Gouden
flitsen
....de
kinderlogica
J
Huisvesting te St. Maartensdijk
rond de laatste eeuwwisseling
Jan Overeenkam...
Boekennieuws, 1
Donderdag 20 november 1980
EENDRACHTBODE
17
Bevolkingsgroei
Besmettelijke ziekten
Woningwet
Toestand te St. Maartensdijk
Bas
"Die zomer op het land"
"Denkend aan de dood kan ik
niet leven"
Liefde oud papier
"De vuurstorm"
Zilveren vleugels
Het derde land
Niet meer aan denken
Psychosomatiek
Bestemmingsplannen
Gemeentewoningen
Kleine Kaai
Naoorlogse saneringsplannen
Bronnen Het archief van de gezondheidscommissie te Tholen, in. nr. 45
en 71. Het archief van de gemeente St. Maartensdijk, gemeenteraadsnotulen,
jaarverslagen en de v.inv. nrs. 555 en 556.
In vroeger tijd en vijftig jaar ge
leden was dat in feite al uit de tijd,
waren er in de kerken zogenaam
de "hondenslagers" aangesteld.
Zij waren door de kerkbesturen
aangesteld om de rust in de kerk
te handhaven, want lang niet alle
jongeren vonden de preek even
boeiend en het stilzitten uiterst
moeilijk. Wie in dit opzicht ook
zijn jeugdzonden nog eens over
denkt, zal willen erkennen zeker
in die tijd de braafste niet te zijn
geweest. Maar de hondenslagers
functie was niet authentiek met
de kerk verbonden. Dat heroep
dateerde van nog veel eerder dan
de kerkelijke hondenslagers. In
de Zeeuwse hoofdstad worden
rekeningen aangetroffen van
hondenslagers. Was het dan zo'n
gewilde betrekking. De oor
sprong geeft namelijk letterlijk
het beroep aan: honden dood
slaan. In Middelburg sloeg een
zekere P. van Halle er in het jaar
1400 niet minder dan 252 dood.
Hondenslagers hadden een cod-
de, dat was een met ijzer beslagen
knots. Ze hadden voorts spa en
kruiwagen om de doodgeslagen
huisdieren van tegenwoordig te
vervoeren. Iemand die een straf
moest uitzitten kon in bepaalde
gevallen gratie krijgen als hij
hondenslager werd. Vijftig jaar
geleden moest in Tholen tijdens
de november-raadsvergadering
wethouder Goossen de voorzit
tershamer hanteren, want de
burgemeester was ziek. Het be
stuur van de school met de Bijbel
had een verzoek ingediend om
het schoolplein te asfalteren. Dat
werd ingewilligd. Waarschijnlijk
het eerste geasfalteerde school
plein in onze regio. Er was ook
een verzoek van de vereniging tot
afschaffing van alcoholische
dranken, maar raadslid Baaij kon
niet aannemen, dat er een bor
reltje minder om gedronken zou
worden. Een halve eeuw geleden
gingen er in de raad stemmen op,
om het Bosje of de wandeling,
zoals dat ook wel wordt genoemd,
te laten verdwijnen, want er zou
den zich onzedelijke dingen
voordoen. Na discussie mocht het
Bosje toch blijven. In de raad
werd ook strijd geleverd over le
vering van drukwerk door de
plaatselijke 2 drukkerijen. De
Doelweg kreeg voor het eerst
echte bestrating.
In Oud-Vossemeer liep de gei-
tenfokvereniging op zijn laatste
benen, ondanks een gemeente
lijke bijdrage van niet minder dan
30,-
In Poortvliet kwam het vervol
gonderwijs goed van de grond,
dank zij ook de benoeming van
de heer J. Hollebrands, die door
zijn degelijk onderwijs ook op
muzikaal gebied algemene be
kendheid had. In de gemeente
raad vond men het Vossemeerse
rapport over de waterleiding
(kritiek) maar een onduidelijk
verhaal, maar wilde ook wel er
kennen, dat de ogen geopend zijn
voor de nadelen van de waterlei
ding. Raadslid Carels wilde de
huur van de hurgemeesterwoning
met 50,— verhogen en dat be
tekende 350,— per jaar. Dat
zat niet glad bij burgemeester
Dronkers. Het voorstel werd met
2 tegen 3 stemmen verworpen.
Alleen de heren Carels en Van
Westen waren voor en de burge
meester mocht niets zeggen. Toen
het om telefoonvergoeding ging
voor de burgemeester, die een
rechtstreekse verbinding had met
de dokter en waar de ingezetenen
dan kwamen vragen te bellen,
was raadslid Carels tegen. Hij
verweet de burgemeester dat hij
bitter werd en voegde er aan toe:
als men een adder op zijn staart
trapt, spuwt hij vergif. Er staat
niet bij, dat het raadslid Carels
werd vervolgd vanwege beledi
ging van de burgemeester. In dit
opzicht heeft de heer Baerends
een makkie, ondanks CNC.
De Rozemarijnstraat kreeg een
nieuwe bestrating, evenals het
plein voor de school. Aan de heer
A.P. Bil uit Sint Annaland wordt
toegestaan een cursus landbouw
onderwijs te geven in de Poort-
vlietse school. Daarvoor zal dan
een elektrisch lichtpunt worden
aangelegd, al voelde een deel van
de raad ervoor om e n goedkope
re petroleumlamp als lichtvoor
ziening te bezigen. De Sint An-
nalandse raad benoemde 50 jaar
geleden tot grafdelver de heer P.
de Graaf en tot ontvanger voor
het kaaigeld, waarvoor 32 sollici
tanten waren, de heer A.M.L.
Weijler. Er werd toen een nieuwe
straat gedoopt: de Julianastraat.
Aan de Bierensstraat werd een
nieuw postkantoor gebouwd. In
de eerste novemberweek brak er
te Sint Maartensdijk brand uit in
de landbouwschuur van de heer
W.M. Langejan. Er konden
slechts 2 van de 13 koeien worden
gered.
In Italië bralde Mussolini steeds
luidruchtiger.
In 1814 telde de gemeente St. Maartensdijk 1378 zielen. Dit aantal was honderd
jaar later verdubbeld tot iets meer dan 2800 inwoners. Dit was tevens het
grootste aantal voor de laatste Wereldoorlog. Hierna is de bevolking tot in de
zestiger jaren gestadig afgenomen. Tegenwoordig zijn er ruim 3300 inwoners.
De bevolkingsgroei die in de vorige eeuw gemiddeld zo'n 14 personen per jaar
was, en de grote armoede als gevolg van misgewassen en de grote landbouw
crisis van 1878-1895 hadden diepgaande gevolgen voor de woongelegenheid.
Hier zowel als elders werden soms op zeer ongelukkige plaatsen arbeiderswo
ningen gebouwd, meestal op open plaatsen en achter-erven in de bebouwde
kommen. Van een planmatige aanpak van het woningprobleem en de aanleg
van straten door de gemeenten was nog geen sprake.
Het bouwen van woningen was partikulier initiatief. De nieuwe straten en
steegjes, meestal nauwelijks verhard, waren partikulier eigendom. Het kwam
voor dat huizen met een groot achtererf werden gekocht, teneinde een gedeelte
als bouwgrond te onttrekken, waarna het geschonden perceel weer van de hand
werd gedaan. Zo ontstonden te St. Maartensdijk een aantal buurten met huisjes
aan zeer smalle paden en steegjes, waar men elkaar ternauwernood kon passe
ren. Een voorbeeld hiervan is de Ark. Deze door de volksmond gegeven naam
doet direkt vermoeden hoe vól en beftauwd het was. De eersteles woningen
werden hier in 1835 in de tuin van timmerman Jasper Soons gebouwd. Een
ander voorbeeld is de voormalige spuikom achter de haven (de ruimte bij de
huidige weegbrug) waar in 1856 en 1857 de eerste woningen werden gebouwd.
Weldra stonden hier meer dan 40 arbeiderswoningen die met hun daken nau
welijks boven de omringende dijken uitstaken. Deze buurt werd bekend als de
Kleine Kaay. De steegjes en woningen op de Keethil achter de bebouwing langs
de haven dateerden uit dezelfde tijd.
De woningen in de Blauwstraat werden in de zeventigerjaren gebouxyd. In het
noordelijk deel van de smalstad lag de Vijf Zinnen. Het gevoel, het gehoor, het
gezicht, de reuk en de smaak waren het enige wat de bewoners van dit straatje
bezaten.
Het js duidelijk dat deze buurten met zeer gebrekkig sanitair en alleen put- en
welwatershaarden van besmettelijke ziekten waren. De gemeenteverslagen uit
de tweede helft van de vorige eeuw verstrekken onder meer gegevens over de
gezondheid. Dit medisch gedeelte is nogal "zonnig" gesteld. Er werd meestal
vermeld dat de gezondheidstoestand gunstig was. Het verslag van 1866 ver
meldt dat deze niet ongunstig was. Daaronder volgt dan dat de landelijke,
cholera-epidemie ook St. Maartensdijk had getroffen. Van de 66 lijders aan
deze ziekte, die bijna allen aan de KJeine Kaay woonden, bezweken er 36. Dat
jaar was het sterftecijfer 3,4%. (Tegenwoordig is dat ca. 1%). Volgens het
jaarverslag van 1873 stierven er in augustus en september 1873 plotseling 21
kinderen beneden het jaar aan verschillende ziekten(ruim 1 op 5). De overige
jaarverslagen uit die periode vermelden dat er sporadisch gevallen waren van
typhus en difterie, die soms één of enkele slachtoffers eisten. Wel maakte de
verslaggever zich zorgen over het feit, dat men door het veelal goedaardige
karakter der ziekten de geneesheer niet riep.
Zoals het hier was, zo was het ook elders in Nederland. Het had tot gevolg dat in
1902 de Woningwet van kracht werd, die de gemeenten invloed gaf op de
kwaliteit van de huizen. Ondermeer de onbewoonbaarverklaring en het verle
nen van bouwvergunningen werden hierin geregeld. Op planologisch gebied
kreeg de gemeente verplichtingen. Snel groeiende en grote plaatsen moesten
zelfs uitbreidingsplannen vaststellen. Een ander gevolg was de samenstelling
van de gezondheidscommissie voor het eiland Tholen, waarin een arts, de
veearts, bouwkundigen en een partikulier zitting hadden. Jhr. J. van Vreden-
burg was o.m. jarenlang lid van deze commissie.
De commissie ging voortvarend te werk en begon in 1904 met een onderzoek
van alle woningen met drie kamers of minder. In het totaal werden er op het
eiland 2661 woningen onderzocht. Eind 1906 werd het verslag van dit onderzoek
openbaar gemaakt. De conclusie van het rapport was dat men op ruime schaal
tot onbewoonbaarverklaring zou moeten overgaan, doch dat dit door de nij
pende woningnood eerst zou kunnen, wanneer er vervangende woningen zou
den zijn gebouwd. Te St. Maartensdijk was de toestand het slechtst.
In deze plaats werden 497 woningen onderzocht, waarvan er 63 geen erf hadden
en er 263 uit 1 vertrek bestonden. Het gemiddeld aantal bewoners van deze
huizen was 4,49. Belangwekkend is ook de hoogte van de vertrekken; in 343
huizen was deze minder dan 2,25 m; de eis was 2.65 m.
Per volwassen inwoner hadden 168 woningen te St. Maartensdijk minder dan
10 m3 lucht.
Hier zowel als elders op het eiland was het gebruikelijk (80%) dat men de
beschikbare ruimten, zowel als slaapvertrek, als woonkamer, keuken en winkel
gebruikte. Verder sliep 15% op zolder. Het aantal gemeenschappelijke privaten
was het grootst te Oud-Vossemeer en St. Maartensdijk, respectievelijk hadden
dit 196 en 155 woningen. Dit was in strijd met alle begrippen der gezondheids
leeren der Welvoegelijkheid aldus het verslag. Voor de watervoorziening was
men hoofdzakelijk op regenbakken en/of welputten aangewezen. Te St.
Maartensdijk hadden 122 woningen alleen een regenton. Men moest dan ook
water kopen waarvoor sommen van 5, 10 of zelfs 20 gulden per jaar moest
worden betaald. (De waterleiding op het eiland Tholen werd in 1923 geopend).
Ten aanzien van de varkenshokken en mestverzamelplaatsen, die de voor
naamste oorzaak van de bodemverontreiniging waren (welputten), stak St.
Maartensdijk eilandelijk gezien gunstig af. Slechts 41% van de onderzochte
woningen had een dergelijke inrichting. In St. Annaland was dit bijna 78%.
De gezondheidscommissie kwam tot de conclusie dat er toestanden waren die
dringend verbetering eisten. Zelfs al zouden de eisen niet te scherp worden
gesteld, dan zouden er te St. Maartensdijk 80 woningen onbewoonbaar ver
klaard moeten worden. Dit was voorlopig echter nog niet mogelijk, omdat er
een ware woningnood bestond. Er zouden eerst vervangende woningen ge
bouwd moeten worden.
r -
-
f-TV
St. Maartensdijk in 1930. Op de voorgrond de Keethil. Boven de in 1921 gedempte spuikom zijn de vele rijen huisjes te zien van de Blauwstraat en de Ark.
Foto KLM Aerocarto.
Naar aanleiding van de recente sloop van woningen aan de Westkerkseweg te
Scherpenisse en in de Wilhelminastraat te Sint-Maartensdijk gaat de Thoolse
gemeente-secretaris J.P.B. Zuurdeeg in bijgaand artikel in op de huisvesting te
Sint-Maartensdijk rond de laatste eeuwwisseling. Mogelijk geeft dit een wat
eenzijdig beeld van de toestand, want vaak treft men over dit soort zaken alleen de
negatieve kanten in de archieven aan. Over een hechte band tussen de buurtbe
woners, gemeenschapszin en burenhulp, vindt men zelden iets in de archieven. Het
goede wordt zelden schriftelijk vastgelegd.
In de periode dat de kleinsten weer in de sinterklaasgeneugten ronddolen en
van allerlei verhalen te horen krijgen, moet ik voor de peuters opkomen. Ze zijn
vaak minstens zo intelligent als de ouderen, die zichzelf vaak nog meer pogen
wijs te maken dan ze om deze tijd de jeugd proberen te doen. Het verhaaltje van
het glimwormpje bewijst echter de logica van de jeugd.
Op een late najaarsavond,
Loopt een man met kalme pas,
Met zijn zoontje aan het handje
Door het reeds verdorrend gras.
In de kruinen van de "bomen
't Klinkt het mysterieus geluid
Van de slaperige vogels,
't Ventje praatte honderd uit.
Pappie, kan een vogel gapen?
Pappie, zingt een duifje mooi?
Klaut'ren eekhoorns net als apen
Toen in Artis, in die kooi.
Plots'ling straalt heel zijn gezichtje:
En het kameraadje roept:
"Pappie, kijk eens naar dat lichtje,
Dat daar ginds te gloeien staat.
"Da's een glimwormpje m'n baasje",
Zegt de voortstappende man.
"Opz'n rug heeft hij een kaarsje
Waarmee hij prachtig schijnen kan
Nadat het even heeft geschenen
Dooft het lichtje plots'ling uit
't Lampje is nu weer verdwenen
Pappie stapt opnieuw vooruit,
't Ventje laat zijn lipje hangen
"Pappie", zegt hij tot de man
Weet u waarom dat die glimworm
Plots nu niet meer schijnen kan?
Maar opeens daar wordt het duid'lijk
In zijn kleine jongensbrein
"Pappie, zou er in die glimworm
Soms een stop gesprongen zijn?"
Met sinterklaasgroeten van Jan.
Mensen die van elkaar houden, laten
elkaar niet vallen. Dat is eigenlijk het
hoofdthema van de bij Bruna in Utrecht
verschenen jeugdroman van Sue Ellen
Bridgers. Een verhaal zoals er wel meer
zijn, maar met een toch aparte bekoring.
Casey logeert bij haar grootouders om
dat haar vader in Korea vliegt en haar
moeder werkt. Ze sluit hechte vriend
schap met een geestelijk wat achtergeb
leven man. Het is ook het verhaal van
Pansy en Hazard, die elkaar op middel
bare leeftijd leren liefhebben. Men be
grijpt het al, geen kinderboek, maar een
roman voor de wat oudere jeugd. Pa
perback 18,90.
Een wat bijzondere titel, ook een niet
maar gewone roman van Maria Erlen-
berger, wier boek bij Hollandia in Baarn
verscheen. De schrijfster pakt het thema
van haar vorige roman "Honger naar
waanzin" weer op, maar nu beschrijft ze
vooral haar strijd met de overheidsin
stanties, omdat ze haar zoon zelf wil
onderwijzen en niet aan de school wil
overleveren, die naar haar mening
maatschappelijke codes als angstaanja
gend stempel op hem zal drukken. De
belangrijkste onderdelen van het boek
zijn dan ook haar manier van onderwij
zen, haar zwangerschap en het sterven
sproces van haar grootmoeder. Het is
minder somber dan het hier allemaal zo
lijkt, maar serieus zeker wel. 29,50 in
de erkende boekhandel.
De Haagse Kadé Bruin belandde na
vijftien jaar Californië in Apeldoorn.
Met zijn aforismen onder bovenge
noemde titel schiet hij raak. Een paar
citaten "De stookkosten gaan anders
ook niet in je kouwe kleren zitten". Of
"Een stapje terug is een schrede voor
uit". Of "De zwammen sterven uit, maar
het zwammen is springlevend. 64 pagi
na's 9,90. Er valt wel van te genieten.
Het verscheen bij Hollandia te Baarn en
ligt in de boekhandel.
Een thriller van het eerste soort (schrij
ver Robert L. Duncan, die al eerder
kwam met het bekende van "De fuji-
order". Het verhaal speelt in een Japan
se haven, waar een grote tanker in de
baai koerst. Plotseling een lichtflits, het
water stond in brand. Een vuurstorm op
weg naar de kust. Binnen een paar mi
nuten stonden stad en omgeving in lich
te laaie. Wie kon daaruit ontsnappen.
Maar de man die getuige is van die ont
zetting, de vicepresident van de
scheepswerf, komt in groot gevaar. Hij
heeft te veel gezien en wordt het doelwit
van Japanse ambtenaren, die een prijs
op zijn hoofd hebben gezet. Zo raakt
Corwin betrokken bij een sinister kom-
plot dat een nationale ramp zal veroor
zaken. Een met vaart en veel spanning
geschreven verhaal, zoals dat bij een
thriller hoort. Uitgave van Bruna en de
paperback kost 19,90.
Wie dit boek leest werpt een blik achter
de schermen van het internationale
luchtverkeer. Wie wel eens vloog, zal het
zeker willen lezen en die dat nog niet
deed, zal het verhaal van Brian Moyna-
han, ^e medewerker van de Sunday Ti
mes met grote interesse en spanning
volgen. Wat komt er allemaal niet kijken
bij een vlucht vanaf een grote luchtha
ven. Vergeet daarbij ook de smokkelaars
niet, die pogen van diamanten tot drank
door de douane te komen zonder in
voerrechten te betalen. Er staat in hoe
het luchtvaartpersoneel zijn dagen
doorbrengt, hoe de bagage van de pas
sagiers wordt ontvreemd, hoe het
vluchtcontrolesysteem werkt, welke
maatregel een vluchthaven neemt als er
iets mis gaat, welke vliegvelden gevaar
lijk zijn, over kaping, kortom een reuze
informatiegids voor iedereen die wel
eens vliegt, dat geregeld moet doen of
gewoon iemand, die over heel dat vlieg-
wezen meer wil weten. Met het boek van
Moynahan komt hij alles te weten, wat
belangrijk is op dit gebied. Zilveren
vleugels is een uitgave van Bruna en kost
24,90.
Dat is een bundel religieuze poëzie uit
zeven eeuwen, samengesteld door J. van
Delden. De nadruk ligt op de laatste
honderd jaar. Een gevarieerde en lees-
hare selectie uit vele gedichten, geïnspi
reerd op bijbelse figuren, gebeurtenis
sen, chr. feestdagen en persoonlijke
godsdienstige ervaring. Wat minder
zoete stichtelijkheid, maar wel poëzie
van een Maria de Groot, Paul van Os-
taijen en Huub Oosterhuis. Het boekje is
een uitgave van Walraven b.v. te Apel
doorn en verscheen in de zilverschoon-
reeks voor 12,50.
De auteur, Nic. Beets was zelf werkzaam
als krijgsgevangene aan de Burma-
spoorlijn. Het verhaal heeft een jonge
Nederlandse beroepsmilitair tot hoofd
persoon. De voettocht naar Konkoita bij
de Drie Pagoden Pas met de dood voor
ogen. verlost militair Van Rees uit zijn
jarenlange isolement. De auteur werd in
1915 geboren, studeerde aan de genees
kundige hogeschool in Batavia en nam
begin 1942 als officier van gezondheid
deel aan de gevechten tegen de Japan
ners op de vliegbasis Kali Djati. Als
krijgsgevangene, kwam hij in verschil
lende kampen terecht en werkte aan de
beruchte dodenspoorweg door Thailand
en Burma. Na de oorlog repatrieerde hij
als scheepsarts naar Nederland en pro
moveerde op het proefschrift "De grote
jongen", dat meerdere herdrukken
kreeg. Zijn ervaringen in Thailand vor
men de achtergrond van het nieuwe
boek. De moeite waard. Een uitgave van
Hollandia te Baarn, paperback 17,90.
De schrijver was jarenlang als journalist
verbonden aan het weekblad Stern en
Reinhart Stalmann schreef graag over
psychologische en medische onderwer
pen. In het boek dat als ondertitel heeft
"de verborgen band tussen geest en li-
chaam"worden een aantal therapiefrag
menten besproken, zoals de auteur die
in zijn praktijk meemaakte. Het lijkt een
moeilijk onderwerp maar is toch voor
groot publiek geschreven met vlotte
schrijfstijl, logische opbouw en spre
kende voorbeelden 24,90 een uitgave
ook van Hollandia te Baarn en verkrijg
baar in de erkende boekhandel.
De Blauwstraat gezien in de richting van de Ark. Foto van 1928.
Nog voordat het rapport openbaar was geworden stelde de gemeente in 1905
grond beschikbaar aan het Kaadje (thans Oostsingel) om hier met behulp van
een op te richten woningbouwvereniging woningen te stichten. De vereniging
kwam echter niet van de grond. Voor het terrein werd een bouwplan - het eerste
te St. Maartensdijk vastgesteld, waarna de percelen beschikbaar werden gesteld
voor de bouw van arbeiderswoningen. In 1907 stonden hier reeds 20 woningen.
Nadat er een aantal jaren weinig gebeurde, bracht de gezondheidscommissie
wat meer gang in deze zaken. Nogmaals werden alle woningen op de Keethil en
de Kleine Kaai opgenomen. Het had tot resultaat dat 15 woningen in 1910
onbewoonbaar werden verklaard en dat een groot aantal huiseigenaren werd
aangeschreven hun woningen te verbeteren. Nog hetzelfde jaar kon de ge
meente direkt naast de bebouwde kom grond aankopen van jhr. J. de Casem-
broot. In het totaal zouden hier 47 woningen gebouwd kunnen worden. Zo
ontstonden het Bosje later Bosstraat genoemd en Achter 't Bosch.
Het jaar daarop kocht de gemeente in de ParochiePapenhoek (Bleekveld) aan
de oostkant van St. Maartensdijk 60 aren grond, waarvoor onmiddellijk een
stratenplan werd vastgesteld. Hier ontstonden de Wilhelminastraat en de
Zuidsingel.
Daar het partikulier initiatief inzake de woningbouw onvoldoende was, besloot
de gemeenteraad in 1912 in de beide bestemmingsplannen 43 woningen te
bouwen. Nog hetzelfde jaar werd de bouw van 12 woningen in Achter 't Bos
aanbesteed. Het werden de typen A, B en C die de gezondheidscommissie had
aanbevolen. Ze werden evenals de hieronder genoemde huizen met rijksvoor
schotten gebouwd. In 1913 kwamen nog eens 13 woningen gereed. De laatste 18
woningen van dit bouwplan werden aan de Zuidsingel en de Wilhelminastraat
gebouwd. Deze kwamen in juli 1914 gereed. In deze laatste straat werden ook in
1918 woningen gebouwd. De huren werden op 90,— per jaar gesteld en
bedoeld voor mensen met jaarinkomens van 400 tot 600 gulden. Driejaar later
werden nog eens 10 woningen aan de Bosstraat gebouwd. Indien deze door
partikulier^n zouden worden gebouwd, dan zouden de huren 288,— zijn
gweest tegen 110,—die nu betaald moest worden. Hetzelfde jaar werd
besloten nog een woning aan de Bosstraat te bouwen. Het werd de 64ste en
laatste gemeentewoning, die voor de laatste Wereldoorlog werd gebouwd.
Inmiddels Vas de gemeente overgegaan tot de ontruiming en afbraak van 38
van de 40 woningen aan de Kleine Kaai, die door een te lage ligging, vocht en
onvoldoende afvoer van hemel- en huishoudwater en slechts ontsloten door
smalle paadjes de gezondheid bedreigden. De eerste woningen werden hier in
1914 afgebroken. De helft van de eigendommen moest onteigend worden,
hetgeen twee jaar duurde en hoge proceskosten vergde. De twee laatste wo
ningen werden in 1920 gekocht. Hét jaar daarop werd deze voormalige spuikom
gedempt. De grond was toen zo duur, dat de gemeente verschillende malen
heeft geweigerd hier huizen te laten bouwen. Een deel van de kosten ontving
men echter terug in de vorm van liggeld voor suikerbieten. Het was het eerste
saneringsplan op het eiland Tholen.
Na de laatste Wereldoorlog telde St. Maartensdijk naast een aantal verspreid
liggende slechte woningen, een drietal buurten met slechte en uiterst slechte
woningen. Eind 1965 kreeg het saneringsplan "Kom St. Maartensdijk" vastere
vormen. Er was reeds een begin gemaakt met de aankoop en sloop van de vier
rijen woningen aan de Ark en de Blauwstraat, die rug aan rug waren gebouwd.
Met Blauwstraat, Korte Vest en Schoolstraat erbij moest de gemeente in totaal
89 panden of gedeelten hiervan verwerven. Voor de Vijf Zinnen en de Keethil
waren dit respectievelijk 35 en 67 panden. De verwerving en afbraak was in 1974
voor een groot deel voltooid.
Zeer recent zijn de bestemmings/saneringsplannen Achter 't Bos, vastgesteld in
1975, dat op het ogenblik in de laatste fase verkeert en het dit jaar vastgestelde
plan Wilhelminastraat. De woningen die in de beide laatste plannen zijn afge
broken zijn rond de zestig jaar oud geworden.
Al met al zijn er een aantal voor St. Maartensdijk karakteristieke buurten
verdwenen. Uit het oogpunt van de huisvesting is dit positief. De voormalige
bewoners van deze buurten kennen misschien echter ook negatieve kanten.
J.P.B. Zuurdeeg, gemeentearchivaris.