De Christelijke Nationale school
te Tholen
Bel bij brand 0011
LL
Na slecht landbouwjaar viel uit
komst Rabobank Sint-Annaland
nog niet tegen
(D
door J.P.B. Zuurdeeg
gemeentearchivaris
Een
ALNO
past in elk
huis!
r
Donderdag 8 juni 1978
EENDRACHTBODE
7
Met het oog op de opening
van de nieuwe Christelijke
Nationale School aan de Mo-
lenvlietsedijk in Tholen, geeft
de C.N.S. een speciale school
krant uit waarin onder meer
een overzicht van het ontstaan
van die school is opgenomen.
Gezien de belangstelling voor
het onderwijs deze week de
geschiedenis van de school
strijd en volgende week nog
wat meer over de C.N.S.
door J.P.B. Zuurdeeg ge
meentearchivaris
STEMMEN
VAN
LEZERS
Voor een goede alarmering moet U daarbij
volgende melden
UW NAAM
HET TELEFOONNUMMER VANWAAR U
OPBELT
WAT ER AAN DE HAND IS
WAAR (HET JUISTE ADRES) DE HULP
NOODZAKELIJK IS.
Spreek duidelijk en niet te snel.
het
1
Voor élke keukenvorm
heeft ALNO een
passend antwoord.
Keuken van wereld
klasse. Met 5 jaar échte
garantie.
In onze showroom.
De Schelde
Activeringsscholen in
Anna Jacobapolder
Aanvankelijk was het onderwijs alleen
bestemd voor de vorming en opleiding
van de geestelijkheid. De oudste school
in het huidige Nederland was gevestigd
te Utrecht, de zetel van het bisdom
Utrecht, waaraan in het jaar 777 vier
leermeesters waren ontbonden. Later
toen onderwijs werd gegeven aan ieder
een die wilde leren lezen en schrijven,
waren de scholen tot aan het eind van de
Middeleeuwen zeer nauw aan de paro
chiekerken verbonden. Er waren toen in
alle kerkdorpen van enige betekenis
scholen gevestigd.
Deze band met de kerk is in de late
middeleeuwen, toen de meeste stads
besturen de oude parochiescholen had
den overgenomen en een deel van de
exploitatie in handen hadden gekregen,
niet verbroken. De kerken hadden de
school nodig voor hun plechtigheden.
Dit verbonden zijn blijkt ook na de re
formatie (op Tholen in 1577 en 1578),
wanneer de koster het onderwijs gaf. Op
de dorpsscholen bestond dit uit lezen,
schrijven, kerkzang en rekenen.
In de Franse tijd rond 1800 is de basis
gelegd voor het huidige nationale on
derwijsbestel, waarbij vooral de in 1784
opgerichte Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen veel activiteiten heeft ont
plooid.
De eerste schoolwetten.
De nationale vergadering der Bataafse
Republiek (1795-1806) sprak zich uit
voor scheiding van kerk en staat, waar
door ook de school van de kerk werd
losgemaakt.
Opójuni 1801 is de eerste schoolwet van
de Leidse hoogleraar J.H. van der Palm
bekrachtigd. Deze wet schiep, zo ver als
mogelijk was bij een volslagen gebrek
aan geldmiddelen, een begin van orde in
een volstrekte chaos. Zo werden bek
waamheidseisen voor onderwijzers en
een gezaghebbend schooltoezicht inge
voerd. Maar de wet berustte op de
Staatsregeling van 1798, die enkele
maanden na haar invoering door een
nieuwe werd vervangen. In die gewij
zigde staatkundige toestand werd ook
een wijziging van de schoolwet noodza
kelijk.
De tweede schoolwet kwam op 29 juli
1803 tot stand. De derde schoolwet van
Adriaan van den Ende getiteld "Regle
ment voor het lager schoolwezen en on
derwijs binnen de Bataafse republiek"
werd goedgekeurd door Hun Hoog
Moogenden. De daarbij behorende uit
voeringsmaatregelen zijn door de raad
pensionaris bij besluit van 3 april 1806
vastgesteld.
Behoudens enkele kleine wijzigingen
hield deze wet ruim 50 jaar stand tot
1857. Binnen het kader van deze wet kon
het lager onderwijs zich tot een voor die
tijd hoog peil verheffen. De wet schreef
onder meer een indeling der scholen in
Trimbaan in Tholen?
Enige jaren geleden hebben enige in
woners van Tholen het gemeentebestuur
een brief geschreven, waarin zij vroegen,
of de gemeente in Tholen een trimbaan
wilde aanleggen.
Indertijd werd teruggeschreven, dat de
gemeente met de eventuele aanleg van
een trimbaan wilde wachten, totdat de
beplanting i
het "bosplan" in Dalempolder zover
,was, dat dit gebied voor het publiek kon
worden opengesteld.
Inmiddels is dit het geval en de initia
tiefnemers hebben van burgemeester en
wethouders een brief gekregen, waarin
wordt gesteld, dat op vrij korte termijn
uitvoering zou kunnen worden gegeven
aan de lang bestaande plannen om in dit
"bosplan" een trimparkours aan te leg
gen. B. en W. achten het echter diskuta-
bel of in Tholen nog wel die behoefte
aan een trimbaan aanwezig is als ten
tijde van het verzoek van de initiatief
nemers. De initiatiefnemers hebben in
dertijd ook de toezegging gedaan, dat zij
eventueel graag ptedewerking zouden
willen verlenen bij de aanleg van de
trimbaan.
Daar ons aantal is gereduceerd tot twee,
(door verhuizing), willen de initiatief
nemers graag de volgende twee vragen
voorleggen aan de andere inwoners van
Tholen.
I. Is er in Tholen al dan niet behoefte
aan de aanwezigheid van een trimbaan.
II. Zijn er in Tholen meer mensen, die
bereid zijn hun medewerking te verle
nen bij de eventuele aanleg van een
trimbaan. De mensen, die graag- of juist
niet-een trimbaan in Tholen zouden
willen krijgen en de mensen, die zouden
willen helpen bij de aanleg van een
trimbaan kunnen dit vóór 17 juni a.s.
melden bij:
C.E.1VI. Nuyten, Hoogaersstraat 43,
Tholen, tel. 2147.
J. v.d. Reydt, Mossellaan 47, Tholen
2876.
klassen voor, terwijl de openbare school
toegankelijk zou zijn voor kinderen van
elke godsdienstige gezindte.
Na het herstel der onafhankelijkheid
zegt de grondwet van 1814 in het achtste
hoofdstuk, van den godsdienst, het
openbaar onderwijs en het armbestuur
in artikel 140 over het onderwijs het
volgende: "Ter bevordering van gods
dienst als een vaste steun van den staat
en ter uitbreiding van kennis is het
openbaar onderwijs op de hoogte, mid
delbare en lage scholen een aanhoudend
voorwerp van de zorg der regering".
De wet van 1806 en vooral de geest van
de uitvoering ervan gaven aanleiding tot
een reactie en droeg bij tot de moeilijk
heden met Belgie. Doch ook in Neder
land was er verzet, onder meer tegen de
bepaling dat geen school mocht worden
opgericht zonder toestemming van de
overheid, 't Nut kreeg die toestemming
altijd, maar als katholieken, voor wie de
openbare en Nutscholen een onaan
vaardbaar protestants-rationalistisch
karakter hadden er een vroegen, werd zij
geweigerd omdat de overheid leerstelli
ge verdeeldheid van het schoolwezen
vreesde.
Schoolstrijd.
In katholieke kring begon Le Sage ten
Broek in 1822 actie daartegen. Hiernaast
kwam weldra een protestante groepe
ring die uitging van het historisch belij
dend protestante karakter der natie,
waarvan mr. G. Groen van Prinsterer de
leider zou worden. In 1845 verenigden
hij en zijn geestverwanten zich in de
Christelijke vrienden.
Eerst in 1848 verklaarde de grondwet
het onderwijs vrij en bepaalde verder,
"Het onderwijs is een voorwerp van
aanhoudende zorg der regering...er
wordt overal in het rijk van overheids
wege voldoend lager onderwijs gegeven.
Aan deze grondwet is de naam van de
liberaal mr. J.R-. Thorbecke onverbre
kelijk verbonden.
Moest nu het onderwijs neutraal zijn of
doordrongen van een godsdienstige le
vensbeschouwing. De liberalen voelden
het meest voor het eerste, dus voor
scholen waar zowel protestanten, kat
holieken en andere leerlingen naar toe
konden.
Groen van Prinsterer was een voorstan
der van door de overheid bekostigde
gezindtescholen, waar katholiek, pro
testant of joods onderwijs zou worden
gegeven.
Tussen 1848 en 1857 was er op onder
wijsgebied een periode van onzeker
heid. Wel was er vrijheid om scholen op
te richten, toch werd het bijzonder on
derwijs belemmerd door de gemeente
raden. In 1857 bracht het ministerie van
de anti-revolutionair van de Brugghen
en lager onderwijswet tot stand, waar
door een grotere bloei van het openbaar
onderwijs mogelijk was.
De heffing van schoolgeld was niet meer
verplicht. Dit middel is door de voor
standers van het openbaar onderwijs
aangegrepen om de oprichting van bij
zondere scholen, die zonder overheids
subsidies slechts met het heffen van
schoolgeld in stand waren te houden,
tegen te houden. Uit de wet van 1806
behield men de opleiding tot christelijke
en maatschappelijke deugden, terwijl
artikel 23 verder bepaalde dat het on
derwijs in de godsdienst wordt overge
laten aan de kerkgenootschappeji. De
bijbel werd van school geweerd.
Vereniging voor Christelijk
Nationaal schoolonderwijs.
De voorstanders van de "school met den
Bijbel" richtten nu waar zij konden bij
zondere scholen op.
Uit de Christelijke vrienden was op 15
januari 1859 de Vereniging in het belang
der inwendige zending opgericht. Eerst
was het onderwijs hier bijzaak, doch in
1860 kwam het christelijk onderwijs ter
sprake, wat tot resultaat had dat op 30
oktober 1860 in het wapen van Amster
dam op het Rusland te Amsterdam
voorlopig werd opgericht de Vereniging
voor Christelijk Nationaal schoolonder
wijs.
Het uitgangspunt van de vereniging was
de maatschappij gegrond op de onve
randerlijke waarheden welke door het
eenstemmig getuignis der kerkhervor
ming gehandhaafd of weder aan het
licht gebracht zijn. Men wilde geen ge-
zindteschool, noch de ene protestantse
kerk tegenover de ander stellen, maar
alleen de belijdenis der Hervormde kerk
als gemeenschappelijke grondslag aan
vaarden.
In 1861 werd een begin gemaakt met de
werkzaamheden. Uit de grote steden
ontving de nieuwe vereniging giften en
contributies. Hiermee gaf men steun aan
de normaalschool (school voor oplei
ding tot onder 1844 opgerichte wijzer) te
Nijmegen, de eerste? bijzondere
school voor christelijk onderwijs, aan de
Hervormd kerkelijke school te Zeven
bergen en andere scholen. De vereni
ging heeft steeds het principe gehuldigd
dat men eerst daar steunt, waar men
eerst daadwerkelijk pogingen in het
werk heeft gesteld om een bijzondere
school te stichten.
Op 23 april 1861 is de vereniging defi
nitief opgericht. Mr. Groen van Prinste
rer werd voorzitter:
Artikel 1 en 2 van de statuten luidden:
Art. 1. De Maatschappij, gegrond op de
onveranderlijke waarheden, wier le
venskracht zich in het tijdperk der Re
formatie, ook hier te lande, voor Kerk
en School met zegenrijken luister geo
penbaard heeft, is gewijd aan de bevor
dering van het Christelijk-nationaal
schoolonderwijs, en gaat daarbij van de
volgende hoofdgedachten uit:
a. De inrigting der openbare scholeM
school voor Roomschgezinde en Protes
tant, voor Israëliet en Christen, gelijk de
wet van 13 Aug. 1857, Art. 16 en 23 ze
voorschrijft, is voor de behoeften van
eene Christelijke natie en althans voor
den Protestantschen Christen geheel
onvoldoende:
b. Zondag- en Bijbelsche leerscholen,
hoe wenschelijk ook, kunnen ze niet
anders dan een tijdelijk en gebrekkig
hulpmiddel zijn;
c. Geen wezenlijk redmiddel dan in de
bijzondere school, gelijk ze burgerlijk en
godsdienstig onderwijs te zamen omvat.
d. Verpligting van elke Christelijke en
dus ook van de Hervormde kerk, om
hierin te voorzien.
e. Verpligting der gemeenteleden, in
overleg, zooveel doenlijk, met Herders
en Leeraars, om die taak over te nemen,
waar de Kerk, in haar reglementairen
vorm, werkeloos blijft.
f. Oprigting van scholen, waarin, bij on
belemmerd en doeltreffend gebruik der
Heilige Schrift en trouwe voorstelling
der volkshistorie, het onderwijs in nutti
ge kundigheden aan Christelijke opvoe
ding wordt dienstbaar gemaakt.
g. Verkenen van geldelijke tegemoet
koming, inzonderheid waar eigen be
langstelling en veerkracht openbaar is.
Art. 2. De Maatschappij is, zoveel mo
gelijk, werkzaam:
a. tot ondersteuning van scholen;
b. ter opleiding van onderwijzers;
c. ter opwekking van gemeen overleg en
samenwerking omtrent al wat verder tot
de Christelijke schoolbelangen behoort.
De verkiezingen voor een nieuwe
Tweede kamer in 1877 vielen ten gunste
van de liberalen uit. Men greep het on
derwijs aan om de regering te laten val
len. Het volgende ministerie van de li
beraal mr. J. Kappeyne van de Coppello
diende op 2 maart 1878 een nieuw ont
werp in dat het lager onderwijs moest
verbeteren. Volgens deze wet zouden de
schoollokalen aan bepaalde eisen moe
ten voldoen, waardoor bouw van nieuwe
scholen noodzakelijk werd. Zonder veel
oog voor de opofferingsgezindheid van
de voorstanders van het bijzonder on
derwijs zou de overheid alleen 30% der
bouwkosten van openbare scholen ver
goeden. De bijzondere scholen - die aan
de zelfde eisen moesten voldoen - kre
gen geen subsidie.
Dit was aanleiding voor de voorstanders
van bijzonder onderwijs een volkspeti
tionnement te organiseren.
De Unie, een school met de Bijbel.
De vereniging voor Christelijke Natio
naal onderwijs benoemde op 2 mei 1878
een commissie die een volkspetitionne
ment moest organiseren tegen dit wets
ontwerp.
Het werd een succes. Ruim 300.000
handtekeningen met 150.000 van rooms
katholieke zijde werden koning Willem
III aangeboden, doch de koning be
krachtigde 14 dagen later de door de
Staten Generaal aangenomen wet. De
wet trad op 1 november 1880 in werking.
Uit de commissie van het volkspetition
nement is de Unie, een school met de
bijbel voortgekomen, waarin jhr. mr.
A.F. de Savornin Lohman een werk
zaam aandeel heeft gehad. Hij was er
tegen dat de lokale comité'-s die de
handtekeningen hadden verzameld,
voor een politiek doel werden gebruikt,
zoals dr. Abraham Kuyper dit wilde.
Precies op de dag dat drie eeuwen eerder
de Unie van Utrecht tot stand was ge
komen, stichtte men op 23 januari 1879
de Unie, een school met de bijbel. Thans
is dit de Unie, school en evangelie, die
dit jaar en begin volgend jaar het eeuw
feest viert.
Bij de verkiezingen in 1888 werkten de
antirevolutionairen en rooms katholie
ken samen. De eerste coalitieregering
Mackay kon een herziening der lager
onderwijswet voorstellen, die aan de
bijzondere lagere scholen een beschei
den subsidie verleende. Dit werd met
behulp van de liberalen die in de Eerste
kamer nog de meerderheid hadden,
aangenomen in 1889. Ook het school
geld op de openbare scholen werd weer
ingevoerd. In 1901 aanvaardde dr.
Abraham Kuyper de vorming van een
coalitie regering. Hij streefde verder
naar vrijmaking van het onderwijs in al
zijn geledingen, maar verwezenlijkte
niet meer dan een verbetering van de
financiële positie van het bijzonder lager
onderwijs. Zo werd in 1901 aan bijzon
dere scholen een tegemoetkoming in de
kosten van schoollokalen toegekend, die
ongeveer overeenkwam met de rijksbij
stand die openbare scholen reeds voor
dit doel genoten en in 1905 nam het Rijk
het salaris van de verplichte en een deel
van het salaris van boventallige onder
wijzers voor zijn rekening en zorgde
voor de pensioenen van de onderwijzers
aan bijzondere scholen.
Bij de grondwetherziening van 1917
kwam volledige gelijkstelling tussen het
openbaar en bijzonder lager onderwijs
tot stand. Eén en ander werd nader uit
gewerkt in de Lager onderwijswet van
dr. J. Th. de Visser van 1920.
Vereniging tot stichting en instandhou
ding van scholen met de bijbel te Tholen
en omstreken.
Inmiddels was er te Tholen reeds enige
jaren een bijzondere school, waarvoor
een vereniging sinds 1887 heeft geijverd.
Vermoedelijk was de Nederlands Her
vormde predikant Christiaan Cornelis
Schot, geboren op Timor op 16 mei
1852, de stichter van de vereniging. Hij
kwam in januari 1882 van Aagtekerke
(Walcheren) naar Tholen en woonde in
de pastorie aan de Dalemsestraat. Hij
ging over naar de dolerenden (Doleantie
1886) en vertrok eind mei 1887 naar
Hardenberg. In het kasboek van de ve
reniging staat als eerste post vermeld:
overgenomen van dr. C.S. Schot .250,-
De statuten van de Vereniging tot stich
ting en instandhouding van scholen met
de bijbel te Tholen en omstreken, ge
vestigd te Tholen worden bij Koninklijk
Besluit van 27 mei 1887, nr. 45 goedge
keurd. Het bestuur bestond toen uit vier
dolerenden n.l. L. Willemse, voorzitter,
L. Paulusse, J.A. van Vlierden, secretaris
en W. Kuyper Boone. In het dagelijks
leven waren deze respectievelijk grutter,
tuinier, goudsmid en griffier van het
kantongerecht te Tholen. A. Hollestelle
opzichter bij de Rijkswaterstaat, was
correspondent. De vereniging telde het
eerste jaar 10 leden. Dit aantal is in de
loop der jaren gegroeid. In het jaar van
de ingebruikneming van de school in
1912 groeide dit aantal met 18 tot 36.
Met de crisisjaren daalde dit tot 30 leden
in 1930. Hierna nam het weer toe. Thans
telt de vereniging ca. 170 leden. De eer
ste tijd zorgde men jaarlijks voor de
Uniecollecties die nodig waren om het
kapitaal bijeen te sparen dat nodig was
voor de bouw van een school.
In 1891 deed men uitgaande van de
Gereformeerde kerk een poging om tot
samenwerking te komen met het Chris
telijk Gereformeerde gemeente om een
bijzondere school op te richten. Dit had
tot resultaat dat het bestuur werd uitge
breid met 4 leden uit de Christelijk Ge
reformeerde gemeente. J. van den Berg-
e, L. Laban, ds. van Dijk en P. Janse
werden benoemd. De hiervoor noodza
kelijke wijziging van de statuten werd
bij K.B. van 26 maart 1895 nr. 6 goed
gekeurd, evenals een verlaging van de
contributie van 1,- tot 0,50. A. Hol
lestelle, lid van de provinciale staten
(1889) en later gemeentearchivaris
(1898) sprak op de vergaderingen in
1892 en 1893 vele uren over de geschie
denis van kerk en school, socialisme,
stormvloeden en de reformatie te
Scherpenisse. Later nodigde men ande
re sprekers uit.
In het begin van deze eeuw wordt de
mogelijkheid om een school te stichten
opnieuw bekeken, doch met een basis
kapitaal van ruim 900.- en te weinig
belangstelling zag men hiervan af.
In 1904 tracht het bestuur ook belang
stelling van Hervormden voor de vere
niging te wekken, doch dat lukte toen
nog niet. De financiële regeling voor het
bijzonder lager onderwijs was toen der
mate gewijzigd, dat men opnieuw over
woog een school op te richten. Het bes
tuur wordt in 1906 gemachtigd uit te
kijken naar bouwgrond of een geschikt
gebouw. Verschillende terreinen zijn
toen bekeken. Eerst in 1910 werd erover
de 1150 m2 grote tuin met een uitgang
op de Bosstraat van W. Haaijer gespro
ken. Hoewel sommige het nogal achter
af vonden, wordt deze tuim het volgend
jaar voor 1000,- gekocht. In 1912 is
hier toen de school met de bijbel ge
bouwd.
Bosjesschool.
De naam Bosjesschool is hier ontstaan
en afkomstig van de straat waaraan de
school lag. De naam Bosstraat was in
1910 reeds in gebruik, ondanks het feit
dat de gemeenteraad in 1907 deze straat
de naam van Oude Wandeling gaf, aan
het eind van de 18e eeuw aangelegde
Slingerbosje met slingerpaadjes; het was
het eerste gemeenteplantsoen, dat in
1921 plaats moest maken voor een
speelterrein. Na de verhuizing van de
school in januari 1959 naar de bosjes van
het Schuttershof, raakt de naam Bosjes
school niet in onbruik. Voor de school
betrokken kon worden, waren er echter
nog heel wat teleurstellingen. In januari
1911 werd nog een mislukte poging on
dernomen om ook de Oud Gerefo-
meerden en Hervormden bij de stichting
van de school te betrekken. Inlichtingen
over een oprichting werden gevraagd bij
het hoofd van de in 1903 gestichte school
met de bijbel te Oud-Vossemeer. Deze
raadt aan de school geen streng kerkelijk
karakter te geven. De meerderheid van
de op de vergadering aanwezige leden
waren van hetzelfde gevoel. Kort hierna
wordt een twee Tholense aannemers een
offerte voor een bestek van een driek-
VOORAANZICHT
r i
F
L
1 i i i
lokaal
r
I-I
1 I J
1 J i J
i i i ii
PLATTE GROND
ONTWERP VOOR EEN SCHOOL MET DEN BIJBEL 1912
De school met de bijbel met de woning
van het hoofd aan de Bosstraat te Tho
len.
lassige school gevraagd van maximaal
10.000,-. M.J. Scheffelaar krijgt de
opdracht. Het eerste plan is echter veel
te duur. Op 7 juni 1911 wordt besloten
tot de bouw van een onderwijzerswo
ning met twee lokalen. Nog steeds is er
onvoldoende kapitaal. Wel willen 17 le
den borg zijn voor een hypotheek van
5000,-. Met een subsidie volgens de
Lageronderwijswet van 1905 voor een
goedgekeurd schoolgebouw is de finan
ciering in 1912 rond gekomen.
Een bouwvergunning levert de nodige
vertraging oMop, omdat de woning en
de school volgens de bouwverordening
aan een straat moest liggen. Als een
buitengewoon geval hebben burge
meester en wethouders met instemming
van de raad op 2 september 1911 een
bouwvergunning verleend.
De gestegen kosten en een vergeten post
van 1700,-brengen de bouwkosten in
maart 1912 op 11770,-. Ook de aan
besteding op 5 maart was te hoog,
waardoor het werk niet werd gegund.
Opnieuw wordt het plan gewijzigd met
als voorbeeld de pas gebouwde school
met de bijbel te Sint Laurens bij Mid
delburg. Met twee lokalen van 7x7
meter worden de kosten van een school
en een woning geraamd op 8600,-. De
watervoorziening zou geschieden via
een flinke regenbak 1).
Het opschrift "school met de bijbel" in
de pannen van het dak, wordt uit het
ontwerp geschrapt. Een nieuwe bouw
vergunning wordt op 10 april 1912 ver
leend. Bij de openbare aanbesteding was
echter geen der inschrijvers beneden de
raming en de ontwerper van het plan,
M.J. Scheffelaars, krijgt de opdracht tot
de bouw voor het bedrag van zijn ra
ming. Timmerman T. Dijkslag wordt
met het opzicht over de bouw belast.
De Yerseksche en Thoolsche courant
geeft een verslag van de eerste steenleg
ging op zaterdagmiddag 13 juli. Onder
de genodigden waren burgemeester en
wethouders. Ds. van Dijk uit Lemeler-
veld, die 24 jaar op Tholen werkzaam
was geweest en een aantal jaren voor
zitter van de vereniging is geweest, krijgt
de leiding van de bijeenkomst. Met het
zingen van psalm 119 vers 53 wordt de
bijeenkomst geopend. De nestor van de
vereniging L. Laban legt de eenvoudige
gedenksteen met inscriptie, waarna de
voorzitter het woord kreeg dat echter
onverstaanbaar was door een hevige re
genbui. De verslaggever beëindigt de
berichtgeving met de veronderstelling,
dat de bijeenkomst spoediger zal zijn
afgelopen door het ongunstige weer.
Een maand vóór het gereedkomen van
de school meldt de Zee
e hypotheekbank plotseling dat het geen
geld wil lenen omdat de taxatie zeer on
gunstig uitviel. Gelukkig kan de vereni
ging voor Christelijk Nationaal School
onderwijs, waarbij de verenigingen zich
in 1912 had aangesloten, geld lenen.
De bouw en de inrichting met door C.
Laban te Tholen geleverde schoolban
ken gaat verder spoedig en op Donder
dag 31 oktober 1912 vindt de officiële
opening plaats.
Feestredenaar was ds. de Bruin uit
Oud-Vossemeer, die opent met psalm 68
vers 10 en gebed. Onder de sprekers was
districtschoolopziener Brants, die sprak
over het hoge schoolverzuim in Zeeland
door de sociale noden en misstanden 2).
Ook anderen voerden het woord, zoals
het hoofd van de nieuwe school S. Visser
en die van omliggende scholen. De pers,
die bij de in een feestelijke stemming
verkerende schooljeugd in een zijlokaal
was ingedeeld, kon de redevoeringen
echter niet geheel volgen.
De nieuwe school was de 89ste bijzon
dere school tegenover 162 openbare
scholen in de provincie.
Advertentie IM
Men hoeft de dingen niet mooier voor te stellen dan ze zijn en dat gebeurde dan ook
niet in de toelichting op de jaarrekening 1977 van de Rabobank Sint Annaland. "Het
balanstotaal is het afgelopen jaar slechts met 2,6 miljoen gestegen tegenover de
5,4 miljoen in 1976, zo werd door plv. directeur W. van Breda opgemerkt tijdens de
maandagavond in "De Gouden Leeuw" gehouden ledenvergadering. Bovendien is dan
een groot deel van de geringere balansstijging nog toe te schrijven aan het spaarbank.
Toch was niemand van de aanwezigen met al die omstandigheden van 1977 ingecal
culeerd, ontevreden met het resultaat. Er was immers nog een batig saldo overgeb
leven van 168.100,— een sluitpost, die nog altijd de moeite waard is. De oorzaak is
dat de Sint Annalandse Rabobank een brede basis heeft van naast het nog altijd
grootste deel landbouwondernemers toch ook het andere deel van het bedrijfsleven en
de privé-sector.
De realiteit van de cijfers vergde inder
daad dat juichtonen achterwege bleven.
Dat kon haast niet anders met de zo
bedroevende bedrijfsresultaten in 1977
voor de landbouw. Alleen de veiling
draaide al tussen de 6 en 10 miljoen
gulden minder omzet dan het jaar daar
voor. De door de Bank bijgeschreven
rente beliep in 1977 een bedrag van
1.083.726,-. Het saldo in rekening
courant en in de privé sector daalde met
ruim 7 ton. Door al die wat negatieve
ontwikkelingen bleef de stijging van
toevertrowwde middelen beperkt tot
1.9 miljoen.
Overigens had deze Rabobank nog wel
een gezonde ontwikkeling, want het
aantal spaarrekeningen steeg nog met 50
tot 3364 en het gemiddeld tegoed per
rekening kwam van 7681,- op
8400,-.
Behalve de slechte landbouwuitkomsten
waren er ook krediet beperkende maa
tregelen van de Nederlandse Bank. In
procenten uitgedrukt daalden de rente
baten met 0,20% en stegen de rentelas
ten met 0.04%. Dat ook de bedrijfskos
ten nog met 0.02% omlaag gingen, is
bijna een unicum in een tijd waarin alles
meer kost. De totale bankomzet beliep
in 1977 toch nog 155 miljoen gulden,
tegenover in 1976 een totaal van 162
miljoen.
De bank voldoet overigens aan alle door
hogerhand gestelde solvabiliteitseisen.
Belangrijk is ook, dat de ontwikkeling
over 1978 niet ongunstig is.
Ook al daalden de spaargelden met 2,5
ton sinds 1 januari. De uitzettingen ste
gen met 7 ton en ook voor het verdere
verloop van dit jaar mag een flinke ex
pansie van uitzettingen worden ver
wacht. Bij de reisafdeling zijn tot dusver
al 178 aanvragen gehonoreerd.
De totale toevertrouwde middelen be
liepen eind 1977 bijna 33 miljoen, de
uitgezette gelden bijna 13 miljoen. Het
ledental steeg van 653 naar 664 en reke
ningen-courant van 1103 naar 1114. Dat
waren maandagavond de voornaamste
cijfers, die te horen waren via toelichting
op de winst- en verliesrekening of bij
monde van voorzitter A.A.Geluk.
De voorzitter had in zijn openingswoord
herinnerd aan het overlijden van de
ere-voorzitter C.J.J.Kooijman en het
nog zo recent plotseling overlijden van
secretaris C.J.C. Boot. Van beiden werd
nog eens de bankloopbaan geschetst, om
tenslotte ter herinnering aan hun werk
voor deze organisatie staande enkele
ogenblikken stilte in acht te nemen.
Ook de voorzitter maakte in zijn ope
ningswoord gewag van de mindere groei
der bank in vergelijking tot de uitkomst
1976. Sterke belangstelling blijft er voor
langlopende spaarvormen, hetgeen
aanbouwkeukens
bouwmaterialenhandel
Bergen op Zoom
Tel. (01640) 36910
Advertentie 1M
uiteraard de rentelast voor de bank ver
groot. De verschillende vormen van
dienstverlening door de Rabobank
bleven ook in 1977 sterk in de belang
stelling staan. Bij de assurantiebemid
delingen namen de aktiviteiten belang
rijk toe' zoals ook de boeking vakantie
reizen behoorlijke groei vertoont. Het
aantal privé-rekeningen nam toe, zoals
reeds in de cijfers tot uitdrukking komt.
Het herstel in de groei van de krediet
verlening heeft zich voortgezet. Met na
me leningen voor een eigen woning
blijft aktueel. In zijn welkomstwoord
kon de voorzitter twee ereleden begroe
ten, nl. de heren J.J.Mosselman en N.M.
Hage. De opkomst van leden bleef ech
ter beperkt tot 18 stemgerechtigden.
Wijzigingen van statuten en huishoude
lijk reglement was een formaliteit, aan
gezien het meer een aanpassing betrof
als gevolg van de fusie tussen de centrale
boerenleen-/raiffeisenbank Utrecht en
Eindhoven. In het bestuur werd de heer
A.A.Goedegebuure herkozen, in de
raad van toezicht de heer H.H.M.Ak-
ker.a.s.
Aan directie en personeel werd dank
gebracht voor de grote inzet en voor de
klantenkring betoonde service.
Vanuit de vergadering werd voorts ge
suggereerd de aktiviteiten van het
C.M.K.(makelaarsaktiviteiten) te sti
muleren, opdat de cliënten bij aan- of
verkoop van woningen aan een tussen
schakel niet te veel geld kwijt zijn. An-
derszijds werd bepleit dat vrijheid voor
bankkeuze voorop moet blijven staan.
Tenslotte was er nog een vraag met be
trekking tot de voorzieningen bedrijfs
risico's. Met de wens op een betere eco
nomische uitkomst voor alle leden in
1978 besloot de heer Geluk de Rabo-
bank-jaarvergadering.
Het ministerie van Onderwijs en We
tenschappen heeft onlangs de dépen
dance van de Prinses Marijke Kleuter
school en de lagere School met de Bijbel
in Anna Jacobapolder aangewezen als
activeringskoppel. In verband met de op
stapel staande integratie van kleuter- en
lager onderwijs, gaan beide scholen in
het komende cursusjaar een gedeelte
van hun onderwijs vernieuwen. De na
druk zal vooral op het individuele kind
en zijn taal;ontwikkeling komen te lig
gen. Om een en ander te kunnen reali
seren, krijgen beide scholen enkele faci
liteiten in de vorm van extra gelden en
personeel. Genoemde scholen zijn al
sinds enige jaren bezig om op verschil
lende manieren dichter naar elkaar toe
te groeien.