De Christelijke Nationale school te Tholen Bel bij brand 0011 LL Na slecht landbouwjaar viel uit komst Rabobank Sint-Annaland nog niet tegen (D door J.P.B. Zuurdeeg gemeentearchivaris Een ALNO past in elk huis! r Donderdag 8 juni 1978 EENDRACHTBODE 7 Met het oog op de opening van de nieuwe Christelijke Nationale School aan de Mo- lenvlietsedijk in Tholen, geeft de C.N.S. een speciale school krant uit waarin onder meer een overzicht van het ontstaan van die school is opgenomen. Gezien de belangstelling voor het onderwijs deze week de geschiedenis van de school strijd en volgende week nog wat meer over de C.N.S. door J.P.B. Zuurdeeg ge meentearchivaris STEMMEN VAN LEZERS Voor een goede alarmering moet U daarbij volgende melden UW NAAM HET TELEFOONNUMMER VANWAAR U OPBELT WAT ER AAN DE HAND IS WAAR (HET JUISTE ADRES) DE HULP NOODZAKELIJK IS. Spreek duidelijk en niet te snel. het 1 Voor élke keukenvorm heeft ALNO een passend antwoord. Keuken van wereld klasse. Met 5 jaar échte garantie. In onze showroom. De Schelde Activeringsscholen in Anna Jacobapolder Aanvankelijk was het onderwijs alleen bestemd voor de vorming en opleiding van de geestelijkheid. De oudste school in het huidige Nederland was gevestigd te Utrecht, de zetel van het bisdom Utrecht, waaraan in het jaar 777 vier leermeesters waren ontbonden. Later toen onderwijs werd gegeven aan ieder een die wilde leren lezen en schrijven, waren de scholen tot aan het eind van de Middeleeuwen zeer nauw aan de paro chiekerken verbonden. Er waren toen in alle kerkdorpen van enige betekenis scholen gevestigd. Deze band met de kerk is in de late middeleeuwen, toen de meeste stads besturen de oude parochiescholen had den overgenomen en een deel van de exploitatie in handen hadden gekregen, niet verbroken. De kerken hadden de school nodig voor hun plechtigheden. Dit verbonden zijn blijkt ook na de re formatie (op Tholen in 1577 en 1578), wanneer de koster het onderwijs gaf. Op de dorpsscholen bestond dit uit lezen, schrijven, kerkzang en rekenen. In de Franse tijd rond 1800 is de basis gelegd voor het huidige nationale on derwijsbestel, waarbij vooral de in 1784 opgerichte Maatschappij tot Nut van 't Algemeen veel activiteiten heeft ont plooid. De eerste schoolwetten. De nationale vergadering der Bataafse Republiek (1795-1806) sprak zich uit voor scheiding van kerk en staat, waar door ook de school van de kerk werd losgemaakt. Opójuni 1801 is de eerste schoolwet van de Leidse hoogleraar J.H. van der Palm bekrachtigd. Deze wet schiep, zo ver als mogelijk was bij een volslagen gebrek aan geldmiddelen, een begin van orde in een volstrekte chaos. Zo werden bek waamheidseisen voor onderwijzers en een gezaghebbend schooltoezicht inge voerd. Maar de wet berustte op de Staatsregeling van 1798, die enkele maanden na haar invoering door een nieuwe werd vervangen. In die gewij zigde staatkundige toestand werd ook een wijziging van de schoolwet noodza kelijk. De tweede schoolwet kwam op 29 juli 1803 tot stand. De derde schoolwet van Adriaan van den Ende getiteld "Regle ment voor het lager schoolwezen en on derwijs binnen de Bataafse republiek" werd goedgekeurd door Hun Hoog Moogenden. De daarbij behorende uit voeringsmaatregelen zijn door de raad pensionaris bij besluit van 3 april 1806 vastgesteld. Behoudens enkele kleine wijzigingen hield deze wet ruim 50 jaar stand tot 1857. Binnen het kader van deze wet kon het lager onderwijs zich tot een voor die tijd hoog peil verheffen. De wet schreef onder meer een indeling der scholen in Trimbaan in Tholen? Enige jaren geleden hebben enige in woners van Tholen het gemeentebestuur een brief geschreven, waarin zij vroegen, of de gemeente in Tholen een trimbaan wilde aanleggen. Indertijd werd teruggeschreven, dat de gemeente met de eventuele aanleg van een trimbaan wilde wachten, totdat de beplanting i het "bosplan" in Dalempolder zover ,was, dat dit gebied voor het publiek kon worden opengesteld. Inmiddels is dit het geval en de initia tiefnemers hebben van burgemeester en wethouders een brief gekregen, waarin wordt gesteld, dat op vrij korte termijn uitvoering zou kunnen worden gegeven aan de lang bestaande plannen om in dit "bosplan" een trimparkours aan te leg gen. B. en W. achten het echter diskuta- bel of in Tholen nog wel die behoefte aan een trimbaan aanwezig is als ten tijde van het verzoek van de initiatief nemers. De initiatiefnemers hebben in dertijd ook de toezegging gedaan, dat zij eventueel graag ptedewerking zouden willen verlenen bij de aanleg van de trimbaan. Daar ons aantal is gereduceerd tot twee, (door verhuizing), willen de initiatief nemers graag de volgende twee vragen voorleggen aan de andere inwoners van Tholen. I. Is er in Tholen al dan niet behoefte aan de aanwezigheid van een trimbaan. II. Zijn er in Tholen meer mensen, die bereid zijn hun medewerking te verle nen bij de eventuele aanleg van een trimbaan. De mensen, die graag- of juist niet-een trimbaan in Tholen zouden willen krijgen en de mensen, die zouden willen helpen bij de aanleg van een trimbaan kunnen dit vóór 17 juni a.s. melden bij: C.E.1VI. Nuyten, Hoogaersstraat 43, Tholen, tel. 2147. J. v.d. Reydt, Mossellaan 47, Tholen 2876. klassen voor, terwijl de openbare school toegankelijk zou zijn voor kinderen van elke godsdienstige gezindte. Na het herstel der onafhankelijkheid zegt de grondwet van 1814 in het achtste hoofdstuk, van den godsdienst, het openbaar onderwijs en het armbestuur in artikel 140 over het onderwijs het volgende: "Ter bevordering van gods dienst als een vaste steun van den staat en ter uitbreiding van kennis is het openbaar onderwijs op de hoogte, mid delbare en lage scholen een aanhoudend voorwerp van de zorg der regering". De wet van 1806 en vooral de geest van de uitvoering ervan gaven aanleiding tot een reactie en droeg bij tot de moeilijk heden met Belgie. Doch ook in Neder land was er verzet, onder meer tegen de bepaling dat geen school mocht worden opgericht zonder toestemming van de overheid, 't Nut kreeg die toestemming altijd, maar als katholieken, voor wie de openbare en Nutscholen een onaan vaardbaar protestants-rationalistisch karakter hadden er een vroegen, werd zij geweigerd omdat de overheid leerstelli ge verdeeldheid van het schoolwezen vreesde. Schoolstrijd. In katholieke kring begon Le Sage ten Broek in 1822 actie daartegen. Hiernaast kwam weldra een protestante groepe ring die uitging van het historisch belij dend protestante karakter der natie, waarvan mr. G. Groen van Prinsterer de leider zou worden. In 1845 verenigden hij en zijn geestverwanten zich in de Christelijke vrienden. Eerst in 1848 verklaarde de grondwet het onderwijs vrij en bepaalde verder, "Het onderwijs is een voorwerp van aanhoudende zorg der regering...er wordt overal in het rijk van overheids wege voldoend lager onderwijs gegeven. Aan deze grondwet is de naam van de liberaal mr. J.R-. Thorbecke onverbre kelijk verbonden. Moest nu het onderwijs neutraal zijn of doordrongen van een godsdienstige le vensbeschouwing. De liberalen voelden het meest voor het eerste, dus voor scholen waar zowel protestanten, kat holieken en andere leerlingen naar toe konden. Groen van Prinsterer was een voorstan der van door de overheid bekostigde gezindtescholen, waar katholiek, pro testant of joods onderwijs zou worden gegeven. Tussen 1848 en 1857 was er op onder wijsgebied een periode van onzeker heid. Wel was er vrijheid om scholen op te richten, toch werd het bijzonder on derwijs belemmerd door de gemeente raden. In 1857 bracht het ministerie van de anti-revolutionair van de Brugghen en lager onderwijswet tot stand, waar door een grotere bloei van het openbaar onderwijs mogelijk was. De heffing van schoolgeld was niet meer verplicht. Dit middel is door de voor standers van het openbaar onderwijs aangegrepen om de oprichting van bij zondere scholen, die zonder overheids subsidies slechts met het heffen van schoolgeld in stand waren te houden, tegen te houden. Uit de wet van 1806 behield men de opleiding tot christelijke en maatschappelijke deugden, terwijl artikel 23 verder bepaalde dat het on derwijs in de godsdienst wordt overge laten aan de kerkgenootschappeji. De bijbel werd van school geweerd. Vereniging voor Christelijk Nationaal schoolonderwijs. De voorstanders van de "school met den Bijbel" richtten nu waar zij konden bij zondere scholen op. Uit de Christelijke vrienden was op 15 januari 1859 de Vereniging in het belang der inwendige zending opgericht. Eerst was het onderwijs hier bijzaak, doch in 1860 kwam het christelijk onderwijs ter sprake, wat tot resultaat had dat op 30 oktober 1860 in het wapen van Amster dam op het Rusland te Amsterdam voorlopig werd opgericht de Vereniging voor Christelijk Nationaal schoolonder wijs. Het uitgangspunt van de vereniging was de maatschappij gegrond op de onve randerlijke waarheden welke door het eenstemmig getuignis der kerkhervor ming gehandhaafd of weder aan het licht gebracht zijn. Men wilde geen ge- zindteschool, noch de ene protestantse kerk tegenover de ander stellen, maar alleen de belijdenis der Hervormde kerk als gemeenschappelijke grondslag aan vaarden. In 1861 werd een begin gemaakt met de werkzaamheden. Uit de grote steden ontving de nieuwe vereniging giften en contributies. Hiermee gaf men steun aan de normaalschool (school voor oplei ding tot onder 1844 opgerichte wijzer) te Nijmegen, de eerste? bijzondere school voor christelijk onderwijs, aan de Hervormd kerkelijke school te Zeven bergen en andere scholen. De vereni ging heeft steeds het principe gehuldigd dat men eerst daar steunt, waar men eerst daadwerkelijk pogingen in het werk heeft gesteld om een bijzondere school te stichten. Op 23 april 1861 is de vereniging defi nitief opgericht. Mr. Groen van Prinste rer werd voorzitter: Artikel 1 en 2 van de statuten luidden: Art. 1. De Maatschappij, gegrond op de onveranderlijke waarheden, wier le venskracht zich in het tijdperk der Re formatie, ook hier te lande, voor Kerk en School met zegenrijken luister geo penbaard heeft, is gewijd aan de bevor dering van het Christelijk-nationaal schoolonderwijs, en gaat daarbij van de volgende hoofdgedachten uit: a. De inrigting der openbare scholeM school voor Roomschgezinde en Protes tant, voor Israëliet en Christen, gelijk de wet van 13 Aug. 1857, Art. 16 en 23 ze voorschrijft, is voor de behoeften van eene Christelijke natie en althans voor den Protestantschen Christen geheel onvoldoende: b. Zondag- en Bijbelsche leerscholen, hoe wenschelijk ook, kunnen ze niet anders dan een tijdelijk en gebrekkig hulpmiddel zijn; c. Geen wezenlijk redmiddel dan in de bijzondere school, gelijk ze burgerlijk en godsdienstig onderwijs te zamen omvat. d. Verpligting van elke Christelijke en dus ook van de Hervormde kerk, om hierin te voorzien. e. Verpligting der gemeenteleden, in overleg, zooveel doenlijk, met Herders en Leeraars, om die taak over te nemen, waar de Kerk, in haar reglementairen vorm, werkeloos blijft. f. Oprigting van scholen, waarin, bij on belemmerd en doeltreffend gebruik der Heilige Schrift en trouwe voorstelling der volkshistorie, het onderwijs in nutti ge kundigheden aan Christelijke opvoe ding wordt dienstbaar gemaakt. g. Verkenen van geldelijke tegemoet koming, inzonderheid waar eigen be langstelling en veerkracht openbaar is. Art. 2. De Maatschappij is, zoveel mo gelijk, werkzaam: a. tot ondersteuning van scholen; b. ter opleiding van onderwijzers; c. ter opwekking van gemeen overleg en samenwerking omtrent al wat verder tot de Christelijke schoolbelangen behoort. De verkiezingen voor een nieuwe Tweede kamer in 1877 vielen ten gunste van de liberalen uit. Men greep het on derwijs aan om de regering te laten val len. Het volgende ministerie van de li beraal mr. J. Kappeyne van de Coppello diende op 2 maart 1878 een nieuw ont werp in dat het lager onderwijs moest verbeteren. Volgens deze wet zouden de schoollokalen aan bepaalde eisen moe ten voldoen, waardoor bouw van nieuwe scholen noodzakelijk werd. Zonder veel oog voor de opofferingsgezindheid van de voorstanders van het bijzonder on derwijs zou de overheid alleen 30% der bouwkosten van openbare scholen ver goeden. De bijzondere scholen - die aan de zelfde eisen moesten voldoen - kre gen geen subsidie. Dit was aanleiding voor de voorstanders van bijzonder onderwijs een volkspeti tionnement te organiseren. De Unie, een school met de Bijbel. De vereniging voor Christelijke Natio naal onderwijs benoemde op 2 mei 1878 een commissie die een volkspetitionne ment moest organiseren tegen dit wets ontwerp. Het werd een succes. Ruim 300.000 handtekeningen met 150.000 van rooms katholieke zijde werden koning Willem III aangeboden, doch de koning be krachtigde 14 dagen later de door de Staten Generaal aangenomen wet. De wet trad op 1 november 1880 in werking. Uit de commissie van het volkspetition nement is de Unie, een school met de bijbel voortgekomen, waarin jhr. mr. A.F. de Savornin Lohman een werk zaam aandeel heeft gehad. Hij was er tegen dat de lokale comité'-s die de handtekeningen hadden verzameld, voor een politiek doel werden gebruikt, zoals dr. Abraham Kuyper dit wilde. Precies op de dag dat drie eeuwen eerder de Unie van Utrecht tot stand was ge komen, stichtte men op 23 januari 1879 de Unie, een school met de bijbel. Thans is dit de Unie, school en evangelie, die dit jaar en begin volgend jaar het eeuw feest viert. Bij de verkiezingen in 1888 werkten de antirevolutionairen en rooms katholie ken samen. De eerste coalitieregering Mackay kon een herziening der lager onderwijswet voorstellen, die aan de bijzondere lagere scholen een beschei den subsidie verleende. Dit werd met behulp van de liberalen die in de Eerste kamer nog de meerderheid hadden, aangenomen in 1889. Ook het school geld op de openbare scholen werd weer ingevoerd. In 1901 aanvaardde dr. Abraham Kuyper de vorming van een coalitie regering. Hij streefde verder naar vrijmaking van het onderwijs in al zijn geledingen, maar verwezenlijkte niet meer dan een verbetering van de financiële positie van het bijzonder lager onderwijs. Zo werd in 1901 aan bijzon dere scholen een tegemoetkoming in de kosten van schoollokalen toegekend, die ongeveer overeenkwam met de rijksbij stand die openbare scholen reeds voor dit doel genoten en in 1905 nam het Rijk het salaris van de verplichte en een deel van het salaris van boventallige onder wijzers voor zijn rekening en zorgde voor de pensioenen van de onderwijzers aan bijzondere scholen. Bij de grondwetherziening van 1917 kwam volledige gelijkstelling tussen het openbaar en bijzonder lager onderwijs tot stand. Eén en ander werd nader uit gewerkt in de Lager onderwijswet van dr. J. Th. de Visser van 1920. Vereniging tot stichting en instandhou ding van scholen met de bijbel te Tholen en omstreken. Inmiddels was er te Tholen reeds enige jaren een bijzondere school, waarvoor een vereniging sinds 1887 heeft geijverd. Vermoedelijk was de Nederlands Her vormde predikant Christiaan Cornelis Schot, geboren op Timor op 16 mei 1852, de stichter van de vereniging. Hij kwam in januari 1882 van Aagtekerke (Walcheren) naar Tholen en woonde in de pastorie aan de Dalemsestraat. Hij ging over naar de dolerenden (Doleantie 1886) en vertrok eind mei 1887 naar Hardenberg. In het kasboek van de ve reniging staat als eerste post vermeld: overgenomen van dr. C.S. Schot .250,- De statuten van de Vereniging tot stich ting en instandhouding van scholen met de bijbel te Tholen en omstreken, ge vestigd te Tholen worden bij Koninklijk Besluit van 27 mei 1887, nr. 45 goedge keurd. Het bestuur bestond toen uit vier dolerenden n.l. L. Willemse, voorzitter, L. Paulusse, J.A. van Vlierden, secretaris en W. Kuyper Boone. In het dagelijks leven waren deze respectievelijk grutter, tuinier, goudsmid en griffier van het kantongerecht te Tholen. A. Hollestelle opzichter bij de Rijkswaterstaat, was correspondent. De vereniging telde het eerste jaar 10 leden. Dit aantal is in de loop der jaren gegroeid. In het jaar van de ingebruikneming van de school in 1912 groeide dit aantal met 18 tot 36. Met de crisisjaren daalde dit tot 30 leden in 1930. Hierna nam het weer toe. Thans telt de vereniging ca. 170 leden. De eer ste tijd zorgde men jaarlijks voor de Uniecollecties die nodig waren om het kapitaal bijeen te sparen dat nodig was voor de bouw van een school. In 1891 deed men uitgaande van de Gereformeerde kerk een poging om tot samenwerking te komen met het Chris telijk Gereformeerde gemeente om een bijzondere school op te richten. Dit had tot resultaat dat het bestuur werd uitge breid met 4 leden uit de Christelijk Ge reformeerde gemeente. J. van den Berg- e, L. Laban, ds. van Dijk en P. Janse werden benoemd. De hiervoor noodza kelijke wijziging van de statuten werd bij K.B. van 26 maart 1895 nr. 6 goed gekeurd, evenals een verlaging van de contributie van 1,- tot 0,50. A. Hol lestelle, lid van de provinciale staten (1889) en later gemeentearchivaris (1898) sprak op de vergaderingen in 1892 en 1893 vele uren over de geschie denis van kerk en school, socialisme, stormvloeden en de reformatie te Scherpenisse. Later nodigde men ande re sprekers uit. In het begin van deze eeuw wordt de mogelijkheid om een school te stichten opnieuw bekeken, doch met een basis kapitaal van ruim 900.- en te weinig belangstelling zag men hiervan af. In 1904 tracht het bestuur ook belang stelling van Hervormden voor de vere niging te wekken, doch dat lukte toen nog niet. De financiële regeling voor het bijzonder lager onderwijs was toen der mate gewijzigd, dat men opnieuw over woog een school op te richten. Het bes tuur wordt in 1906 gemachtigd uit te kijken naar bouwgrond of een geschikt gebouw. Verschillende terreinen zijn toen bekeken. Eerst in 1910 werd erover de 1150 m2 grote tuin met een uitgang op de Bosstraat van W. Haaijer gespro ken. Hoewel sommige het nogal achter af vonden, wordt deze tuim het volgend jaar voor 1000,- gekocht. In 1912 is hier toen de school met de bijbel ge bouwd. Bosjesschool. De naam Bosjesschool is hier ontstaan en afkomstig van de straat waaraan de school lag. De naam Bosstraat was in 1910 reeds in gebruik, ondanks het feit dat de gemeenteraad in 1907 deze straat de naam van Oude Wandeling gaf, aan het eind van de 18e eeuw aangelegde Slingerbosje met slingerpaadjes; het was het eerste gemeenteplantsoen, dat in 1921 plaats moest maken voor een speelterrein. Na de verhuizing van de school in januari 1959 naar de bosjes van het Schuttershof, raakt de naam Bosjes school niet in onbruik. Voor de school betrokken kon worden, waren er echter nog heel wat teleurstellingen. In januari 1911 werd nog een mislukte poging on dernomen om ook de Oud Gerefo- meerden en Hervormden bij de stichting van de school te betrekken. Inlichtingen over een oprichting werden gevraagd bij het hoofd van de in 1903 gestichte school met de bijbel te Oud-Vossemeer. Deze raadt aan de school geen streng kerkelijk karakter te geven. De meerderheid van de op de vergadering aanwezige leden waren van hetzelfde gevoel. Kort hierna wordt een twee Tholense aannemers een offerte voor een bestek van een driek- VOORAANZICHT r i F L 1 i i i lokaal r I-I 1 I J 1 J i J i i i ii PLATTE GROND ONTWERP VOOR EEN SCHOOL MET DEN BIJBEL 1912 De school met de bijbel met de woning van het hoofd aan de Bosstraat te Tho len. lassige school gevraagd van maximaal 10.000,-. M.J. Scheffelaar krijgt de opdracht. Het eerste plan is echter veel te duur. Op 7 juni 1911 wordt besloten tot de bouw van een onderwijzerswo ning met twee lokalen. Nog steeds is er onvoldoende kapitaal. Wel willen 17 le den borg zijn voor een hypotheek van 5000,-. Met een subsidie volgens de Lageronderwijswet van 1905 voor een goedgekeurd schoolgebouw is de finan ciering in 1912 rond gekomen. Een bouwvergunning levert de nodige vertraging oMop, omdat de woning en de school volgens de bouwverordening aan een straat moest liggen. Als een buitengewoon geval hebben burge meester en wethouders met instemming van de raad op 2 september 1911 een bouwvergunning verleend. De gestegen kosten en een vergeten post van 1700,-brengen de bouwkosten in maart 1912 op 11770,-. Ook de aan besteding op 5 maart was te hoog, waardoor het werk niet werd gegund. Opnieuw wordt het plan gewijzigd met als voorbeeld de pas gebouwde school met de bijbel te Sint Laurens bij Mid delburg. Met twee lokalen van 7x7 meter worden de kosten van een school en een woning geraamd op 8600,-. De watervoorziening zou geschieden via een flinke regenbak 1). Het opschrift "school met de bijbel" in de pannen van het dak, wordt uit het ontwerp geschrapt. Een nieuwe bouw vergunning wordt op 10 april 1912 ver leend. Bij de openbare aanbesteding was echter geen der inschrijvers beneden de raming en de ontwerper van het plan, M.J. Scheffelaars, krijgt de opdracht tot de bouw voor het bedrag van zijn ra ming. Timmerman T. Dijkslag wordt met het opzicht over de bouw belast. De Yerseksche en Thoolsche courant geeft een verslag van de eerste steenleg ging op zaterdagmiddag 13 juli. Onder de genodigden waren burgemeester en wethouders. Ds. van Dijk uit Lemeler- veld, die 24 jaar op Tholen werkzaam was geweest en een aantal jaren voor zitter van de vereniging is geweest, krijgt de leiding van de bijeenkomst. Met het zingen van psalm 119 vers 53 wordt de bijeenkomst geopend. De nestor van de vereniging L. Laban legt de eenvoudige gedenksteen met inscriptie, waarna de voorzitter het woord kreeg dat echter onverstaanbaar was door een hevige re genbui. De verslaggever beëindigt de berichtgeving met de veronderstelling, dat de bijeenkomst spoediger zal zijn afgelopen door het ongunstige weer. Een maand vóór het gereedkomen van de school meldt de Zee e hypotheekbank plotseling dat het geen geld wil lenen omdat de taxatie zeer on gunstig uitviel. Gelukkig kan de vereni ging voor Christelijk Nationaal School onderwijs, waarbij de verenigingen zich in 1912 had aangesloten, geld lenen. De bouw en de inrichting met door C. Laban te Tholen geleverde schoolban ken gaat verder spoedig en op Donder dag 31 oktober 1912 vindt de officiële opening plaats. Feestredenaar was ds. de Bruin uit Oud-Vossemeer, die opent met psalm 68 vers 10 en gebed. Onder de sprekers was districtschoolopziener Brants, die sprak over het hoge schoolverzuim in Zeeland door de sociale noden en misstanden 2). Ook anderen voerden het woord, zoals het hoofd van de nieuwe school S. Visser en die van omliggende scholen. De pers, die bij de in een feestelijke stemming verkerende schooljeugd in een zijlokaal was ingedeeld, kon de redevoeringen echter niet geheel volgen. De nieuwe school was de 89ste bijzon dere school tegenover 162 openbare scholen in de provincie. Advertentie IM Men hoeft de dingen niet mooier voor te stellen dan ze zijn en dat gebeurde dan ook niet in de toelichting op de jaarrekening 1977 van de Rabobank Sint Annaland. "Het balanstotaal is het afgelopen jaar slechts met 2,6 miljoen gestegen tegenover de 5,4 miljoen in 1976, zo werd door plv. directeur W. van Breda opgemerkt tijdens de maandagavond in "De Gouden Leeuw" gehouden ledenvergadering. Bovendien is dan een groot deel van de geringere balansstijging nog toe te schrijven aan het spaarbank. Toch was niemand van de aanwezigen met al die omstandigheden van 1977 ingecal culeerd, ontevreden met het resultaat. Er was immers nog een batig saldo overgeb leven van 168.100,— een sluitpost, die nog altijd de moeite waard is. De oorzaak is dat de Sint Annalandse Rabobank een brede basis heeft van naast het nog altijd grootste deel landbouwondernemers toch ook het andere deel van het bedrijfsleven en de privé-sector. De realiteit van de cijfers vergde inder daad dat juichtonen achterwege bleven. Dat kon haast niet anders met de zo bedroevende bedrijfsresultaten in 1977 voor de landbouw. Alleen de veiling draaide al tussen de 6 en 10 miljoen gulden minder omzet dan het jaar daar voor. De door de Bank bijgeschreven rente beliep in 1977 een bedrag van 1.083.726,-. Het saldo in rekening courant en in de privé sector daalde met ruim 7 ton. Door al die wat negatieve ontwikkelingen bleef de stijging van toevertrowwde middelen beperkt tot 1.9 miljoen. Overigens had deze Rabobank nog wel een gezonde ontwikkeling, want het aantal spaarrekeningen steeg nog met 50 tot 3364 en het gemiddeld tegoed per rekening kwam van 7681,- op 8400,-. Behalve de slechte landbouwuitkomsten waren er ook krediet beperkende maa tregelen van de Nederlandse Bank. In procenten uitgedrukt daalden de rente baten met 0,20% en stegen de rentelas ten met 0.04%. Dat ook de bedrijfskos ten nog met 0.02% omlaag gingen, is bijna een unicum in een tijd waarin alles meer kost. De totale bankomzet beliep in 1977 toch nog 155 miljoen gulden, tegenover in 1976 een totaal van 162 miljoen. De bank voldoet overigens aan alle door hogerhand gestelde solvabiliteitseisen. Belangrijk is ook, dat de ontwikkeling over 1978 niet ongunstig is. Ook al daalden de spaargelden met 2,5 ton sinds 1 januari. De uitzettingen ste gen met 7 ton en ook voor het verdere verloop van dit jaar mag een flinke ex pansie van uitzettingen worden ver wacht. Bij de reisafdeling zijn tot dusver al 178 aanvragen gehonoreerd. De totale toevertrouwde middelen be liepen eind 1977 bijna 33 miljoen, de uitgezette gelden bijna 13 miljoen. Het ledental steeg van 653 naar 664 en reke ningen-courant van 1103 naar 1114. Dat waren maandagavond de voornaamste cijfers, die te horen waren via toelichting op de winst- en verliesrekening of bij monde van voorzitter A.A.Geluk. De voorzitter had in zijn openingswoord herinnerd aan het overlijden van de ere-voorzitter C.J.J.Kooijman en het nog zo recent plotseling overlijden van secretaris C.J.C. Boot. Van beiden werd nog eens de bankloopbaan geschetst, om tenslotte ter herinnering aan hun werk voor deze organisatie staande enkele ogenblikken stilte in acht te nemen. Ook de voorzitter maakte in zijn ope ningswoord gewag van de mindere groei der bank in vergelijking tot de uitkomst 1976. Sterke belangstelling blijft er voor langlopende spaarvormen, hetgeen aanbouwkeukens bouwmaterialenhandel Bergen op Zoom Tel. (01640) 36910 Advertentie 1M uiteraard de rentelast voor de bank ver groot. De verschillende vormen van dienstverlening door de Rabobank bleven ook in 1977 sterk in de belang stelling staan. Bij de assurantiebemid delingen namen de aktiviteiten belang rijk toe' zoals ook de boeking vakantie reizen behoorlijke groei vertoont. Het aantal privé-rekeningen nam toe, zoals reeds in de cijfers tot uitdrukking komt. Het herstel in de groei van de krediet verlening heeft zich voortgezet. Met na me leningen voor een eigen woning blijft aktueel. In zijn welkomstwoord kon de voorzitter twee ereleden begroe ten, nl. de heren J.J.Mosselman en N.M. Hage. De opkomst van leden bleef ech ter beperkt tot 18 stemgerechtigden. Wijzigingen van statuten en huishoude lijk reglement was een formaliteit, aan gezien het meer een aanpassing betrof als gevolg van de fusie tussen de centrale boerenleen-/raiffeisenbank Utrecht en Eindhoven. In het bestuur werd de heer A.A.Goedegebuure herkozen, in de raad van toezicht de heer H.H.M.Ak- ker.a.s. Aan directie en personeel werd dank gebracht voor de grote inzet en voor de klantenkring betoonde service. Vanuit de vergadering werd voorts ge suggereerd de aktiviteiten van het C.M.K.(makelaarsaktiviteiten) te sti muleren, opdat de cliënten bij aan- of verkoop van woningen aan een tussen schakel niet te veel geld kwijt zijn. An- derszijds werd bepleit dat vrijheid voor bankkeuze voorop moet blijven staan. Tenslotte was er nog een vraag met be trekking tot de voorzieningen bedrijfs risico's. Met de wens op een betere eco nomische uitkomst voor alle leden in 1978 besloot de heer Geluk de Rabo- bank-jaarvergadering. Het ministerie van Onderwijs en We tenschappen heeft onlangs de dépen dance van de Prinses Marijke Kleuter school en de lagere School met de Bijbel in Anna Jacobapolder aangewezen als activeringskoppel. In verband met de op stapel staande integratie van kleuter- en lager onderwijs, gaan beide scholen in het komende cursusjaar een gedeelte van hun onderwijs vernieuwen. De na druk zal vooral op het individuele kind en zijn taal;ontwikkeling komen te lig gen. Om een en ander te kunnen reali seren, krijgen beide scholen enkele faci liteiten in de vorm van extra gelden en personeel. Genoemde scholen zijn al sinds enige jaren bezig om op verschil lende manieren dichter naar elkaar toe te groeien.

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1978 | | pagina 7