Zilveren medaille voor jachtopzichter Lindhout Koninklijk zilver voor oudheidkundige EJasperse In Haestinge kwam ook Dronten, Indonesië met Van Agt en herrie in het kippenhok even aan bod Koninklijk goud voor juffrouw Hendrikse V. D. SAIMDEIM 4 x beter KAA BEE Donderdag 1 mei 1980 EENDRACHTBODE 9 WONINGINRICHTING Schijnwerper Driftig mens Romeinen V. D. SANDEN GAAT VERDER !0P THOLEN MET VOLLEDIGE SPIRIT I [★de grootste collectie! [kamerbreed tapijt] |op voorraad] deskundig advies I* snejle levering] ■jgoed servicer beslist! |de laagste prijzen! Ook beheerder van natuurgebied De Pluimpot Onophoudelijke drang om iets uit het verleden te vinden DE ZAAK WAAR VAKWERK EEN BEGRIP IS VLOERBEDEKKING GRATIS GELEGD Uitmuntend Grote eer. Zin gekregen. 10 St.-Maartensdijk 01666-3288 Oud-opzichter P. Jasperse uit St. Maar tensdijk had dinsdagmorgen in het ge meentehuis nog maar net Koninklijk zil ver gekregen, of hij zat al op zijn praat stoel. Zijn vroegere collega's van ge meentewerken, andere ambtenaren, het college van b en w en familieleden kregen in de trouwzaal niet zomaar een ver haaltje te horen. Nee, dhr. Jasperse deelde mee, onlangs ontdekt te hebben, dat er 200 jaar voor Christus mensen op Tholen woonden. Burgemeester E. Baerends was nog maas enkele dagen in het gemeentehuis, toen hij kennis maakte met dhr. Jasper se, die wat wilde laten zien en ook wat vertelde over de geschiedenis van Tho len. "Dat heeft toen al direct mijn grote beüondering gewekt, want zelf heb ik ook gevoel voor de oudheid en alles wat met de geschiedenis samenhangt. Met veel enthousiasme sprak dhr. Jasperse toen ambitieus over zijn vondsten. Hij bleek een boeiend verteller, maar een ding is misschien minder goed; hij weet niet van ophouden. Hij heeft een onop houdelijke drang om iets uit het verle den te vinden. Bij slecht weer met laar zen en bij mooi weer in het zwem broekje, stond Jasperse in de modder van de Oosterschelde. Met zijn fraaie vondsten heeft hij vele stukjes geschie denis aan elkaar weten te breien. Daar om was Uw werk van zeer grote waarde. U hebt een tipje van de sluier opgelicht, waardoor we indrukken van de vroegere samenleving kregen. Daarvoor is de ge meenschap u bijzonder dankbaar", zei de burgemeester. Hij zei verder, dat dhr. Jasperse mede oprichter was van het streekmuseum, dat nu een onmisbare rol vervult. Te vens legt hij de jongste geschiedenis vast in foto boekjes, op populaire wijze ge schreven. "U hebt nog meer werken die waard zijn om uitgegeven te worden", zie dhr Baerends. Dhr. Jasperse is sinds 1955 correspondent voor de rijksdienst voor het oudheidkundig onderzoek in Zeeland en sinds 1957 lid van het Zeeuws genootschap der wetenschap pen. Het eerste betekende een 25-jarig jubileum en daarom vond de burge meester het een goede reden om de schijnwerper op dhr. Jasperse te richten. Hij is zeer actief bij het oudheidkundig onderzoek en levert zeer gewaardeerde bijdragen. "Voor deze hobby - die meer dan een hobby is geworden - hebt u toch altijd tijd kunnen vinden naast uw werk, waarin u mooie en moeilijke tijden be leefde", zei de burgemeester. Dhr. Jas perse nam na een veertigjarige loopbaan in juni 1978 afscheid als technisch amb tenaar I van de gemeente Tholen. Hij begon in 1937 als opzichter in St. Maar tensdijk en kwam in 1943 in dienst bij de centrale dienst voor bouw- en woning toezicht Noord- daar werkte hij tot aan de opheffing van de centrale dienst in 1973, vervolgens was dhr. Jasperse tot aan zijn pensionering werkzaam bij ge meentewerken Tholen. Op kerkelijk ge bied maakte hij zich van 1956 tot 1969 nog verdienstelijk als notabel van de hervormde gemeente. De burgemeester was blij, dat degenen die voorheen met dhr. Jasperse samen werkten, door hun aanwezigheid extra luister wilden bijzetten aan de plechtig heid. Wethouder C.J.Moerland, die sinds 1954 met dhr. Jasperse had ge werkt, herinnerde aan de opbouwperio- de.na de ramp, toen men mocht bou wen, zonder tekeningen in te dienen, dhr. Moerland had districhtsopzichter Jasperse toen als een driftig mens leren kennen, die hij nu graag namens het ge meentebestuur de draagmedaille over handigde. Dhr. Jasperse vond, dat hij voor een onverwachte verrassing ge plaatst was. Hij zei dat iets ouds (zijn belangstelling voor de oudheidkunde) had geresulteerd in iets nieuws (de me daille). Dhr. Jasperse meende, dat de burgemeester aardig aan 't grasduinen was geweest in zijn loopbaan, maar dat onderzoek was hem niet vreemd. "We kunnen de geschiedenis van Tho len nu tot aan het begin, de bewijzen daarvoor liggen even buiten de dijk van de Noordpolder. Midden op Tholen, in de omgeving van de Vrouwendijk, heb ben Romeinen gewoond, maar de kern van de bewoning is verloren gegaan. Gelukkig kunnen we ook scherven de termineren. Uit gevonden aardewerk is gebleken, dat de Romeinen misschien twee eeuwen op Tholen vertoefd heb ben", aldus dhr. Jasperse. Hij liet nog weten, dat een sieraad uit het Latinaire tijdperk destijds het enige gave exem plaar was in Nederland, maar bij een tentoonstelling in Poortvliet sprong men er wat onvoorzichtig mee om. Wat de hamerbijl in de Noordpolder betrof, zei dhr. Jasperse dat die maar op 60 cm diepte gevonden was, zodat het weten schappelijk niet klopte. "Toch zijn het allemaal merkwaardige dingen voor Tholen. M'n zuster zei wel eens, als je zo doorgaat, ga je nog op Hollestelle lijken, maar ik pas er wel voor op. om op Tjerk Vermaning (de Drenthe amateurar- cheoloog die voor de rechter kwam) te gaan lijken", zei dhr. Jasperse. Hij zegde de burgemeester toe, hem van alle vondsten op de hoogte te zullen houden, wat vólgens de monumentenwet ook verplicht is. v Dhr. P. Jasperse uit St. Maartensdijk werd door burgemeester E. Baerends onderscheiden met de zilveren medaille verbonden aan de orde van Oranje Nas- Advertentie IM "Deze onderscheiding doet me bijzonder goed. Ik dacht altijd dat die medailles alleen bestemd waren voor politici en hooggeplaatste personen en niet voor een armzalige jachtopziener". De 76- jarige Joh. Lindhout uit St. Maartens dijk was er verguld mee, toen hij dins dagmorgen in zijn woning aan de Wout- hoekweg uit handen van burgemeester Baerends de zilveren medaille, verbon den aan de Orde van Oranje Nassau kreeg. Dhr. Lindhout begon zijn loopbaan als jachtopzichter in 1929 bij wijlen ir. G. van Haaren te Antwerpen. Tegelijk werd hij onbezoldigd rijksveldwachter, welke functie hij nog steeds uitoefent, dus meer dan 50 jaar. Dhr. Lindhout was van 1954-1968 in dienst bij de com binatie Geluk Mol, waarna zijn werk gever wegens zijn lichamelijke conditie tengevolge van de oorlog en inundatie het jachtveld overdroeg. Dhr. Lindhout is sinds 1929 lid van de Nederlandse vereniging van Jachtop zichters afdeling Zeeland, waarvan hij van 1952-1970 voorzitter was. Hij was een ALLE SOOR I EN Zuid-Oostsingel 43 Tel. 34368 BERGEN OP ZOOM advertentie 1M voorbeeld voor velen van de vereniging, daar dhr. Lindhout nooit een vergade ring heeft gemist tijdens zijn voorzitter schap. Vanaf 1961 tot heden is hij toezichthou der voor het Staatsbosbeheer van het natuurreservaat De Pluimpot bij St. Maartensdijk. De burgemeester prees dhr. Lindhout voor zijn persoonlijke inzet een goede wildstand te behouden. "U was een uit muntend en plichtsgetrouw opzichter, die altijd voor iedereen klaar stond. U had enorm goede contacten en gevoel voor humor. Op jagersfeesten liet u zich niet onbetuigd met worstjes eten. U hebt ook veel goeds verricht in het prachtige gebied van de Pluimpot. We hebben voor dat .alles erg veel waarde ring, want u hebt er een stuk bezieling in gelegd", zei de burgemeester. In zijn dankwoord kwam dhr. Lindhout al gauw met enkele jachtverhalen. Hij wist nog precies op welke dag, datum en jaar, welke stropers aangehouden werden. Dhr. Lindhout probeerde altijd eerst wat met zachte hand te bereiken, maar voor lichtbakstropers had hij geen par don. Daarvoor vielen toen flinke boetes. Dhr. Lindhout herinnerde zich nog het slechte hazenjaar 1928, maar ook de re cordvangst in 1960 van 220 hazen. De wildstand loopt nu verder achteruit door het verkeer en de grote landbouwwerk- Het leek maandagavond in Haestinge geen echte politieke bijeenkomst. Daarvoor was ook een te breed scala van maatschappelijke onderwerpen aan de orde, onderge bracht bij het ministerie van CRM. De regionale CDA had uitnodigingen even breedvoerig gelanceerd dan er onderwerpen op tafel kwamen. Met name de organi saties en instellingen, die vrijwel allemaal met CRM van doen hebben, waren als gasten van de partij. Met een CDA bewindsvrouwe in het midden, kan dat op kosten van het CDA - bedankt voor de koffie - echter ook weer niet helemaal neutraal aflopen. Daarom kwam toch ook de uitlating van minister-president Van Agt tijdens zijn bezoek aan Indonesië even aan de orde. En de dissidenten in Dronten. Het gaat immers niet om brood alleen. Een linke voorzitter E.Ph. Nieuwkerk wierp de knuppel in het hoenderhok. Minister Gardeniers wond er geen doekjes om. gens niet dat het voor de politiek be langrijk is dat het CDA is ontstaan, maar ieder kan wel weten, dat men in tijden van nood meer kan doen op grond van een levensbeschouwing. Het is niet een voudig, maar wel christelijke opdracht het eigen belang ondergeschikt te ma ken. Ze gaf voorts nog een toelichting op de betekenis van C.D.A., maar wilde geen ledenwerving om het getal groter te maken, zonder de zekerheid, dat men de overtuiging ook wilde uitdragen. Doe het dan maar niet, was de openhartige mening van memevrouw Gardeniers, die zoals elders valt te lezen tijdens het discussie-uurtje niet voor een gat ge vangen zat. tuigen. Dhr. Lindhout had zijn werk al tijd met groot genoegen gedaan - steeds op de fiets - en hij hield er plezierige contacten aan over. "Als ik er niet meer uitkan, ben ik van streek", zegt de Smerdiekse jachtopziener, die men ho pelijk op de fiets nog dikwijls zal tegen komen. Nu met een zilveren medaille op- De plechtigheid werd bijgewoond door vertegenwoordigers van de vereniging van jachtopzichters, de Thoolse jagers vereniging en staatsbosbeheer. Mevr. Baerends, die haar man bij alle vier lintjes vergezelde, was ook in huize Lindhout present. Burgemeester Baerends wenste Jach topziener Joh. Lindhout uit St. Maar tensdijk geluk met het koninklijk zilver, dat hij even tevoren had opgespeld. Ver tegenwoordigers van de Vereniging van Jachtopzichters en Staatsbosbeheer kij ken toe. Zo vond mevrouw Gardeniers, dat maar één krant het vraaggesprek met Van Agt volledig en daarom juist had weergege ven. Het is het goed recht van de media om het maar ten dele te doen, maar dan moet je de uitlatingen ook tot de juiste proporties terugbrengen. Het is nu een maal zo, dat voor het eerst sinds de oor log een tweepartijen kabinet het bewind voert. Ik heb, zo vervolgde mevrouw Gardeniers de beantwoording over uit lating van dhr. van Agt in Indonesië, in tegenstelling met de minister-president geen ervaring in een samenwerking met de PvdA. Kan dus alleen over de huidige coalitie praten. Nou, dan kan ik vol mondig met de heer Van Agt meegaan, als hij stelt, dat er een goede samenwer king bestaat in het kabinet. Uiteraard met meningsverschillen en andere in zichten, maar steeds een blijvend colle giaal overleg. Nou, dat heeft de heer Van Agt in Indonesië laten uitkomen en ik kan me daar goed in vinden. Even begrijpelijk vond ze de uitlating van de ministerpresident, dat hij een volgende verkiezingsronde weer best mee wil doen, als hem dat wordt gevraagd, zelfs als dat verzoek er is, dan ook om als lijsttrekker te fungeren. Het zou toch een beetje vreemd hebben geklonken, als hij in dit stadium zou zeggen nergens meer van te willen horen, als je je toch weer voor de politiek beschikbaar stelt. Als het vraaggesprek volledig was weerge geven, zoals een krant dat deed, had wellicht niemand er iets over gezegd. Zou men buiten het kippenhok niet in vermeende paniek zijn geraakt, want in het kippenhok zelf werd er vrijwel niets verstoord, zo vroeg mevrouw Garde niers zich af. Naast Indonesië kwam ook Dronten op de proppen in Haestinge. Daar was het immers, dat een aantal partijen het CDA programma "niet bij brood alleen" vooral accentueerden op de kernener gie-bezwaren. Vanuit de zaal was er de vraag of men zoiets kan en moet hebben als in de na tionale CDA bijeenkomst te Dronten gebeurde. Mevrouw Gardeniers ant woordde dat met name politiek vanuit een levensovertuiging zelden door iedereen volledig wordt gedeeld. Daar om begin ik altijd maar liever met waar we het wel over eens zijn. Nou dat is in onze partij zeker, dat we alles moeten trachten te doen om de kernenergie (bewapening) terug te dringen, want onze basis in het beginselprogramma is o.a. vrede en veiligheid bevorderen. Een meerderheid is vervolgens van mening, dat we dat terugdringen moeten pogen te bereiken via de Navo, maar dan wel door daarin te blijven. Zeker is, dat we als CDA afkomstig van ARP, CHU en KVP nog naar elkaar moeten toegroei en. Dat was ook in Dronten te beluiste ren in de wandelgangen, zei mevrouw Gardeniers, toen ik een paar al wat be jaarde CHU-ers sprak. In de drie ge noemde partijen zijn er heus ook nog wel, die niet zo gelukkig zijn met het in CDA verband samengaan. Zou men heus mogen verwachten, dat bij zo'n verandering iedereen meteen stond te juichen. Bovendien moet juist op het punt van de levensovertuiging alles kri tisch worden benaderd, maar wel voor op hebben staan, dat we bij elkaar willen blijven. Als we kritiek zoeken om ver wijdering tot stand te brengen komt het niet uit chr. overtuiging voort. Maar kritisch blijven vanuit die overtuiging kan reinigend en daardoor heilzaam werken. Mevrouw Gardeniers bleek duidelijk ondanks of misschien juist door Dronten het grote goed van het CDA onderstrepen. Mevrouw Gardeniers geloofde overi- zijn tijdelijk. Dat de Heere daarom onze leidsman mag zijn, zodat hij ook van deze gebeurtenis de eer mag ontvan gen", aldus ouderling Rijstenbil. Ds. D. J. Budding, predikant van de Hervormde gemeente in Scherpenisse, bracht naar voren, dat juffrouw Hen drikse hart had voor leerlingen die niet zo goed meekonden. Ze heeft er veel extra tijd aan opgeofferd. Ook in de Hervormde gemeente hebben we vruchten van uw werk mogen zien. Ze duren nog voort tot op deze dag: de meisjes en vrouwenvereniging aldus ds. Budding, die juffrouw Hendrikse toe- bad, dat ze de genade mocht ontvangen om de Heere ook van deze bijzondere dinsdag de eer te geven. In haar uitvoerig dankwoord, zei mevr. Dekker, dat haar een grote eer te beurt, gevallen was. "Zo'n koninklijke onder scheiding is geen kleine zaak. De mens zou geneigd zijn zichtzelf op de borst te slaan, maar ik ben eerder geneigd om het hoofd te buigen. De koning der koningen was het name lijk, die me al de jaren kracht schonk om met blijdschap mijn werk te doen. De naam des Heeren zij geprezen", zei mevr. Dekker. Zij verzocht de burgemeester haar hoogst eerbiedige dank over te brengen aan hare majesteit. "De Heere geve Ju liana vrede in haar levensavond en hij zegene de nieuwe koningin Beatrix", al dus juffrouw Hendrikse. Ze stak niet onder stoelen of banken, dat Vervolg van pag. 1 ze met de naam voor de school eindelijk haar zin gekregen had. "We hebben echter allebei onze zin, want het schoolbestuur heeft de onder scheiding voor elkaar gekregen. De band is nu nog sterker aangehaald en daarom zal het afscheid straks pijn doen. Ik zou ook nog best in de school willen werken, maar m'n man maakte duidelijk dat die periode voorbij is. Mannen zijn altijd verstandiger dan vrouwen. Ik heb evenwel ook gezien, dat het werk uitste kend voortgang vindt" zei mevr. Dek ker. Ze was blij met de aanwezigheid van drie predikanten. Ds. M. D .Geuze uit St. Annaland, die ze dankte voor de steun en vriendschap en die ze de zorg voor haar familieleden onder de aan dacht bracht. Ten tweede ds. Budding voor de vriendschap in Scherpenisse, waar ze 12'/2 jaar gewerkt heeft. Ten slotte noemde mevr. Dekker de Stellen- damse predikant ds. van Oorschot, die haar met liefde in de kudde had opge nomen. "Dat verzacht het leed na wat ik op Tholen heb moeten achterlaten", zei juffrouw Hendrikse. Ze bracht verder naar voren, dat op deze feestelijke mor gen toch ook de schaduw van de ver gankelijkheid viel. "Ook een koninklijke onderscheiding moeten we achterlaten. Wat zou het daarom fijn zijn, uit genade de kroon des levens te ontvangen", zo besloot mevr. Dekker. Uit dankbaarheid aan de Heere verzocht ze de belangstel lenden (schoolbestuurders, onderwij zend personeel, broer D. Hendrikse en de vertegenwoordigers van de kerken) tenslotte een psalm te zingen Uw naam moet eeuwig eer ontvangen. In tegenstelling tot Truus Ranzijn, die van de eerste dag af zich vol ijver op haar werk stortte en al het opgedragen huiswerk nauwgezet en consciëntieus verrichtte, had Eefje een hekel aan de school en het werk, dat dagelijks werd opgegeven. Dat begreep Truus niet. "Waarom ga je er dan heen?" vroeg Truus verbaasd. "Ik mot wel", antwoordde het kind op benepen toon. "Pa wil, dat ik deurleer, maar ik vind er niks an. Ik ben altied bang in zo'n grote stad als Amsterdam, met al die trams en paarden wagens en handkarren en fietsen. En dan die nieuwe dingen, die automobielen vind ik helemaal eng. Ik was veel liever thuus gebleven. Bij mien moeder". "Heb je nog broers of zusjes?" informeerde Truus "verder. "Ik heb er pas weer een broertje bij. Zo'n schat! Hij is zeven weken, maar lacht nu al. Wies, he?" Of dat al of niet "wies" was voor een kind van nog geen twee maanden, wist Truus niet. Zelf hadden ze immers geen kleine kinderen thuis? Dus haalde ze enkel haar schouders op. "Zal wel", antwoordde ze neutraal. In de loop der weken ontstonden er moeilijkheden met een paar kin deren, die blijkbaar weinig zin hadden om hun huiswerk serieus te maken. En daaronder was ook Eefje Kleinbettink uit Ilpendam. De directeur kwam hoogstpersoonlijk in deze eerste klas en hield een donderspeech, waarin hij waarschuwde, dat een aantal kinderen ha kerstmis niet meer mocht terugkeren op de school, als hun cijfers zo slecht bleven. "Hier kunnen we enkel kinderen gebruiken, die willen leren. Hebben ze daarmee wat moeilijkheden, dan helpen wij ze, alle leraressen en leraren zonder uitzondering. Maar wie niet wil leren, hoort niet op deze school thuis. Jullie zijn dus gewaarschuwd! De betrokkenen kregen een gesloten brief mee naar huis. Eefje was doodsbenauwd voor haar vader, want ze begreep zeer wel, dat er voor haar wat in 't vet zat, als hij de brief van school gelezen zou hebben. Zodat Truus, in wezen goedhartig en medelijdend, besloot eveneens in Ilpendam uit te stappen en met Eefje fnee te gaan. "Ik zal zeggen, dat ik je wat zal helpen, hoor, maar dan moetje wel beter je best doen". De aanwezigheid van Eefje's "vriendin" werkte enigszins gunstig voor het slachtoffer, want onder deze omstandigheden kon de stevige smid zijn dochter geen pak slaag geven. Hij was al lang blij, dat dit stakerige kind uit Purmerend zijn dochter wilde helpen. Kleinbettink bracht zelf in zijn brik de dochter van Ranzijn naar de Purmerweg, moest even binnenkomen en als beloning een sigaar in ontvangst nemen. Want vader Ranzijn was al lang blij. dat zijn dochter eindelijk een vriendin netje bezat. "Breng haar maar eens hierheen", adviseerde hij Trui. "Ze is hier altijd welkom". De vriendschap duurde precies tot de kerstva kantie. Ondanks alle hulp van Truus Ranzijn, die alles tamelijk spe lenderwijs leerde en dus tijd voldoende had om de trage, weinig actieve Eefje te helpen, besloot Kleinbettink zijn dochter toch maar van die Amsterdamse school te halen en naar de Huishoudschool in Purme rend te sturen. Kwam er misschien nqg iets van terecht. Truus Ranzijn werd bedankt voor de bewezen diensten. Ze kwam in dê kerstvakantie nog één keer in Ilpendam, maar daar had de hartelijkheid en vriend schappelijke bejegening opeens plaats gemaakt voor een kille begroe ting. Waarna Eefje haar "vriendin" mee naar buiten nam en zei: "Ik breng je naar de tram; die van kwart voor twaalf kun je nog wel halen. Het is.... ik mag niet meer met je omgaan van mien moeder. Je worre toch ook te geleerd voor me, he?" Truus gaf niet dadelijk antwoord, al begreep ze onmiddellijk alles. Het is omdat ik lelijk ben en dus teveel afsteek tegen de behoorlijk ge proportioneerde Eef, die er met haar veertien jaren al vrouwelijk begon uit te zien. Terwijl ze zelf meer leek op een aangeklede bonestaak. Wel uitstekend gekleed, maar toch er uitziende als een wandelende kap stok. Met het piekerige haar, dat nooit wilde blijven zitten, haar lange spillebenen en te grote voeten. Ze kookte inwendig van woede, toen ze uiteindelijk met een bleek, vertrokken gezicht zich naar het meisje keerde en schreeuwde:" Maak datje wegkomt; ik kan de weg naar het tramstation zelf wel vinden!". En zonder zich verder nog de ander met een blik te verwaardigen, liep ze gedecideerd door. Nog in de tram trilde ze van verontwaardiging. Toen ik dat stomme schaap hielp met haar huiswerk, werd ik genadig toegelaten in huize Kleinbettink: "Truusje, wil je een kopje thee? Kijk eens, Truusje, met een lekkere zwarte bal erbij. En gaat het wat? Eefje, je moet goed luisteren naar je vriendin, hoor?" En zo voort. Truusje voor en Truusje na. Maar nu het mormel niet meer mee kan komen, is Truusje niet meer welkom. Want Truusje Ranzijn is een lelijk, spichtig kind en steekt daarom teveel af tegen de nu reeds tekenende veertienjarige dochter van smid Kleinbettink. Van daar Vandaar het verbod van ma: breng 'r maar naar de tram en zeg, dat ze niet meer hoeft te komen. Eigenlijk ben ik gek geweest om zo op te draven voor dat malle kind. Ik had vooruit op m'n tien vingers kunnen natellen, dat dit maar tijdelijk zou zijn. Ik val immers overal uit de toon? In de klas zit ik ook alleen in de bank. Dank zij oóze geliefde klasselerares, die graag witte voetjes haalt bij de gesitueerde ouders en wier kinderen daarom bij haar geen kwaad kunnen doen. Maar die dat "boerenkind", zoals Truusje Ran zijn werd genoemd, les geeft omdat dit haar plicht is, doch voor de rest haar links laat liggen. Van de tram af liep ze meteen door naar haar oude school en belde aan. Even later werd de deur boven opengetrok ken. Op het portaal stond Mevrouw van Zijl. Truus werd nu wel wat zenuwachtig, want ze had onmiddelijk gehoor gegeven aan een impuls, vandaar dat ze hier stond "Ik eh... ik ben Trui Ranzijn. Is de meester er ook? Ik ben hier op school geweest". "O juist. Wil je de meester ergens over spreken?"."Als het kan...juffrouw..". "Goed hoor, kom maar boven". Even later zit ze in een klein kamertje tegenover de vroegere onderw ijzer, die haar met een blijde lach en een handdruk heeft verwelkomd. "Daar doe je nog eens goed aan. Truitje. En? Hoe gaat het op de HBS in Amsterdam. Soms moeilijkheden?". Ze wil veel zeggen, want haar hart is vol en opstandig en is bitter, gestemd. Haperend begint ze, maar plotseling snikt ze het uit. Haar hoofd zakt op haar armen, voorover op het tafeltje. Meester van Zijl is wel even geschrokken. Rustig laat hij het kind even uithuilen. Intussen rangschikt hij zijn gedachten,. Hij haalt intussen een glas water. Zachtjes dwingt hij het kind te drinken. "Zo. Dan kalmeer je wel. Daarna moetje me maar eens rustig vertellen, wat er aan de hand is. he?". Het kind drinkt, waarna met horten en stoten het intense, al lang opgekropte verdriet wordt uitgesproken. Het negeren in Ilpendam, nu ze niet meer nodig is. En alle andere kleinigheden. In de stad, op catechisatie en op straat. Het is haar opeens allemaal teveel geworden. Instinctief is ze de weg gegaan naar haar vroegere meester. De man, die haar misschien iets voorgetrokken heeft boven andere leerlingen, om dat hij met dit kind te doen had; omdat hij haar zo goed begreep. En bovendien is Trui Ranzijn ook een schaapje van Jezus' kudde. Het gekrookte riet zal Hij immers niet verbreken? Integendeel, Hij heft 't op. i

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1980 | | pagina 9