Van L.H.N.O.naarde Timpa
Q Raden maan
Welk volksliedje
hoort U?
Planning volkshuisvesting
nog niet optimaal
Boekennieuws
Het Rode Kruis
"Luister-spel"
020-214444
VERDWENEN DIALECTWOORDEN
Donderdag 21 januari 1982
EENDRACHTBODE
13
Magische getallen
St. Maartensdijk
Bejaardentehuis
met 50-75 plaatsen
het meest voordelig
Warmte-isolatie
Geen haute couture
De beste keus
Jacht- en siervogels
Het leven van Vincent van
Gogh
Het liefje van de Franse
luitenant
Met een voorwoord van
Wim Kan
Minister achter tralies
Pure klasse.
Niet bij spot alleen.
Ir. M. A. Geuze
Klimmen
TAALPRAATJE
Frequen ta tie ven
Enkelvoud of meervoud
Tweede Kamer
BORREL
Oud-leerlingen van de Oesterschelpaan het woord.
Wilma van Iwaarden-de Kok (21) "de klassesfeer heb ik een beetje gemist toen ik
ging werken."
Gegeven22,10,4,8,2,14,20,12,16, !4,18,24.
Bovenstaande getallen dienen zodanig in het vierkant te worden ingevuld.dat
bij optelling zowel van boven naar beneden als van links naar rechts, altijd het
getal 48 ontstaat.
De planning van de volkshuisvesting is nog lang niet optimaal, zo wordt geconstateerd
in het verslag 1979/1980 van de Directie van de Volkshuisvesting in de provincie
Zeeland. Er is een groot verschil tussen de aanvragen van de gemeenten voor nieuw te
bouwen woningen en het uiteindelijk advies dat wordt uitgebracht door de Advies
commissie Verdeling Rijkssteun Woningboug (AVRW). De praktijk heeft geleerd dat
deze adviezen dicht in de buurt blijven van de uiteindelijke resultaten en dat de
aanvragen van de gemeenten vaak erg hoog uitvallen.
In dit jaarverslag wordt aangegeven
voor hoeveel woningen sinds 1968 de
bouw werd gegund. Daaruit blijkt dat
1977 een topjaar was, toen de bouw van
bijna 5000 woningen werd gegund.
Twee jaar later volgde een absoluut
dieptepunt toen geen 2000 woningen
werden gegund. Het aantal van 2500
vergunningen in 1980 blijft ook nog on
der het gemiddelde peil van de afgelo
pen jaren. Bij de voorbereiding van de
bouwplannen wordt veel intensiever
dan voorheen overleg gevoerd met de
gemeenten. Dat heeft er onder meer toe
geleid dat de aanvragen voor nieuw
bouw sneller konden worden afgedaan,
zo blijkt uit het jaarverslag. Daarin staat
ook de stand van zaken van de bouwve
rordeningen in de afzonderlijke ge
meenten en er zijn cijfers over de kwali
teit van de Zeeuwse woningen. Op 1 ja
nuari 1980 telde Zeeland 10.138 slechte
eigen woningen en 3040 slechte huur
woningen, samen 10,5% van de totale
woningvoorraad. In de provincie waren
toen 8222 tweede woningen geregis
treerd.
In het jaarverslag wordt ook de ontwik
keling in de afgelopen tien jaar van de
stads- en dorpsvernieuwing weergege
ven. Met reconstructie- en sanerings
plannen in diverse woonkernen was in
1979 en in 1980 een bedrag gemoeid van
telkens rond 4,5 miljoen gulden. Om
vangrijke stadsvernieuwingsplannen
kwamen tot uitvoering in Goes, Axel.
Middelburg, Sint-Maartensdijk, Vlis-
singen en Zierikzee. In deze twee jaren
Bij Zeeuwse bejaardentehuizen van
50-75 plaatsen zijn de exploitatiekosten
per verzorgingsdag het laagst. Dat con
cludeert het Economisch Technologisch
Instituut voor Zeeland(ETI) na een
analyse van statistische gegevens uit
verschillende bronnen. De categorie
75-100 plaatsen is ook aanvaardbaar,
evenals de tehuizen met 40-50 bedden.
De laagste personeelskosten per verzor
gingsplaats kwamen voor in de categorie
5CL75 plaatsen, gevolgd door die van
75-100. Wat de niet-huisvestingskosten
betreft, zitten alle categorieën tussen de
40 en 200 plaatsen beneden het gemid
delde. Overigens worden de exploitatie
kosten natuurlijk ook beinvloed door
andere factoren dan de capaciteit van de
bejaardenoorden.
werden 26 plannen goedgekeurd voor
de verbetering van de woonomgeving.
Er werd vergunning gegeven voor de
renovatie van 381 vooroorlogse en 492
na-oorlogse woningen. Ook werden
goedkeuringen verleend voor de verbe
tering van 1500 particuliere woningen,
waaronder 90 monumenten. Van bijna
900 woningen bedroegen de verbete-
ringskosten meer dan 10.000,— per
woning.
Het jaarverslag signaleert dat in vrijwel
alle Zeeuwse gemeenten de bouw van
bejaarden- woningen gestimuleerd moet
worden. Daarbij bestaat een voorkeur
voor bouwplaatsen in het centrum van
stad of dorp, binnen loopafstand van
allerlei voorzieningen en het openbaar
vervoer. Het aantal bejaarden dat een
aangepaste woning kan bewonen is voor
Zeeland gemiddeld 18,7%. Slechts in
zeven gemeenten ligt het percentage
hoger dan 25; als wenselijk wordt een
percentage van 40 aangehouden.
In de twee verslagjaren werden 272
goedkeuringen verleend voor de wonin
gaanpassingen te behoeve van lichame
lijk gehandicapten. Deze subsidierege
ling is erop gericht om de zelfstandig
heid van de minder valide bewoner te
vergroten of in ieder geval te handha
ven. Uit het oogpunt van maatschappe
lijke integratie is belangrijk dat een ge
handicapte op deze manier in een ge
wone buurt kan (blijve wonen.
Soortgelijke overwegingen spelen mee
bij de huisvesting van alleenstaanden en
tweepersoons huishoudens. In 1979 en
1980 zijn voor deze groepen woning
zoekenden 235 kleine woningen ge
bouwd als onderdeel van grotere com
plexen. In 1980 kwamen 75 speciale
wooneenheden gereed.
De belangstelling voor de warmte-iso
latie is in 1979 en in 1980 sterk gestegen.
In 1979 werd ruim 6 miljoen gulden
subsidie toegekend voor warmte-isole-
rende voorzieningen aan 9704 wonin
gen; de totale isolatiekosten bedroegen
ruim 21 miljoen. In 1981 werd aan
11.829 bestaande woningen isolatie
aangebracht voor ruim 25 miljoen gul
den; er werd 7.3 miljoen gulden aan
subsidie uitgekeerd.
In het jaarverslag 1979 werd via de Di
rectie Zeeland in totaal 26.5 miljoen
gulden aan subsidie toegekend, waarvan
9.6 miljoen voor stadsvernieuwing. In
1980 werd 27.3 miljoen gulden subsidie
toegekend, waarvan 10.3 miljoen voor
stadsvernieuwing.
Daarnaast is bij benadering aangegeven
wat de totale stichtingskosten waren van
de gesubsidieerde woningen en wat de
totale renovatiekosten waren. In 1979
werd in Zeeland een investering moge
lijk gemaakt van naar schatting 143.8
miljoen gulden. In 1980 was dat naar
raning in totaal 214.6 miljoen gulden.
Toen ik in de 6e klas zat bij meneer
Fondse werd ik getest. De uitslag was
L.H.N.O. dat kwam goed uit. De Oes
terschelp daar ging ik graag naar toe,
vanwege de praktijkvakken.
Het beviel me uitstekend, een kleine
klas en een leuke klasselerares. De klas-
sesfeer heb ik een beetje gemist toen ik
ging werken. Werk is harder en minder
tijd voor gezelligheid.
Er was op school tijd voor toneelspelen,
dat deed ik graag, St. Nikolaas, kerst
vieringen en sportdagen. Dergelijke ge
beurtenissen vrolijken het leven van een
scholier op.
Ook herinner ik mij de bezoeken aan
"de Waal", Ten Anker, beroepenmani-
festatie in Utrecht en het politiebureau
in Bergen op Zoom.
Door deze excursies werd je alvast aan
het denken gezet i.v.m. een bepaalde
beroepskeuze.
Op school heb ik allerlei zaken geleerd,
maar wat heb ik er aan gehad. Je hebt er
iets aan als je door gaat leren. Voor mijn
werk in het atelier van de Timpa is het
niet zo belangrijk geweest.
Voor m'n werk niet maar voor m'n privé
leven wel, naaldvakken en kooklessen
hebben ervoor gezorgd dat ik mezelf nu
goed kan redden. Geen haute couture
maar een kledingstuk naaien dat heb ik
wel geleerd.
Mijn man krijgt niet elke dag een ge
recht volgens de fijne keuken, maar een
goed menu samenstellen dat heb ik wel
geleerd.
Als je veel van kinderen houdt dan
spreken vakken als kinderverzorging,
ziekenverzorging en gezondheidszorg je
aan. In de klas en in de pauze werd veel
over die vakken gepraat.Ik vond het de
fijnste vakken, want het liefst was ik
kinderverzorgster geworden. Mijn ni-
veau's op het diploma waren daar echter
niet goed genoeg voor.
Toen ik examen gedaan had wilde ik
eigenlijk niet meer doorleren, ik ben een
doe-mens.
Van ziekenverzorging herinner ik me
dat we een zieke(klasgenoot), liggend in
een bed moesten verschonen, in zulke
situatie's werd er heel wat afgelachen.
De klasgenoot was gezond in bed ges
tapt maar kwam er ziek uit.
Na het L.H.N.O. ben ik bij de Timpa
êaan werken, ik werk daar nu 5 jaar met
volle tevredenheid.
Eerst 2 jaar op het atelier achter de
naaimachine, toen een tijd op de snijzaal
om patronen te tekenen. Daarna weer
terug naar het atelier waar ik weer aan
een naaimachine werk en de cheffin as
sisteer en vervang.
Tegenwoordig kun je ook een opleiding
volgen die bij dit werk past, de opleiding
voor modinette aan de streekschool.
Zelf heb ik na het L.H.N.O. nog een
cursus gevolgd, een basiscursus was dat
i'v.m. gymlessen die ik gaf aan kleuters.
Verder leren hoeft voor mij niet meer.
Het L.H.N.O. was voor mij de beste keus
vanwege de praktijkvakken. Ik ging
graag naar school, met alleen theorie
zou mijn schooltijd niet zo leuk zijn als
Er zijn van allerlei natuurachtige libel-
le-achtige uitgaven, die dan waarschijn
lijk in massa papiervreters zijn en onder
het mom van niet duur hun hobbyweg
vinden. Maar juist degene die een enke
le hobby beoefend, heeft er wat voor
over om als hij of zij dan toch moet of
feren, er iets goeds voor bezit. Dan maar
liever niet in grote verscheidenheid,
maar gericht goed. Die dat wenst en wil
zal mogelijk willen onthouden, dat er
ook KëM natuurboeken zijn. Een doch
teronderneming van de veel meer be
kende uitgeverij Hollandia te Baarn.
Uitgaven met de grootste zorg omgeven.
In dit opzicht mag men evengoed uitge
verij Zuidhoek onthouden, want het
gaat ons niet direct om bepaalde recla
me voor een bepaalde uitgever te prop
ageren. Veel meer om de hobbyist iets
goeds aan te prijzen. Dan immers mag
het ook een aanprijzen zijn. Dat geldt
ongetwijfeld voor het nieuwste in ja
nuari van dit jaar verschenen Kim na-
tuurboek van de auteur Van der Markt.
Een boek dat bedoeld is als een leidraad
voor het deskundig huisvesten, verzor
gen en fokken van de in de titel ge
noemde vogelsoorten. De schrijver at
tendeert op de zo zeldzaam geworden
lenteheraut, het korhoen, die in Neder
land nog maar 176 soortgenoten heeft.
Hij pleit voor een fokstation en uitzet
ting in een gunstig biotoop van deze
siervogel. Dit halen we er dan zo maar
even uit, maar dit fraaie boekwerk, ge
bonden 35,— bij de erkende boek
handel biedt talrijke foto's in kleur en
zwart wit om de informatie te illustre
ren. Je haalt het er zo uit, dat de auteur
zelf een enthousiast fokker is, zodat
theorie en en praktijk in dit fraaie Kim
natuurboek hand in hand gaan.
Irving Stone heeft veel meer de mens
dan de kunstenaar Van Gogh in dit boek
belicht. Onze informatie-eeuw wil meer-
weten dan alleen van zijn overigens
beroemde kunst. Irving Stone heeft in
Amerika met dit boek een miljoen pu
bliek bereikt en Hollywood snapte er
meteen op om er een commercieel suc
cesvolle filmbewerking van te maken.
De uitgangspunten van het daarom
echte verhaal is gebaseerd op de dui
zenden brieven die Vincent schreef aan
zijn broer Theo. Niet eerder is het le
vensverhaal van deze grote kunstenaar
zo beeldend vertelt als door Stone. Zijn
voornaamste bron bleef de de corres
pondentie tussen de broers. Een gebon
den uitgaven van Bruna - Utrecht voor
29,90 bij de erkende boekhandel.
Ook een uitgave van Bruna, maar wel
van heel andere makelij. De auteur John
Fowles beeldt de Victorianen ten voeten
uit. Hun verwrongen moraal, hun ver
drongen sexuaiiteit. de grote verande
ringen die zich in de tweede helft van de
vorige eeuw hebben voltrokken en de
hoofdrolspeler is de keurige jongeman
Charles Smithson, zoals zijn verloofde
Ernestine Freeman ook een keurige
jongedame is. Als evenwel dit jonge stel
op de promenade van een badplaats een
boeiende jonge vrouw tegenkomt met
on-Victoriaanse vrijheidsdrang loopt
het toch heel anders uit, dan de eerste
tientallen pagina's doen vermoeden.
Een vooral bij uitstek vrouwenroman
voor 19,90 ingenaaid of zoals dat heet
paperback:
Van de al bejaarde, maar nog leven
slustige cabaratier van deze eeuw Wim
Kan is al heel wat bekend. Misschien
toch niet, dat hij de helft van zijn tijd,
dat hij meebouwde aan de Burma
spoorweg doorbracht met Cornel Lu-
mière, die het bij Hollandia te Baarn
verschenen boek schreef: "De tolk".
Beiden waren krijsgevangenen, beiden
bouwden aan de Burma spoorweg, bei
den ook aan de brug over de River
Kwai. "Praten over de oorlog betekent
in Nederland praten over de strijd tegen
de Duitsers", zo begint Wim Kan zijn
voorwoord in dit boek. "Dat er ook nog
Japanners zijn geweest met wie er 3 Vi
jaar oorlog was, wordt gemakshalve
meestal maar vergeten". Even verder
nog een Wim Kan voorwoord-citaat:
"We vochten tachtig jaar om Spanje
kwijt te raken en vechten nu weer dage
lijks voor een stukje Spaanse grond aan
de Costa Brava".
Wie kan consequent leven in deze
wereld? "We zijn nu weer zoveel jaren
bevriend met de Japanners, dat ik, toen
ik enkele maanden geleden het manus
cript van "De Tolk" doorlas, voortdu
rend dacht: dat is niet echt gebeurd, dat
heeft de schrijver, met wie ik meer dan
de helft van mijn Burma-tijd heb door
gebracht, maar verzonnen om het erger
te maken....Ik begin te lezen en het was
allemaal echt gebeurd".
"De Tolk" het echte verhaal, toen er
velen krijsgevangen waren en bouwden
aan de Burma spoorweg, bouwden aan
de brug over de rivier Kwai. 24,50.
Koos van Zomerem koos hret Binnenhof
al eerder voor de basis van een Neder
landse misdaadroman. Denk maar aan
"Haagse Lente". In mimister achter tra
lies gaat het er om wat zijne excellentie
Drion bewoog zich te verzetten tegen
uitbreiding van de nato-kernmacht in
Europa. In "Haagse Lente" bleven er
nogal wat vragen liggen. Die worden in
het nieuwe verhaal van Koos van Zo
meren beantwoord. Een paperback van
19,90. Een Bruna-uitgave.
Wat een variatie toch nog in boeken.
Tom Wolfe schreef een verhaal, dat
Hollandia te Baarn uitgaf, waarin het
gaat over de eerste Amerikaanse astro
nauten. Een boek, dat je in één adem
zou willen uitlezen, maar dat is een
onmogelijke zaak met 372 pagina's.
Achter de schermen van heldendom en
vaderlandsliefde, status en geld, macht
en jaloezie wordt het leven van de mo
derne cowboys, de ruimtevaarders be
schreven. Het kan in de erkende boek
handel liggen voor 32,50.
Al de vijfde bundel asforismen van
Kadé Bruin, die bij Hollandia te Baarn
verscheen. Achtereenvolgens waren het:
Dagretour - het heen en weer op wielen.
Boeken signeren, daarvoor dan tekenen.
Als we zo doorgaan, zitten we over 20
jaar zonder gas op de plank. Ook de
familieband kent een binnen- en bui
tenland en dan nu het "Niet bij spot
alleen". Gewone zaken, die op de korrel
worden genomen, nooit kwetsend, wel
vaak humoristisch. Een voorbeeld: Om
te stemmen moeten we altijd weer naar
een school (stemlokaal), want we leren
De vorige keer hadden wij het over de
moos. Mijn grootmoeder heb ik dat
woord nog horen gebruiken. Zij is al
meer dan een halve eeuw "uuttentied".
"Lang m'n dae's een brievezak", zei mijn
vader. Dat is ook bijna zo lang geleden.
Na de oorlog heb ik hem dat woord niet
meer horen bezigen. Zo sterven dialect
woorden uit. Het eerste omdat dat soort
spoelvertrek vrijwel nergens meer in
enige boerenwoning terug te vinden zal
zijn; het tweede, naar ik aanneem, om
dat het te ouderwets ging klinken en
door het woord enveloppe vervangen.
Plat klonk het overigens niet in mijn
oren. Plat gingen klinken woorden als
neusdoek, allang vervangen door zad-
doeken niet te vergeten petoaten, thans
algemeen aerpels. Trouwens terwijl het
begrip keu voor varken nog als ludiek
gehandhaafd bleef, hoe weinig van de
beneden-vijftigers weten nog iets van
keutjesaevend 1). De eigen slacht ver
dween na 1945 als sneeuw voor de zon
en daarmee b.v. ook de verkespetoaten,
het goedkope uitschot bij het aardappel-
sorteren, dat op 't fornuis in een ketel
werd gaar gestoomd als voer voor het
mestdier. "In een aevendje stoppe 2) is 't
er ok niet mêê bie". Een ander min of
meer ludiek gebruik betreft het woord
keus, dat alleen maar meer schertsend
wordt gebruikt en dat als rok verdwenen
is. Trouwens voor bovenrok was het al
eerder verdwenen, voor onderkeus(en)
bleef het wat langer hangen. En een bae-
le 3) keus of schorte is thans zeker onbe
kend.
Mijn vader ging nog naar 't uus van ago-
sie (de vroegere boerenbeurzen op Tho-
len zijn vrijwel verdwenen). "En vinters
of wuuven mi agosie 4) zie je nie mêê,
net zo min as mi'n kurf of 'n kruuwaegen
of 'n bakfiets." Die zijn vervangen door
de SRV-wagen of zo. En in plaats vaneen
"kasjesvinC 5) komt er hoogstens nog
eens een tobber langs met garen, band
of elastiek.
Ikzelf ging nog naar de vroagschoole,
tegenwoordig gaat men naar de cate-
chesatie.
Vleekmussen 6) in kerk zijn al 25 jaar
verleden tijd. Mijn vader droeg al geen
boezeloen meer en iedereen draagt te
genwoordig een 'overèmme. Wat een
netje 7) in een hemd was moet aan
schouwelijk in een museum uitgelegd
worden. Dat 't voorjaar gearriveerd was
"as den zwartendoren 8) bloeiden" en
dat "mi Baemesse" 9) de herfststormen
kwamen, is verdampt. Ooms en tantes
worden al tientallen jaren niet meer aan
gesproken als noam en moeie en ze ko
men op bezoek per auto en niet meer
met de klepper 10) voor 't g'rij. 11) Zij
zagen nog een kepelle 12) vliegen, maar
dat is dan ook een halve eeuw geleden.
Mijn grootvader schudde onderweg
meulenaers 13) uit de "iepeboamen an
den diek" voor zijn kleinzoon en deze
bewaarde ze in een jampotje met mei-
doornloof als vreten en spijkergaten in 't
blikken schroefdekseltje voor verse
lucht. Of hij liet ze met een garen draad
aan een poot vliegen en ronken. Datzelf
de jongetje zocht in het hart van de rozen
in d'nof\4) Spaansemeplenaers 15), die
je zo lekker op het kortharige buikje kon
kietelen. De meikevers komen vrijwel
nooit meer voor en nog zeldzamer zullen
de rozenkevers zijn en met de diertjes
zijn de dialectwoorden zoek. De smif,16)
het kleine kevertje met de blauwe onder-
vleugelkleur, zie je nooit meer en het
liedje:
Smit, Smit
maek je broekje wit
maek je broekje blauw
merge doe je ondertrouw
is daarmee tevens onbekend bij de hui
dige jeugd.
Natuurlijk, als er geen bóöntollen 17)
meer in de polder staen, wie weet dan op
den duur nog wat een tolout 18) is. Als de
cultivator of grubber de paerescherpe-
teur 19) verdrongen heeft, als men al
leen nog een peemoezel 20) als sier op
een gazon ziet staan en er geen rebes-
sels 21) meer in bussels 22) getrokken
worden, wie weet dan nog waarover
men 't heeft of waarover het gaat. En is
dan een bussel out 23) nog wel bekend?
Toch net zo min als de betekenis van het
vroegere "dosse mitte vluiei24) of dor
sen met de ros 25) en de rechtstroaier
26). Ja welke jonge boer weet nog dat te
geile gerst die dreigde te zullen gaan le
geren vóór het in de aar komen ge-
vlêêmd 27) werd en dat het verstandig
was daarbij staessen 28) te dragen om
de benen niet te nat te krijgen "op een
natten ochtend" en ze tevens te beveili
gen tegen een misslag. Wie van de jonge
mensen heeft nog weet van een lastleg-
ger 29), van schuurslaepers 30), van de
makkedamwegen 31). Wie heeft er nog
een wuppe 32) gebruikt bij het wagen
smeren, wie een êêkerin een regenbak?
En zo gaat het met een woordenschat,
die niet langer gekoesterd wore is
een levende zaak, net als de mens bij 't
voortgaan der jaren aan veranderingen
onderhevig. "Ma sakker 33), soms zou je
dienke dat oal dat ouwe kraem 34) deu
de bruloaren 35) is meegenome, om-
dammen der te weinig nae omgekeeke
1) gezellig, zelfs feestelijk avondje na de slacht
2) roken (en praten)
3) letterlijk "baal", een rok of schort van een jute zak
gemaakt voor vuil werk
4) mannen of vrouwen met koopwaar aan de deur
(leurders)
5) leurder met kramerij in een houten "kastje" met
laatjes
6) geen vleermuizen zoals ik eens hoorde veronder
stellen, maar Thoolse lange Vrouwenmuts, waar
van de zij-vlerken vleugelachtig uitstonden
7) driehoekige versterking van de hartovergang van
een hemd
8) sleedoorn
9) met St. Baafsmis (1 oct.), in de wandeling: herfst
10) koets- of sjeespaard, "licht" van type
11) tweewielig overhuifde rijtuig voor één paard
12) vlinder
13) meikever
14) de tuin
15) rozenkever
16) mij nog steeds onbekend insect; wie kan mij dit
raadsel oplossen?
17) cylindrische bruine bonenstapels rond een
T8) houten lange staak
19) kleine cultivator getrokken door één paard.
20) snijmolen voor mangelwortels
21) bessen
22) ronde tenen korf (bushel)
23) bos hout
24) dorsen met de vlegel
25) rosmolen
26) vroege kleine dorsmachine
27) letterlijk van "vlijmen"; met een zicht of pikke het
brede bovenblad afslaan
28) soort doeken schaften, beenbekleedsels
29) lader van een vlasschip
30) zwervers en schooiers die in een boerenschuur
onderdak kregen
31) speciale keislagwegen, materiaal genoemd naar
de Schot Mac Adam
32) hefboom om wagens te lichten, zodat assen ge
smeerd kunnen worden
33) sapperloot
34) rommelspul
35) spookachtige wezens, boeman voor kinderen
het nooit. Of "met veel programma's,
waar je alle kanten mee op kan, kan je
geen kant uit". Voor de liefhebbers
9,90.
Wat een prachtig geïllustreerd boek, dat
Ronald Naar samenstelde. Foto's in
kleur en in zwart-wit, die de situaties zo
realistisch weergeven, dat het hier en
daar adembenemend aandoet. Auteur
Naar heeft als eerste Nederlander de
noordwanden van Eiger, Matterhorn en
Grandes Jorasse beklommen. Hij over
won ook de directe noordwand van de
Lauterbrunnen Breithorn. Nee, geen
last van hoogtevrees zoals toch velen dat
wel kennen en die het liever nog niet
eens doen over het normale, veilige
bergpadN aar gaat tegen de steile rotsen
omhoog. In het boek doet hij verslag van
zijn beklimmingen en vertelt eveneens
van het extreem skieën. Daarom zal dit
prachtwerk van Hollandia te Baarn
49,50) toch vele afnemers hebben.
De achterkant van het omslag is nog
huiveringwekkender dan de .voorkant.
Wat een prettige leestrant heeft deze
auteur.
(Dit artikel van de uit Poortvliet af
komstige ir. M. A. Geuze - voorzitter
van het streekmuseum de Meestoot -
verscheen in het Zeeuws Tijdschrift.)
Ditmaal ter afwisseling een Taaipraatje
over frequentatieven. Dat zijn werk
woorden, die een herhaling van de wer
king uitdrukken, genoemd door het
verwante werkwoord. Ze geven her
haalde kleine of snelle bewegingen aan.
Frequentatieven eindigen alle op -eren
of -elen. Ze komen veel voor in onze
taal. Meestal zijn ze gemakkelijk te her
kennen. Soms is de herkenning minder
eenvoudig.
Wiegelen heeft als verwant werkwoord
wiegen. Het riet wiegelde in de wind.
Naast schuiven bestaat het frequentatief
schuifelen. De oude man schuifelde be
hoedzaam over het trottoir (met kleine
pasjes).
Beven - bibberen. Hij beeft van angst.
Hij bibbert van de kou.
Stotteren geeft een herhaald stoten aan.
Hinken - hinkelen. Hinken betekent
mank gaan. Hinken op twee gedachten.
Ook op één been een sprong maken. In
de athletiek: hink-stap-sprong. Hinke
len geeft aan dat men deze sprong her
haalt. Dit komt tot uiting in het kinder
spel hinkelen.
Kleppen - klepperen. De luiken van de
boerderij klepperden in de storm.
Suizen - suizelen.
Knappen - knapperen. Een knappend
houtvuur. Ook: een knapperend vuur.
Krabben - krabbelen. De hond krab
belde aan de deur. De kinderen krab
belden op het ijs.
Vonken - vonkelen - fonkelen. Vonkelen
betekent letterlijk kleine vonken schie
tend. Het vuur vonkelde. Fonkelen
wordt in figuurlijke betekenis gebruikt.
Zijn ogen fonkelden van blijdschap
(toorn).
Knagen - knabbelen. Met vlugge korte
bewegingen op iets bijten, kleine stukjes
eraf happen. Op een koekje knabbelen.
Snuiven heeft als frequentatief snuffe
len. In de boeken snuffelen. De hond
snuffelde naar voedsel.
Glijden - glibberen (herhaald uitglij
den).
Gnuiven - gniffelen. In zijn vuistje la
chen.
Behalve de hierboven genoemde fre
quentatieven zijn er natuurlijk nog veel
meer. Het zoeken naar andere frequen
tatieven kan dienen tot een leuk en
leerzaam spelletje in de huiselijke kring.
In bepaalde gevallen zit men nog wel
eens in de knoop, of het werkwoord de
enkelvouds- of de meervoudsvorm moet
hebben. Dit kan gebeuren na het woord
"aantal".
Denkt men daarbij aan de afzonderlijke
personen of zaken (stuk voor stuk), dan
is de meervoudsvorm gewenst. Denkt
men aan de groep dan is de enkel-
voudsvorm beter. Veel hangt af van ei
gen inzicht. "Een aantal kandidaten, af
komstig uit het gehele land, legden het
examen Frans af'. "Een aantal kinderen
uit de hoogste klas deed examen". In
opsommingen met "en" volgt in het al
gemeen de meervoudsvorm. "Jan en
Piet gingen naar school". "Het uitbrei
dingsplan en de bijbehorende kaarten
liggen ter visie". Maar: "Mijn naam en
adres staat op het visitekaartje" (één
begrip). "Mijn vriend en huisgenoot
vertrok naar elders" (één en dezelfde
persoon). "En" heeft dan de betekenis
van "tevens". "Mijn vriend en mijn
huisgenoot gingen samen weg", (twee
verschillende personen). Na "met" en
kelvoud: "Het uitbreidingsplan met de
bijbehorende kaarten ligt ter visie".
Na "zowel, als" enkelvoud: "Zowel Jan
als Piet ging naar de bioscoop". Ook na
"noch, noch" enkelvoud: "Noch het
ene, noch het andere antwoord was
goed".
De woorden: alle, beide, eerste, laatste,
sommige, vele, enkele, meeste, andere,
enz. krijgen, zelfstandig gebruikt voor
personen een n. In alle andere gevallen
geen n: "De meesten vonden het een
uitgemaakte zaak, sommigen echter
niet". "Er lagen veel appels onder de
boom. de meeste waren gaaf'. "Honden
zijn meestal niet kwaadaardig, slechts
enkele zijn agressief'.
De Kamerverkiezingen 1981 zijn al weer
een hele tijd achter de rug en massaal is
het Nederlandse volk ter stembus ge
gaan. Met veel tamtam hebben de com-
batanten reclame gemaakt op de radio
en de televisie en met advertenties in de
landelijke en regionale pers.
Laten we eerlijk zijn, soms tot verve
lends toe.
Maar reclame maken en beloften doen
hoort er nu eenmaal1 bij. Wat van al die
beloften terecht komt zal de zorgelijke
toekomst leren. We willen het niet heb
ben over de uitslag, daarvoor is deze
kolom niet bestemd. Wat ons opviel in
de artikelen in de kranten en in pam
fletten is de variabele schrijfwijze, die
voor onze 'eigen' Tweede Kamer werd
gehanteerd en helaas verminkt. De enig
juiste benaming is Tweede Kamer (het
zelfde geldt voor de Eerste Kamer) met
twee hoofdletters, omdat het een allang
bestaande eigennaam is.
We lazen nogal eens '2e kamer'; waar
schijnlijk komt gemakzucht daarbij om
de hoek kijken. Dat is onze volksverte
genwoordiging tekort doen. Verder
kwamen we tegen Tweede kamer.
Tweede mét, kamer zonder hoofdletter.
Als variant hierop: tweede Kamer
(tweede met kleine letter, Kamer met
hoofdletter). De slechtste schrijfwijze
was 'twede kamer', beide woorden met
een kleine letter geschreven en tweede
bovendien met maar één e. Dan wordt
de 'deftige' Tweede Kamer gedegra
deerd tot een tweedehands achterka
mertje en een vertrek in een woning is
het besfist niet.
We schreven in de aanhef over combat
tanten. Inderdaad is er bij deze verkie
zingen bijzonder heftig gestreden.
Daarom als toegift: ook Eerste Wereld
oorlog én Tweede Wereldoorlog wor
den, om in stijl te blijven, nogal eens
geweld aangedaan. Beide worden met
twee hoofdletters geschreven.
Ditmaal de schijnwerper op de borrel,
de benaming voor een glas sterke drank.
Helaas is het gebruik van alcohol de
laatste decennia zo sterk gestegen, ook
bij de jeugd, dat het één van de staats
vijanden is geworden. In vroeger tijden
werd in gezinsverband alleen een borrel
geschonken op verjaardagen en feest
dagen en dan nog bleef het meestal be
perkt tot twee hoogstens drie glaasjes.
Ongunstige uitzonderingen bevestigen
de regel en ook toen was er wel eens
sprake van drank misbruik.
Thans heeft men ook geen mooie namen
meer voor het genotmiddel. Heel pro
zaïsch klink het nu: 'Wil je een borrel,
een jonge Of een ouwe?'.
Bij het bepalen van de keus blijft de
fantasie dan meestal beperkt tot: 'Geef
mij maar een recht-op-en-neer of doe
mij maar een jonkie'.
Vroeger ontstonden talrijke merkwaar
dige benamingen voor een glas sterke
drank. Denkt u maar aan het 'opkik-
kertje' voor het eten en aan 'hartver-
sterkertje'. Erg lyrisch was de naam
Parfait Amour (volmaakte liefde) voor
een donkerrode likeur, op paars af,
waarin citroenoTie'of bergamotolie was
verwerkt. Zo'n 'volmaakte liefde' moet
wel erg lekker geweest zijn.
Een grappige naam was ook 'Hempje
licht op' voor een likeur, bestaande uit
een mengsel van witte curacao, persico
en citroen.
Aan de drank 'Hansje in de kelder' is
zelfs een geschiedenis verbonden.
Hansje in de kelder was oudtijds een
benaming voor het ongeboren kind.
Ook Hansje in de kool. Later gaf men de
heildronk op de gezondheid van de
jonggeborene en de moeder, de naam
Hansje in de kelder.
Andere romantische namen waren:
Roosje zonder doornen, Juffertje in 't
groen en Jaapje sta stil, voor Oud-Hol
landse likeuren. In de volksmond duidt
men een borrel wel aan met een neutje,
een hassebassie of pikketanisje, bezon
gen door Johnny Jordaan: 'Een pikke
tanisje gaat er altijd in'.
Schertsend was 'Lichte angst' een ver
korting van een glas jenever met een
paar druppels angustora elixer.
Opmerkelijk is de naam 'kwartier voor
vijven' naar de tijd waarop een apéri-
tiefje werd gedronken.
De zegswijze: 'Het scheelt een slok op
een borrel' betekent: het scheelt heel
wat.
'Iemand een bittere borrel geven' wil
zeggen iemand een fikse vermaning ge
ven. In sommige streken was een 'bom'
(ook bel) een groot glas sterke drank.
Vandaar 'Hij heeft een bom in 't lijf
voor: hij is dronken. Later ook verbas
terd tot: een brom in hebben.