een aanprijzen zijn. Dat geldt ongetwijfeld voor het nieuwste in ja nuari van dit jaar verschenen Kim na- tuurboek van de auteur Van der Markt. Een boek dat bedoeld is als een leidraad voor het deskundig huisvesten, verzor gen en fokken van de in de titel ge noemde vogelsoorten. De schrijver at tendeert op de zo zeldzaam geworden lenteheraut, het korhoen, die in Neder land nog maar 176 soortgenoten heeft. Hij pleit voor een fokstation en uitzet ting in een gunstig biotoop van deze siervogel. Dit halen we er dan zo maar even uit, maar dit fraaie boekwerk, ge bonden 35,— bij de erkende boek handel biedt talrijke foto's in kleur en zwart wit om de informatie te illustre ren. Je haalt het er zo uit, dat de auteur zelf een enthousiast fokker is, zodat theorie en en praktijk in dit fraaie Kim natuurboek hand in hand gaan. Irving Stone heeft veel meer de mens dan de kunstenaar Van Gogh in dit boek belicht. Onze informatie-eeuw wil meer- weten dan alleen van zijn overigens beroemde kunst. Irving Stone heeft in Amerika met dit boek een miljoen pu bliek bereikt en Hollywood snapte er meteen op om er een commercieel suc cesvolle filmbewerking van te maken. De uitgangspunten van het daarom echte verhaal is gebaseerd op de dui zenden brieven die Vincent schreef aan zijn broer Theo. Niet eerder is het le vensverhaal van deze grote kunstenaar zo beeldend vertelt als door Stone. Zijn voornaamste bron bleef de de corres pondentie tussen de broers. Een gebon den uitgaven van Bruna - Utrecht voor 29,90 bij de erkende boekhandel. Ook een uitgave van Bruna, maar wel van heel andere makelij. De auteur John Fowles beeldt de Victorianen ten voeten uit. Hun verwrongen moraal, hun ver drongen sexuaiiteit. de grote verande ringen die zich in de tweede helft van de vorige eeuw hebben voltrokken en de hoofdrolspeler is de keurige jongeman Charles Smithson, zoals zijn verloofde Ernestine Freeman ook een keurige jongedame is. Als evenwel dit jonge stel op de promenade van een badplaats een boeiende jonge vrouw tegenkomt met on-Victoriaanse vrijheidsdrang loopt het toch heel anders uit, dan de eerste tientallen pagina's doen vermoeden. Een vooral bij uitstek vrouwenroman voor 19,90 ingenaaid of zoals dat heet paperback: Van de al bejaarde, maar nog leven slustige cabaratier van deze eeuw Wim Kan is al heel wat bekend. Misschien toch niet, dat hij de helft van zijn tijd, dat hij meebouwde aan de Burma spoorweg doorbracht met Cornel Lu- mière, die het bij Hollandia te Baarn verschenen boek schreef: "De tolk". Beiden waren krijsgevangenen, beiden bouwden aan de Burma spoorweg, bei den ook aan de brug over de River Kwai. "Praten over de oorlog betekent in Nederland praten over de strijd tegen de Duitsers", zo begint Wim Kan zijn voorwoord in dit boek. "Dat er ook nog Japanners zijn geweest met wie er 3 Vi jaar oorlog was, wordt gemakshalve meestal maar vergeten". Even verder nog een Wim Kan voorwoord-citaat: "We vochten tachtig jaar om Spanje kwijt te raken en vechten nu weer dage lijks voor een stukje Spaanse grond aan de Costa Brava". Wie kan consequent leven in deze wereld? "We zijn nu weer zoveel jaren bevriend met de Japanners, dat ik, toen ik enkele maanden geleden het manus cript van "De Tolk" doorlas, voortdu rend dacht: dat is niet echt gebeurd, dat heeft de schrijver, met wie ik meer dan de helft van mijn Burma-tijd heb door gebracht, maar verzonnen om het erger te maken....Ik begin te lezen en het was allemaal echt gebeurd". "De Tolk" het echte verhaal, toen er velen krijsgevangen waren en bouwden aan de Burma spoorweg, bouwden aan de brug over de rivier Kwai. 24,50. Koos van Zomerem koos hret Binnenhof al eerder voor de basis van een Neder landse misdaadroman. Denk maar aan "Haagse Lente". In mimister achter tra lies gaat het er om wat zijne excellentie Drion bewoog zich te verzetten tegen uitbreiding van de nato-kernmacht in Europa. In "Haagse Lente" bleven er nogal wat vragen liggen. Die worden in het nieuwe verhaal van Koos van Zo meren beantwoord. Een paperback van 19,90. Een Bruna-uitgave. Wat een variatie toch nog in boeken. Tom Wolfe schreef een verhaal, dat Hollandia te Baarn uitgaf, waarin het gaat over de eerste Amerikaanse astro nauten. Een boek, dat je in één adem zou willen uitlezen, maar dat is een onmogelijke zaak met 372 pagina's. Achter de schermen van heldendom en vaderlandsliefde, status en geld, macht en jaloezie wordt het leven van de mo derne cowboys, de ruimtevaarders be schreven. Het kan in de erkende boek handel liggen voor 32,50. Al de vijfde bundel asforismen van Kadé Bruin, die bij Hollandia te Baarn verscheen. Achtereenvolgens waren het: Dagretour - het heen en weer op wielen. Boeken signeren, daarvoor dan tekenen. Als we zo doorgaan, zitten we over 20 jaar zonder gas op de plank. Ook de familieband kent een binnen- en bui tenland en dan nu het "Niet bij spot alleen". Gewone zaken, die op de korrel worden genomen, nooit kwetsend, wel vaak humoristisch. Een voorbeeld: Om te stemmen moeten we altijd weer naar een school (stemlokaal), want we leren De vorige keer hadden wij het over de moos. Mijn grootmoeder heb ik dat woord nog horen gebruiken. Zij is al meer dan een halve eeuw "uuttentied". "Lang m'n dae's een brievezak", zei mijn vader. Dat is ook bijna zo lang geleden. Na de oorlog heb ik hem dat woord niet meer horen bezigen. Zo sterven dialect woorden uit. Het eerste omdat dat soort spoelvertrek vrijwel nergens meer in enige boerenwoning terug te vinden zal zijn; het tweede, naar ik aanneem, om dat het te ouderwets ging klinken en door het woord enveloppe vervangen. Plat klonk het overigens niet in mijn oren. Plat gingen klinken woorden als neusdoek, allang vervangen door zad- doeken niet te vergeten petoaten, thans algemeen aerpels. Trouwens terwijl het begrip keu voor varken nog als ludiek gehandhaafd bleef, hoe weinig van de beneden-vijftigers weten nog iets van keutjesaevend 1). De eigen slacht ver dween na 1945 als sneeuw voor de zon en daarmee b.v. ook de verkespetoaten, het goedkope uitschot bij het aardappel- sorteren, dat op 't fornuis in een ketel werd gaar gestoomd als voer voor het mestdier. "In een aevendje stoppe 2) is 't er ok niet mêê bie". Een ander min of meer ludiek gebruik betreft het woord keus, dat alleen maar meer schertsend wordt gebruikt en dat als rok verdwenen is. Trouwens voor bovenrok was het al eerder verdwenen, voor onderkeus(en) bleef het wat langer hangen. En een bae- le 3) keus of schorte is thans zeker onbe kend. Mijn vader ging nog naar 't uus van ago- sie (de vroegere boerenbeurzen op Tho- len zijn vrijwel verdwenen). "En vinters of wuuven mi agosie 4) zie je nie mêê, net zo min as mi'n kurf of 'n kruuwaegen of 'n bakfiets." Die zijn vervangen door de SRV-wagen of zo. En in plaats vaneen "kasjesvinC 5) komt er hoogstens nog eens een tobber langs met garen, band of elastiek. Ikzelf ging nog naar de vroagschoole, tegenwoordig gaat men naar de cate- chesatie. Vleekmussen 6) in kerk zijn al 25 jaar verleden tijd. Mijn vader droeg al geen boezeloen meer en iedereen draagt te genwoordig een 'overèmme. Wat een netje 7) in een hemd was moet aan schouwelijk in een museum uitgelegd worden. Dat 't voorjaar gearriveerd was "as den zwartendoren 8) bloeiden" en dat "mi Baemesse" 9) de herfststormen kwamen, is verdampt. Ooms en tantes worden al tientallen jaren niet meer aan gesproken als noam en moeie en ze ko men op bezoek per auto en niet meer met de klepper 10) voor 't g'rij. 11) Zij zagen nog een kepelle 12) vliegen, maar dat is dan ook een halve eeuw geleden. Mijn grootvader schudde onderweg meulenaers 13) uit de "iepeboamen an den diek" voor zijn kleinzoon en deze bewaarde ze in een jampotje met mei- doornloof als vreten en spijkergaten in 't blikken schroefdekseltje voor verse lucht. Of hij liet ze met een garen draad aan een poot vliegen en ronken. Datzelf de jongetje zocht in het hart van de rozen in d'nof\4) Spaansemeplenaers 15), die je zo lekker op het kortharige buikje kon kietelen. De meikevers komen vrijwel nooit meer voor en nog zeldzamer zullen de rozenkevers zijn en met de diertjes zijn de dialectwoorden zoek. De smif,16) het kleine kevertje met de blauwe onder- vleugelkleur, zie je nooit meer en het liedje: Smit, Smit maek je broekje wit maek je broekje blauw merge doe je ondertrouw is daarmee tevens onbekend bij de hui dige jeugd. Natuurlijk, als er geen bóöntollen 17) meer in de polder staen, wie weet dan op den duur nog wat een tolout 18) is. Als de cultivator of grubber de paerescherpe- teur 19) verdrongen heeft, als men al leen nog een peemoezel 20) als sier op een gazon ziet staan en er geen rebes- sels 21) meer in bussels 22) getrokken worden, wie weet dan nog waarover men 't heeft of waarover het gaat. En is dan een bussel out 23) nog wel bekend? Toch net zo min als de betekenis van het vroegere "dosse mitte vluiei24) of dor sen met de ros 25) en de rechtstroaier 26). Ja welke jonge boer weet nog dat te geile gerst die dreigde te zullen gaan le geren vóór het in de aar komen ge- vlêêmd 27) werd en dat het verstandig was daarbij staessen 28) te dragen om de benen niet te nat te krijgen "op een natten ochtend" en ze tevens te beveili gen tegen een misslag. Wie van de jonge mensen heeft nog weet van een lastleg- ger 29), van schuurslaepers 30), van de makkedamwegen 31). Wie heeft er nog een wuppe 32) gebruikt bij het wagen smeren, wie een êêkerin een regenbak? En zo gaat het met een woordenschat, die niet langer gekoesterd wore is een levende zaak, net als de mens bij 't voortgaan der jaren aan veranderingen onderhevig. "Ma sakker 33), soms zou je dienke dat oal dat ouwe kraem 34) deu de bruloaren 35) is meegenome, om- dammen der te weinig nae omgekeeke 1) gezellig, zelfs feestelijk avondje na de slacht 2) roken (en praten) 3) letterlijk "baal", een rok of schort van een jute zak gemaakt voor vuil werk 4) mannen of vrouwen met koopwaar aan de deur (leurders) 5) leurder met kramerij in een houten "kastje" met laatjes 6) geen vleermuizen zoals ik eens hoorde veronder stellen, maar Thoolse lange Vrouwenmuts, waar van de zij-vlerken vleugelachtig uitstonden 7) driehoekige versterking van de hartovergang van een hemd 8) sleedoorn 9) met St. Baafsmis (1 oct.), in de wandeling: herfst 10) koets- of sjeespaard, "licht" van type 11) tweewielig overhuifde rijtuig voor één paard 12) vlinder 13) meikever 14) de tuin 15) rozenkever 16) mij nog steeds onbekend insect; wie kan mij dit raadsel oplossen? 17) cylindrische bruine bonenstapels rond een T8) houten lange staak 19) kleine cultivator getrokken door één paard. 20) snijmolen voor mangelwortels 21) bessen 22) ronde tenen korf (bushel) 23) bos hout 24) dorsen met de vlegel 25) rosmolen 26) vroege kleine dorsmachine 27) letterlijk van "vlijmen"; met een zicht of pikke het brede bovenblad afslaan 28) soort doeken schaften, beenbekleedsels 29) lader van een vlasschip 30) zwervers en schooiers die in een boerenschuur onderdak kregen 31) speciale keislagwegen, materiaal genoemd naar de Schot Mac Adam 32) hefboom om wagens te lichten, zodat assen ge smeerd kunnen worden 33) sapperloot 34) rommelspul 35) spookachtige wezens, boeman voor kinderen het nooit. Of "met veel programma's, waar je alle kanten mee op kan, kan je geen kant uit". Voor de liefhebbers 9,90. Wat een prachtig geïllustreerd boek, dat Ronald Naar samenstelde. Foto's in kleur en in zwart-wit, die de situaties zo realistisch weergeven, dat het hier en daar adembenemend aandoet. Auteur Naar heeft als eerste Nederlander de noordwanden van Eiger, Matterhorn en Grandes Jorasse beklommen. Hij over won ook de directe noordwand van de Lauterbrunnen Breithorn. Nee, geen last van hoogtevrees zoals toch velen dat wel kennen en die het liever nog niet eens doen over het normale, veilige bergpadN aar gaat tegen de steile rotsen omhoog. In het boek doet hij verslag van zijn beklimmingen en vertelt eveneens van het extreem skieën. Daarom zal dit prachtwerk van Hollandia te Baarn 49,50) toch vele afnemers hebben. De achterkant van het omslag is nog huiveringwekkender dan de .voorkant. Wat een prettige leestrant heeft deze auteur. (Dit artikel van de uit Poortvliet af komstige ir. M. A. Geuze - voorzitter van het streekmuseum de Meestoot - verscheen in het Zeeuws Tijdschrift.) Ditmaal ter afwisseling een Taaipraatje over frequentatieven. Dat zijn werk woorden, die een herhaling van de wer king uitdrukken, genoemd door het verwante werkwoord. Ze geven her haalde kleine of snelle bewegingen aan. Frequentatieven eindigen alle op -eren of -elen. Ze komen veel voor in onze taal. Meestal zijn ze gemakkelijk te her kennen. Soms is de herkenning minder eenvoudig. Wiegelen heeft als verwant werkwoord wiegen. Het riet wiegelde in de wind. Naast schuiven bestaat het frequentatief schuifelen. De oude man schuifelde be hoedzaam over het trottoir (met kleine pasjes). Beven - bibberen. Hij beeft van angst. Hij bibbert van de kou. Stotteren geeft een herhaald stoten aan. Hinken - hinkelen. Hinken betekent mank gaan. Hinken op twee gedachten. Ook op één been een sprong maken. In de athletiek: hink-stap-sprong. Hinke len geeft aan dat men deze sprong her haalt. Dit komt tot uiting in het kinder spel hinkelen. Kleppen - klepperen. De luiken van de boerderij klepperden in de storm. Suizen - suizelen. Knappen - knapperen. Een knappend houtvuur. Ook: een knapperend vuur. Krabben - krabbelen. De hond krab belde aan de deur. De kinderen krab belden op het ijs. Vonken - vonkelen - fonkelen. Vonkelen betekent letterlijk kleine vonken schie tend. Het vuur vonkelde. Fonkelen wordt in figuurlijke betekenis gebruikt. Zijn ogen fonkelden van blijdschap (toorn). Knagen - knabbelen. Met vlugge korte bewegingen op iets bijten, kleine stukjes eraf happen. Op een koekje knabbelen. Snuiven heeft als frequentatief snuffe len. In de boeken snuffelen. De hond snuffelde naar voedsel. Glijden - glibberen (herhaald uitglij den). Gnuiven - gniffelen. In zijn vuistje la chen. Behalve de hierboven genoemde fre quentatieven zijn er natuurlijk nog veel meer. Het zoeken naar andere frequen tatieven kan dienen tot een leuk en leerzaam spelletje in de huiselijke kring. In bepaalde gevallen zit men nog wel eens in de knoop, of het werkwoord de enkelvouds- of de meervoudsvorm moet hebben. Dit kan gebeuren na het woord "aantal". Denkt men daarbij aan de afzonderlijke personen of zaken (stuk voor stuk), dan is de meervoudsvorm gewenst. Denkt men aan de groep dan is de enkel- voudsvorm beter. Veel hangt af van ei gen inzicht. "Een aantal kandidaten, af komstig uit het gehele land, legden het examen Frans af'. "Een aantal kinderen uit de hoogste klas deed examen". In opsommingen met "en" volgt in het al gemeen de meervoudsvorm. "Jan en Piet gingen naar school". "Het uitbrei dingsplan en de bijbehorende kaarten liggen ter visie". Maar: "Mijn naam en adres staat op het visitekaartje" (één begrip). "Mijn vriend en huisgenoot vertrok naar elders" (één en dezelfde persoon). "En" heeft dan de betekenis van "tevens". "Mijn vriend en mijn huisgenoot gingen samen weg", (twee verschillende personen). Na "met" en kelvoud: "Het uitbreidingsplan met de bijbehorende kaarten ligt ter visie". Na "zowel, als" enkelvoud: "Zowel Jan als Piet ging naar de bioscoop". Ook na "noch, noch" enkelvoud: "Noch het ene, noch het andere antwoord was goed". De woorden: alle, beide, eerste, laatste, sommige, vele, enkele, meeste, andere, enz. krijgen, zelfstandig gebruikt voor personen een n. In alle andere gevallen geen n: "De meesten vonden het een uitgemaakte zaak, sommigen echter niet". "Er lagen veel appels onder de boom. de meeste waren gaaf'. "Honden zijn meestal niet kwaadaardig, slechts enkele zijn agressief'. De Kamerverkiezingen 1981 zijn al weer een hele tijd achter de rug en massaal is het Nederlandse volk ter stembus ge gaan. Met veel tamtam hebben de com- batanten reclame gemaakt op de radio en de televisie en met advertenties in de landelijke en regionale pers. Laten we eerlijk zijn, soms tot verve lends toe. Maar reclame maken en beloften doen hoort er nu eenmaal1 bij. Wat van al die beloften terecht komt zal de zorgelijke toekomst leren. We willen het niet heb ben over de uitslag, daarvoor is deze kolom niet bestemd. Wat ons opviel in de artikelen in de kranten en in pam fletten is de variabele schrijfwijze, die voor onze 'eigen' Tweede Kamer werd gehanteerd en helaas verminkt. De enig juiste benaming is Tweede Kamer (het zelfde geldt voor de Eerste Kamer) met twee hoofdletters, omdat het een allang bestaande eigennaam is. We lazen nogal eens '2e kamer'; waar schijnlijk komt gemakzucht daarbij om de hoek kijken. Dat is onze volksverte genwoordiging tekort doen. Verder kwamen we tegen Tweede kamer. Tweede mét, kamer zonder hoofdletter. Als variant hierop: tweede Kamer (tweede met kleine letter, Kamer met hoofdletter). De slechtste schrijfwijze was 'twede kamer', beide woorden met een kleine letter geschreven en tweede bovendien met maar één e. Dan wordt de 'deftige' Tweede Kamer gedegra deerd tot een tweedehands achterka mertje en een vertrek in een woning is het besfist niet. We schreven in de aanhef over combat tanten. Inderdaad is er bij deze verkie zingen bijzonder heftig gestreden. Daarom als toegift: ook Eerste Wereld oorlog én Tweede Wereldoorlog wor den, om in stijl te blijven, nogal eens geweld aangedaan. Beide worden met twee hoofdletters geschreven. Ditmaal de schijnwerper op de borrel, de benaming voor een glas sterke drank. Helaas is het gebruik van alcohol de laatste decennia zo sterk gestegen, ook bij de jeugd, dat het één van de staats vijanden is geworden. In vroeger tijden werd in gezinsverband alleen een borrel geschonken op verjaardagen en feest dagen en dan nog bleef het meestal be perkt tot twee hoogstens drie glaasjes. Ongunstige uitzonderingen bevestigen de regel en ook toen was er wel eens sprake van drank misbruik. Thans heeft men ook geen mooie namen meer voor het genotmiddel. Heel pro zaïsch klink het nu: 'Wil je een borrel, een jonge Of een ouwe?'. Bij het bepalen van de keus blijft de fantasie dan meestal beperkt tot: 'Geef mij maar een recht-op-en-neer of doe mij maar een jonkie'. Vroeger ontstonden talrijke merkwaar dige benamingen voor een glas sterke drank. Denkt u maar aan het 'opkik- kertje' voor het eten en aan 'hartver- sterkertje'. Erg lyrisch was de naam Parfait Amour (volmaakte liefde) voor een donkerrode likeur, op paars af, waarin citroenoTie'of bergamotolie was verwerkt. Zo'n 'volmaakte liefde' moet wel erg lekker geweest zijn. Een grappige naam was ook 'Hempje licht op' voor een likeur, bestaande uit een mengsel van witte curacao, persico en citroen. Aan de drank 'Hansje in de kelder' is zelfs een geschiedenis verbonden. Hansje in de kelder was oudtijds een benaming voor het ongeboren kind. Ook Hansje in de kool. Later gaf men de heildronk op de gezondheid van de jonggeborene en de moeder, de naam Hansje in de kelder. Andere romantische namen waren: Roosje zonder doornen, Juffertje in 't groen en Jaapje sta stil, voor Oud-Hol landse likeuren. In de volksmond duidt men een borrel wel aan met een neutje, een hassebassie of pikketanisje, bezon gen door Johnny Jordaan: 'Een pikke tanisje gaat er altijd in'. Schertsend was 'Lichte angst' een ver korting van een glas jenever met een paar druppels angustora elixer. Opmerkelijk is de naam 'kwartier voor vijven' naar de tijd waarop een apéri- tiefje werd gedronken. De zegswijze: 'Het scheelt een slok op een borrel' betekent: het scheelt heel wat. 'Iemand een bittere borrel geven' wil zeggen iemand een fikse vermaning ge ven. In sommige streken was een 'bom' (ook bel) een groot glas sterke drank. Vandaar 'Hij heeft een bom in 't lijf voor: hij is dronken. Later ook verbas terd tot: een brom in hebben.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1982 | | pagina 13