Zilveren medaille voor
jachtopzichter Lindhout
Koninklijk zilver voor
oudheidkundige EJasperse
In Haestinge kwam ook Dronten,
Indonesië met Van Agt en herrie in het
kippenhok even aan bod
Koninklijk goud voor juffrouw
Hendrikse
V. D. SAIMDEIM
4 x beter
KAA BEE
Donderdag 1 mei 1980
EENDRACHTBODE
9
WONINGINRICHTING
Schijnwerper
Driftig mens
Romeinen
V. D. SANDEN GAAT VERDER
!0P THOLEN MET VOLLEDIGE SPIRIT I
[★de grootste collectie!
[kamerbreed tapijt]
|op voorraad]
deskundig advies
I* snejle levering]
■jgoed servicer
beslist!
|de laagste prijzen!
Ook beheerder van natuurgebied De Pluimpot
Onophoudelijke drang om iets uit het verleden te vinden
DE ZAAK WAAR VAKWERK
EEN BEGRIP IS
VLOERBEDEKKING
GRATIS GELEGD
Uitmuntend
Grote eer.
Zin gekregen.
10 St.-Maartensdijk 01666-3288
Oud-opzichter P. Jasperse uit St. Maar
tensdijk had dinsdagmorgen in het ge
meentehuis nog maar net Koninklijk zil
ver gekregen, of hij zat al op zijn praat
stoel. Zijn vroegere collega's van ge
meentewerken, andere ambtenaren, het
college van b en w en familieleden kregen
in de trouwzaal niet zomaar een ver
haaltje te horen. Nee, dhr. Jasperse
deelde mee, onlangs ontdekt te hebben,
dat er 200 jaar voor Christus mensen op
Tholen woonden.
Burgemeester E. Baerends was nog
maas enkele dagen in het gemeentehuis,
toen hij kennis maakte met dhr. Jasper
se, die wat wilde laten zien en ook wat
vertelde over de geschiedenis van Tho
len. "Dat heeft toen al direct mijn grote
beüondering gewekt, want zelf heb ik
ook gevoel voor de oudheid en alles wat
met de geschiedenis samenhangt. Met
veel enthousiasme sprak dhr. Jasperse
toen ambitieus over zijn vondsten. Hij
bleek een boeiend verteller, maar een
ding is misschien minder goed; hij weet
niet van ophouden. Hij heeft een onop
houdelijke drang om iets uit het verle
den te vinden. Bij slecht weer met laar
zen en bij mooi weer in het zwem
broekje, stond Jasperse in de modder
van de Oosterschelde. Met zijn fraaie
vondsten heeft hij vele stukjes geschie
denis aan elkaar weten te breien. Daar
om was Uw werk van zeer grote waarde.
U hebt een tipje van de sluier opgelicht,
waardoor we indrukken van de vroegere
samenleving kregen. Daarvoor is de ge
meenschap u bijzonder dankbaar", zei
de burgemeester.
Hij zei verder, dat dhr. Jasperse mede
oprichter was van het streekmuseum,
dat nu een onmisbare rol vervult. Te
vens legt hij de jongste geschiedenis vast
in foto boekjes, op populaire wijze ge
schreven. "U hebt nog meer werken die
waard zijn om uitgegeven te worden",
zie dhr Baerends. Dhr. Jasperse is sinds
1955 correspondent voor de rijksdienst
voor het oudheidkundig onderzoek in
Zeeland en sinds 1957 lid van het
Zeeuws genootschap der wetenschap
pen. Het eerste betekende een 25-jarig
jubileum en daarom vond de burge
meester het een goede reden om de
schijnwerper op dhr. Jasperse te richten.
Hij is zeer actief bij het oudheidkundig
onderzoek en levert zeer gewaardeerde
bijdragen. "Voor deze hobby - die meer
dan een hobby is geworden - hebt u toch
altijd tijd kunnen vinden naast uw werk,
waarin u mooie en moeilijke tijden be
leefde", zei de burgemeester. Dhr. Jas
perse nam na een veertigjarige loopbaan
in juni 1978 afscheid als technisch amb
tenaar I van de gemeente Tholen. Hij
begon in 1937 als opzichter in St. Maar
tensdijk en kwam in 1943 in dienst bij de
centrale dienst voor bouw- en woning
toezicht Noord- daar werkte hij tot aan
de opheffing van de centrale dienst in
1973, vervolgens was dhr. Jasperse tot
aan zijn pensionering werkzaam bij ge
meentewerken Tholen. Op kerkelijk ge
bied maakte hij zich van 1956 tot 1969
nog verdienstelijk als notabel van de
hervormde gemeente.
De burgemeester was blij, dat degenen
die voorheen met dhr. Jasperse samen
werkten, door hun aanwezigheid extra
luister wilden bijzetten aan de plechtig
heid. Wethouder C.J.Moerland, die
sinds 1954 met dhr. Jasperse had ge
werkt, herinnerde aan de opbouwperio-
de.na de ramp, toen men mocht bou
wen, zonder tekeningen in te dienen,
dhr. Moerland had districhtsopzichter
Jasperse toen als een driftig mens leren
kennen, die hij nu graag namens het ge
meentebestuur de draagmedaille over
handigde. Dhr. Jasperse vond, dat hij
voor een onverwachte verrassing ge
plaatst was. Hij zei dat iets ouds (zijn
belangstelling voor de oudheidkunde)
had geresulteerd in iets nieuws (de me
daille). Dhr. Jasperse meende, dat de
burgemeester aardig aan 't grasduinen
was geweest in zijn loopbaan, maar dat
onderzoek was hem niet vreemd.
"We kunnen de geschiedenis van Tho
len nu tot aan het begin, de bewijzen
daarvoor liggen even buiten de dijk van
de Noordpolder. Midden op Tholen, in
de omgeving van de Vrouwendijk, heb
ben Romeinen gewoond, maar de kern
van de bewoning is verloren gegaan.
Gelukkig kunnen we ook scherven de
termineren. Uit gevonden aardewerk is
gebleken, dat de Romeinen misschien
twee eeuwen op Tholen vertoefd heb
ben", aldus dhr. Jasperse. Hij liet nog
weten, dat een sieraad uit het Latinaire
tijdperk destijds het enige gave exem
plaar was in Nederland, maar bij een
tentoonstelling in Poortvliet sprong men
er wat onvoorzichtig mee om. Wat de
hamerbijl in de Noordpolder betrof, zei
dhr. Jasperse dat die maar op 60 cm
diepte gevonden was, zodat het weten
schappelijk niet klopte. "Toch zijn het
allemaal merkwaardige dingen voor
Tholen. M'n zuster zei wel eens, als je zo
doorgaat, ga je nog op Hollestelle lijken,
maar ik pas er wel voor op. om op Tjerk
Vermaning (de Drenthe amateurar-
cheoloog die voor de rechter kwam) te
gaan lijken", zei dhr. Jasperse. Hij zegde
de burgemeester toe, hem van alle
vondsten op de hoogte te zullen houden,
wat vólgens de monumentenwet ook
verplicht is. v
Dhr. P. Jasperse uit St. Maartensdijk
werd door burgemeester E. Baerends
onderscheiden met de zilveren medaille
verbonden aan de orde van Oranje Nas-
Advertentie IM
"Deze onderscheiding doet me bijzonder
goed. Ik dacht altijd dat die medailles
alleen bestemd waren voor politici en
hooggeplaatste personen en niet voor
een armzalige jachtopziener". De 76-
jarige Joh. Lindhout uit St. Maartens
dijk was er verguld mee, toen hij dins
dagmorgen in zijn woning aan de Wout-
hoekweg uit handen van burgemeester
Baerends de zilveren medaille, verbon
den aan de Orde van Oranje Nassau
kreeg.
Dhr. Lindhout begon zijn loopbaan als
jachtopzichter in 1929 bij wijlen ir. G.
van Haaren te Antwerpen. Tegelijk
werd hij onbezoldigd rijksveldwachter,
welke functie hij nog steeds uitoefent,
dus meer dan 50 jaar. Dhr. Lindhout
was van 1954-1968 in dienst bij de com
binatie Geluk Mol, waarna zijn werk
gever wegens zijn lichamelijke conditie
tengevolge van de oorlog en inundatie
het jachtveld overdroeg.
Dhr. Lindhout is sinds 1929 lid van de
Nederlandse vereniging van Jachtop
zichters afdeling Zeeland, waarvan hij
van 1952-1970 voorzitter was. Hij was een
ALLE SOOR I EN
Zuid-Oostsingel 43 Tel. 34368
BERGEN OP ZOOM
advertentie 1M
voorbeeld voor velen van de vereniging,
daar dhr. Lindhout nooit een vergade
ring heeft gemist tijdens zijn voorzitter
schap.
Vanaf 1961 tot heden is hij toezichthou
der voor het Staatsbosbeheer van het
natuurreservaat De Pluimpot bij St.
Maartensdijk.
De burgemeester prees dhr. Lindhout
voor zijn persoonlijke inzet een goede
wildstand te behouden. "U was een uit
muntend en plichtsgetrouw opzichter,
die altijd voor iedereen klaar stond. U
had enorm goede contacten en gevoel
voor humor. Op jagersfeesten liet u zich
niet onbetuigd met worstjes eten.
U hebt ook veel goeds verricht in het
prachtige gebied van de Pluimpot. We
hebben voor dat .alles erg veel waarde
ring, want u hebt er een stuk bezieling in
gelegd", zei de burgemeester. In zijn
dankwoord kwam dhr. Lindhout al
gauw met enkele jachtverhalen. Hij wist
nog precies op welke dag, datum en jaar,
welke stropers aangehouden werden.
Dhr. Lindhout probeerde altijd eerst
wat met zachte hand te bereiken, maar
voor lichtbakstropers had hij geen par
don. Daarvoor vielen toen flinke boetes.
Dhr. Lindhout herinnerde zich nog het
slechte hazenjaar 1928, maar ook de re
cordvangst in 1960 van 220 hazen. De
wildstand loopt nu verder achteruit door
het verkeer en de grote landbouwwerk-
Het leek maandagavond in Haestinge geen echte politieke bijeenkomst. Daarvoor
was ook een te breed scala van maatschappelijke onderwerpen aan de orde, onderge
bracht bij het ministerie van CRM. De regionale CDA had uitnodigingen even
breedvoerig gelanceerd dan er onderwerpen op tafel kwamen. Met name de organi
saties en instellingen, die vrijwel allemaal met CRM van doen hebben, waren als
gasten van de partij.
Met een CDA bewindsvrouwe in het midden, kan dat op kosten van het CDA - bedankt
voor de koffie - echter ook weer niet helemaal neutraal aflopen. Daarom kwam toch
ook de uitlating van minister-president Van Agt tijdens zijn bezoek aan Indonesië
even aan de orde. En de dissidenten in Dronten. Het gaat immers niet om brood
alleen.
Een linke voorzitter E.Ph. Nieuwkerk wierp de knuppel in het hoenderhok. Minister
Gardeniers wond er geen doekjes om.
gens niet dat het voor de politiek be
langrijk is dat het CDA is ontstaan, maar
ieder kan wel weten, dat men in tijden
van nood meer kan doen op grond van
een levensbeschouwing. Het is niet een
voudig, maar wel christelijke opdracht
het eigen belang ondergeschikt te ma
ken. Ze gaf voorts nog een toelichting op
de betekenis van C.D.A., maar wilde
geen ledenwerving om het getal groter te
maken, zonder de zekerheid, dat men de
overtuiging ook wilde uitdragen. Doe
het dan maar niet, was de openhartige
mening van memevrouw Gardeniers,
die zoals elders valt te lezen tijdens het
discussie-uurtje niet voor een gat ge
vangen zat.
tuigen. Dhr. Lindhout had zijn werk al
tijd met groot genoegen gedaan - steeds
op de fiets - en hij hield er plezierige
contacten aan over. "Als ik er niet meer
uitkan, ben ik van streek", zegt de
Smerdiekse jachtopziener, die men ho
pelijk op de fiets nog dikwijls zal tegen
komen. Nu met een zilveren medaille
op-
De plechtigheid werd bijgewoond door
vertegenwoordigers van de vereniging
van jachtopzichters, de Thoolse jagers
vereniging en staatsbosbeheer. Mevr.
Baerends, die haar man bij alle vier
lintjes vergezelde, was ook in huize
Lindhout present.
Burgemeester Baerends wenste Jach
topziener Joh. Lindhout uit St. Maar
tensdijk geluk met het koninklijk zilver,
dat hij even tevoren had opgespeld. Ver
tegenwoordigers van de Vereniging van
Jachtopzichters en Staatsbosbeheer kij
ken toe.
Zo vond mevrouw Gardeniers, dat maar
één krant het vraaggesprek met Van Agt
volledig en daarom juist had weergege
ven. Het is het goed recht van de media
om het maar ten dele te doen, maar dan
moet je de uitlatingen ook tot de juiste
proporties terugbrengen. Het is nu een
maal zo, dat voor het eerst sinds de oor
log een tweepartijen kabinet het bewind
voert. Ik heb, zo vervolgde mevrouw
Gardeniers de beantwoording over uit
lating van dhr. van Agt in Indonesië, in
tegenstelling met de minister-president
geen ervaring in een samenwerking met
de PvdA. Kan dus alleen over de huidige
coalitie praten. Nou, dan kan ik vol
mondig met de heer Van Agt meegaan,
als hij stelt, dat er een goede samenwer
king bestaat in het kabinet. Uiteraard
met meningsverschillen en andere in
zichten, maar steeds een blijvend colle
giaal overleg. Nou, dat heeft de heer
Van Agt in Indonesië laten uitkomen en
ik kan me daar goed in vinden. Even
begrijpelijk vond ze de uitlating van de
ministerpresident, dat hij een volgende
verkiezingsronde weer best mee wil
doen, als hem dat wordt gevraagd, zelfs
als dat verzoek er is, dan ook om als
lijsttrekker te fungeren. Het zou toch een
beetje vreemd hebben geklonken, als hij
in dit stadium zou zeggen nergens meer
van te willen horen, als je je toch weer
voor de politiek beschikbaar stelt. Als
het vraaggesprek volledig was weerge
geven, zoals een krant dat deed, had
wellicht niemand er iets over gezegd.
Zou men buiten het kippenhok niet in
vermeende paniek zijn geraakt, want in
het kippenhok zelf werd er vrijwel niets
verstoord, zo vroeg mevrouw Garde
niers zich af.
Naast Indonesië kwam ook Dronten op
de proppen in Haestinge. Daar was het
immers, dat een aantal partijen het CDA
programma "niet bij brood alleen"
vooral accentueerden op de kernener
gie-bezwaren.
Vanuit de zaal was er de vraag of men
zoiets kan en moet hebben als in de na
tionale CDA bijeenkomst te Dronten
gebeurde. Mevrouw Gardeniers ant
woordde dat met name politiek vanuit
een levensovertuiging zelden door
iedereen volledig wordt gedeeld. Daar
om begin ik altijd maar liever met waar
we het wel over eens zijn. Nou dat is in
onze partij zeker, dat we alles moeten
trachten te doen om de kernenergie
(bewapening) terug te dringen, want
onze basis in het beginselprogramma is
o.a. vrede en veiligheid bevorderen. Een
meerderheid is vervolgens van mening,
dat we dat terugdringen moeten pogen
te bereiken via de Navo, maar dan wel
door daarin te blijven. Zeker is, dat we
als CDA afkomstig van ARP, CHU en
KVP nog naar elkaar moeten toegroei
en. Dat was ook in Dronten te beluiste
ren in de wandelgangen, zei mevrouw
Gardeniers, toen ik een paar al wat be
jaarde CHU-ers sprak. In de drie ge
noemde partijen zijn er heus ook nog
wel, die niet zo gelukkig zijn met het in
CDA verband samengaan. Zou men
heus mogen verwachten, dat bij zo'n
verandering iedereen meteen stond te
juichen. Bovendien moet juist op het
punt van de levensovertuiging alles kri
tisch worden benaderd, maar wel voor
op hebben staan, dat we bij elkaar willen
blijven. Als we kritiek zoeken om ver
wijdering tot stand te brengen komt het
niet uit chr. overtuiging voort. Maar
kritisch blijven vanuit die overtuiging
kan reinigend en daardoor heilzaam
werken. Mevrouw Gardeniers bleek
duidelijk ondanks of misschien juist
door Dronten het grote goed van het
CDA onderstrepen.
Mevrouw Gardeniers geloofde overi-
zijn tijdelijk. Dat de Heere daarom onze
leidsman mag zijn, zodat hij ook van
deze gebeurtenis de eer mag ontvan
gen", aldus ouderling Rijstenbil.
Ds. D. J. Budding, predikant van de
Hervormde gemeente in Scherpenisse,
bracht naar voren, dat juffrouw Hen
drikse hart had voor leerlingen die niet
zo goed meekonden. Ze heeft er veel
extra tijd aan opgeofferd. Ook in de
Hervormde gemeente hebben we
vruchten van uw werk mogen zien. Ze
duren nog voort tot op deze dag: de
meisjes en vrouwenvereniging aldus ds.
Budding, die juffrouw Hendrikse toe-
bad, dat ze de genade mocht ontvangen
om de Heere ook van deze bijzondere
dinsdag de eer te geven.
In haar uitvoerig dankwoord, zei mevr.
Dekker, dat haar een grote eer te beurt,
gevallen was. "Zo'n koninklijke onder
scheiding is geen kleine zaak. De mens
zou geneigd zijn zichtzelf op de borst te
slaan, maar ik ben eerder geneigd om
het hoofd te buigen.
De koning der koningen was het name
lijk, die me al de jaren kracht schonk om
met blijdschap mijn werk te doen. De
naam des Heeren zij geprezen", zei
mevr. Dekker.
Zij verzocht de burgemeester haar
hoogst eerbiedige dank over te brengen
aan hare majesteit. "De Heere geve Ju
liana vrede in haar levensavond en hij
zegene de nieuwe koningin Beatrix", al
dus juffrouw Hendrikse.
Ze stak niet onder stoelen of banken, dat
Vervolg van pag. 1
ze met de naam voor de school eindelijk
haar zin gekregen had.
"We hebben echter allebei onze zin,
want het schoolbestuur heeft de onder
scheiding voor elkaar gekregen. De
band is nu nog sterker aangehaald en
daarom zal het afscheid straks pijn doen.
Ik zou ook nog best in de school willen
werken, maar m'n man maakte duidelijk
dat die periode voorbij is. Mannen zijn
altijd verstandiger dan vrouwen. Ik heb
evenwel ook gezien, dat het werk uitste
kend voortgang vindt" zei mevr. Dek
ker.
Ze was blij met de aanwezigheid van
drie predikanten. Ds. M. D .Geuze uit
St. Annaland, die ze dankte voor de
steun en vriendschap en die ze de zorg
voor haar familieleden onder de aan
dacht bracht. Ten tweede ds. Budding
voor de vriendschap in Scherpenisse,
waar ze 12'/2 jaar gewerkt heeft. Ten
slotte noemde mevr. Dekker de Stellen-
damse predikant ds. van Oorschot, die
haar met liefde in de kudde had opge
nomen. "Dat verzacht het leed na wat ik
op Tholen heb moeten achterlaten", zei
juffrouw Hendrikse. Ze bracht verder
naar voren, dat op deze feestelijke mor
gen toch ook de schaduw van de ver
gankelijkheid viel. "Ook een koninklijke
onderscheiding moeten we achterlaten.
Wat zou het daarom fijn zijn, uit genade
de kroon des levens te ontvangen", zo
besloot mevr. Dekker. Uit dankbaarheid
aan de Heere verzocht ze de belangstel
lenden (schoolbestuurders, onderwij
zend personeel, broer D. Hendrikse en
de vertegenwoordigers van de kerken)
tenslotte een psalm te zingen Uw naam
moet eeuwig eer ontvangen.
In tegenstelling tot Truus Ranzijn, die van de eerste dag af zich vol ijver
op haar werk stortte en al het opgedragen huiswerk nauwgezet en
consciëntieus verrichtte, had Eefje een hekel aan de school en het werk,
dat dagelijks werd opgegeven. Dat begreep Truus niet. "Waarom ga je
er dan heen?" vroeg Truus verbaasd.
"Ik mot wel", antwoordde het kind op benepen toon. "Pa wil, dat ik
deurleer, maar ik vind er niks an. Ik ben altied bang in zo'n grote stad
als Amsterdam, met al die trams en paarden wagens en handkarren en
fietsen. En dan die nieuwe dingen, die automobielen vind ik helemaal
eng. Ik was veel liever thuus gebleven. Bij mien moeder".
"Heb je nog broers of zusjes?" informeerde Truus "verder. "Ik heb er
pas weer een broertje bij. Zo'n schat! Hij is zeven weken, maar lacht nu
al. Wies, he?"
Of dat al of niet "wies" was voor een kind van nog geen twee maanden,
wist Truus niet. Zelf hadden ze immers geen kleine kinderen thuis?
Dus haalde ze enkel haar schouders op. "Zal wel", antwoordde ze
neutraal.
In de loop der weken ontstonden er moeilijkheden met een paar kin
deren, die blijkbaar weinig zin hadden om hun huiswerk serieus te
maken. En daaronder was ook Eefje Kleinbettink uit Ilpendam. De
directeur kwam hoogstpersoonlijk in deze eerste klas en hield een
donderspeech, waarin hij waarschuwde, dat een aantal kinderen ha
kerstmis niet meer mocht terugkeren op de school, als hun cijfers zo
slecht bleven. "Hier kunnen we enkel kinderen gebruiken, die willen
leren. Hebben ze daarmee wat moeilijkheden, dan helpen wij ze, alle
leraressen en leraren zonder uitzondering. Maar wie niet wil leren,
hoort niet op deze school thuis. Jullie zijn dus gewaarschuwd!
De betrokkenen kregen een gesloten brief mee naar huis. Eefje was
doodsbenauwd voor haar vader, want ze begreep zeer wel, dat er voor
haar wat in 't vet zat, als hij de brief van school gelezen zou hebben.
Zodat Truus, in wezen goedhartig en medelijdend, besloot eveneens in
Ilpendam uit te stappen en met Eefje fnee te gaan. "Ik zal zeggen, dat ik
je wat zal helpen, hoor, maar dan moetje wel beter je best doen". De
aanwezigheid van Eefje's "vriendin" werkte enigszins gunstig voor het
slachtoffer, want onder deze omstandigheden kon de stevige smid zijn
dochter geen pak slaag geven. Hij was al lang blij, dat dit stakerige kind
uit Purmerend zijn dochter wilde helpen. Kleinbettink bracht zelf in
zijn brik de dochter van Ranzijn naar de Purmerweg, moest even
binnenkomen en als beloning een sigaar in ontvangst nemen. Want
vader Ranzijn was al lang blij. dat zijn dochter eindelijk een vriendin
netje bezat. "Breng haar maar eens hierheen", adviseerde hij Trui. "Ze
is hier altijd welkom". De vriendschap duurde precies tot de kerstva
kantie. Ondanks alle hulp van Truus Ranzijn, die alles tamelijk spe
lenderwijs leerde en dus tijd voldoende had om de trage, weinig actieve
Eefje te helpen, besloot Kleinbettink zijn dochter toch maar van die
Amsterdamse school te halen en naar de Huishoudschool in Purme
rend te sturen. Kwam er misschien nqg iets van terecht. Truus Ranzijn
werd bedankt voor de bewezen diensten. Ze kwam in dê kerstvakantie
nog één keer in Ilpendam, maar daar had de hartelijkheid en vriend
schappelijke bejegening opeens plaats gemaakt voor een kille begroe
ting. Waarna Eefje haar "vriendin" mee naar buiten nam en zei: "Ik
breng je naar de tram; die van kwart voor twaalf kun je nog wel halen.
Het is.... ik mag niet meer met je omgaan van mien moeder. Je worre
toch ook te geleerd voor me, he?"
Truus gaf niet dadelijk antwoord, al begreep ze onmiddellijk alles. Het
is omdat ik lelijk ben en dus teveel afsteek tegen de behoorlijk ge
proportioneerde Eef, die er met haar veertien jaren al vrouwelijk begon
uit te zien. Terwijl ze zelf meer leek op een aangeklede bonestaak. Wel
uitstekend gekleed, maar toch er uitziende als een wandelende kap
stok. Met het piekerige haar, dat nooit wilde blijven zitten, haar lange
spillebenen en te grote voeten. Ze kookte inwendig van woede, toen ze
uiteindelijk met een bleek, vertrokken gezicht zich naar het meisje
keerde en schreeuwde:" Maak datje wegkomt; ik kan de weg naar het
tramstation zelf wel vinden!". En zonder zich verder nog de ander met
een blik te verwaardigen, liep ze gedecideerd door.
Nog in de tram trilde ze van verontwaardiging. Toen ik dat stomme
schaap hielp met haar huiswerk, werd ik genadig toegelaten in huize
Kleinbettink: "Truusje, wil je een kopje thee? Kijk eens, Truusje, met
een lekkere zwarte bal erbij. En gaat het wat? Eefje, je moet goed
luisteren naar je vriendin, hoor?" En zo voort. Truusje voor en Truusje
na. Maar nu het mormel niet meer mee kan komen, is Truusje niet
meer welkom. Want Truusje Ranzijn is een lelijk, spichtig kind en
steekt daarom teveel af tegen de nu reeds tekenende veertienjarige
dochter van smid Kleinbettink. Van daar Vandaar het verbod van ma:
breng 'r maar naar de tram en zeg, dat ze niet meer hoeft te komen.
Eigenlijk ben ik gek geweest om zo op te draven voor dat malle kind. Ik
had vooruit op m'n tien vingers kunnen natellen, dat dit maar tijdelijk
zou zijn. Ik val immers overal uit de toon? In de klas zit ik ook alleen in
de bank. Dank zij oóze geliefde klasselerares, die graag witte voetjes
haalt bij de gesitueerde ouders en wier kinderen daarom bij haar geen
kwaad kunnen doen. Maar die dat "boerenkind", zoals Truusje Ran
zijn werd genoemd, les geeft omdat dit haar plicht is, doch voor de rest
haar links laat liggen. Van de tram af liep ze meteen door naar haar
oude school en belde aan. Even later werd de deur boven opengetrok
ken. Op het portaal stond Mevrouw van Zijl. Truus werd nu wel wat
zenuwachtig, want ze had onmiddelijk gehoor gegeven aan een impuls,
vandaar dat ze hier stond
"Ik eh... ik ben Trui Ranzijn. Is de meester er ook? Ik ben hier op school
geweest". "O juist. Wil je de meester ergens over spreken?"."Als het
kan...juffrouw..". "Goed hoor, kom maar boven".
Even later zit ze in een klein kamertje tegenover de vroegere onderw
ijzer, die haar met een blijde lach en een handdruk heeft verwelkomd.
"Daar doe je nog eens goed aan. Truitje. En? Hoe gaat het op de HBS
in Amsterdam. Soms moeilijkheden?".
Ze wil veel zeggen, want haar hart is vol en opstandig en is bitter,
gestemd. Haperend begint ze, maar plotseling snikt ze het uit. Haar
hoofd zakt op haar armen, voorover op het tafeltje.
Meester van Zijl is wel even geschrokken. Rustig laat hij het kind even
uithuilen. Intussen rangschikt hij zijn gedachten,. Hij haalt intussen
een glas water. Zachtjes dwingt hij het kind te drinken. "Zo. Dan
kalmeer je wel. Daarna moetje me maar eens rustig vertellen, wat er
aan de hand is. he?".
Het kind drinkt, waarna met horten en stoten het intense, al lang
opgekropte verdriet wordt uitgesproken. Het negeren in Ilpendam, nu
ze niet meer nodig is. En alle andere kleinigheden. In de stad, op
catechisatie en op straat. Het is haar opeens allemaal teveel geworden.
Instinctief is ze de weg gegaan naar haar vroegere meester. De man, die
haar misschien iets voorgetrokken heeft boven andere leerlingen, om
dat hij met dit kind te doen had; omdat hij haar zo goed begreep. En
bovendien is Trui Ranzijn ook een schaapje van Jezus' kudde. Het
gekrookte riet zal Hij immers niet verbreken? Integendeel, Hij heft 't
op.
i