THOLENDERWIJS Woensdag 15 maart boomfeestdag M. MUNS Woningtoewijzing niet meer Aanslagen onderhoud graven door de gemeente te Scherpenisse verzonden c 2 U) Officiële publicaties RAPPER De SGP staat op de bres voor het behoud van levenskrachtige provincies. informatierubriek van de gemeente tholen Formulieren voor beschutte woningen tot 20 maart inleveren O RECTIFICATIE Vergadering commissie ruimtelijke ordening Spreekuur voorzitter woningstichting Donderdag 9 maart 1978 EENDRACHTBODE 5 SPREEKUREN B. EN W. OVERDENKING de kapper voor heren Staatkundig „Gereformeerde Partij Afschieten wilde duiven Bisamratten G.S. verontrust over vertraging dijkwerken. Redactie: Voorlichtingsambtenaar Gemeentehuis Tholen Markt 1-4 Sint-Maartensdijk Tel 01 666-2955 Zoals u misschien weet, heeft de gemeente Tholen enkele jaren na de herindeling het grootste deel van haar huurwoningen overgedragen aan de woningstichting "Beter Wonen". In de overgangsfase die bij dezë overdracht gemoeid was, verzorgde de gemeente (tegen vergoe ding) de administratie van de woningstichting en verzorgde de ge meente ook de toewijzing van woningen. Namens de gemeente be moeide wethouder L.J. Koopman zich met deze woningtoewijzing, namens de woningstichting voorzitter C.J. Moerland. Nu er alweer enige tijd ervaring is opgedaan, is in onderling overleg besloten dat de toewijzing van huurwoningen voortaan geheel door de woningstichting zal worden verzorgd. De gemeente trekt zich hier geheel uit terug, dat wil zeggen dat wethouder L.J. Koopman niet meer voor huurwoningen benaderd kan worden. Kandidaten voor huurwoningen kunnen een aanvraagformulier gewoon naar de wo ningstichting opsturen. Wil men een mondelinge toelichting geven, dan kan dat. De voorzitter van de woningstichting zal hiervoor een speciaal spreekuur houden en wel iedere maandagochtend van 11.00 tot 12.00 uur in het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk (hal bij het loket). Met nadruk wordt erop gewezen dat de huurwoningen op Tholen niét van de gemeente zijn, maar van de (particulier: woningstichting "Be ter Wonen". Hoewel de administratie van de woningstichting (voor lopig) nog op het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk blijft plaatsvin den, evenals het spreekuur van de voorzitter van de woningstichting, is er vanaf vandaag geen sprake meer van bemoeienis van de ge meente bij de woningtoewijzing. Op de voorlichtingsavond over de woningen die in de "beschutte sfeer" verkocht worden (23 februari j.l.) hebben velen een aanmel dingsformulier mee naar huis genomen. Voorts hebben belangstel lenden telefonisch zo n formulier aangevraagd en toegezonden ge kregen. Op het aanmeldingsformulier staat vermeld vóór 3 maart a s. moet plaatsvinden. Aangezien het verkrijgen van opgaven van het belastbaar inkomen over het jaar 1976 bij het belastingkantoor wat meer tijd vergt, is besloten dat formulieren tot uiterlijk 20 maart inge leverd kunnen worden. Komt uw aanmeldingsformulier na deze datum binnen, dan maakt u zeker geen kans meer op een goedkope woning! Onlangs zijn de aanslagen voor onderhoud van de graven op de openbare begraafplaats te Scherpenisse verzonden. In een uitgebreide toelichting bij deze aanslag vermelden burgemeester en wethouders het waarom van de aanslag en hoe betaald kan worden. In "Tholen- derwijs" gaan we op enkele van die punten nog even in. Waarom aanslag voor onderhoud graven? In het verleden was het mogelijk voorwerpen op of rond graven op de algemene begraafplaatsen zowel door de gemeente als door particu lieren te laten onderhouden. Doordat dit onderhoud op geheel ver schillende wijze plaats vond en vooral doordat een groot aantal graven helemaal niet meer werd onderhouden, zagen de openbare begraaf plaatsen er hier en daar nogal verwaarloosd uit. Om deze reden is besloten dat alle graven weer moeten worden onderhouden en dat dit alleen nog maar door de gemeente mag gebeuren. Wat gebeurt er dan allemaal: schoonmaken van geplaatste voorwer pen, herstellen van verzakkingen van graven (niet van gedenktekens), schoonmaken van onkruid en onderhoud v bi grafbeplanting, behalve losse bloemen. Groot onderhoud, herstel en ophalen van verzakte grafkelders en gedenktekens doet de gemeente niét, maar moet door de rechthebbende worden verzorgd. Wie betaalt? Voor het onderhoud van de graven door de gemeente moet een be paald bedrag betaald worden. Op basis van gegevens die de gemeente bezit, wordt een bepaald familielid aangeschreven. Het kan zijn dat een ander familielid de zorg voor het graf op zich heeft genomen, terwijl de gemeente dat niet weet. In dit geval kan degene die de aanslag .heeft ontvangen, deze naar de gemeente terugsturen met vermelding van naam en adres van het familielid dat de aanslag wel zal betalen. Het is ook mogelijk dat degene die de aanslag ontvangt, geen prijs meer stelt op onderhoud van het graf. In dat geval kan men een verklaring die bij de aanslag is gevoegd invullen en naar het gemeen tehuis sturen. Vragen. Het kan zijn dat er ondanks de toelichting bij de aanslag nog vragen bij verschillenden van u leven. Belt u dan gerust even naar het gemeen tehuis (afdeling financiën): tel. 01 666 - 2955. Het spreekuur van burgemeester J.E. van Boeijen komt maandag 1 3 maart a s. te VERVALLEN. De wethouders houden allen maandagmiddag van 15.30 tot 16.30 uur spreekuur in het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk. Wethouder L JKoopman houdt bovendien dinsdagmiddag spreekuur in het kantoor van gemeentewer ken, Molenvlietsedijk 5 te Tholen en wel van 14.00 tot 1 5.00 uur. Wilt u een afspraak met een van de collegeleden op een ander tijdstip maken, belt u dan even naar het gemeentehuis (tel. 01 666 - 2955, toestel 37). leder jaar wordt er in geheel Nederland een nationale boomfeestdag gehouden In bijna iedere gemeente gaan dan scholieren bomen en struiken planten om het goede voorbeeld voor het natuurbehoud te geven. Traditiegetrouw doet ook de gemeente Tholen weer aan deze activi teiten mee. In voorgaande jaren deden de hoogste klassen van de scholen in twee woonplaatsen aan het planten mee; vorig jaar waren dat Scherpenisse en Sint-Annaland. Dit jaar wordt er wegens het ontbreken van voldoende plantmogelijk- heid alleen in Sint-Maartensdijk geplant. De hoogste klassen van de openbare lagere school De Rieburch en van de christelijke Juliana van Stolbergschool mogen de spa of de schop in de grond steken. Ook doet een groep leerlingen van de christelijke school voor buitenge woon lager onderwijs De Toetteen mee. Verzamelen bij het gemeentehuis. Woensdagmorgen omstreeks 9 .00 uur verzamelen de klassen die aan het planten meedoen, zich voor het ge& meentehuis. Burgemeester J.E. van Boeijen zal daar een kort toespraakje houden, waarna de scholen zich over Sint-Maartensdijk verspreiden. De Rieburch gaat de beplanting in de Westvest aanbrengen, waarmee de reconstructie van deze straat voltooid wordt. De Juliana van Stolbergschool gaat op de Zuidsingel planten en als het werk daar klaar is, ook nog in de Winston Churchillstraat en in de President Rooseveltstraat. De Toetssteen brengt beplanting aan in de omgeving van de Vijf Zinnen en de Bloemenlaan. Op ieder plantobject zijn medewerkers van de plantsoenendienst aanwezig om een helpende hand uit te steken. Na afloop van het planten gaan de kinderen terug naar school, waar een van de wethouders nog een kort woordje zal spreken en voor een kleine tractatie zal zorgen. Boomfeestdag meer dan planten alleen. De boomfeestdag wordt niet georganiseerd om alleen een paar bomen in de grond te zetten. Door kinderen aan het werk te zetten wordt geprobeerd wat meer kennis over de natuur bij te brengen. Op school krijgen de leerlingen vooraf de nodige kennis over bomen, planten en over de natuur in het.algemeen. Dankzij deze boomfeestdag is er vrij veel extra materiaal beschikbaar gekomen. Door deze activiteiten ra ken de kinderen meer betrokken bij de natuur in hun omgeving. Aan de kinderen wordt ook gevraagd de door hen geplante boom eens goed in de gaten te houden. Als iemand die boom beschadigt, mogen ze er best wat van zeggen. Ook mogen ze naar de gemeente bellen om te vertellen dat er wat met hun boom aan de hand is. Het gaat echter niet alleen om de kinderen. Ook van hun ouders wordt verwacht dat deze voorzichtig omgaan met de natuur. U kunt het goede voorbeeld aan uw kinderen geven! In de Eendrachtbode van vorige week (2 maart) is per abuis eer> regel weggevallen in de officiële publicatie over diverse voor- bereidingsbesluiten. Om deze reden treft u onderstaande pu blicatie aan. De burgemeester van de gemeente Tholen maakt ter voldoe ning aan het bepaalde in artikel 22, tweede lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening bekend dat met ingang van 10 maart 1 978 voor een ieder ter gemeentesecretarie Markt 1-4 te Sint- Maartensdijk, ter inzage ligt het besluit van de raad der ge meente Tholen van 20 februari 1 978 waarbij wordt verklaard dat een bestemmingsplan wordt voorbereid voor het volgende gebied: Minneputtestraat/Molenvlietsestraat te Tholen. De begrenzing van dit gebied staat aangegeven op de bij bovengenoemd besluit behorende en als zodanig gewaarmerk te tekening. Sint-Maartefisdijk, 9 maart 1978 J.E. van Boeijen. Dinsdagavond 14 maart a.s. vergadert de commissie voor ruimtelijke ordening om half acht in het stadhuis te Tholen, Hoogstraat 12. Tijdens deze vergadering bespreekt de commissie de uitgangspunten voor het nieuwe bestemmingsplan dat voor het centrum van Tholen opgesteld zal moeten worden. Onlangs hebben in dit kader studenten van de Technische Hogeschool aan de hand van dia's een toelichting gegeven op hun ideeën over het stadscentrum en over het nieuwe bestemmingsplan. De commissievergadering is openbaar zodat een ieder naar de dis cussie kan komen luisteren. De voorzitter van de stichting "Beter Wonen" houdt voortaan iedere maandagochtend van 11.00 tot 12.00 uur in het gemeentehuis te Sint-Maartensdijk spreekuur omtrent aanvragen om woningtoewij zing. Zoals u in het artikel elders in deze rubriek hebt kunnen lezen, is de woningtoewijzing vanaf heden een zaak die niet meer door de gemeente, maar door de woningstichting alléén wordt verzorgd. Om deze reden start de voorzitter van de stichting met een apart spreekuur. Wethouder L.J. Koopman kan niet meer voor huurwoningen benaderd worden. MARKUS 11:9: "En die voorgingën en die volgden rie pen, zeggende: Hosanna! gezegend is Hij, Die komt in de Naam des Heeren." Er gaat een stoet van Jericho naar Jeru zalem. Wat zou het voor een stoet zijn? Zo te horen zijn de mensen in een nogal vrolijke stemming. Zouden ze op weg zijn naar een bruiloft? Kijk eens wat daar op de weg ligt! Twijgen van de bo men, lange grassprieten en palmtakken. En kijk eens: daar trekken mensen hun jassen uit. Zouden ze het warm hebben van al dat zingen en juichen? Best mo gelijk, maar daarom trekken ze hun kleren niet uit. Ze lopen een eind voor de stoet uit en dan spreiden ze hun kle ren uit over de weg. Geven ze niet om hun kleren? Straks zal de stoet over al die jassen en mantels heen lopen. Wat bezielt deze mensen tcch? Wat is er dan eigenlijk aan de hand? Er is er één, die een stuk boven de mensen uitsteekt. Hij is gezeten op het veulen van een ezelin. Wie is Hij? Hij ziet er uit als één van ons. Hij ziet er uit als een kind van Adam, zoals wij. Zo heeft Hij, Zichzelf ook genoemd: de Zoon des mensen. En als de Zoon des mensen gaat Hij naar Jeruzalem om aan de over- priesters en de Schriftgeleerden overge leverd te worden en om ter dood ve roordeeld te worden. Zo heeft Hij het tot 3 keer toe tegen Zijn discipelen gezegd. Daar lijkt het op dit moment echter allerminst op. Hij ziet er weliswaar uit als één van ons, maar toch onderscheidt Hij Zich van ons. Zijn volgelingen en discipelen hebben een veulen van een ezelin voor Hem moeten halen. Dat had Hij zelf al besteld. Ze moesten het halen in het volgende dorpje vlakbij Jeruza lem: Beth-Fagé. Toen zij dat veulen vonden brachten zij het bij hun Meester en Heere. Toen wierpen zij hun kleren op het veulen en hun Meester ging er op zitten. En zo gaat Hij naar Jeruzalem, gezeten op het veulen van een ezelin. Is Hij dan toch de Messias, die de men sen verwachten? Je zou het wel denken, als je al dat enthousiasme en dat uit spreiden van kleren en twijgen gade slaat. Weliswaar noemde Hij Zichzelf de Zoon des mensen, mêar Hij heeft toch grote tekenen en wonderen gedaan. En Hij zit nu toch maar op een dier dat Hem draagt. En Hij gaat nu toch maar om stuwd door een schare van volgelingen Jeruzalem tegemoet-. En wat is Jeruza lem anders dan de stad van de grote Koning. Gelukkig, eindelijk is het dan zover, zo beginnen de mensen te den ken: Hij is de Messias, Die komen zou. En die voorgingen en die volgden rie pen, zeggende: Hosanna, gezegend is Hij, Die komt in de Naam des Heeren. Uit dit alles blijkt in ieder geval wel dat deze mensen de Messias verwachten. En u? Verwacht u ook de Messias? Hebt u in de gaten dat het zo in de wereld en in ons eigen leven niet blijven kan? Hebt u in de gaten dat deze wereld een gebroken, een geschonden, ja een verloren wereld is? We hebben iemand nodig, die ons ver lossing bereidt en die de wereld van de ondergang bevrijdt. Welnu, als er zich iemand aandient, die in deze wereld orde op zaken wil stellen en die de macht over deze wereld in handen wil nemen, zijn dan ook wij niet bereid om zo iemand als een verlosser te begroeten en te bejubelen? Voorzover we nog enigszins godsdienstig zijn vin den we het verschrikkelijk, dat de mis dadigheid alsmaar toeneemt. We vinden het verschrikkelijk dat gangsters, ban krovers, kapers, dieven en moordenaars bijna ongestraft hun gang kunnen gaan. De man, die orde op zaken wil stellen, wordt door ons met gejuich begroet. Wat dat betreft reageren wij dan op soortgelijke wijze als de mensen, die Je zus begeleiden bij Zijn intocht in Jeru zalem. Hosanna, gezegend is Hij, Die komt in de Naam des Heeren. Deze woorden vinden wij ook in Psalm 118. Deze psalm werd in Israël gezongen aan de paasmaaltijd. Deze psalm kende dan ook vrijwel iedere Israëliet. In de woor den van deze psalm hebben de Israëlie ten de aankondiging gehoord van de Messias, van Davids grote Zoon, van de Koning van Israëls God gegeven. Bij iedere paasmaaltijd werden zij weer he rinnerd aan deze Messias-Koning, Die komen zou. In de gedachten van de Israëlieten bete kende de komst van deze Messias vooral dat er een einde zou komen aan de overheersing van de Romeinen. Deze Messias zou zijn intrek nemen in Jeru zalem en plaats nemen op de troon van David. Dus ze stelden zich de Messias voor als een aards koning, zo mogelijk met nog grotere macht en heerlijkheid dan zijn vader David. Komt dat ook niet tot uiting in vers 10: Gezegend zij het koninkrijk van onze vader David, het welk komt in de Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen. Het koninkrijk van Jezus wordt zonder meer gelijkgeschakeld met het konink rijk van David. Dus Jezus zal net zo strijden tegen Zijn vijanden en tegen de vijanden van Israël, als David gestreden heeft tegen zijn vijanden. Wat stroomt er daarom een blijdschap door hun ziel. Eindelijk worden ze van de gehate ty- rannie van de Romeinen en de tolle- V Buitenvest 36, Telefoon (01640) 4 01 82 Bergen op Zoom Donderdags de gehele dag volgens afspraak Advertentie IM naars bevrijd. Eindelijk zullen ze weer als een vrij volk in een vrij land kunnen woner). En is dat dan niet het vrederijk, waarvan de profeten gesproken hebben? Zoals de Hollanders in 1945 de Cana dezen, Engelsen en Amerikanen als hel den hebben binnengehaald en toege- juichd, zo juichen de Israëlieten als ze hun bevrijder Jeruzalem zien binnen trekken. HosannaHosanna was een welkomstgroet geworden in Israël, waarmee de koning werd verwelkomd. Welkom, o koning, zo roepen ze Jezus toe. Wij twijfelen er geen moment aan, of U bent de koning van onze God ge geven. Gezegend is Hij, die komt in de Naam'des Heeren. U komt niet in op dracht van Uzelf, maar in opdracht, in de Naam van de Heere, Die hemel en aarde geschapen heeft, in de Naam van de God van Abraham, Izaak en Jakob. Welkom in de strijd, welkom in Jeruza lem. Wij vereren en erkenpen U als onze Koning. Is echter Jezus zó de Messias, zoals de mensen zich hun Messias voorstellen? Beantwoordt Jezus aan hun en aan onze verwachtingen? Om deze vraag te kun nen beantwoorden moeten wij letten op wat Jezus doet en zegt. Hij geeft Zijn discipelen de opdracht om een veulen te ontbinden en om dat bij Hem te bren gen. Op dit veulen van een ezelin neemt Hij plaats. Er staat niet, dat Zijn disci pelen Hem ertoe overgehaald hebben, om zo Jeruzalem binnen te trekken. Nee, Hij doet dit uit eigener beweging. In het Mattheüs-Evangelie lezen we: "Dit alles nu is geschied, opdat vervuld zou worden, wat gesproken is door de profeet zeggende: Zeg de dochter Sions: Zie Uw Koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijde een jong van een jukdragende eze lin". Jezus wilde niet op een paard of op een strijdwagen Jeruzalem binnentrekken. Jezus wilde niet de aardse glorie en macht van Zijn vader David. Jezus wei gerde om gewapend met zwaarden en bijlen Jeruzalem op de Romeinen te ve roveren om zo de stad Davids aan Zich te onderwerpen. Jezus weigerde aan het hoofd te gaan staan van de verzetsstrij ders in die tijd. Jezus weigerde om de koningsheerschappij van Herodes over te nemen. Jezus weigerde om Kajafas van zijn zetel te stoten, om zijn plaats als voorzitter van het Sanhedrin in te ne men. Jezus was Zich bewust de Messias te zijn zoals Zacharia Hem getekend had: "Ziet uw Koning zal tot u komen, rechtvaardig, en Hij is een Heiland; arm en rijdende op een ezel, en op een veu len, een jong der ezelinnen". Arm en gezeten op het veulen van een ezelin is Hij nochtans Koning en Heiland. Zo is Hij de Koning en de Heiland van Israëls God gegeven. Beantwoordt deze Ko ning en Heiland aan onze verwachtin gen? Nee, want wij willen enerzijds aardse macht en glorie, anderzijds wil len wij in godsdienstig opzicht met rust gelaten worden. Wij willen een Messias, die ons aardse macht verschaft en Die het met onze godsdienstige opvattingen eens is. Welnu, Jezus beantwoordt niet aan deze verwachtingen, maar Hij is een Koning en Heiland, Die Jeruzalem bin nentrekt om te lijden en te sterven. Waarom gaat Hij lijden en sterven? Om heil en zaligheid te bereiden voor verlo ren Adamskinderen. Hij is de Zoon des mensen geworden in onze plaats. Hij stortte Zijn bloed om de gebondenen uit de kuil, daar geen water in is te verlos sen, om slaven van de zonde, van de duivel en de dood, vrij te kopen en te verlossen. In Zijn armoede tekent Hij onze armoede. Wij zijn door onze eigen schuld verdreven uit het paradijs en daardoor zijn we nameloos arm en el lendig geworden. Hij Die onze rijkdom was, zijn we kwijt, namelijk God onze Schepper. Dus de Israëlieten reageerden helemaal verkeerd op de intocht van Jezus in Je ruzalem? Ja, zij verstonden immers niet wie Hij was. Waarom niet? Omdat zij de Schriften niet verstonden. Zij riepen Hosanna. Zij bedoelden daarmee te zeggen: hartelijk welkom, o Koning. Maar zij begrepen niet meer wat Ho sanna eigenlijk betekent. De eigenlijke betekenis van Hosanna was: red mij toch! maak mij toch zalig! Welnu, zo wil Jezus begroet worden. Niet met een af gesleten en afgestompt welkomstwoord, maar met een noodkreet uit ons hart: Hosanna, Heere red mij toch, Heere maak mij toch zalig. Wet dit gebed mo gen wij Hem begroeten en wil Hij be groet worden. Hij komt bij ons binnen, gezeten op het veulen van de prediking. In de prediking openbaart Hij Zichzelf als de Koning, Die hing aan het kruis en als de Heiland, Die Zijn bloed gaf tot verzoening van onze zonden. Zo mogen wij ons in Hem verblijden zoals Hij is. Ja, zo wil Hij ook door ons begroet worden: Hosanna, Heere maak mij toch zalig. Gezegend is Hij Die komt in de Naam des Heeren. Want zo heeft de Vader Hem in de wereld gezonden om te lijden en te sterven en om langs deze weg van lijden en sterven onze zonde weg te dragen en de duivel en de dood te over winnen. Daarom is de dag des Heeren de roem der dagen, die Israëls God ge heiligd heeft, omdat ze getuigt van de opstanding van de gekruisigde Christus uit de doden. Laat ons daarom verheugd, van zorg ontslagen, Hem roemen, Die ons blijd schap geeft. Och Heer, geef thans Uw zegeningen. Och Heer, geef heil op deze dag. Want gezegend zijt Gij, o grote Koning, Die tot ons komt in 's Heeren Naam J. Blom. Laat Uw stem doorklinken voor het behoud van het Christelijk volkskarakter in Uw provincie. c <L> t: <D •o Dinsdagavond om zes uur gaan leden van de KNJV Tholen en Sint-Philips- land voor het eerst op pad om schade van wilde düiven te voorkomen. Dit ge beurt vérder op 28 maart en 8 april om zeven uur en 18 en 28 april om half acht. In februari zijn er op Tholen 10 en op Sint-Philipsland 2 bisamratten gevan gen. Na de vorst- en sneeuwperiode zijn de vooruitzichten voor deze maand aanmerkelijk beter volgens rijksratten vanger J. Meyll uit Poortvliet. G.S. van Zeeland hebben een brief ge schreven aan Minister Tuijnman van Verkeer en Waterstaat over de dijkver sterkingen rond de Oosterschelde. 'Ernstig verontrust hebben wij kennis genomen van de mededeling in de rege ringsverklaring dat de verzwaring van de zeewaterkeringen in het kader van de Deltawet naar verwachting voor het belóngrijkste deel eerst in 1990 zal zijn voltooid. Aanvankelijk zou Zeeland 25 jaar na de watersnoodramp volgens Deltanormen zijn beveiligd. Nadat de uitvoering van de Deltawerken vervol gens zodanig werd getemporiseerd dat zij eerst enige jaren na 1980 zouden worden voltooid, werd in 1973 het ge reedkomen van de werken opnieuw naar een later tijdstip verschoven: 1985. Blijkens de regeringsverklaring ver wacht het kabinet nu dat de verzwaring zelfs in 1990 nog niet geheel gereed zal zijn. Wij zijn van oordeel dat verdere vertraging dan tot 1985 om veiligheids redenen onaanvaardbaar is. Op zich overtuigd van de noodzaak tot bezuini ging, zijn wij niettemin van oordeel dat de veiligheid van de bewoners van dit gewest niet door deze bezuinigingsmaa tregelen mag worden getroffen. Wij pleiten dan ook met klem voor vol tooiing van de totale Deltawerken uiterlijk in 1985', aldus G.S. van Zeeland aan Minister Tuijnman. "Er zijn gegadigden, die meer willen betalen. Omdat de packet de eerste was, die een bod deed, willen "wij" hen alsnog voorrang geven bij de koop. Maar dan moet er toch wel een serieuzer bod komen. Zeg dat maar tegen uw principalen." Als de man weer vertrokken is, knikt Jacob met voldoening. Dat heeft hij mooi gezegd. Een dag of wat geleden heeft hij een boekje gekocht over goede omgangsvormen en manieren. Daarin studeert hij in zijn vrije tijd. Daaruit heeft hij ook het woord "principaal" overgenomen. Dat klinkt. En imponeert. Er komt na verloop van een week een tweede bod: tweeduizend, maar ook geen c';:t meer.En binnen acht dagen beslissen, anders heeft de packet geen interesse meer. Binnen afzienbare tijd begint men toch met een tweemaal 's weekse vaart tussen Den Helder en Alkmaar. Dan is vrouw Breebaart nergens meer. Die avond wordt er aan boord druk overlegd. Doen of niet doen? Wie het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het lid op de neus. Maar het kan ook bluf zijn. Terwijl ze er over nadenken, schiet de vrouw iets te binnen. Ze haalt het ijzeren kistje met waardepapieren van de plank en zet het voor zich op de smalle tafel in de roef. En opent het. Jacob kijkt belangstellend toe. De vrouw zoekt en vindt tenslotte een document, dat ze naleest. Waarna ze enkele malen knikt. Ze schuift het papier door aan haar knecht en zegt: "Lees dat eens na; ik heb er weinig verstand van. maar als ik dit zo bekijk, kan de packet niet zo maar een beurtvaartdienst beginnen tussen Alkmaar en Den Helder." Jacob Langereis is niet dom; op school was hij onbetwist een van de besten. Als hij mogelijkheden had gekregen om verder te studeren, zou er misschien een bolleboos uit hem zijn gegroeid. Maar de taal, die dit document bevat, is hem vreemd. Al begrijpt hij langzamerhand, wan neer hij het document een paar malen heeft doorgelezen, dat dit een Consent, een vergunning is, verleend aan schipper Teeuw Breebaart om met een schip goederen te vervoeren tussen De Stolpen, inbegrepen de omgeving, en^Alkmaaë, visa versa. En ook toestemming heeft om met ditzelfde schip goederen te vervoeren voor transitoverkeer. Wat dit laatste inhoudt, is hem niet geheel duiaelijk, maar één ding begrijpt hij onderhand terdege: om met een schip vracht te vervoeren, moetje een Consent hebben, afgegeven door het Provinciale Bestuur. Maar hoe zit dat eigenlijk, als de schipper dood is? Gaat zo'n Consent da lang en breed over en als resultaat over op de weduwe? Ze spren er komt er uit de bus, dat Jacob, als ze dinsdagsmorgens in Alkmaar meren, naar hef station gaat om vandaar met dé trein naar Haarlem te reizen. Daar zetelt het provinciale bestuur, daar zal hij dan inlichtingen vragen. Voor Jacob Langereis is de treinreis een openbaring, wantal hij heeft dikwijls genoeg de treinen zien rijden, langs de OudesluiS en als ze voor de gesloten spoorbrug in Alkmaar lagen te wachten tot de trein gepas seerd was, hij heeft er nog nooit in gezeten. De vrouw heeft hem een paar schoenen van haar man gegeven. Die Teeuw enkel op zondag droeg tijdens de kerkgang. Ze zitten Jacob weliswaar een tikkeltje ruim, maar alla, het gaat. Al is het voor Jacob, die z'n hele leven tot nog toe nooit anders dan op klompen heeft gelopen, een raar gevoel. Zo licht en toch lijkt het, of zijn voeten ineens veel zwaarder geworden zijn. In de trein kijkt hij zijn ogen uit naar het wisselende landschap. Waar de bollen hier en daar al in bloei staan. Hij heeft ogen tekort om alles in zich op te nemen. En verwondert zich over alles, wat hij ziet. Wat is de wereld toch groot! In Haarlem aangekomen, beleeft hij nieuwe sensaties. Daar rijden stoomwagens. Om je een ongeluk te schrikken' als zo'n snuivend rot ding vlak langs je heen gaat. Maar de mensen in deze grote stad schijnen er helemaal aan gewend te zijn. Jacob loopt dicht tegen de huizenkant. Wat is het hier verschrikkelijk druk! Fietsen en slepers wagens en er rijden diligences en handkarren en dan die stoomwagens. Automobielen worden ze genoemd. Nou, hij vindt ze maar ondingen. Het mag hier allemaal zonder meer. Nee, hij zou niet graag in zo'n drukke star' willen wonen: elke dag honderd kansen om overreden te worden of op een andere manier een ongeluk te krijgen... Een vriendelijke ambtenaar staat hem te woord, bekijkt het Consent en het bewijs van overlijden van de eigenaar van de beurtdienst. De man raadpleegt een collega, die een dik boek te voorschijn haalt en er enige tijd in bladert. Dan schijnen ze iets gevonden te hebben, want ze kijken elkaar aan en knikken. Als Jacob in de loop van de middag terugkomt aan boord en allereerst de schoenen uittrekt om zijn pijnlijke voeten te wrijven, zegt hij tegen de vrouw: "Dit consent is tot vijf jaar na de dood van de baas geldig; dat is het vervallen en kan iedereen, dié een behoorlijk schip bezit een consent aanvragen voor de beurtdienst tussen De Stolpen en Alkmaar. Gedurende deze vijf jaren bent u eigenaresse, vrouw. De ambtenaar raadde aan de beurtdienst tijdig te verkopen. Ik heb ook gevraagd of er een ander nu een beurtdienst tussen De Stolpen en Alkmaar zou kunnen beginnen, of tussen Alkmaar en Den Helder, maar dat kan deze vijf jaren in elk geval niet. Zelf niet met een stoomboot. Dus u hoeft zich helemaal niet te haasten met de verkoop". Twee dagen later zegt vrouw Breebaart tot haar knecht: "Ik heb in Alkmaar gezegd, dat ik voor vijf en twintig honderd de zaak met alles wil overdoen. En geen cent minder. Ze zouden er nog over nadenken, zei men op het kantoor van de packet, maar veel kans gaven ze me niet. Wat denk jij ervan. Jacob?" Hij kneep één oog dicht. "Voet bij stuk houden, vrouw. Ze happen wel toe, als u maar geduld hebt". Maar de packet zag andere mogelijkhe den om het vrachtvervoer tussen Den Helder en Alkmaar tot zich te trekken. Een week nadat vrouw Breebaart het kantoor van de packet had bezocht, kreeg ze een brief, waarin stond, dat de packet geen belangstelling meer had voor de beurtdienst tussen De Stolpen en Alkmaar visa versa. Tot grote ontsteltenis van vrouw Breebaart, die haar knecht het schrijven liet lezen. Ook Jacob werd bleek. "Dat is erg," zei hij. En de weduwe jammerde: "Had ik dat bod van tweedui zend nu maar aangenomen; nu heb ik niets meer". In de dagen daarna was de verstandhouding tussen vrouw Breebaart en haar knecht niet al te best. Jacob dacht vaak na en kwam geleidelijk aan tot de slotsom, dat de packet iets in zijn schild voerde. Ze zijn natuurlijk wat van plan. dacht hij. Maar wat?

Krantenbank Zeeland

Eendrachtbode /Mededeelingenblad voor het eiland Tholen | 1978 | | pagina 5