THOLEN EN SINT PHILIPSLAND BEZET Welke beroep(en) voor mij in de toekomst? Het Zeeuwse verzet in het tweede deel van Zeeland 40-45. REEWILD IN ZEELAND Donderdag 8 november 1979 EENDRACHTBODE 9 Fragment uit Zeeland '40-^45 Deel 1 tot mei 1943 NSB knaagde niet aan SGP. ROERLOOS BRONSTTIJD REEKALFJES SLOTOPMERKINGEN 99 Haast minAtueus heeft de auteur van de Zeeuwse geschiedschrijving 1940-1945 (deel 1) de inval van de Duitsers in ons land en de daarna in Zeeland gevolgde gevechten beschreven. Voor de oudere generatie zal het hier en daar herkenning en herinnering opleveren, maar ook een aantal van die categorie verbleef elders in den lande, bij voorbeeld als militair. Daarom zal veel in het boek van wijlen L.W. de Bree ook voor hen volop nieuws betekenen, zoals dat zeker het geval is voor de daarna gekomen generatie. In dat eerste deel tot voorjaar 1943 zijn dan zeker niet de meeste van de 385 pagina's aan deze regio gewijd - en dat moet ook niet - maar het gehele gebeuren in die bijna 2' jarige eerste oorlogsperiode is toch met elk van iedere Zeeuw verweven. Om toch te illustreren, hoe precies de auteur te werk ging, laten we hier een fragment uit zijn boek - de pagina's 153 t/m 157 volgen. Het zal een indruk geven van nog zoveel meer in het boek, wat naast lezenswaard ook zeer interessant zal zijn voor vele Zeeuwen. .Met het deze week presenteren van het eerste deel van de Zeeuwse geschiedschrij ving 1940-1945 mag het tweede deel niet uitblijven. Dat immers zal gaan over de laatste oorlogsjaren, vooral ook over het verzet en de bevrijding, die een nog zo veel dieper litteken hebben achtergelaten, dan de Duitse inval in dit gewest al deed. De Duitse opmars tegen de Zeeuwse ei landen, begonnen in het licht heuvelend gebied bij het Brabantse Woensdrecht, voltooid bij de Vlissingse havenwerken, had drie dagen in beslag genomen, volle drie keer 24 uur nadat de Vesting Hol- lamd gecapituleerd was. Allermeest had het Zeeuwse land zichzelf verdedigd, door twee dammen, een breed inunda- tiegebied en smalle dijken waarvan de bermen ondermijnd waren. Langs het Kanaal door Zuid-Beveland en bij de Sloedam hadden de Fransen - met ou dere reservisten en verouderde bewape ning - gedaan wat zij konden. Het Ne derlandse aandeel in de strijd was - mi litair gesproken - beschamend gering geweest. Aan het onopvallende nevenfront op het eiland Tholen boden de. Nederlandse militairen terdege weerstand. De verde diging van Tholen werd toevertrouwd aan het eerste bataljon van 38 R.I. minus een compagnie die met de bewaking van het vliegpark Vlissingen was belast. De infanterie werd gesteund door twee mortieren en twee stukken veldartillerie. Deze krijgsmacht - niet meer dan 600 man omvattend - had tot taak de vijand de toegang tot het eiland te ontzeggen, •opdat hij van hieruit niet tegen de Zanddijkstelling zou kunnen opereren. 1 In verband met de geringe sterkte van de troep had de legerleiding gekozen voor de verdediging van enkele tactisch be- In de school voor L.H.N.O. "de Oester schelp" te Tholen is op dinsdag 6 no vember aandacht besteed aan de ber oepsmogelijkheden die er zijn na het L.H.N.O. diploma, gelet op vakkenpak ket en niveaukeuze. De heer Hettema, schooldecaan heette aanwezige leerlingen en hun ou ders/verzorgers, alsmede de inleiders van de verschillende MBO opleidingen, arbeidsbureau, leerlingwezen en docen ten der school welkom. Hij stelde dat deze avond past in de procedure die op deze school wordt gevolgd inzake de beroepenvoorlichting. Erna vinden in dividuele gesprekken plaats met leerlin gen en ouders i.v.m. belangstelling en mogelijkheden. Mevr. de Vlieger, werk zaam o.a. als schooldecaan voor de vooropleiding Hoger Beroepsonderwijs (VHBO) aan de scholengemeenschap "de Vakschool" lichtte toe dat deze op leiding een mogelijkheid biedt aan LBO aan Mavo leerlingen te komen op Ha vo-niveau om daarna door te stromen naar HBO richtingen als P.A., kleuter leidster, verpleegkundige, diëtiste enz. Naast zware eisen qua niveau een vak kenpakket is doorzettingsvermogen een vereiste. De heer Verbeem, jeugdconsu- lent, van het arbeidsbureau Zierikzee en Tholen, stelde dat het zijn taak is de schoolverlaters wegwijs te maken in de wereld van mogelijkheden en onmoge lijkheden t.a.v. de beroepen, gelet op allerlei regelingen en werkgelegenheid in onze regio. Men zal ook moeten kij ken naar de regio Bergen op Zoom, Steenbergen en Halsteren. De heer Andrée, direkteur van de "O. Elsemanschool" te Bergen op Zoom be lichtte het beroep van kapster (bedien den diploma) voor de 2 jarige opleiding, die gegeven wordt in het kader van het leerlingenwezen, is het nodig dat de leerling een werkkring heeft zodat de school de theoretische vorming kan aanbieden, aansluitend op de praktijk. De consulent van de stichting vakoplei ding in het kappersbedrijf coördineert en bemiddelt tussen de 3 factoren, leer ling, patroon, school, die aanwezig moeten zijn voor het welslagen van deze opleiding. De heer Hettema, bij afwe zigheid van de Streekschool vertegen woordiger, lichtte toe de verdere moge lijkheden volgens het leerlingwezen, verkoopster, economisch en administra tief beroepsonderwijs en verzorgingsas sistente. Verder is in Breda een mogelijkheid t.a.v. de horeca opleidingen en in Rot terdam voor schoonheidsspecialiste aan de streekschool aldaar. De heer van Loon, adjunktdirekteur van de school voor MHNO "St. Gertrudis" te Bergen op Zoom, vertelde over de opleidingen las - 2 jarig dit is een oriënterende op leiding voor beroepen in gezondheids zorg, welzijnsektor. Aansluitend moet nog een beroepsopleiding plaatsvinden. Kinder - jeugdverzorging - 2 of 3 ja rige opleiding wel op het beroep gericht. Kostuumnaaien - 2 jarig couture- 1 jarig. Deze opleiding geeft een voorbe reiding voor beroepen in kledingindus trie en modewereld. De opleiding Mid delbaar Beroeps Onderwijs Civiele dienst wordt gegeven in Breda en Mid delburg en geeft een basis voor een lei dinggevende functie in groothuishou dingen als hotels, ziekenhuizen, bejaar dencentra e.d. Deze opleiding duurt 3 jaar. Al met al voor leerlingen en ou ders/verzorgers een heleboel informa tie. Na de pauze werden vragen gesteld aan het forum. Om precies half tien langrijke punten. Van deze was Tholen- stad, door een brug over de Eendracht met Brabant verbonden, het voornaam ste. Op de oostelijke oever van de ge- tijstroom, recht tegenover het stadje, was een hoornwerk aangebracht: een een voudig gebastioneerd front dat aan bei de uiteinden door lange vleugels wordt afgesloten. Binnen dit hoornwerk be reikte de Thoolse brug de Brabantse wal, zodat het bastion in dubbele zin een bruggehoofd genoemd mocht worden. Het hoornwerk werd beschermd door beëindigde de heer Hettema met een dankwoord aan de inleiders, vergezeld gaand van een fleurig boeket, voor hun informatie. "Ik hoop ouders/verzorgers en leerlingen dat deze avond aan Uw verwachtingen heeft voldaan, zodat straks in de gesprekken gerichtqp kan worden gesproken", aldus de schoolde caan. Met een "wel thuis" voor de aan wezigen werd de avond besloten. twee zware mitrailleurs, door boom- en draadversperringen in het voorterrein en door de geïnundeerde Auvergnepol- der. Deze vlijt zich tegen de hogere gronden van Noord-Brabant. Wie van Bergen op Zoom naar Tholen reist, volgt eerst de heuvelrand (plaatselijk tot zes tien meter boven NAP), buigt aan de zuidrand van Halsteren naar het westen af en duikt even later de Auvergnepol- der in; hij gaat dan recht op de Thoolse brug af. Binnen het hoornwerk beheer ste men de watertoevoer van de Au- vergnepolder, maar de lage vloedstan den in de meidagen boden geen kans deze omstandigheid ten volle te benut ten. De weg en grote delen van het pol derland stonden blank, de wat hoger gelegen erven van boerderijen langs de weg waren droog gebleven. Voor de verdediging van Tholen-stad en het hoornwerk werd één compagnie ingezet, versterkt met in totaal zes zware mi trailleurs en een sectie van twee mortie ren. In en rond Oud-Vossemeer stond eveneens een compagnie, gesteund door vier mitrailleurs en twee stukken zes veld. Halverwege Tholen-stad en Oud- Vossemeer, bij Botshoofd, hield één en kele sectie infanterie een wakend oog over de Eendracht. De commandant van het eiland, majoor J.C.A. Meijer, hield aan de westrand van Tholen-stad een mobiele bataljonreser ve achter de hand; zij beschikte over twee vrachtauto's en een zware mitrail leur waarmee zij in de polders patrouil leerde. De militairen die langs de Een dracht in stelling lagen werden zodoen de niet of nauwelijks geconfronteerd met de zenuwslopende jacht op denk beeldige parachutisten. Op 11 en 12 mei kwamen 200 Peelsol- daten langs de geïnundeerde weg bij het hoornwerk aan. Majoor Méijer diri geerde hen naar Sint Maartensdijk, Sta- venisse en Sint Annaland, vanwaar zij door bemiddeling van de burgemeesters met scheepjes naar Walcheren werden getransporteerd. In de late avond van de 13de, toen de Duitsers al opgerukt wa ren tot voorbij Breda, liet majoor Meijer ingevolge een opdracht yan het Com mando üeeland de brug over de Een dracht opblazen. Met roeiboten werd sindssindsdien de verbinding met het hooXwerk onderhouden. Pas in de na middag van de 15de naderde een Duitse patrouille over de weg van Halsteren naar Tholen. Enkele vuurstoten uit het hoornwerk noopten de verkenners rechtsomkeert te maken. Korte tijd later stonden bij de voorste wegversperring twee parlementairs met een witte vlag. Een sergeant die goed Duits sprak ging er heen om te horen wat de indringers te vertellen hadden. De vijand eiste over gave van de "vesting Tholen", aange zien het Nederlandse leger gecapitu leerd had. De onderofficier bracht deze boodschap aan zijn commandant over. Na telefonisch overleg met het Com mando Zeeland gaf majoor Meijer de sergeant een schriftelijk antwoord mee. De capitulatie, aldus het weerwoord, gold niet voor Zeeland. Een kwartier na overhandiging zou het vuur worden geopend. De parlementairs vertrokken. Tussen 18.00 uur en 19.00 uur gingen eenheden van het 15de Mitrailleurba taljon, behorende tot de Gruppe Wirtz, tot de aanval over. Op de drooggebleven erven van de Brabantse hoeven voerden zij mortieren, infanteriegeschut en mi trailleurs aan, waarmee zij een levendig vuur legden op de oostrand van het stadje Tholen. De gashouder werd in brand geschoten eerder een spectaculair dan een belangrijk resultaat. Het bestaan van het hoornwerk was de vijand onbekend gebleven. Toen zijn infanterie probeerde langs de hoofdweg op te rukken, sproeiden opeens de twee automatische wapens van het bastion hun munitie over het voorterrein. Een sectie zware mitrailleurs, opgesteld in de oostrand van Tholen-stad, ondersteun de het verweer en ook beide mortieren gaven terdege partij: alles bijeen een voorbereid vuur dat zijn uitwerking niet miste. De Duitsers doken in de bermen of stoven de erven op, velen kwamen zodoende in de inundaties terecht, slechts enkelen bereikten de voorste versperring. Bij zonsondergang trokken het M.G. Btl. 15 en de daaraan toegevoegde com pagnie Panzerjager zich snel op de ho gere gronden terug, onder achterlating van twintig doden. De verdedigers van Tholen betreurden twee gesneuvelden; twee militairen waren gewond geraakt. Het eerste bataljon van 38 R.I. had, een volle dag na de capitulatie van de Ves- timg Holland, een Duitse aanval afge slagen. Nadrukkelijk zij vermeld dat de Luftwaffe bij de strijd aan de Eendracht niet was ingeschakeld. In de nacht van 15 op 16 mei werd het hoornwerk ontruimd. De bezetting die een week achtereen in stelling had gele gen was aan het eind van haar incasse ringsvermogen gekomen. Ook de batal jonreserve, dag en nacht in de weer met patrouilleren, raakte oververmoeid. De •volgende morgen omstreeks 10.00 uur verscheen opnieuw een parlementair voor de wegversperring. Majoor Meijer liet weten dat hij nielSwens^e te onder handelen. Twee uur ïdtër nam de Duitse artillerie, opgesteld in de nabijheid van de zenuwinrichting Vrederust ten oosten van Halsteren, het stadje Tholen onder vuur. Het Commando Zeeland, telefonisch van de loop der gebeurtenissen in kennis gesteld, verleende majoor Meijer toe stemming het eiland te ontruimen en de bezetting naar Schouwen af te voeren. Een reële beslissing, al werd zij wat wonderlijk gemotiveerd: aan de militai re eer, aldus Van der Stad of diens chef-staf, was ruimschoots voldaan. Verder voerde het stafkwartier aan dat voortzetting van de strijd om Tholen geen zin meer had nu de Zanddijkstel ling was gevallen. Ook deze beweegre den doet onwezenlijk aan: de Zand dijkstelling was reeds heel en al verlaten toen daags tevoren de eerste Duitse parlementair voor het Thoolse front verscheen. De eenheden die in of nabij Tholen-stad waren gelegerd ontkwamen grotendeels via Gorishoek naar Zierikzee, de sectie die bij Botshoofd gewaakt had, onts napte via Sint Annaland naar het Dui- velandse Ouwerkerk. De troep die in en rond Oud-Vossemeer stellingen had ge nomen, zou met gevorderde autobussen naar Sint Annaland vervoerd worden, maar tijdens het verzamelen van de manschappen reden de burgerchauf feurs weg, vermoedelijk gedreven door angst voor enkele nu rondcirkelende Duitse vliegtuigen. Het detachememt Oud-Vossemeer marcheerde naar Sint Annaland, vond er geen gelegenheid meer tot verschepinq en begaf zich toen op weg naar het acht kilometer weste lijker gelegen Stavenisse. Het liep om zo te zeggen recht in de armen van de Duitsers, die omstreeks 16.00 uur de Eendracht overgestoken en rechtstreeks op Stavenisse aangerukt waren. De be schieting van Tholen-stad, vermoedelijk met houwitsers, was niet zeer krachtda dig uitgevoerd en vrij veel projectielen kwamen niet tot ontploffing. Een aantal huizen, waaronder het hotel Zee land, werd beschadigd. En de Thoolse straatjes glinsterden van het glas. Nog dezelfde dag stelden de Duitsers een veerdienst over de Eendracht in wer king; een afdeling geschut van R.A. 677 rolde de Thoolse wal op en kwam in stelling bij Stavenisse, in het uiterste westen van het eiland. Delen van het 15de Mitrailleursbataljon en van het 52ste Pionierbataljon trokken via Steenbergen op Sint Philipsland aan. Met dit kleinste van de Zeeuwse regio's had de vijand niet de minste moeite: er stond geen voorpost opgesteld, er was Als met dat tweede deel dezelfde voet sporen worden gevolgd als wijlen L.W. de Bree in het eerste deel heeft "gelo pen", zal de geschiedschrijving Zeeland 1940-1945 een waardevolle gewestelijke historie blijken. Al veel eerder dan in de jaren zeventig waren gedachten gerezen om de ge schiedenis van deze provincie geduren de de jaren 1940-1945 in een boekwerk vast te leggen. Onderdelen daarvan za gen trouwens al vrij snel de bevrijding het licht. Vele Zeeuwen vonden het toch een gemis dat er geen samenvattende geschiedenis bestond. De oudere gene ratie, die de oorlog als een inbreuk op hun leven ondervonden, de jongeren, die wilden weten, hoe de Zeeuwen die periode hadden ervaren en wat er toen gebeurde. De nadere uitwerking van zo'n boekwerk beperkte zich niet tot al leen maar historie van het verzet, maar een complete geschiedschrijving van Zeeland in die onvergetelijke periode. Daar ligt dan het eerste deel. Een boek werk van 385 bladzijden, waarop ook een 85 foto's, tekeningen of andere il- geen coupure, geen versperring aange bracht, het was een militair luchtledig. De 14de mei hadden op Sint Philipsland nog enkele pantserwagens van de grou- pement Lestoquoi rondgereden, daags daarop trok de Gruppe Wirtz er binnen. In de avond van de 15de bestreek de lichte artillerie van M.G. Btl. 15 het Zij- pe. Dit ervoer de bemanning van de mijnenlegger Hydra. Het scheepje had van het Commando Zeeland opdracht gekregen de vijandelijke overtocht over het Zijpe te verhinderen. Op 15 mei 's avonds omstreeks 21.00 uur voer de be jaarde Hydra van de Krammer het Zijpe in. Ter hoogte van Anna Jacoba - de veerhaven op de Fliplandse wal - werd zij door het Duitse infanteriegeschut hevig beschoten. In een oogwenk vielen er gewonden, sprongen mensen over boord, probeerden enkelen een witte vlag te hijsen. Stoom spoot uit de ge troffen leidingen, ketels raakten lek. De Hydra minderde vaart en maakte water. De gezagvoerder liet zijn schip nabij Vianen (aan de zuidoosthoek van Dui- veland) aan de grond lopen. De sloepen werden gestreken, maar bleken door zeefd; onderweg naar de Wal zonken zij. Terwijl de bemanning de resterende af stand zwemmend en wadend aflegde, openden nerveuze kustbewakers het vuur op de drenkelingen. Een onderof ficier moest dit jammerlijk optreden met de dood bekopen. lustraties. In dit eerste deel wordt ver haald tot mei 1943 met het goede slot van de staking in ons land als gevolg van de oproep aan alle militairen zich op nieuw te melden. Dan is er op die laatste pagina's ook sprake van het voornaam ste stakingsgebied in ons gewest: Noord-Beveland, in die periode ook wel "klein Engeland" genoemd vanwege de daar heersende geallieerde pré. Men had er ook maar 1 NSB-er en ook daar om was het een rood-wit-blauwe vlek in deze provincie. Voorafgaande pagina's signaleren dan de komst van de NSB- burgemeester, die vooral tweede helft 1942 en eerste helft 1943 zijn beslag kreeg. Dan kom je ook van deze con treien de namen tegen van een slager L. Meerman uit Tholen, die burgemeester van Scherpenisse werd en de radiohan delaar M.C. van Sint Annaland, die daar als eerste burger werd geïnstalleerd. Voorvallen rond zo'n officieel gebeuren, al kon dat allemaal voor iedereen tot op de draad worden uitgesponnen. Ons is dan ook wel bekend, dat een bejaard vrouwtje, die in haar al lange leventje nimmer een medeburger had lastig ge vallen, tijdens de installatiedagde ven sters voor haar ramen sloot en dat was in die en vele jaren daarvoor op het plat teland altijd een teken van rouw. Men kon er haar ook niet eens voor oppak ken, want soms werd dat ook wel gedaan om de zon buiten de huiskamer te hou den, al was er op die bewuste dag geen sprankeitje zonlicht te bespeuren. In tegenstelling echter met de conclusie van dr. L. de Jong in het eerste deel van zijn nog niet voltooide geschiedenis over Nederland in de Tweede Wereldoorlog, komt wijlen L.W. de Bree in dit eerste Zeeuwse deel tot de conclusie, dat de SGP voor de oorlog helemaal geen stemmen (althans niet noemenswaard) verloor aan de NSB, maar dat die partij in de SGP bolwerken zelfs nog groeide, terwijl daarentegen de CHU bijvoor beeld wel een NSB veer moest laten. In 5 hoofdstukken komt eerst, zoals bij dr. De Jong als het ware het "voorspel" aan bod. Daarna de kroniek van de meida gen 1940, in hoofdstuk 3 Zij en wij, be zetter en Zeeuwse bevolking tot medio 1941. In hoofdstuk 4 de toenemende druk tussen juni 1941 en augustus 1942 en in het laatste hoofdstuk de kerende kansen; sept. 1942 tot mei 1943. Extra waarde aan dit eerste deel geeft de in dex, waar alfabethisch alle gebeurtenis sen, namen en plaatsen verwijzen naar de pagina's, waarin die worden behan deld. Grafische uitvoering van Den Boer - Middelburg is uitstekend. Zeeland 1940-1945, deel I, zal door velen als een stuk goede geschiedschrijving worden gewaardeerd. Een verdiende waarde ring. door J. van Leerdam In ons land komen drie soorten herten voor: edelhert, damhert en ree. Veel mensen weten op geen stukken na het verschil tussen deze soorten, zelfs in kranteberichten worden de namen door elkaar gebruikt. Toch is het niet zo moeilijk ze uit elkaar te houden, er zijn namelijk opmerkelijke verschillen. kleine staartje wordt bij het mannetje „de spiegel" genoemd, bij de geit „de schort". De reekalfjes volgen deze witte vlek als de moeder het bij onraad op een lopen zet en in het schemer achtige bos verdwijnt. Het is eens voorgekomen dat een reekalf hardnekkig het witte achter spatbord van de fiets van een jachtopziener bleef volgen! De reebok heeft een klein vertakt gewei, met - als het volgroeid is - doorgaans drie einden per stang. Zo'n bok wordt een „zesender" of „zesser" genoemd! Edelhert OOK IN ZEELAND Het edelhert is het grootst. Zijn hoogte bedraagt plm. 140 cm, zijn gemiddeld gewicht is plm. 125 kg. De bok heeft een regelmatig vertakt gewei met ronde stangen. Deze dieren zijn in het wild alleen op de Veluwe te zien. Damhert Het damhert is wat kleiner: plm. 100 cm hoog en rond de 60 kg zwaar. Kleur bruin, vaak met veel lichte vlekken (vandaar de naam!). De bok heeft een plat schoffel gewei met punten. Damherten komen eveneens op de Veluwe voor, bijvoorbeeld in het Deeler- woud. Verder hier en daar in verwilderde staat, o.a. in het Waterwingebied Oranjezon op Walcheren (een stuk of tien exemplaren). En tenslotte in vele hertenkampen. De ree is nog een stuk kleiner. De hoogte bedraagt plm. 70 cm, het gewicht plm. 20 kg. De grootte komt ongeveer overeen met die van een flinke hond. 's Zomers is de ree fel roodbruin gekleurd, 's winters grijsbruin. Het wit behaarde gedeelte onder het Over het prachtige reewild wil ik u graag nog wat meer vertellen. Het is in alle Nederlandse provincies te vinden, dus ook in Zeeland. Het aantal reeën in Nederland wordt geschat op zo'n 25.000 stuks, onze provincie herbergt stellig enkele honderden exemplaren. De laatste jaren nemen ze overal sterk in aantal toe. De Zeeuwse reeën .zijn niet uitgezet, zoals soms verondersteld wordt, maar spontaan vanuit Brabant hierheen gekomen. Naarmate de stand toeneemt, neemt vanuit over bevolkte gebieden de trekdrang toe. Zo moet de aanwezigheid van reeën (sinds de zestiger jaren) in onze provincie verklaard worden. Zelfs brede waterstromen vormen geen belemmering, reeën zijn namelijk uitstekende zwemmers! Reebok Als u het geluk hebt in de vrije natuur een ree te ontmoeten, blijf dan roerloos staan Het oog van een ree is zogenaamd „astigmaat" dat wil zeggen het ziet elke beweging, maar onderscheidt moeilijk wat onbewegelijk is. Het dier zal u waarschijnlijk een poos aanstaren, maar als de wind gunstig is en u geen vin verroert, bestaat er een mooie kans dat u hem of haar enige tijd rustig kunt observeren. De bronsttijd, bij de reeën ook wel blattijd genoemd - naar het geluid, het „blatten" of „fiepen" dat de reegeit in deze periode laat horen - is een bijzonder interessante tijd Tegen half juni begint het reewild onrustig te 'worden, maar pas in juli richt zich de interesse van de bok op de geit. Eerst worden de smalreeën (vrouwelijke kalveren van het vorige jaar) bronstig, (Je oudere geiten enige tijd later. Door onder huidse klieren die zich tussen de hoefjes bevinden, wordt een bepaald vocht afgescheiden, de geur hiervan wordt al lopend afgezet op bladeren en takjes. De bok kan zodoende precies de bronstige geit opsporen. Het klier- vocht dient trouwens ook voor de communicatie tussen de geit en haar kalfjes. De bok heeft boven dien nog een speciale klier op het voorhoofd, tussen het gewei. Door met zijn gewei boompjes en takken te bewerken, waarschuwt hij zijn seksegenoten, dat zij zich in zijn territorium bevinden. Ook worden nu overal krabplaatsen gemaakt. Iedere oudere bok heeft gedurende de bronsttijd namelijk zijn eigen gebied, waarin hij geen indringer duldt. Met genoemde klieren markeert hij dus zijn grond gebied. In deze periode zijn territoriumgevechten geen uitzondering. Het is normaal dat een bok gedurende de bronst drie of vier geiten beslaat en een geit verlaat zodra deze niet meer bronstig is (na enkele dagen). Ree bokken verzamelen dus geen harem om zich heen, zoals we dat bij edelherten kennen. De bronstige rekke (reegeit) wordt door de bok gedreven lange tijd achtervolgd) tot ze zich gewonnen geeft. Gedurende deze tijd wordt ze tientallen malen beslagen (bevrucht). êeh vrouwelijk dier. Nauwelijks één dag oud zijn de jongen al in staat de moeder te volgen; de eerste weken laat de geit ze echter altijd in de dekking achter als ze zelf op lavei gaat (voedsel gaat zoeken). Gedurende deze tijd blijven de kalfjes onbewegelijk liggen, waardoor ze weinig verwaaiing (geur) afgeven en door hun schutkleur uitstekend beschermd zijn. Mocht het u eens overkomen zo'n kalfje te vinden - de kans is wel uiterst klein - raak het dan niet aan en neem het in geen geval mee, denkende dat het door het moederdier verlaten is. Hoewel het niet zo is, zoals wel eens verteld wordt, dat kalfjes die door mensen zijn aangeraakt door de moeder verstoten worden, is het toch maar beter de schattig uitziendelbamby's helemaal met rust te laten! Even bekijken, ter plaatse fotograferen (dus niet verleggen naar een zonnig plekje!) kan geen kwaad, maar dan liefst zo snel mogelijk verdwijnen! Jachtopzieners die een zogenaamd verstoten kalfje krijgen aangeboden, zullen altijd vragen waar het diertje gevonden is en het dan op zo mogelijk precies dezelfde plaats terugleggen. Om de „mensenlucht" te verdrijven kan het vooraf met wat azijn besprenkeld worden. Het kan natuurlijk wel eens voor komen dat een jong door mensen móet worden opgekweekt, bijvoorbeeld als de moeder als verkeersslachtoffer is omgekomen. Het kalfje kan dan gevoed worden met verdunde lauwe koemelk of met gewone babyvoeding. Naarmate de tijd vordert moet bijgevoerd worden met jong gras, klavertjes, eikenlot en takjes Hoewel zulke door mensen opgekweekte reeën heel mak worden, blijven het toch dieren die in de vrije natuur thuishoren, bij het ouder worden zullen ze dan ook vrijgelaten moeten worden. Vooral bokken kunnen namelijk plotseling vrij agressief worden en een ernstig gevaar voor mensen opleveren! wegen en paden blijven, trekken ze zich weinig aan, maar aan geheimzinnig rondsluipen door bossen en struiken hebben ze een gloeiende hekel! Honden moeten absoluut aan de lijn gehouden worden! Ook dienen er bepaalde rustgebieden in elk revier jacht gebied) te zijn. waar het wild nooit gestoord wordt. Reeën worden De kalfjes worden omstreeks begin mei geboren. In de meeste gevallen werpt de rekke twee kalveren. Vaak een mannelijk en djbreolui schichtig en zenuwachtig als ze gestoord worden in gebieden waar ze zich tot dan toe veilig waanden. Bij konstante verstoring wordt de ree een schuw nachtdier. Helaas is dat op veel plaatsen al het geval! De recreatie druk op natuurgebieden neemt met het jaar toe! We zijn hiermee aan het eind van ons reeënpraatje gekomen^Er zou allicht nog veel meer boeiends over deze werkelijk prachtige dieren te vertellen^zijn, maar ik vrees al meer plaatsruimte opgeëist te hebben dan me was toebedacht. Maar ja, waar het hart vol van is, schrijft de pen over door! Ik hoop in elk geval uw interesse gewekt te hebben voor dit bijzonder belangwekkende hoofdstuk van de natuur. Let al wandelend door het veld op de prenten (sporen) en de uitwerpselen. Deze visitekaartjes spreken hun eigen taal. Tenslotte: veel genoegen op uw tochten en een veelvuldige ontmoeting toegewenst ^net onze Zeeuwse reeën! Adres schrijver: Wilgenlaan 14 4353 AN Serooskerke (W.) Voorlichting in de Oesterschelp Tholen

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1979 | | pagina 9