Gouden flitsen ....de kinderlogica J Huisvesting te St. Maartensdijk rond de laatste eeuwwisseling Jan Overeenkam... Boekennieuws, 1 Donderdag 20 november 1980 EENDRACHTBODE 17 Bevolkingsgroei Besmettelijke ziekten Woningwet Toestand te St. Maartensdijk Bas "Die zomer op het land" "Denkend aan de dood kan ik niet leven" Liefde oud papier "De vuurstorm" Zilveren vleugels Het derde land Niet meer aan denken Psychosomatiek Bestemmingsplannen Gemeentewoningen Kleine Kaai Naoorlogse saneringsplannen Bronnen Het archief van de gezondheidscommissie te Tholen, in. nr. 45 en 71. Het archief van de gemeente St. Maartensdijk, gemeenteraadsnotulen, jaarverslagen en de v.inv. nrs. 555 en 556. In vroeger tijd en vijftig jaar ge leden was dat in feite al uit de tijd, waren er in de kerken zogenaam de "hondenslagers" aangesteld. Zij waren door de kerkbesturen aangesteld om de rust in de kerk te handhaven, want lang niet alle jongeren vonden de preek even boeiend en het stilzitten uiterst moeilijk. Wie in dit opzicht ook zijn jeugdzonden nog eens over denkt, zal willen erkennen zeker in die tijd de braafste niet te zijn geweest. Maar de hondenslagers functie was niet authentiek met de kerk verbonden. Dat heroep dateerde van nog veel eerder dan de kerkelijke hondenslagers. In de Zeeuwse hoofdstad worden rekeningen aangetroffen van hondenslagers. Was het dan zo'n gewilde betrekking. De oor sprong geeft namelijk letterlijk het beroep aan: honden dood slaan. In Middelburg sloeg een zekere P. van Halle er in het jaar 1400 niet minder dan 252 dood. Hondenslagers hadden een cod- de, dat was een met ijzer beslagen knots. Ze hadden voorts spa en kruiwagen om de doodgeslagen huisdieren van tegenwoordig te vervoeren. Iemand die een straf moest uitzitten kon in bepaalde gevallen gratie krijgen als hij hondenslager werd. Vijftig jaar geleden moest in Tholen tijdens de november-raadsvergadering wethouder Goossen de voorzit tershamer hanteren, want de burgemeester was ziek. Het be stuur van de school met de Bijbel had een verzoek ingediend om het schoolplein te asfalteren. Dat werd ingewilligd. Waarschijnlijk het eerste geasfalteerde school plein in onze regio. Er was ook een verzoek van de vereniging tot afschaffing van alcoholische dranken, maar raadslid Baaij kon niet aannemen, dat er een bor reltje minder om gedronken zou worden. Een halve eeuw geleden gingen er in de raad stemmen op, om het Bosje of de wandeling, zoals dat ook wel wordt genoemd, te laten verdwijnen, want er zou den zich onzedelijke dingen voordoen. Na discussie mocht het Bosje toch blijven. In de raad werd ook strijd geleverd over le vering van drukwerk door de plaatselijke 2 drukkerijen. De Doelweg kreeg voor het eerst echte bestrating. In Oud-Vossemeer liep de gei- tenfokvereniging op zijn laatste benen, ondanks een gemeente lijke bijdrage van niet minder dan 30,- In Poortvliet kwam het vervol gonderwijs goed van de grond, dank zij ook de benoeming van de heer J. Hollebrands, die door zijn degelijk onderwijs ook op muzikaal gebied algemene be kendheid had. In de gemeente raad vond men het Vossemeerse rapport over de waterleiding (kritiek) maar een onduidelijk verhaal, maar wilde ook wel er kennen, dat de ogen geopend zijn voor de nadelen van de waterlei ding. Raadslid Carels wilde de huur van de hurgemeesterwoning met 50,— verhogen en dat be tekende 350,— per jaar. Dat zat niet glad bij burgemeester Dronkers. Het voorstel werd met 2 tegen 3 stemmen verworpen. Alleen de heren Carels en Van Westen waren voor en de burge meester mocht niets zeggen. Toen het om telefoonvergoeding ging voor de burgemeester, die een rechtstreekse verbinding had met de dokter en waar de ingezetenen dan kwamen vragen te bellen, was raadslid Carels tegen. Hij verweet de burgemeester dat hij bitter werd en voegde er aan toe: als men een adder op zijn staart trapt, spuwt hij vergif. Er staat niet bij, dat het raadslid Carels werd vervolgd vanwege beledi ging van de burgemeester. In dit opzicht heeft de heer Baerends een makkie, ondanks CNC. De Rozemarijnstraat kreeg een nieuwe bestrating, evenals het plein voor de school. Aan de heer A.P. Bil uit Sint Annaland wordt toegestaan een cursus landbouw onderwijs te geven in de Poort- vlietse school. Daarvoor zal dan een elektrisch lichtpunt worden aangelegd, al voelde een deel van de raad ervoor om e n goedkope re petroleumlamp als lichtvoor ziening te bezigen. De Sint An- nalandse raad benoemde 50 jaar geleden tot grafdelver de heer P. de Graaf en tot ontvanger voor het kaaigeld, waarvoor 32 sollici tanten waren, de heer A.M.L. Weijler. Er werd toen een nieuwe straat gedoopt: de Julianastraat. Aan de Bierensstraat werd een nieuw postkantoor gebouwd. In de eerste novemberweek brak er te Sint Maartensdijk brand uit in de landbouwschuur van de heer W.M. Langejan. Er konden slechts 2 van de 13 koeien worden gered. In Italië bralde Mussolini steeds luidruchtiger. In 1814 telde de gemeente St. Maartensdijk 1378 zielen. Dit aantal was honderd jaar later verdubbeld tot iets meer dan 2800 inwoners. Dit was tevens het grootste aantal voor de laatste Wereldoorlog. Hierna is de bevolking tot in de zestiger jaren gestadig afgenomen. Tegenwoordig zijn er ruim 3300 inwoners. De bevolkingsgroei die in de vorige eeuw gemiddeld zo'n 14 personen per jaar was, en de grote armoede als gevolg van misgewassen en de grote landbouw crisis van 1878-1895 hadden diepgaande gevolgen voor de woongelegenheid. Hier zowel als elders werden soms op zeer ongelukkige plaatsen arbeiderswo ningen gebouwd, meestal op open plaatsen en achter-erven in de bebouwde kommen. Van een planmatige aanpak van het woningprobleem en de aanleg van straten door de gemeenten was nog geen sprake. Het bouwen van woningen was partikulier initiatief. De nieuwe straten en steegjes, meestal nauwelijks verhard, waren partikulier eigendom. Het kwam voor dat huizen met een groot achtererf werden gekocht, teneinde een gedeelte als bouwgrond te onttrekken, waarna het geschonden perceel weer van de hand werd gedaan. Zo ontstonden te St. Maartensdijk een aantal buurten met huisjes aan zeer smalle paden en steegjes, waar men elkaar ternauwernood kon passe ren. Een voorbeeld hiervan is de Ark. Deze door de volksmond gegeven naam doet direkt vermoeden hoe vól en beftauwd het was. De eersteles woningen werden hier in 1835 in de tuin van timmerman Jasper Soons gebouwd. Een ander voorbeeld is de voormalige spuikom achter de haven (de ruimte bij de huidige weegbrug) waar in 1856 en 1857 de eerste woningen werden gebouwd. Weldra stonden hier meer dan 40 arbeiderswoningen die met hun daken nau welijks boven de omringende dijken uitstaken. Deze buurt werd bekend als de Kleine Kaay. De steegjes en woningen op de Keethil achter de bebouwing langs de haven dateerden uit dezelfde tijd. De woningen in de Blauwstraat werden in de zeventigerjaren gebouxyd. In het noordelijk deel van de smalstad lag de Vijf Zinnen. Het gevoel, het gehoor, het gezicht, de reuk en de smaak waren het enige wat de bewoners van dit straatje bezaten. Het js duidelijk dat deze buurten met zeer gebrekkig sanitair en alleen put- en welwatershaarden van besmettelijke ziekten waren. De gemeenteverslagen uit de tweede helft van de vorige eeuw verstrekken onder meer gegevens over de gezondheid. Dit medisch gedeelte is nogal "zonnig" gesteld. Er werd meestal vermeld dat de gezondheidstoestand gunstig was. Het verslag van 1866 ver meldt dat deze niet ongunstig was. Daaronder volgt dan dat de landelijke, cholera-epidemie ook St. Maartensdijk had getroffen. Van de 66 lijders aan deze ziekte, die bijna allen aan de KJeine Kaay woonden, bezweken er 36. Dat jaar was het sterftecijfer 3,4%. (Tegenwoordig is dat ca. 1%). Volgens het jaarverslag van 1873 stierven er in augustus en september 1873 plotseling 21 kinderen beneden het jaar aan verschillende ziekten(ruim 1 op 5). De overige jaarverslagen uit die periode vermelden dat er sporadisch gevallen waren van typhus en difterie, die soms één of enkele slachtoffers eisten. Wel maakte de verslaggever zich zorgen over het feit, dat men door het veelal goedaardige karakter der ziekten de geneesheer niet riep. Zoals het hier was, zo was het ook elders in Nederland. Het had tot gevolg dat in 1902 de Woningwet van kracht werd, die de gemeenten invloed gaf op de kwaliteit van de huizen. Ondermeer de onbewoonbaarverklaring en het verle nen van bouwvergunningen werden hierin geregeld. Op planologisch gebied kreeg de gemeente verplichtingen. Snel groeiende en grote plaatsen moesten zelfs uitbreidingsplannen vaststellen. Een ander gevolg was de samenstelling van de gezondheidscommissie voor het eiland Tholen, waarin een arts, de veearts, bouwkundigen en een partikulier zitting hadden. Jhr. J. van Vreden- burg was o.m. jarenlang lid van deze commissie. De commissie ging voortvarend te werk en begon in 1904 met een onderzoek van alle woningen met drie kamers of minder. In het totaal werden er op het eiland 2661 woningen onderzocht. Eind 1906 werd het verslag van dit onderzoek openbaar gemaakt. De conclusie van het rapport was dat men op ruime schaal tot onbewoonbaarverklaring zou moeten overgaan, doch dat dit door de nij pende woningnood eerst zou kunnen, wanneer er vervangende woningen zou den zijn gebouwd. Te St. Maartensdijk was de toestand het slechtst. In deze plaats werden 497 woningen onderzocht, waarvan er 63 geen erf hadden en er 263 uit 1 vertrek bestonden. Het gemiddeld aantal bewoners van deze huizen was 4,49. Belangwekkend is ook de hoogte van de vertrekken; in 343 huizen was deze minder dan 2,25 m; de eis was 2.65 m. Per volwassen inwoner hadden 168 woningen te St. Maartensdijk minder dan 10 m3 lucht. Hier zowel als elders op het eiland was het gebruikelijk (80%) dat men de beschikbare ruimten, zowel als slaapvertrek, als woonkamer, keuken en winkel gebruikte. Verder sliep 15% op zolder. Het aantal gemeenschappelijke privaten was het grootst te Oud-Vossemeer en St. Maartensdijk, respectievelijk hadden dit 196 en 155 woningen. Dit was in strijd met alle begrippen der gezondheids leeren der Welvoegelijkheid aldus het verslag. Voor de watervoorziening was men hoofdzakelijk op regenbakken en/of welputten aangewezen. Te St. Maartensdijk hadden 122 woningen alleen een regenton. Men moest dan ook water kopen waarvoor sommen van 5, 10 of zelfs 20 gulden per jaar moest worden betaald. (De waterleiding op het eiland Tholen werd in 1923 geopend). Ten aanzien van de varkenshokken en mestverzamelplaatsen, die de voor naamste oorzaak van de bodemverontreiniging waren (welputten), stak St. Maartensdijk eilandelijk gezien gunstig af. Slechts 41% van de onderzochte woningen had een dergelijke inrichting. In St. Annaland was dit bijna 78%. De gezondheidscommissie kwam tot de conclusie dat er toestanden waren die dringend verbetering eisten. Zelfs al zouden de eisen niet te scherp worden gesteld, dan zouden er te St. Maartensdijk 80 woningen onbewoonbaar ver klaard moeten worden. Dit was voorlopig echter nog niet mogelijk, omdat er een ware woningnood bestond. Er zouden eerst vervangende woningen ge bouwd moeten worden. r - - f-TV St. Maartensdijk in 1930. Op de voorgrond de Keethil. Boven de in 1921 gedempte spuikom zijn de vele rijen huisjes te zien van de Blauwstraat en de Ark. Foto KLM Aerocarto. Naar aanleiding van de recente sloop van woningen aan de Westkerkseweg te Scherpenisse en in de Wilhelminastraat te Sint-Maartensdijk gaat de Thoolse gemeente-secretaris J.P.B. Zuurdeeg in bijgaand artikel in op de huisvesting te Sint-Maartensdijk rond de laatste eeuwwisseling. Mogelijk geeft dit een wat eenzijdig beeld van de toestand, want vaak treft men over dit soort zaken alleen de negatieve kanten in de archieven aan. Over een hechte band tussen de buurtbe woners, gemeenschapszin en burenhulp, vindt men zelden iets in de archieven. Het goede wordt zelden schriftelijk vastgelegd. In de periode dat de kleinsten weer in de sinterklaasgeneugten ronddolen en van allerlei verhalen te horen krijgen, moet ik voor de peuters opkomen. Ze zijn vaak minstens zo intelligent als de ouderen, die zichzelf vaak nog meer pogen wijs te maken dan ze om deze tijd de jeugd proberen te doen. Het verhaaltje van het glimwormpje bewijst echter de logica van de jeugd. Op een late najaarsavond, Loopt een man met kalme pas, Met zijn zoontje aan het handje Door het reeds verdorrend gras. In de kruinen van de "bomen 't Klinkt het mysterieus geluid Van de slaperige vogels, 't Ventje praatte honderd uit. Pappie, kan een vogel gapen? Pappie, zingt een duifje mooi? Klaut'ren eekhoorns net als apen Toen in Artis, in die kooi. Plots'ling straalt heel zijn gezichtje: En het kameraadje roept: "Pappie, kijk eens naar dat lichtje, Dat daar ginds te gloeien staat. "Da's een glimwormpje m'n baasje", Zegt de voortstappende man. "Opz'n rug heeft hij een kaarsje Waarmee hij prachtig schijnen kan Nadat het even heeft geschenen Dooft het lichtje plots'ling uit 't Lampje is nu weer verdwenen Pappie stapt opnieuw vooruit, 't Ventje laat zijn lipje hangen "Pappie", zegt hij tot de man Weet u waarom dat die glimworm Plots nu niet meer schijnen kan? Maar opeens daar wordt het duid'lijk In zijn kleine jongensbrein "Pappie, zou er in die glimworm Soms een stop gesprongen zijn?" Met sinterklaasgroeten van Jan. Mensen die van elkaar houden, laten elkaar niet vallen. Dat is eigenlijk het hoofdthema van de bij Bruna in Utrecht verschenen jeugdroman van Sue Ellen Bridgers. Een verhaal zoals er wel meer zijn, maar met een toch aparte bekoring. Casey logeert bij haar grootouders om dat haar vader in Korea vliegt en haar moeder werkt. Ze sluit hechte vriend schap met een geestelijk wat achtergeb leven man. Het is ook het verhaal van Pansy en Hazard, die elkaar op middel bare leeftijd leren liefhebben. Men be grijpt het al, geen kinderboek, maar een roman voor de wat oudere jeugd. Pa perback 18,90. Een wat bijzondere titel, ook een niet maar gewone roman van Maria Erlen- berger, wier boek bij Hollandia in Baarn verscheen. De schrijfster pakt het thema van haar vorige roman "Honger naar waanzin" weer op, maar nu beschrijft ze vooral haar strijd met de overheidsin stanties, omdat ze haar zoon zelf wil onderwijzen en niet aan de school wil overleveren, die naar haar mening maatschappelijke codes als angstaanja gend stempel op hem zal drukken. De belangrijkste onderdelen van het boek zijn dan ook haar manier van onderwij zen, haar zwangerschap en het sterven sproces van haar grootmoeder. Het is minder somber dan het hier allemaal zo lijkt, maar serieus zeker wel. 29,50 in de erkende boekhandel. De Haagse Kadé Bruin belandde na vijftien jaar Californië in Apeldoorn. Met zijn aforismen onder bovenge noemde titel schiet hij raak. Een paar citaten "De stookkosten gaan anders ook niet in je kouwe kleren zitten". Of "Een stapje terug is een schrede voor uit". Of "De zwammen sterven uit, maar het zwammen is springlevend. 64 pagi na's 9,90. Er valt wel van te genieten. Het verscheen bij Hollandia te Baarn en ligt in de boekhandel. Een thriller van het eerste soort (schrij ver Robert L. Duncan, die al eerder kwam met het bekende van "De fuji- order". Het verhaal speelt in een Japan se haven, waar een grote tanker in de baai koerst. Plotseling een lichtflits, het water stond in brand. Een vuurstorm op weg naar de kust. Binnen een paar mi nuten stonden stad en omgeving in lich te laaie. Wie kon daaruit ontsnappen. Maar de man die getuige is van die ont zetting, de vicepresident van de scheepswerf, komt in groot gevaar. Hij heeft te veel gezien en wordt het doelwit van Japanse ambtenaren, die een prijs op zijn hoofd hebben gezet. Zo raakt Corwin betrokken bij een sinister kom- plot dat een nationale ramp zal veroor zaken. Een met vaart en veel spanning geschreven verhaal, zoals dat bij een thriller hoort. Uitgave van Bruna en de paperback kost 19,90. Wie dit boek leest werpt een blik achter de schermen van het internationale luchtverkeer. Wie wel eens vloog, zal het zeker willen lezen en die dat nog niet deed, zal het verhaal van Brian Moyna- han, ^e medewerker van de Sunday Ti mes met grote interesse en spanning volgen. Wat komt er allemaal niet kijken bij een vlucht vanaf een grote luchtha ven. Vergeet daarbij ook de smokkelaars niet, die pogen van diamanten tot drank door de douane te komen zonder in voerrechten te betalen. Er staat in hoe het luchtvaartpersoneel zijn dagen doorbrengt, hoe de bagage van de pas sagiers wordt ontvreemd, hoe het vluchtcontrolesysteem werkt, welke maatregel een vluchthaven neemt als er iets mis gaat, welke vliegvelden gevaar lijk zijn, over kaping, kortom een reuze informatiegids voor iedereen die wel eens vliegt, dat geregeld moet doen of gewoon iemand, die over heel dat vlieg- wezen meer wil weten. Met het boek van Moynahan komt hij alles te weten, wat belangrijk is op dit gebied. Zilveren vleugels is een uitgave van Bruna en kost 24,90. Dat is een bundel religieuze poëzie uit zeven eeuwen, samengesteld door J. van Delden. De nadruk ligt op de laatste honderd jaar. Een gevarieerde en lees- hare selectie uit vele gedichten, geïnspi reerd op bijbelse figuren, gebeurtenis sen, chr. feestdagen en persoonlijke godsdienstige ervaring. Wat minder zoete stichtelijkheid, maar wel poëzie van een Maria de Groot, Paul van Os- taijen en Huub Oosterhuis. Het boekje is een uitgave van Walraven b.v. te Apel doorn en verscheen in de zilverschoon- reeks voor 12,50. De auteur, Nic. Beets was zelf werkzaam als krijgsgevangene aan de Burma- spoorlijn. Het verhaal heeft een jonge Nederlandse beroepsmilitair tot hoofd persoon. De voettocht naar Konkoita bij de Drie Pagoden Pas met de dood voor ogen. verlost militair Van Rees uit zijn jarenlange isolement. De auteur werd in 1915 geboren, studeerde aan de genees kundige hogeschool in Batavia en nam begin 1942 als officier van gezondheid deel aan de gevechten tegen de Japan ners op de vliegbasis Kali Djati. Als krijgsgevangene, kwam hij in verschil lende kampen terecht en werkte aan de beruchte dodenspoorweg door Thailand en Burma. Na de oorlog repatrieerde hij als scheepsarts naar Nederland en pro moveerde op het proefschrift "De grote jongen", dat meerdere herdrukken kreeg. Zijn ervaringen in Thailand vor men de achtergrond van het nieuwe boek. De moeite waard. Een uitgave van Hollandia te Baarn, paperback 17,90. De schrijver was jarenlang als journalist verbonden aan het weekblad Stern en Reinhart Stalmann schreef graag over psychologische en medische onderwer pen. In het boek dat als ondertitel heeft "de verborgen band tussen geest en li- chaam"worden een aantal therapiefrag menten besproken, zoals de auteur die in zijn praktijk meemaakte. Het lijkt een moeilijk onderwerp maar is toch voor groot publiek geschreven met vlotte schrijfstijl, logische opbouw en spre kende voorbeelden 24,90 een uitgave ook van Hollandia te Baarn en verkrijg baar in de erkende boekhandel. De Blauwstraat gezien in de richting van de Ark. Foto van 1928. Nog voordat het rapport openbaar was geworden stelde de gemeente in 1905 grond beschikbaar aan het Kaadje (thans Oostsingel) om hier met behulp van een op te richten woningbouwvereniging woningen te stichten. De vereniging kwam echter niet van de grond. Voor het terrein werd een bouwplan - het eerste te St. Maartensdijk vastgesteld, waarna de percelen beschikbaar werden gesteld voor de bouw van arbeiderswoningen. In 1907 stonden hier reeds 20 woningen. Nadat er een aantal jaren weinig gebeurde, bracht de gezondheidscommissie wat meer gang in deze zaken. Nogmaals werden alle woningen op de Keethil en de Kleine Kaai opgenomen. Het had tot resultaat dat 15 woningen in 1910 onbewoonbaar werden verklaard en dat een groot aantal huiseigenaren werd aangeschreven hun woningen te verbeteren. Nog hetzelfde jaar kon de ge meente direkt naast de bebouwde kom grond aankopen van jhr. J. de Casem- broot. In het totaal zouden hier 47 woningen gebouwd kunnen worden. Zo ontstonden het Bosje later Bosstraat genoemd en Achter 't Bosch. Het jaar daarop kocht de gemeente in de ParochiePapenhoek (Bleekveld) aan de oostkant van St. Maartensdijk 60 aren grond, waarvoor onmiddellijk een stratenplan werd vastgesteld. Hier ontstonden de Wilhelminastraat en de Zuidsingel. Daar het partikulier initiatief inzake de woningbouw onvoldoende was, besloot de gemeenteraad in 1912 in de beide bestemmingsplannen 43 woningen te bouwen. Nog hetzelfde jaar werd de bouw van 12 woningen in Achter 't Bos aanbesteed. Het werden de typen A, B en C die de gezondheidscommissie had aanbevolen. Ze werden evenals de hieronder genoemde huizen met rijksvoor schotten gebouwd. In 1913 kwamen nog eens 13 woningen gereed. De laatste 18 woningen van dit bouwplan werden aan de Zuidsingel en de Wilhelminastraat gebouwd. Deze kwamen in juli 1914 gereed. In deze laatste straat werden ook in 1918 woningen gebouwd. De huren werden op 90,— per jaar gesteld en bedoeld voor mensen met jaarinkomens van 400 tot 600 gulden. Driejaar later werden nog eens 10 woningen aan de Bosstraat gebouwd. Indien deze door partikulier^n zouden worden gebouwd, dan zouden de huren 288,— zijn gweest tegen 110,—die nu betaald moest worden. Hetzelfde jaar werd besloten nog een woning aan de Bosstraat te bouwen. Het werd de 64ste en laatste gemeentewoning, die voor de laatste Wereldoorlog werd gebouwd. Inmiddels Vas de gemeente overgegaan tot de ontruiming en afbraak van 38 van de 40 woningen aan de Kleine Kaai, die door een te lage ligging, vocht en onvoldoende afvoer van hemel- en huishoudwater en slechts ontsloten door smalle paadjes de gezondheid bedreigden. De eerste woningen werden hier in 1914 afgebroken. De helft van de eigendommen moest onteigend worden, hetgeen twee jaar duurde en hoge proceskosten vergde. De twee laatste wo ningen werden in 1920 gekocht. Hét jaar daarop werd deze voormalige spuikom gedempt. De grond was toen zo duur, dat de gemeente verschillende malen heeft geweigerd hier huizen te laten bouwen. Een deel van de kosten ontving men echter terug in de vorm van liggeld voor suikerbieten. Het was het eerste saneringsplan op het eiland Tholen. Na de laatste Wereldoorlog telde St. Maartensdijk naast een aantal verspreid liggende slechte woningen, een drietal buurten met slechte en uiterst slechte woningen. Eind 1965 kreeg het saneringsplan "Kom St. Maartensdijk" vastere vormen. Er was reeds een begin gemaakt met de aankoop en sloop van de vier rijen woningen aan de Ark en de Blauwstraat, die rug aan rug waren gebouwd. Met Blauwstraat, Korte Vest en Schoolstraat erbij moest de gemeente in totaal 89 panden of gedeelten hiervan verwerven. Voor de Vijf Zinnen en de Keethil waren dit respectievelijk 35 en 67 panden. De verwerving en afbraak was in 1974 voor een groot deel voltooid. Zeer recent zijn de bestemmings/saneringsplannen Achter 't Bos, vastgesteld in 1975, dat op het ogenblik in de laatste fase verkeert en het dit jaar vastgestelde plan Wilhelminastraat. De woningen die in de beide laatste plannen zijn afge broken zijn rond de zestig jaar oud geworden. Al met al zijn er een aantal voor St. Maartensdijk karakteristieke buurten verdwenen. Uit het oogpunt van de huisvesting is dit positief. De voormalige bewoners van deze buurten kennen misschien echter ook negatieve kanten. J.P.B. Zuurdeeg, gemeentearchivaris.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1980 | | pagina 17