THOLEN EN SINT
PHILIPSLAND BEZET
Welke beroep(en) voor
mij in de toekomst?
Het Zeeuwse verzet in het
tweede deel van Zeeland
40-45.
REEWILD IN ZEELAND
Donderdag 8 november 1979
EENDRACHTBODE
9
Fragment uit Zeeland '40-^45
Deel 1 tot mei 1943
NSB knaagde niet aan
SGP.
ROERLOOS
BRONSTTIJD
REEKALFJES
SLOTOPMERKINGEN
99
Haast minAtueus heeft de auteur van de Zeeuwse geschiedschrijving 1940-1945 (deel
1) de inval van de Duitsers in ons land en de daarna in Zeeland gevolgde gevechten
beschreven. Voor de oudere generatie zal het hier en daar herkenning en herinnering
opleveren, maar ook een aantal van die categorie verbleef elders in den lande, bij
voorbeeld als militair. Daarom zal veel in het boek van wijlen L.W. de Bree ook voor
hen volop nieuws betekenen, zoals dat zeker het geval is voor de daarna gekomen
generatie.
In dat eerste deel tot voorjaar 1943 zijn dan zeker niet de meeste van de 385 pagina's
aan deze regio gewijd - en dat moet ook niet - maar het gehele gebeuren in die bijna 2'
jarige eerste oorlogsperiode is toch met elk van iedere Zeeuw verweven. Om toch te
illustreren, hoe precies de auteur te werk ging, laten we hier een fragment uit zijn boek
- de pagina's 153 t/m 157 volgen. Het zal een indruk geven van nog zoveel meer in het
boek, wat naast lezenswaard ook zeer interessant zal zijn voor vele Zeeuwen.
.Met het deze week presenteren van het eerste deel van de Zeeuwse geschiedschrij
ving 1940-1945 mag het tweede deel niet uitblijven. Dat immers zal gaan over de
laatste oorlogsjaren, vooral ook over het verzet en de bevrijding, die een nog zo veel
dieper litteken hebben achtergelaten, dan de Duitse inval in dit gewest al deed.
De Duitse opmars tegen de Zeeuwse ei
landen, begonnen in het licht heuvelend
gebied bij het Brabantse Woensdrecht,
voltooid bij de Vlissingse havenwerken,
had drie dagen in beslag genomen, volle
drie keer 24 uur nadat de Vesting Hol-
lamd gecapituleerd was. Allermeest had
het Zeeuwse land zichzelf verdedigd,
door twee dammen, een breed inunda-
tiegebied en smalle dijken waarvan de
bermen ondermijnd waren. Langs het
Kanaal door Zuid-Beveland en bij de
Sloedam hadden de Fransen - met ou
dere reservisten en verouderde bewape
ning - gedaan wat zij konden. Het Ne
derlandse aandeel in de strijd was - mi
litair gesproken - beschamend gering
geweest.
Aan het onopvallende nevenfront op het
eiland Tholen boden de. Nederlandse
militairen terdege weerstand. De verde
diging van Tholen werd toevertrouwd
aan het eerste bataljon van 38 R.I. minus
een compagnie die met de bewaking van
het vliegpark Vlissingen was belast. De
infanterie werd gesteund door twee
mortieren en twee stukken veldartillerie.
Deze krijgsmacht - niet meer dan 600
man omvattend - had tot taak de vijand
de toegang tot het eiland te ontzeggen,
•opdat hij van hieruit niet tegen de
Zanddijkstelling zou kunnen opereren. 1
In verband met de geringe sterkte van de
troep had de legerleiding gekozen voor
de verdediging van enkele tactisch be-
In de school voor L.H.N.O. "de Oester
schelp" te Tholen is op dinsdag 6 no
vember aandacht besteed aan de ber
oepsmogelijkheden die er zijn na het
L.H.N.O. diploma, gelet op vakkenpak
ket en niveaukeuze.
De heer Hettema, schooldecaan heette
aanwezige leerlingen en hun ou
ders/verzorgers, alsmede de inleiders
van de verschillende MBO opleidingen,
arbeidsbureau, leerlingwezen en docen
ten der school welkom. Hij stelde dat
deze avond past in de procedure die op
deze school wordt gevolgd inzake de
beroepenvoorlichting. Erna vinden in
dividuele gesprekken plaats met leerlin
gen en ouders i.v.m. belangstelling en
mogelijkheden. Mevr. de Vlieger, werk
zaam o.a. als schooldecaan voor de
vooropleiding Hoger Beroepsonderwijs
(VHBO) aan de scholengemeenschap
"de Vakschool" lichtte toe dat deze op
leiding een mogelijkheid biedt aan LBO
aan Mavo leerlingen te komen op Ha
vo-niveau om daarna door te stromen
naar HBO richtingen als P.A., kleuter
leidster, verpleegkundige, diëtiste enz.
Naast zware eisen qua niveau een vak
kenpakket is doorzettingsvermogen een
vereiste. De heer Verbeem, jeugdconsu-
lent, van het arbeidsbureau Zierikzee en
Tholen, stelde dat het zijn taak is de
schoolverlaters wegwijs te maken in de
wereld van mogelijkheden en onmoge
lijkheden t.a.v. de beroepen, gelet op
allerlei regelingen en werkgelegenheid
in onze regio. Men zal ook moeten kij
ken naar de regio Bergen op Zoom,
Steenbergen en Halsteren.
De heer Andrée, direkteur van de "O.
Elsemanschool" te Bergen op Zoom be
lichtte het beroep van kapster (bedien
den diploma) voor de 2 jarige opleiding,
die gegeven wordt in het kader van het
leerlingenwezen, is het nodig dat de
leerling een werkkring heeft zodat de
school de theoretische vorming kan
aanbieden, aansluitend op de praktijk.
De consulent van de stichting vakoplei
ding in het kappersbedrijf coördineert
en bemiddelt tussen de 3 factoren, leer
ling, patroon, school, die aanwezig
moeten zijn voor het welslagen van deze
opleiding. De heer Hettema, bij afwe
zigheid van de Streekschool vertegen
woordiger, lichtte toe de verdere moge
lijkheden volgens het leerlingwezen,
verkoopster, economisch en administra
tief beroepsonderwijs en verzorgingsas
sistente.
Verder is in Breda een mogelijkheid
t.a.v. de horeca opleidingen en in Rot
terdam voor schoonheidsspecialiste aan
de streekschool aldaar. De heer van
Loon, adjunktdirekteur van de school
voor MHNO "St. Gertrudis" te Bergen
op Zoom, vertelde over de opleidingen
las - 2 jarig dit is een oriënterende op
leiding voor beroepen in gezondheids
zorg, welzijnsektor. Aansluitend moet
nog een beroepsopleiding plaatsvinden.
Kinder - jeugdverzorging - 2 of 3 ja
rige opleiding wel op het beroep gericht.
Kostuumnaaien - 2 jarig couture- 1
jarig. Deze opleiding geeft een voorbe
reiding voor beroepen in kledingindus
trie en modewereld. De opleiding Mid
delbaar Beroeps Onderwijs Civiele
dienst wordt gegeven in Breda en Mid
delburg en geeft een basis voor een lei
dinggevende functie in groothuishou
dingen als hotels, ziekenhuizen, bejaar
dencentra e.d. Deze opleiding duurt 3
jaar. Al met al voor leerlingen en ou
ders/verzorgers een heleboel informa
tie. Na de pauze werden vragen gesteld
aan het forum. Om precies half tien
langrijke punten. Van deze was Tholen-
stad, door een brug over de Eendracht
met Brabant verbonden, het voornaam
ste. Op de oostelijke oever van de ge-
tijstroom, recht tegenover het stadje, was
een hoornwerk aangebracht: een een
voudig gebastioneerd front dat aan bei
de uiteinden door lange vleugels wordt
afgesloten. Binnen dit hoornwerk be
reikte de Thoolse brug de Brabantse
wal, zodat het bastion in dubbele zin een
bruggehoofd genoemd mocht worden.
Het hoornwerk werd beschermd door
beëindigde de heer Hettema met een
dankwoord aan de inleiders, vergezeld
gaand van een fleurig boeket, voor hun
informatie. "Ik hoop ouders/verzorgers
en leerlingen dat deze avond aan Uw
verwachtingen heeft voldaan, zodat
straks in de gesprekken gerichtqp kan
worden gesproken", aldus de schoolde
caan. Met een "wel thuis" voor de aan
wezigen werd de avond besloten.
twee zware mitrailleurs, door boom- en
draadversperringen in het voorterrein
en door de geïnundeerde Auvergnepol-
der. Deze vlijt zich tegen de hogere
gronden van Noord-Brabant. Wie van
Bergen op Zoom naar Tholen reist, volgt
eerst de heuvelrand (plaatselijk tot zes
tien meter boven NAP), buigt aan de
zuidrand van Halsteren naar het westen
af en duikt even later de Auvergnepol-
der in; hij gaat dan recht op de Thoolse
brug af. Binnen het hoornwerk beheer
ste men de watertoevoer van de Au-
vergnepolder, maar de lage vloedstan
den in de meidagen boden geen kans
deze omstandigheid ten volle te benut
ten. De weg en grote delen van het pol
derland stonden blank, de wat hoger
gelegen erven van boerderijen langs de
weg waren droog gebleven. Voor de
verdediging van Tholen-stad en het
hoornwerk werd één compagnie ingezet,
versterkt met in totaal zes zware mi
trailleurs en een sectie van twee mortie
ren. In en rond Oud-Vossemeer stond
eveneens een compagnie, gesteund door
vier mitrailleurs en twee stukken zes
veld. Halverwege Tholen-stad en Oud-
Vossemeer, bij Botshoofd, hield één en
kele sectie infanterie een wakend oog
over de Eendracht.
De commandant van het eiland, majoor
J.C.A. Meijer, hield aan de westrand van
Tholen-stad een mobiele bataljonreser
ve achter de hand; zij beschikte over
twee vrachtauto's en een zware mitrail
leur waarmee zij in de polders patrouil
leerde. De militairen die langs de Een
dracht in stelling lagen werden zodoen
de niet of nauwelijks geconfronteerd
met de zenuwslopende jacht op denk
beeldige parachutisten.
Op 11 en 12 mei kwamen 200 Peelsol-
daten langs de geïnundeerde weg bij het
hoornwerk aan. Majoor Méijer diri
geerde hen naar Sint Maartensdijk, Sta-
venisse en Sint Annaland, vanwaar zij
door bemiddeling van de burgemeesters
met scheepjes naar Walcheren werden
getransporteerd. In de late avond van de
13de, toen de Duitsers al opgerukt wa
ren tot voorbij Breda, liet majoor Meijer
ingevolge een opdracht yan het Com
mando üeeland de brug over de Een
dracht opblazen. Met roeiboten werd
sindssindsdien de verbinding met het
hooXwerk onderhouden. Pas in de na
middag van de 15de naderde een Duitse
patrouille over de weg van Halsteren
naar Tholen. Enkele vuurstoten uit het
hoornwerk noopten de verkenners
rechtsomkeert te maken. Korte tijd later
stonden bij de voorste wegversperring
twee parlementairs met een witte vlag.
Een sergeant die goed Duits sprak ging
er heen om te horen wat de indringers te
vertellen hadden. De vijand eiste over
gave van de "vesting Tholen", aange
zien het Nederlandse leger gecapitu
leerd had. De onderofficier bracht deze
boodschap aan zijn commandant over.
Na telefonisch overleg met het Com
mando Zeeland gaf majoor Meijer de
sergeant een schriftelijk antwoord mee.
De capitulatie, aldus het weerwoord,
gold niet voor Zeeland. Een kwartier na
overhandiging zou het vuur worden
geopend. De parlementairs vertrokken.
Tussen 18.00 uur en 19.00 uur gingen
eenheden van het 15de Mitrailleurba
taljon, behorende tot de Gruppe Wirtz,
tot de aanval over. Op de drooggebleven
erven van de Brabantse hoeven voerden
zij mortieren, infanteriegeschut en mi
trailleurs aan, waarmee zij een levendig
vuur legden op de oostrand van het
stadje Tholen. De gashouder werd in
brand geschoten eerder een spectaculair
dan een belangrijk resultaat.
Het bestaan van het hoornwerk was de
vijand onbekend gebleven. Toen zijn
infanterie probeerde langs de hoofdweg
op te rukken, sproeiden opeens de twee
automatische wapens van het bastion
hun munitie over het voorterrein. Een
sectie zware mitrailleurs, opgesteld in de
oostrand van Tholen-stad, ondersteun
de het verweer en ook beide mortieren
gaven terdege partij: alles bijeen een
voorbereid vuur dat zijn uitwerking niet
miste. De Duitsers doken in de bermen
of stoven de erven op, velen kwamen
zodoende in de inundaties terecht,
slechts enkelen bereikten de voorste
versperring.
Bij zonsondergang trokken het M.G.
Btl. 15 en de daaraan toegevoegde com
pagnie Panzerjager zich snel op de ho
gere gronden terug, onder achterlating
van twintig doden. De verdedigers van
Tholen betreurden twee gesneuvelden;
twee militairen waren gewond geraakt.
Het eerste bataljon van 38 R.I. had, een
volle dag na de capitulatie van de Ves-
timg Holland, een Duitse aanval afge
slagen. Nadrukkelijk zij vermeld dat de
Luftwaffe bij de strijd aan de Eendracht
niet was ingeschakeld.
In de nacht van 15 op 16 mei werd het
hoornwerk ontruimd. De bezetting die
een week achtereen in stelling had gele
gen was aan het eind van haar incasse
ringsvermogen gekomen. Ook de batal
jonreserve, dag en nacht in de weer met
patrouilleren, raakte oververmoeid. De
•volgende morgen omstreeks 10.00 uur
verscheen opnieuw een parlementair
voor de wegversperring. Majoor Meijer
liet weten dat hij nielSwens^e te onder
handelen. Twee uur ïdtër nam de Duitse
artillerie, opgesteld in de nabijheid van
de zenuwinrichting Vrederust ten oosten
van Halsteren, het stadje Tholen onder
vuur.
Het Commando Zeeland, telefonisch
van de loop der gebeurtenissen in kennis
gesteld, verleende majoor Meijer toe
stemming het eiland te ontruimen en de
bezetting naar Schouwen af te voeren.
Een reële beslissing, al werd zij wat
wonderlijk gemotiveerd: aan de militai
re eer, aldus Van der Stad of diens
chef-staf, was ruimschoots voldaan.
Verder voerde het stafkwartier aan dat
voortzetting van de strijd om Tholen
geen zin meer had nu de Zanddijkstel
ling was gevallen. Ook deze beweegre
den doet onwezenlijk aan: de Zand
dijkstelling was reeds heel en al verlaten
toen daags tevoren de eerste Duitse
parlementair voor het Thoolse front
verscheen.
De eenheden die in of nabij Tholen-stad
waren gelegerd ontkwamen grotendeels
via Gorishoek naar Zierikzee, de sectie
die bij Botshoofd gewaakt had, onts
napte via Sint Annaland naar het Dui-
velandse Ouwerkerk. De troep die in en
rond Oud-Vossemeer stellingen had ge
nomen, zou met gevorderde autobussen
naar Sint Annaland vervoerd worden,
maar tijdens het verzamelen van de
manschappen reden de burgerchauf
feurs weg, vermoedelijk gedreven door
angst voor enkele nu rondcirkelende
Duitse vliegtuigen. Het detachememt
Oud-Vossemeer marcheerde naar Sint
Annaland, vond er geen gelegenheid
meer tot verschepinq en begaf zich toen
op weg naar het acht kilometer weste
lijker gelegen Stavenisse. Het liep om zo
te zeggen recht in de armen van de
Duitsers, die omstreeks 16.00 uur de
Eendracht overgestoken en rechtstreeks
op Stavenisse aangerukt waren. De be
schieting van Tholen-stad, vermoedelijk
met houwitsers, was niet zeer krachtda
dig uitgevoerd en vrij veel projectielen
kwamen niet tot ontploffing. Een
aantal huizen, waaronder het hotel Zee
land, werd beschadigd. En de Thoolse
straatjes glinsterden van het glas. Nog
dezelfde dag stelden de Duitsers een
veerdienst over de Eendracht in wer
king; een afdeling geschut van R.A. 677
rolde de Thoolse wal op en kwam in
stelling bij Stavenisse, in het uiterste
westen van het eiland.
Delen van het 15de Mitrailleursbataljon
en van het 52ste Pionierbataljon trokken
via Steenbergen op Sint Philipsland aan.
Met dit kleinste van de Zeeuwse regio's
had de vijand niet de minste moeite: er
stond geen voorpost opgesteld, er was
Als met dat tweede deel dezelfde voet
sporen worden gevolgd als wijlen L.W.
de Bree in het eerste deel heeft "gelo
pen", zal de geschiedschrijving Zeeland
1940-1945 een waardevolle gewestelijke
historie blijken.
Al veel eerder dan in de jaren zeventig
waren gedachten gerezen om de ge
schiedenis van deze provincie geduren
de de jaren 1940-1945 in een boekwerk
vast te leggen. Onderdelen daarvan za
gen trouwens al vrij snel de bevrijding
het licht. Vele Zeeuwen vonden het toch
een gemis dat er geen samenvattende
geschiedenis bestond. De oudere gene
ratie, die de oorlog als een inbreuk op
hun leven ondervonden, de jongeren,
die wilden weten, hoe de Zeeuwen die
periode hadden ervaren en wat er toen
gebeurde. De nadere uitwerking van
zo'n boekwerk beperkte zich niet tot al
leen maar historie van het verzet, maar
een complete geschiedschrijving van
Zeeland in die onvergetelijke periode.
Daar ligt dan het eerste deel. Een boek
werk van 385 bladzijden, waarop ook
een 85 foto's, tekeningen of andere il-
geen coupure, geen versperring aange
bracht, het was een militair luchtledig.
De 14de mei hadden op Sint Philipsland
nog enkele pantserwagens van de grou-
pement Lestoquoi rondgereden, daags
daarop trok de Gruppe Wirtz er binnen.
In de avond van de 15de bestreek de
lichte artillerie van M.G. Btl. 15 het Zij-
pe. Dit ervoer de bemanning van de
mijnenlegger Hydra. Het scheepje had
van het Commando Zeeland opdracht
gekregen de vijandelijke overtocht over
het Zijpe te verhinderen. Op 15 mei 's
avonds omstreeks 21.00 uur voer de be
jaarde Hydra van de Krammer het Zijpe
in. Ter hoogte van Anna Jacoba - de
veerhaven op de Fliplandse wal - werd
zij door het Duitse infanteriegeschut
hevig beschoten. In een oogwenk vielen
er gewonden, sprongen mensen over
boord, probeerden enkelen een witte
vlag te hijsen. Stoom spoot uit de ge
troffen leidingen, ketels raakten lek. De
Hydra minderde vaart en maakte water.
De gezagvoerder liet zijn schip nabij
Vianen (aan de zuidoosthoek van Dui-
veland) aan de grond lopen. De sloepen
werden gestreken, maar bleken door
zeefd; onderweg naar de Wal zonken zij.
Terwijl de bemanning de resterende af
stand zwemmend en wadend aflegde,
openden nerveuze kustbewakers het
vuur op de drenkelingen. Een onderof
ficier moest dit jammerlijk optreden met
de dood bekopen.
lustraties. In dit eerste deel wordt ver
haald tot mei 1943 met het goede slot
van de staking in ons land als gevolg van
de oproep aan alle militairen zich op
nieuw te melden. Dan is er op die laatste
pagina's ook sprake van het voornaam
ste stakingsgebied in ons gewest:
Noord-Beveland, in die periode ook wel
"klein Engeland" genoemd vanwege de
daar heersende geallieerde pré. Men
had er ook maar 1 NSB-er en ook daar
om was het een rood-wit-blauwe vlek in
deze provincie. Voorafgaande pagina's
signaleren dan de komst van de NSB-
burgemeester, die vooral tweede helft
1942 en eerste helft 1943 zijn beslag
kreeg. Dan kom je ook van deze con
treien de namen tegen van een slager L.
Meerman uit Tholen, die burgemeester
van Scherpenisse werd en de radiohan
delaar M.C. van Sint Annaland, die daar
als eerste burger werd geïnstalleerd.
Voorvallen rond zo'n officieel gebeuren,
al kon dat allemaal voor iedereen tot op
de draad worden uitgesponnen. Ons is
dan ook wel bekend, dat een bejaard
vrouwtje, die in haar al lange leventje
nimmer een medeburger had lastig ge
vallen, tijdens de installatiedagde ven
sters voor haar ramen sloot en dat was in
die en vele jaren daarvoor op het plat
teland altijd een teken van rouw. Men
kon er haar ook niet eens voor oppak
ken, want soms werd dat ook wel gedaan
om de zon buiten de huiskamer te hou
den, al was er op die bewuste dag geen
sprankeitje zonlicht te bespeuren. In
tegenstelling echter met de conclusie
van dr. L. de Jong in het eerste deel van
zijn nog niet voltooide geschiedenis over
Nederland in de Tweede Wereldoorlog,
komt wijlen L.W. de Bree in dit eerste
Zeeuwse deel tot de conclusie, dat de
SGP voor de oorlog helemaal geen
stemmen (althans niet noemenswaard)
verloor aan de NSB, maar dat die partij
in de SGP bolwerken zelfs nog groeide,
terwijl daarentegen de CHU bijvoor
beeld wel een NSB veer moest laten. In 5
hoofdstukken komt eerst, zoals bij dr.
De Jong als het ware het "voorspel" aan
bod. Daarna de kroniek van de meida
gen 1940, in hoofdstuk 3 Zij en wij, be
zetter en Zeeuwse bevolking tot medio
1941. In hoofdstuk 4 de toenemende
druk tussen juni 1941 en augustus 1942
en in het laatste hoofdstuk de kerende
kansen; sept. 1942 tot mei 1943. Extra
waarde aan dit eerste deel geeft de in
dex, waar alfabethisch alle gebeurtenis
sen, namen en plaatsen verwijzen naar
de pagina's, waarin die worden behan
deld.
Grafische uitvoering van Den Boer -
Middelburg is uitstekend. Zeeland
1940-1945, deel I, zal door velen als een
stuk goede geschiedschrijving worden
gewaardeerd. Een verdiende waarde
ring.
door J. van Leerdam
In ons land komen drie soorten herten voor: edelhert, damhert en
ree. Veel mensen weten op geen stukken na het verschil tussen
deze soorten, zelfs in kranteberichten worden de namen door elkaar
gebruikt. Toch is het niet zo moeilijk ze uit elkaar te houden, er zijn
namelijk opmerkelijke verschillen.
kleine staartje wordt bij het
mannetje „de spiegel" genoemd,
bij de geit „de schort". De
reekalfjes volgen deze witte vlek
als de moeder het bij onraad op
een lopen zet en in het schemer
achtige bos verdwijnt. Het is eens
voorgekomen dat een reekalf
hardnekkig het witte achter
spatbord van de fiets van een
jachtopziener bleef volgen! De
reebok heeft een klein vertakt
gewei, met - als het volgroeid is -
doorgaans drie einden per stang.
Zo'n bok wordt een „zesender" of
„zesser" genoemd!
Edelhert OOK IN ZEELAND
Het edelhert is het grootst. Zijn
hoogte bedraagt plm. 140 cm, zijn
gemiddeld gewicht is plm. 125 kg.
De bok heeft een regelmatig
vertakt gewei met ronde stangen.
Deze dieren zijn in het wild alleen
op de Veluwe te zien.
Damhert
Het damhert is wat kleiner: plm.
100 cm hoog en rond de 60 kg
zwaar. Kleur bruin, vaak met veel
lichte vlekken (vandaar de naam!).
De bok heeft een plat schoffel
gewei met punten. Damherten
komen eveneens op de Veluwe
voor, bijvoorbeeld in het Deeler-
woud. Verder hier en daar in
verwilderde staat, o.a. in het
Waterwingebied Oranjezon op
Walcheren (een stuk of tien
exemplaren). En tenslotte in vele
hertenkampen.
De ree is nog een stuk kleiner. De
hoogte bedraagt plm. 70 cm, het
gewicht plm. 20 kg. De grootte
komt ongeveer overeen met die
van een flinke hond. 's Zomers is
de ree fel roodbruin gekleurd,
's winters grijsbruin. Het wit
behaarde gedeelte onder het
Over het prachtige reewild wil ik u
graag nog wat meer vertellen. Het
is in alle Nederlandse provincies
te vinden, dus ook in Zeeland. Het
aantal reeën in Nederland wordt
geschat op zo'n 25.000 stuks,
onze provincie herbergt stellig
enkele honderden exemplaren. De
laatste jaren nemen ze overal sterk
in aantal toe. De Zeeuwse reeën
.zijn niet uitgezet, zoals soms
verondersteld wordt, maar
spontaan vanuit Brabant hierheen
gekomen. Naarmate de stand
toeneemt, neemt vanuit over
bevolkte gebieden de trekdrang
toe. Zo moet de aanwezigheid van
reeën (sinds de zestiger jaren) in
onze provincie verklaard worden.
Zelfs brede waterstromen vormen
geen belemmering, reeën zijn
namelijk uitstekende zwemmers!
Reebok
Als u het geluk hebt in de vrije
natuur een ree te ontmoeten, blijf
dan roerloos staan Het oog van
een ree is zogenaamd „astigmaat"
dat wil zeggen het ziet elke
beweging, maar onderscheidt
moeilijk wat onbewegelijk is. Het
dier zal u waarschijnlijk een poos
aanstaren, maar als de wind
gunstig is en u geen vin verroert,
bestaat er een mooie kans dat u
hem of haar enige tijd rustig kunt
observeren.
De bronsttijd, bij de reeën ook wel
blattijd genoemd - naar het
geluid, het „blatten" of „fiepen" dat
de reegeit in deze periode laat
horen - is een bijzonder
interessante tijd Tegen half juni
begint het reewild onrustig te
'worden, maar pas in juli richt zich
de interesse van de bok op de
geit. Eerst worden de smalreeën
(vrouwelijke kalveren van het
vorige jaar) bronstig, (Je oudere
geiten enige tijd later. Door onder
huidse klieren die zich tussen de
hoefjes bevinden, wordt een
bepaald vocht afgescheiden, de
geur hiervan wordt al lopend
afgezet op bladeren en takjes. De
bok kan zodoende precies de
bronstige geit opsporen. Het klier-
vocht dient trouwens ook voor de
communicatie tussen de geit en
haar kalfjes. De bok heeft boven
dien nog een speciale klier op het
voorhoofd, tussen het gewei. Door
met zijn gewei boompjes en
takken te bewerken, waarschuwt
hij zijn seksegenoten, dat zij zich
in zijn territorium bevinden. Ook
worden nu overal krabplaatsen
gemaakt. Iedere oudere bok heeft
gedurende de bronsttijd namelijk
zijn eigen gebied, waarin hij geen
indringer duldt. Met genoemde
klieren markeert hij dus zijn grond
gebied. In deze periode zijn
territoriumgevechten geen
uitzondering. Het is normaal dat
een bok gedurende de bronst drie
of vier geiten beslaat en een geit
verlaat zodra deze niet meer
bronstig is (na enkele dagen). Ree
bokken verzamelen dus geen
harem om zich heen, zoals we dat
bij edelherten kennen.
De bronstige rekke (reegeit) wordt
door de bok gedreven lange tijd
achtervolgd) tot ze zich gewonnen
geeft. Gedurende deze tijd wordt
ze tientallen malen beslagen
(bevrucht).
êeh vrouwelijk dier. Nauwelijks
één dag oud zijn de jongen al in
staat de moeder te volgen; de
eerste weken laat de geit ze
echter altijd in de dekking achter
als ze zelf op lavei gaat (voedsel
gaat zoeken). Gedurende deze tijd
blijven de kalfjes onbewegelijk
liggen, waardoor ze weinig
verwaaiing (geur) afgeven en door
hun schutkleur uitstekend
beschermd zijn. Mocht het u eens
overkomen zo'n kalfje te vinden -
de kans is wel uiterst klein - raak
het dan niet aan en neem het in
geen geval mee, denkende dat het
door het moederdier verlaten is.
Hoewel het niet zo is, zoals wel
eens verteld wordt, dat kalfjes die
door mensen zijn aangeraakt door
de moeder verstoten worden, is
het toch maar beter de schattig
uitziendelbamby's helemaal met
rust te laten! Even bekijken, ter
plaatse fotograferen (dus niet
verleggen naar een zonnig plekje!)
kan geen kwaad, maar dan liefst
zo snel mogelijk verdwijnen!
Jachtopzieners die een
zogenaamd verstoten kalfje krijgen
aangeboden, zullen altijd vragen
waar het diertje gevonden is en
het dan op zo mogelijk precies
dezelfde plaats terugleggen. Om
de „mensenlucht" te verdrijven kan
het vooraf met wat azijn
besprenkeld worden.
Het kan natuurlijk wel eens voor
komen dat een jong door mensen
móet worden opgekweekt,
bijvoorbeeld als de moeder als
verkeersslachtoffer is omgekomen.
Het kalfje kan dan gevoed worden
met verdunde lauwe koemelk of
met gewone babyvoeding.
Naarmate de tijd vordert moet
bijgevoerd worden met jong gras,
klavertjes, eikenlot en takjes
Hoewel zulke door mensen
opgekweekte reeën heel mak
worden, blijven het toch dieren die
in de vrije natuur thuishoren, bij
het ouder worden zullen ze dan
ook vrijgelaten moeten worden.
Vooral bokken kunnen namelijk
plotseling vrij agressief worden en
een ernstig gevaar voor mensen
opleveren!
wegen en paden blijven, trekken
ze zich weinig aan, maar aan
geheimzinnig rondsluipen door
bossen en struiken hebben ze een
gloeiende hekel! Honden moeten
absoluut aan de lijn gehouden
worden! Ook dienen er bepaalde
rustgebieden in elk revier jacht
gebied) te zijn. waar het wild nooit
gestoord wordt. Reeën worden
De kalfjes worden omstreeks
begin mei geboren. In de meeste
gevallen werpt de rekke twee
kalveren. Vaak een mannelijk en
djbreolui
schichtig en zenuwachtig als ze
gestoord worden in gebieden
waar ze zich tot dan toe veilig
waanden. Bij konstante verstoring
wordt de ree een schuw
nachtdier. Helaas is dat op veel
plaatsen al het geval! De recreatie
druk op natuurgebieden neemt
met het jaar toe!
We zijn hiermee aan het eind van
ons reeënpraatje gekomen^Er zou
allicht nog veel meer boeiends
over deze werkelijk prachtige
dieren te vertellen^zijn, maar ik
vrees al meer plaatsruimte
opgeëist te hebben dan me was
toebedacht. Maar ja, waar het hart
vol van is, schrijft de pen over
door! Ik hoop in elk geval uw
interesse gewekt te hebben voor
dit bijzonder belangwekkende
hoofdstuk van de natuur. Let al
wandelend door het veld op de
prenten (sporen) en de
uitwerpselen. Deze visitekaartjes
spreken hun eigen taal.
Tenslotte: veel genoegen op uw
tochten en een veelvuldige
ontmoeting toegewenst ^net onze
Zeeuwse reeën!
Adres schrijver:
Wilgenlaan 14
4353 AN Serooskerke (W.)
Voorlichting in de Oesterschelp Tholen