Vreugde met een traan, want
de vrijheid werd duur gekocht.
Twee uren na de eei
Britse aanvalsplanni
al bekend
e land
bij de
waren
Inlichtingen van
Nederlandse
verzetsbeweging
werden genegeerd.
Van 17-26 september 1944
edde de
om Arnhem.
Evacuatie-leed van twee
dames
De.Nederlandse (en
on-Nederlandse pers in de
bezettingstijd.
Donderdag 25 oktober 1979
EENDRACHTBODE
11
Een dik wolkendek maakR er op de 30ste okt be te 1944 een
sombere dag van. De vierde oorlogsherfst. Die morgen bulde
ren kanonnen vlakbij. De Canadezen zijn tot Halsteren gena
derd, maar de Duitse weerstand houdt aan, zoals Tholen vier
weken lang het kanongebulder heeft gehoord en zelfs daaraan
raak je gewend, zolang de scherven niet om je heen vliegen. Die
gehele maand oktober was de hevige strijd om de Schelde-
monden vooral rond Woensdrecht uitgevochten. Voor de zo
veelste maal in die vier en halve oorlogsjaren waren er evenzo-
30 Oktober 1944 was Tholen vrij.
vele teleurstellingen. Immers, na dolle dinsdag, was er de stel
lige verwachting, dat het nu zo gebeurd zou zijn. Maar de
vlaggen van die eerste septemberdinsdag waren weer ijlings
ingehaald. De zeer bekwame en keiharde Duitse luitenant-ge
neraal Kurt Chill had de bonte verzameling vluchtende Duitse
troepen tot staan weten te brengen en het bevel overgenomen.
Daaronder resten van de 84e, 85e en 89e divisie, een deel van
het bekende Hermann Goering trainingsregiment en de elite
groep die het 6e regiment parachutisten was. Tot 6 oktober leek
het voor de tweede Canadese divisie nog wel voorspoedig te
gaan. Hollands Putte was bereikt en de vier kilometer ten wes
ten van Woensdrecht liggende dam lag binnen bereik. De toe
gang tot Zeeland, het verdrijven van de vijand rond de Schel-
demonden, want dat Antwerpen uiterst belangrijk was, had
Montgomery tot eigen schande ervaren bij de mislukking van
de slag om Arnhem. Zo lag ook Tholen en Sint Philipsland vier
weken lang in de greep van een oorlogsstrategie, die achteraf
bezien niet de juiste is geweest. Tot 30 oktober 1944 ook Tholen
werd bevrijd. Sint Philipsland volgde enkele dagen later.
Ook moppen in
oorlogstijd
De onvergetelijke datum.
Ondergrondse
Eendrachtbode
Poolse parachutisten-generaal
moet nog steeds een inreisvi
sum kopen op de graven van
zijn gevallen soldaten te be
zoeken.
BOUND BY FRIENDSHIP AND
GRATITUDE...VERBONDEN DOOR
VRIENDSCHAP EN
DANKBAARHEID.
00K HIER WORDT GEEN
WAARDE GEHECHT AAN DE
RAPPORTEN UIT NEDERLAND.
Eén brug te ver!
Blijheid bij de komst van de eerste Canadezen.
Op een dag in september gaat - zoals op iedere andere dag - in Hoek van Holland een
aantal passagiers van de Harwichboot aan wal. De groep wandelt geanimeerd pratend
over de loopplank naar de kade. Terloops laten de reizigers hun papieren aan de
douane-ambtenaren zien. De contrdle van het paspoort duurt voor iedere reiziger
slechts enkele seconden, zodat deze noodzakelijke formaliteit spoedig wordt afge
handeld. Plotseling ontstaat echter een opstopping in de rij van passagiers. De
waakzame grenspolitie houdt de papieren van één persoon wat langer vast, hij verge
lijkt de foto op het document nauwkeurig met het gezicht van de man, die voor hem
staat. Dan zegt hij: "Het is wel erg jammer, meneer, maar U mag Holland niet
binnen..."
Ja, in die oorlogsherfst van 1944 lag een
van de belangrijkste havens van Europa
- Antwerpen - leeg en verlaten. De stad
was de eerste septemberdagen praktisch
onbeschadigd veroverd. Aan de Oost
zijde van het front, langs de Duitse grens
werden Britse-en Amerikaanse legers
door een tekort aan voorraden en tran
sport tegengehouden. Montgomery had
destijds gekozen voor de stoot naar het
Oosten en het avontuur bij Arnhem be
gonnen. Hij had de openstelling van de
Het lijkt misschien wat onwezenlijk en
het klinkt misschien wat onwaarschijn
lijk, maar humor en verzet zijn niet zo
maar de kop in te drukken. Humor was
er ook in die overigens zo benarde oor
logstijd. Zoals bijvoorbeeld dit rijmpje:
Staak uw zuchten, stil uw klagen,
elke dag verrijst de zon.
't Geldt in blijde en droeve dagen,
levenslust blijft zonder bon.
Bekend kan zijn, dat in de bezettingstijd
al snel alle levensmiddelen slechts via
bonnen verkrijgbaar waren (rantsoene
ring) of deze: Bij een familie waar een
Duitser was ingekwartierd, werd op een
morgen een restant van een geslachte
kip in 't hok gevonden met een brieije
erbij: 'K sterf liever voor het vaderland,
dan eieren leggen voor de Ortscom-
mandant.
En in Bergen op Zoom het aandoenlijk
straateeltje, toen het zuiden al was be
vrijd, maar daar nog wel de beruchte V
I's en V2's overvlogen. Een aantal kin
deren knielde op straat, sloeg een kruis
en zong: Ons lief vrouwke, gift ze een
douwke, dan vallen ze in zee - en zijn wij
weer tevree.
Als door een straat in Amsterdam zin
gende Duitsers marcheren: 'Und wir
fahren gegen Engeland', loopt een klein
jochie mee. Er gaat een raam van een
bovenhuis open en een vrouw
schreeuwt: "Jantje kom boven of moet
je ook verzuipen".
Ja, ook op die wijze hield men zich in
bezettingstijd gaande.
Schelde en daarmee de Antwerpse ha
ven beschouwd als een operatie met
weinig prioriteit. Daarentegen hadden
Churchill en met name ook de Vice-ad-
miraal Alanbrooke het gevaar eerder
onderkend. Inplaats van de opmars naar
Arnhem uit te voeren had hij in de eerste
plaats Antwerpen moeten zekerstellen.
Over de slag om Antwerpen en de
Schelde 1944-is juist dezer dagen - 35
jaar na de bevrijding van dit gebied -een
boek verschenen, geschreven door de
Engelse generaal-majoor B.D.J.L.
Moulton. In dit boek wordt de militaire
operatie, die voor de bevrijding van
België, Nederland en de capitulatie van
het Derde Rijk doorslaggevend is ge
bleken, op de voet gevolgd. Vooral hoe
hard in de Zuidwesthoek van West-
Brabant gevochten is. Op 2 oktober be
gon de Canadese opmars vanuit Ant
werpen en toen men 6 oktober slechts
vier kilometer van de Zeeuwse dam was
verwijderd, was er hoop op een snelle
afloop. Het kwam anders uit. Woens
drecht was bijna geheel onder water ge
zet en het was bij Hoogerhëide, Huy-
bergen en Woensdrecht, dat de Cana
dezen telkens weer werden teruggesla
gen door de zich hardnekkig verzetten
de, in de Krieg geharde Duitse elite
groepen. 10 Oktober lag Hoogerheide
midden in het front en 15 oktober eva
cueerde Woensdrecht vrijwel compleet
naar Bergen op Zoom. Eerst toen de SS
troepen bij Tilburg op 20 oktober wer
den verslagen, kregen de Canadezen bij
Woensdrecht de gewenste versterking.
Op 23 oktober vielen de eerste geal
lieerde granaten in Bergen op Zoom en
op 24 oktober -men kan uit deze data
nagaan, hoe moeilijk het allemaal ging
-werd Huybergen (een puinhoop) be
vrijd.
26 Oktober eisen de Duitsers evacuatie
van Bergen op Zoom en een dag later
van Tholen. Maar daarvoor is het nu
toch te laat. Vrijdag 27 oktober doen in
Bergen op Zoom de Sprengcommando's
hu. vernietigend werk. Die middag half
vijf is echter de eerste Ca.adese tank in
de stad. Bergen op Zoom was bevrijd.
Vanuit Halsteren blijft de Duitse artil
lerie echter de stad bestoken en eerst
toen er in de nacht van 29 op 30 oktober
een duel tussen Canadese en Duitse
tanks bij het Carmelitessenklooster is
uitgevochten in het oordeel van de
Geallieerden wordt de 'poort', het begin
van de Halsterse weg bevrijd en ligt ook
Thole,n onder het bereik van de bevrij
ders. Als op 4 november ook Steenber
gen na weer twee nachten van hevig ar
tillerievuur wordt bevrijd, kunnen ook
in Sint Philipsland de vlaggen uit. De
vlaggen.? Ja, maar het werd voor vrijwel
iedereen vreugde met een traan, want
duur werd de vrijheid gekocht. Op de
Geallieerde begraafplaatsen aan de
Wouwse Weg liggen 1115 Canadezen en
1296 Engelsen begraven. Vrijwel allen
jongemannen, die ver van huis vochten,
maar voor de vrijheid' ook van Tholen
en Sint Philipsland, de hoogste tol be
taalden.
Dat staat er boven het hoofdstukje van
het boekje 'slechts een plicht', dat kort
na de bevrijding is verschenen en de
Thoolse geschiedenis vooral rond de
bevrijdingsdag beschrijft. Waar al die
jaren zo naar toegeleefd was onder het
juk van het bezet zijn, het geknecht zijn,
het leed van scheiding onder families en
zelfs gehele dorpen, zoals op Tholen,
daar leken de ruim 3000 Thoolse inwo
ners op het moment dat die bevrijding
zo dichtbij was, als het ware afgestompt.
Kwam het door de angstige uren die
vooraf waren gegaan met de dreiging
van de Duitse artillerie bij Halsteren,
kwam het door de vele ongemakken,
want geen licht, geen gas, geen water
was er meer en nog maar weinig eten.
Dan is het half elf op die sombere 30ste
oktober 1944. Een artillerie salvo komt
neer op de Thoolse straten. Verbijsterd
•vluchten de mensen naar kamer of kel
der. Het schieten herhaalt zich niet. Er
klinkt iets anders, iets zo overweldi
gends, iets zo onwezenlijks, iets zo on
begrijpelijks, dat het eigenlijk tot nie
mand goed doordringt. Zeker niet, als je
jaren later nog eens dat moment in he
rinnering roept. Toch is er dat onweer
staanbare en dat overvalt die bevolking,
terwijl het er jaren naar uitzag, terwijl
het al weken voor het grijpen leek, het
overvalt als een vloedgolf, het wordt
sneller verspreid dan de weinige minu
ten tevoren wegvliegende granaatsplin
ters, het schiet als het ware als een blik
semstraal door het oude stadje: ze zijn
er. Ze waren er inderdaad. Nog aan de
overkant van de Eendracht, maar met de
Nederlandse vlag duidelijk zichtbaar in
de hand. Drie Canadezen en een Thole-
naar. De boot schuift over de Thoolse
oever....de surrogaat-vlampijp in de
Thoolse toren zal zo een bromstem laten
horen, want het is bijna half twaalf...30
oktober 1944. Tholen vrij.
Een willekeurige greep, wat er in bezet
tingsjaren met de pers gebeurde. Er is
een lange reeks aan bovenstaande toe te
voegen. Kranten van allerlei uitgang
spunten gingen strijdend ten onder of
gaven toe aan wat de vijand wenste. In
dien ooit, dan is gedurende de over
heersing van ons land door de Duitsers,
de grote betekenis van een vrije onaf
hankelijke pers wel duidelijk gebleken.
Ons volk heeft het tijdens de bezetting
niet gemakkelijk gehad. Een van de
zwaarste beproevingen is ongetwijfeld
geweest, dat er van vrije meningsuiting
en publieke voorlichting door de pers
geen sprake meer was. Het luisteren
naar niet onder Duitse controle staande
radio-uitzendingen werd met de zwaar
ste straffen bedreigd. De kranten moes
ten kiezen: zich verlagen tot slaven
diensten aan de bezetters of verdwijnen.
Het leek aanvankelijk wel mee te zullen
vallen. Aan de geestelijke vrijheid van
ons volk - zo heette het - zou niet worden
geraakt. Ook in Zeeland verklaarde de
militaire perschef dat de kranten onges
toord konden verschijnen, mits geen
Engelse leugenberichten werden opge
nomen. Het werd voor ons volk een
kwade dag, toen de verrader van Oos
tenrijk, de beruchte Dr. Seyf Inquart
hier arriveerde om als Rijkscommissaris
het binnenlands bestuur over te nemen,
ledereen begreep dat dit niets goeds
voorspelde, maar ook Seyss begon met
de strooppot te werken. Dat duurde
echter niet lang. De kranten konden
ongestoord blijven verschijnen. Ja wel.
Maar toen de Hoofdredacteur van "De
Standaard", Dr. H. Colijn, de bewering
van een Duits witboek, dat de Neder
landse regering voor dte oorlog een ver
gaande overeenkomst met Engeland en
Frankrijk had gesloten, als onwaar
brandmerkte, werd "De Standaard"
voor acht weken verboden. Een maand
later werd de verdere uitgave van 'De
Reformatie" onmogelijk gemaakt en
zijn Hoofdredacteur Prof. Dr. K. Schil
der gevangen gezet. Prof. Schilder had al
jaren het Nationaal Socialisme bestre
den. Een der volgende slachtoffers was
'De Zeeuw". Op 10 oktober verscheen
de Gestapo opnieuw te Goes om te ver
bieden en Hoofdredacteur R. Zuidema
in verzekerde bewaring te stellen. Daar
na ging het in versneld tempo en ten
slotte bleven nog slechts kranten over,
"Waarom niet...."? vraag de aangespro
kene. "Omdat U niet in het bezit bent
van een inreisvisum....U zult met de
boot terug moeten keren..."
"Nou, dat gaat hier wel een beetje an
ders toe dan toen ik de vorige keer in
Holland was..."
"Wanneer was dat....?" vraagt de amb
tenaar. "In september 1944...."
"September 1944...?" De ambtenaar is
nu bepaald argwanend geworden. "Hoe
kan dat...?"
"Wel, toen sprong ik'met mijn parachu
tisten bij Arnhem af..."
De thans geheel onthutste ambtenaar
die bereid waren netjes in het Duitse
gareel te lopen, zoals bijv. De Telegraaf
Xiet te vergeten ook de NSB bladen.
In de behoefte aan nieuws werd echter al
vrij snel voorzien door talloze onder
grondse blaadjes. Bekend zijn vooral
'Vrij Nederland', 'Het Parool' en
'Trouw'. Ook op Tholen werden deze
krantjes verspreid, waarbij door om
standigheden Trouw de boventoon
voerde. In dat opzicht was het huize
Dijkslag in de Thoolse Doelweg, waar
het pakket Trouw's via het contact Vre
derust werd afgeleverd. Zo kwam Trouw
over geheel Tholen bij een aantal ver
trouwde adressen in de bus en als een
lintworm weer bij vijf anderen, zodat het
illegale blad een leesdichtheid kreeg, die
voor de paar honderd exemplaren op
Tholen (men moest op alles zijn voor
bereid) onvoorstelbaar is.
In hetzelfde stramien waarin de lande
lijke of regionale dagbladen een verbod
kregen opgelegd, werd de latere Een
drachtbode het slachtoffer. Het schoor
voetend begin van die publiciteit lag in
1938, toen in St. Annaland een gestencild
Nieuws- en Advertentieblad verscheen.
Het werd april 1942 verboden omdat
werd geweigerd NSB propaganda op te
nemen, zoals voor het ogenschijnlijk
onschuldig lijkende Winterhulp, NSB
ledenwerving en arbeidsfrontreclame.
Onder het motto van papierschaarste
gingen die eerste - wat dan later de
Eendrachtbode is genoemd - penne-
vruchten ten onder. De eenmansrë-
dachtie schreef aan de lezers, dat alles
voorbij gaat in dit ondermaanse, ook de
tijd van papierschaarste. Hij kreeg in
zoverre gelijk, dat er nu met die grond
stoffen heel wat minder zuinig wordt
omgesprongen. De herverschijning da
teert eveneens van bijna 35 jaar geleden
(november).
Hoeveel jaar later moet echter vooral
hulde worden gebracht aan hen, die de
landelijke verzetsliteratuur maakten,
drukten en verspreidden. Velen van hen
hebben dat werk met gevangenis, mar
telkamp en zelfs met de dood moeten
bekopen.
leest de naam van de hem onbekende
man nog eens aandachtig over...Stani-
slaw Sosabowski. De "ongewenste
vreemdeling" is niemand minder dan de
commandant van de 1ste Poolse Para
chutisten brigade, die, bij Driel, een
plaatsje ten Zuiden van de Rijn, onder
de rook van Arnhem, tijdens die ener
verende dagen van september 1944, is
geland en daar dagenlang heeft stand
gehouden. Nu deze Poolse generaal de
graven wil bezoeken van zijn soldaten,
die gesneuveld zijn voor de bevrijding
van ons land, moet hij eerst een visum
kopen. En hoewel in Hoek van Holland
de zaak spoedig is opgelost en de auto
riteiten de bezoeker een goede reis toe
wensen, is voor deze militair een inreis
visum voor Nederland nog altijd voor
schrift gebleven. Generaal Sosabowski
vindt het feit, dat hij een dergelijk do
cument moet kopen elke keer als hij ons
land wil bezoeken, het land, dat hij heeft
helpen bevrijden, wel een beetje pijnlijk.
Veel beter dan over het officiële, amb
telijke Nederland is de Poolse comman
dant te spreken over de Nederlandse
bevolking. Hij bewaart nog altijd de le
vendigste en dierbaarste herinneringen
aan de dapperheid van ons vólk, een
dapperheid, welke hij vooral aantrof bij
de gewone mannen en vrouwen en zelfs
bij kinderen, die hun leven waagden om
de Polen te helpen, iets, dat hij nimmer
zal vergeten.
Maar de generaal zegt nog meer over het
contact met de Hollanders. Hij gewaagt
van de vele rapporten, die worden ont
vangen van de Nederlandse "onder
grondse", waarin geheime gegevens van
de grootste betekenis worden verstrekt
betreffende Duitse eenheden en hun
sterkte. De Britse geheime dienst echter,
trok geen profijt uit deze rapporten,
maar legde deze, als onbetrouwbaar, ter
zijde. Sosabowski zelf stelde wel ver
trouwen in de inlichtingen, temeer, daar
- na de landing - bleek, dat deze met de
werkelijkheid klopten. Burgers vertel
den de generaal, waar de Duitsers zich
bevonden, welke wegen nog vrij waren,
welke bruggen al dan niet door de vijand
waren bezet. Zodra hij geland was,
deelde bijvoorbeeld een koerierster van
de verzetsbeweging de Poolse comman
dant mede, dat de oversteekplaats aan
de Rijn, waarheen hij moest oprukken,
en welke volgens de Engelse inlichtin
gendienst in handen van de Britten
moest zijn, werd bewaakt door Duitse
soldaten, die de veerboot reeds tot zin
ken hadden gebracht. Ook generaal Ur-
quhart, de leiden van de gehele operatie
bij Arnhem, die - evenals Sosabowski -
zijn belevenissen later te boek heeft
gesteld, vertelt over de inlichtingen van
Nederlandse verzetsmensen omtrent
aanwezigheid van pantsereenheden in
de buurt van het gebied, waar de lan
dingen zouden plaatshebben.
En ook deze commandant - eenmaal bij
Arnhem geland - trok voordeel uit de
inlichtingen van de Hollanders. Zo
meldde een aan de parachutisten toege-
voegde Nederlandse officier, Wolters,
per telefoon - hij had op het telefoon
kantoor in Arnhem de beschikking ge
kregen over het normale burgernet - aan
de Engelse generaal, dat zestig tanks uit
het Noorden in de richting van Arnhem
oprukten.
Verder spreekt de Engelse commandant
over koeriers en verzetslieden, die tel
kens om inlichtingen op pad gingen.
De te laat opgemerkte Duitse tan-
keenhden vormen een factor, die de slag
om Arnhem deed mislukken. Eén fac
tor...er waren meer factoren. Gedurende
de strijd, die de Engelsen en de Polen,
neergelaten per parachute of zweef
vliegtuig, negen dagen temidden van de
Nederlandse bevolking voerden tegen
de Duitsers, is er een hechte band ges
meed tussen geallieerden en Nederlan
ders. Die band is daarna nog verstevigd
toen, met behulp van de bevolking, nog
tientallen Engelse soldaten illegaal over
de Rijn naar bevrijd Nederland werden
gebracht. Die band is blijven bestaan en
bestaat nu nog; zowel Urquhart als So
sabowski gewaagt hiervan.
Voor de luchtlandingstroepen zijn mo
numenten op9ericht. Aan de militaire
leiders zijn vele geschenken en erebur
gerschappen aangeboden. Het uniform
van Sosabowski wordt gesierd met vele
onderscheidingen, echter geen enkele
Nederlandse decoratie wordt door hem
gedragen...die is hem nimmer uitgereikt.
Ook hier heeft de Nederlandse ambte
lijke molen stilgestaan...De militaire
ambtelijke molen in Engeland ging voor
deze Pool zelfs teruglopen...., want kort
na de gevechten bij Arnhem werd deze
generaal - die wegens zijn dappere ge
drag zeer wordt geprezen - ontheven van
zijn post..., hij werd voor de Engelse le
gerleiding te lastig..
Toen de Engelse generaal Urquhart
vroeg hoe lang de operatie "Market
Garden" - de codenaam voor de slag om
Arnhem - zou duren - antwoordde ge
neraal Montgomery: "slechts twee da
gen, dan zullen we jullie hebben be
reikt". "We", dat was het Tweede leger,
dat in België ten Zuiden van Valkens-
waard, aan het Maas-Scheldekanaal
stond. In Brabant zou de 101e Ameri
kaanse Airbornedivisie worden gedropt
en rond Nijmegen Amerikaanse para
chutisten van de 82e Aijrborne-divisie.
Bij Arnhem zouden dePolen en de
Britten landen en inmiddels zou het 30e
korps van het Tweede leger door de
smalle corridor snel oprukken over de
bruggen bij Nijmegen en Arnhem. Al-
dus zouden de geallieerde troepen een
doorbraak over de Rijn forceren. Men
hoopte kort daarna het IJselmeer te be
reiken en, zodoende, de in West-Neder
land gelegerdë Duitse eenbeden te iso
leren. Tevens zou men doordringen naar
de Duitse laagvlakten, om de sterk ver
dedigde Siegfriedlinie heen. De eerste
twee operaties, in Brabant en bij Nij
megen, gelukten. Bij Arnhem is het
misgegaan...
In plaats van twee dagen hebben de
Engelse en Poolse luchtlandingstroepen
negen dagen volgehouden. Wel hebben
de Engelsen de brug bereikt, drie dagen
hebben een bataljon, onder leiding van
de luitenant-kolonel Frost en een ver
kenningsgroep, onder bevel van dé ma
joor Cough de brug bezet gehouden.
Deze soldaten waren echter van de an
dere gescheiden door het Duitse front,
en uiteindelijk konden zij het tegen de
toenemende Duitse druk, met behulp
van zware artillerie en moderne pant
serwagens en tanks, niet langer volhou
den. Over het hoe en waarom van de
Arnhemse nederlaag, waardoor de oor
log met een - voor ons Nederlanders zeer
zwaar - winterhalfjaar is verlengd, is veel
te doen geweest. Er is gesproken over
verraad, maar dat schijnt niet waar te
zijn, al is het wel zo, dat de Duitse le
gerleiding al twee uren nadat de eerste
landing was begonnen, op de hoogte was
van de geallieerde operatieplannen, ge
vonden op het lijk van een Amerikaanse
soldaat in een zweefvliegtuig, dat even
buiten Vught was neergestort. Ook heeft
het gebrek aan goed radio-contact tus
sen de troepen onderling - de "appara
tuur was ontoereikend en het berichten
verkeer werd sterk gehinderd door het
zwaar-bebost terrein - "een gecoördi
neerd optreden van de parachutisten
belemmerd. Gaat men na wat de gene
raals Urquhart en Sosabowski verder als
oorzaken van de mislukking opgeven,
dan ziet men een merkwaardige over
eenkomst van opvatting. Beiden zijn van
mening, dat de Duitse teqenstand is on
derschat. Hier heeft, zo zeggen zij, de
Britse inlichtingendienst gefaald. Meer
vertrouwen in de burgerbevolking,
vooral in het begin, zo meent de Engelse
generaal, zou de operatie niet hebben
beperkt tot de hoofdwegen, welke door
de Duitsers gemakkelijk onder vuur
waren te nemen. De landingsterreinen
waren, volgens beider inzicht, te ver
verwijderd van het aanvalsdoel, dat niet
moeilijk door de vijand te raden viel. De
Engelse deskundigen hebben landingen
dichterbij ontraden vanwege de bodem
gesteldheid van het polderland rond de
brug en wegens de sterke Duitse luch
tafweer aldaar), de commandanten wij
zen deze Britse zienswijze af.
Bovendien zijn de twee leiders van me
ning, dat het Tweede leger, vooral na het
bereiken van Nijmegen, te traag voor
waarts is gegaan. Wel is er contact ge
weest met de Polen in Driel, maar het
laatste tiental kilometers werd niet af
gelegd. Gebrek aan eigen luchtsteun na
de snelle Duitse reactie is het verwijt van
Urquhart aan de R.A.F.
Wat ook de oorzaak moge zijn van het
verliezen van de Slag om Arnhem, deze
lag niet bij de soldaten. Het was, zoals
Churchill het kenmerkte: "Door hun
gedurfde aanvallen, hun listige verdedi
ging, hun prachtig volhouden, hebben
zij een wapenfeit verricht, dat herinnerd
en verteld zal worden zolang deugden,
zoals moed en vastberadenheid, nóg de
harten van de mensen kunnen inspire
ren en verwarmen.
Het jaar 1944 kenmerkte zich niet alleen door bevrijding van het zuidwesten, dus
ook van Tholen en Sint Philipsland, het was ook het jaar van onnoemelijk e
acuatie-leed voor vele honderden uit deze regio. A Is er in de bijbel staat: ze waren
verstrooid onder alle volkerendan waren in 1944 de Tholenaren, met uitzonde
ring van de bewoners in Tholen-stad en die uit Sint Philipsland verstrooid over
het gehele land.
Ieder van de nu nog levende evacuees van toen, zou hierover in dit nummer
ongetwijfeld een verhaal kunnen schrijven van minstens een kolom, zelfs bij een
weinig emotionele - en weinig van oorlogsverschrikking geledene blijft er toch
die herinnering aan de verdrijving van eigen huis en haard.
'Het waren al twee wat oudere dames, al is rond de 60 jaar nog niet zo heel oud,
die eind januari 1944 eveneens het eiland Tholen moesten verlaten. Twee onge
trouwde zusters, die na het al vroeg overlijden van hun ouders altijd samen
hadden gewoond, gewerkt en geleefd. Ook voor hen gold ultimo januari 1944 het
onverbiddellijk bevel van een bezetter: Weg. Jaren later kwam er van hen nog
een briefje, waarin op dat ene schrijfblokkantje het evacuatieleed als het ware
was samengeperst. Het mag 35 jaar later nog een symbool zijn van wat door
zoveel honderden andere streekgenoten werd ervaren. 16 maanden evacuatie
betekende voor deze dames 22 maal verhuizen of vluchten. Als we een van hen
zelj aan het woord laten, lezen we: "Toen we uit ons dorp weg moesten, zijn we
eerst 6 weken in Rotterdam geweest, maar daar kon mijn zuster het niet uit
houden en we zijn toen zelf een week lang weer terug geweest op Tholen, tegen
alle voorschriften in. Op een avond kwam ik een Duitser tegen, die naar mijn
bewijs vroeg dat ik op Tholen mocht blijven. Ik had het niet én om zes uur
moesten we er uit zijn. A nders smijt ik je er uit, voegde hij er aan toe. We bleven
twee dagen in Tholen-stad, maar kregen daar geen vergunning omdat het al te
vol was. Toen vertrokken we naar Halsteren, maar ook daar ging het niet meer.
A lies zat vol telkens opnieuw het boeltje inpakken en op een wagen. We kregen
een plaats in A ndel in het land van A Itena. Daar hebben we het een tijdje goed
gehad bij een welgesteld echtpaar, maar de mensen moesten zelf het huis uit, toen
het door Duitse onderofficieren werd gevorderd. Weer stonden we op straat. We
kwamen enkele kilometers verderop terecht bij een timmerman, maar drie weken
later vielen in de omgeving bommen, waardoor 12 mensen werden gedood en het
huis waarin we met anderen mochten verblijven werd vernield. We kwamen er
zelf E heelhuids af er het Januari 1945 was, waren we voor de 21ste keer moeten
verhuizen of vluchten. We zaten toen in Leeuwarden, waar we 15 april 1945 zijn
bevrijd. Het duurde nog twee maanden eer we terug mochten. Op 23 juni 1945
waren we weer thuis, precies 16 maanden nadat we hier waren vertrokken.
Zo werd dit 16 maanden lange evacuatieleed door een van de twee dames in op
dat ene brie/kantje samengebald.
Juli 1940 'De Standaard' verboden
Aug. 1940: 'De Reformatie' verboden
oktober 1940: "De Zeeuw" verboden
april 1942: Mini-Eendrachtbode verboden.