Vreugde met een traan, want de vrijheid werd duur gekocht. Twee uren na de eei Britse aanvalsplanni al bekend e land bij de waren Inlichtingen van Nederlandse verzetsbeweging werden genegeerd. Van 17-26 september 1944 edde de om Arnhem. Evacuatie-leed van twee dames De.Nederlandse (en on-Nederlandse pers in de bezettingstijd. Donderdag 25 oktober 1979 EENDRACHTBODE 11 Een dik wolkendek maakR er op de 30ste okt be te 1944 een sombere dag van. De vierde oorlogsherfst. Die morgen bulde ren kanonnen vlakbij. De Canadezen zijn tot Halsteren gena derd, maar de Duitse weerstand houdt aan, zoals Tholen vier weken lang het kanongebulder heeft gehoord en zelfs daaraan raak je gewend, zolang de scherven niet om je heen vliegen. Die gehele maand oktober was de hevige strijd om de Schelde- monden vooral rond Woensdrecht uitgevochten. Voor de zo veelste maal in die vier en halve oorlogsjaren waren er evenzo- 30 Oktober 1944 was Tholen vrij. vele teleurstellingen. Immers, na dolle dinsdag, was er de stel lige verwachting, dat het nu zo gebeurd zou zijn. Maar de vlaggen van die eerste septemberdinsdag waren weer ijlings ingehaald. De zeer bekwame en keiharde Duitse luitenant-ge neraal Kurt Chill had de bonte verzameling vluchtende Duitse troepen tot staan weten te brengen en het bevel overgenomen. Daaronder resten van de 84e, 85e en 89e divisie, een deel van het bekende Hermann Goering trainingsregiment en de elite groep die het 6e regiment parachutisten was. Tot 6 oktober leek het voor de tweede Canadese divisie nog wel voorspoedig te gaan. Hollands Putte was bereikt en de vier kilometer ten wes ten van Woensdrecht liggende dam lag binnen bereik. De toe gang tot Zeeland, het verdrijven van de vijand rond de Schel- demonden, want dat Antwerpen uiterst belangrijk was, had Montgomery tot eigen schande ervaren bij de mislukking van de slag om Arnhem. Zo lag ook Tholen en Sint Philipsland vier weken lang in de greep van een oorlogsstrategie, die achteraf bezien niet de juiste is geweest. Tot 30 oktober 1944 ook Tholen werd bevrijd. Sint Philipsland volgde enkele dagen later. Ook moppen in oorlogstijd De onvergetelijke datum. Ondergrondse Eendrachtbode Poolse parachutisten-generaal moet nog steeds een inreisvi sum kopen op de graven van zijn gevallen soldaten te be zoeken. BOUND BY FRIENDSHIP AND GRATITUDE...VERBONDEN DOOR VRIENDSCHAP EN DANKBAARHEID. 00K HIER WORDT GEEN WAARDE GEHECHT AAN DE RAPPORTEN UIT NEDERLAND. Eén brug te ver! Blijheid bij de komst van de eerste Canadezen. Op een dag in september gaat - zoals op iedere andere dag - in Hoek van Holland een aantal passagiers van de Harwichboot aan wal. De groep wandelt geanimeerd pratend over de loopplank naar de kade. Terloops laten de reizigers hun papieren aan de douane-ambtenaren zien. De contrdle van het paspoort duurt voor iedere reiziger slechts enkele seconden, zodat deze noodzakelijke formaliteit spoedig wordt afge handeld. Plotseling ontstaat echter een opstopping in de rij van passagiers. De waakzame grenspolitie houdt de papieren van één persoon wat langer vast, hij verge lijkt de foto op het document nauwkeurig met het gezicht van de man, die voor hem staat. Dan zegt hij: "Het is wel erg jammer, meneer, maar U mag Holland niet binnen..." Ja, in die oorlogsherfst van 1944 lag een van de belangrijkste havens van Europa - Antwerpen - leeg en verlaten. De stad was de eerste septemberdagen praktisch onbeschadigd veroverd. Aan de Oost zijde van het front, langs de Duitse grens werden Britse-en Amerikaanse legers door een tekort aan voorraden en tran sport tegengehouden. Montgomery had destijds gekozen voor de stoot naar het Oosten en het avontuur bij Arnhem be gonnen. Hij had de openstelling van de Het lijkt misschien wat onwezenlijk en het klinkt misschien wat onwaarschijn lijk, maar humor en verzet zijn niet zo maar de kop in te drukken. Humor was er ook in die overigens zo benarde oor logstijd. Zoals bijvoorbeeld dit rijmpje: Staak uw zuchten, stil uw klagen, elke dag verrijst de zon. 't Geldt in blijde en droeve dagen, levenslust blijft zonder bon. Bekend kan zijn, dat in de bezettingstijd al snel alle levensmiddelen slechts via bonnen verkrijgbaar waren (rantsoene ring) of deze: Bij een familie waar een Duitser was ingekwartierd, werd op een morgen een restant van een geslachte kip in 't hok gevonden met een brieije erbij: 'K sterf liever voor het vaderland, dan eieren leggen voor de Ortscom- mandant. En in Bergen op Zoom het aandoenlijk straateeltje, toen het zuiden al was be vrijd, maar daar nog wel de beruchte V I's en V2's overvlogen. Een aantal kin deren knielde op straat, sloeg een kruis en zong: Ons lief vrouwke, gift ze een douwke, dan vallen ze in zee - en zijn wij weer tevree. Als door een straat in Amsterdam zin gende Duitsers marcheren: 'Und wir fahren gegen Engeland', loopt een klein jochie mee. Er gaat een raam van een bovenhuis open en een vrouw schreeuwt: "Jantje kom boven of moet je ook verzuipen". Ja, ook op die wijze hield men zich in bezettingstijd gaande. Schelde en daarmee de Antwerpse ha ven beschouwd als een operatie met weinig prioriteit. Daarentegen hadden Churchill en met name ook de Vice-ad- miraal Alanbrooke het gevaar eerder onderkend. Inplaats van de opmars naar Arnhem uit te voeren had hij in de eerste plaats Antwerpen moeten zekerstellen. Over de slag om Antwerpen en de Schelde 1944-is juist dezer dagen - 35 jaar na de bevrijding van dit gebied -een boek verschenen, geschreven door de Engelse generaal-majoor B.D.J.L. Moulton. In dit boek wordt de militaire operatie, die voor de bevrijding van België, Nederland en de capitulatie van het Derde Rijk doorslaggevend is ge bleken, op de voet gevolgd. Vooral hoe hard in de Zuidwesthoek van West- Brabant gevochten is. Op 2 oktober be gon de Canadese opmars vanuit Ant werpen en toen men 6 oktober slechts vier kilometer van de Zeeuwse dam was verwijderd, was er hoop op een snelle afloop. Het kwam anders uit. Woens drecht was bijna geheel onder water ge zet en het was bij Hoogerhëide, Huy- bergen en Woensdrecht, dat de Cana dezen telkens weer werden teruggesla gen door de zich hardnekkig verzetten de, in de Krieg geharde Duitse elite groepen. 10 Oktober lag Hoogerheide midden in het front en 15 oktober eva cueerde Woensdrecht vrijwel compleet naar Bergen op Zoom. Eerst toen de SS troepen bij Tilburg op 20 oktober wer den verslagen, kregen de Canadezen bij Woensdrecht de gewenste versterking. Op 23 oktober vielen de eerste geal lieerde granaten in Bergen op Zoom en op 24 oktober -men kan uit deze data nagaan, hoe moeilijk het allemaal ging -werd Huybergen (een puinhoop) be vrijd. 26 Oktober eisen de Duitsers evacuatie van Bergen op Zoom en een dag later van Tholen. Maar daarvoor is het nu toch te laat. Vrijdag 27 oktober doen in Bergen op Zoom de Sprengcommando's hu. vernietigend werk. Die middag half vijf is echter de eerste Ca.adese tank in de stad. Bergen op Zoom was bevrijd. Vanuit Halsteren blijft de Duitse artil lerie echter de stad bestoken en eerst toen er in de nacht van 29 op 30 oktober een duel tussen Canadese en Duitse tanks bij het Carmelitessenklooster is uitgevochten in het oordeel van de Geallieerden wordt de 'poort', het begin van de Halsterse weg bevrijd en ligt ook Thole,n onder het bereik van de bevrij ders. Als op 4 november ook Steenber gen na weer twee nachten van hevig ar tillerievuur wordt bevrijd, kunnen ook in Sint Philipsland de vlaggen uit. De vlaggen.? Ja, maar het werd voor vrijwel iedereen vreugde met een traan, want duur werd de vrijheid gekocht. Op de Geallieerde begraafplaatsen aan de Wouwse Weg liggen 1115 Canadezen en 1296 Engelsen begraven. Vrijwel allen jongemannen, die ver van huis vochten, maar voor de vrijheid' ook van Tholen en Sint Philipsland, de hoogste tol be taalden. Dat staat er boven het hoofdstukje van het boekje 'slechts een plicht', dat kort na de bevrijding is verschenen en de Thoolse geschiedenis vooral rond de bevrijdingsdag beschrijft. Waar al die jaren zo naar toegeleefd was onder het juk van het bezet zijn, het geknecht zijn, het leed van scheiding onder families en zelfs gehele dorpen, zoals op Tholen, daar leken de ruim 3000 Thoolse inwo ners op het moment dat die bevrijding zo dichtbij was, als het ware afgestompt. Kwam het door de angstige uren die vooraf waren gegaan met de dreiging van de Duitse artillerie bij Halsteren, kwam het door de vele ongemakken, want geen licht, geen gas, geen water was er meer en nog maar weinig eten. Dan is het half elf op die sombere 30ste oktober 1944. Een artillerie salvo komt neer op de Thoolse straten. Verbijsterd •vluchten de mensen naar kamer of kel der. Het schieten herhaalt zich niet. Er klinkt iets anders, iets zo overweldi gends, iets zo onwezenlijks, iets zo on begrijpelijks, dat het eigenlijk tot nie mand goed doordringt. Zeker niet, als je jaren later nog eens dat moment in he rinnering roept. Toch is er dat onweer staanbare en dat overvalt die bevolking, terwijl het er jaren naar uitzag, terwijl het al weken voor het grijpen leek, het overvalt als een vloedgolf, het wordt sneller verspreid dan de weinige minu ten tevoren wegvliegende granaatsplin ters, het schiet als het ware als een blik semstraal door het oude stadje: ze zijn er. Ze waren er inderdaad. Nog aan de overkant van de Eendracht, maar met de Nederlandse vlag duidelijk zichtbaar in de hand. Drie Canadezen en een Thole- naar. De boot schuift over de Thoolse oever....de surrogaat-vlampijp in de Thoolse toren zal zo een bromstem laten horen, want het is bijna half twaalf...30 oktober 1944. Tholen vrij. Een willekeurige greep, wat er in bezet tingsjaren met de pers gebeurde. Er is een lange reeks aan bovenstaande toe te voegen. Kranten van allerlei uitgang spunten gingen strijdend ten onder of gaven toe aan wat de vijand wenste. In dien ooit, dan is gedurende de over heersing van ons land door de Duitsers, de grote betekenis van een vrije onaf hankelijke pers wel duidelijk gebleken. Ons volk heeft het tijdens de bezetting niet gemakkelijk gehad. Een van de zwaarste beproevingen is ongetwijfeld geweest, dat er van vrije meningsuiting en publieke voorlichting door de pers geen sprake meer was. Het luisteren naar niet onder Duitse controle staande radio-uitzendingen werd met de zwaar ste straffen bedreigd. De kranten moes ten kiezen: zich verlagen tot slaven diensten aan de bezetters of verdwijnen. Het leek aanvankelijk wel mee te zullen vallen. Aan de geestelijke vrijheid van ons volk - zo heette het - zou niet worden geraakt. Ook in Zeeland verklaarde de militaire perschef dat de kranten onges toord konden verschijnen, mits geen Engelse leugenberichten werden opge nomen. Het werd voor ons volk een kwade dag, toen de verrader van Oos tenrijk, de beruchte Dr. Seyf Inquart hier arriveerde om als Rijkscommissaris het binnenlands bestuur over te nemen, ledereen begreep dat dit niets goeds voorspelde, maar ook Seyss begon met de strooppot te werken. Dat duurde echter niet lang. De kranten konden ongestoord blijven verschijnen. Ja wel. Maar toen de Hoofdredacteur van "De Standaard", Dr. H. Colijn, de bewering van een Duits witboek, dat de Neder landse regering voor dte oorlog een ver gaande overeenkomst met Engeland en Frankrijk had gesloten, als onwaar brandmerkte, werd "De Standaard" voor acht weken verboden. Een maand later werd de verdere uitgave van 'De Reformatie" onmogelijk gemaakt en zijn Hoofdredacteur Prof. Dr. K. Schil der gevangen gezet. Prof. Schilder had al jaren het Nationaal Socialisme bestre den. Een der volgende slachtoffers was 'De Zeeuw". Op 10 oktober verscheen de Gestapo opnieuw te Goes om te ver bieden en Hoofdredacteur R. Zuidema in verzekerde bewaring te stellen. Daar na ging het in versneld tempo en ten slotte bleven nog slechts kranten over, "Waarom niet...."? vraag de aangespro kene. "Omdat U niet in het bezit bent van een inreisvisum....U zult met de boot terug moeten keren..." "Nou, dat gaat hier wel een beetje an ders toe dan toen ik de vorige keer in Holland was..." "Wanneer was dat....?" vraagt de amb tenaar. "In september 1944...." "September 1944...?" De ambtenaar is nu bepaald argwanend geworden. "Hoe kan dat...?" "Wel, toen sprong ik'met mijn parachu tisten bij Arnhem af..." De thans geheel onthutste ambtenaar die bereid waren netjes in het Duitse gareel te lopen, zoals bijv. De Telegraaf Xiet te vergeten ook de NSB bladen. In de behoefte aan nieuws werd echter al vrij snel voorzien door talloze onder grondse blaadjes. Bekend zijn vooral 'Vrij Nederland', 'Het Parool' en 'Trouw'. Ook op Tholen werden deze krantjes verspreid, waarbij door om standigheden Trouw de boventoon voerde. In dat opzicht was het huize Dijkslag in de Thoolse Doelweg, waar het pakket Trouw's via het contact Vre derust werd afgeleverd. Zo kwam Trouw over geheel Tholen bij een aantal ver trouwde adressen in de bus en als een lintworm weer bij vijf anderen, zodat het illegale blad een leesdichtheid kreeg, die voor de paar honderd exemplaren op Tholen (men moest op alles zijn voor bereid) onvoorstelbaar is. In hetzelfde stramien waarin de lande lijke of regionale dagbladen een verbod kregen opgelegd, werd de latere Een drachtbode het slachtoffer. Het schoor voetend begin van die publiciteit lag in 1938, toen in St. Annaland een gestencild Nieuws- en Advertentieblad verscheen. Het werd april 1942 verboden omdat werd geweigerd NSB propaganda op te nemen, zoals voor het ogenschijnlijk onschuldig lijkende Winterhulp, NSB ledenwerving en arbeidsfrontreclame. Onder het motto van papierschaarste gingen die eerste - wat dan later de Eendrachtbode is genoemd - penne- vruchten ten onder. De eenmansrë- dachtie schreef aan de lezers, dat alles voorbij gaat in dit ondermaanse, ook de tijd van papierschaarste. Hij kreeg in zoverre gelijk, dat er nu met die grond stoffen heel wat minder zuinig wordt omgesprongen. De herverschijning da teert eveneens van bijna 35 jaar geleden (november). Hoeveel jaar later moet echter vooral hulde worden gebracht aan hen, die de landelijke verzetsliteratuur maakten, drukten en verspreidden. Velen van hen hebben dat werk met gevangenis, mar telkamp en zelfs met de dood moeten bekopen. leest de naam van de hem onbekende man nog eens aandachtig over...Stani- slaw Sosabowski. De "ongewenste vreemdeling" is niemand minder dan de commandant van de 1ste Poolse Para chutisten brigade, die, bij Driel, een plaatsje ten Zuiden van de Rijn, onder de rook van Arnhem, tijdens die ener verende dagen van september 1944, is geland en daar dagenlang heeft stand gehouden. Nu deze Poolse generaal de graven wil bezoeken van zijn soldaten, die gesneuveld zijn voor de bevrijding van ons land, moet hij eerst een visum kopen. En hoewel in Hoek van Holland de zaak spoedig is opgelost en de auto riteiten de bezoeker een goede reis toe wensen, is voor deze militair een inreis visum voor Nederland nog altijd voor schrift gebleven. Generaal Sosabowski vindt het feit, dat hij een dergelijk do cument moet kopen elke keer als hij ons land wil bezoeken, het land, dat hij heeft helpen bevrijden, wel een beetje pijnlijk. Veel beter dan over het officiële, amb telijke Nederland is de Poolse comman dant te spreken over de Nederlandse bevolking. Hij bewaart nog altijd de le vendigste en dierbaarste herinneringen aan de dapperheid van ons vólk, een dapperheid, welke hij vooral aantrof bij de gewone mannen en vrouwen en zelfs bij kinderen, die hun leven waagden om de Polen te helpen, iets, dat hij nimmer zal vergeten. Maar de generaal zegt nog meer over het contact met de Hollanders. Hij gewaagt van de vele rapporten, die worden ont vangen van de Nederlandse "onder grondse", waarin geheime gegevens van de grootste betekenis worden verstrekt betreffende Duitse eenheden en hun sterkte. De Britse geheime dienst echter, trok geen profijt uit deze rapporten, maar legde deze, als onbetrouwbaar, ter zijde. Sosabowski zelf stelde wel ver trouwen in de inlichtingen, temeer, daar - na de landing - bleek, dat deze met de werkelijkheid klopten. Burgers vertel den de generaal, waar de Duitsers zich bevonden, welke wegen nog vrij waren, welke bruggen al dan niet door de vijand waren bezet. Zodra hij geland was, deelde bijvoorbeeld een koerierster van de verzetsbeweging de Poolse comman dant mede, dat de oversteekplaats aan de Rijn, waarheen hij moest oprukken, en welke volgens de Engelse inlichtin gendienst in handen van de Britten moest zijn, werd bewaakt door Duitse soldaten, die de veerboot reeds tot zin ken hadden gebracht. Ook generaal Ur- quhart, de leiden van de gehele operatie bij Arnhem, die - evenals Sosabowski - zijn belevenissen later te boek heeft gesteld, vertelt over de inlichtingen van Nederlandse verzetsmensen omtrent aanwezigheid van pantsereenheden in de buurt van het gebied, waar de lan dingen zouden plaatshebben. En ook deze commandant - eenmaal bij Arnhem geland - trok voordeel uit de inlichtingen van de Hollanders. Zo meldde een aan de parachutisten toege- voegde Nederlandse officier, Wolters, per telefoon - hij had op het telefoon kantoor in Arnhem de beschikking ge kregen over het normale burgernet - aan de Engelse generaal, dat zestig tanks uit het Noorden in de richting van Arnhem oprukten. Verder spreekt de Engelse commandant over koeriers en verzetslieden, die tel kens om inlichtingen op pad gingen. De te laat opgemerkte Duitse tan- keenhden vormen een factor, die de slag om Arnhem deed mislukken. Eén fac tor...er waren meer factoren. Gedurende de strijd, die de Engelsen en de Polen, neergelaten per parachute of zweef vliegtuig, negen dagen temidden van de Nederlandse bevolking voerden tegen de Duitsers, is er een hechte band ges meed tussen geallieerden en Nederlan ders. Die band is daarna nog verstevigd toen, met behulp van de bevolking, nog tientallen Engelse soldaten illegaal over de Rijn naar bevrijd Nederland werden gebracht. Die band is blijven bestaan en bestaat nu nog; zowel Urquhart als So sabowski gewaagt hiervan. Voor de luchtlandingstroepen zijn mo numenten op9ericht. Aan de militaire leiders zijn vele geschenken en erebur gerschappen aangeboden. Het uniform van Sosabowski wordt gesierd met vele onderscheidingen, echter geen enkele Nederlandse decoratie wordt door hem gedragen...die is hem nimmer uitgereikt. Ook hier heeft de Nederlandse ambte lijke molen stilgestaan...De militaire ambtelijke molen in Engeland ging voor deze Pool zelfs teruglopen...., want kort na de gevechten bij Arnhem werd deze generaal - die wegens zijn dappere ge drag zeer wordt geprezen - ontheven van zijn post..., hij werd voor de Engelse le gerleiding te lastig.. Toen de Engelse generaal Urquhart vroeg hoe lang de operatie "Market Garden" - de codenaam voor de slag om Arnhem - zou duren - antwoordde ge neraal Montgomery: "slechts twee da gen, dan zullen we jullie hebben be reikt". "We", dat was het Tweede leger, dat in België ten Zuiden van Valkens- waard, aan het Maas-Scheldekanaal stond. In Brabant zou de 101e Ameri kaanse Airbornedivisie worden gedropt en rond Nijmegen Amerikaanse para chutisten van de 82e Aijrborne-divisie. Bij Arnhem zouden dePolen en de Britten landen en inmiddels zou het 30e korps van het Tweede leger door de smalle corridor snel oprukken over de bruggen bij Nijmegen en Arnhem. Al- dus zouden de geallieerde troepen een doorbraak over de Rijn forceren. Men hoopte kort daarna het IJselmeer te be reiken en, zodoende, de in West-Neder land gelegerdë Duitse eenbeden te iso leren. Tevens zou men doordringen naar de Duitse laagvlakten, om de sterk ver dedigde Siegfriedlinie heen. De eerste twee operaties, in Brabant en bij Nij megen, gelukten. Bij Arnhem is het misgegaan... In plaats van twee dagen hebben de Engelse en Poolse luchtlandingstroepen negen dagen volgehouden. Wel hebben de Engelsen de brug bereikt, drie dagen hebben een bataljon, onder leiding van de luitenant-kolonel Frost en een ver kenningsgroep, onder bevel van dé ma joor Cough de brug bezet gehouden. Deze soldaten waren echter van de an dere gescheiden door het Duitse front, en uiteindelijk konden zij het tegen de toenemende Duitse druk, met behulp van zware artillerie en moderne pant serwagens en tanks, niet langer volhou den. Over het hoe en waarom van de Arnhemse nederlaag, waardoor de oor log met een - voor ons Nederlanders zeer zwaar - winterhalfjaar is verlengd, is veel te doen geweest. Er is gesproken over verraad, maar dat schijnt niet waar te zijn, al is het wel zo, dat de Duitse le gerleiding al twee uren nadat de eerste landing was begonnen, op de hoogte was van de geallieerde operatieplannen, ge vonden op het lijk van een Amerikaanse soldaat in een zweefvliegtuig, dat even buiten Vught was neergestort. Ook heeft het gebrek aan goed radio-contact tus sen de troepen onderling - de "appara tuur was ontoereikend en het berichten verkeer werd sterk gehinderd door het zwaar-bebost terrein - "een gecoördi neerd optreden van de parachutisten belemmerd. Gaat men na wat de gene raals Urquhart en Sosabowski verder als oorzaken van de mislukking opgeven, dan ziet men een merkwaardige over eenkomst van opvatting. Beiden zijn van mening, dat de Duitse teqenstand is on derschat. Hier heeft, zo zeggen zij, de Britse inlichtingendienst gefaald. Meer vertrouwen in de burgerbevolking, vooral in het begin, zo meent de Engelse generaal, zou de operatie niet hebben beperkt tot de hoofdwegen, welke door de Duitsers gemakkelijk onder vuur waren te nemen. De landingsterreinen waren, volgens beider inzicht, te ver verwijderd van het aanvalsdoel, dat niet moeilijk door de vijand te raden viel. De Engelse deskundigen hebben landingen dichterbij ontraden vanwege de bodem gesteldheid van het polderland rond de brug en wegens de sterke Duitse luch tafweer aldaar), de commandanten wij zen deze Britse zienswijze af. Bovendien zijn de twee leiders van me ning, dat het Tweede leger, vooral na het bereiken van Nijmegen, te traag voor waarts is gegaan. Wel is er contact ge weest met de Polen in Driel, maar het laatste tiental kilometers werd niet af gelegd. Gebrek aan eigen luchtsteun na de snelle Duitse reactie is het verwijt van Urquhart aan de R.A.F. Wat ook de oorzaak moge zijn van het verliezen van de Slag om Arnhem, deze lag niet bij de soldaten. Het was, zoals Churchill het kenmerkte: "Door hun gedurfde aanvallen, hun listige verdedi ging, hun prachtig volhouden, hebben zij een wapenfeit verricht, dat herinnerd en verteld zal worden zolang deugden, zoals moed en vastberadenheid, nóg de harten van de mensen kunnen inspire ren en verwarmen. Het jaar 1944 kenmerkte zich niet alleen door bevrijding van het zuidwesten, dus ook van Tholen en Sint Philipsland, het was ook het jaar van onnoemelijk e acuatie-leed voor vele honderden uit deze regio. A Is er in de bijbel staat: ze waren verstrooid onder alle volkerendan waren in 1944 de Tholenaren, met uitzonde ring van de bewoners in Tholen-stad en die uit Sint Philipsland verstrooid over het gehele land. Ieder van de nu nog levende evacuees van toen, zou hierover in dit nummer ongetwijfeld een verhaal kunnen schrijven van minstens een kolom, zelfs bij een weinig emotionele - en weinig van oorlogsverschrikking geledene blijft er toch die herinnering aan de verdrijving van eigen huis en haard. 'Het waren al twee wat oudere dames, al is rond de 60 jaar nog niet zo heel oud, die eind januari 1944 eveneens het eiland Tholen moesten verlaten. Twee onge trouwde zusters, die na het al vroeg overlijden van hun ouders altijd samen hadden gewoond, gewerkt en geleefd. Ook voor hen gold ultimo januari 1944 het onverbiddellijk bevel van een bezetter: Weg. Jaren later kwam er van hen nog een briefje, waarin op dat ene schrijfblokkantje het evacuatieleed als het ware was samengeperst. Het mag 35 jaar later nog een symbool zijn van wat door zoveel honderden andere streekgenoten werd ervaren. 16 maanden evacuatie betekende voor deze dames 22 maal verhuizen of vluchten. Als we een van hen zelj aan het woord laten, lezen we: "Toen we uit ons dorp weg moesten, zijn we eerst 6 weken in Rotterdam geweest, maar daar kon mijn zuster het niet uit houden en we zijn toen zelf een week lang weer terug geweest op Tholen, tegen alle voorschriften in. Op een avond kwam ik een Duitser tegen, die naar mijn bewijs vroeg dat ik op Tholen mocht blijven. Ik had het niet én om zes uur moesten we er uit zijn. A nders smijt ik je er uit, voegde hij er aan toe. We bleven twee dagen in Tholen-stad, maar kregen daar geen vergunning omdat het al te vol was. Toen vertrokken we naar Halsteren, maar ook daar ging het niet meer. A lies zat vol telkens opnieuw het boeltje inpakken en op een wagen. We kregen een plaats in A ndel in het land van A Itena. Daar hebben we het een tijdje goed gehad bij een welgesteld echtpaar, maar de mensen moesten zelf het huis uit, toen het door Duitse onderofficieren werd gevorderd. Weer stonden we op straat. We kwamen enkele kilometers verderop terecht bij een timmerman, maar drie weken later vielen in de omgeving bommen, waardoor 12 mensen werden gedood en het huis waarin we met anderen mochten verblijven werd vernield. We kwamen er zelf E heelhuids af er het Januari 1945 was, waren we voor de 21ste keer moeten verhuizen of vluchten. We zaten toen in Leeuwarden, waar we 15 april 1945 zijn bevrijd. Het duurde nog twee maanden eer we terug mochten. Op 23 juni 1945 waren we weer thuis, precies 16 maanden nadat we hier waren vertrokken. Zo werd dit 16 maanden lange evacuatieleed door een van de twee dames in op dat ene brie/kantje samengebald. Juli 1940 'De Standaard' verboden Aug. 1940: 'De Reformatie' verboden oktober 1940: "De Zeeuw" verboden april 1942: Mini-Eendrachtbode verboden.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1979 | | pagina 11