THOLENDERWIJS
Woensdag 15 maart
boomfeestdag
M. MUNS
Woningtoewijzing niet meer Aanslagen onderhoud graven
door de gemeente
te Scherpenisse verzonden
c
2
U)
Officiële publicaties
RAPPER
De SGP staat op de bres
voor het behoud van
levenskrachtige
provincies.
informatierubriek van de gemeente tholen
Formulieren voor beschutte woningen
tot 20 maart inleveren
O
RECTIFICATIE
Vergadering commissie
ruimtelijke ordening
Spreekuur voorzitter woningstichting
Donderdag 9 maart 1978
EENDRACHTBODE
5
SPREEKUREN B. EN W.
OVERDENKING
de kapper voor heren
Staatkundig
„Gereformeerde Partij
Afschieten wilde
duiven
Bisamratten
G.S. verontrust over
vertraging
dijkwerken.
Redactie: Voorlichtingsambtenaar Gemeentehuis Tholen Markt 1-4 Sint-Maartensdijk Tel 01 666-2955
Zoals u misschien weet, heeft de gemeente Tholen enkele jaren na de
herindeling het grootste deel van haar huurwoningen overgedragen
aan de woningstichting "Beter Wonen". In de overgangsfase die bij
dezë overdracht gemoeid was, verzorgde de gemeente (tegen vergoe
ding) de administratie van de woningstichting en verzorgde de ge
meente ook de toewijzing van woningen. Namens de gemeente be
moeide wethouder L.J. Koopman zich met deze woningtoewijzing,
namens de woningstichting voorzitter C.J. Moerland.
Nu er alweer enige tijd ervaring is opgedaan, is in onderling overleg
besloten dat de toewijzing van huurwoningen voortaan geheel door de
woningstichting zal worden verzorgd. De gemeente trekt zich hier
geheel uit terug, dat wil zeggen dat wethouder L.J. Koopman niet
meer voor huurwoningen benaderd kan worden. Kandidaten voor
huurwoningen kunnen een aanvraagformulier gewoon naar de wo
ningstichting opsturen. Wil men een mondelinge toelichting geven,
dan kan dat. De voorzitter van de woningstichting zal hiervoor een
speciaal spreekuur houden en wel iedere maandagochtend van
11.00 tot 12.00 uur in het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk
(hal bij het loket).
Met nadruk wordt erop gewezen dat de huurwoningen op Tholen niét
van de gemeente zijn, maar van de (particulier: woningstichting "Be
ter Wonen". Hoewel de administratie van de woningstichting (voor
lopig) nog op het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk blijft plaatsvin
den, evenals het spreekuur van de voorzitter van de woningstichting,
is er vanaf vandaag geen sprake meer van bemoeienis van de ge
meente bij de woningtoewijzing.
Op de voorlichtingsavond over de woningen die in de "beschutte
sfeer" verkocht worden (23 februari j.l.) hebben velen een aanmel
dingsformulier mee naar huis genomen. Voorts hebben belangstel
lenden telefonisch zo n formulier aangevraagd en toegezonden ge
kregen. Op het aanmeldingsformulier staat vermeld vóór 3 maart a s.
moet plaatsvinden. Aangezien het verkrijgen van opgaven van het
belastbaar inkomen over het jaar 1976 bij het belastingkantoor wat
meer tijd vergt, is besloten dat formulieren tot uiterlijk 20 maart inge
leverd kunnen worden. Komt uw aanmeldingsformulier na deze datum
binnen, dan maakt u zeker geen kans meer op een goedkope woning!
Onlangs zijn de aanslagen voor onderhoud van de graven op de
openbare begraafplaats te Scherpenisse verzonden. In een uitgebreide
toelichting bij deze aanslag vermelden burgemeester en wethouders
het waarom van de aanslag en hoe betaald kan worden. In "Tholen-
derwijs" gaan we op enkele van die punten nog even in.
Waarom aanslag voor onderhoud graven?
In het verleden was het mogelijk voorwerpen op of rond graven op de
algemene begraafplaatsen zowel door de gemeente als door particu
lieren te laten onderhouden. Doordat dit onderhoud op geheel ver
schillende wijze plaats vond en vooral doordat een groot aantal graven
helemaal niet meer werd onderhouden, zagen de openbare begraaf
plaatsen er hier en daar nogal verwaarloosd uit. Om deze reden is
besloten dat alle graven weer moeten worden onderhouden en dat dit
alleen nog maar door de gemeente mag gebeuren.
Wat gebeurt er dan allemaal: schoonmaken van geplaatste voorwer
pen, herstellen van verzakkingen van graven (niet van gedenktekens),
schoonmaken van onkruid en onderhoud v bi grafbeplanting, behalve
losse bloemen. Groot onderhoud, herstel en ophalen van verzakte
grafkelders en gedenktekens doet de gemeente niét, maar moet door
de rechthebbende worden verzorgd.
Wie betaalt?
Voor het onderhoud van de graven door de gemeente moet een be
paald bedrag betaald worden. Op basis van gegevens die de gemeente
bezit, wordt een bepaald familielid aangeschreven. Het kan zijn dat
een ander familielid de zorg voor het graf op zich heeft genomen,
terwijl de gemeente dat niet weet. In dit geval kan degene die de
aanslag .heeft ontvangen, deze naar de gemeente terugsturen met
vermelding van naam en adres van het familielid dat de aanslag wel zal
betalen.
Het is ook mogelijk dat degene die de aanslag ontvangt, geen prijs
meer stelt op onderhoud van het graf. In dat geval kan men een
verklaring die bij de aanslag is gevoegd invullen en naar het gemeen
tehuis sturen.
Vragen.
Het kan zijn dat er ondanks de toelichting bij de aanslag nog vragen bij
verschillenden van u leven. Belt u dan gerust even naar het gemeen
tehuis (afdeling financiën): tel. 01 666 - 2955.
Het spreekuur van burgemeester J.E. van Boeijen komt maandag 1 3 maart a s.
te VERVALLEN.
De wethouders houden allen maandagmiddag van 15.30 tot 16.30 uur
spreekuur in het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk. Wethouder L JKoopman
houdt bovendien dinsdagmiddag spreekuur in het kantoor van gemeentewer
ken, Molenvlietsedijk 5 te Tholen en wel van 14.00 tot 1 5.00 uur. Wilt u een
afspraak met een van de collegeleden op een ander tijdstip maken, belt u dan
even naar het gemeentehuis (tel. 01 666 - 2955, toestel 37).
leder jaar wordt er in geheel Nederland een nationale boomfeestdag
gehouden In bijna iedere gemeente gaan dan scholieren bomen en
struiken planten om het goede voorbeeld voor het natuurbehoud te
geven.
Traditiegetrouw doet ook de gemeente Tholen weer aan deze activi
teiten mee. In voorgaande jaren deden de hoogste klassen van de
scholen in twee woonplaatsen aan het planten mee; vorig jaar waren
dat Scherpenisse en Sint-Annaland.
Dit jaar wordt er wegens het ontbreken van voldoende plantmogelijk-
heid alleen in Sint-Maartensdijk geplant. De hoogste klassen van de
openbare lagere school De Rieburch en van de christelijke Juliana van
Stolbergschool mogen de spa of de schop in de grond steken. Ook
doet een groep leerlingen van de christelijke school voor buitenge
woon lager onderwijs De Toetteen mee.
Verzamelen bij het gemeentehuis.
Woensdagmorgen omstreeks 9 .00 uur verzamelen de klassen die aan
het planten meedoen, zich voor het ge& meentehuis. Burgemeester
J.E. van Boeijen zal daar een kort toespraakje houden, waarna de
scholen zich over Sint-Maartensdijk verspreiden. De Rieburch gaat de
beplanting in de Westvest aanbrengen, waarmee de reconstructie van
deze straat voltooid wordt. De Juliana van Stolbergschool gaat op de
Zuidsingel planten en als het werk daar klaar is, ook nog in de Winston
Churchillstraat en in de President Rooseveltstraat.
De Toetssteen brengt beplanting aan in de omgeving van de Vijf
Zinnen en de Bloemenlaan. Op ieder plantobject zijn medewerkers van
de plantsoenendienst aanwezig om een helpende hand uit te steken.
Na afloop van het planten gaan de kinderen terug naar school, waar
een van de wethouders nog een kort woordje zal spreken en voor een
kleine tractatie zal zorgen.
Boomfeestdag meer dan planten alleen.
De boomfeestdag wordt niet georganiseerd om alleen een paar bomen
in de grond te zetten. Door kinderen aan het werk te zetten wordt
geprobeerd wat meer kennis over de natuur bij te brengen. Op school
krijgen de leerlingen vooraf de nodige kennis over bomen, planten en
over de natuur in het.algemeen. Dankzij deze boomfeestdag is er vrij
veel extra materiaal beschikbaar gekomen. Door deze activiteiten ra
ken de kinderen meer betrokken bij de natuur in hun omgeving. Aan
de kinderen wordt ook gevraagd de door hen geplante boom eens
goed in de gaten te houden. Als iemand die boom beschadigt, mogen
ze er best wat van zeggen. Ook mogen ze naar de gemeente bellen om
te vertellen dat er wat met hun boom aan de hand is.
Het gaat echter niet alleen om de kinderen. Ook van hun ouders wordt
verwacht dat deze voorzichtig omgaan met de natuur. U kunt het
goede voorbeeld aan uw kinderen geven!
In de Eendrachtbode van vorige week (2 maart) is per abuis eer>
regel weggevallen in de officiële publicatie over diverse voor-
bereidingsbesluiten. Om deze reden treft u onderstaande pu
blicatie aan.
De burgemeester van de gemeente Tholen maakt ter voldoe
ning aan het bepaalde in artikel 22, tweede lid, van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening bekend dat met ingang van 10 maart
1 978 voor een ieder ter gemeentesecretarie Markt 1-4 te Sint-
Maartensdijk, ter inzage ligt het besluit van de raad der ge
meente Tholen van 20 februari 1 978 waarbij wordt verklaard
dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het volgende
gebied:
Minneputtestraat/Molenvlietsestraat te Tholen.
De begrenzing van dit gebied staat aangegeven op de bij
bovengenoemd besluit behorende en als zodanig gewaarmerk
te tekening.
Sint-Maartefisdijk, 9 maart 1978
J.E. van Boeijen.
Dinsdagavond 14 maart a.s. vergadert de commissie voor ruimtelijke
ordening om half acht in het stadhuis te Tholen, Hoogstraat 12.
Tijdens deze vergadering bespreekt de commissie de uitgangspunten
voor het nieuwe bestemmingsplan dat voor het centrum van Tholen
opgesteld zal moeten worden. Onlangs hebben in dit kader studenten
van de Technische Hogeschool aan de hand van dia's een toelichting
gegeven op hun ideeën over het stadscentrum en over het nieuwe
bestemmingsplan.
De commissievergadering is openbaar zodat een ieder naar de dis
cussie kan komen luisteren.
De voorzitter van de stichting "Beter Wonen" houdt voortaan iedere
maandagochtend van 11.00 tot 12.00 uur in het gemeentehuis te
Sint-Maartensdijk spreekuur omtrent aanvragen om woningtoewij
zing. Zoals u in het artikel elders in deze rubriek hebt kunnen lezen, is
de woningtoewijzing vanaf heden een zaak die niet meer door de
gemeente, maar door de woningstichting alléén wordt verzorgd. Om
deze reden start de voorzitter van de stichting met een apart spreekuur.
Wethouder L.J. Koopman kan niet meer voor huurwoningen benaderd
worden.
MARKUS 11:9:
"En die voorgingën en die volgden rie
pen, zeggende: Hosanna! gezegend is
Hij, Die komt in de Naam des Heeren."
Er gaat een stoet van Jericho naar Jeru
zalem. Wat zou het voor een stoet zijn?
Zo te horen zijn de mensen in een nogal
vrolijke stemming. Zouden ze op weg
zijn naar een bruiloft? Kijk eens wat
daar op de weg ligt! Twijgen van de bo
men, lange grassprieten en palmtakken.
En kijk eens: daar trekken mensen hun
jassen uit. Zouden ze het warm hebben
van al dat zingen en juichen? Best mo
gelijk, maar daarom trekken ze hun
kleren niet uit. Ze lopen een eind voor
de stoet uit en dan spreiden ze hun kle
ren uit over de weg. Geven ze niet om
hun kleren? Straks zal de stoet over al
die jassen en mantels heen lopen. Wat
bezielt deze mensen tcch?
Wat is er dan eigenlijk aan de hand? Er
is er één, die een stuk boven de mensen
uitsteekt. Hij is gezeten op het veulen
van een ezelin. Wie is Hij? Hij ziet er uit
als één van ons. Hij ziet er uit als een
kind van Adam, zoals wij. Zo heeft Hij,
Zichzelf ook genoemd: de Zoon des
mensen. En als de Zoon des mensen gaat
Hij naar Jeruzalem om aan de over-
priesters en de Schriftgeleerden overge
leverd te worden en om ter dood ve
roordeeld te worden. Zo heeft Hij het tot
3 keer toe tegen Zijn discipelen gezegd.
Daar lijkt het op dit moment echter
allerminst op. Hij ziet er weliswaar uit
als één van ons, maar toch onderscheidt
Hij Zich van ons. Zijn volgelingen en
discipelen hebben een veulen van een
ezelin voor Hem moeten halen. Dat had
Hij zelf al besteld. Ze moesten het halen
in het volgende dorpje vlakbij Jeruza
lem: Beth-Fagé. Toen zij dat veulen
vonden brachten zij het bij hun Meester
en Heere. Toen wierpen zij hun kleren
op het veulen en hun Meester ging er op
zitten. En zo gaat Hij naar Jeruzalem,
gezeten op het veulen van een ezelin.
Is Hij dan toch de Messias, die de men
sen verwachten? Je zou het wel denken,
als je al dat enthousiasme en dat uit
spreiden van kleren en twijgen gade
slaat. Weliswaar noemde Hij Zichzelf de
Zoon des mensen, mêar Hij heeft toch
grote tekenen en wonderen gedaan. En
Hij zit nu toch maar op een dier dat Hem
draagt. En Hij gaat nu toch maar om
stuwd door een schare van volgelingen
Jeruzalem tegemoet-. En wat is Jeruza
lem anders dan de stad van de grote
Koning. Gelukkig, eindelijk is het dan
zover, zo beginnen de mensen te den
ken: Hij is de Messias, Die komen zou.
En die voorgingen en die volgden rie
pen, zeggende: Hosanna, gezegend is
Hij, Die komt in de Naam des Heeren.
Uit dit alles blijkt in ieder geval wel dat
deze mensen de Messias verwachten. En
u? Verwacht u ook de Messias? Hebt u in
de gaten dat het zo in de wereld en in ons
eigen leven niet blijven kan? Hebt u in
de gaten dat deze wereld een gebroken,
een geschonden, ja een verloren wereld
is?
We hebben iemand nodig, die ons ver
lossing bereidt en die de wereld van de
ondergang bevrijdt.
Welnu, als er zich iemand aandient, die
in deze wereld orde op zaken wil stellen
en die de macht over deze wereld in
handen wil nemen, zijn dan ook wij niet
bereid om zo iemand als een verlosser te
begroeten en te bejubelen? Voorzover
we nog enigszins godsdienstig zijn vin
den we het verschrikkelijk, dat de mis
dadigheid alsmaar toeneemt. We vinden
het verschrikkelijk dat gangsters, ban
krovers, kapers, dieven en moordenaars
bijna ongestraft hun gang kunnen gaan.
De man, die orde op zaken wil stellen,
wordt door ons met gejuich begroet.
Wat dat betreft reageren wij dan op
soortgelijke wijze als de mensen, die Je
zus begeleiden bij Zijn intocht in Jeru
zalem. Hosanna, gezegend is Hij, Die
komt in de Naam des Heeren. Deze
woorden vinden wij ook in Psalm 118.
Deze psalm werd in Israël gezongen aan
de paasmaaltijd. Deze psalm kende dan
ook vrijwel iedere Israëliet. In de woor
den van deze psalm hebben de Israëlie
ten de aankondiging gehoord van de
Messias, van Davids grote Zoon, van de
Koning van Israëls God gegeven. Bij
iedere paasmaaltijd werden zij weer he
rinnerd aan deze Messias-Koning, Die
komen zou.
In de gedachten van de Israëlieten bete
kende de komst van deze Messias vooral
dat er een einde zou komen aan de
overheersing van de Romeinen. Deze
Messias zou zijn intrek nemen in Jeru
zalem en plaats nemen op de troon van
David. Dus ze stelden zich de Messias
voor als een aards koning, zo mogelijk
met nog grotere macht en heerlijkheid
dan zijn vader David. Komt dat ook niet
tot uiting in vers 10: Gezegend zij het
koninkrijk van onze vader David, het
welk komt in de Naam des Heeren!
Hosanna in de hoogste hemelen.
Het koninkrijk van Jezus wordt zonder
meer gelijkgeschakeld met het konink
rijk van David. Dus Jezus zal net zo
strijden tegen Zijn vijanden en tegen de
vijanden van Israël, als David gestreden
heeft tegen zijn vijanden. Wat stroomt er
daarom een blijdschap door hun ziel.
Eindelijk worden ze van de gehate ty-
rannie van de Romeinen en de tolle-
V
Buitenvest 36, Telefoon (01640) 4 01 82
Bergen op Zoom
Donderdags de gehele dag volgens afspraak
Advertentie IM
naars bevrijd. Eindelijk zullen ze weer
als een vrij volk in een vrij land kunnen
woner). En is dat dan niet het vrederijk,
waarvan de profeten gesproken hebben?
Zoals de Hollanders in 1945 de Cana
dezen, Engelsen en Amerikanen als hel
den hebben binnengehaald en toege-
juichd, zo juichen de Israëlieten als ze
hun bevrijder Jeruzalem zien binnen
trekken. HosannaHosanna was een
welkomstgroet geworden in Israël,
waarmee de koning werd verwelkomd.
Welkom, o koning, zo roepen ze Jezus
toe. Wij twijfelen er geen moment aan,
of U bent de koning van onze God ge
geven. Gezegend is Hij, die komt in de
Naam'des Heeren. U komt niet in op
dracht van Uzelf, maar in opdracht, in
de Naam van de Heere, Die hemel en
aarde geschapen heeft, in de Naam van
de God van Abraham, Izaak en Jakob.
Welkom in de strijd, welkom in Jeruza
lem. Wij vereren en erkenpen U als onze
Koning.
Is echter Jezus zó de Messias, zoals de
mensen zich hun Messias voorstellen?
Beantwoordt Jezus aan hun en aan onze
verwachtingen? Om deze vraag te kun
nen beantwoorden moeten wij letten op
wat Jezus doet en zegt. Hij geeft Zijn
discipelen de opdracht om een veulen te
ontbinden en om dat bij Hem te bren
gen. Op dit veulen van een ezelin neemt
Hij plaats. Er staat niet, dat Zijn disci
pelen Hem ertoe overgehaald hebben,
om zo Jeruzalem binnen te trekken.
Nee, Hij doet dit uit eigener beweging.
In het Mattheüs-Evangelie lezen we:
"Dit alles nu is geschied, opdat vervuld
zou worden, wat gesproken is door de
profeet zeggende: Zeg de dochter Sions:
Zie Uw Koning komt tot u, zachtmoedig
en gezeten op een ezelin en een veulen,
zijde een jong van een jukdragende eze
lin".
Jezus wilde niet op een paard of op een
strijdwagen Jeruzalem binnentrekken.
Jezus wilde niet de aardse glorie en
macht van Zijn vader David. Jezus wei
gerde om gewapend met zwaarden en
bijlen Jeruzalem op de Romeinen te ve
roveren om zo de stad Davids aan Zich
te onderwerpen. Jezus weigerde aan het
hoofd te gaan staan van de verzetsstrij
ders in die tijd. Jezus weigerde om de
koningsheerschappij van Herodes over
te nemen. Jezus weigerde om Kajafas
van zijn zetel te stoten, om zijn plaats als
voorzitter van het Sanhedrin in te ne
men. Jezus was Zich bewust de Messias
te zijn zoals Zacharia Hem getekend
had: "Ziet uw Koning zal tot u komen,
rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm
en rijdende op een ezel, en op een veu
len, een jong der ezelinnen". Arm en
gezeten op het veulen van een ezelin is
Hij nochtans Koning en Heiland. Zo is
Hij de Koning en de Heiland van Israëls
God gegeven. Beantwoordt deze Ko
ning en Heiland aan onze verwachtin
gen? Nee, want wij willen enerzijds
aardse macht en glorie, anderzijds wil
len wij in godsdienstig opzicht met rust
gelaten worden. Wij willen een Messias,
die ons aardse macht verschaft en Die
het met onze godsdienstige opvattingen
eens is. Welnu, Jezus beantwoordt niet
aan deze verwachtingen, maar Hij is een
Koning en Heiland, Die Jeruzalem bin
nentrekt om te lijden en te sterven.
Waarom gaat Hij lijden en sterven? Om
heil en zaligheid te bereiden voor verlo
ren Adamskinderen. Hij is de Zoon des
mensen geworden in onze plaats. Hij
stortte Zijn bloed om de gebondenen uit
de kuil, daar geen water in is te verlos
sen, om slaven van de zonde, van de
duivel en de dood, vrij te kopen en te
verlossen. In Zijn armoede tekent Hij
onze armoede. Wij zijn door onze eigen
schuld verdreven uit het paradijs en
daardoor zijn we nameloos arm en el
lendig geworden. Hij Die onze rijkdom
was, zijn we kwijt, namelijk God onze
Schepper.
Dus de Israëlieten reageerden helemaal
verkeerd op de intocht van Jezus in Je
ruzalem? Ja, zij verstonden immers niet
wie Hij was. Waarom niet? Omdat zij de
Schriften niet verstonden. Zij riepen
Hosanna. Zij bedoelden daarmee te
zeggen: hartelijk welkom, o Koning.
Maar zij begrepen niet meer wat Ho
sanna eigenlijk betekent. De eigenlijke
betekenis van Hosanna was: red mij
toch! maak mij toch zalig! Welnu, zo wil
Jezus begroet worden. Niet met een af
gesleten en afgestompt welkomstwoord,
maar met een noodkreet uit ons hart:
Hosanna, Heere red mij toch, Heere
maak mij toch zalig. Wet dit gebed mo
gen wij Hem begroeten en wil Hij be
groet worden. Hij komt bij ons binnen,
gezeten op het veulen van de prediking.
In de prediking openbaart Hij Zichzelf
als de Koning, Die hing aan het kruis en
als de Heiland, Die Zijn bloed gaf tot
verzoening van onze zonden. Zo mogen
wij ons in Hem verblijden zoals Hij is.
Ja, zo wil Hij ook door ons begroet
worden: Hosanna, Heere maak mij toch
zalig. Gezegend is Hij Die komt in de
Naam des Heeren. Want zo heeft de
Vader Hem in de wereld gezonden om te
lijden en te sterven en om langs deze weg
van lijden en sterven onze zonde weg te
dragen en de duivel en de dood te over
winnen. Daarom is de dag des Heeren
de roem der dagen, die Israëls God ge
heiligd heeft, omdat ze getuigt van de
opstanding van de gekruisigde Christus
uit de doden.
Laat ons daarom verheugd, van zorg
ontslagen, Hem roemen, Die ons blijd
schap geeft. Och Heer, geef thans Uw
zegeningen. Och Heer, geef heil op deze
dag. Want gezegend zijt Gij, o grote
Koning, Die tot ons komt in 's Heeren
Naam J. Blom.
Laat Uw stem doorklinken
voor het behoud van het
Christelijk volkskarakter
in Uw provincie.
c
<L>
t:
<D
•o
Dinsdagavond om zes uur gaan leden
van de KNJV Tholen en Sint-Philips-
land voor het eerst op pad om schade
van wilde düiven te voorkomen. Dit ge
beurt vérder op 28 maart en 8 april om
zeven uur en 18 en 28 april om half acht.
In februari zijn er op Tholen 10 en op
Sint-Philipsland 2 bisamratten gevan
gen. Na de vorst- en sneeuwperiode zijn
de vooruitzichten voor deze maand
aanmerkelijk beter volgens rijksratten
vanger J. Meyll uit Poortvliet.
G.S. van Zeeland hebben een brief ge
schreven aan Minister Tuijnman van
Verkeer en Waterstaat over de dijkver
sterkingen rond de Oosterschelde.
'Ernstig verontrust hebben wij kennis
genomen van de mededeling in de rege
ringsverklaring dat de verzwaring van
de zeewaterkeringen in het kader van de
Deltawet naar verwachting voor het
belóngrijkste deel eerst in 1990 zal zijn
voltooid. Aanvankelijk zou Zeeland 25
jaar na de watersnoodramp volgens
Deltanormen zijn beveiligd. Nadat de
uitvoering van de Deltawerken vervol
gens zodanig werd getemporiseerd dat
zij eerst enige jaren na 1980 zouden
worden voltooid, werd in 1973 het ge
reedkomen van de werken opnieuw
naar een later tijdstip verschoven: 1985.
Blijkens de regeringsverklaring ver
wacht het kabinet nu dat de verzwaring
zelfs in 1990 nog niet geheel gereed zal
zijn. Wij zijn van oordeel dat verdere
vertraging dan tot 1985 om veiligheids
redenen onaanvaardbaar is. Op zich
overtuigd van de noodzaak tot bezuini
ging, zijn wij niettemin van oordeel dat
de veiligheid van de bewoners van dit
gewest niet door deze bezuinigingsmaa
tregelen mag worden getroffen. Wij
pleiten dan ook met klem voor vol
tooiing van de totale Deltawerken
uiterlijk in 1985', aldus G.S. van Zeeland
aan Minister Tuijnman.
"Er zijn gegadigden, die meer willen betalen. Omdat de packet
de eerste was, die een bod deed, willen "wij" hen alsnog voorrang
geven bij de koop. Maar dan moet er toch wel een serieuzer bod
komen. Zeg dat maar tegen uw principalen."
Als de man weer vertrokken is, knikt Jacob met voldoening. Dat heeft
hij mooi gezegd. Een dag of wat geleden heeft hij een boekje gekocht
over goede omgangsvormen en manieren. Daarin studeert hij in zijn
vrije tijd. Daaruit heeft hij ook het woord "principaal" overgenomen.
Dat klinkt. En imponeert.
Er komt na verloop van een week een tweede bod: tweeduizend, maar
ook geen c';:t meer.En binnen acht dagen beslissen, anders heeft de
packet geen interesse meer. Binnen afzienbare tijd begint men toch met
een tweemaal 's weekse vaart tussen Den Helder en Alkmaar.
Dan is vrouw Breebaart nergens meer. Die avond wordt er aan boord
druk overlegd. Doen of niet doen? Wie het onderste uit de kan wil
hebben, krijgt het lid op de neus. Maar het kan ook bluf zijn. Terwijl ze
er over nadenken, schiet de vrouw iets te binnen. Ze haalt het ijzeren
kistje met waardepapieren van de plank en zet het voor zich op de
smalle tafel in de roef. En opent het. Jacob kijkt belangstellend toe. De
vrouw zoekt en vindt tenslotte een document, dat ze naleest. Waarna ze
enkele malen knikt. Ze schuift het papier door aan haar knecht en zegt:
"Lees dat eens na; ik heb er weinig verstand van. maar als ik dit zo
bekijk, kan de packet niet zo maar een beurtvaartdienst beginnen
tussen Alkmaar en Den Helder."
Jacob Langereis is niet dom; op school was hij onbetwist een van de
besten. Als hij mogelijkheden had gekregen om verder te studeren, zou
er misschien een bolleboos uit hem zijn gegroeid. Maar de taal, die dit
document bevat, is hem vreemd. Al begrijpt hij langzamerhand, wan
neer hij het document een paar malen heeft doorgelezen, dat dit een
Consent, een vergunning is, verleend aan schipper Teeuw Breebaart
om met een schip goederen te vervoeren tussen De Stolpen, inbegrepen
de omgeving, en^Alkmaaë, visa versa. En ook toestemming heeft om
met ditzelfde schip goederen te vervoeren voor transitoverkeer. Wat dit
laatste inhoudt, is hem niet geheel duiaelijk, maar één ding begrijpt hij
onderhand terdege: om met een schip vracht te vervoeren, moetje een
Consent hebben, afgegeven door het Provinciale Bestuur. Maar hoe zit
dat eigenlijk, als de schipper dood is? Gaat zo'n Consent da lang en
breed over en als resultaat over op de weduwe?
Ze spren er komt er uit de bus, dat Jacob, als ze dinsdagsmorgens in
Alkmaar meren, naar hef station gaat om vandaar met dé trein naar
Haarlem te reizen. Daar zetelt het provinciale bestuur, daar zal hij dan
inlichtingen vragen.
Voor Jacob Langereis is de treinreis een openbaring, wantal hij heeft
dikwijls genoeg de treinen zien rijden, langs de OudesluiS en als ze voor
de gesloten spoorbrug in Alkmaar lagen te wachten tot de trein gepas
seerd was, hij heeft er nog nooit in gezeten. De vrouw heeft hem een
paar schoenen van haar man gegeven. Die Teeuw enkel op zondag
droeg tijdens de kerkgang. Ze zitten Jacob weliswaar een tikkeltje
ruim, maar alla, het gaat. Al is het voor Jacob, die z'n hele leven tot nog
toe nooit anders dan op klompen heeft gelopen, een raar gevoel. Zo
licht en toch lijkt het, of zijn voeten ineens veel zwaarder geworden
zijn.
In de trein kijkt hij zijn ogen uit naar het wisselende landschap. Waar
de bollen hier en daar al in bloei staan. Hij heeft ogen tekort om alles in
zich op te nemen. En verwondert zich over alles, wat hij ziet. Wat is de
wereld toch groot!
In Haarlem aangekomen, beleeft hij nieuwe sensaties. Daar rijden
stoomwagens. Om je een ongeluk te schrikken' als zo'n snuivend rot
ding vlak langs je heen gaat. Maar de mensen in deze grote stad
schijnen er helemaal aan gewend te zijn. Jacob loopt dicht tegen de
huizenkant. Wat is het hier verschrikkelijk druk! Fietsen en slepers
wagens en er rijden diligences en handkarren en dan die stoomwagens.
Automobielen worden ze genoemd. Nou, hij vindt ze maar ondingen.
Het mag hier allemaal zonder meer. Nee, hij zou niet graag in zo'n
drukke star' willen wonen: elke dag honderd kansen om overreden te
worden of op een andere manier een ongeluk te krijgen...
Een vriendelijke ambtenaar staat hem te woord, bekijkt het Consent en
het bewijs van overlijden van de eigenaar van de beurtdienst. De man
raadpleegt een collega, die een dik boek te voorschijn haalt en er enige
tijd in bladert. Dan schijnen ze iets gevonden te hebben, want ze kijken
elkaar aan en knikken.
Als Jacob in de loop van de middag terugkomt aan boord en allereerst
de schoenen uittrekt om zijn pijnlijke voeten te wrijven, zegt hij tegen
de vrouw: "Dit consent is tot vijf jaar na de dood van de baas geldig;
dat is het vervallen en kan iedereen, dié een behoorlijk schip bezit een
consent aanvragen voor de beurtdienst tussen De Stolpen en Alkmaar.
Gedurende deze vijf jaren bent u eigenaresse, vrouw. De ambtenaar
raadde aan de beurtdienst tijdig te verkopen. Ik heb ook gevraagd of er
een ander nu een beurtdienst tussen De Stolpen
en Alkmaar zou kunnen beginnen, of tussen Alkmaar en Den Helder,
maar dat kan deze vijf jaren in elk geval niet. Zelf niet met een
stoomboot. Dus u hoeft zich helemaal niet te haasten met de verkoop".
Twee dagen later zegt vrouw Breebaart tot haar knecht: "Ik heb in
Alkmaar gezegd, dat ik voor vijf en twintig honderd de zaak met alles
wil overdoen. En geen cent minder. Ze zouden er nog over nadenken,
zei men op het kantoor van de packet, maar veel kans gaven ze me niet.
Wat denk jij ervan. Jacob?"
Hij kneep één oog dicht. "Voet bij stuk houden, vrouw. Ze happen wel
toe, als u maar geduld hebt". Maar de packet zag andere mogelijkhe
den om het vrachtvervoer tussen Den Helder en Alkmaar tot zich te
trekken. Een week nadat vrouw Breebaart het kantoor van de packet
had bezocht, kreeg ze een brief, waarin stond, dat de packet geen
belangstelling meer had voor de beurtdienst tussen De Stolpen en
Alkmaar visa versa. Tot grote ontsteltenis van vrouw Breebaart, die
haar knecht het schrijven liet lezen. Ook Jacob werd bleek. "Dat is
erg," zei hij. En de weduwe jammerde: "Had ik dat bod van tweedui
zend nu maar aangenomen; nu heb ik niets meer".
In de dagen daarna was de verstandhouding tussen vrouw Breebaart en
haar knecht niet al te best. Jacob dacht vaak na en kwam geleidelijk
aan tot de slotsom, dat de packet iets in zijn schild voerde. Ze zijn
natuurlijk wat van plan. dacht hij. Maar wat?